NL2000094C2

NL2000094C2 - Bereiding van soep met een koffiezetmachine.

Info

Publication number: NL2000094C2
Application number: NL2000094A
Authority: NL
Inventors: Bert Waldus; Rolf Wilhelmus Hendrikus Hubar
Original assignee: Drie Mollen Holding B V
Priority date: 2006-06-09
Filing date: 2006-06-09
Publication date: 2007-12-11

Description

Bereiding van soep met een koffiezetmachine

TECHNISCH GEBIED VAN DE UITVINDING

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebied van het bereiden van soep, en wel in het bijzonder op de bereiding van soep met een koffiezetmachine.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

10 Drankenautomaten waarmee uiteenlopende warme dranken, zoals koffie, thee, chocolademelk, soep etc. zijn te bereiden, zijn bekend. Dergelijke drankenautomaten worden gebruikt in de professionele en zakelijke markt, in het bijzonder in de arbeidsomgeving zoals in kantoren en productiecentra. Dergelijke drankenautomaten zijn toegerust met per hete drank een afzonderlijke productie eenheid. Zo is er een 15 productie eenheid voor het bereiden van koffie (doorgaans per soort koffie een aizonderlijke eenheid), een eenheid voor het bereiden van thee, een eenheid voor het bereiden van chocolademelk en een eenheid voor het bereiden van soep (in geval van meerdere soepen doorgaans per soepsoort een afzonderlijke eenheid). Doordat hier telkens per productsoort een afzonderlijke eenheid is voorzien, kunnen de eenheden 20 onderling verschillend uitgevoerd danwel afgesteld zijn teneinde specifiek geschikt te zijn voor de respectieve drank.

Bij soep doen zich bijvoorbeeld specifieke problemen voor doordat soep soepingrediënten bevat welke in water niet oplosbaar zijn. Men denke bijvoorbeeld aan 25 vermicelli, croutons, stukjes groente, stukjes vlees etc.

Ook in de markt van huishoudelijke consumptie is er een behoefte aan bereiding van zogenaamde instant soep. Op dit gebied zijn in de supermarkten verkrijgbaar soepproducten met een of meer 1-portie pakketjes soep. Elk pakketje bestaat doorgaans 30 uit een zakje met daarin alle ingrediënten voor het bereiden van een kop soep. Het zakje dient dan geopend te worden en geleegd te worden in een kop. Hierbij dient verder nog heet water bereid te worden dat in de kop gedaan wordt, waarna het gehele product goed doorgeroerd moet worden om de in water oplosbare soepingrediënten tot oplossing te brengen.

2

Dit is omslachtig en wordt ook als omslachtig ervaren door de consument. Een specifiek op de bereiding van instant soep toegesneden consumentenapparaat is uiteraard te realiseren, doch is voor de consument doorgaans niet interessant. De 5 soepconsumptie bij de consument is niet van een dusdanig omvang dat dit de kosten verbonden aan een specifiek voor instant soep toegesneden apparaat rechtvaardigt.

Koffiezetmachines zijn in de huishoudelijke consumentenmarkt wijd verspreid.

In nagenoeg elk huishouden is een koffiezetmachine aanwezig. Thans kan met deze 10 koffiezetmachines echter geen instant soep bereid worden.

Doel van de onderhavige uitvinding is om middelen te verschaffen waarmee soep, in het bijzonder instant soep, bereid kan worden met behulp van een koffiezetmachine.

15

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door te verschaffen een samenstel 20 voor het bereiden van soep met een koffiezetmachine, waarbij het samenstel omvat: • een buil omvattende o een eerste en tweede vel, die elkaar overlappend bij de omtreksranden onderling verbonden zijn om een gésloten omhulling van een tussen het eerste en tweede vel gelegen binnenruimte te vormen; en 25 o in de binnenruimte opgenomen in hoofdzaak wateroplosbare soepingrediënten; * een eerste sachet met daarin in hoofdzaak wateronoplosbare soepingrediënten; waarbij, in gebruik, met behulp van de koffiezetmachine heet water aan de zijde van het eerste vel in een koffiebedhouder wordt toegevoerd, het hete water vanaf het eerste 30 vel door de buil gaat voor het oplossen van in de buil opgenomen wateroplosbare soepingrediënten en de gevormde soep oplossing bij het tweede vel uit de buil stroomt.

3

Door de soepingrediënten te splitsen in hoofdzaak wateroplosbare soepingrediënten en in hoofdzaak wateronoplosbare soepingrediënten, en de eerste in een buil te doen die in een koffiebedhouder van een gangbare koffiezetmachine past en de tweede in een afzonderlijke sachet te doen, wordt het mogelijk om met behulp van 5 een gangbare koffiezetmachine soep te bereiden. De afzonderlijk ter beschikking gestelde wateronoplosbare soepingrediënten hoeven niet in de koffiezetmachine verwerkt te worden en kunnen direct door de gebruiker in een houder, zoals een kop, gedaan worden. De in wateroplosbare soepingrediënten worden in de koffiezetmachine gedaan en in de koffiezetmachine tot oplossing in het hete water gebracht om 10 vervolgens opgelost en wel uit de koffiezetmachine in een opvangeenheid te stromen.

De wateronoplosbare soepingrediënten kunnen zich dan al in die opvangeenheid, zoals een kop, bevinden of daarna nog in die opvangeenheid gedaan worden. In tegenstelling tot de bekende instant soepen, is grondig roeren hierbij niet meer nodig. Immers, de wateroplosbare soepingrediënten zijn al in de koffiezetmachine tot oplossing gekomen 15 en de wateronoplosbare soepingrediënten hoeven niet opgelost te worden. Eventueel kan licht geroerd worden om de wateronoplosbare soepingrediënten over de vloeistof in de houder te verdelen of om deze, bijvoorbeeld in geval van gedroogde groente, gedroogd vlees of deegwaren, beter of sneller vloeistof te doen opnemen. Doordat in de koffiezetmachine zelf alleen de wateroplosbare soepingrediënten verwerkt worden en 20 de wateronoplosbare soepingrediënten niet, wordt voorts verstopping van de koffiezetmachine voorkomen.

Het samenstel volgens de uitvinding is bruikbaar in koffiezetmachines van uiteenlopend type. Zo kunnen ondermeer koffiezetmachines gebruikt worden van het 25 type waarbij water op een filterbuil met daarin een koffiebed of in een van boven open filter zak met een koffiebed gegoten wordt om vervolgens onder invloed van zwaartekracht door het koffiebed heen te zakken. Dit type koffiezetmachine zal hier verder aangeduid worden als een atmosferische koffiezetmachine. Maar ook is het samenstel volgens de uitvinding te gebruiken bij koffiezetmachines waarbij heet water 30 onder druk aan een al dan niet in een buil verpakt, koffiebed wordt toegevoerd en door dit koffiebed heen geperst wordt. Men denke hier bijvoorbeeld aan espressomachines die doorgaans werken met een druk van 5 a 15 bar - hier verder aangeduid als hoge druk koffiezetmachines -, alsook aan koffiezetmachines voor gewone koffie doorgaans 4 voor het zetten van een of twee porties koffie, welke werken met een druk van 0,5 a 3 bar - hier verder aangeduid als lage druk koffiezetmachines Van dit laatste type, de lage druk koffiezetmachines, kunnen onder meer genoemd worden koffiezetmachines, zoals de commercieel verkrijgbare Severin® KA5910, de Gustino® TKP3013 van 5 Bosch® en de Senseo® van Philips®, waarbij een pompdruksysteem ervoor zorgt dat het hete water met een druk van tussen de 0,5 en 3 bar door een koffiebuil heen geperst wordt om in korte tijd op eenvoudige wijze een of twee kopjes koffie te kunnen zetten.

In het bijzonder bij toepassing van koffiezetmachines - zoals de zogenaamde lage 10 en hoge druk koffiezetmachines - die water onder druk in relatief korte tijd door een koffiebuil persen, is het samenstel volgens de uitvinding goed bruikbaar in de zin dat de resulterende soep snel beschikbaar is. Wanneer het water onder invloed van de zwaartekracht door de buil met wateroplosbare soepingrediënten moet zakken, zal het wat langer duren totdat de soep gereed is.

15

Het is volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer het eerste vel en het tweede vel een ronde vorm hebben met een diameter kleiner dan 8,5 cm, en wanneer, beschouwd dwars op de uitstrekkingsrichting van het eerste vel en tweede vel, de dikte van de buil kleiner is dan 1,5 cm. Dergelijke builen passen goed in de meeste 20 koffiezetmachines die het hete water onder druk door de buil persen. Voor een goede passing zullen de afinetingen doorgaans, enigszins afhankelijk van het type koffiezetmachine en het model, meer in het bijzonder van het daarin bruikbare type koffiebedhouder, kleiner zijn. De diameter van de gehele buil zal in het bijzonder ongeveer 70 mm of kleiner zijn bij een dikte van doorgaans ten hoogste 10 mm. Builen 25 met een buitenste diameter van 70 mm en een dikte van ten hoogste 10 mm passen zowel in gangbare zogenaamde lage druk koffiezetmachines alsook in espressoapparaten, die bedoeld zijn om te werken met een koffiebuil of eventueel zelfs met een los, onverpakt koffiebed.

30 De vorm van de buil is volgens de uitvinding in het bijzonder discusvormig van gedaante. De dikte van de discusvormige buil is volgens de uitvinding ten hoogste 25% van de diameter van de discusvormige. Meer in het bijzonder is de dikte van de discusvormige buil ten hoogste 15% van de diameter van de discusvormige buil.

5

Om het eerste sachet met wateronoplosbare soepingrediënten gemakkelijk te kunnen openen, is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het eerste sachet is voorzien van een inkerving, van waaruit het eerste sachet is open te scheuren voor het 5 eruit gieten van de wateronoplosbare, soepingrediënten.

Om de buil, voorafgaand aan het gebruik, tegen beschadiging te beschermen, is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de buil is verpakt in een tweede sachet. Om het tweede sachet gemakkelijk te openen, zal dit tweede sachet zijn voorzien van 10 een inkerving, van waaruit het is open te scheuren voor het eruit halen van de buil.

Met het oog op het goed houden van de soepingrediënten is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het eerste sachet en/of het optionele tweede sachet gas- en damp- dicht zijn uitgevoerd.

15

Volgens een verdere, van voordeel zijnde, uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn het eerste en tweede sachet onderling verbonden tot een eenheid. Aldus wordt het de gebruiker gemakkelijker gemaakt om in één handeling zowel de wateroplosbare soepingrediënten als de wateronoplosbare soepingrediënten bij de hand te nemen, 20 bijvoorbeeld vanuit een voorraadhouder.

Het is volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer binnen 10 minuten, bij voorkeur binnen 5 minuten, tenminste 80 gew.%, bij voorkeur tenminste 90 gew.% van de in hoofdzaak wateroplosbare soepingrediënten oplost indien de buil in overmaat water met een temperatuur van 80 °C wordt gebracht.

25 De in hoofdzaak wateroplosbare soepingrediënten bestaan bij voorkeur voor tenminste 80 gew.% uit eiwit en/of koolhydraten. Bij voorkeur zijn de in hoofdzaak wateroplosbare soepingrediënten poedervorming. Gewoonlijk is de massa-gewogen deeltjesgrootte van dit poeder gelegen tussen 50 en 800 pm, bij voorkeur tussen 80 en 500 pm.

30 Van de in hoofdzaak wateronoplosbare soepingrediënten, lost binnen 5 minuten bij voorkeur niet meer dan 40 gew.%, meer in het bijzonder niet meer dan 30 gew.% en met meeste voorkeur niet meer dan 20 gew.% op, indien deze in hoofdzaak

wateronoplosbare ingrediënten in overmaat water met een temperatuur van 80 °C

worden gebracht en er vervolgens met de hand geroerd wordt.

6

De in hoofdzaak wateronoplosbare soepingrediënten bestaan bij voorkeur voor tenminste 80 gew.% uit één of meer van de volgende ingrediënten: deegwaren, zoals 5 vermicelli en croutons; groentedeeltjes; specerijen; kruiden; vlees; granen, zoals rijst; peulvruchten; polysacchariden, zoals maltodextrine, gemodificeerd zetmeel en gommen; en vet. De massa-gewogen deeltjesgrootte van de wateronoplosbare soepingrediënten is gewoonlijk gelegen tussen 0,2 en 10 mm, bij voorkeur tussen 0,3 en 7 mm. In geval deeltjes een niet-ronde vorm bezitten, wordt de deeltjesgrootte gelijk 10 gesteld aan de gemiddelde diameter van het deeltje.

De hoeveelheid in hoofdzaak wateroplosbare soepingrediënten in de buil ligt bij voorkeur tussen 4 en 20 gram, in het bijzonder tussen 6 en 15 gram. De hoeveelheid in hoofdzaak wateronoplosbare soepingrediënten in het eerste sachet ligt bij voorkeur tussen 1 en 15 gram, in het bijzonder tussen 3 en 12 gram.

15 Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, zijn het eerste en tweede vel van de buil vervaardigd uit filterpapier. Filterpapier is goedkoop en gemakkelijk te verwerken, hetgeen het prijsniveau van de instantsoep ten goede komt. Voorts kunnen bij filterpapier de wateroplosbare soepingrediënten de buil alleen verlaten indien ze opgelost zijn, zodat verstopping door onopgeloste of onvolledig 20 opgeloste bestanddelen wordt voorkomen.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het samenstel een veelheid sachet-bui 1-paren, waarbij elk sachet-buil-paar een eerste sachet en een buil omvat, en waarbij de veelheid in een verpakking, zoals een doos of zak, is verpakt. Aldus kan de gebruiker in één handeling meerdere porties soep kopen in de supermarkt 25 en heeft de gebruiker tevens een houder, namelijk de verpakking, om de meerdere porties bij elkaar te bewaren. Het is hierbij van verder voordeel wanneer op de verpakking, zoals de doos of de zak,een gebruiksaanwijzing is afgebeeld die tekstueel en/of visueel tenminste de volgende aanwijzingen omvat: • Open het eerste sachet en doe de inhoud in een kop, 30 · Doe de buil in een koffiebedhouder van een koffiezetmachine; 7 • Zet de koffiezetmachine nadat de buil in de koffiebedhouder geplaatst in bedrijf, zodat dat heet water aan de buil wordt toegevoerd; • Vang het uit de koffiebedhouder komende product in de kop.

Opgemerkt wordt hierbij dat de als eerste en tweede genoemde stap ook na de als derde 5 en vierde genoemde stap uitgevoerd kunnen worden.

Hieraan kan eventueel nog de aanwijzing worden toegevoegd om het in de kop opgevangen product en de inhoud uit de eerste sachet nog te roeren. Zoals eerder uiteengezet, is dit niet zozeer nodig voor het oplossen van de oplosbare soepingrediënten, maar kan dit het, over de soep verdelen van de niet oplosbare 10 soepingrediënten bevorderen alsook het door de niet-functionele soepingrediënten opnemen van water versnellen.

Als zodanig spreekt het voor zich dat het voor de buil gebruikte eerste en tweede vel bij voorkeur niet permeabel zullen zijn voor de in de buil opgenomen wateroplosbare soepingrediënten. Dit teneinde te voorkomen dat deze soepingrediënten 15 uit de buil ontsnappen. De vellen kunnen hierbij eventueel zelfs gasdicht zijn uitgevoerd, wanneer het te gebruiken koffiezetapparaat en/of de koffiebedhouder voorzien zijn van middelen om door genoemde vellen heen te prikken, teneinde water door de buil te kunnen laten stromen. Indien dergelijke middelen niet aanwezig zijn, zal de gebruiker, in geval van gasdichte vellen, de vellen moeten doorprikken, hetgeen in 20 praktisch gebruik echter minder handig is.

Het is volgens de uitvinding van verder voordeel wanneer het eerste vel doorlatend/permeabel is voor water, en wanneer het eerste vel niet permeabel is voor genoemde wateroplosbare soepingrediënten. Door het eerste vel doorlatend/permeabel voor water uit te voeren, is het niet nodig om dit vel op enigerlei wijze te doorboren. De 25 gebruiker hoeft dus geen handeling te verrichten en ook hoeft de gebruiker niet te beschikken over een koffiezetmachine, welke een inspuitnaald heeft, waarmee het hete water direct in de buil wordt ingespoten. Mocht de koffiezetmachine van de gebruiker wel een dergelijke inspuitnaald hebben, dan staat dit het gebruik van een samenstel volgens de uitvinding, waarbij het eerste vel doorlatend/permeabel is voor water 30 overigens niet in de weg. Een dergelijk samenstel volgens de uitvinding is dus universeel toepasbaar voor uiteenlopende typen koffiezetmachines.

8

Om overeenkomstige redenen als in de voorgaande paragraaf is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het tweede vel niet permeabel is voor genoemde wateroplosbare soepingrediënten, en wanneer het tweede vel doorlatend/permeabel is voor water met daarin opgelost genoemde wateroplosbare soepingrediënten. Door 5 zowel het eerste als het tweede vel niet permeabel voor genoemde wateroplosbare soepingrediënten maar wel doorlatend/permeabel voor water met daarin opgelost genoemde wateroplosbare soepingrediënten uit te voeren, worden verder verstopping van en aankoeking in de te gebruiken koffiezetmachine door onopgeloste of onvolledig opgeloste deeltjes voorkomen.

10 Volgens een verder aspect van de uitvinding omvat het samenstel volgens de uitvinding verder een koffiezetmachine met een koffiebedhouder, in het bijzonder een builhouder voor een koffiebed bevattende buil, waarbij de koffiebedhouder een eerste zijde en tegenover liggende tweede zijde heeft, waartussen de buil opneembaar is; waarbij bij de eerste zijde van de koffiebedhouder is voorzien een uitlaat van een 15 toevoer voor heet water en waarbij de tweede zijde van de koffiebedhouder is voorzien van een afvoer voor het afVoeren van uit de buil komend product (welk product bij toepassing van het buil-sachetsamenstel volgens de uitvinding een soepproduct zal zijn); en waarbij de koffiezetmachine is ingericht om, in gebruik aan de eerste zijde van de koffiebedhouder heet water toe te voeren, dit toegevoerde hete water door de buil 20 heen te laten gaan en het daarbij gevormde product via de afvoer uit de koffiebedhouder te laten stromen.

Met het oog op een snelle bereiding van een portie soep is het hierbij volgens de uitvinding van voordeel, wanneer de koffiezetmachine is ingericht om het hete water toe te voeren onder, beschouwd in de uitlaat, een druk van tenminste 0,5 bar, meer in 25 het bijzonder tenminste 1 bar, om het hete water vanaf het eerste vel door de buil te persen en om het in de buil gevormde product bij het tweede vel uit de buil te laten komen. De druk in de uitlaat kan hierbij liggen in het bereik van 1 -3 bar, zoals dit bij zogenaamde lage druk koffiezetmachines het geval is, doch de druk kan ook liggen in het bereik van 5-15 bar zoals dit bij zogenaamde hoge druk koffiezetmachines, zoals 30 espressomachines, gebruikelijk is.

Alhoewel de buil met daarin wateroplosbare soepingrediënten bij gebruik in horizontale richting doorstroomd kan worden, als ook in verticale richting van onder 9 naar boven, is het resultaat het beste wanneer de buil in verticale richting van boven naar beneden doorstroomd wordt. Het is derhalve volgens de uitvinding van voordeel wanneer de eerste zijde van de koffiebedhouder de bovenzijde van de koffiebedhouder is en de tweede zijde van de koffiebedhouder de onderzijde van de koffiebedhouder is.

5 Volgens een nog verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het bereiden van soep met een koffiezetmachine die is voorzien van een koffiebedhouder, waarbij de koffiebedhouder een eerste zijde en een tegenover liggende tweede zijde heeft waartussen de buil opneembaar is; waarbij bij de eerste zijde van de koffiebedhouder is voorzien een uitlaat van een toevoer voor heet water en 10 waarbij de tweede zijde van de koffiebedhouder is voorzien van een alVoer voor het afvoeren van uit de buil komend product; waarbij de koffiezetmachine is ingericht om, in gebruik aan de eerste zijde van de koffiebedhouder heet water toe te voeren, dit toegevoerde hete water door de buil heen te laten gaan, en het daarbij gevormde product via de afvoer uit de koffiebedhouder te laten stromen; waarbij de werkwijze de 15 volgende stappen omvat: A) het in de koffiebedhouder plaatsen van een buil omvattende • een eerste en tweede vel, die elkaar overlappend bij de omtreksranden onderling verbonden zijn om een gesloten omhulling van een tussen het eerste en tweede vel gelegen binnenruimte te vormen; en 20 · in de binnenruimte opgenomen wateroplosbare soepingrediënten; B) het openen van een eerste sachet met daarin wateronoplosbare soepingrediënten; C) het in een opvangeenheid gieten van de inhoud van het eerste sachet; D) het in bedrijf zetten van de koffiezetmachine nadat de buil in de koffiebedhouder geplaatst is zodanig dat heet water aan de buil wordt toegevoerd en door de buil 25 stroomt; E) het opvangen van het uit de koffiebedhouder komende product in de opvangeenheid.

Opgemerkt wordt hier dat de stappen A) t/m E) ook in andere volgorde uitgevoerd kunnen worden dan waarin deze hiwer genoemd zijn. Zo kunnen de stappen B) en C) 30 ook voor de stap A) of na de stappen D) en E) uitgevoerd worden. Ook is het denkbaar stap B) voor stap A) uit te voeren en stap C) voor stap D) of na stap E) uit te voeren.

10

Om eerder uiteengezette redenen is het hierbij van voordeel wanneer in stap D) het hete water aan de buil wordt toegevoerd onder een druk van ten minste 0,5 bar en door de buil heen geperst wordt. Deze druk kan hierbij 0,5 - 3 bar bedragen alsook 5 -15 bar. De druk zal in het algemeen kleiner zijn dan 20 bar.

5 Om eveneens eerder uiteengezette redenen kan de werkwijze nog additioneel de stap F omvatten van het in de kop roeren van in de kop opgevangen product en de inhoud van de eerste sachet.

TOELICHTING VAN DE UITVINDING AAN DE HAND VAN EEN TEKENING.

In het navolgende zal de onderhavige uitvinding aan de hand van enige in de tekening 10 schematisch weergegeven uitvoeringsvormen nader worden toegelicht. Hierin toont:

Figuur 1 een sterk schematische weergave van enige samenstellen volgens de uitvinding; Figuur IA toont hierbij een eerste uitvoeringsvorm, figuur 1B een tweede uitvoeringsvorm en figuur 1C een derde uitvoeringsvorm;

Figuur 2 in doorsnede een discusvormige buil van een samenstel volgens de uitvinding; 15 Figuur 3 in doorsnede een andere uitvoering van een discusvormige buil volgens de uitvinding;

Figuur 4 een aanzicht overeenkomstig de pijlen IV uit de figuren 2 en 3 op de buil uit die figuren.

Figuur 5 een schematisch aanzicht van boven in een koffiebedhouder, overeenkomstig 20 de pijl V uit figuur 6;

Figuur 6 de koffiebedhouder uit figuur 5 in doorsnede, met iets zwevend daarboven weergegeven een buil uit het samenstel volgens de uitvinding;

Figuur 7 schematisch, deels in doorsnede een koffiebedhouder 40 met houder daarvoor, zoals die in het bijzonder van espressomachines bekend zijn; 25 Figuur 8 een sterk schematische weergave van een samenstel volgens de uitvinding, omvattende een koffiezetmachine van het type waarbij heet water onder druk door de buil heengeperst wordt; en 11

Figuur 9 een eveneens sterke schematische weergave van een koffiezetmachine met buil volgens de uitvinding, welke koffiezetmachine van het type is, waarbij heet water onder atmosferische omstandigheden op de buil terecht komt om er onder invloed van de zwaartekracht doorheen te zakken.

5 Figuur 1 toont zeer schematisch enige samenstellen 1, 101 en 111 volgens de uitvinding.

Figuur IA toont een eerste uitvoeringsvorm van het samenstel 1 volgens de uitvinding. Dit samenstel omvat twee langs de lijn 80 onderling verbonden sachets 2 en 4. In het tweede sachet 4 is ondergebracht een buil 5.

10 Figuur 1B toont een tweede uitvoeringsvorm van het samenstel 101 volgens de uitvinding. Het verschil tussen deze tweede uitvoeringsvorm en de eerste uitvoeringsvorm is dat het eerste sachet 2 en het tweede sachet 4 niet onderling verbonden zijn. De sachets 2 en 4 zijn los van elkaar. Voorts heeft bij het samenstel 101 de buil 25 een iets andere gedaante, welke nader in figuur 3 getoond is. Opgemerkt 15 zij echter dat de buil bij het samenstel 101 ook anders uitgevoerd kan zijn, zoals bijvoorbeeld overeenkomstig de buil 5 uit ftguur IA of overeenkomstig de buil 15 uit figuren 1C en 2.

Figuur 1C toont een derde uitvoeringsvorm van het samenstel 111 volgens de uitvinding. Het verschil tussen enerzijds deze derde uitvoeringsvorm en anderzijds de 20 tweede en derde uitvoeringsvorm is dat bij de derde uitvoeringsvorm het tweede sachet 4 ontbreekt. De sachets 2 en de buil 15 zijn los van elkaar. Voorts heeft bij het samenstel 111 de buil 15 een iets andere gedaante, welke nader in figuur 2 getoond is. Opgemerkt zij echter dat de buil bij het samenstel 111 ook anders uitgevoerd kan zijn, zoals bijvoorbeeld overeenkomstig de buil 5 uit figuur IA of overeenkomstig de buil 25 25 uit figuren 1B en 3.

Figuren IA, 1B en 1C zullen in het na volgende gezamenlijk besproken worden.

Het sachet 2 is voorzien van een inkerving 7, waarlangs dit sachet is open te scheuren. Het sachet 4 is overeenkomstig voorzien van een inkerving 7, waarlangs het sachet is open te scheuren. Het sachet 2 is in het voorgaande en in de conclusies 12 aangeduid als eerste sachet en het sachet 4 is in het voorgaande en in de conclusies aangeduid als tweede sachet.

Het eerste sachet 2 is gevuld met, in water onoplosbare soepingrediënten. Dergelijke, in water onoplosbare soepingrediënten kunnen onder meer omvatten: 5 - Deegwaren, zoals vermicelli en croutons, etc. en/of - Groentendelen, in het bijzonder gedroogde groentendelen en/of - Stukjes vlees, in het bijzonder gedroogde stukjes vlees en/of - etc.

In het tweede sachet 4 is ondergebracht een buil 5, 25. Als gezegd het tweede 10 sachet kan ook ontbreken, zie figuur 1C buil 15. De buil 5,15, 25 is gevormd uit een, in figuur 1 niet nader onderscheidelijk zichtbaar eerste vel en tweede vel, die elkaar overlappend bij de omtreksranden onderling zijn verbonden om een gesloten omhulling te vormen met een tussen die vellen gelegen binnenruimte 9. In de binnenruimte 9 zijn wateroplosbare soepingrediënten opgenomen.

15 De vorm van de vellen waaruit de buil gevormd is en daarmee ook de vorm van de buil zelf kan in wezen uiteenlopend zijn. Deze kan een rechthoekige gedaante hebben, zoals afgebeeld in figuur IA. Een dergelijke buil met rechthoekige gedaante is bijvoorbeeld bruikbaar in een koffiezetmachine 60 zoals afgebeeld in figuur 9. De buil kan ook een discusvormige gedaante hebben, zoals afgebeeld in Figuren IB, 1C, 2 en 20 3. De buil kan ook een andere vorm hebben om bijvoorbeeld beter bij een specifiek type koffiezetmachine te passen.

In aanmerking genomen dat het gewenst is om snel een kop soep te bereiden met een snel werkende koffiezetmachines en in aanmerking nemende dat deze snel werkende koffiezetmachines doorgaans werken met een cirkelvormig koffiebed, is het 25 volgens de uitvinding van voordeel wanneer de buil een vorm heeft zoals schematisch in de figuren 2, 3 en 4 is weergegeven. Figuren 2 en 3 tonen doorsneden van de twee basisvarianten van builen met een discusvormige gedaante. Bij de ene, in figuur 2 afgebeelde basisvariant is sprake van een eerste vel 16 en tweede vel 17, die beide rond zijn en een ten opzichte van elkaar ongeveer spiegelbeeldige vorm - het hoeft dus geen 30 precies spiegelbeeldige vorm te zijn - hebben. Deze vellen zijn langs een omtreksrand 18 door een sealnaad onderling verbonden. Tussen de vellen 16 en 17 zijn 13 wateroplosbare soepingrediënten opgenomen. Aldus wordt een buil aangeduid met nr. 15 verkregen.

Figuur 3 toont de andere basisvariant van een buil met discusvormige gedaante. Deze buil is aangeduid met 25 en is opgebouwd uit een eerste vel 26 dat in hoofdzaak 5 vlak is en een tweede vel 27 dat gekromd verloopt. Beide vellen zijn rond en langs hun omtreksrand bij 28 door een sealnaad onderling verbonden. Tussen de vellen 26 en 27 zijn wateroplosbare fimctioneel soepingrediënten 6 opgenomen.

Het aanzicht overeenkomstig de pijlen IV in figuren 2 en 3 op beide builen is in wezen hetzelfde en daarom in figuur 4 gezamenlijk afgebeeld. De diameter van de 10 builen 15,25 is aangeduid met X en de dikte van de builen 15, 25 is aangeduid met H. De dikte H van de discusvormige builen 15, 25 zal ten hoogste 25%, met voorkeur ten hoogste 15%, van de diameter X bedragen. De diameter X zal bij builen volgens de uitvinding, bij voorkeur ten hoogste 70 mm bedragen bij een dikte H van ten hoogste 10 mm.

15 Figuren 5 en 6 tonen schematisch een koffiebedhouder van een type dat voorkomt in koffiezetmachines die werken met een heet waterdruk van 0,5 tot 3 bar, in het bijzonder 1 tot 3 bar. De koffiebedhouder 30 wordt in figuur 6 in doorsnede getoond en in figuur 5 in bovenaanzicht overeenkomstig de pijl V uit figuur 6. De koffiebedhouder 30 bestaat in wezen uit een schaal met een centraal bodemgedeelte 32, waarin een 20 veelheid boringen 31 is gevormd voor aiVoer van vloeistof uit de koffiebedhouder 30. Opgemerkt zij dat de in de figuren 5 en 6 getoonde koffiebedhouder ook kan zijn uitgevoerd overeenkomstig de koffiebedhouder als bekend van de eerder genoemde Severin®,Gustino® en Senseo® koffiezetmachines.

In figuur 6 is bij wijze van voorbeeld de buil uit figuur 3 afgebeeld. Het zal echter 25 duidelijk zijn dat bij dergelijke koffiebedhouders ook de buil uit figuur 2 zeer goed toepasbaar is. Voorts zij opgemerkt dat in figuur 6 de buil 25 met het oog op de duidelijkheid van de tekening zwevend boven de koffiebedhouder 30 is afgebeeld. In gebruik zal de buil 25 echter in de schaalvormige koffiebedhouder 30 liggen en langs geheel het bodemvlak van de schaal met de koffiebedhouder 30 contact maken.

14

Figuur 7 toont zeer schematisch een koffiepadhouder zoals bekend van vele espressomachines. Deze koffiepadhouder bestaat uit een handgreep 45 met een schaalhouder 46. Onderin de schaalhouder 46 is een uitstroomopening 47 voor koffie voorzien. In de schaalhouder 46 is een koffiebedschaal 40, hier koffiebedhouder 40 5 genoemd, opgenomen. Het is bij espressomachines bekend dat een dergelijke koffiebedhouder 40 gebruikt kan worden om hierin losse koffie te doen, welke bijvoorbeeld met een schep of lepel uit een voorraadhouder geschept wordt. Het is bij dergelijke espressomachines echter ook bekend dat men in een dergelijke koffiebedhouder 40 ook een koffiebuil kan plaatsen. Een dergelijke koffiebuil bestaat 10 doorgaans uit twee vellen filterpapier met daartussen een samengeperst, vormvast koffiebed of een ongeperst, niet-vormvast koffiebed. In vele van dergelijke koffiebedhouders 40 passen de koffiebuilen, welke ook passen in de eerder genoemde Severin®, Gustino® en Senseo® koffiezetmachines. Doorgaans zal een dergelijke koffiebuil dan er ongeveer inzitten als in figuur 7 afgebeeld. De buil in figuur 7 is 15 echter een buil volgens de uitvinding met wateroplosbare soepingrediënten erin in plaats van een koffiebed. In figuur 7 is afgebeeld de buil volgens figuur 2, echter het zal duidelijk zijn dat dit ook de buil volgens figuur 3 kan zijn.

Figuur 8 toont zeer schematisch een koffiezetmachine, welke het hete water 20 onder druk aan de buil toevoert en door de buil heenperst. De, in figuur 8, schematisch weergegeven koffiezetmachine 50 representeert in schematische zin zogenaamde hoge druk koffiezetmachines als ook de zogenaamde lage druk koffiezetmachines.

In figuur 8 is met 56 een waterreservoir aangeduid, zijn met 55 25 verwarmingsmiddelen aangeduid, is met 54 een pomp aangeduid en is met 53 een toevoerleiding voor het toevoeren van heet water onder druk naar de buil afgebeeld. Doorgaans werken deze koffiezetmachines met een gesloten brouwkamer. Daartoe is er een bovenste koffiebedhouderdeel 51 voorzien, waarin de toevoerleiding 53 bij een uitlaat 52 uitmondt. Dit bovenste koffiebedhouderdeel 51 werkt samen met een 30 onderste koffiebedhouderdeel 30, 40 zoals dit bij wijze van voorbeeld aan de hand van de figuren 5, 6 en 7 is besproken. Onder het onderste koffiebedhouderdeel 30,40 bevindt zich doorgaans een uitloopgeleiding 58, via welke het gevormde product naar een uitstroommond 57 geleid wordt om in een opvangeenheid, zoals een kop of mok 15 59, te stromen. Bij de eerder genoemde lage druk koffiezetmachines heeft het hete water in de uitlaat 52 een druk die doorgaans in het bereik van 0,5-3 bar (beschouwd als overdruk ten opzichte van de atmosferische druk) ligt. Bij hoge druk koffiezetmachines, zoals espressomachines, ligt deze druk doorgaans in het bereik van 5 5-15 bar (beschouwd als overdruk ten opzichte van de atmosferische druk).

Figuur 9 toont een zogenaamde atmosferische koffiezetmachine 60. Deze koffiezetmachine 60 omvat een opvangeenheid 67, doorgaans een kan, doch dit kan ook een kop of mok zijn, met daaronder doorgaans een warmhoudplaat 68. Op de 10 opvangeenheid 67 is een trechtervormige filterzakhouder 61 — hier verder koffiebedhouder genoemd - geplaatst. Bij het conventionele gebruik voor het zetten van koffie wordt er in de koffiebedhouder 61 een trechtervormig zakje van iïlterpapier geplaatst, waarin vervolgens middels een schep of lepel losse koffie geschept wordt.

Bij het zetten van koffie wordt vervolgens via de toevoerleiding 62 met een 15 uitstroomopening 75 boven de koffiebedhouder 61 water aan de koffiebedhouder 61 toegevoerd. Dit water valt als druppels 81 in de koffiebedhouder 61, waarin zich een watemiveau 82 vormt. Onder invloed van stoomdruk kan het water overigens ook met enige kracht uit de uitlaat 75 van de toevoerleiding 62 worden gestoten. Het water zakt dan vervolgens onder invloed van de zwaartekracht door het koffiebed heen om de 20 koffiebedhouder 61 via de uitlaatopeningen 69 te verlaten en in de opvangeenheid 67 opgevangen te worden.

Zoals figuur 9 verder toont, omvat een dergelijke koffiezetmachine voorts een waterreservoir 63 met een vulopening 64. Het waterreservoir 63 is via een leiding 65 25 met verwarmingsmiddelen 66 verbonden. Vanuit deze verwarmingsmiddelen 66 leidt de watertoevoerleiding 62 naar de uitlaat 75 boven de koffiebedhouder 61.

Middels het samenstel volgens de uitvinding is ook met een aan de hand van figuur 9, ter toelichting beschreven, conventioneel atmosferische koffiezetmachine 30 soep te maken. Men kan de buil met daarin wateroplosbare soepingrediënten onderin de trechtervormige koffiebedhouder 61 plaatsen en hieraan vervolgens water toevoeren om dit, op de voor dergelijke koffiezetmachines, gebruikelijke wijze door de buil heen te laten zakken. Een, in een dergelijke koffiebedhouder 61 te gebruiken, buil zal 16 doorgaans een rechthoekige gedaante hebben, zoals in figuur 1 schematisch is afgebeeld. Een deigelijke buil 5 heeft eveneens een eerste vel 71 en een tweede vel 72, die langs hun omtreksranden 8 onderling zijn verbonden. Dit kan zijn door een sealnaad of anderszins.

5

Het zal de vakman duidelijk zijn dat binnen de, door de conclusies bepaalde, reikwijdte van deze uitvinding vele varianten denkbaar zijn. Het eerste en tweede vel van de buil kunnen bijvoorbeeld langs hun omtreksranden door een seal met elkaar zijn verbonden zodat er een sealnaad is die zich over de gehele omtrek van de buil uitstrekt. 10 Dit is echter geenszins noodzakelijk. Het eerste en het tweede vel kunnen ook voor een gedeelte door een vouwnaad onderling zijn verbonden en/of door een stikverbinding in plaats van een sealverbinding. Verder kunnen het eerste en het tweede vel van de buil van filterpapier zijn vervaardigd doch evenzeer van textiel of een ander geschikt materiaal. Zoals uiteengezet, is het overigens niet noodzakelijk dat het eerste en tweede 15 vel voor water permeabel zijn.

Het zal de vakman voorts duidelijk zijn dat daar waar hier bij wateroplosbare alsook bij wateronoplosbare soepingrediënten wordt gesproken over het meervoud soepingrediënten, dit binnen de reikwijdte van de conclusies ook één soort 20 soepingrediënt kan zijn en niet verschillende soepingrediënten hoeven te zijn. Met name kan als wateronoplosbare soepingrediënten uitsluitend croutons of vermicelli worden toegepast.

Claims

1] Samenstel (1) voor het bereiden van soep met een koffiezetmachine (50, 60), 5 waarbij het samenstel omvat: • een buil (5,15, 25) omvattende o een eerste (16, 26) en tweede (17, 27) vel, die elkaar overlappend bij de omtreksranden (8,18, 28) onderling verbonden zijn om een gesloten omhulling van een tussen het eerste en tweede vel gelegen binnenruimte 10 (9) te vormen; en o in de binnenruimte (9) opgenomen in hoofdzaak wateroplosbare soepingrediënten (6); • een eerste sachet (2) met daarin in hoofdzaak wateronoplosbare soepingrediënten (3); 15 waarbij, in gebruik, met behulp van de koffiezetmachine (50, 60) heet water aan de zijde van het eerste vel (16, 26, 71) in een koffiebedhouder (30, 40, 61) wordt toegevoerd, het hete water vanaf het eerste vel (16, 26, 71) door de buil (5,15, 25) gaat voor het oplossen van in de buil (5, 15,25) opgenomen wateroplosbare soepingrediënten (6) en de gevormde soep oplossing bij het tweede vel (17, 27,72) uit 20 de buil (5, 15, 25) stroomt. 2] Samenstel (1) volgens conclusie 1, waarbij, in gebruik, het hete water aan de zijde van het eerste vel (16, 26) wordt toegevoerd met een druk van tenminste 0,5 bar, zoals 1 a3 bar. 25 3] Samenstel (1) volgens conclusie 2, waarbij die druk 5 a 15 bar is. 4] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste vel (16, 26) en het tweede vel (17,27) elk een ronde vorm hebben, waarbij de diameter (X) van 30 de buil (15,25) ten hoogste 8,5 cm, en waarbij, beschouwd dwars op de uitstrekkingsrichting van het eerste vel (16, 26) en het tweede vel (17, 27), de dikte (H) van de buil ten hoogste 1,5 cm is. 5] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, in het bijzonder volgens conclusie 4, waarbij de buil (15, 25) een discusvormige gedaante heeft. 6] Samenstel (1) volgens conclusie 5, waarbij de dikte (H) van de discusvormige 5 buil (15, 25) ten hoogste 25 % van de diameter (X) van de discusvormige buil (15, 25) bedraagt. 7] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste sachet (2) is voorzien van een inkerving (7) van waaruit het eerste sachet (2) is open te 10 scheuren voor het eruit gieten van de in hoofdzaak wateronoplosbare soepingrediënten (3) . 8] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buil (5,15, 25) verpakt is in een tweede sachet (4). 15 9] Samenstel (1) volgens conclusie 8, waarbij het tweede sachet (4) voorzien is van een inkerving (7) van waaruit het is open te scheuren voor het eruit halen van de buil (5,15, 25). 20 10] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste (2) en tweede (4) sachet onderling verbonden zijn tot een eenheid (1). 11] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de in hoofdzaak wateroplosbare iunctionele soepingrediënten (6) poedervormig zijn. 25 12] Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste 80 gew.%, bij voorkeur tenminste 90 gew.% van de in hoofdzaak wateroplosbare soepingrediënten (6) oplost indien de buil in 150 ml water met een temperatuur van 80 °C wordt gebracht. 30 13] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste (16, 26, 71) en tweede (17,27, 72) vel zijn vervaardigd uit filterpapier. 14] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een veelheid sachet-buil-paren, waarbij elk sachet-buil-paar een eerste sachet (2) en een buil (5,15, 25. omvat, en waarbij de veelheid in een verpakking, zoals een doos of een zak, is 5 verpakt. 15] Samenstel (1) volgens conclusie 14, waarbij op de verpakking, zoals genoemde doos of zak, een gebruiksaanwijzing is afgebeeld die tekstueel en/of visueel tenminste de volgende aanwijzingen omvat: 10. open het eerste sachet (2) en doe de inhoud (3) in een opvangeenheid (59, 67); o doe de buil (5, 15, 25) in een koffiebedhouder (30,40, 61) van een koffiezetmachine (50, 60); o zet de koffiezetmachine (50, 60) nadat de buil in de koffiebedhouder (30, 40, 61) geplaatst is in bedrijf zodanig dat heet water aan de buil (5, 15, 25) wordt 15 toegevoerd; o vang het uit de koffiebedhouder (30,40, 61) komende product op in de opvangeenheid (59, 67). 16] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste vel (16, 20 26,71) doorlatend/permeabel is voor water, en waarbij het eerste vel (16,26, 71) niet permeabel is voor genoemde wateroplosbare soepingrediënten (6). 17] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede vel (17, 27,72) niet permeabel is voor genoemde wateroplosbare soepingrediënten (6), en 25 waarbij het tweede vel (17,27, 72) doorlatend/permeabel is voor water. 18] Samenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een koffiezetmachine (50,60) met een koffiebedhouder (30,40, 61), waarbij de koffiebedhouder een eerste zijde (51,73) en tegenoverliggende tweede zijde (30,40; 30 74) heeft waartussen de buil (5,15,25) opneembaar is; waarbij bij de eerste zijde (51, 73) van de koffiebedhouder is voorzien een uitlaat (52, 75) van een toevoer (53, 62) voor heet water en waarbij de tweede zijde (30,40; 72) van de koffiebedhouder is voorzien van een afvoer (31,41; 69) voor het afvoeren van uit de buil komend product; en waarbij de koffiezetmachine (50, 60) is ingericht om, in gebruik, aan de eerste zijde (51, 73) van de koffiebedhouder (30,40, 61) heet water toe te voeren, dit toegevoerde 5 hete water door de buil (5, 15, 25) heen te laten gaan, en het daarbij gevormde product via de aiVoer (31, 41, 69) uit de koffiebedhouder te laten stromen. 19] Samenstel (1) volgens conclusie 18, waarbij de koffiezetmachine (50, 60) is ingericht om het hete water toe te voeren onder, beschouwd in de uitlaat (52), een druk 10 van tenminste 0,5 bar, in het bijzonder tenminste 1 bar, om dit hete water vanaf het eerste vel (16, 26) door de buil (15,25) te persen, en om het in de buil (15, 25) gevormde product bij het tweede vel (17,27) uit de buil (15, 25) te laten komen. 20] Samenstel (1) volgens conclusie 19, waarbij de druk in de uitlaat (52) kleiner is 15 dan 3 bar. 21] Samenstel (1) volgens conclusie 19, waarbij de druk in de uitlaat (52) groter is dan 5 bar. 20 22] Samenstel (1) volgens een der conclusies 18-21, waarbij de eerste zijde (51, 73) van de koffiebedhouder (30,40, 61) de bovenzijde van de koffiebedhouder is en de tweede zijde (30,40, 74) van de koffiebedhouder de onderzijde van de koffiebedhouder is. 25 23] Werkwijze voor het bereiden van soep met een koffiezetmachine (50, 60) die is voorzien van een koffiebedhouder (30, 40, 61), waarbij de koffiebedhouder een eerste zijde (51, 73) en tegenoverliggende tweede zijde (30,40, 61) heeft waartussen de buil (5, 15, 25) opneembaar is; waarbij bij de eerste zijde (51, 73) van de koffiebedhouder is voorzien een uitlaat (52, 30 75) van een toevoer (53, 62) voor heet water en waarbij de tweede zijde (30, 40, 71) van de koffiebedhouder is voorzien van een afVoer (31,41; 69) voor het afvoeren van uit de buil komend product; waarbij de koffiezetmachine (50, 60) is ingericht om, in gebruik, aan de eerste zijde (51, 73) van de koffiebedhouder (30,40, 61) heet water toe te voeren, dit toegevoerde hete water door de buil (5,15, 25) heen te laten gaan, en het daarbij gevormde product via de afvoer uit de koffiebedhouder te laten stromen; 5 waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: A) het in de koffiebedhouder (30, 40, 61) plaatsen van een buil (5, 15, 25) omvattende • een eerste (16, 26, 71) en tweede (17,27, 72) vel, die elkaar overlappend bij de omtreksranden (8, 18, 28) onderling verbonden zijn om een gesloten 10 omhulling van een tussen het eerste en tweede vel gelegen binnenruimte (9) te vormen; en • in de binnenruimte (9) opgenomen wateroplosbare soepingrediënten (6); B) het openen van een eerste sachet (2) met daarin wateronoplosbare soepingrediënten (3);

15 C) het in een opvangeenheid (59, 67) gieten van de inhoud (3) van het eerste sachet (2); D) het in bedrijf zetten van de koffiezetmachine (50, 60) nadat de buil (5,15, 25) in de koffiebedhouder (30, 40, 61) geplaatst is zodanig dat heet water aan de buil (5, 15, 25) wordt toegevoerd en door de buil stroomt;

20 E) het opvangen van het uit de koffiebedhouder (30, 40, 61) komende product in de opvangeenheid (59, 67). 24] Werkwijze volgens conclusie 23, waarbij in stap D) het hete water aan de buil (5, 15,25) wordt toegevoerd onder een druk van tenminste 0,5 bar en door de buil heen 25 geperst wordt. 25] Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij genoemde druk 1 a 3 bar is. 26] Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij genoemde druk 5 a 15 ba 30 ris. 27] Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 23-26, omvattende de stap: F) het in de opvangeenheid (59, 67) roeren van in de opvangeenheid opgevangen product en de inhoud (3) van de eerste sachet (2).