NL192474C

NL192474C - Method of controlling an information recording medium display device

Info

Publication number: NL192474C
Application number: NL8702090A
Authority: NL
Original assignee: Pioneer Electronic Corp
Priority date: 1987-02-09
Filing date: 1987-09-04
Publication date: 1997-08-04
Also published as: GB8713897D0; FR2610757B1; DE3721609A1; FR2610757A1; GB2201028A; IT8721810A0; GB2201028B; IT1222602B; NL192474B; NL8702090A; BE1001771A5

Description

1 1924741 192474

Werkwijze voor het besturen van een InformatieregistratiemedlumweergeeflnrlchtlngMethod for controlling an Information Registration Medium Display

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het besturen van een infoimatieregistratie-mediumweergeefinrichting, welke werkwijze de volgende stappen omvat: 5 het lezen van een gedrukte code die meerdere cijfers omvat, en het genereren van een codesignaal dat correspondeert met genoemde gedrukte code; het interpreteren van genoemd codesignaal; het genereren van ten minste één bedrijfscommando op basis van genoemd codesignaal; en het toevoeren van genoemd ten minste ene bedrijfscommando naar genoemde informatieregistratiemedium-10 weergeefinrichting.The invention relates to a method of controlling an infoimation recording medium display device, the method comprising the following steps: reading a printed code comprising multiple digits, and generating a code signal corresponding to said printed code; interpreting said code signal; generating at least one operating command based on said code signal; and supplying said at least one operating command to said information recording medium-10 display device.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Britse octrooiaanvrage 2.109.598.Such a method is known from British patent application 2,109,598.

Leesbare gedrukte media, zoals dictionaires, catalogi, reisgidsen en dergelijke, bevatten in het algemeen een aantal foto’s en andere afbeeldingen en diagrammen, welke betrekking hebben op omschrijvingen, leidmateriaal enz., welke in de gedrukte tekst voorkomen. Tengevolge van ruimtebeperkingen echter, is het 15 aantal van dergelijke illustraties, dat aanwezig kan zijn, in hoeveelheid beperkt. In de laatste jaren is het mogelijk geworden, gebruik te maken van een informatieregistratiemediumweergeefinrichting, zoals een videoschijfweergeefinrichting of een videobandrecorder, die in staat is tot het weergeven van verschillende typen geregistreerde beeldinformatie, voor het registreren van aanzienlijke hoeveelheden beeldinformatie, waaronder stilstaande beelden, zich bewegende beelden, of combinaties hiervan, welke zijn gekoppeld met 20 respectieve secties van een document, bijv. met respectieve beschrijvende secties of leidraadsecties van het document. Hierdoor wordt het bijv. mogelijk om beeldinformatie die overeenkomt met respectieve secties van een document, zoals een leidraad, uit een videoschijf uit te lezen en op een monitorscherm weer te geven, terwijl de lezer naar een overeenkomstig gedeelte van de gedrukte tekst van het document kijkt. Er zijn stelsels van dit type ontwikkeld, waarbij het mogelijk is grote hoeveelheden beeldinformatie voor 25 verschillende secties van een dergelijk boek of document te verschaffen.Readable print media, such as dictionaries, catalogs, travel guides, and the like, generally contain a number of photographs and other images and diagrams, which relate to descriptions, guides, etc., which appear in the printed text. However, due to space constraints, the number of such illustrations that may be present is limited in quantity. In recent years, it has become possible to use an information recording medium display device, such as a video disc display device or a video tape recorder, capable of displaying different types of recorded image information, for recording significant amounts of image information, including still images, moving images, or combinations thereof, associated with 20 respective sections of a document, eg, with respective descriptive sections or guide sections of the document. This makes it possible, for example, to read out image information corresponding to respective sections of a document, such as a guide, from a video disc and display it on a monitor screen, while the reader looks at a corresponding portion of the printed text of the document . Systems of this type have been developed, where it is possible to provide large amounts of image information for different sections of such a book or document.

Bij bekende stelsels van dit type wordt, teneinde het uitlezen uit een videoschijf van beeldinformatie, welke overeenkomt met een bepaalde sectie van een document (bijv. een element in een reisgids), mogelijk te maken, adresinformatie, zoals rasteradressen, afgedrukt in de respectieve secties van de tekst. Er wordt een zoekstelsel gebruikt om het betreffende element op de videoschijf op te zoeken. Teneinde beeld-30 informatie uit te lezen, welke betrekking heeft op een bepaalde sectie van het document, voert de bedienende persoon (d.w.z. de persoon die het document leest) de betreffende adresinformatie in het zoekstelsel in, onder gebruik van een bedieningseenheid, zoals een afstandsbesturingseenheid, waarna vervolgens de vereiste beeldinformatie wordt opgezocht, wordt uitgelezen, en wordt weergegeven.In known systems of this type, in order to allow the reading out of a video disc of image information corresponding to a particular section of a document (e.g., an element in a travel guide), address information, such as raster addresses, is printed in the respective sections of the text. A search system is used to locate the relevant element on the video disc. In order to read out image-30 information pertaining to a particular section of the document, the operator (ie the person reading the document) enters the relevant address information into the search system using an operating unit, such as a remote control unit , and then the required image information is searched, read out, and displayed.

Bij een dergelijk zoekstelsel echter is het nodig, dat de gebruiker eerst het rastemummer van de 35 betreffende documentsectie bevestigt en daarna de bedieningseenheid gebruikt, om het raster een nummer in het zoekstelsel in te voeren. Hiertoe is het natuurlijk noodzakelijk, dat de gebruiker zijn ogen van het document naar de bedieningseenheid beweegt. Dientengevolge wordt het proces van het lezen van het document tijdelijk onderbroken, zodat er een verslechtering optreedt van een gekorreleerd beeld dat in de geest van de gebruiker wordt gevormd op basis van een beeld dat door de gedrukte tekst wordt gevoerd, 40 en een pictoriaal beeld dat door de weergeefinrichting van de monitor wordt aangeboden.In such a search system, however, it is necessary for the user to first confirm the frame number of the relevant document section and then use the operating unit to enter the frame number into the search system. To do this, it is of course necessary for the user to move his eyes from the document to the operating unit. As a result, the process of reading the document is temporarily interrupted, so that there is a deterioration of a grained image formed in the mind of the user based on an image passed through the printed text, 40 and a pictorial image offered by the monitor display.

Een eerste doel van de uitvinding is het verschaffen van een videoschijfopzoekstelsel, waarbij het bovengenoemde probleem zich niet voordoet, zodat er geen verslechtering optreedt van een gekorreleerd beeld, dat in de geest van de gebruiker wordt gevormd op basis van een beeld dat door een gedrukte tekst wordt gevoerd, en een pictoriaal beeld dat door een monitorweergeefinrichting wordt aangeboden.A first object of the invention is to provide a video disc look-up system in which the above problem does not arise, so that there is no deterioration of a correlated image formed in the mind of the user based on an image created by a printed text and a pictorial image presented by a monitor display.

45 Een tweede doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het besturen van een informatieregistratiemediumweergeefinrichting, waarbij besturingscommando’s voor de inrichting door een klein aantal codecijfers kunnen worden uitgedrukt.A second object of the invention is to provide a method of controlling an information recording medium display device, wherein device control commands can be expressed by a small number of code digits.

Een derde doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het besturen van een informatieregistratiemediumweergeefinrichting, waarbij de werkzaamheden van het plannen van gedrukte 50 codes, die door respectievelijk verschillende lezers moeten worden gebruikt, en de kosten van het afdrukken van deze codes, aanzienlijk wordt gereduceerd.A third object of the invention is to provide a method of controlling an information recording medium display device, wherein the work of scheduling printed 50 codes to be used by different readers, respectively, and the cost of printing these codes, is significant is reduced.

De genoemde Britse octrooiaanvrage 2.109.598 beschrijft een besturingssysteem voor een videobandrecorder, waarbij een gecodeerde opdracht in de vorm van een streepjescode wordt gelezen, en waarbij op basis van die gecodeerde opdracht een besturingscommando voor de videobandrecorder wordt gegene-55 reerd. Daarbij bevat elke code twee deelcodes: de eerste deelcode (classificatiecode) definieert het type besturingscommando, de tweede deelcode (datacode) definieert de inhoud van het besturingscommando. Wanneer bijvoorbeeld kanaal 3 moet worden gekozen, is de classificatiecode representatief voor het 192474 2 besturingscommando ’’kies kanaal”, terwijl de datacode representatief is voor kanaalnummer 3. Voor alle commando’s hebben de dassificatiecodes en de datacode steeds dezelfde breedte, dat wil zeggen steeds hetzelfde aantal cijfers (bits), hetgeen impliceert dat voor sommige commando’s bepaalde cijfers niet gebruikt worden en dus overbodig zijn.Said British Patent Application 2,109,598 describes a video tape recorder operating system in which an encoded command is read in the form of a barcode, and a control command for the video tape recorder is generated on the basis of that encoded command. Each code contains two subcodes: the first subcode (classification code) defines the type of control command, the second subcode (data code) defines the content of the control command. For example, if channel 3 is to be selected, the classification code is representative of the 192474 2 control command "select channel", while the data code is representative of channel number 3. For all commands, the rating codes and the data code are always the same width, i.e. always the same number of digits (bits), which implies that for some commands certain digits are not used and therefore superfluous.

5 De bovenomschreven werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat, bij het inteipreteren van genoemd codesignaal, het totale aantal cijfers in de gedrukte code wordt gedetecteerd, ongeacht de door die cijfers uitgedrukte infoimatieinhoud, en dat ten minste één bedrijfscommando wordt gegenereerd op basis van zowel het genoemd totale aantal cijfers als de informatieinhoud van ten minste één voorafbepaald cijfer van genoemd codesignaal. Aldus wordt volgens de uitvindingsgedachte ook betekenis toegekend aan 10 het totale aantal cijfers in de gedrukte code, en hoeven de verschillende opdrachten niet alle dezelfde lengte te hebben.The above-described method according to the invention is characterized in that, when said code signal is input, the total number of digits in the printed code is detected, irrespective of the information animation content expressed by those digits, and that at least one operating command is generated on the basis of both said total number of digits as the information content of at least one predetermined digit of said code signal. Thus, according to the inventive concept, meaning is also assigned to the total number of digits in the printed code, and the different commands need not all have the same length.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij tonen: figuur 1 een algemeen blokschema van een videoschijfweergeefinrichting en gen uitvoeringsvorm van 15 een besturingsinrichting om de schijfweergeefinrichting te besturen; figuur 2 een voorbeeld van een pagina van een document met gedrukte code; figuur 3,4, 5 en 6 tijddiagrammen ter ondersteuning van de beschrijving van de werking van de inrichting; figuur 7 een vereenvoudigd schema van een besturingsinrichting, welke is voorzien van een herhalings-20 schakelaar; figuren 8A en 8B goHvormen, bijdragende tot de beschrijving van de werking van de uitvoeringsvorm volgens figuur 7; figuur 9 een tijddiagram, ter ondersteuning van de omschrijving van de werking van de uitvoeringsvorm volgens figuur 7; en 25 figuur 10 een tweede uitvoeringsvorm van een besturingsinrichting, welke is voorzien van een herhalings-schakelaar.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing. In the drawing: figure 1 shows a general block diagram of a video disc display device and an embodiment of a control device for controlling the disc display device; Figure 2 shows an example of a page of a document with printed code; Figures 3,4,5 and 6 show time diagrams in support of the description of the operation of the device; figure 7 shows a simplified diagram of a control device, which is provided with a repeat switch; Figures 8A and 8B form goH, helping to describe the operation of the embodiment of Figure 7; Figure 9 is a timing chart to support the description of the operation of the embodiment of Figure 7; and figure 10 shows a second embodiment of a control device, which is provided with a repeat switch.

Figuur 1 toont een informatieregistratiemediumweergeefinrichting en een besturingsinrichting om de informatieregistratiemediumweergeefinrichting te besturen. In figuur 1 wordt de schijfweergeefsectie van een 30 videoschijfweergeefinrichting als een voorbeeld van een informatieregistratiemediumweergeefinrichting gebruikt en bestaat deze uit een draaitafel (niet weergegeven in de tekening), welke wordt geroteerd door een motor 1, om een videoschijf 2 te doen roteren. De videoschijf 2 kan van het CAV type of van het CLV type zijn. Opgemerkt wordt, dat de uitvinding niet is beperkt tot het gebruik van een videoschijf, doch dat ook andere typen infomnatieregistratieschijven, zoals een compactschijf, kunnen worden gebruikt.Figure 1 shows an information recording medium display device and a control device for controlling the information recording medium display device. In Figure 1, the disc display section of a video disc display device is used as an example of an information recording medium display device and consists of a turntable (not shown in the drawing) which is rotated by a motor 1 to rotate a video disc 2. The video disc 2 can be of the CAV type or the CLV type. It is noted that the invention is not limited to the use of a video disc, but that other types of information recording discs, such as a compact disc, can also be used.

35 Een opneeminrichting 3 wordt ondersteund op een slede (niet weergegeven in de tekening), welke radiaal door een sledemotor over de videoschijf 2 wordt bewogen. De radiale positie boven de videoschijf 2 van het informatieuitleespunt van de opneeminrichting 3 (d.w.z. de uitleeslichtvlek in het geval van een optisch type opneeminrichting) kan daardoor vrij worden bepaald. De schijfweergeefsectie omvat ook servostelsels, zoals een spilservostelsel, een tangentiaal servostelsel, een naloopservostelsel enz. Deze zijn 40 evenwel op zichzelf bekend en zijn in de tekening niet weergegeven.A recording device 3 is supported on a slide (not shown in the drawing), which is moved radially by a slide motor over the video disc 2. The radial position above the video disc 2 of the information reading point of the recording device 3 (i.e. the reading light spot in the case of an optical type of recording device) can thereby be freely determined. The disc display section also includes servo systems, such as a spindle servo system, a tangential servo system, a trailing servo system, etc. However, these are known per se and are not shown in the drawing.

Een RF-signaal dat door de opneeminrichting 3 wordt opgewekt, wordt over een eerste filter 5 gevoerd, dat slechts de audiokanaalcomponent van het RF-signaal overdraagt, en voorts over een tweede filter 6, dat slechts de videokanaalcomponent overdraagt, teneinde daardoor de audiokanaalcomponent en de videokanaalcomponent af te leiden. Deze worden respectievelijk gedemoduleerd door eerste en tweede 45 demodulators 7 en 8, teneinde respectievelijk een audiosignaal en een samengesteld videosignaal op te wekken. Het audiosignaal wordt toegevoerd aan een audioweergeefsignaal-verwerkingsketen 9, die de linker en rechter stereokanalen van dit signaal scheidt en deze toevoert aan uitgangskiemmen L en R. Het videosignaal uit de demodulator 8 wordt toegevoerd aan een videoweergeefsignaal-verwerkingsketen 10, teneinde een videosignaal te verschaffen, dat aan een videomonitor 11 wordt toegevoerd.An RF signal generated by the pick-up device 3 is passed over a first filter 5, which transmits only the audio channel component of the RF signal, and further, over a second filter 6, which transmits only the video channel component, thereby to increase the audio channel component and derive the video channel component. These are demodulated by first and second 45 demodulators 7 and 8, respectively, to generate an audio signal and a composite video signal, respectively. The audio signal is supplied to an audio reproduction signal processing circuit 9, which separates the left and right stereo channels of this signal and supplies them to output seeds L and R. The video signal from the demodulator 8 is supplied to a video reproduction signal processing circuit 10, in order to provide a video signal which is fed to a video monitor 11.

50 Besturingssignalen, zoals de verticale (V) en horizontale (H) synchronisatiecomponenten in het samengestelde videosignaal, worden van dit signaal gescheiden door een signaalscheidingsketen 12, en toegevoerd aan een CPU (centrale veiweikingseenheid) 13, welke het besturingsorgaan van deze uitvoeringsvorm vormt. De CPU 13 ontvangt ook als ingangssignalen verschillende commando’s, welke afkomstig zijn uit een bedieningseenheid 14, zoals een toetsenbord, en voert een verwerking uit overeen-55 komstig informatie en programma’s, welke in een geheugen 15 zijn opgeslagen. Het geheugen 15 is opgebouwd uit ROM of RAM inrichtingen. Tengevolge van deze verwerking levert de CPU 13 besturings-commando’s aan de videoweergeefverwerkingsketen 10, de audio-weergeefverwerkingsketen 9 en de 3 192474 schijfweergeefsectiebesturingsketen 16. Met 17 is een document aangegeven, waarop een staafcode 18 is gedrukt, welke in de CPU 13 wordt ingelezen door middel van een aftastinrichting 19, die een codesignaal levert, dat door een detector 20 wordt afgetast. De detector 20 kan zijn voorzien van een geheugen en decodeeiiniichtingen voor het uitvoeren van een serie-parallel-omzetting van informatie, enz.50 Control signals, such as the vertical (V) and horizontal (H) synchronizing components in the composite video signal, are separated from this signal by a signal separation circuit 12, and supplied to a CPU (central processing unit) 13, which is the controller of this embodiment. The CPU 13 also receives as commands various inputs from an operating unit 14, such as a keyboard, and performs processing according to information and programs stored in a memory 15. The memory 15 is made up of ROM or RAM devices. As a result of this processing, the CPU 13 provides control commands to the video reproducing processing circuit 10, the audio reproducing processing circuit 9, and the 192474 disc reproducing section control circuit 16. 17 denotes a document printed with a bar code 18 which is read into the CPU 13 by by means of a sensor 19, which supplies a code signal, which is scanned by a detector 20. The detector 20 may include a memory and decoder ends for performing a series-parallel conversion of information, etc.

5 De CPU 13 decodeert de codesignalen, welke afkomstig zijn uit de aftastinrichting 19 en levert respectieve commando’s aan de schijfweergeefsectiebesturingsketen 16, zoals "weergeven”, "pauze”, "voorwaarts stappen” en "zoeken”, enz. overeenkomstig de resultaten van deze decodering, evenals commando’s aan de audioweergeefverwerkingsketen 9 voor het op een selectieve wijze aangeven van monaurale of stereo werking of om aan te geven, dat een huidige audio-bedrijfsmodus ongewijzigd moet worden voortgezet, en 10 commando’s aan de videoweergeefverwerkingsketen 10, waaronder video-IN/UIT commando’s, en commando’s om aan te geven, dat de huidige video-bedrijfsstatus ongewijzigd moet worden voortgezet.The CPU 13 decodes the code signals from the scanner 19 and supplies respective commands to the disc playback section control circuit 16, such as "play", "pause", "step forward" and "search", etc. according to the results of this decoding. , as well as commands to the audio reproducing circuit 9 to selectively indicate monaural or stereo operation or to indicate that a current audio mode of operation is to be continued unchanged, and 10 commands to the video reproducing circuit 10, including video IN / OUT commands, and commands to indicate that the current video operating status should be continued unchanged.

Op de videoschijf 12 zijn vele typen beeldgegevens geregistreerd, zoals bewegende beeldinformatie. Programma-informatie wordt voor elk element van beeldinformatie op de schijf geregistreerd, teneinde het opzoeken van vereiste beeldinformatie te vereenvoudigen. Indien de beeldinformatie, welke op de 15 videoschijf 2 is geregistreerd, als een beeldbestand voor het document 17 wordt gebruikt, welk document bijv. kan bestaan uit een leidraad, welke verschillende dieren omschrijft, kan de op de videoschijf 2 geregistreerde beeldinformatie bestaan uit bewegende-beeldinformatie-elementen, die betrekking hebben op respectieve verschillende secties van de tekst van de leidraad 17, d.w.z. op omschrijvingen, die in elk van de respectieve elementen in die tekst worden gegeven. Op de schijf worden bij het begin en eind van eik 20 van deze bewegende-beeldinformatie-elementen een "starf’-rastemummer en een ”eind”-rastemummer respectievelijk geregistreerd, welke dienen als adresinformatie, om de plaats aan te geven, waarop dit informatie-element op de schijf is geregistreerd. Deze adresinformatie maakt deel uit van een voorafbepaalde besturingscode. In de besturingscode is ook een discriminatiecode aanwezig, welke wordt gebruikt, om een onderscheid te maken tussen programmainformatie en beeldinformatie.Many types of image data, such as moving image information, are recorded on the video disc 12. Program information is recorded on the disc for each element of image information in order to simplify the search for required image information. If the image information recorded on the video disc 2 is used as an image file for the document 17, which document may, for example, consist of a guide describing different animals, the image information recorded on the video disc 2 may consist of moving image information elements, which relate to respective different sections of the text of the guidance document 17, ie descriptions given in each of the respective elements in that text. On the disc at the beginning and end of each 20 of these motion picture information elements, a "starf" frame number and an "end" frame number are recorded, respectively, which serve as address information to indicate the location on which this information element is recorded on the disc This address information is part of a predetermined control code The control code also includes a discrimination code, which is used to distinguish between program information and image information.

25 Figuur 2 toont een voorbeeld van een pagina in een leidraad 17. Met 18 is codeinformatie aangegeven, welke op deze pagina is gedrukt, en welke bij dit voorbeeld de vorm heeft van een staafcodeinformatie (welke hierna eenvoudig als staafcode zal worden betiteld), welke codes bevat, die respectievelijk een ”start”-rastemummer, een ”eind”-rastemummer enz. van beeldinformatie, welke op de videoschijf 2 is geregistreerd, overeenkomende met een element van de in de leidraad 17 gedrukte tekst, uitdrukken. Bij (fit 30 voorbeeld bestaat code 18 uit een ”start”-rastemummercodegedeelte 18a, een ”eind”-rastemummer-gedeelte 18b en een parametercodegedeelte 18c, dat gebruikt wordt, om het mogelijk te maken, dat een bedrijfscode naar wens vrij wordt ingesteld, zoals de weergeefsnelheid van de videoschijfweergeefinrichting. Voorts zijn in het onderste gedeelte van de pagina van de leidraad 17 staafcodegedeelten, aangegeven met 18d, aanwezig, om te worden gebruikt bij het aangeven van respectieve bedrijfsmodus van de videoschijf-35 weergeefinrichting, zoals "weergeven”, ’’pauze”, "achterwaarts stappen”, "stilstaan”, "voorwaarts stappen”.Figure 2 shows an example of a page in a guideline 17. 18 indicates code information printed on this page, which in this example is in the form of a barcode information (which will hereinafter simply be referred to as a barcode), which contains codes which express a "start" frame number, an "end" frame number, etc., of image information recorded on the video disc 2 corresponding to an element of the text printed in the guide 17. In (fit 30 example, code 18 consists of a "start" frame number section 18a, an "end" frame number section 18b and a parameter code section 18c, which is used to allow a company code to be freely set as desired, such as the display speed of the video disc display device. In addition, in the bottom portion of the page of the guide, 17 bar code sections, indicated by 18d, are provided for use in indicating respective operating modes of the video disc-35 display device, such as "display", "'pause", "step backwards", "stand still", "step forward".

De bedrijfsreeks van de CPU 13 bij deze uitvoeringsvorm van het videoschijfopzoekstelsel zal thans worden beschreven, waarbij eerst wordt verwezen naar het stroomdiagram volgens figuur 3. Aangenomen zal worden, dat programmainformatie, welke nodig is bij het opzoeken van informatie, die op de videoschijf 2 is geregistreerd, eerder in het geheugen 15 is opgeslagen. Onder deze omstandigheden wordt, wanneer 40 een staafcode 18, gedrukt in de leidraad 17 in de CPU 13 wordt ingelezen, d.w.z. door de lezer, welke een aftasting over de staafcode door middel van de aftastinrichting 19 uitvoert, deze codeinvoer door het stelsel (stap S1) wordt onderkend. Er vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit, of de staafcodeinformatie al dan niet een commando voorstelt, dat een bedrijfsmodus (stap S2) aangeeft. Indien de staafcodeinformatie zodanig wordt beoordeeld, dat deze commandoinformatie voorstelt, wordt de verwerking van dit 45 commando uitgevoerd (stap S3). De werking keert dan terug naar stap S,.The operating sequence of the CPU 13 in this embodiment of the video disc lookup system will now be described, first referring to the flowchart of Figure 3. It will be assumed that program information required in looking up information contained on the video disc 2 is previously stored in memory 15. Under these circumstances, when 40 a bar code 18 printed in the guide wire 17 is read into the CPU 13, that is, by the reader, which scans the bar code by means of the scanner 19, this code input by the system (step S1 ) is recognized. A decision is made as to whether or not the barcode information represents a command indicating an operating mode (step S2). If the barcode information is judged to represent command information, processing of this 45 command is performed (step S3). The operation then returns to step S1.

Indien bij stap S2 wordt beoordeeld, dat de staafcode, welke is ingevoerd, geen commando voorstelt, vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit, of al dan niet een paar codegedeelten, die respectievelijk een "start”-rastemummer en een ”eind”-rastemummer (d.w.z. een adresblok) aangegeven, is ingevoerd (stap S4). Indien een invoer van een adresblok heeft plaatsgevonden, wordt een markering ingesteld op het 50 adres van het eindrastemummer (step S5) en vindt een opzoeken plaats naar het begin van het raster (stap S6). Daarna wordt de weergeefwerking door de schijfweergeefsectie ingeleid (step S7).If it is judged at step S2 that the bar code entered does not represent a command, a decision is made as to whether or not a pair of code portions, which respectively have a "start" frame number and an "end" frame number (ie an address block) has been entered, has been entered (step S4) If an address block has been entered, a mark is set to the 50 address of the final frame number (step S5) and a search is made to the beginning of the raster (step S6), then the reproducing operation is initiated by the disc reproducing section (step S7).

Indien bij stap S4 wordt beoordeeld, dat geen adresblok is ingevoerd, doch slechts een enkel raster-nummer is ingevoerd, wordt een zoekhandeling uitgevoerd naar dit raster met dit getal (stap S8). De werking keert dan terug naar stap S„ om te wachten op de volgende staaf codeinvoer.If it is judged at step S4 that no address block has been entered, but only a single frame number has been entered, a search is performed for this frame with this number (step S8). The operation then returns to step S „to wait for the next bar code entry.

55 Indien een staafcode, welke een bedieningscommando voorstelt, tijdens de weergeefwerking wordt ingevoerd, d.w.z., terwijl de beeldweergave in gang is (stap S8), vindt de verwerking van dit commando plaats (stap S10). Daarna vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit, of de weergave van de 192474 4 beeldinformatie, welke plaatsvond voor de bedieningscommandoinvoer (d.w.. voor het detecteren van d»ze commandoinvoer bij stap Sg) al dan niet moet worden voortgezet, waarna de werking terugkeert tot stap Se, terwijl anders de werking terugkeert naar stap S1t om te wachten op een invoer van een staaf code.55 If a bar code, representing an operation command, is entered during the display operation, i.e., while the image display is in progress (step S8), the processing of this command takes place (step S10). Thereafter, a decision is made as to whether or not to continue displaying the 192474 4 image information that took place before the operation command input (i.e., for detecting this command input at step Sg), after which operation returns to step Se, otherwise operation returns to step S1t to wait for a bar code entry.

Wanneer de weergeefwerking na stap S9 voortgezet wordt, vindt een beslissing plaats ten aanzien van 5 het feit, of de markering, welke werd ingesteld bij stap Ss al dan niet is bereikt (stap S12). Indien wordt beoordeeld, dat deze markering is bereikt, hetgeen erop wijst, dat de weergave van het blok van beeldinformatie, aangegeven door de staafcodeinvoer, is voltooid, keert de werking terug naar stap SvWhen the display operation is continued after step S9, a decision is made as to whether or not the flag set at step Ss has been reached (step S12). If it is judged that this mark has been reached, indicating that the display of the block of image information indicated by the barcode input has been completed, operation returns to step Sv

Op deze wijze behoeft de gebruiker slechts een gedrukte staafcode 18, die bij een in een leidraad 17 gedrukte element is gelegen, onder gebruik van de aftastinrichting 19, af te tasten, waarop een snel 10 opzoeken wordt uitgevoerd naar beeldinformatie, welke overeenkomt met de inhoud van dit gedrukte element. Het is derhalve slechts nodig, dat de ogen van de gebruiker zich tussen de leidraad 17 en de monitorweergeefinrichting 11 bewegen. Derhalve treedt geen verslechtering op van een gekorreleerd beeld, gevormd in de geest van de gebruiker op basis van een beeld, dat door de gedrukte tekst wordt gevoerd, en een pictoriaal beeld, voorgesteld door de monitorweergeefinrichting, tijdens het opzoeken van vereiste 15 beeldinformatie.In this way, the user need only scan a printed bar code 18 located at an element printed in a guide wire 17 using the scanning device 19 on which a quick search for image information corresponding to the content is performed of this printed element. It is therefore only necessary that the eyes of the user move between the guide wire 17 and the monitor display device 11. Therefore, there is no deterioration of a correlated image formed in the mind of the user based on an image passed through the printed text, and a pictorial image represented by the monitor display, while looking up required image information.

Bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm bestaat het leesbare infoimatieregistratiemedium uit een leidraad. De uitvinding is evenwel natuurlijk niet beperkt tot een detgelijk medium, doch ook van toepassing op andere typen documenten, waaronder pamfletten, catalogi, enz., evenals encyclopedieën, enz. Voorts is de geregistreerde beeldinformatie niet beperkt tot bewegende beelden doch kan deze ook bestaan uit 20 stilstaande beelden of een combinatie van zich bewegende en stilstaande beelden.In the above-described embodiment, the readable infoimation recording medium consists of a guide. However, the invention is of course not limited to a similar medium, but also applies to other types of documents, including pamphlets, catalogs, etc., as well as encyclopedias, etc. Furthermore, the recorded image information is not limited to moving images, but may also consist of 20 still images or a combination of moving and still images.

Bij een videoschijfopzoekstelsel als boven beschreven, wordt een staafcode, welke bij een sectie van een leesbaar informatieregisttatiemedium is afgedrukt, in het opzoekstelsel ingelezen, waardoor een opzoeken plaatsvindt naar beeldinformatie, welke met deze sectie overeenkomt. Dientengevolge is het niet nodig, dat de ogen van de gebruiker zich naar een bedieningseenheid bewegen, om een invoer van 25 adresinformatie in het opzoekstelsel uit te voeren, zoals dit nodig is bij de bekende typen opzoekstelsels. Derhalve kan, zoals boven is vermeld, de gebruiker een gekorreleerd beeld behouden, gebaseerd op de inhoud van de gedrukte tekst en de op de monitor weergegeven beelden, terwijl de gebruiker een zoekproces naar gewenste beeldinformatie inleidt. Bovendien kan een dergelijk opzoeken snel worden uitgevoerd.In a video disc look-up system as described above, a bar code printed on a section of a readable information recording medium is read into the look-up system, thereby looking up image information corresponding to this section. As a result, it is not necessary for the eyes of the user to move to an operator to perform an input of address information into the lookup system, as is necessary with the known types of lookup systems. Therefore, as mentioned above, the user can retain a correlated image based on the content of the printed text and the images displayed on the monitor, while the user initiates a search process for desired image information. Moreover, such a search can be carried out quickly.

30 Een staafcodeconfiguratie, welke tegenwoordig op grote schaal wordt toegepast, maakt gebruik van de ’’doorschoten 2 van 5” configuratie, bestaande uit een combinatie van code-eenheden, elke bestaande uit even genummerde decimale cijfers, welke tussen een startmarkering en een stopmarkering zijn gelegen. Elk van deze code-eenheden geeft een commando weer. De commando’s omvatten ’’weergeef’-, ’’pauze-”, ”stap”-commando’s enzovoort, welke een bedrijfsmodus van een informatieregistratiemedium-35 weergeefinrichting aangeven, evenals commando’s, welke bepaalde weergeeftoestanden aangeven en commando’s, welke betrekking hebben op de te gebruiken signaalverwerkingsmethode, zoals een videoweergeefuitvoercommando, een audioweergeefuitvoercommando, een stereo/mono-keuzecommando, enz.30 A barcode configuration, which is widely used today, uses the "interleaved 2 of 5" configuration, consisting of a combination of code units, each consisting of even-numbered decimal digits, which are between a start mark and a stop mark located. Each of these code units displays a command. The commands include "" display "," "pause", "step" commands, and so on, which indicate an operating mode of an information recording medium-35 display device, as well as commands, which indicate certain display states, and commands related to the one to be used. signal processing method, such as a video output output command, an audio output output command, a stereo / mono select command, etc.

Een bekende constructie van een staafcode, welke bijv. commando’s uitdrukt, die een opzoeken naar 40 hoofdstuk 10 aangeven, en het uitvoeren van een videoweergave tezamen met een audio-stereoweergave kan van het volgende type zijn: ρπΐ,|η,|01.|5Ε|,|η.|7|,|3ΐ,|7ί]A known construction of a barcode, which, for example, expresses commands indicating a search for chapter 10 and performing a video display together with an audio stereo display can be of the following type: ρπΐ, | η, | 01. | 5Ε |, | η. | 7 |, | 3ΐ, | 7ί]

In het bovenstaande geeft het[Jsymbool eencode-eenheid aan. Elke code-eenheid zal in het algemeen bestaan uit een paar decimale cijfers, welke zich bevinden tussen een startmarkering en een 45 stopmarkering. Bij dit voorbeeld zijn 8 code-eenheden nodig, zodat de totale lengte van de staafcode betrekkelijk groot zal zijn, en zodat een betrekkelijk grote hoeveelheid ruimte van het gedrukte document door de staafcode in beslag zal worden genomen. Bovendien zal het nodig zijn, een buffergeheugen met grote capaciteit in het opzoekstelsel op te nemen voor het onderbrengen van de staafcodeinvoer. In verband hiermede zal het gebruik van een dergelijke bekende constructie van de staafcode in sommige 50 gevallen ongewenst zijn.In the above, the [Jsymbol indicates a code unit. Each code unit will generally consist of a few decimal digits, which are between a start mark and a 45 stop mark. In this example, 8 code units are required, so that the total length of the barcode will be relatively large, and so that a relatively large amount of space of the printed document will be taken up by the barcode. In addition, it will be necessary to include a large capacity buffer memory in the lookup system to accommodate the barcode input. In connection with this, the use of such a known construction of the bar code will in some 50 cases be undesirable.

Daarom worden de volgende relaties tussen de codesignalen en de commando's tot stand gebracht: (1) Onafhankelijke commando’sTherefore, the following relationships between the code signals and the commands are established: (1) Independent commands

Onafhankelijke commando’s worden uitgedrukt als uit vier cijfers bestaande codesignalen van de vorm 55 |N1|N2|N3|N4|, waarbij elk cijfer is gelegen in het gebied van 0 tot 9. N1 geeft een I.D. code aan, welke een lezer (d.w.z. een bedienende persoon) identificeert. Indien een dergelijke I.D. code niet nodig is, kan N1 op bijv. 0 worden ingesteld. N2 en N3 vormen een paar decimale cijfers, welke de inhoud van het commando 5 192474 uitdrukken. N4 is een controle somdjfer, dat gelijk wordt gemaakt aan het minst significante cijfer van het resultaat, verkregen door de decimale optelling van de cijfers N1 tot en met N3. Voorbeelden van de relatie tussen codes voor onafhankelijke commando’s en de commando-inhoud zijn als volgt: 5 [NTj [N2] [R3] |55 Commando-inhoud 0 10 1 audio uit 0 112 audio 1, of linker kanaal 0 12 3 audio 2, of rechter kanaal 10 0 1 3 4 stereo 0 2 0 2 video uit 0 2 13 video in 0 3 0 3 weergeef 0 3 14 pauze 15 0 3 2 5 stap (voorwaarts) (slechts CAV-schijven) 0 3 3 6 stap (achterwaarts) (slechts CAV-schijven) 0 4 0 4 verwerpen of beëindigen 20 (2) Hoofdstuk opzoekcommando’sIndependent commands are expressed as four-digit code signals of the form 55 | N1 | N2 | N3 | N4 |, each digit being in the range 0 to 9. N1 gives an I.D. code that identifies a reader (i.e., an operator). If such an I.D. code is not required, N1 can be set to eg 0. N2 and N3 form a few decimal digits, which express the contents of the command 192474. N4 is a control sum, which is made equal to the least significant digit of the result obtained by the decimal addition of the digits N1 through N3. Examples of the relationship between independent command codes and command content are as follows: 5 [NTj [N2] [R3] | 55 Command content 0 10 1 audio out 0 112 audio 1, or left channel 0 12 3 audio 2 , or right channel 10 0 1 3 4 stereo 0 2 0 2 video out 0 2 13 video in 0 3 0 3 play 0 3 14 pause 15 0 3 2 5 step (forward) (CAV discs only) 0 3 3 6 step (backward) (CAV discs only) 0 4 0 4 reject or end 20 (2) Chapter lookup commands

Hoofdstuk opzoekcommando’s worden uitgedmkt door uit 6 cijfers bestaande codesignalen van de vorm N1 |N2]N3|N4|N5|N6| waarbij elk cijfer is gelegen in het gebied van 0 tot 9. N1 geeft een I.D. code voor het identificeren van een categorie van gebruikers aan. De CPU 13 voert een compensatie of modificatie van de inhoud van het door codecijfers uitgedrukt commando uit, overeenkomstig de inhoud van het I.D. cijfer.Chapter lookup commands are emitted by 6-digit code signals of the form N1 | N2] N3 | N4 | N5 | N6 | each digit being in the range from 0 to 9. N1 gives an I.D. code to identify a category of users. The CPU 13 performs a compensation or modification of the content of the command expressed by code digits, according to the content of the I.D. figure.

25 Indien de I.D. code niet nodig is, kan N1 bijv. op nul worden ingesteld. N2 en N3 vormen een paar decimale cijfers, welke het adres van een hoofdstuk uitdrukken, dat moet worden opgezocht. N4 en N5 vormen een code, welke een hulpcommando uitdrukt. Een hulpcommando geeft een bedrijfsstatus van het signaalstelsel van de schijfweergeefsectie aan, doch bepaalt niet de bedrijfsmodus van de schijfweergeefsectie. Bij wijze van voorbeeld kan de volgende overeenstemming tot stand worden gebracht tussen de verschillende 30 numerieke waarden van N4 en N5 en respectieve hulpcommando’s:25 If the I.D. code is not required, eg N1 can be set to zero. N2 and N3 are a few decimal digits, which express the address of a chapter to be looked up. N4 and N5 form a code expressing an auxiliary command. An auxiliary command indicates an operating status of the disc display section signal system, but does not determine the operating mode of the disc display section. By way of example, the following agreement can be made between the different numerical values of N4 and N5 and respective auxiliary commands:

Hulpcommando-codetabel N4 Hulpcommando N5 Hulpcommando 35 -—- 0 video uit 0 audio uitHelp command code table N4 Help command N5 Help command 35 -—- 0 video out 0 audio out

1 video in 1 analoog audio 1/L1 video in 1 analog audio 1 / L

2 geen effect 2 analoog audio 2/R2 no effect 2 analog audio 2 / R

3 geen effect 3 analoog audio stereo 40 4 geen effect 4 geen effect3 no effect 3 analog audio stereo 40 4 no effect 4 no effect

5 geen effect 5 digitaal audio 1/L5 no effect 5 digital audio 1 / L

6 geen effect 6 digitaal audio 2/R6 no effect 6 digital audio 2 / R

7 geen effect 7 digitaal audio stereo 8 geen effect * 8 geen effect 45 9 voortzetting van de huidige status 9 voortzetting van de huidige status N6 is een controle-somcijfer, dat gelijk wordt gemaakt aan het minst significante cijfer van het resultaat, verkregen door de decimale optelling van de cijfers N1 tot en met N5.7 no effect 7 digital audio stereo 8 no effect * 8 no effect 45 9 continuation of current state 9 continuation of current state N6 is a check sum digit, which is made equal to the least significant digit of the result obtained by the decimal addition of numbers N1 through N5.

50 (3) Hoofdstuk weergeefcommando’s50 (3) Chapter Display Commands

Hoofdstuk weergeefcommando’s worden uitgedrukt door uit 8 cijfers bestaande codesignalen van de vorm N1 |N2|N3|N4|N5|N6lN7|N8|, waarbij elk cijfer is gelegen in het gebied van 0 tot 9. Het cijfer N1 heeft dezelfde betekenis als beschreven in de bovenstaande secties (1) en (2). N2 en N3 vormen een paar 55 decimale cijfers, welke het adres van het voorste hoofdstuk van de sectie, welke moet worden opgezocht, aangeven en waarvan de weergave daarna wordt uitgevoerd. N4 en N5 vormen een paar decimale cijfers, welke het adres van het eindhoofdstuk van deze sectie, dat moet worden opgezocht, uitdrukken. N6 en N7 192474 6 drukken hulpcommando’s uit, op dezelfde wijze als in de bovenstaande sectie (2) is beschreven. N8 is een controle-somcijfer, dat gelijk gemaakt wordt aan het minst significante cijfer van het resultaat, verkregen door de decimale optelling van de cijfers N1 tot en met N7. Indien derhalve bijv. een weergave van hoofdstuk 3 moet worden uitgevoerd, met stereo audio uitgang, en de weergave moet worden beëindigd bij 5 het begin van hoofdstuk 4, zal het hoofdzaak weergeefcommando de vorm 00304939 hebben. De inhoud van het I.D. cijfer drukt de relatie uit tussen een amendement- of wijzigingsparameter en de inhoud van de commandocijfers. Indien bijv. de beoogde gebiuikers van de inrichting worden geclassificeerd in drie categorieën, namelijk gebruikers van laag niveau, middelmatig niveau en hoog niveau, zal de inhoud van de cijfers, welke het hoofdstuk weergeefcommando uitdrukken, een verschillende betekenis hebben, afhankelijk 10 van de respectieve verschillende waarden van het I.D. cijfer. Indien bijv. de I.D. code aangeeft, dat de gebruiker zich op een beginnersniveau bevindt, kan de commandocode, welke de hoofdstuk weergeef-grenzen bepaalt, de weergave van hoofdstuk 2 tot hoofdstuk 4 specificeren, terwijl indien het I.D. cijfer een gebruiker op hoog niveau specificeert, dan zelfs indien dezelfde commandocode wordt ingevoerd als in het geval van de beginnende gebruiker, ervoor kan worden gezorgd, dat de CPU 13 zal beoordelen, dat een 15 hoofdstukweergave wordt uitgevoerd over een ander gebied, bijv. van hoofdstuk 1 tot hoofdstuk 5.Chapter display commands are expressed by 8-digit code signals of the form N1 | N2 | N3 | N4 | N5 | N6lN7 | N8 |, each digit being in the range 0 to 9. The digit N1 has the same meaning as described in the above sections (1) and (2). N2 and N3 form a pair of 55 decimal digits, which indicate the address of the front chapter of the section to be looked up and the display of which is then performed. N4 and N5 form a few decimal digits, which express the address of the final chapter of this section to be looked up. N6 and N7 192474 6 express auxiliary commands in the same manner as described in section (2) above. N8 is a check sum digit, which is made equal to the least significant digit of the result obtained by the decimal addition of digits N1 through N7. Therefore, for example, if a playback of chapter 3 is to be performed, with stereo audio output, and playback is to be terminated at the beginning of chapter 4, the main display command will be in the form 00304939. The contents of the I.D. figure expresses the relationship between an amendment or change parameter and the content of the command figures. For example, if the intended users of the facility are classified into three categories, namely low-level, medium-level and high-level users, the contents of the digits expressing the chapter display command will have different meanings depending on the respective different values of the ID figure. For example, if the I.D. code indicating that the user is at a beginner level, the command code, which defines the chapter display limits, can specify the display from chapter 2 to chapter 4, while if the I.D. digit specifies a high level user, then even if the same command code is entered as in the case of the novice user, it can be ensured that the CPU 13 will judge that a 15 chapter display is performed over another area, e.g. from Chapter 1 to Chapter 5.

(4) Rasteropzoekcommando’s(4) Grid Lookup Commands

Rasteropzoekcommando’s worden uitgedrukt als uit 10 cijfers bestaande codesignalen van de vorm |N1 |N2|N3|N4|N5|N6|N7|N8|N9|N10|, waarbij elk cijfer is gelegen in het gebied van 0 tot 9. N1 en N2 zijn 20 I.D. codecijfers. Indien geen I.D. code nodig is, kunnen deze cijfers bijv. op 0 worden vastgelegd. N3, N4, N5, N6 en N7 zijn 5 decimale cijfers, welke het adres van een raster, dat moet worden opgezocht, uitdrukken. N8 en N9 vormen een hulpcommandocode, zoals boven is beschreven. N10 is een controle somcijfer, dat gelijk wordt gemaakt aan het minst significante cijfer van het resultaat, verkregen door decimale optelling van de cijfers N1 tot en met N9.Grid lookup commands are expressed as 10-digit code signals of the form | N1 | N2 | N3 | N4 | N5 | N6 | N7 | N8 | N9 | N10 | each digit being in the range 0 to 9. N1 and N2 his 20 ID code digits. If no I.D. code is required, these numbers can be set to 0, for example. N3, N4, N5, N6, and N7 are 5 decimal digits, which express the address of a grid to be looked up. N8 and N9 form an auxiliary command code, as described above. N10 is a check sum digit, which is made equal to the least significant digit of the result, obtained by decimal addition of the digits N1 to N9.

25 Indien bijv. het raster, waarvan het adres 23100 is, moet worden opgezocht, en daarna een directe videoweergave van dit raster moet worden uitgevoerd, met een audio stereo weergave, zal het rasteradres-commando gelijk zijn aan 0023100938.If, for example, the frame whose address is 23100 is to be looked up, and then a direct video display of this frame is to be performed, with an audio stereo display, the frame address command will be 0023100938.

(5) Segmentweergeefcommando’s 30 Segmentweergeefcommando’s worden uitgedrukt als uit 14 cijfers bestaande codesignalen van het type Nl|N2IN3|N4|N5jN6|N7|N8|N9|N10|N11|N12|N13|N14|, waarbij elk cijfer is gelegen in het gebied van 0 tot 9. N1 is een I.D. cijfer, dat indien dit niet nodig is op een waarde 0 wordt gefixeerd. N2, N3, N4, N5 en N6 vormen een stel van 5 decimale cijfers, welk het adres van het voorste raster van een segment, dat moet worden opgezocht, uitdrukken, waarna een weergave kan plaatsvinden. N7, N8, N9, N10 en N11 35 bestaan uit een stel van vijf decimale cijfers, welke het adres van het eindraster van dit segment, dat moet worden opgezocht, uitdrukken. N12 en N13 zijn cijfers van een hulpcommandocode. N14 is een controle-somcijfer, dat gelijk wordt gemaakt aan het minst significante cijfer van het resultaat, verkregen door een decimale optelling van de cijfers N1 tot en met N13. Indien het rasteradres 23100 bijv. moet worden opgezocht en dit raster daarna moet worden weergegeven tot het rasteradres 23500, en wel met een 40 directe videoweergave en met een 2/R audioweergave, zal het segmentweergeefcommando hiervoor gelijk zijn aan 02310023500927.(5) Segment display commands 30 Segment display commands are expressed as 14-digit code signals of the type Nl | N2IN3 | N4 | N5jN6 | N7 | N8 | N9 | N10 | N11 | N12 | N13 | N14 | where each digit is located in the area from 0 to 9. N1 is an ID digit, which if not necessary is fixed at a value 0. N2, N3, N4, N5 and N6 form a set of 5 decimal digits, which express the address of the front frame of a segment to be looked up, after which a display can take place. N7, N8, N9, N10 and N11 35 consist of a set of five decimal digits, which express the address of the end grid of this segment to be looked up. N12 and N13 are digits of an auxiliary command code. N14 is a check sum digit, which is made equal to the least significant digit of the result, obtained by a decimal addition of the digits N1 through N13. For example, if the grid address 23100 is to be looked up and then this grid is to be displayed up to the grid address 23500, with a 40 direct video display and a 2 / R audio display, the segment display command will be equal to 02310023500927.

De programma’s, waaronder de CPU 13 werkt voor het besturen van een informatieregistratiemedium-weergeefinrichting en een weergeefsignaalverwerkingsstelsel, overeenkomstig het inlezen van gedrukte codes van de vorm, als boven beschreven, zal hierna worden toegelicht. Figuur 4 toont een commando-45 beslissingsroutine, welke door de CPU 13 bij geschikte onderbrekingstemperingen wordt uitgevoerd. Bij deze routine wordt eerst een codesignaal vanuit de detector 20 (stap S21) ingelezen, daarna worden de start- en stopgedeelten van dit signaal gedetecteerd en vindt een discriminatie van het codesignaal plaats (stap S22). De codecijfers worden dan opnieuw opgebouwd (stap S^). Zoals boven is beschreven, bestaat een codesignaal uit een aantal cijfers, elk met een waarde binnen het gebied van 0 tot 9. Eerst vindt een 50 beslissing plaats ten aanzien van het totale aantal cijfers in het codesignaal, inclusief het I.D. cijfer en het controlesomcijfer. Indien het codesignaal bestaat uit 4 cijfers, wordt een beslissing genomen, dat het signaal een onafhankelijk commando voorstelt, en daarna beoordeelt het stelsel de inhoud van het commando, overeenkomstig een voorafbepaalde relatie (zoals die, aangegeven in de boven gegeven onafhankelijke-commandocodetabel). (Stappen S24, S25). Opgemerkt wordt, dat het ook mogelijk is gebruik te maken van 55 een methode, waarbij een beslissing ten aanzien van het type commandosignaal wordt verkregen, door eerst het I.D. cijfer en het controle-somcijfer te verwijderen. In dit geval stelt een beslissing ten aanzien van het feit of het codesignaal al dan niet een onafhankelijk commando voorstelt, plaats in overeenstemming 7 192474 met het feit, of het codesignaal al dan niet uit twee cijfers bestaat.The programs under which the CPU 13 operates to control an information recording medium display device and a display signal processing system according to reading printed codes of the form as described above will be explained below. Figure 4 shows a command 45 decision routine performed by the CPU 13 at appropriate interrupt rates. In this routine, a code signal is first read from the detector 20 (step S21), then the start and stop parts of this signal are detected and a discrimination of the code signal occurs (step S22). The code numbers are then rebuilt (step S ^). As described above, a code signal consists of a number of digits, each with a value within the range of 0 to 9. First, a 50 decision is made regarding the total number of digits in the code signal, including the I.D. digit and the check digit. If the code signal consists of 4 digits, a decision is made that the signal represents an independent command, and then the system judges the content of the command according to a predetermined relationship (such as that indicated in the above independent command code table). (Steps S24, S25). It is noted that it is also possible to make use of a method in which a decision regarding the type of command signal is obtained by first determining the I.D. digit and remove the check sum digit. In this case, a decision as to whether or not the code signal represents an independent command makes in accordance with 7 192474 whether or not the code signal consists of two digits.

Indim bij stap ^24 blijkt, dat het aantal cijfers in het codesignaal niet gelijk is aan vier, vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit of het codesignaal al dan niet bestaat uit 6 cijfers (stap S^). Indien er 6 cijfers zijn, wordt het codesignaal beoordeeld als een hoofdstuk opzoekcommando voor te stellen. Het 5 stelsel beoordeelt dan het nummer van het hoofdstuk, dat moet worden opgezocht (stap S28). Daarna wordt een hulpcommando-beslissingsroutine (later te beschrijven) uitgevoerd, om de inhoud van een hulp-commando (stap S29) te beoordelen.If at step ^ 24 it appears that the number of digits in the code signal is not equal to four, a decision is made as to whether or not the code signal consists of 6 digits (step S ^). If there are 6 digits, the code signal is judged as a chapter lookup command to suggest. The system then judges the number of the chapter to be looked up (step S28). Thereafter, an auxiliary command decision routine (to be described later) is performed to evaluate the contents of an auxiliary command (step S29).

Indien het totale aantal cijfers in het codesignaal noch 4 noch 6 is, vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit, of het codesignaal al dan niet uit 8 cijfers bestaat (stap S30)· Indien er 8 cijfers zijn, 10 wordt dit beoordeeld als een hoofdstuk weergeefcommando (stap S3i) aan te geven en vindt vervolgens een beslissing plaats ten aanzien van het hoofdstuk weeigeefgebied (stap S·^). De (hierna te beschrijven) hulpcommandobeslissingsroutine wordt daarna uitgevoerd (stap S33).If the total number of digits in the code signal is neither 4 nor 6, a decision is made as to whether or not the code signal consists of 8 digits (step S30) · If there are 8 digits, 10 it is judged as indicate a chapter display command (step S3i) and then a decision is made regarding the chapter display area (step S ^). The auxiliary command decision routine (described below) is then performed (step S33).

Indien het totale aantel cijfers van het codesignaal noch 4 noch 6 noch 8 is, vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit of er al dan niet 10 cijfers aanwezig zijn (step S34). Indien het codesignaal uit 10 15 cijfers bestaat, wordt vastgesteld, dat het signaal een rasteropzoekcommando voorstelt (step 835). Vervolgens vindt een beslissing plaats ten aanzien van het nummer van het gestel, dat moet worden opgezocht (stap S36), waarna de hulpcommandobeslissingsroutine wordt uitgevoerd (stap 837).If the total number of digits of the code signal is neither 4 nor 6 nor 8, a decision is made as to whether or not 10 digits are present (step S34). If the code signal consists of 10 15 digits, it is determined that the signal represents a raster lookup command (step 835). Then, a decision is made as to the number of the frame to be looked up (step S36), after which the auxiliary command decision routine is executed (step 837).

Indien het blijkt, dat het codesignaal noch uit 4, noch uit 6, noch uit 8 en noch uit 10 cijfers bestaat, vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit, of het signaal al dan niet 14 cijfers omvat (step Sm)· Indien er 20 14 cijfers aanwezig zijn, wordt beoordeeld, dat het codesignaal een segmentweergeefcommando voorstelt (stap Sgg). Het voorste-rastemummer en het eindrastemummer van het segment, dat moet worden weergegeven, worden dan beoordeeld (stap S^). Vervolgens wordt de hulpcommandobeslissingsroutine . uitgevoerd (stap S41)·If it turns out that the code signal does not consist of 4, 6, 8 or 10 digits, a decision is made as to whether or not the signal consists of 14 digits (step Sm). if 14 digits are present, it is judged that the code signal represents a segment display command (step Sgg). The front frame number and the end frame number of the segment to be displayed are then judged (step S ^). Then the helper command decision routine. performed (step S41)

Indien het blijkt, dat het codesignaal bestaat uit noch 4, noch 6, noch 8, noch 10, noch 14 cijfers, wordt 25 vastgesteld, dat de code een fout bevat.If it appears that the code signal consists of neither 4, 6, 8, 10, nor 14 digits, it is determined that the code contains an error.

Het aantel cijfers, waarop de codesignaalbeslissingen plaatsvinden, kan natuurlijk worden gewijzigd in afhankelijkheid van de specifieke codesignaalconfiguratie, welke wordt gebruikt. Een codesignaal, waarbij gebruik wordt gemaakt van de doorschoten 2-uit-5-constructie, worden in het codesignaal even genummerde cijfers gebruikt. Het is evenwel even goed mogelijk gebruik te maken van een andere code-30 constructie, waarbij oneven genummerde cijfers worden toegepast. Indien evenwel gebruik wordt gemaakt van de doorschoten 2-uit-5-codeconfiguratie met even genummerde cijfers, verdient het de voorkeur, het voorste cijfer van het codesignaal tot het I.D. cijfer te maken en het eindcijfer tot het controle-somcijfer te maken.The numbers, on which the code signal decisions are made, can of course be changed depending on the specific code signal configuration used. A code signal, using the interleaved 2-of-5 construction, uses even-numbered digits in the code signal. However, it is equally possible to use another code-30 construction using odd-numbered digits. However, if using the interleaved 2-out-5 code configuration with even-numbered digits, it is preferable, the front digit of the code signal to the I.D. digit and make the final grade into the check sum digit.

Na elk van de stappen S2s, S^, S33, S37 of S41, welke boven zijn beschreven, wordt de stap S42 35 uitgevoerd, waarbij de I.D. cijferbeslissingshuiproutine wordt uitgevoerd, waardoor de commandoinhoud, voorgesteld door de invoercodecijfers, overeenkomstig de waarde van het I.D. cijfer ten worden gewijzigd (step S42).After each of steps S2s, S1, S33, S37, or S41 described above, step S42 is performed, wherein the I.D. digit decision hiding routine is executed, making the command content represented by the input code digits corresponding to the value of the I.D. digits are changed (step S42).

De I.D. cijferbeslissingswijzigingsroutine zal hierna worden beschreven. Indien het I.D. cijfer niet behoeft te worden gebruikt, ten deze route worden weggelaten.The I.D. digit decision change routine will be described below. If the I.D. digit does not need to be used, omitted for this route.

40 Bij het eind van het bovenbeschreven commandobeslissingsproces voert de CPU 13 bedrijfs- commando’s, zoals ’’weergeef"-, "pauze”-, ’’opzoek”-, ”stilstaand”-commando’s enz., aan de schijfweergeef-sectiebesturingsketen 16 overeenkomstig de invoercodesignalen toe, terwijl de grendelstatus van de servostelsels van de schijfweergeefsectie in combinatie met de schijfweeigeefsectiebesturingsketen 16 worden gecontroleerd. Bovendien levert de CPU 13 besturingscommando’s aan de signaalstelsels van de 45 audioweergeefverwerkingsketen 9 en de videoweergeefverwerkingsketen 10, teneinde de door deze ketens tot stand gebrachte weergeefbedrijfsomstancügheden te bepalen, en wel overeenkomstig de hulp-commando's (stap 843). Bepaalde voorbeelden van stelsels voor het besturen van een dergelijke schijfweergeefsectie en signaalverwerkingsketens zijn op zichzelf bekend en derhalve zal hier geen gedetailleerde omschrijving daarvan worden gegeven.40 At the end of the above-described command decision process, the CPU 13 executes operating commands, such as "play", "pause", "lookup", "freeze" commands, etc., to the disk display section control circuit 16 according to the input code signals while checking the latch status of the servo systems of the disc display section in combination with the disc display section control circuit 16. In addition, the CPU 13 provides control commands to the signal systems of the 45 audio reproducing processing circuit 9 and the video reproducing processing circuit 10, in order to determine the reproducing operating conditions established by these circuits, according to the auxiliary commands (step 843). Certain examples of systems for controlling such a disc display section and signal processing circuits are known per se and therefore no detailed description thereof will be given here.

50 De hulpcommandobeslissingsroutine zal worden beschreven onder verwijzing naar figuur 5. Het cijfer van het codesignaal, dat in significantie twee plaatsen hoger ligt dan het eind-(minst significante)cijfer van dat codesignaal wordt het eerst afgenomen, (stap Sgo) en er wordt een beslissing genomen ten aanzien van het feit, of de numerieke waarde van dit cijfer al dan niet gelijk is aan nul (step SS1). Indien de cijferwaarde gelijk is aan nul, wordt dit beoordeeld als het video-UIT-commando uit te drukken (stap S52). Indien de 55 waarde verschilt van nul, wordt een beslissing genomen ten aanzien van het feit, of de waarde al dan niet gelijk is aan 1 (stap Ssa). Indien de waarde van het cijfer gelijk is aan 1, wordt dit beoordeeld als het video- IN-commando uit te drukken (stap S^). Indien de waarde niet gelijk is aan 1, vindt een beslissing 192474 8 plaats ten aanzien van het feit, of de waarde al dan niet gelijk is aan 9 (855). Indien de waarde 9 is, wordt het cijfer beoordeeld als een ’’behouden van voorafgaande status” commando uit te drukken. Indien de waarde niet gelijk is aan 9, wordt dit beoordeeld ais een fout aan te geven.The auxiliary command decision routine will be described with reference to Figure 5. The digit of the code signal, which is significantly two places higher than the final (least significant) digit of that code signal, is taken first (step Sgo) and a decision has been made as to whether or not the numerical value of this digit is zero (step SS1). If the digit value is equal to zero, this is judged as expressing the video OUT command (step S52). If the 55 value is different from zero, a decision is made as to whether or not the value is equal to 1 (step Ssa). If the digit value is equal to 1, this is judged as expressing the video IN command (step S ^). If the value is not equal to 1, a decision 192474 8 is made as to whether or not the value is equal to 9 (855). If the value is 9, the grade is graded as an "retain prior status" expression. If the value is not equal to 9, this is judged as indicating an error.

Het cijfer, dat in significantie een plaats hoger ligt dan het eindcijfer van het codesignaal, wordt 5 onttrokken (stap Ss7), en er vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit of de numerieke waarde van het cijfer al dan niet gelijk is aan nul (stap Sse). Indien de waarde gelijk is aan nul, wordt dit beoordeeld als een audio-UIT-commando uit te drukken (stap See). Indien de waarde niet gelijk is aan nul, vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit of de waarde al dan niet gelijk is aan 1 (stap S60). Indien de waarde gelijk is aan 1, wordt dit beoordeeld als een kanaal 1 (slechts L)uitgangscommando uit te drukken 10 (stap S61). Indien de waarde niet gelijk is aan 1, vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit, of de waarde al dan niet gelijk is aan 2 (stap S62). Indien de waarde gelijk is aan 2, wordt dit beoordeeld als een kanaal 2 (slechts R)uitgangscommando uit te drukken (stap S^). Indien de waarde niet gelijk is aan 2, vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit, of de waarde al dan niet gelijk is aan 3 (stap S^). Indien de waarde gelijk is aan 3, wordt dit beoordeeld als een stereo-uitgangscommando uit te drukken (stap S^).The digit, which is significantly higher than the final digit of the code signal, is extracted (step Ss7), and a decision is made as to whether or not the numerical value of the digit is zero (step Sse). If the value is equal to zero, this is judged as expressing an audio OUT command (see step). If the value is not equal to zero, a decision is made as to whether or not the value is equal to 1 (step S60). If the value is equal to 1, it is judged as a channel 1 (only L) to output output command 10 (step S61). If the value is not equal to 1, a decision is made as to whether or not the value is equal to 2 (step S62). If the value is equal to 2, it is judged to express a channel 2 (R only) output command (step S ^). If the value is not equal to 2, a decision is made as to whether or not the value is equal to 3 (step S ^). If the value is equal to 3, this is judged as expressing a stereo output command (step S ^).

15 Indien de waarde niet ligt in het gebied van 0 tot 3, vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit of de waarde al dan niet gelijk is aan 9 (stap S^). Indien de waarde gelijk is aan 9, wordt dit beoordeeld als een ’’onderhouden van voorafgaande status”-commando uit te drukken (stap Se7). Indien de numerieke waarde van de inhoud van dit cijfer noch in het gebied van 0 tot 3 ligt noch gelijk is aan 9, wordt dit beoordeeld als zijnde een fout. Indien commando’s zijn toegewezen aan numerieke waarden in het gebied van 4 tot 8, zal 20 het natuurlijk ook nodig zijn beslissingen ten aanzien van ook deze waarden te nemen.If the value is not in the range of 0 to 3, a decision is made as to whether or not the value is equal to 9 (step S ^). If the value is equal to 9, this is judged as expressing a "maintain prior status" command (step Se7). If the numerical value of the content of this figure is neither in the range 0 to 3 nor equal to 9, it is judged to be an error. Of course, if commands are assigned to numerical values in the range of 4 to 8, it will also be necessary to make decisions regarding these values as well.

Het verdient de voorkeur, dat de cijfers, welke hulpcommando’s uitdrukken, als de cijfers met lagere significantie van het codesignaal worden gepositioneerd, waarbij de beoordeling van schijfweergeefsectiebe-sturingscommando’s eerst worden uitgevoerd en de hulpcommandoroutine daarna wordt uitgevoerd, aangezien door een dergelijke configuratie de tijdvolgorde van handelingen van het totale stelsel wordt 25 verbeterd.It is preferred that the digits expressing auxiliary commands be positioned as the digits of lower significance of the code signal, the evaluation of disc playback section control commands being performed first and the auxiliary command routine being performed thereafter, since such a configuration causes the time sequence of overall system operations are improved.

De I.D. beslissingswijzigingsroutine zal worden beschreven onder verwijzing naar figuur 6. Bij het begin van deze route wordt een voorafbepaald I.D. cijfer (bijv. het voorste cijfer van het codesignaal) uit de codesignaalcijfers afgenomen (stap S70). indien de numerieke waarde van dit cijfer gelijk is aan nul, wordt dit beoordeeld als aan te geven, dat of er geen I.D. is toegewezen, of dat geen commandowijziging nodig is 30 (bijv. voor het geval, dat de beoogde gebruiker een beginner is). In een dergelijk geval wordt het uitvoeren van de routine beëindigd (stap S^). Indien de waarde van het cijfer niet gelijk is aan nul, vindt een beslissing plaats ten aanzien van het feit, of de waarde al dan niet gelijk is aan 1 (stap 872). Indien de waarde gelijk is aan 1, wordt dit beoordeeld als aan te geven, dat de beoogde gebruiker bijv. een gebruiker met tussengelegen niveau is, d.w.z., dat het hoofdstuk weergeefgebied aangegeven door de codecijfers 35 overeenkomstig een voorafbepaalde formule moet worden gewijzigd (stap 873). Een dergelijke voorafbepaalde formule kan bijv. zodanig zijn, dat wanneer het voorste hoofdstuk van het weergeefgebied, aangegeven door de codecijfers als F1 en het eindhoofdstuk als F2, F, en F2 respectievelijk worden gewijzigd overeenkomstig: F, + Δ F! F1( 40 F2 + Δ F2 —^ F2.The I.D. decision change routine will be described with reference to Figure 6. At the beginning of this route, a predetermined I.D. digit (e.g., the front digit of the code signal) taken from the code signal digits (step S70). if the numerical value of this figure is zero, this is judged as indicating whether or not no I.D. assigned, or that no command change is required 30 (eg, in case the intended user is a beginner). In such a case, the execution of the routine is terminated (step S ^). If the value of the digit is not equal to zero, a decision is made as to whether or not the value is equal to 1 (step 872). If the value is equal to 1, this is judged to indicate that the intended user is e.g. an intermediate level user, i.e., that the chapter display area indicated by the code digits 35 is to be changed according to a predetermined formula (step 873 ). For example, such a predetermined formula may be such that when the front chapter of the display area, denoted by the code digits as F1 and the end chapter as F2, F, and F2, are respectively changed according to: F, + Δ F! F1 (40 F2 + Δ F2 - ^ F2.

Er kunnen ook verschillende andere typen commandowijzigingen plaatsvinden, zoals andere methoden voor het incrementeren of decrementeren van het weergeefgebied of het toevoegen van de segment-weergeefcommando's.Several other types of command changes may also take place, such as other methods of incrementing or decrementing the display area or adding the segment display commands.

Indien het blijkt, dat de numerieke waarde van het I.D. cijfer niet gelijk is aan 1, vindt een beslissing 45 plaats ten aanzien van het feit, of de waarde al dan niet gelijk is aan 2 (stap 874). Indien de waarde gelijk is aan 2, wordt dit beoordeeld als aan te geven, dat de beoogde bedienende persoon een gebruiker met hoog niveau is, en wordt de inhoud van het bedieningscommando op een geschikte wijze voor een dergelijke gebruiker geamendeerd. Er zijn verschillende typen modificaties voor de commandö-inhoud mogelijk, zoals boven is beschreven.If it appears that the numerical value of the I.D. digit is not equal to 1, a decision 45 is made as to whether or not the value is equal to 2 (step 874). If the value is equal to 2, it is judged to indicate that the intended operator is a high level user, and the contents of the operation command are appropriately amended for such a user. Several types of command content modifications are possible, as described above.

50 Met een weergeefinrichtingsbesturingsmethode zoals hierboven beschreven, wordt elk besturings-commando bepaald door een gedrukte code, welke in een besturingsstelsel wordt ingelezen en een beslissing, welke op de code-inhoud is gebaseerd. De resultaten van deze beoordeling, welke een besturingscommando voorstellen, worden dan opgeslagen in een geheugen en de besturing van de weergeefinrichting wordt dan overeenkomstig de opgeslagen commandoinformatie uitgevoerd. Bovendien 55 geschiedt de beoordeling van een commando, voorgesteld door een code, niet slechts op basis van de cijfers van die code, welke worden gebruikt voor het uitdrukken van een commando, doch ook op het totale aantal cijfers in de code. Hierdoor kan de lengte van de gedrukte code kleiner worden gemaakt, terwijl 9 192474 verder het proces van het inlezen van een gedrukte code wordt vereenvoudigd en de buffergeheugen-capaciteit, welke nodig is in de inrichting, die gebruikt wordt voor het inlezen van de code, wordt gereduceerd.With a display control method as described above, each control command is determined by a printed code read into a control system and a decision based on the code content. The results of this evaluation, which represent a control command, are then stored in a memory and control of the display device is then performed according to the stored command information. Moreover, a command represented by a code is judged not only on the basis of the digits of that code used for expressing a command, but also on the total number of digits in the code. This allows the length of the printed code to be made smaller, while further simplifying the process of reading a printed code and the buffer memory capacity required in the device used for reading the code, is reduced.

Voorts wordt bij deze wee rgeefin richtingsbesturingsmethode de inhoud van een specifiek voorafbepaald 5 cijfer van de gedrukte code gebruikt voor het wijzigen van de inhoud van commando’s, welke worden afgenomen door de inhoud van andere cijfers van de code te beoordelen. Indien derhalve bijv. een gedrukte code gereed wordt gemaakt voor gebruik door beginnende gebruikers, is het slechts nodig, de inhoud van een cijfer (hier betiteld als het I.D. cijfer) te variëren, teneinde gedrukte codes te verschaffen, welke geschikt zullen zijn om te worden gebruikt door gebruikers met tussengelegen niveau, resp. gebruikers met hoog 10 niveau, d.w.z., dat het niet nodig is te voorzien in volledig verschillende stellen codes voor deze respectieve categorieën van gebruikers. Op deze wijze kunnen de kosten van het gereed maken van een dergelijke code en de betreffende drukkosten aanzienlijk worden gereduceerd.Furthermore, in this display direction control method, the content of a specific predetermined 5 digit of the printed code is used to change the content of commands taken by judging the content of other digits of the code. Thus, for example, if a printed code is prepared for use by novice users, it is only necessary to vary the content of a digit (here referred to as the ID digit) to provide printed codes which will be suitable used by intermediate level users, resp. high level users, i.e., it is not necessary to provide completely different sets of codes for these respective categories of users. In this way, the cost of preparing such a code and the associated printing costs can be considerably reduced.

Bij een besturingsmethode en -inrichting als boven beschreven, zullen zich gevallen voordoen, waarbij informatie in de besturingsinrichting moet worden ingevoerd, welke identiek is.aan de informatie, welke 15 onmiddellijk daaraan vooraf werd ingevoerd, bijv. wanneer de gebruiker wenst, dat een videobeeld een aantal malen wordt weergegeven. Dit kan natuurlijk geschieden door een ”herhalings”commando als een deel van de beschikbare commando’s in te voeren door een staafcodeaftasting op dezelfde wijze als voor andere commando’s. Het verdient evenwel de voorkeur, de invoerhandelingen, welke de gebruiker moet uitvoeien, om een dergelijke ”herhaiings”-commandoinvoerfunctie uit te voeten, zo sterk mogelijk te 20 vereenvoudigen. Onder verwijzing naar figuur 7 zal een andere uitvoeringsvorm worden beschreven, waarbij is beoogd te voorzien in een dergelijk vereenvoudigd ”herhalings"-commandoinvoervermogen.In a control method and device as described above, there will be instances where information has to be input into the control device, which is identical to the information immediately inputted immediately before it, eg when the user wants a video image. is displayed a number of times. This can of course be done by entering a "repeat" command as part of the available commands by a barcode scan in the same way as for other commands. However, it is preferable to simplify as much as possible the input operations that the user must perform in order to perform such a "rehare" command input function. Referring to Figure 7, another embodiment will be described, the purpose of which is to provide such a simplified "repeat" command input capability.

In figuur 7 geeft de verwijzing 32 een stroombegrenzingsweerstand aan, waarover de aandrijfstroom aan een licht emitterend element 31 wordt toegevoerd. Een lichtbundel, welke uit het element 31 wordt geëmitteerd, beweegt zich door een sferische lens 33, teneinde te worden gereflecteerd bij een gedrukte 25 staafcode (niet weergegeven in figuur 7), waarbij het gereflecteerde licht een fotoreceptisch element 34 treft. Daardoor wordt door het fotoreceptieve element 34 een uitgangssignaal opgewekt, dat versterkt wordt door een begrenzingsversterker 35, die in het verzadigingsbedrijfsgebied is gedreven. Daardoor levert de versterker 35 een wat golfvorm betreft gevormd staafcodesignaal, dat via een ingangsklem van een herhalingsschakelaar 36 wordt toegevoerd aan een detector 20 van een schijtweergeefbesturingsstelsel en 30 tevens aan een ”herhalings”-commandodetectieketen 52. De lens 33, de elementen 31, 34 en de versterker 35, onder toevoeging van de herhalingsschakelaar 36 en de oscillator 37 vormen in combinatie de in figuur 1 afgetaste aftastinrichting 19. Een ”herhalings”-signaal met een voorafbepaalde frequentie wordt vanuit een oscillator 37 aan de andere ingangsklem van de herhalingsschakelaar 36 toegevoerd. De hethalings-schakelaar is van het niet-veigrendelende type en dient om het ”herhalings”-signaal uit de oscillator 37 te 35 kiezen, dat zolang als de herhalingsschakelaar 36 door de gebruiker wordt beïnvloed, aan het besturings-stelsel wordt toegevoerd, en op alle andere tijdstippen de staafcode te kiezen.In Figure 7, reference 32 designates a current limiting resistor over which the driving current is applied to a light emitting element 31. A light beam emitted from the element 31 passes through a spherical lens 33 to be reflected at a printed barcode (not shown in Figure 7), the reflected light striking a photoreceptive element 34. Therefore, the photoreceptive element 34 generates an output signal which is amplified by a limiting amplifier 35 driven in the saturation operating range. Thereby, the amplifier 35 provides a waveform shaped barcode signal which is applied through an input terminal of a repeat switch 36 to a detector 20 of a shit display control system and also 30 to a "repeat" command detection circuit 52. The lens 33, elements 31, 34 and the amplifier 35, in addition to the repetition switch 36 and the oscillator 37, in combination form the sensor 19 scanned in Figure 1. A "repetition" signal having a predetermined frequency is supplied from an oscillator 37 to the other input terminal of the repetition switch 36. . The deshit switch is of the non-locking type and serves to select the "repeat" signal from the oscillator 37, which is supplied to the control system as long as the repeat switch 36 is influenced by the user, and choose the barcode at all other times.

De figuren 8A en 8B tonen golfvormen van het staafcodesignaal uit de versterker 35 respectievelijk het ”herhalings”-signaal uit de oscillator 37.Figures 8A and 8B show waveforms of the barcode signal from the amplifier 35 and the "repeat" signal from the oscillator 37, respectively.

Het staafcodesignaal wordt door de decodeerinrichting van de detector 20 opnieuw gevormd tot een 40 codesignaal met een geschikte vorm voor verwerking door de CPU 13. Het ”herhalings”-signaal wordt gedetecteerd door de ”herhalings”-commandodetectieketen 52, welke bijv. kan bestaan uit een fitter, dat slechts de ”herhalings”-signaalfrequentie doorlaat, en een vergelijkingsinrichting, welke slechts een ”herhalings”-uitgangscommando levert, wanneer het ”herhalings”-signaalniveau van het filteruitgangssignaal een voorafbepaald niveau overschrijdt. De CPU 13 leest achtereenvolgens het op te zamelen codesignaal in 45 het geheugen 15 in en bestuurt daarna de werking van de schijfweergeefinrichting overeenkomstig het commando, dat wordt weergegeven door de op deze wijze opgeslagen informatie, zoals boven is beschreven. Wanneer het ”herha!ings”-signaal aan de CPU 13 wordt toegevoerd, wordt de codesignaalinformatie, welke in het geheugen 15 is opgeslagen tengevolge van een voorafgaande aftasting over de gedrukte staafcode uit het geheugen 15 uitgelezen en weer gebruikt voor het besturen van de werking van de 50 schijfweergeefinrichting.The barcode signal is reformed by the decoder of the detector 20 into a 40 code signal of suitable shape for processing by the CPU 13. The "repeat" signal is detected by the "repeat" command detection circuit 52, which may include, for example, a fitter, which passes only the "repeat" signal frequency, and a comparator, which provides only a "repeat" output command when the "repeat" signal level of the filter output signal exceeds a predetermined level. The CPU 13 successively reads the code signal to be collected in 45 into the memory 15 and then controls the operation of the disk display device according to the command displayed by the information stored in this way, as described above. When the "repeat" signal is applied to the CPU 13, the code signal information stored in the memory 15 due to a previous scan of the printed bar code is read from the memory 15 and used again to control the operation. of the 50 disc display.

De bedrijfsvolgorde van de CPU 13 voor de uitvoeringsvorm volgens figuur 7 zal worden beschreven onder verwijzing naar het stroomdiagram volgens figuur 9. Vooraf wordt een hoofdbesturingsprogramma in het geheugen 15 opgeslagen en dit programma wordt uitgevoerd terwijl een vermogen aan de ketens van het besturingsstelsel wordt toegevoerd. Tijdens het uitvoeren van dit hoofdbesturingsprogramma wordt de 55 weiking overgedragen naar de inlees-subroutine van de decodeerinrichtingsuitgang, weergegeven in figuur 9. Indien uit een decodeerinrichting in de detector 20 een besturingssignaal wordt geleverd, wordt dit achtereenvolgens in het geheugen 15 ingelezen en daarin tijdelijk als commando-informatie opgeslagen, fnThe operating sequence of the CPU 13 for the embodiment of Figure 7 will be described with reference to the flowchart of Figure 9. A main control program is previously stored in memory 15 and this program is executed while supplying power to the control system circuits. While executing this main control program, the 55 operation is transferred to the read-in subroutine of the decoder output shown in Figure 9. If a control signal is supplied from a decoder in the detector 20, it is successively read into the memory 15 and temporarily stored there as command information stored, fn

Claims

The memory 15 stores both the code signal group stored in this manner and a code signal group previously input (step S81). If the user does not affect the repeat switch 36 (for example at step and a code signal group has previously been supplied to and stored in the memory 15, this memory is updated by the code signal group input at this time 5 (step 83). repeat command is issued (step S ^) then no updating of the previously entered code signal group takes place and is left unchanged (step S ^). The operation then returns to the main control program and controlling the operation of the disk display device. takes place in accordance with the commands expressed by the code signal group previously entered.

In this way, if the "repeat" command is given, control of the operation of the disc display device is performed based on a code signal group previously entered and stored, without the need for further barcode scanning. It is also possible to distinguish the "repeat" signal based on a difference in pulse width between pulses of the "repeat" signal and the pulses of the barcode signal from the sensor. It is of course possible to realize the functions of the decoder 20 in the CPU 13. Another embodiment is shown in the block diagram of Figure 10. Components in Figure 10, which are similar to components of Figure 7, have corresponding references and a further explanation will be omitted. In this embodiment, a supply line of the sensor 19 is brought to ground potential when the switch 36a is closed and this state 20 is detected by a level sensor 55 located in the control of the disk display. Therefore, the output signal from the level sensor 55 forms a "repeat" signal with the function described above. The operation of this embodiment otherwise corresponds to that of the embodiment shown in figure 7. From the above, it can be seen that a barcode scanner can be provided with a repeat switch, actuating this repeat switch causes a command, expressed by previously entered code information, to be automatically re-fed to control the operation of the disc display. By using such a measure, the use of the scanning device is considerably simplified. A method of controlling an information recording medium display device, the method comprising the following steps: 35 reading a printed code comprising multiple digits, and generating a code signal corresponding to said printed code; interpreting said code signal; generating at least one operating command based on said code signal; and supplying said at least one operating command to said information recording medium display device, characterized in that, upon interpreting said code signal, the total number of digits in the printed code is detected regardless of the information content expressed by those digits, and at least at least one operating command is generated based on both said total number of digits and the information content of at least one predetermined digit of said code signal. Hereby 10 sheets drawing