NL1031177C2

NL1031177C2 - Verpakking en inrichting voor het bereiden van een drank.

Info

Publication number: NL1031177C2
Application number: NL1031177A
Authority: NL
Inventors: Roland Waldemar Verbeek
Original assignee: Meccano Asia Ltd
Priority date: 2006-02-17
Filing date: 2006-02-17
Publication date: 2007-08-20
Also published as: EP2332855A1; US8635945B2; CN101421172B; BRPI0707926A2; EP1986934B1; ATE531651T1; EP1986934A1; CN101421172A; JP2009526599A; US20140137747A1; WO2007114685A1; US20120276255A1; US8220382B2; US20090223375A1; EP2332855B1

Description

- 1 -

Korte aanduiding: Verpakking en inrichting voor het bereiden van een drank

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor een portie verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel volgens de aanhef van conclusie 1 en een inrichting voor het bereiden van een drank volgens de aanhef van conclusie 13.

5

Een verpakking volgens de aanhef van conclusie 1 is bekend uit de stand van de techniek. De bekende verpakking is een wegwerpverpakking met een reservoir voor het bevatten van een portie verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel. Aan het reservoir wordt een apart 10 menglichaam bevestigd, dat voorzien is van een mengkamer. In de mengkamer wordt door het opwekken van een venturi-effect een onderdruk gecreëerd, waardoor de verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel uit het reservoir wordt gezogen.

15 Het menglichaam van de bekende verpakking is complex en daardoor duur om te vervaardigen. Daarnaast vereist de bekende verpakking tijdens de vervaardiging ervan een of meerdere assemblagestappen, hetgeen de kostprijs nog verder verhoogt.

20 Het doel van de uitvinding is een verbeterde verpakking te verschaffen.

Dit doel wordt bereikt met de verpakking volgens conclusie 1.

25 Bij de verpakking volgens de conclusie 1 worden het reservoir en het menglichaam door middel van spuitgieten uit één stuk vervaardigd. Hierdoor is de aparte assemblagestap in de vervaardiging niet meer nodig. Door het uit één stuk vervaardigen van het reservoir en het menglichaam kan ook de vormgeving van het menglichaam eenvoudig 30 worden gehouden omdat het niet meer nodig is om voor een goede afstemming van de vorm van het menglichaam en de vorm van het reservoir te komen. Ook afdichtingsproblemen tussen menglichaam en 1031177 - 2 - reservoir doen zich bij een dergelijke monolithische vorm niet meer voor.

In een voordelige uitvoeringsvorm heeft het reservoir een bodem en is 5 het menglichaam direct met de bodem verbonden. Het menglichaam staat dan in feite in het reservoir. Op deze manier wordt een stabiele vorm verkregen.

Bij voorkeur heeft de bodem ter plaatse van het menglichaam een 10 flexibel deel. Het menglichaam kan daardoor, bijvoorbeeld in verticale richting, bewogen worden ten opzichte van een niet flexibel deel van de bodem of ten opzichte van een omtrekswand van het reservoir, zonder dat het menglichaam zijn verbinding met het reservoir verliest. Deze bewegingsmogelijkheid kan worden benut voor 15 het openen of anderszins activeren van de verpakking.

Bij voorkeur is het flexibele deel uitgevoerd in de vorm van een uitstulping. Het is verder voorzien dat de uitstulping met een bistabiele vorm heeft. De uitstulping heeft in dat geval een eerste 20 stabiele stand en een tweede stabiele stand. De eerste stabiel stand is anders dan de tweede stabiele stand. Bijvoorbeeld steekt de uitstulping in de eerste stabiele stand in het reservoir en in de tweede stabiele stand uit het reservoir. Door de uitstulping van de bodem is het mogelijk het met deze uitstulping verbonden menglichaam 25 in een andere positie te brengen ten opzichte van de rest van het reservoir. Deze bewegingsmogelijkheid kan worden benut voor het openen of anderszins activeren van de verpakking.

Het ten opzichte van het reservoir beweegbare menglichaam wordt in 30 een voordelige uitvoeringsvorm gebruikt voor het openen van de verpakking. In deze voordelige uitvoeringsvorm in de uitstroomopening van de mengkamer, die zich aan de onderzijde bevindt, voorzien van een doorbreekbare of verwijderbare afdichting, bijvoorbeeld een seal van kunststoffolie of geplastificeerd aluminiumfolie. Deze afdichting 35 is bijvoorbeeld verbonden met een star deel van de bodem van het reservoir, dat wil zeggen: het deel van de bodem dat niet het flexibele deel grenzend aan het menglichaam is. In de uitgangssituatie, die overeen kan komen met de eerste stabiele stand - 3 - als er sprake is van een bistabiele uitstulping, steekt de uitstulping naar binnen in het reservoir. Door het menglichaam nu omlaag te drukken wordt de uitstulping omlaag bewogen. In het geval van een bistabiele uitstulping wordt deze daardoor bij voorkeur in 5 zijn tweede stabiele stand gebracht, waarbij de uitstulping naar buiten wijst. De onderkant van het menglichaam komt daarbij ook omlaag, en prikt daarbij de afdichting door of drukt de afdichting weg.

10 In een voordelige uitvoeringsvorm in het menglichaam in hoofdzaak in het midden van het reservoir geplaatst. In de praktijk blijkt dat op deze manier een goede uitstroom uit de verpakking gerealiseerd kan worden.

15 In een voordelige uitvoeringsvorm is het reservoir aan zijn bovenzijde open en aldaar voorzien van een reservoirafdichting. Op deze manier kan het reservoir door een relatief grote vulopening gevuld worden, waarna een afdichting eenvoudig kan worden aangebracht.

20

Het is voorzien deze uitvoeringsvorm zo uit te voeren dat de reservoirafdichting tevens het toevoerkanaal voor het verdunningsmiddel afdicht. Op die manier kan het toevoerkanaal worden afgesloten van de omgeving zonder dat daar een extra afdichting voor 25 nodig is.

Het is voordelig als de reservoirafdichting ter plaatse van het toevoerkanaal doorbreekbaar of verwijderbaar is.

30 Het is niet nodig dat er ook een afdichting aanwezig is tussen het reservoir en het toevoerkanaal voor verdunningsmiddel. De afwezigheid van een dergelijke afdichting leidt tot een eenvoudigere vervaardiging van de verpakking.

35 De verpakking volgens de uitvinding is door zijn eenvoudige vervaardiging en lage kostprijs geschikt als wegwerpverpakking voor eenmalig gebruik. Overigens is het ook mogelijk om op basis van de - 4 - verpakking volgens de uitvinding een herbruikbare verpakking te realiseren.

Het is voordelig als de verpakking steriliseerbaar is, omdat de 5 inhoud van de verpakking dan niet aan een hoge temperatuur onderworpen hoeft te worden. Als de verpakking gevuld is met bijvoorbeeld geconcentreerde melk of geconcentreerd sinaasappelsap komt dit de kwaliteit en de smaak van de inhoud ten goede.

10 in een voordelige uitvoeringsvorm sluit het tweede deel van het toevoerkanaal aan op het eerste deel van het toevoerkanaal op een andere plaats dan het laagste punt van het eerste deel van het toevoerkanaal. Hierdoor ontstaat een dode ruimte onderin het eerste deel van het toevoerkanaal. Dit is met name voordelig als de 15 verpakking bedoeld is voor het opnemen van geconcentreerde melk en de verpakking zo is vormgegeven dat na het afvullen en sluiten van de verpakking melk in het toevoerkanaal kan komen. De, soms kleverige, sedimenten die tijdens opslag van de verpakking uit de geconcentreerde melk kunnen neerslaan verstoppen zo het tweede, 20 smalle, deel van de toevoer niet.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het bereiden van een drank volgens conclusie 13. Deze inrichting heeft een houder voor het opnemen van een verpakking volgens de uitvinding. 25 De inrichting kan ook voorzien zijn van meerdere houders voor de verpakking volgens de uitvinding of van meerdere typen houders, bijvoorbeeld een voor het opnemen van een verpakking volgens de uitvinding en een voor een ander type verpakking, bijvoorbeeld een koffiepad. De inrichting heeft tevens een watertoevoer die ten minste 30 deels is ondergebracht in een lans. Deze lans is ingericht om in het toevoerkanaal van het menglichaam van de verpakking aangebracht te worden voor de toevoer aan de mengkamer van water als verdunningsmiddel. De lans en de houder zijn beweegbaar ten opzichte van elkaar.

35

In een voordelige uitvoeringsvorm is de lans ingericht om een over het toevoerkanaal aangebrachte afdichting te doorbreken of te - 5 - verwijderen. Bij het inbrengen van de lans in het toevoerkanaal kan de lans de afdichting doorprikken of wegduwen.

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm is de lans ingericht om het 5 flexibele deel van de bodem van het reservoir te vervormen en zo het menglichaam in een andere stand te brengen. Zo kan bij toepassing van een verpakking met een al dan niet bistabiele uitstulping in de bodem deze uitstulping van de eerste in de tweede stabiele stand gebracht worden door de lans. Hierbij kan tevens een eventueel aanwezige 10 afdichting over de uitstroomopening van de mengkamer worden doorbroken of verwijderd.

De inrichting volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het bereiden van koffie, cappuccino, chocolademelk, 15 drinkbouillon, vruchtensap of frisdrank.

Een verpakking en een inrichting volgens de uitvinding zullen hierna op een niet-beperkende wijze worden in detail worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekening.

20

De tekening toont in: fig. 1: een uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding, in doorsnede, fig. 2: de uitvoeringsvorm van de verpakking volgens fig. 1 in een 25 inrichting volgens de uitvinding, in een eerste fase van gebruik, fig. 3: de uitvoeringsvorm van de verpakking volgens fig. 1 in een inrichting volgens de uitvinding, in een tweede fase van gebruik, fig. 4: de uitvoeringsvorm van de verpakking volgens fig. 1 in een inrichting volgens de uitvinding, in een derde fase van gebruik.

30

Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van de verpakking 1 volgens de uitvinding. De verpakking 1 omvat een reservoir 10 en een menglichaam 30. Het reservoir 10 is bestemd voor het opnemen van een verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel, zoals geconcentreerde melk, geconcentreerd 35 vruchtènsap of geconcentreerde bouillon. Bij voorkeur wordt het reservoir 10 voor ongeveer 2/3 gevuld. Het reservoir wordt afgesloten door een reservoirafdichting 13. In het getoonde voorbeeld is de reservoirafdichting 13 een kunststoffolie. Bij voorkeur is de - 6 - reservoirafdichting enigszins elastisch, bijvoorbeeld door toepassing van een PE-folie.

Het reservoir 10 heeft een bodem 11 en een omtrekswand 12. De 5 omtrekswand 11 is bijvoorkeur enigszins conisch uitgevoerd, zodat de lege verpakkingen nestbaar zijn. De reservoirafdichting 13 is bij een gesloten verpakking aan het reservoir bevestigd via sealrand 14.

Het is niet nodig om ook een afdichting aan te brengen tussen het 10 reservoir 10 en toevoerkanaal 31, bijvoorbeeld door de reservoirafdichting 13 ook met bovenrand 39 te verbinden. Als een dergelijke afdichting niet aanwezig is kan er bijvoorbeeld tijdens transport van de verpakking vloeibaar voedingsmiddel in het toevoerkanaal 31 komen, maar dat wordt er bij gebruik door hert 15 verdunningsmiddel weer uitgespoeld. De afwezigheid van een afdichting tussen het reservoir 10 en het toevoerkanaal 31 maakt de vervaardiging van de verpakking volgens de uitvinding aanzienlijk eenvoudiger.

20 De bodem 11 van het reservoir 10 is verstijfd door middel van verstijvingsribben 16. Aan de binnenzijde van de omtrekswand 11 zijn bij voorkeur enkele, bijvoorbeeld drie, stapelnokken 17 aangebracht. De stapelnokken 17 zorgen ervoor dat bij het nesten van lege verpakkingen geen schade optreedt aan het menglichaam 30.

25

In het getoonde voorbeeld is de verpakking 1 in hoofdzaak schijfvorming. Een cirkelsymmetrische vorm zoals een schijf heeft het voordeel dat de verpakking met een willekeurige oriëntatie in een houder gelegd kan worden. Is juist wel een bepaalde oriëntatie 30 vereist, dan kan afgeweken worden van de cirkelsymmetrische vorm zodat de verpakking maar op één manier in de houder gelegd kan worden.

In fig. 1 is duidelijk te zien dat in de bodem 11 van de verpakking 1 35 een uitstulping 15 is aangebracht. Op deze uitstulping 15 is het menglichaam 30 aanwezig.

- 7 -

Het menglichaam 30 heeft een mengkamer 34. In deze mengkamer kan vloeibaar voedingsmiddel uit het reservoir 10 worden gemengd met een verdunningsmiddel. De vloeibaar voedingsmiddel uit het reservoir wordt aan de mengkamer 34 toegevoerd via doorvoer 35. Het 5 verdunningsmiddel wordt aan de mengkamer 34 toegevoerd via toevoerkanaal 31.

Toevoerkanaal 31 heeft een eerste deel 32 en een tweede deel 33.

Zoals duidelijk te zien is in fig. 1 heeft het tweede deel 33 van het 10 toevoerkanaal 31 een dwarsdoorsnede die beduidend kleiner is dan de dwarsdoorsnede van het eerste deel 32 van het toevoerkanaal 31 en van de mengkamer 34. De verhouding van de dwarsdoorsnedes van de beide delen 32,33 en de mengkamer 34 is zo gekozen dat bij het toevoeren van verdunningmiddel, bijvoorbeeld water, via het toevoerkanaal 31 15 aan de mengkamer 34 een venturi-effect optreedt in de mengkamer 34. Dit venturi-effect zorgt voor een onderdruk in de mengkamer 34, waardoor vloeibaar voedingsmiddel uit het reservoir 10 via doorvoer 35 in de mengkamer 34 stroomt. Tevens zorgt de turbulentie ten gevolge van het venturi-effect voor een goede menging van de 20 vloeibaar voedingsmiddel uit het reservoir 10 en het verdunningsmiddel.

De keuze van de dwarsdoorsnede van de doorvoer 35 in verhouding tot de dwarsdoorsnede van het tweede deel 33 van het toevoerkanaal 31 25 bepaalt mede de mengverhouding tussen het vloeibare voedingsmiddel en het verdunningsmiddel. Door de delen van de spuitgietmatrijs die de respectieve dwarsdoorsneden bepalen losneembaar uit de matrijs te maken, kunnen deze dwarsdoorsneden relatief eenvoudig gewijzigd worden.

30

Het mengsel van vloeibaar voedingsmiddel uit het reservoir 10 en het verdunningsmiddel verlaat de mengkamer 34 via uitstroomopening 36.

Bij een gesloten verpakking is deze uitstroomopening 36 afgedicht door afdichting 37. Afdichting 37 kan op verschillende manieren zijn 35 uitgevoerd. Te denken valt aan een dopje of folie, die voor gebruik door de gebruiker handmatig verwijderd wordt. Ook kan de afdichting automatisch verwijderd of doorbroken worden als de verpakking in een - 8 - inrichting volgens de uitvinding wordt gelegd en de inrichting vervolgens geactiveerd wordt.

In fig. 1 is te zien dat het tweede deel 33 van het toevoerkanaal 31 5 niet op het laagste punt van het eerste deel 32 van het toevoerkanaal 31 aansluit. Hierdoor ontstaat dode ruimte 38. In deze dode ruimte kan sediment uit de te verdunnen vloeibaar voedingsmiddel neerslaan zonder dat het tweede deel 33 van toevoerkanaal 31 verstopt raakt.

10 Fig. 2 toont de uitvoeringsvorm van de verpakking 1 volgens fig. 1 in een inrichting 50 volgens de uitvinding, in een eerste fase van gebruik.

De inrichting 50 volgens de uitvinding omvat een houder 55, waarin 15 een verpakking 1 volgens de uitvinding geplaatst kan worden. Fig. 2 toont een in de houder 55 geplaatste verpakking 1. De houder 55 bevindt zich in een lage positie, zodat er nog enige afstand bestaat tussen lans 52 met watertoevoer 51 en het toevoerkanaal 31 van de verpakking 1.

20

De uitstulping 15 in de bodem 11 van het reservoir is omhoog en dus naar binnen gericht in deze fase. De bistabiele uitstulping 15 bevindt zich nu in zijn eerste stabiele stand.

25 Fig. 3 toont de uitvoeringsvorm van de verpakking 1 volgens fig. 1 in een inrichting 50 volgens de uitvinding, in een tweede fase van gebruik.

De houder 55 is nu omhoog bewogen, in de richting van lans 52. Het 30 vrije uiteinde van de lans 52 steekt nu in het eerste deel 32 van het toevoerkanaal 31. De schuine zijde 57 van de lans 52 heeft het deel van de reservoirafdichting 13 dat het toevoerkanaal 31 afdichtte doorbroken. De watertoevoer 51 kan nu water toevoeren aan de mengkamer 34 via toevoerkanaal 31.

35

Het grootste deel van de reservoirafdichting 13 is nog intact. Hierdoor wordt spatten en daarmee vervuiling van de inrichting 50 voorkomen. Het is overigens wel voorzien dat bij het omhoog bewegen - 9 - van de houder 55 een of meer kleine gaatjes in de reservoirafdichting 13 geprikt worden. Dit voorkomt dat de verpakking vacuüm trekt bij het legen van reservoir 10.

5 In plaats van dat de houder 55 omhoog beweegt naar de lans 52, is het ook mogelijk dat de lans 52 omlaag beweegt.

Fig. 4 toont de uitvoeringsvorm van de verpakking 1 volgens fig. 1 in een inrichting 50 volgens de uitvinding, in een derde fase van 10 gebruik.

De houder 55 is nu nog iets verder omhoog bewogen in de richting van de lans 52. De lans 52 heeft een kraag 53, die bij voorkeur voorzien is van een rubber ring 54. De kraag 53 oefent via ring 54 een omlaag 15 gerichte kracht uit op het menglichaam 30. Hierdoor wordt de uitstulping 15 vervormd, en springt deze naar zijn tweede stabiele stand, waarin de uitstulping 15 naar buiten is gericht. Het menglichaam wordt hierdoor omlaag verplaatst. Daarbij doorbreekt het menglichaam de afdichting 37 van de uitstroomopening 36 van de 20 mengkamer 34. Hierdoor kan de inhoud van de mengkamer 34 uit de mengkamer 34 stromen.

De houder 55 heeft een afgifte-opening 56 waardoor het mengsel van vloeibaar voedingsmiddel uit het reservoir 10 en verdunningsmiddel de 25 inrichting 50 kan verlaten. Bij voorkeur is de afgifte-opening 56 zo ruim dat het mengsel van vloeibaar voedingsmiddel uit het reservoir 10 en verdunningsmiddel niet in aanraking komt met de inrichting 50. Op die manier wordt vervuiling van de inrichting 50 voorkomen.

30 Door de elasticiteit van het materiaal van de reservoirafdichting 13 blijft de bovenzijde van het reservoir 10 in hoofdzaak gesloten. Hierdoor wordt vervuiling van de inrichting 50 tegengegaan.

In een alternatieve uitvoering kan de uitstulping 15 ook niet-35 bistabiel zijn uitgevoerd. Hierdoor blijft tijdens het ledigen van het reservoir een kracht staan op het menglichaam 30 en op de lans 53 .

- 10 -

Het is voorzien dat in een niet getoonde uitvoeringsvorm de houder 55 naast ten minste een uitsparing voor het opnemen van een verpakking volgens de uitvinding ook ten minste een uitsparing heeft voor het opnemen van een koffiepad. Als in die situatie een verpakking gevuld 5 met geconcentreerde melk en een koffiepad in de houder worden geplaatst, kan een kop cappuccino bereid worden.

Claims

1. Verpakking voor een portie met een verdunningsmiddel verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel, welke verpakking omvat: 5. een reservoir voor het bevatten van een portie met een verdunningsmiddel verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel, welk reservoir een vulopening heeft, een reservoirafdichting voor het afsluiten van het reservoir, een menglichaam voor het mengen van de verdunbaar vloeibaar 10 voedingsmiddel met het verdunningsmiddel, welk menglichaam omvat: een mengkamer, welke mengkamer een uitstroomopening heeft voor het afgeven van met verdunningsmiddel verdunde vloeibaar voedingsmiddel, 15. een vloeistofdoorvoer voor het toevoeren van verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel uit het reservoir aan de mengkamer, een toevoerkanaal voor het toevoeren van verdunningsmiddel aan de mengkamer, welk toevoerkanaal een eerste deel en een tweede deel heeft, waarbij het tweede deel een uitstroomopening heeft 20 die uitmondt in de mengkamer, en waarbij de dwarsdoorsnede van het tweede deel zodanig kleiner is dan de dwarsdoorsnede van het eerste deel en de dwarsdoorsnede van de mengkamer dat bij toevoer van verdunningsmiddel aan de mengkamer in de mengkamer een venturi-effeet optreedt, 25 met het kenmerk, dat het reservoir en het menglichaam monolithisch door spuitgieten zijn vervaardigd.

2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij het reservoir een bodem 30 heeft en het menglichaam ter plaatse van de bodem integraal met het reservoir verbonden is.

3. Verpakking volgens conclusie 2, waarbij de bodem ter plaatse van het menglichaam een flexibel deel heeft. 35

4. Verpakking volgens conclusie 3, waarbij het flexibele deel de vorm heeft van een uitstulping, welke uitstulping een bistabiele vorm heeft met een eerste en een tweede stabiele stand. 103117? - 12 -

5. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de uitstroomopening van de mengkamer voorzien is van een doorbreekbare of verwijderbare afdichting. 5

6. Verpakking volgens conclusies 4 en 5, waarbij de afdichting van de uitstroomopening van de mengkamer te verwijderen of te doorbreken is door de uitstulping in de bodem van het reservoir van de eerste in de tweede stabiele stand te brengen. 10

7. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het menglichaam in hoofdzaak in het midden van het reservoir geplaatst is.

8. Verpakking volgens conclusie 7, waarbij de reservoirafdichting tevens het toevoerkanaal voor het verdunningsmiddel afdicht.

9. Verpakking volgens conclusie 8, waarbij de reservoirafdichting ter plaatse van het toevoerkanaal doorbreekbaar of verwijderbaar is. 20

10. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verpakking een wegwerpverpakking voor eenmalig gebruik is.

11. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 25 verpakking steriliseerbaar is.

12. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede deel van het toevoerkanaal aansluit op het eerste deel van het toevoerkanaal op een andere plaats dan het laagste punt van het 30 eerste deel van het toevoerkanaal.

13. Inrichting voor het bereiden van een drank, welke inrichting omvat: een houder voor een verpakking volgens een van de voorgaande 35 conclusies, welke houder een opening heeft voor het afvoeren van een mengsel van verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel en verdunningsmiddel, - 13 - een watertoevoer voor het toevoeren van water aan het toevoerkanaal van het menglichaam van de verpakking, met het kenmerk, dat de watertoevoer ten minste deels is ondergebracht in een lans die 5 ingericht is om in het toevoerkanaal van het menglichaam van de verpakking aangebracht te worden voor de toevoer aan de mengkamer van water als verdunningsmiddel, waarbij de lans en de houder ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn.

14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de lans ingericht is om een over het toevoerkanaal aangebrachte afdichting te doorbreken of te verwijderen.

15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, geschikt voor toepassing 15 van een verpakking volgens ten minste conclusie 4, waarbij de lans is ingericht om de uitstulping in de bodem van het reservoir van de eerste in de tweede stabiele stand te brengen.

16. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 13-15, waarbij 20 de inrichting tevens een houder omvat voor het opnemen van een koffiepad. t 031l7l