NL1026399C2 - Plastic frame. - Google Patents
Plastic frame. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1026399C2 NL1026399C2 NL1026399A NL1026399A NL1026399C2 NL 1026399 C2 NL1026399 C2 NL 1026399C2 NL 1026399 A NL1026399 A NL 1026399A NL 1026399 A NL1026399 A NL 1026399A NL 1026399 C2 NL1026399 C2 NL 1026399C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- face
- post
- sill
- profile
- front face
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/96—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings
- E06B3/9604—Welded or soldered joints
- E06B3/9608—Mitre joints
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/96—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings
- E06B3/9628—Mitre joints concealed to look like butt joints
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/96—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings
- E06B3/9632—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings between a jamb and the threshold or sill of window or door frames
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Joining Of Corner Units Of Frames Or Wings (AREA)
Description
Titel: KunststofkozijnTitle: Plastic frame
De uitvinding heeft betrekking op kunststof kozijnen, dat wil zeggen rechthoekige omlijstingen van raampartijen en dergelijke.The invention relates to plastic frames, that is to say rectangular frames of windows and the like.
Traditioneel zijn kozijnen gemaakt van hout. Hout is een 5 relatief gemakkelijk te verwerken materiaal, en het onderling verbinden van horizontale en verticale kozijndelen kan relatief eenvoudig plaatsvinden door middel van conventionele technieken zoals lijmen en/of schroeven en/of deuvelen. Hout heeft echter het nadeel dat het kan slijten als gevolg van 10 vocht en zonlicht, en moet daarom beschermd worden door middel van verf of dergelijke. De verflaag moet regelmatig worden geïnspecteerd, onderhouden en soms zelfs vernieuwd. Om te voorkomen dat water blijft staan op de onderdorpel van het kozijn, wordt het bovenoppervlak van de onderdorpel doorgaans 15 schuin uitgevoerd, met een helling in de orde van 10° - 20°.Traditionally window frames are made of wood. Wood is a relatively easy-to-process material, and the interconnection of horizontal and vertical frame parts can take place relatively easily by means of conventional techniques such as gluing and / or screws and / or doors. However, wood has the disadvantage that it can wear due to moisture and sunlight, and must therefore be protected by means of paint or the like. The paint layer must be regularly inspected, maintained and sometimes even renewed. In order to prevent water from remaining on the bottom sill of the frame, the upper surface of the sill is generally made obliquely, with an inclination of the order of 10 ° - 20 °.
Om de nadelen van hout te vermijden, is het ook bekend om kozijnen te maken van alternatieve materialen, zoals aluminium of kunststof. In dat geval zijn de kozijn-delen niet massief, maar gemaakt van holle geëxtrudeerde profielen. In het geval 20 van kunststof worden de horizontale delen van het kozijn vervaardigd van hetzelfde profiel als de verticale delen, onder 45° op maat gezaagd, en vervolgens aan elkaar bevestigd door middel van lassen.To avoid the disadvantages of wood, it is also known to make frames from alternative materials, such as aluminum or plastic. In that case the frame parts are not solid, but made of hollow extruded profiles. In the case of plastic, the horizontal parts of the frame are made of the same profile as the vertical parts, sawn to size under 45 °, and then attached to each other by welding.
Een verschil ten opzichte van de traditionele houten 25 kozijnen is, dat in elke hoek van het kozijn een lasnaad zichtbaar is, die een hoek van 45° maakt met de horizontale en de verticale delen. Bij de traditionele houten kozijnen staan de verticale delen op de onderdorpel, en is er een horizontale naad zichtbaar.A difference with respect to the traditional wooden frames is that in every corner of the frame a weld seam is visible, which makes an angle of 45 ° with the horizontal and vertical parts. With the traditional wooden frames, the vertical parts are on the sill and a horizontal seam is visible.
30 Een ander verschil is, dat de buitenste contouren van de horizontale en de verticale delen onderling gelijk zijn, hetgeen als "onnatuurlijk" wordt ervaren. Bij de traditionele houten kozijnen hebben de verticale delen van het buitenste kader een vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnede; wanneer 1026399- 2 men op deze manier een kunststof kozijn zou maken waarvan de verticale delen van het buitenste kader een vorm hebben die overeenkomt met de traditionele vorm van de verticale delen van het buitenste kader van het traditionele houten kozijn, ! ;,5 heeft ook de onderdorpel een vierkante of rechthoekige 1 ‘ ! contour. Bij de traditionele houten kozijnen heeft de onder- , i dorpel een schuin bovenoppervlak; wanneer men op de gebruikelijke manier een kunststof kozijn zou maken waarvan de onderdorpel een vorm heeft die overeenkomt met de traditionele vorm 10 van de onderdorpel van het traditionele houten kozijn, hebben de binnenoppervlakken van de verticale delen en van de bovendorpel ook een schuine contour.Another difference is that the outer contours of the horizontal and the vertical parts are mutually equal, which is experienced as "unnatural". With the traditional wooden frames, the vertical parts of the outer frame have a square or rectangular cross section; if a plastic frame were to be made in this way, the vertical parts of the outer frame having a shape corresponding to the traditional shape of the vertical parts of the outer frame of the traditional wooden frame, ;, 5 the threshold also has a square or rectangular 1 "! contour. In the traditional wooden window frames, the lower, sill has a sloping upper surface; if a plastic frame were to be made in the usual manner, the sill of which has a shape corresponding to the traditional shape of the sill of the traditional wooden frame, the inner surfaces of the vertical parts and of the sill also have an oblique contour.
De genoemde verschillen maken een kunststof kozijn niet minderwaardig, maar wel herkenbaar als zijnde verschillend van 15 een traditioneel houten kozijn. Veelal wil een ontwerper (architect), een opdrachtgever, of een welstandscommissie, alleen een kunststof kozijn accepteren indien dat dezelfde uitstraling heeft als een traditioneel houten kozijn.The aforementioned differences make a plastic frame not inferior, but recognizable as being different from a traditional wooden frame. Often a designer (architect), a client, or a welfare committee, only wants to accept a plastic frame if it has the same appearance as a traditional wooden frame.
De onderhavige uitvinding beoogt de genoemde verschillen 20 op te heffen, althans ten dele. Meer in het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een kunststof kozijn te verschaffen, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen daarvan, welk kozijn de uiterlijke vormgeving van een traditioneel houten kozijn heeft, met een onderdorpel met een schuin bovenvlak, 25 rechte stijlen en bovendorpel, en een horizontale naad bij de aansluiting van de stijlen op de onderdorpel, waarbij bij het vervaardigen van dat kozijn de voor het verbinden van kunststof profielen gebruikelijke lastechnieken gebruikt kunnen worden.The present invention has for its object to eliminate the aforementioned differences, at least in part. More particularly, it is an object of the present invention to provide a plastic frame, as well as a method for manufacturing it, which frame has the appearance of a traditional wooden frame, with a bottom sill with a sloping top surface, straight posts and top sill, and a horizontal seam at the connection of the uprights to the sill, whereby the welding techniques customary for joining plastic profiles can be used in the manufacture of that frame.
30 Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding heeft een kunststof profiel voor de onderdorpel een schuin gericht bovenvlak, en heeft een kunststof profiel voor de stijlen een recht binnenvlak. Elk van de beide profielen wordt gezaagd via ten minste twee zaagvlakken, die onderling 35 hoeken met elkaar maken. De profielen worden aan elkaar gelast, zodat de front-oppervlakken in elkaar overlopen. De hierbij ontstane lasnaad van 45° in het front-oppervlak wordt verwijderd (gepolijst) . In het front-oppervlak van de stijl kan een horizontale gleuf worden aangebracht, in het verlengde 1026399- 3 van de bovenrand van het front-oppervlak van de onderdorpel; deze horizontale gleuf geeft visueel de impressie van een horizontale naad zoals gebruikelijk bij een traditioneel houten kozijn.According to an important aspect of the present invention, a plastic profile for the bottom sill has an obliquely directed upper surface, and a plastic profile for the posts has a straight inner surface. Each of the two profiles is sawn through at least two sawing surfaces, which make angles with each other. The profiles are welded together, so that the front surfaces merge. The resulting 45 ° weld seam in the front surface is removed (polished). A horizontal slot can be provided in the front surface of the post, in line with the top edge of the front surface of the bottom sill; this horizontal slot visually gives the impression of a horizontal seam as usual with a traditional wooden frame.
< 5 1 i | ; Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving onder verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of 10 vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 schematisch een vooraanzicht toont van een kozijn, gezien vanaf de buitenzijde; figuur 2 schematisch een horizontale dwarsdoorsnede toont van een stijl van een kozijn; 15 figuur 3 schematisch een verticale dwarsdoorsnede toont van een bovendorpel en onderdorpel van een kozijn; figuur 4 schematisch een dwarsdoorsnede toont van een kunststof extrusieprofiel voor het vervaardigen van een bovendorpel en stijlen voor een kozijn; 20 de figuren 5A-C schematisch werkwijzestappen illustreren voor het vormen van een verbinding tussen stijlen en bovendorpel; figuur 6 schematisch een dwarsdoorsnede toont van een kunststof extrusieprofiel voor het vervaardigen van een onderdorpel voor een kozijn; 25 de figuren 7A-D schematisch illustreren hoe een onderdorpel wordt gemaakt uit een onderdorpelprofiel; de figuren 8A-F schematisch illustreren hoe het onderuiteinde van een stijl wordt gevormd ter voorbereiding van een verbinding met een onderdorpel; 30 figuur 9 een schematisch perspectiefaanzicht is dat een hoekverbinding tussen een stijl en een onderdorpel illustreert; figuur 10 een met figuur 9 vergelijkbaar perspectiefaanzicht is dezelfde hoekverbinding toont na een nabewerkingsstap.<5 1 i | ; These and other aspects, features and advantages of the present invention will be further elucidated by the following description with reference to the drawings, in which like reference numerals indicate like or comparable parts, and in which: figure 1 schematically shows a front view of a frame, seen from the outside; Figure 2 schematically shows a horizontal cross-section of a post of a frame; Figure 3 schematically shows a vertical cross-section of an upper sill and lower sill of a frame; Figure 4 schematically shows a cross-section of a plastic extrusion profile for the production of a sill and posts for a frame; Figures 5A-C schematically illustrate process steps for forming a connection between posts and lintel; figure 6 schematically shows a cross-section of a plastic extrusion profile for the manufacture of a threshold for a frame; Figures 7A-D schematically illustrate how a sill is made from a sill profile; Figures 8A-F schematically illustrate how the bottom end of a post is formed in preparation for a connection to a bottom sill; Figure 9 is a schematic perspective view illustrating a corner connection between a post and a threshold; Figure 10 is a perspective view similar to Figure 9, showing the same corner joint after a post-processing step.
3535
Figuur 1 toont schematisch een vooraanzicht van een kozijn, gezien vanaf de buitenzijde, in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 1. Het kozijn 1 omvat een horizontale bovendorpel 2, een horizontale onderdorpel 3, en f026399- 4 twee verticale stijlen 4 en 5, die met elkaar zijn verbonden in de vorm van een rechthoek. In het kozijn is glas 7 gemonteerd. Het kozijn kan zijn voorzien van horizontale en/of verticale latten 6, die het glasoppervlak onderverdelen in 5 kleinere segmenten, maar dat is niet noodzakelijk. Het kozijn is bedoeld om gemonteerd te worden in een gevel van een gebouw, en heeft een front-zijde die naar de buitenwereld gericht zal zijn en een achterzijde die gericht zal zijn naar het inwendige van het betreffende gebouw.Figure 1 schematically shows a front view of a frame, seen from the outside, generally indicated by the reference numeral 1. The frame 1 comprises a horizontal sill 2, a horizontal sill 3, and two vertical posts 4 and 5, which are connected to each other in the form of a rectangle. Glass 7 is mounted in the frame. The frame can be provided with horizontal and / or vertical slats 6, which divide the glass surface into 5 smaller segments, but this is not necessary. The frame is intended to be mounted in a facade of a building, and has a front side that will face the outside world and a rear that will face the interior of the building in question.
10 De vier kozijndelen 2, 3, 4, 5 en het glas 7 zijn gelegen in een gemeenschappelijk verticaal vlak, dat zal worden aangeduid als raamvlak 10.The four frame parts 2, 3, 4, 5 and the glass 7 are situated in a common vertical plane, which will be referred to as window plane 10.
Figuur 2 toont schematisch een algemene dwarsdoorsnede van een stijl 5, gemonteerd in een gevel 8. Aangezien de twee 15 stijlen 4 en 5 spiegelsymmetrisch kunnen zijn, wordt volstaan met het beschrijven van slechts één stijl. Aan de buitenzijde van het glas 7 heeft de stijl 5 een eerste oppervlak 11 dat aansluit op de gevel 8 en dat bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig is aan het raamvlak 10, welk eerste oppervlak 11 20 zal worden aangeduid als "frontvlak". Aan de buitenzijde van het glas 7 heeft de stijl 5 voorts een naar de binnenzijde van de door het kozijn gedefinieerde rechthoek gericht tweede oppervlak 12 dat aansluit op het frontvlak 11 en in hoofdzaak loodrecht staat op het raamvlak 10, welk tweede oppervlak 12 25 zal worden aangeduid als "buitenzijvlak".Figure 2 schematically shows a general cross-section of a post 5 mounted in a facade 8. Since the two posts 4 and 5 can be mirror-symmetrical, it is sufficient to describe only one post. On the outside of the glass 7, the post 5 has a first surface 11 which connects to the facade 8 and which is preferably substantially parallel to the window surface 10, which first surface 11 will be referred to as "front surface". On the outside of the glass 7, the post 5 also has a second surface 12 directed towards the inside of the rectangle defined by the frame, which surface connects to the front surface 11 and is substantially perpendicular to the window surface 10, which second surface 12 will be referred to as "outer side face".
De stijl 5 heeft voorts een van het glas 7 af gericht derde oppervlak 13, dat in hoofdzaak loodrecht staat op het frontvlak 11 en op het raamvlak 10 en dat bestemd is voor montage tegen de gevel 8, zoals getoond, welk derde oppervlak 30 13 zal worden aangeduid als "muurvlak".The post 5 also has a third surface 13 facing away from the glass 7, which surface is substantially perpendicular to the front surface 11 and to the window surface 10 and which is intended for mounting against the facade 8, as shown, which third surface 13 will are referred to as "wall surface".
Aan de binnenzijde van het glas 7 heeft de stijl 5 een vierde oppervlak 14, dat aansluit op de gevel 8 en dat bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig is aan het raamvlak 10, welk vierde oppervlak 14 zal worden aangeduid als "achtervlak". Aan 35 de binnenzijde van het glas 7 heeft de stijl 5 voorts een in hoofdzaak rechthoekige uitsparing 16, begrensd door een vijfde oppervlak 17 dat aansluit op het achtervlak 14 en in hoofdzaak loodrecht staat op het raamvlak 10, en een zesde oppervlak 18 dat aansluit op het buitenzijvlak 12 en in hoofdzaak 1026399- 5 evenwijdig is aan het raamvlak 10. Het vijfde oppervlak 17 zal worden aangeduid als "binnenzijvlak", en het zesde oppervlak 18 zal worden aangeduid als "steunvlak". De uitsparing 16 dient voor het bevestigen van het glas 7, dat dan steunt tegen 5 het steunvlak 18, zoals geïllustreerd. Opgemerkt wordt, dat het glas 7 (door middel van ter wille van de eenvoud niet weergegeven bevestigingsmiddelen zoals glaslatten en/of kit) gefixeerd kan zijn in het kozijn 1, zoals geïllustreerd, maar het is ook mogelijk dat het glas 7 is opgenomen in een 10 raamwerk dat scharnierbaar is gemonteerd aan het kozijn 1, zoals op zich bekend.On the inside of the glass 7, the post 5 has a fourth surface 14, which connects to the facade 8 and which is preferably substantially parallel to the window surface 10, which fourth surface 14 will be referred to as "rear surface". On the inside of the glass 7, the post 5 further has a substantially rectangular recess 16, bounded by a fifth surface 17 which connects to the rear surface 14 and is substantially perpendicular to the window surface 10, and a sixth surface 18 which connects to the outer side surface 12 and is substantially parallel to the frame surface 10. The fifth surface 17 will be referred to as "inner side surface", and the sixth surface 18 will be referred to as "support surface". The recess 16 serves for fixing the glass 7, which then rests against the supporting surface 18, as illustrated. It is noted that the glass 7 (by means of fastening means not shown for the sake of simplicity, such as glass battens and / or kit) may be fixed in the frame 1, as illustrated, but it is also possible that the glass 7 is accommodated in a 10 frame hinged to the frame 1, as is known per se.
Figuur 3 toont een met figuur 2 vergelijkbare dwarsdoorsnede van de bovendorpel 2 en de onderdorpel 3.Figure 3 shows a cross-section comparable to Figure 2 of the top sill 2 and the bottom sill 3.
15 De bovendorpel 2 heeft een cont.our die identiek is aan die van de stijl 5, en heeft een frontvlak 21, dat bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig is aan het raamvlak 10. Aan de buitenzijde van het glas 7 heeft de bovendorpel 2 voorts een horizontaal buitenondervlak 22, dat aansluit op het 20 frontvlak 21 en in hoofdzaak loodrecht staat op het frontvlak 21 en op het raamvlak 10.The top sill 2 has a contour identical to that of the post 5, and has a front surface 21, which is preferably substantially parallel to the window surface 10. On the outside of the glass 7, the sill 2 further has a horizontal outer bottom surface 22, which connects to the front surface 21 and is substantially perpendicular to the front surface 21 and to the window surface 10.
De bovendorpel 2 heeft voorts een van het glas 7 af gericht horizontaal muurvlak 23, dat in hoofdzaak loodrecht staat op het frontvlak 21 en op het raamvlak 10.The sill 2 further has a horizontal wall surface 23 facing away from the glass 7, which wall is substantially perpendicular to the front surface 21 and to the window surface 10.
25 Aan de binnenzijde van het glas 7 heeft de bovendorpel 2 een achtervlak 24, dat in hoofdzaak evenwijdig is aan het raamvlak 10. Aan de binnenzijde van het glas 7 heeft de bovendorpel 2 voorts een in hoofdzaak rechthoekige uitsparing 26, begrensd door een horizontaal binnen-ondervlak 27 dat 30 aansluit op het achtervlak 24 en in hoofdzaak loodrecht staat op het raamvlak 10, en een steunvlak 28 dat aansluit op het buitenondervlak 22 en in hoofdzaak evenwijdig is aan het raamvlak 10.On the inside of the glass 7, the top sill 2 has a rear surface 24, which is substantially parallel to the window surface 10. On the inside of the glass 7, the top sill 2 also has a substantially rectangular recess 26, bounded by a horizontal inside bottom surface 27 which connects to the rear surface 24 and is substantially perpendicular to the window surface 10, and a support surface 28 which connects to the outer bottom surface 22 and is substantially parallel to the window surface 10.
35 De onderdorpel 3 heeft een contour die grotendeels identiek is aan die van de bovendorpel 2, met uitzondering van het frontvlak 31 en het buitenbovenvlak 32. Het frontvlak 31 is in hoofdzaak evenwijdig aan het raamvlak 10. Het buitenbovenvlak 32 van de onderdorpel 3, dat aansluit op het 1026399“ 6 frontvlak 31, maakt een hoek α met de horizontaal, waarbij een naar het glas 7 gerichte binnenrand 32a van het buitenbovenvlak 32 hoger ligt dan de tegenoverliggende buitenrand 32b, d.w.z. de aansluiting op het frontvlak 31, zodat er geen water > 5 op dit buitenbovenvlak 32 blijft staan, zoals voor een ' i' ' ‘ ! deskundige bekend zal zijn.The bottom sill 3 has a contour that is largely identical to that of the top sill 2, with the exception of the front surface 31 and the outer top surface 32. The front surface 31 is substantially parallel to the window surface 10. The outer top surface 32 of the bottom sill 3, which connects to the 1026399 "6 front face 31, makes an angle α with the horizontal, an inner edge 32a of the outer upper face 32 facing the glass 7 being higher than the opposite outer edge 32b, i.e. the connection to the front face 31, so that there is no water > 5 remains on this outer top surface 32, as for an 'i' ''! skilled in the art will be known.
; ’ De onderdorpel 3 heeft voorts een van het glas 7 af gericht horizontaal muurvlak 33, dat in hoofdzaak loodrecht staat op het raamvlak 10. Aan de achterzijde heeft de onder-10 dorpel 3 een achtervlak 34, dat in hoofdzaak evenwijdig is aan het raamvlak 10.; The bottom sill 3 furthermore has a horizontal wall surface 33 directed away from the glass 7, which wall is substantially perpendicular to the window surface 10. At the rear, the bottom sill 3 has a rear surface 34, which is substantially parallel to the window surface 10. .
Aan de binnenzijde van het glas 7 heeft de onderdorpel 3 voorts een in hoofdzaak rechthoekige uitsparing 36, begrensd door een horizontaal vlak 37 dat aansluit op het achtervlak 34 15 en in hoofdzaak loodrecht staat op het raamvlak 10, en een verticaal vlak 38 dat aansluit op het buitenbovenvlak 32 en in hoofdzaak evenwijdig is aan het raamvlak 10. Het horizontale vlak 37 zal worden aangeduid als "binnen-bovenvlak", en het verticale vlak 38 zal worden aangeduid als "steunvlak" 38.On the inside of the glass 7, the bottom sill 3 also has a substantially rectangular recess 36, bounded by a horizontal surface 37 which connects to the rear surface 34 and is substantially perpendicular to the window surface 10, and a vertical surface 38 which connects to the outer top surface 32 and is substantially parallel to the window surface 10. The horizontal surface 37 will be referred to as "inner top surface", and the vertical surface 38 will be referred to as "support surface" 38.
2020
Figuur 4 toont schematisch een dwarsdoorsnede van een hol kunststof extrusieprofiel 40, geschikt om daarvan de stijlen 4, 5 en de bovendorpel 2 van het kozijn 1 te vormen. De buitenwand die dan het frontvlak 11, 21 zal vormen, wordt 25 aangeduid als profiel-frontvlak 41. De buitenwand die dan het zijvlak 12, 22 zal vormen, wordt aangeduid als profiel-buitenzijvlak 42. In de figuur is goed te zien, dat deze twee buitenwanden 41 en 42 in hoofdzaak loodrecht op elkaar staan. De uitsparing voor het bevestigen van glas is aangeduid bij 30 46. De zijwand die het steunvlak 18, 28 zal vormen, wordt aangeduid als profiel-steunvlak 48. In dit profiel-steunvlak 48 is een groef 51 herkenbaar, voor het opnemen van een afdichtrubber. De andere zijwand, die het binnen-zijvlak 17 respectievelijk het binnen-ondervlak 27 zal vormen, wordt 35 aangeduid als profiel-zijvlak 47. In dit profiel-zijvlak 47 is een bevestigingspunt 52 zichtbaar, voor het bevestigen van een glaslat waarmee het glas 7 wordt vastgezet.Figure 4 shows schematically a cross-section of a hollow plastic extrusion profile 40, suitable for forming the posts 4, 5 and the sill 2 of the frame 1 thereof. The outer wall which will then form the front surface 11, 21 is referred to as profile front surface 41. The outer wall which will then form the side surface 12, 22 is referred to as profile outer side surface 42. The figure clearly shows that these two outer walls 41 and 42 are substantially perpendicular to each other. The recess for fixing glass is indicated at 46. The side wall which will form the supporting surface 18, 28 is referred to as profile supporting surface 48. In this profile supporting surface 48 a groove 51 can be recognized, for receiving a sealing rubber . The other side wall, which will form the inner side surface 17 and the inner bottom surface 27 respectively, is referred to as profile side surface 47. In this profile side surface 47 a fixing point 52 is visible, for fixing a glass lath with which the glass 7 is fixed.
De buitenwand die het achtervlak 14, 24 zal vormen, wordt aangeduid als profiel-achtervlak 44.The outer wall that will form the rear surface 14, 24 is referred to as profile rear surface 44.
10283 99- 710283 99-7
De buitenwand die het muurvlak 13, 23 zal vormen, wordt aangeduid als profiel-muurvlak 43. Het extrusieprofiel 40 is in dit geval voorzien van een uitstekend gedeelte 53, dat het frontvlak 41 verlengt tot voorbij het profiel-muurvlak 43, en * 5 dat is voorzien van groeven 54, 55 voor het opnemen van I i ) afdichtrubbers. Als alternatief kan een enkele groef volstaan.The outer wall that will form the wall surface 13, 23 is referred to as profile wall surface 43. The extrusion profile 40 is in this case provided with a protruding part 53, which extends the front surface 41 beyond the profile wall surface 43, and that is provided with grooves 54, 55 for receiving i) sealing rubbers. Alternatively, a single groove may suffice.
Het extrusieprofiel 40 is in dit geval voorzien van inwendige wanden 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, die bijdragen aan de sterkte van het profiel en die de holle binnenruimte van 10 het profiel 40 onderverdelen in een aantal onderling gescheiden kamers. In een hoofdkamer 63 kunnen metalen versterkingsprofielen worden aangebracht, die dienen ter versterking en ter bevestiging van eventueel hang- en sluitwerk (zoals bijvoorbeeld scharnieren). In figuur 4 is een 15 dergelijk versterkingsprofiel gestippeld aangeduid bij 64. Een schroef waarmee de buis 64 kan worden gefixeerd aan het profiel 40, is gestippeld aangeduid bij 65.The extrusion profile 40 is in this case provided with internal walls 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, which contribute to the strength of the profile and which subdivide the hollow interior of the profile 40 into a number of mutually separated chambers . Metal reinforcement profiles can be provided in a main chamber 63 which serve to reinforce and to fix any hinges and locks (such as, for example, hinges). In Fig. 4, such a reinforcement profile is indicated in broken lines at 64. A screw with which the tube 64 can be fixed to the profile 40 is indicated in broken lines at 65.
Thans zal, onder verwijzing naar de figuren 5A-C, kort 20 worden uitgelegd hoe een bovenhoekverbinding 71 tussen de bovendorpel 2 en de stijl 4 of 5 wordt gemaakt. Uit een profiel 40 (zie figuur 4) worden drie profielstukken 72, 77, 80 gezaagd (zie figuur 5A). Een eerste profielstuk 72 heeft twee uiteinden 73, 74 die respectievelijk worden gedefinieerd 25 door twee zaagsneden 75 en 76 die loodrecht staan op het raamvlak 10 en die een hoek van 45° maken met de horizontaal. De twee zaagsneden 75 en 76 staan onderling loodrecht op elkaar. De door de zaagsneden 75 en 76 resulterende eind-vlakken van het eerste profielstuk 72 worden respectievelijk 30 aangeduid met de verwijzingscijfers 83 en 84.Referring now to Figures 5A-C, it will now be briefly explained how an upper corner connection 71 is made between the header 2 and the post 4 or 5. Three profile sections 72, 77, 80 are sawn from a profile 40 (see Figure 4) (see Figure 5A). A first profile piece 72 has two ends 73, 74 which are respectively defined by two saw cuts 75 and 76 which are perpendicular to the frame surface 10 and which make an angle of 45 ° with the horizontal. The two cuts 75 and 76 are mutually perpendicular. The end faces of the first section piece 72 resulting from saw cuts 75 and 76 are designated by reference numerals 83 and 84, respectively.
Een tweede profielstuk 77 heeft een uiteinde 78 dat wordt gevormd door middel van een zaagsnede 79 die loodrecht staat op het raamvlak 10 en die een hoek van 45° maakt met de horizontaal; deze zaagsnede 79 staat loodrecht op een 35 corresponderende zaagsnede 75 van het eerste profielstuk 72. Het door deze zaagsnede 79 resulterende eindvlak van het tweede profielstuk 77 wordt aangeduid met het verwijzings-cijfer 85. Het vormen van het tegenoverliggende uiteinde van het tweede profielstuk 77 zal later worden uitgelegd.A second profile piece 77 has an end 78 formed by means of a saw cut 79 which is perpendicular to the window surface 10 and which makes an angle of 45 ° with the horizontal; this saw cut 79 is perpendicular to a corresponding saw cut 75 of the first profile piece 72. The end face of the second profile piece 77 resulting from this saw cut 79 is indicated by the reference numeral 85. Forming the opposite end of the second profile piece 77 will be explained later.
1028399" 81028399 "8
Een derde profielstuk 80 heeft een uiteinde 81 dat wordt gevormd door middel van een zaagsnede 82 die loodrecht staat op het raamvlak 10 en die een hoek van 45° maakt met de horizontaal; deze zaagsnede 82 staat loodrecht op een 5 corresponderende zaagsnede 76 van het eerste profielstuk 72. Het door deze zaagsnede 82 resulterende eindvlak van het derde profielstuk 80 wordt aangeduid met het verwijzingscijfer 86. Het vormen van het tegenoverliggende uiteinde van het derde profielstuk 80 zal later worden uitgelegd.A third profile piece 80 has an end 81 which is formed by means of a saw cut 82 which is perpendicular to the window surface 10 and which makes an angle of 45 ° with the horizontal; this saw cut 82 is perpendicular to a corresponding saw cut 76 of the first profile piece 72. The end face of the third profile piece 80 resulting from this saw cut 82 is designated by the reference numeral 86. Forming the opposite end of the third profile piece 80 will be later explained.
10 In de profielstukken 72, 78, 80 worden, indien gewenst of indien nodig, versterkingsprofielen aangebracht (zie 64 in figuur 4) en vastgemaakt (zie 65 in figuur 4).Reinforcement profiles (see 64 in figure 4) and fixed (see 65 in figure 4) are provided in the profile sections 72, 78, 80 if desired or if necessary.
Dan wordt het tweede profielstuk 77 over 90° verplaatst ten opzichte van het eerste profielstuk 72, waarbij het 15 eindvlak 85 daarvan evenwijdig komt te liggen aan het corresponderende eindvlak 83 van het eerste profielstuk 72 (figuur 5B). Door middel van een lasspiegel worden deze twee eindvlakken 83 en 85 aan elkaar vastgelast (figuur 5C). Aangezien de lastechniek door middel van een lasspiegel op 20 zich bekend is, wordt deze techniek niet nader uitgelegd, en is de gebruikt lasspiegel niet weergegeven. Volstaan wordt met op te merken, dat hierbij een lasnaad ontstaat, die in figuur 5C is aangeduid met het verwijzingscijfer 87, en die een hoek van 45° maakt met de lengterichting van het eerste profielstuk 25 72 evenals met de lengterichting van het tweede profielstuk 77.Then, the second profile piece 77 is displaced 90 ° with respect to the first profile piece 72, the end face 85 thereof coming to lie parallel to the corresponding end face 83 of the first profile piece 72 (Figure 5B). These two end faces 83 and 85 are welded together by means of a welding mirror (Figure 5C). Since the welding technique is known per se by means of a welding mirror, this technique is not further explained, and the welding mirror used is not shown. It suffices to note that a weld seam is created, which is indicated in Fig. 5C by the reference numeral 87, and which makes an angle of 45 ° with the longitudinal direction of the first profile piece 72 as well as with the longitudinal direction of the second profile piece 77 .
Op vergelijkbare wijze wordt het derde profielstuk 80 over 90° verplaatst ten opzichte van het eerste profielstuk 72, waarbij het eindvlak 86 daarvan evenwijdig komt te liggen 30 aan het corresponderende eindvlak 84 van het eerste profielstuk 72 (figuur 5B). Door middel van een lasspiegel worden deze twee eindvlakken 84 en 86 aan elkaar vastgelast (figuur 5C). De lasnaad die hierbij ontstaat, is in figuur 5C aangeduid met het verwijzingscijfer 88, en maakt een hoek van 35 45° met de lengterichting van het eerste profielstuk 72 evenals met de lengterichting van het derde profielstuk 80.Similarly, the third profile piece 80 is displaced 90 ° with respect to the first profile piece 72, the end face 86 thereof coming to lie parallel to the corresponding end face 84 of the first profile piece 72 (Figure 5B). These two end faces 84 and 86 are welded together by means of a welding mirror (Figure 5C). The weld that arises here is indicated in Fig. 5C by the reference numeral 88, and makes an angle of 45 ° with the longitudinal direction of the first profile piece 72 as well as with the longitudinal direction of the third profile piece 80.
Aangezien de drie profielstukken 72, 77, 80 onderling identieke dwarsdoorsneden hebben, zullen de inwendige wanden 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62 daarvan precies op elkaar »028399- 9 aansluiten, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn.Since the three profile sections 72, 77, 80 have mutually identical cross sections, the internal walls 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62 thereof will fit exactly together, as will be clear to a person skilled in the art.
Aldus sluit de hoofdkamer 63 van het eerste profielstuk 72 (dwz de bovendorpel 2) precies aan op de hoofdkamer 63 van het tweede profielstuk 72 en op de hoofdkamer 63 van het derde • 15 profielstuk 80.Thus, the main chamber 63 of the first profile piece 72 (ie the upper sill 2) connects precisely to the main chamber 63 of the second profile piece 72 and to the main chamber 63 of the third profile piece 80.
I I ,I I,
, I, I
;1 Figuur 6 toont schematisch een dwarsdoorsnede van een hol kunststof extrusieprofiel 90, geschikt om daarvan de onder-dorpel 3 van het kozijn 1 te vormen. De buitenwand die dan het 10 frontvlak 31 zal vormen, wordt aangeduid als profiel-frontvlak 91. De buitenwand die dan het buiten-bovenvlak 32 zal vormen, wordt aangeduid als profiel-bovenvlak 92. De bovenrand van het profiel-frontvlak 91, dat wil zeggen de overgang tussen het profiel-frontvlak 91 en het profiel-bovenvlak 92, is aangeduid 15 met het verwijzingscijfer 93. De onderrand van het profiel-frontvlak 91 is aangeduid met het verwijzingscijfer 94. De bovenrand van het profiel-bovenvlak 92 is aangeduid met het verwijzingscijfer 95.Figure 6 schematically shows a cross-section of a hollow plastic extrusion profile 90, suitable for forming the lower sill 3 of the frame 1 thereof. The outer wall which will then form the front face 31 is referred to as profile front face 91. The outer wall which will then form the outer top face 32 is referred to as profile top face 92. The upper edge of the profile front face 91, i.e. say the transition between the profile front surface 91 and the top profile surface 92, is indicated by the reference numeral 93. The bottom edge of the profile front surface 91 is indicated by the reference numeral 94. The top edge of the profile top surface 92 is indicated by the reference number 95.
In de figuur is goed te zien, dat het profiel-bovenvlak 20 92 een hoek ongelijk aan 90° maakt met het profiel-frontvlak 91. Uit vergelijking van onderdorpelprofiel 90 met stijlprofiel 40 van figuur 4 zal ook worden gezien, dat de hoogte van het profiel-frontvlak 91 kleiner is dan de hoogte van het corresponderende profiel-frontvlak 41. Voor het 25 overige is het onderdorpelprofiel 90 identiek aan het stijlprofiel 40, met dien verstande dat in dit uitvoerings-voorbeeld een op het profiel-bovenvlak 92 aansluitende inwendige wand (57 in figuur 4) is weggelaten. Deze wand kan behouden blijven, maar dan dient uiteraard de lengte daarvan 30 kleiner te zijn dan bij het stijlprofiel 40.The figure clearly shows that the profile upper surface 92 makes an angle unequal to 90 ° with the profile front surface 91. A comparison of bottom sill profile 90 with post profile 40 of figure 4 will also show that the height of the profile front surface 91 is smaller than the height of the corresponding profile front surface 41. For the rest, the threshold profile 90 is identical to the post profile 40, provided that in this exemplary embodiment an internal wall connecting to the profile upper surface 92 (57 in Figure 4) has been omitted. This wall can be retained, but then of course the length thereof 30 must be smaller than with the post profile 40.
Aangezien het onderdorpelprofiel 90 een dwarsdoorsnede-vorm heeft die verschilt van die van het stijlprofiel 40, is het niet mogelijk om een onderdorpel en een stijl aan elkaar 35 te bevestigen op de eenvoudige, onder verwijzing naar figuren 5A-C uitgelegde manier, waarbij uiteinden van de profiel-stukken worden gedefinieerd door een enkele zaagsnede onder 45°, zodat vlakke uiteinden worden verkregen die dan door middel van een vlakke lasspiegel aan elkaar worden gelast. Een 1028399- 10 werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, die dit probleem oplost, zal thans worden besproken onder verwijzing naar de figuren 7A-D.Since the bottom sill profile 90 has a cross-sectional shape that differs from that of the post profile 40, it is not possible to attach a sill and a post to each other 35 in the simple manner explained with reference to Figs. 5A-C, with ends of the profile sections are defined by a single cut at 45 °, so that flat ends are obtained which are then welded together by means of a flat welding mirror. A method according to the present invention, which solves this problem, will now be discussed with reference to Figs. 7A-D.
5 Thans zal, onder verwijzing naar de figuren 7-9, kort worden uitgelegd hoe een onderhoekverbinding 101 tussen de onderdorpel 3 en de stijl 4 of 5 wordt gemaakt. Figuur 7A is een schematisch vooraanzicht van een gedeelte van het onderdorpelprofiel 90, volgens de pijl P in figuur 6, en de 10 figuren 7B en 7C zijn schematische dwarsdoorsneden van het onderdorpelprofiel 90, waarbij het onderdorpelprofiel 90 nu op kleinere schaal is getoond in de stand mét de bovenkant boven.Referring now to Figures 7-9, it will now be briefly explained how a bottom corner connection 101 is made between the bottom sill 3 and the post 4 or 5. Figure 7A is a schematic front view of a portion of the threshold profile 90, according to the arrow P in Figure 6, and Figures 7B and 7C are schematic cross-sections of the threshold profile 90, the threshold profile 90 now being shown on a smaller scale in the position with the top up.
Uit het onderdorpelprofiel 90 wordt een profielstuk 102 gezaagd, met een eerste uiteinde 103 en een tweede uiteinde 15 104. Figuur 7D is een schematisch perspectiefaanzicht van dat profielstuk 102 . Om het eerste uiteinde 103 van dat profielstuk 102 te vormen, wordt een eerste zaagsnede 121 gemaakt, die een hoek van 45° met de horizontaal maakt, en loodrecht staat op het raamvlak 10. Deze eerste zaagsnede 121 20 reikt vanaf de onderrand 94 van het onderdorpelprofiel 90 tot de hoogte van de bovenrand 93 van het profiel-frontvlak 91. In figuur 7A is dit weergegeven door een onder 45° vanaf de frontvlakonderrand 94 omhoog reikende stippellijn 121 die ophoudt bij de frontvlakbovenrand 93. In figuur 7B is dit 25 weergegeven door een horizontale stippellijn 121a door de frontvlakbovenrand 93, en door het onder deze horizontale stippellijn 121a gelegen deel van de figuur te voorzien van een stippelpatroon dat de eerste zaagsnede 121 representeert. Het boven deze stippellijn 121a gelegen deel van het 30 onderdorpelprofiel 90 wordt dus door de eerste zaagsnede 121 niet doorsneden.From the sill profile 90 a profile piece 102 is sawn, with a first end 103 and a second end 104. Figure 7D is a schematic perspective view of that profile piece 102. To form the first end 103 of that profile piece 102, a first saw cut 121 is made, which makes an angle of 45 ° to the horizontal, and is perpendicular to the window surface 10. This first saw cut 121 extends from the bottom edge 94 of the bottom sill profile 90 up to the height of the top edge 93 of the front profile face 91. In figure 7A this is represented by a dotted line 121 that extends upwards 45 ° from the front face bottom edge 94 and stops at the front face top edge 93. In figure 7B this is shown by a horizontal dotted line 121a through the front face upper edge 93, and by providing the part of the figure located below said horizontal dotted line 121a with a dotted pattern representing the first saw cut 121. The part of the sill profile 90 situated above this dotted line 121a is therefore not cut through by the first saw cut 121.
Vervolgens wordt een tweede zaagsnede 122 gemaakt, die in hoofdzaak loodrecht staat op de lengterichting van het onderdorpelprofiel 90, dat wil zeggen verticaal is gericht en 35 loodrecht staat op het raamvlak 10. Deze tweede zaagsnede 122 reikt vanaf de bovenrand 95 van het onderdorpelprofiel 90 tot de hoogte van de f rontvlakbovenrand 93. In figuur 7A is dit weergegeven door een onder 90° vanaf de bovenvlakbovenrand 95 omlaag reikende stippellijn 122 die ophoudt bij de frontvlak- 1026399- 11 bovenrand 93. In figuur 7C is dit weergegeven door een horizontale stippellijn 122a door de frontvlakbovenrand 93, en door het boven deze horizontale stippellijn 122a gelegen deel van de figuur te voorzien van een stippelpatroon dat de tweede 5 zaagsnede 122 representeert. Het onder deze stippellijn 122a gelegen deel van het onderdorpelprofiel 90 wordt dus door de tweede zaagsnede 122 niet doorsneden.Subsequently, a second saw cut 122 is made, which is substantially perpendicular to the longitudinal direction of the sill profile 90, that is to say vertically directed and perpendicular to the window surface 10. This second saw cut 122 extends from the upper edge 95 of the sill profile 90 to the height of the front surface top edge 93. In Figure 7A this is represented by a dotted line 122 that extends down 90 ° from the top surface top edge 95 and which stops at the front surface top edge 93. In Figure 7C this is represented by a horizontal dotted line 122a by providing the front face top edge 93, and by providing the part of the figure above this horizontal dotted line 122a with a dotted pattern representing the second saw cut 122. The part of the sill profile 90 located below this dotted line 122a is therefore not intersected by the second cut 122.
Als alternatief kan de volgorde van de eerste en de tweede zaagsnede 121, 122 worden omgewisseld.Alternatively, the order of the first and second saw cuts 121, 122 can be reversed.
10 Deze twee zaagsneden 121 en 122 tezamen definiëren het eerste uiteinde 103 van het profielstuk 102. Meer in het bijzonder heeft het eerste uiteinde 103 van het profielstuk 102 twee een onderlinge hoek met elkaar makende eindvlakken 131 en 132, zoals schematisch getoond in figuur 7D. Daarbij is 15 een eerste eindvlak 131, gedefinieerd door de eerste zaagsnede 121, een 45°-vlak, dat het frontvlak 91 snijdt volgens een eerste snijlijn 135. Een tweede eindvlak 132, gedefinieerd door de tweede zaagsnede 122, is een 90°-vlak, dat het buitenzijvlak 12 snijdt volgens een tweede snijlijn 137.These two saw cuts 121 and 122 together define the first end 103 of the profile piece 102. More particularly, the first end 103 of the profile piece 102 has two end faces 131 and 132 making each other at an angle to each other, as schematically shown in Figure 7D. Here, a first end face 131, defined by the first saw cut 121, is a 45 ° face that intersects the front face 91 along a first cut line 135. A second end face 132, defined by the second cut 122, is a 90 ° face which intersects the outer side surface 12 according to a second cutting line 137.
20 Aangezien het tweede uiteinde 104 van het profielstuk 102 spiegelsymmetrisch is met het eerste uiteinde 103, is een nadere bespreking daarvan niet nodig.Since the second end 104 of the profile piece 102 is mirror-symmetrical with the first end 103, a further discussion thereof is not necessary.
Figuur 8A is een schematisch vooraanzicht van een 25 gedeelte van het stijlprofiel 40, volgens de pijl Q in figuur 4, en de figuren 8B en 8C zijn schematische dwarsdoorsneden van het stijlprofiel 40, waarbij het stijlprofiel 40 nu op kleinere schaal is getoond in een stand met het muurvlak 43 onder. Gemakshalve wordt aangenomen, dat aan dit stijlprofiel 30 40 al een bovenuiteinde 81 is gemaakt, zoals uitgelegd onder verwijzing naar figuur 5A-C, zodat dit stijlprofiel 40 in het hiernavolgende zal worden aangeduid als stijl-profielstuk 80. Figuur 8D is een schematisch zijaanzicht van het stijl-profielstuk 80, volgens de pijl R in figuur 4, waarbij het 35 stijl-profielstuk 80 rechtopstaat, met zijn bovenuiteinde 81 boven. Aan het stijl-profielstuk 80 wordt nu een onderuiteinde 111 gevormd. Opgemerkt wordt echter, dat aan het stijl-profielstuk 80 het onderuiteinde 111 eerst mag worden gevormd, gevolgd door het bovenuiteinde 81.Figure 8A is a schematic front view of a portion of the post profile 40, according to the arrow Q in Figure 4, and Figures 8B and 8C are schematic cross-sections of the post profile 40, the post profile 40 now being shown on a smaller scale in a position with the wall surface 43 below. For the sake of convenience it is assumed that an upper end 81 has already been made on this post profile 40, as explained with reference to Figs. 5A-C, so that this post profile 40 will hereinafter be referred to as post profile section 80. Fig. 8D is a schematic side view of the post profile piece 80, according to the arrow R in Figure 4, wherein the post profile piece 80 stands upright, with its top end 81 above. A bottom end 111 is now formed on the post profile piece 80. It is noted, however, that on the post profile piece 80, the lower end 111 may first be formed, followed by the upper end 81.
1026399" 121026399 "12
Zoals hierboven reeds is opgemerkt, heeft het onder-dorpelfrontvlak 31, als gevolg van het schuine buitenbovenvlak 32, een hoogte (gemeten loodrecht op de lengterichting van de onderdorpel 3) kleiner dan de breedte van het ,5 stijlfrontvlak 11 (gemeten loodrecht op de lengterichting van • de stijl 5). In figuur 8A is een referentiestippellijn 112 ! getekend op het stijlfrontvlak 11, op een dusdanige afstand j van het stijlbinnenvlak 12, dat deze stippellijn 112 het ! stijlfrontvlak 11 onderverdeelt in een aan het buitenzijvlak j 10 12 grenzend eerste deel 113 en een van het buitenzijvlak 12 af ! gericht tweede deel 114, zodanig, dat de breedte van dit tweede deel 114 gelijk is aan de hoogte van het onderdorpel- frontvlak 31. !As has already been noted above, as a result of the oblique outer upper surface 32, the lower sill face 31 has a height (measured perpendicular to the longitudinal direction of the sill 3) smaller than the width of the post front face 11 (measured perpendicular to the longitudinal direction • style 5). In Figure 8A, a reference dotted line is 112! drawn on the style front face 11, at a distance j from the style inner face 12 such that this dotted line 112 is the same! The style front face 11 is subdivided into a first part 113 adjacent to the outer side face 12 and one away from the outer side face 12! directed second part 114, such that the width of this second part 114 is equal to the height of the bottom front face 31.!
Om het onderuiteinde 111 te vormen aan het stijl-15 profielstuk 80, wordt een eerste zaagsnede 123 gemaakt, die j een hoek van 45° met de horizontaal maakt, en loodrecht staat op het raamvlak 10. Deze eerste zaagsnede 123 reikt vanaf de buitenrand 66 van het stijl-profielstuk 80 tot aan de genoemde referentie-stippellijn 112. In figuur 8A is dit weergegeven 20 door een onder 45° vanaf de buitenrand 66 omhoog reikende stippellijn 123 die ophoudt bij de genoemde referentie- j stippellijn 112. In figuur 8B is dit weergegeven door een , horizontale stippellijn 123a ter hoogte van de referentiestippellijn 112, en door het onder deze horizontale 25 stippellijn 123a gelegen deel van de figuur te voorzien van een stippelpatroon dat de eerste zaagsnede 123 representeert.To form the lower end 111 on the post profile piece 80, a first saw cut 123 is made, which j makes an angle of 45 ° with the horizontal, and is perpendicular to the window surface 10. This first saw cut 123 extends from the outer edge 66 from the post profile piece 80 to the said reference dotted line 112. In Figure 8A this is represented by a dotted line 123 which extends upwards from 45 ° from the outer edge 66 and which stops at the said reference dotted line 112. In Figure 8B this is represented by a horizontal dotted line 123a at the reference dotted line 112, and by providing the part of the figure situated below this horizontal dotted line 123a with a dotted pattern representing the first saw cut 123.
Het boven deze stippellijn 123a gelegen deel van het stijl-profielstuk 80 wordt dus door de eerste zaagsnede 123 niet doorsneden.The part of the post profile piece 80 located above this dotted line 123a is therefore not intersected by the first saw cut 123.
30 Vervolgens wordt een tweede zaagsnede 124 gemaakt, volgens een vlak dat het stijlfrontvlak 11 snijdt volgens een horizontale snijlijn, en dat met de lengterichting van het stijl-profielstuk 80 een hoek a maakt, corresponderend met de schuine stand van het onderdorpelbinnenvlak 32. Deze tweede 35 zaagsnede 124 reikt vanaf het stijlbinnenvlak 12 tot aan de genoemde referentie-stippellijn 112. In figuur 8A is dit weergegeven door een vanaf het stijlbinnenvlak 12 horizontaal opzij reikende stippellijn 124 die ophoudt bij de genoemde referentie-stippellijn 112. In figuur 8C is dit weergegeven ¢1-0263 99" 13 door een horizontale stippellijn 124a ter hoogte van de referentie-stippellijn 112, en door het boven deze horizontale stippellijn 124a gelegen deel van de figuur te voorzien van een stippelpatroon dat de tweede zaagsnede 124 representeert.Subsequently, a second saw cut 124 is made, along a plane which intersects the post front face 11 along a horizontal cutting line, and which makes an angle α with the longitudinal direction of the post profile piece 80, corresponding to the inclined position of the bottom sill inner surface 32. This second Saw cut 124 extends from the post inner surface 12 to the said reference dotted line 112. In figure 8A this is represented by a dotted line 124 which extends horizontally from the post inner surface 12 and stops at the said reference dotted line 112. In figure 8C this is shown 1-0263 99 "13 by a horizontal dotted line 124a at the reference dotted line 112, and by providing the part of the figure situated above this horizontal dotted line 124a with a dotted pattern representing the second saw cut 124.
• i' '5 Het onder deze stippellijn 122a gelegen deel van hetThe part of it located below this dotted line 122a
t I It I I
l onderdorpelprofiel 90 wordt dus door de tweede zaagsnede 122 niet doorsneden. In figuur 8D, een schematisch aanzicht volgens de pijl D in figuur 6, is de tweede zaagsnede 124 geïllustreerd door een een hoek a met de horizontaal makende 10 stippellijn 124b.The bottom sill profile 90 is therefore not cut by the second saw cut 122. In figure 8D, a schematic view according to the arrow D in figure 6, the second saw cut 124 is illustrated by an angle α with the horizontal dotted line 124b.
Als alternatief kan de volgorde van de eerste en de tweede zaagsnede 123, 124 worden omgewisseld.Alternatively, the order of the first and second saw cuts 123, 124 can be reversed.
Deze twee zaagsneden 123 en 124 tezamen definiëren het onder-uiteinde 111 van het stijlprofielstuk 80. Meer in het 15 bijzonder heeft het onder-uiteinde 111 van het stijlprofielstuk 80 twee een onderlinge hoek met elkaar makende eindvlakken 133 en 134, zoals schematisch getoond in figuur 8E. Daarbij is een eerste eindvlak 133, gedefinieerd door de eerste zaagsnede 123, een 45°-vlak, dat het frontvlak 11 20 snijdt volgens een snijlijn 136.These two saw cuts 123 and 124 together define the lower end 111 of the post profile piece 80. More particularly, the lower end 111 of the post profile piece 80 has two end faces 133 and 134 mutually making each other, as schematically shown in Fig. 8E. A first end face 133, defined by the first saw cut 123, is a 45 ° face that intersects the face face 11 along a cut line 136.
Figuur 8F is een schematisch perspectief-aanzicht van het onder-uiteinde 111 van het stijlprofielstuk 80, waarbij ter wille van de eenvoud het profiel massief is weergegeven. Deze figuur illustreert, dat een tweede eindvlak 134, gedefinieerd 25 door de tweede zaagsnede 124, een frontvlak-onderrand 144 definieert aan het frontvlak 11, een zijvlak-onderrand 141 definieert aan het buitenzijvlak 12, en een steunvlak-onderrand 142 definieert aan het steunvlak 18. De frontvlak-onderrand 144 staat in hoofdzaak loodrecht op de 30 lengterichting van de stijl 5. De zijvlak-onderrand 141 maakt met de lengterichting van de stijl 5 een hoek a.Figure 8F is a schematic perspective view of the lower end 111 of the post profile piece 80, the profile being shown in solid form for the sake of simplicity. This figure illustrates that a second end face 134 defined by the second saw cut 124 defines a front face bottom edge 144 on the front face 11, a side face bottom edge 141 on the outer side face 12, and a support face bottom edge 142 defines on the support face 18. The front face bottom edge 144 is substantially perpendicular to the longitudinal direction of the post 5. The side face bottom edge 141 forms an angle α with the longitudinal direction of the post 5.
Figuur 8F illustreert voorts, dat het steunvlak 18 door de twee zaagsneden 123 en 124 niet geheel is doorgesneden. Daartoe dient een derde zaagsnede 125, die in hoofdzaak 35 evenwijdig is gericht aan het zijvlak 12, en die reikt vanaf de bovenrand 138 van het door de eerste zaagsnede 123 gedefinieerde eerste eindvlak 133 (d.w.z. de lijn 123a in figuur 8B) naar de onderrand 148 van het door de tweede zaagsnede 124 gedefinieerde tweede eindvlak 134 (d.w.z. de t028399- 14 lijn 124a in figuur 8C). Deze derde zaagsnede 125, gestippeld aangeduid in figuur 8E, definieert een zaagrand 143 in het steunvlak 18, en definieert een verticaal zaagvlak 139 evenwijdig aan het zijvlak 12.Figure 8F further illustrates that the support surface 18 is not completely cut through by the two saw cuts 123 and 124. A third saw cut 125 serves for this purpose, which is directed substantially parallel to the side surface 12, and extends from the upper edge 138 of the first end face 133 defined by the first saw cut 123 (ie the line 123a in Figure 8B) to the lower edge 148. of the second end face 134 defined by the second cut 124 (i.e., the line 28a in Figure 8C). This third saw cut 125, indicated in broken lines in Fig. 8E, defines a sawing edge 143 in the support surface 18, and defines a vertical sawing surface 139 parallel to the side surface 12.
55
Aangezien het onderuiteinde van het andere stijl-profielstuk 77 spiegelsymmetrisch is met het onder-uiteinde 111 van het stijlprofielstuk 80, is een nadere bespreking daarvan niet nodig.Since the lower end of the other post profile piece 77 is mirror symmetrical with the lower end 111 of the post profile piece 80, a further discussion thereof is not necessary.
1010
Nu kan het onder-uiteinde 111 van het stijlprofielstuk 80 worden vastgelast aan het eerste uiteinde 103 van het onder-dorpelprofielstuk 102. Eerst worden, desgewenst, versterkingsprofielen (64 in de figuren 4 en 6) ingebracht in 15 de respectieve opneemkamers 63, en vastgezet. Dan worden de twee profielstukken 80 en 102 in de beoogde positie naast elkaar geplaatst, waarbij de beide 45°-vlakken 131 en 133 tegen elkaar komen te liggen. De genoemde twee 45°-vlakken 131 en 133 kunnen nu, op op zich bekende wijze, met behulp van een 20 vlakke lasspiegel aan elkaar vast worden gelast. De zijvlak-onderrand 141 van het buitenzijvlak 12 van het stijlprofielstuk 80 komt daarbij aan te liggen tegen het bovenvlak 32 van het onderdorpelprofielstuk 102, zonder dat het nodig is het stij1-binnenvlak 12 vast te lassen aan de onderdorpel. Evenzo 25 komt de steunvlak-onderrand 142 aan te liggen tegen het bovenvlak 32 van het onderdorpelprofielstuk 102, zonder dat het nodig is deze onderrand 142 vast te lassen aan de onderdorpel. Evenzo komt het horizontale onderrandgedeelte 144 van het stijlfrontvlak 11, gevormd door de tweede zaagsnede 124, aan 30 te liggen tegen het bovenvlak 32 van het onderdorpelprofielstuk 102, zonder dat het nodig is dit onderrandgedeelte 144 vast te lassen aan de onderdorpel. Belangrijk is, dat de de hoofdkamer 63 omgevende wanden 56, 59, 62, 43 van het onderdorpelprofielstuk 102 volledig zijn vastgelast aan de 35 corresponderende wanden van het stijlprofielstuk 80. Hierdoor definiëren de vier kozijn-profielstukken 72, 77, 80, 102 tezamen een ring-vormige hoofdkamer 63, die geheel is afgesloten, zodat daar geen vocht in kan binnendringen, 1026399- 15 hetgeen zou kunnen leiden tot roestvorming van de versterkingsprofielen 64.Now the bottom end 111 of the post profile piece 80 can be welded to the first end 103 of the bottom sill profile piece 102. First, if desired, reinforcement profiles (64 in Figs. 4 and 6) are inserted into the respective receiving chambers 63, and secured . The two profile pieces 80 and 102 are then placed side by side in the intended position, the two 45 ° faces 131 and 133 coming to lie against each other. The said two 45 ° planes 131 and 133 can now be welded together in a manner known per se with the aid of a flat welding mirror. The side surface lower edge 141 of the outer side surface 12 of the post profile piece 80 thereby comes to abut against the top surface 32 of the bottom sill profile piece 102, without it being necessary to weld the style inner surface 12 to the bottom sill. Likewise, the supporting surface lower edge 142 comes to abut against the upper surface 32 of the bottom sill profile piece 102, without it being necessary to weld this bottom edge 142 to the bottom sill. Similarly, the horizontal lower edge portion 144 of the post front face 11, formed by the second saw cut 124, comes to abut against the upper surface 32 of the bottom sill profile piece 102, without it being necessary to weld this bottom edge portion 144 to the bottom sill. It is important that the walls 56, 59, 62, 43 of the bottom section profile piece 102 surrounding the main chamber 63 are fully welded to the corresponding walls of the post profile section 80. As a result, the four frame section sections 72, 77, 80, 102 together define a main chamber 63, which is completely sealed, so that no moisture can penetrate into it, which could lead to rusting of the reinforcement profiles 64.
Figuur 9 is een schematisch perspectiefaanzicht van de 5 aldus verkregen hoekverbinding. De (open) naad tussen het buitenzijvlak 12 van de stijl 5 en het buitenbovenvlak 32 van de onderdorpel 3 is aangeduid met het verwijzingscijfer 151.Figure 9 is a schematic perspective view of the corner connection thus obtained. The (open) seam between the outer side face 12 of the post 5 and the outer upper face 32 of the bottom sill 3 is indicated by the reference numeral 151.
De (open) naad tussen het horizontale onderrandgedeelte 144 van het frontvlak 11 van de stijl 5 en het frontvlak 31 10 van de onderdorpel 3 is aangeduid met het verwijzingscijfer 152. Te zien valt, dat deze naad 152 samenvalt met de bovenrand 93 van het frontvlak 31 van de onderdorpel 3.The (open) seam between the horizontal lower edge portion 144 of the front face 11 of the post 5 and the front face 31 of the bottom sill 3 is indicated by the reference numeral 152. It can be seen that this seam 152 coincides with the upper edge 93 of the front face 31 of the threshold 3.
De gesloten naad tussen het frontvlak 11 van de stijl 5 en het frontvlak 31 van de onderdorpel 3 is aangeduid met het 15 verwijzingscijfer 153. Deze naad 153, die een hoek van 45° maakt met de horizontaal en met de verticaal, is gesloten bij de stap van het spiegellassen. Daarbij is het gebruikelijk, dat de twee te lassen onderdelen, in dit geval het stijl-profielstuk 80 en het onderdorpelprofielstuk 102, met enige 20 kracht tegen elkaar worden gedrukt, waarbij er gesmolten materiaal naar buiten wordt gedrukt. Dit is in figuur 9 weergegeven doordat deze naad 153 is getoond als een boven het oppervlak van de frontvlakken 11 en 31 uitstekende rib. In een nabewerkingsstap, bijvoorbeeld door middel van schuren, kan 25 deze verhoogde rib worden verwijderd, zodat deze naad 153 vrijwel niet meer zichtbaar is, zoals geïllustreerd in figuur 10, waar de naad 153 nu als een stippellijn is weergegeven.The closed seam between the front face 11 of the post 5 and the front face 31 of the sill 3 is indicated by the reference number 153. This seam 153, which makes an angle of 45 ° with the horizontal and with the vertical, is closed at the step of mirror welding. It is then customary for the two parts to be welded, in this case the post profile piece 80 and the bottom profile piece 102, to be pressed against each other with some force, whereby molten material is pressed out. This is shown in Figure 9 in that this seam 153 is shown as a rib projecting above the surface of the front faces 11 and 31. In a post-processing step, for example by means of sanding, this raised rib can be removed, so that this seam 153 is virtually no longer visible, as illustrated in figure 10, where the seam 153 is now shown as a dotted line.
Als het kozijn nog een verflaag ontvangt, is de naad 153 helemaal zo goed als onzichtbaar.If the frame still receives a layer of paint, the seam 153 is as good as invisible.
30 Volgens een verder aspect van de uitvinding kan in een nabewerkingsstap een horizontale groef 154 worden aangebracht in het frontvlak 11 van de stijl 5, in het verlengde van de naad 152 respectievelijk de bovenrand 93 van het frontvlak 31 van de onderdorpel 3. Hierdoor wordt visueel de impressie 35 gewekt, dat de stijl 5 op de onderdorpel 3 staat, zoals men gewend is bij de traditionele houten kozijnen.According to a further aspect of the invention a horizontal groove 154 can be provided in a post-processing step in the front face 11 of the post 5, in line with the seam 152 and the upper edge 93 of the front face 31 of the bottom sill 3. This visually the impression 35 that the style 5 is on the threshold 3, as one is used to with the traditional wooden frames.
Opgemerkt wordt, dat bij het vastlassen van het stijl-profielstuk 80 aan het onderdorpelprofielstuk 102 de uiteinden 1026399- 16 van deze profielstukken gedeeltelijk smelten en, bij het tegen elkaar aan drukken van deze profielstukken, gedeeltelijk weg worden gedrukt, zoals voor een deskundige op het gebied van kunststof-lassen duidelijk zal zijn. Aangezien de passing in ! ;5 de toestand na het lasproces van belang is, moet er bij het 1 ‘! zagen van de profielstukken rekening gehouden worden met het 1 ; "verdwijnende" materiaal, hetgeen in de praktijk een dikte van enkele millimeters kan hebben.It is noted that when welding the post profile piece 80 to the sill profile piece 102 the ends 1026399-16 of these profile pieces partially melt and, when pressed against these profile pieces, are partially pressed away, as for a person skilled in the art field of plastic welding will be clear. Since the passing in! ; 5 the condition after the welding process is important, there must be 1 "! sawing of the sections are taken into account with 1; "disappearing" material, which in practice can have a thickness of a few millimeters.
Dit betekent dat, in de gezaagde maar nog niet gelaste 10 toestand, de gedeelten van de profielstukken die corresponderen met de 45° lasnaad 153, enigszins extra materiaal bevatten. Dit is voor het onderdorpel-profielstuk 102 in een uitvergroot gedeelte bij figuur 7D geïllustreerd. Duidelijk is getoond, dat het buitenbovenvlak 92 reeds de correcte maat 15 heeft, maar dat het door de 45°-zaagsnede 121 gedefinieerde eerste eindvlak 131 enkele millimeters naar buiten is geplaatst, zodat de snijlijn 135 tussen dit eerste eindvlak 131 en het frontvlak 91 de door zaagsnede 122 gedefinieerde eindrand 137 van het buitenzijvlak 12 net niet snijdt. In de 20 uitvergroting van figuur 7D is het snijpunt van het door de 45°-zaagsnede 121 gedefinieerde eerste eindvlak 131 met de frontvlakbovenrand 93 aangeduid bij P, en is het snijpunt van het door de zaagsnede 122 gedefinieerde eindvlak 132 met de frontvlakbovenrand 93 aangeduid bij Q: te zien valt, dat deze 25 snijpunten P en Q een weinig ten opzichte van elkaar verschoven zijn.This means that, in the sawn but not yet welded state, the portions of the profile pieces corresponding to the 45 ° weld seam 153 contain somewhat extra material. This is illustrated for the bottom sill profile piece 102 in an enlarged part of Figure 7D. It is clearly shown that the outer upper surface 92 already has the correct dimension 15, but that the first end face 131 defined by the 45 ° cut 121 is placed a few millimeters outwards, so that the cutting line 135 between this first end face 131 and the front face 91 end edge 137 of outer side surface 12 defined by saw cut 122 does not intersect. In the enlargement of Fig. 7D, the intersection of the first end face 131 defined by the 45 ° cut 121 with the front face top edge 93 is indicated at P, and the intersection point of the end face 132 defined by the saw cut 122 is indicated with the front face top edge 93 at Q: it can be seen that these intersections P and Q have shifted slightly relative to each other.
Op vergelijkbare wijze bevat figuur 8F een uitvergroot gedeelte dat voor het stijlprofielstuk 80 toont, dat het door de 45°-zaagsnede 123 gedefinieerde eindvlak 133 enkele 30 millimeters naar buiten is geplaatst ten opzichte van het eindvlak 134, zodat de snijlijn 136 tussen eindvlak 133 en het frontvlak 11 de door zaagsnede 134 gedefinieerde eindrand 144 van het frontvlak 11 net niet snijdt. In de uitvergroting van figuur 8F is het snijpunt van het door de 45°-zaagsnede 123 35 gedefinieerde eerste eindvlak 133 met de referentielijn 112 aangeduid bij R, en is het snijpunt van het door de zaagsnede 124 gedefinieerde eindvlak 134 met de referentielijn 112 aangeduid bij S: te zien valt, dat deze snijpunten R en S een weinig ten opzichte van elkaar verschoven zijn.Similarly, Fig. 8F contains an enlarged portion showing for the post profile piece 80 that the end face 133 defined by the 45 ° cut 123 is placed a few 30 millimeters outwards with respect to the end face 134, so that the cutting line 136 between end face 133 and the front face 11 just does not intersect the end edge 144 of the front face 11 defined by saw cut 134. In the enlargement of Fig. 8F, the intersection of the first end face 133 defined by the 45 ° cut 123 with the reference line 112 is indicated at R, and the intersection of the end face 134 defined by the saw cut 124 with the reference line 112 is indicated at R S: it can be seen that these intersections R and S have shifted slightly relative to each other.
40263 99* 1740263 99 * 17
Het moge duidelijk zijn dat de profielstukken 80 en 102 na het lassen precies passen, zoals geïllustreerd in figuur 9, maar dat dat nog niet het geval is voor het lassen: wanneer de gezaagde profielstukken tegen elkaar worden geplaatst, zijn de 5 naden 151 en 152 enkele millimeters breed; deze toestand is echter niet afzonderlijk in de figuren getoond.It will be clear that the sections 80 and 102 fit exactly after welding, as illustrated in Figure 9, but that this is not yet the case for welding: when the sawn sections are placed against each other, the seams are 151 and 152 a few millimeters wide; however, this state is not shown separately in the figures.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken 10 uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.It will be clear to a person skilled in the art that the invention is not limited to the exemplary embodiments discussed above, but that various variants and modifications are possible within the scope of the invention as defined in the appended claims.
Bij voorbeeld is het mogelijk dat het buitenzijvlak 12 van een stijl 5 een hoek ongelijk aan 90° maakt met het 15 corresponderende frontvlak 11, welke hoek ongelijk is aan de hoek a die het buitenbovenvlak 32 van een onderdorpel 3 maakt met het corresponderende frontvlak 31. Voorts is het mogelijk dat de frontvlakken 11 en 31 geheel of gedeeltelijk niet evenwijdig zijn aan het raamvlak 10, maar daarmee althans ten 20 dele gelijke hoeken maken en aldus een facetrand definiëren.For example, it is possible that the outer side surface 12 of a post 5 makes an angle unequal to 90 ° with the corresponding front surface 11, which angle is unequal to the angle α that makes the outer top surface 32 of a bottom sill 3 with the corresponding front surface 31. Furthermore, it is possible that the front faces 11 and 31 are wholly or partly not parallel to the window face 10, but that they at least partly make equal angles and thus define a facet edge.
1026399-1026399-
Claims (15)
Priority Applications (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1026399A NL1026399C2 (en) | 2004-06-11 | 2004-06-11 | Plastic frame. |
| EP05076376A EP1605129A1 (en) | 2004-06-11 | 2005-06-13 | Plastic Window Frame |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1026399 | 2004-06-11 | ||
| NL1026399A NL1026399C2 (en) | 2004-06-11 | 2004-06-11 | Plastic frame. |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL1026399C2 true NL1026399C2 (en) | 2005-12-14 |
Family
ID=34938339
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL1026399A NL1026399C2 (en) | 2004-06-11 | 2004-06-11 | Plastic frame. |
Country Status (2)
| Country | Link |
|---|---|
| EP (1) | EP1605129A1 (en) |
| NL (1) | NL1026399C2 (en) |
Families Citing this family (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE102009002159A1 (en) | 2009-04-02 | 2010-10-07 | Profine Gmbh | Method for connecting plastic-hollow chamber profiles in corner region of e.g. window, involves covering overleap joint of plastic-hollow chamber profile with overleap joint-notch of another plastic-hollow chamber profile |
| EP2236723B1 (en) | 2009-04-02 | 2015-09-02 | profine GmbH | Method of making a corner connection with hollow plastic profiles |
| NL2002740C2 (en) * | 2009-04-09 | 2010-10-12 | Hanssen Beleggingen B V | CORNER CONNECTION FOR A FRAME, DOOR OR WINDOW OF PLASTIC PROFILES AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM. |
Citations (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE7519261U (en) * | 1975-10-09 | Hoenerloh K | Plastic window frames | |
| WO1996012863A1 (en) * | 1994-10-19 | 1996-05-02 | Andersen Corporation | Joint structure and method of manufacture |
| US6076314A (en) * | 1994-01-18 | 2000-06-20 | Sli, Inc. | Window frame |
-
2004
- 2004-06-11 NL NL1026399A patent/NL1026399C2/en not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-06-13 EP EP05076376A patent/EP1605129A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE7519261U (en) * | 1975-10-09 | Hoenerloh K | Plastic window frames | |
| US6076314A (en) * | 1994-01-18 | 2000-06-20 | Sli, Inc. | Window frame |
| WO1996012863A1 (en) * | 1994-10-19 | 1996-05-02 | Andersen Corporation | Joint structure and method of manufacture |
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| EP1605129A1 (en) | 2005-12-14 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| US8464480B2 (en) | Modular fenestration system | |
| NL1026399C2 (en) | Plastic frame. | |
| GB2430720A (en) | Frame construction | |
| CZ157993A3 (en) | Metallic frame | |
| KR101451201B1 (en) | Exterior materials for bridge structure | |
| EP0509943A1 (en) | Reveal covering window or door frame | |
| NL1016724C2 (en) | Tile wall comprising posts and panels, has panel plates held together by spacer elements with wing parts clamped between posts and fixing parts | |
| FR2560243A2 (en) | Device for protection and visualisation intended to be fitted onto concrete lane separators. | |
| FR2570748A1 (en) | Device for simplified assembly of various parts of windows, doors, and similar openings, made of wood, as well as any furniture arrangement | |
| NL2004372C2 (en) | CORNER CONNECTION FOR A FRAME, DOOR OR WINDOW OF PLASTIC PROFILES AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM. | |
| FR2700644A1 (en) | Electrical or electronic equipment cabinet with internal hinged frame | |
| BE1010205A3 (en) | Prefabricated construction and elements used to make it | |
| FR2550269A1 (en) | FRAME STRUCTURE FOR THE PRODUCTION OF DOORS, WINDOWS, WALLS AND THE LIKE | |
| NL2012147C2 (en) | FRAME SYSTEM AND PROFILE STRUCTURE SUITABLE FOR SUCH A FRAME SYSTEM. | |
| FR3093752A1 (en) | Metal curtain, particularly for cyclonic protection | |
| BE1025265B1 (en) | Gate wing and method for its manufacture | |
| CN217080195U (en) | Connecting piece capable of combining wood-aluminum door and window sash | |
| RU80182U1 (en) | UNIVERSAL CAMERA FOR DOOR BOX | |
| FR2683240A1 (en) | CABIN OF SOUND. | |
| EP1722065A1 (en) | Panel of hollow reinforcement beams | |
| JPH0886164A (en) | Water drip tool | |
| IT202000014404A1 (en) | DOOR DEVICE | |
| NL8600940A (en) | STUMP DOOR. | |
| FR2763352A1 (en) | Cladding system for buildings using panels | |
| NL8303719A (en) | Window-frame tubular profiled section - has central chamber without flanges and adjacent ones with flanges forming grooves |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| PD2B | A search report has been drawn up | ||
| V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140101 |