NL1024190C2

NL1024190C2 - Lokalisatiesysteem en werkwijze voor het lokaliseren van objecten of dieren met behulp van een dergelijk lokalisatiesysteem.

Info

Publication number: NL1024190C2
Application number: NL1024190A
Authority: NL
Inventors: George Johannes Ferdinand Blom; Martijn Schimmer
Original assignee: Highteegolf B V
Priority date: 2003-04-15
Filing date: 2003-08-29
Publication date: 2004-11-15
Also published as: EP1616204A2; WO2004092773A3; AU2004230733B2; US20070171063A1; WO2004092773A2; JP2007528983A; AU2004230733A1; US7649466B2; CA2522197A1; JP4555817B2

Description

V f

Lokalisatiesysteem en werkwijze voor het lokaliseren van objecten of dieren met behulp van een dergelijk lokalisatiesysteem

De uitvinding heeft betrekking op een lokalisatiesysteem. De uitvinding heeft voorts 5 betrekking op een werkwijze voor het lokaliseren van objecten of dieren met behulp van een dergelijke lokalisatiesysteem.

In bepaalde situaties kan het gewenst zijn om specifieke (groepen van) objecten of dieren, in het bijzonder personen, te volgen, te traceren of anderszins te lokaliseren. Bij 10 vermissing van bepaalde objecten, zoals bijvoorbeeld voertuigen, sieraden, sportbenodigdheden, of andersoortige al dan niet waardevolle producten, kan lokalisatie van deze objecten gewenst zijn, teneinde deze object bijvoorbeeld te kunnen retourneren aan de rechtmatige eigenaar. Daarnaast kan het tevens gewenst zijn om bepaalde dieren, met als species de mens, op te sporen of te volgen. Bijvoorbeeld 15 ingeval van vermissing van kinderen in een bepaald gebied, zoals een pretpark, of ingeval van vermissing van personen tijdens verdenking van een misdrijf, is het doorgaans van groot belang om deze vermiste personen zo spoedig mogelijk op te sporen. Tevens kan het gewenst zijn om (een groep) dieren te volgen vanuit bijvoorbeeld wetenschappelijk of veiligheidsoogpunt. In de stand van techniek zijn 20 diverse technieken bekend om objecten of dieren te lokaliseren. In de stand van techniek is bijvoorbeeld bekend om dieren te voorzien van een chip, welke chip met behulp van een radiogolven kan worden getraceerd. Alzo kan het dier worden gelokaliseerd. Nadeel van deze techniek is echter dat het - vanwege de relatief lage accuratesse en beperkte reikwijdte van het bekende systeem - doorgaans relatief 25 moeizaam is om de chip en aldus het dier te lokaliseren met behulp van het bekende systeem.

De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterd systeem, waarmee objecten of dieren, in het bijzonder personen, op relatief eenvoudige en accurate wijze 30 kunnen worden gelokaliseerd.

De uitvinding verschaft daartoe een lokalisatiesysteem, omvattende: middelen voor het genereren van een energetisch veld, waarbij het energetisch veld wordt gevormd door één of meerdere pulsstromen, ten minste één stoororgaan voor het lokaal storen van het Η I 2 I energetisch veld, detectiemiddelen voor het detecteren van de lokale storing van het I energetisch veld, en een met de detectiemiddelen gekoppelde besturingseenheid voor het op basis van de gedetecteerde lokale storing lokaliseren van het stoororgaan.

I Middels het systeem overeenkomstig de uitvinding is het mogelijk een object of dier I 5 voorzien van een stoororgaan in een energetisch veld op elk willekeurig tijdstip snel, I effectief en accuraat te lokaliseren. De positie van het object of dier kan daarbij, I afhankelijk van de toepassing, zowel tweedimensionaal als driedimensionaal, worden bepaald. Het genereren van het energetisch veld in het systeem overeenkomstig de I uitvinding geschiedt via pulsstromen middels Ultrawideband (uwb) technologie. Uwb I 10 maakt het mogelijk per tijdseenheid relatief grote hoeveelheden data (tussen circa 50 en I circa 1000 megabit per seconde, doch in het bijzonder tot circa 600 megabit per I seconde) te versturen. De pulsen per sé bevatten als relatief kleine energiestootjes geen data, doch door de pulsen een fractie eerder of later dan een basispatroon te verzenden wordt het evenwel mogelijk digitale data op zeer hoge snelheid te versturen. In het I 15 systeem overeenkomstig de uitvinding wordt bewust een door pulsstromen gevormd I energetisch veld toegepast, daar andersoortige energetische velden, bijvoorbeeld wifi- I netwerken diverse nadelen bezitten. Alzo wordt niet langer gebruik gemaakt van H elektromagnetische (sinusvormige) golven met een bepaalde schaarse etherfrequentie, maar wordt gebruik gemaakt van elektromagnetische pulsen die via een unieke I 20 maximale bandbreedte (frequentiespectrum) worden verstuurd op onbelemmerde en niet-merkbare wijze. Door het relatieve brede frequentiespectrum is de energie per frequentie relatief laag, doorgaans zelfs veel lager dan de ruisdrempel, waardoor het I Uwb-signaal andersoortige elektromagnetische energiestromen niet of nauwelijks zal storen. Interferentie zal derhalve bij toepassing van pulsstromen niet voorkomen.

25 Daarnaast is de maximale overdrachtssnelheid van gegevens via pulsen vele malen hoger dan de overdrachtssnelheid van gegevens via elektromagnetische straling. Bij voorkeur zijn de pulsstromen opgebouwd uit dicht op elkaar volgende ultrakorte pulsen, teneinde de overdrachtssnelheid van gegevens verder te verhogen. De middelen voor het genereren van het energetisch veld en de detectiemiddelen zijn bij voorkeur met 30 elkaar geïntegreerd. Het gegenereerde energetisch veld kan zowel een relatief klein als een relatief groot gebiedsoppervlak bestrijken. Alzo is het bijvoorbeeld mogelijk slechts een vooraf bepaald (kleinschalig) gebied, zoals een tankstation, een pretpark, een natuurgebied et cetera, te laten bestrijken door het energetisch veld, teneinde zich daarin bevindende objecten of dieren te kunnen traceren. Het is echter tevens mogelijk om een 3 \ : energetisch veld te genereren dat zich uitstrekt over relatief grote gebiedsoppervlakken, en bijvoorbeeld regionaal, nationaal of zelfs globaal van aard is. Met behulp van het lokalisatiesysteem overeenkomstig de uitvinding kunnen vermiste of gezochte objecten en dieren, in het bijzonder mensen, op relatief eenvoudige, efficiënte en accurate wijze 5 worden getraceerd en worden opgespoord.

In een voorkeursuitvoering zijn de middelen voor het genereren van het energetisch veld ingericht voor het uitzenden van pulsbundels van meerdere pulsstromen, waarbij ten minste twee pulsstromen van een pulsbundel onderling ten minste in hoofdzaak 10 parallel zijn georiënteerd. Door het pulssignaal óp te delen in meerdere parallelle pulsstromen behoeven de van de pulsstromen deel uitmakende pulsen elkaar niet zeer dicht te volgen om de overdrachtssnelheid te verhogen. Dit heeft als voordeel dat de detectiemiddelen minder gevoelig, en aldus doorgaans minder kostbaar, te worden uitgevoerd. In een bijzondere voorkeursuitvoering omvat elke pulsbundel negen 15 pulsstromen, welke pulsstromen onderling ten minste in hoofdzaak parallel zijn georiënteerd. Het opbouwen van elke pulsbundel uit negen onderling parallel georiënteerde pulsstromen is doorgaans bijzonder voordelig, daar dit de betrouwbaarheid van het systeem aanzienlijk ten goede komt. De pulsen worden alzo op voldoende afstand van elkaar verstuurd, waardoor foutcorrectiesystemen doorgaans niet 20 langer noodzakelijk zijn.

In een voorkeursuitvoering is het stoororgaan aangebracht op ten minste één object; Deze objecten kunnen zeer divers van aard zijn, maar betreffen veelal waardevolle objecten, zoals bijvoorbeeld sieraden, dragers van confidentiële informatie, voertuigen, 25 et cetera, Het is daarnaast tevens mogelijk om het stoororgaan aan te brengen op of in dieren. Het is tevens mogelijk om personen te voorzien van een stoororgaan, waardoor personen kunnen worden gelokaliseerd. Teneinde voldoende privacy te waarborgen zal het lokaliseren van gezochte personen doorgaans slechts onder strikte condities kunnen geschieden.

30

In een andere voorkeursuitvoering is het stoororgaan ingericht voor storing van het energetisch veld op unieke wijze. Ingeval meerdere objecten of dieren in een energetisch veld worden gebracht kan de lokalisatie van elk object of dier geschieden op afzonderlijke wijze, waarbij verwarringsgevaar voorkomen kan worden. Alzo kan m Jhk £ >. 1 V.

I 4 I bijvoorbeeld elk object of dier zijn voorzien van een eigen, uniek stoororgaan. In een I voorbeeld is het zelfs denkbaar dat elke veldspeler van een veldsport, zoals bijvoorbeeld I voetbal, tennis en (ijs)hockey, is voorzien van een uniek stoororgaan, waardoor op elk willekeurig moment de (onderlinge) positie kan worden vastgesteld van de veldspelers.

I 5 Voor een uitgebreide beschrijving voor het lokaliseren van sportbenodigdheden wordt verwezen naar het eigen Nederlandse octrooi schrift NL 1023183, waarvan de materie hierin door middel van referentie is opgenomen.

I Zoals reeds beschreven omvat het systeem overeenkomstig de uitvinding een 10 stoororgaan dat is ingericht voor het lokaal storen van het energetisch veld. Het lokaal I storen Yan de pulsstromen, bij voorkeur pulsbundels, dient breed te worden geïnterpreteerd. In een voorkeursuitvoering is het stoororgaan ingericht voor reflectie I van de pulsstromen. Aldus vindt prima facie slechts terugkaatsing van de pulsstromen I plaats. Alsdan wordt de voortplantingsrichting van de pulsstromen gewijzigd I 15 (verstoord), hetgeen door de detectiemiddelen kan worden gedetecteerd. Het detecteren van reflectie van pulsstromen kan tevens worden aangeduid als een radargerelateerde I technologie. In een andere voorkeursuitvoering is het stoororgaan ingericht voor I bewerking van de pulsstromen. Bij bewerking van de pulsstromen wordt met name de I onderlinge oriëntatie van de pulsen ten opzichte van het basispatroon gewijzigd 20 (verstoord), hetgeen tevens kan worden vastgesteld door de detectiemiddelen.

I Bij voorkeur wordt het stoororgaan gevormd door een chip. De chip is doorgaans I relatief klein en kan veelal eenvoudig worden ingébracht in of op het object of dier. De I chip wordt bij voorkeur voorzien van een hoeveelheid elektrische energie, teneinde het I 25 pulsenpatroon van het energetische veld te kunnen bewerken.

I In een andere voorkeursuitvoering wordt het stoororgaan gevormd door een coating op I het object of dier. Een coating is doorgaans op relatief eenvoudige en goedkope wijze I aan te brengen op het betreffende object of dier. De coating is doorgaans met name I 30 ingericht voor reflectie van pulsstromen. Naast een chip en een coating kan het stoororgaan tevens op een andersoortige wijze zijn vormgegeven Alzo kan het I stoororgaan bijvoorbeeld tevens worden gevormd door ten minste één materiaaldeel waaruit het object is vervaardigd.

1 * 5

Het systeem is bij voorkeur voorzien van met de besturingseenheid communicerende visuele middelen voor weergave van de locatie van het gedetecteerde object of dier. De visuele middelen zijn kunnen daarbij zowel fysiek aan de besturingseenheid zijn verbonden, doch zijn doorgaans op afstand van de besturingseenheid gepositioneerd. De 5 communicatie tussen de besturingseenheid en de visuele middelen geschiedt draadloos bij voorkeur via elektromagnetische straling, bijvoorbeeld via een wifi-netwerk. Aan het doorgeven van gegevens van de besturingseenheid aan de visuele middelen worden doorgaans minder stringente technische eisen gesteld. In een andere voorkeursuitvoering geschiedt de communicatie tussen de besturingseenheid en de 10 visuele middelen tevens draadloos, doch echter via pulsstromen. De visuele middelen kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door of deel uitmaken van een draagbare, bij voorkeur door een gebruiker in de hand te houden, inrichting. Niet-limitatieve voorbeelden hiervan kunnen zijn: een PDA, een XDA en een WDA.

15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het lokaliseren van objecten of dieren met behulp van een dergelijk lokalisatiesysteem, omvattende de stappen: A) het genereren van een energetisch veld, waarbij het energetisch veld wordt gevormd door één of meerdere pulsstromen, B) het in het energetisch veld brengen van ten minste één object of dier voorzien van ten minste één stoororgaan voor het lokaal 20 storen van het energetisch veld, C) het detecteren van de lokale storing van het energetisch veld, en D) het op basis van de gedetecteerde lokale storing lokaliseren van het object of dier. Alzo kunnen objecten of dieren op relatief efficiënte, nauwkeurige, en snelle wijze worden gelokaliseerd in het energetisch veld. Verdere voordelen van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding zijn reeds bovengaand beschreven.

25

In een voorkeursuitvoering van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding is de werkwijze voorzien van een stap E) omvattende het na het op basis van de gedetecteerde lokale storing lokaliseren van het object óf dier overeenkomstig stap D) visualiseren van de locatie van het object of dier. Door visualisatie van het object of dier 30 kan een persoon snel en duidelijk de positie bepalen van het betreffende object of dier in een energetisch veld.

In weer een andere voorkeursuitvoering wordt, tijdens het uitvoeren van stap B), een persoon voorzien van ten minste één stoororgaan in het energetisch veld gebracht voor I 6 I het lokaal storen van het energetisch veld. Alzo kunnen personen, in het bijzonder kinderen, in een bepaald gebied, zoals bijvoorbeeld een pretpark, stad, natuurgebied, et I cetera, relatief snel en accuraat worden getraceerd.

I 5 De uitvinding wordt verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven I niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: I figuur 1 een schematisch aanzicht op een eerste voorkeursuitvoering van een systeem overeenkomstig de uitvinding, I figuur 2 een schematisch aanzicht op een tweede voorkeursuitvoering van een systeem I 10 overeenkomstig de uitvinding, en I figuur 3 een schematisch aanzicht op een derde voorkeursuitvoering van een systeem I overeenkomstig de uitvinding.

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht op een eerste voorkeursuitvoering van een 15 systeem 1 overeenkomstig de uitvinding. In figuur 1 wordt een bovenaanzicht op een I natuurgebied 2 getoond, waarin het systeem 1 is opgenomen. Het systeem 1 is ingericht voor lokalisatie van specifieke dieren 3 en personen 4 in het natuurgebied 2. Het I systeem 1 omvat daartoe meerdere zender/ontvangereenheden 5 voor het uitzenden respectievelijk ontvangen van pulsbundels 6. De pulsbundels 6 zijn in dit I 20 uitvoeringsvoorbeeld opgebouwd uit een tweetal onderling ten minste in hoofdzaak I parallel georiënteerde pulsstromen 7. Het geheel van pulsbundels 6 vormt een energetisch veld dat het gehele natuurgebied 2 bestrijkt. De zender/ontvangereenheden I zijn onderling gekoppeld en zijn voorts gekoppeld aan een besturingseenheid 8. De besturingseenheid 8 is ingericht voor communicatie met elk der I 25 zender/ontvangereenheden 5. De besturingseenheid 8 is daarbij gekoppeld aan een scherm 9. De zich in het natuurgebied 2 bevindende dieren 3 en personen 4 zijn elk I voorzien van een unieke (niet-weergegeven) chip voor het lokaal storen van de pulsbundels 6 van het gegenereerde energetische veld. Ter verduidelijking zijn de I verstoorde pulsbundels 10 in figuur 1 na storing door de chip op unieke wijze H 30 vormgegeven. De zender/ontvangereenheden 5 zijn ingericht voor het ontvangen van deze bewerkte pulsbundels 10, aan de hand waarvan met behulp van de I besturingseenheid 8 de exacte locatie van het betreffende dier 3 of betreffende persoon 4 kan worden vastgesteld. Gegevens hieromtrent kunnen voorts worden weergegeven op het scherm 9. Met behulp van het getoonde systeem 1 overeenkomstig de uitvinding * 7 kunnen zowel dieren 3 als personen 4 relatief snel en accuraat worden getraceerd.

Vanuit bijvoorbeeld wetenschappelijk, criminologisch, of veiligheidsoogpunt kan een dergelijke relatief snelle en accurate determinatie van groot belang zijn.

5 Figuur 2 toont een schematisch aanzicht op een tweede voorkeursuitvoering van een systeem 11 overeenkomstig de uitvinding. Het systeem 11 is in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld geïmplementeerd in een tankstation 12 voor motorvoertuigen 13. Het systeem 11 omvat thans zendmiddelen 14 voor het genereren van een op pulsstromen 15 gebaseerd energetisch veld. Het motorvoertuig 13 is voorzien van een 10 unieke chip 16 die als stoorzender fungeert voor het opgewekte energetische veld. De op de unieke chip 16 invallende pulsstromen 15 worden door de chip 16 op unieke wijze getransformeerd tot afwijkende (gemuteerde) pulsstromen 17. De pulsstromen 17 kunnen worden opgevangen door met het tankstation 12 verbonden ontvangmiddelen 18. De ontvangmiddelen 18 zijn gekoppeld aan een (niet-weergegeven) in een netwerk 15 opgenomen besturingseenheid, met behulp waarvan de aanwezigheid van het motorvoertuig 13 bij het tankstation 12 kan worden vastgesteld. Het systeem 11 overeenkomstig de uitvinding kan derhalve zeer goed worden ingezet voor het traceren van gezochte, in het bijzonder gestolen, motorvoertuigen 13. Eventueel kan bij tracering van bepaalde (gezochte) motorvoertuigen 13 een alarm 19 worden geactiveerd. Dit kan 20 tevens een stil alarm zijn, teneinde ongemerkt de lokale autoriteiten te kunnen waarschuwen. Op deze wijze is het mogelijk het aantal onopgeloste motorvoertuigdiefstallen te minimaliseren, althans te reduceren. In dit kader wordt bij voorkeur evenwel (nagenoeg) elk tankstation 12 in een bepaalde regio voorzien van het systeem 11 overeenkomstig de uitvinding.

25

Figuur 3 toont een schematisch aanzicht op een derde voorkeursuitvoering van een systeem 20 overeenkomstig de uitvinding. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is het systeem 20 toegepast in een pretpark 21. Het systeem 20 wordt thans met name ingezet voor het lokaliseren van, met name zoekgeraakte, kinderen 22. In elke hoek van het 30 pretpark 21 is een pulsengenerator 23 gestationeerd voor het genereren van een energetisch veld. De pulsengenerator 23 is ingericht voor het genereren van pulsenbundels 24, waarbij elke pulsenbundel 24 bestaat uit een drietal onderling ten minste in hoofdzaak parallel georiënteerde pulsenstromen 25. Het gegenereerde energetisch veld beslaat (nagenoeg) het volledige pretpark 21. De kinderen 22 zijn aan I 8 I een entree 26 van het pretpark 21 voorzien van een (niet-weergegeven) unieke sticker, waarbij de sticker is ingericht voor het op unieke wijze verstoren van het energetisch I veld. De sticker is daarbij bijvoorbeeld voorzien van een coating, een chip en/of een materiaallaag voor het op unieke wijze storen van het energetisch veld. Tevens worden I 5 aan de entree 26 de gegevens van het kind en de unieke sticker onderling gekoppeld en I ingevoerd in een database. De verstoring van het energetische veld kan worden I geregistreerd door een centrale ontvanger 27. Zowel de pulsengeneratoren 23 als de I centrale ontvanger 27 zijn gekoppeld aan een besturingssysteem dat kan worden I bestuurd vanaf de entree 26 van het pretpark 21. Ingeval van het zoekraken van een I 10 kind 22 kunnen bijvoorbeeld de ouders dit melden aan de entree 26, of bij een andere (niet-weergegeven) meldlocatie in het pretpark 21, waardoor het verloren kind 22 via de I database direct en accuraat kan worden gelokaliseerd met behulp van het systeem 20 I overeenkomstig de uitvinding. Alzo kan het langdurig verloren raken van een kind 22 in I het pretpark 21 worden voorkomen, of althans worden tegengaan.

I Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande I conclusies een groot aantal varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied I voor de hand zullen liggen.

Claims

1. Lokalisatiesysteem, omvattende: middelen voor het genereren van een energetisch veld, waarbij het energetisch 5 veld wordt gevormd door één of meerdere pulsstromen, ten minste één stoororgaan voor het lokaal storen van het energetisch veld, detectiemiddelen voor het detecteren van de lokale storing van het energetisch veld, en een met de detectiemiddelen gekoppelde besturingseenheid, voor het op basis 10 van de gedetecteerde lokale storing lokaliseren van het stoororgaan.

2. Lokalisatiesysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het genereren van het energetisch veld zijn ingericht voor het uitzenden van pulsbundels van meerdere pulsstromen, waarbij ten minste twee pulsstromen van een pulsbundel 15 onderling ten minste in hoofdzaak parallel zijn georiënteerd.

3. Lokalisatiesysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elke pulsbundel negen pulsstromen omvat, welke pulsstromen onderling ten minste in hoofdzaak parallel zijn georiënteerd. 20

4. Lokalisatiesysteem volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het stoororgaan is aangebracht op ten minste één object.

5. Lokalisatiesysteem volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het 25 stoororgaan is aangebracht op een dier.

6. Lokalisatiesysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het stoororgaan is aangebracht op een persoon.

7. Lokalisatiesysteem volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het stoororgaan is ingericht voor storing van het energetisch veld op unieke wijze.

8. Lokalisatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het stoororgaan is ingericht voor reflectie van de pulsstromen. I 10

9. Lokalisatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, I dat het stoororgaan is ingericht voor bewerking van de pulsstromen. I 5

10. Lokalisatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, I dat het stoororgaan wordt gevormd door een chip.

11. Lokalisatiesysteem volgens een der concliisies 1-9, met het kenmerk, dat het I stoororgaan wordt gevormd door een coating. I 10

12. Lokalisatiesysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, I dat het lokalisatiesysteem is voorzien van met de besturingseenheid communicerende I visuele middelen voor weergave van de locatie van het gedetecteerde stoororgaan. I 15

13. Lokalisatiesysteem volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de communicatie I tussen de besturingseenheid en de visuele middelen draadloos geschiedt via elektromagnetische straling.

14. Lokalisatiesysteem volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de communicatie I 20 tussen de besturingseenheid en de visuele middelen draadloos geschiedt via I pulsstromen.

15. Werkwijze voor het lokaliseren van objecten of dieren met behulp van een I lokalisatiesysteem volgens een der conclusies 1-14, omvattende de stappen: I 25 A) het genereren van een energetisch veld, waarbij het energetisch veld wordt I gevormd door één of meerdere pulsstromen, . B) het in het energetisch veld brengen van ten minste één object of dier voorzien van ten minste één stoororgaan voor het lokaal storen van het energetisch veld, C) het detecteren van de lokale storing van het energetisch veld, en

30 D) het op basis van de gedetecteerde lokale storing lokaliseren van het object of dier.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de werkwijze is voorzien van een stap E) omvattende het na het op basis van de gedetecteerde lokale storing lokaliseren van het object of dier overeenkomstig stap D) visualiseren van de locatie van het object of dier.

17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat tijdens het 5 uitvoeren van stap B) een persoon voorzien van ten minste één stoororgaan in het energetisch veld wordt gebracht voor het lokaal storen van het energetisch veld.