NL1014311C2

NL1014311C2 - Offshore platform assembly and dismantling apparatus for installation on boat, includes lifting means for increasing lifting capacity of arm for lifting superstructure

Info

Publication number: NL1014311C2
Application number: NL1014311A
Authority: NL
Inventors: Anton Coppens
Original assignee: Heerema Marine Contractors Nl
Priority date: 2000-02-08
Filing date: 2000-02-08
Publication date: 2001-08-09

Abstract

Lifting means are provided for increasing the lifting capacity of the arm (216) for supporting the superstructure (101). An apparatus for mounting or removing a superstructure (101) for a floating construction or a construction anchored to an underwater bed is connected to a boat and includes at least one lifting arm capable of supporting the superstructure. Lifting means are provided for increasing the lifting capacity of the arm(s).

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het plaatsen en/of verwijderen van een bovenbouw van een offshore-platformShort designation: Device for placing and / or removing a superstructure from an offshore platform

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het op een drijvende of een op een onderwaterbodem opgestelde constructie plaatsen van een bovenbouw, of het van de drijvende of de op de onderwaterbodem opgestelde constructie verwijderen van de 5 bovenbouw, waarbij de inrichting met een vaartuig verbonden is en ten minste een arm met een vrij uiteinde omvat, welke arm een hefvermogen heeft en is ingericht om de bovenbouw te dragen.The present invention relates to a device for placing a superstructure on a floating or a construction arranged on an underwater bottom, or removing the superstructure from the floating or the construction arranged on the underwater bottom, the device being connected to a vessel and comprises at least one arm with a free end, which arm has a lifting capacity and is adapted to support the superstructure.

In de praktijk omvat een bovenbouw ofwel dekconstructie van een offshore-platform een dek met daarop aangebracht een aantal 10 dekmodules, zoals onderkomens voor de bemanning, werkplaatsen, magazijnen en bijvoorbeeld hijs- en boorinrichtingen. Bij voorkeur worden dergelijke dekconstructies aan land opgebouwd en vervolgens in hun geheel op een reeds in zee geplaatste constructie of onderstel aangebracht. Een dergelijk onderstel kan bijvoorbeeld drijven zoals 15 een "Spar" of een "Tension Leg Platform", of het is op de zeebodem geplaatst. Deze werkwijze wordt gevolg om ervoor te zorgen dat een bouwoperatie op zee zo kort mogelijk is om zoveel mogelijk onafhankelijk te zijn van weersomstandigheden. Evenzo worden dekcon-structies bij het ontmantelen van offshore-platforms bij voorkeur in 20 hun geheel van het onderstel afgehaald om vervolgens naar land te worden getransporteerd en daar gedemonteerd te worden, waarna het onderstel afzonderlijk wordt gedemonteerd.In practice, a superstructure or deck construction of an offshore platform comprises a deck with a number of deck modules mounted thereon, such as accommodation for the crew, workshops, warehouses and, for example, hoisting and drilling equipment. Preferably, such deck constructions are built on land and subsequently mounted in their entirety on a construction or chassis already placed in the sea. Such a chassis can for instance float such as a "Spar" or a "Tension Leg Platform", or it is placed on the sea bottom. This method is followed to ensure that a construction operation at sea is as short as possible in order to be as independent as possible from weather conditions. Likewise, when dismantling offshore platforms, deck structures are preferably removed in their entirety from the undercarriage to then be transported to land and disassembled there, after which the undercarriage is disassembled separately.

In het Amerikaanse octrooischrift US 5.403.124 is een vaartuig beschreven dat dient voor het plaatsen van een platformbovenbouw op 25 een onderstel. Het vaartuig heeft een U-vormig deel dat speciaal is ontworpen om met de benen van het U-vormige deel om een platformonderstel te worden gepositioneerd. De dekconstructie van het platform heeft onder het dek een aantal dekbalken die op steunelementen op de benen van het U-vormige deel rusten tijdens het 3 0 transport naar het onderstel. Wanneer het vaartuig bij het reeds geplaatste onderstel van het platform is aangekomen, worden de benen 1014311 - 2 - van het U-vortnige deel om het boven het wateroppervlak uitstekende deel van het onderstel gepositioneerd, zodat de dekconstructie zich boven het onderstel bevindt. Op de beide benen van het U-vormige deel staan meerdere hijsinrichtingen die de dekconstructie van het U-5 vormige deel heffen en waarmee vervolgens de dekconstructie neergelaten wordt op het onderstel. De demontage van de dekconstructie van het onderstel met behulp van het vaartuig vindt in principe in omgekeerde volgorde plaats.US 5,403,124 discloses a vessel that serves to place a platform superstructure on a chassis. The vessel has a U-shaped part that is specially designed to be positioned with the legs of the U-shaped part around a platform undercarriage. The deck construction of the platform has a number of deck beams under the deck that rest on supporting elements on the legs of the U-shaped part during transport to the chassis. When the vessel has arrived at the already placed undercarriage of the platform, the legs 1014311-2 of the U-shaped part are positioned around the part of the undercarriage projecting above the water surface, so that the deck construction is above the undercarriage. On both legs of the U-shaped part there are several hoisting devices that lift the deck construction of the U-5 shaped part and with which the deck construction is then lowered onto the chassis. The dismantling of the deck construction of the undercarriage with the aid of the vessel takes place in principle in reverse order.

Het nadeel van een dergelijk vaartuig is dat het slechts 10 bruikbaar is voor het plaatsen of verwijderen van een specifieke platformbovenbouw en daardoor weinig flexibel in het gebruik is. De afmetingen zijn gefixeerd, zodat toepassing bij een grotere omvang van het onderstel niet meer mogelijk is. Een ander nadeel is dat hijsinrichtingen op het vaartuig zijn aangebracht, wat de constructie 15 duur en inflexibel maakt.The drawback of such a vessel is that it is only usable for placing or removing a specific platform superstructure and is therefore not very flexible in use. The dimensions are fixed, so that it is no longer possible to use it with a larger frame size. Another drawback is that hoisting devices are mounted on the vessel, which makes the construction expensive and inflexible.

Het doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen die de genoemde nadelen ondervangt.The object of the invention is to provide a device which obviates the above-mentioned drawbacks.

Dit doel wordt bereikt door een inrichting te verschaffen zoals is beschreven in conclusie 1.This object is achieved by providing a device as described in claim 1.

20 Het voordeel van een dergelijke inrichting is dat de inrichting aan een reeds bestaand vaartuig zware constructies kan dragen, waardoor er geen speciaal vaartuig gebouwd hoeft te worden, wat een kostenbesparing met zich mee brengt.The advantage of such a device is that the device can carry heavy structures on an existing vessel, so that no special vessel has to be built, which entails a cost saving.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de hefmiddelen een of 25 meer met lucht of ballastwater vulbare tanks, die zijn verbonden met de ten minste ene arm, en zich in het bijzonder in de arm bevinden. Door ballastwater te verwijderen uit de tanks en deze te vullen met lucht kan het dri j fvermogen, en daarmee het hefvermogen, van de arm vergroot worden.In a preferred embodiment, the lifting means comprise one or more tanks that can be filled with air or ballast water, which are connected to the at least one arm, and in particular are located in the arm. By removing ballast water from the tanks and filling it with air, the threefold power, and therefore the lifting power, of the arm can be increased.

30 In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de hefmiddelen een afzonderlijke hijsinrichting, die aangrijpt op de ten minste ene arm. Als hijsinrichting kan bijvoorbeeld een conventioneel kraanschip toegepast worden dat bij voorkeur kan aangrijpen op het vrije uiteinde van de ten minste ene arm, waardoor er geen uitzonderlijke 35 aanpassingen aan het vaartuig zelf nodig zijn om een groot hefvermogen van de ten minste ene arm te verkrijgen.In another preferred embodiment, the lifting means comprise a separate hoisting device, which engages the at least one arm. As a hoisting device, for instance, a conventional crane vessel can be used, which can preferably engage the free end of the at least one arm, so that no exceptional adjustments are required to the vessel itself in order to obtain a large lifting capacity of the at least one arm.

In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de hefmiddelen ten minste een afzonderlijke drijver, zoals bijvoorbeeldIn yet another preferred embodiment, the lifting means comprise at least one separate float, such as, for example

101431H101431H

- 3 - een drijvende bak die bij voorkeur kan aangrijpen op het vrije uiteinde van de ten minste ene arm, wat als voordeel heeft dat er zonder veel aanpassingen aan het vaartuig zelf een groot hefvermogen wordt verkregen.- a floating box, which can preferably engage on the free end of the at least one arm, which has the advantage that a large lifting capacity is obtained without many adjustments to the vessel itself.

5 In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm is de ten minste ene arm voorzien van draagmiddelen voor het dragen van de bovenbouw, zoals een langwerpige vakwerkconstructie die steunt op, of is verbonden met de ten minste ene arm, waarbij de hefmiddelen kunnen aangrijpen op de draagmiddelen.In a further preferred embodiment, the at least one arm is provided with supporting means for supporting the superstructure, such as an elongated truss structure that rests on or is connected to the at least one arm, wherein the lifting means can engage on the supporting means.

10 De uitvinding zal verder worden toegelicht met deze en andere specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding aan de hand van de tekening waarin:The invention will be further elucidated with these and other specific embodiments of the invention with reference to the drawing, in which:

Fig. 1, 2b, 3 en 4 in zij-aanzicht een aantal stappen toont hoe een bovenbouw van een onderstel kan worden verwijderd of daarop 15 worden geplaatst met behulp van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding;Fig. 1, 2b, 3 and 4, in side view, a number of steps showing how a superstructure can be removed from or placed on a chassis using a first preferred embodiment of a device according to the invention;

Fig. 2a de opstelling van fig. 2b in bovenzicht toont;Fig. 2a shows the arrangement of fig. 2b in top view;

Fig. 5a en 5b in een boven- respectievelijk zij-aanzicht de toepassing tonen van een vaartuig voorzien van een inrichting volgens 20 fig. 1-4 in een alternatieve uitvoeringsvorm;Fig. 5a and 5b show in top and side view, respectively, the use of a vessel provided with a device according to fig. 1-4 in an alternative embodiment;

Fig. 6 in een zijaanzicht de toepassing toont van een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding;Fig. 6 shows in side view the application of another preferred embodiment of a device according to the invention;

Fig. 7 in een zijaanzicht de toepassing toont van een volgorde voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; 25 Fig. 8a en 8b in een boven- resp. zij-aanzicht de toepassing tonen van weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; enFig. 7 shows in side view the application of a sequence of preferred embodiments of a device according to the invention; FIG. 8a and 8b in a top and bottom resp. side view showing the use of yet another preferred embodiment of a device according to the invention; and

Fig. 9a en b in een boven- en zij-aanzicht de toepassing tonen van nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting 30 volgens de uitvinding.Fig. 9a and b show in top and side view the application of yet another preferred embodiment of a device 30 according to the invention.

In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzingscijfers betrekking op gelijke onderdelen of onderdelen met een gelijke functie.In the different figures, like reference numerals refer to like parts or parts with the same function.

In fig. l is een vaartuig 1 getoond. Het vaartuig 1 omvat een 35 bodemgedeelte 2 en een dekgedeelte 3 dat een in hoofdzaak rechthoekig dek 9 omvat (zie fig. 2a).In vessel 1 a vessel 1 is shown. The vessel 1 comprises a bottom section 2 and a deck section 3 comprising a substantially rectangular deck 9 (see Fig. 2a).

Het bodemgedeelte 2 omvat een bodem 4 met een in hoofdzaak rechthoekig oppervlak en langswanden 5, 6 die zich vanaf de bodem 4 1014311 - 4 - uitstrekken. Aan de achterzijde van het vaartuig 1 bevinden zich twee uitsparingen 11, 12 in het dekgedeelte 3 waar het dek 9 schuin afloopt en aansluit op het hek 8 van het vaartuig 1. De uitsparingen 11, 12 zijn gescheiden door een smal dekgedeelte 13 dat horizontaal 5 loopt en in het verlengde van het dek 9 ligt.The bottom part 2 comprises a bottom 4 with a substantially rectangular surface and longitudinal walls 5, 6 extending from the bottom 4 1014311-4. At the rear of the vessel 1 there are two recesses 11, 12 in the deck section 3 where the deck 9 slopes downwards and connects to the stern 8 of the vessel 1. The recesses 11, 12 are separated by a narrow deck section 13 which is horizontally 5 and is in line with deck 9.

Op het dek 9 zijn in de langsrichting aan weerszijden geleidingsbalken 14, 15 aangebracht.Guide beams 14, 15 are arranged on deck 9 in the longitudinal direction on both sides.

Het vaartuig 1 is symmetrisch ten opzichte van een verticaal middenlangsvlak. Het vaartuig 1 is inwendig voorzien van 10 compartimenten die dienst doen als ballasttank.The vessel 1 is symmetrical with respect to a vertical median longitudinal plane. The vessel 1 is internally provided with 10 compartments that serve as a ballast tank.

Het vaartuig 1 is aan een zijde voorzien van een kantelinrichting 16. Deze kantelinrichting 16 omvat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld twee kantelarmen 17, 18. Er zijn ook uitvoeringsvormen met een ander aantal kantelarmen mogelijk. De 15 kantelarmen 17, 18 zijn middels een scharnier 19 draaibaar aan het vaartuig 1 bevestigd. De kantelarmen 17, 18 zijn uitgevoerd als langwerpige drijvers, die gevuld kunnen worden met ballastwater om ze althans gedeeltelijk te laten zinken. Het ballastwater kan weggepompt worden om de kantelarmen 17, 18 te laten stijgen. Wanneer de 20 kantelarmen 17, 18 gefixeerd zijn ten opzichte van het vaartuig 1, dan kunnen ze gedeeltelijk zinken tezamen met een deel van het vaartuig 1 door een aantal ballasttanks van het vaartuig 1 vol te laten lopen met ballastwater.The vessel 1 is provided on one side with a tilting device 16. In the exemplary embodiment shown, this tilting device 16 comprises two tilting arms 17, 18. Embodiments with a different number of tilting arms are also possible. The tilting arms 17, 18 are rotatably attached to the vessel 1 by means of a hinge 19. The tilt arms 17, 18 are designed as elongated floats, which can be filled with ballast water to at least partially sink them. The ballast water can be pumped out to raise the tilt arms 17, 18. When the tilting arms 17, 18 are fixed with respect to the vessel 1, they can sink partly together with a part of the vessel 1 by filling a number of ballast tanks of the vessel 1 with ballast water.

In de figuren 1-5 ligt het bovenoppervlak 20 van de 25 kantelarmen 17, 18 ongeveer op dezelfde hoogte als het dek 9. De kantelarmen 17, 18 liggen in het verlengde van de geleidingsbalken 14, 15 die op het dek 9 zijn aangebracht.In figures 1-5 the top surface 20 of the tilting arms 17, 18 is approximately at the same height as the deck 9. The tilting arms 17, 18 are an extension of the guide beams 14, 15 which are arranged on the deck 9.

De toepassing van het vaartuig 1 met kantelinrichting 16 bij het verwijderen van een dekconstructie van een onderstel tijdens het 30 ontmantelen van een offshore-platform, dat bijvoorbeeld gebruikt wordt voor olie- of gasboringen, is in een aantal stappen getoond in fig. 1-4.The use of the vessel 1 with tilting device 16 in removing a deck construction from an undercarriage during the dismantling of an offshore platform, which is used for example for oil or gas drilling, is shown in a number of steps in fig. 1-4 .

In fig. 1 is getoond dat het vaartuig 1 met de kantelarmen 17, 18 naar een platform 100 is gekeerd. Het platform 100 omvat een 35 dekconstructie 101 met een platformdek 102 waarop verschillende dekmodules 103-108 zijn geplaatst. Onder het platformdek 102 bevinden zich dekbalken 109-112. Het platformdek 102 steunt via deze dekbalken 109-112 op een onderstel 120.In fig. 1 it is shown that the vessel 1 with the tilting arms 17, 18 is turned towards a platform 100. The platform 100 comprises a deck construction 101 with a platform deck 102 on which various deck modules 103-108 are placed. Deck beams 109-112 are located under platform deck 102. The platform deck 102 rests via these deck beams 109-112 on a chassis 120.

10T43f* ’ - 5 -10T43f * '- 5 -

Het onderstel 120 omvat een aantal poten 121 die onderling zijn verbonden door een vakwerkconstructie van horizontaal, verticaal en schuinverlopende balken of staven. De poten 121 zijn aan een uiteinde vastgezet in een onderwaterbodem 140 en steken aan het 5 andere uiteinde boven het wateroppervlak 141 uit. Op dit uitstekende deel van het onderstel 120 zijn de dekbalken 109-112 van de dekconstructie 101 bevestigd.The chassis 120 includes a plurality of legs 121 interconnected by a truss construction of horizontal, vertical and sloping beams or bars. The legs 121 are secured at one end in an underwater bottom 140 and protrude above the water surface 141 at the other end. The deck beams 109-112 of the deck construction 101 are mounted on this projecting portion of the chassis 120.

In fig. 2a en 2b is getoond hoe het vaartuig 1, bijvoorbeeld door niet nader getoonde sleepboten, naar het platform 100 toe is 10 verplaatst. De kantelarmen 17, 18 van het vaartuig 1 zijn om het bovenste deel van het onderstel 120 heen gepositioneerd. Het is ook mogelijk om de kantelarmen 17, 18 door openingen in het bovenste deel van het onderstel 120 aan te brengen. Het vaartuig 1 wordt nauwkeurig op zijn plaats gehouden door middel van ankers en/of sleepboten (niet 15 getoond).Figures 2a and 2b show how the vessel 1 has been moved towards the platform 100, for instance by tugs not shown in more detail. The tilt arms 17, 18 of the vessel 1 are positioned around the top portion of the chassis 120. It is also possible to arrange the tilt arms 17, 18 through openings in the upper part of the frame 120. The vessel 1 is accurately held in place by means of anchors and / or tugs (not shown 15).

Nadat de kantelarmen 17, 18 om het onderstel 120 zijn geplaatst, worden er in de dwarsrichting verstevigingsbalken 130-133 aangebracht die vast verbonden worden met de dekbalken 109-112 en die steunen op de kantelarmen 17, 18. Deze verstevigingsbalken 130-133 2 0 dienen voor het verstevigen van de dekconstructie 101 en het afsteunen en verdelen van het gewicht daarvan op de kantelarmen 17, 18.After the tilt arms 17, 18 are placed around the chassis 120, transverse reinforcement beams 130-133 are provided which are rigidly connected to the deck beams 109-112 and which rest on the tilt arms 17, 18. These reinforcement beams 130-133 2 0 serve to reinforce the deck construction 101 and to support and distribute its weight on the tilt arms 17, 18.

Fig. 3 illustreert de demontagefase waarin de dekbalken 109-112 los zijn gemaakt van het onderstel 120 en de dekconstructie 101 25 volledig via de verstevigingsbalken 130-133 op de kantelbalken 17, 18 rust. Nu kan de dekconstructie 101 van het onderstel 120 af worden genomen, waarbij deze nog steeds op de kantelarmen 17, 18 steunt. De dekconstructie 101 kan zo op de kantelarmen 17, 18 rustend getransporteerd worden, waarbij de kantelarmen 17, 18 zijn gevuld met 3 0 lucht. Het is ook mogelijk om voor het verdere transport van de dekconstructie 101 deze op het vaartuig 1 te plaatsen via de geleidingsbalken 14, 15, zoals is geïllustreerd in fig. 4. Dit kan noodzakelijk zijn voor het bereiken van een stabiele toestand voor het transport over zee, als ook om tijdens storm de belasting als 35 gevolg van golven op de kantelarmen te verminderen.Fig. 3 illustrates the disassembly phase in which the deck beams 109-112 are detached from the undercarriage 120 and the deck structure 101 rests completely on the tilt beams 17, 18 via the reinforcement beams 130-133. Now the deck construction 101 can be removed from the chassis 120, still supporting on the tilt arms 17, 18. The deck construction 101 can thus be transported resting on the tilting arms 17, 18, the tilting arms 17, 18 being filled with air. It is also possible, for the further transport of the deck construction 101, to place it on the vessel 1 via the guide beams 14, 15, as illustrated in Fig. 4. This may be necessary to achieve a stable condition for the transport over sea, as well as to reduce the load during storms due to waves on the tilt arms.

In fig. 5a en 5b is een andere uitvoeringsvorm van het vaartuig 1 weergegeven. Hierbij is de achterzijde van het vaartuig 1 verbreed ten opzichte van de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm (zie 1014311 - 6 - fig. 5a). Een stel kantelarmen 117, 118 is aan de achterzijde van het vaartuig 1 aangebracht. De kantelarmen 117, 118 kunnen door de verbreding een grotere afstand tot elkaar hebben, waardoor ook dekconstructies van offshore-platforms met een breder onderstel 5 verwijderd kunnen worden. De kantelarmen 117, 118 zijn in de dwarsrichting van het vaartuig 1 verplaatsbaar zodat hun positie aangepast kan worden aan de breedte van een onderstel 120 en er omheen passen.Figures 5a and 5b show another embodiment of the vessel 1. The rear of the vessel 1 has been widened with respect to the embodiment shown in Fig. 1 (see 1014311-6 - Fig. 5a). A set of tilt arms 117, 118 is mounted on the rear of the vessel 1. The tilt arms 117, 118 can have a greater distance from each other due to the widening, whereby deck constructions of offshore platforms with a wider base 5 can also be removed. The tilt arms 117, 118 are movable in the transverse direction of the vessel 1 so that their position can be adjusted to fit and fit around the width of a chassis 120.

In fig. 6 is een vaartuig 1 afgebeeld dat is uitgerust met een 10 kantelinrichting 216. Bij deze uitvoeringsvorm bestaat de kantelinrichting 216 uit twee langwerpige kantelarmen 217 die scharnierend met het vaartuig 1 zijn verbonden. In een horizontale stand steken de kantelarmen 217 boven het wateroppervlak 141 uit. Om een opwaartse kracht te kunnen genereren tegen het gewicht van de op 15 de kantelinrichting 216 geplaatste dekconstructie 101, wordt gebruik gemaakt van een of meer afzonderlijke op een vaartuig aangebrachte hijsinrichtingen. In de figuur is een hijsinrichting 150 afgebeeld. Deze hijsinrichting 150 is door middel van een of meer hijskabels 151 met een vrij uiteinde 219 van de resp. kantelarmen 217 verbonden.Fig. 6 shows a vessel 1 equipped with a tilting device 216. In this embodiment, the tilting device 216 consists of two elongated tilting arms 217 which are hingedly connected to the vessel 1. In a horizontal position, the tilt arms 217 protrude above the water surface 141. In order to be able to generate an upward force against the weight of the deck construction 101 placed on the tilting device 216, use is made of one or more separate hoisting devices mounted on a vessel. A hoisting device 150 is shown in the figure. This hoisting device 150 is secured by means of one or more hoisting cables 151 with a free end 219 of the resp. tilt arms 217 connected.

2 0 Voor het verwijderen van de dekconstructie 101 wordt de het vaartuig 1 van het onderstel 120 weggevaren nadat de dekconstructie 101 is verstevigd en het onderstel 120 en de dekconstructie 101 van elkaar zijn losgemaakt zoals eerder beschreven. Voordat het vaartuig 1 wordt weggevaren wordt de dekconstructie 101 via de 25 geleidingsbalken 14, 15 tot op het vaartuig 1 verplaatst, zodat de hijsinrichting 150 kan worden verwijderd en de kantelarmen 217 vrij van het onderstel 120 kunnen worden weggetrokken.To remove the deck structure 101, the vessel 1 is sailed away from the chassis 120 after the deck structure 101 has been reinforced and the chassis 120 and deck structure 101 have been detached from each other as previously described. Before the vessel 1 is sailed out, the deck construction 101 is moved via the guide beams 14, 15 to the vessel 1, so that the hoisting device 150 can be removed and the tilting arms 217 can be pulled away from the chassis 120.

In fig. 7 is een uitvoeringsvorm getoond waarbij de kantelinrichting 216 overeenkomt met die uit fig. 6. In dit geval 30 wordt het vrije uiteinde 219 van de kantelarmen 217 echter ondersteund door een of meer afzonderlijke drijvers 220 die zorgen voor de opwaartse kracht tegen het gewicht van de dekconstructie 101. Bij het van het onderstel 120 wegvaren van het vaartuig 1 met de dekconstructie 101 kunnen de drijvers 220 niet meevaren omdat ze een 35 belemmering vormen bij het van het onderstel 120 wegtrekken van de kantelarmen 217. Daarom blijven zij aanwezig om steun te blijven geven totdat de dekconstructie 101 via de geleidingsbalken 14, 15 op 1014311 - 7 - het vaartuig 1 is geplaatst, waarna de drijvers 220 verwijderd kunnen worden, en het vaartuig 1 weggevaren kan worden.In Fig. 7, an embodiment is shown in which the tilting device 216 corresponds to that in Fig. 6. In this case, however, the free end 219 of the tilting arms 217 is supported by one or more separate floats 220 which provide the upward force against the weight of the deck construction 101. When the vessel 1 with the deck construction 101 departs from the chassis 120, the floats 220 cannot sail along because they impede the tilting arms 217 from pulling away from the chassis 120. Therefore, they remain present in order to continue to provide support until the deck construction 101 is placed on the vessel 1 via the guide beams 14, 15, after which the floats 220 can be removed and the vessel 1 sailed away.

Een ander uitvoeringsvoorbeeld is getoond in fig. 8a en 8b, waarbij het vaartuig 1 overeenkomt met het vaartuig zoals dit 5 bijvoorbeeld aan de hand van fig. 1 is beschreven. De kantelinrichting 316 omvat ten minste twee relatief korte kantelarmen 317, 318 zoals die bekend zijn van reeds in gebruik zijnde vaartuigen van dit type. De kantelarmen 317, 318 hebben een respectievelijk draaipunt 319, 320 in het midden aan de onderzijde.Another exemplary embodiment is shown in Figs. 8a and 8b, wherein the vessel 1 corresponds to the vessel as described, for example, with reference to Fig. 1. The tilt device 316 comprises at least two relatively short tilt arms 317, 318 as are known from vessels of this type already in use. The tilt arms 317, 318 have a pivot point 319, 320 in the center at the bottom, respectively.

10 Langwerpige draagbruggen 321, 322 steunen in de langsrichting op de kantelarmen 317, 318, waarbij de uiteinden 323, 324 van elke draagbrug 321, 322 voorbij het draaipunt 319, 320 van de kantelarmen 317, 318 is geplaatst. De draagbruggen 321, 322 bestaan uit een vakwerk van staven, wat voor een goede krachtverdeling zorgt.Elongated support bridges 321, 322 are longitudinally supported on the tilt arms 317, 318, with the ends 323, 324 of each support bridge 321, 322 positioned beyond the pivot point 319, 320 of the tilt arms 317, 318. The supporting bridges 321, 322 consist of a framework of bars, which ensures a good distribution of force.

15 De andere uiteinden 325, 326 van de respectievelijke draagbruggen 321, 322 zijn met een hijskabel 151 van een hijsinrichting 150 verbonden. De hijsinrichting 150 zorgt voor de opwaartse kracht tegen het gewicht van de dekconstructie 101.The other ends 325, 326 of the respective support bridges 321, 322 are connected to a hoisting cable 151 of a hoisting device 150. The hoisting device 150 provides the upward force against the weight of the deck construction 101.

De dekconstructie 101 wordt samen met de draagbruggen 321, 322 20 via de kantelarmen 317, 318 en de geleidingen 14, 15 tot op het vaartuig 1 verplaatst, waarna de hijsinrichting 150 verwijderd kan worden en het vaartuig 1 weggevaren kan worden.The deck construction 101, together with the supporting bridges 321, 322, is moved via the tilting arms 317, 318 and the guides 14, 15 to the vessel 1, after which the hoisting device 150 can be removed and the vessel 1 sailed away.

Een variant waarbij dezelfde draagbruggen als in fig. 8 worden toegepast is getoond in fig. 9a en 9b. In deze uitvoering worden de 25 draagbruggen 321, 322 aan hun vrije uiteinden 325, 326 ondersteund door een drijver 3 50 om voor de opwaartse kracht tegen het gewicht van de dekconstructie 101 te zorgen.A variant in which the same supporting bridges as in Fig. 8 are used is shown in Figs. 9a and 9b. In this embodiment, the support bridges 321, 322 are supported at their free ends 325, 326 by a float 3 50 to provide the upward force against the weight of the deck structure 101.

Voordat het vaartuig 1 kan wegvaren wordt de dekconstructie 101 samen met de draagbruggen 321, 322 via de kantelarmen 317, 318 en 30 de geleidingen 14, 15 tot op het dek 9 van het vaartuig 1 verplaatst, waarna de drijver 350 verwijderd kan worden en de dekconstructie 101 afgevoerd kan worden.Before the vessel 1 can sail away, the deck construction 101 together with the supporting bridges 321, 322 is moved via the tilting arms 317, 318 and 30 the guides 14, 15 to the deck 9 of the vessel 1, after which the float 350 can be removed and the deck construction 101 can be removed.

Het beschreven vaartuig 1 met de verschillende varianten van een kantel inrichting kan dus tijdens de ontmanteling van een 35 offshore-platform zoals hiervoor beschreven is, gebruikt worden om een dekconstructie van een onderstel te verwijderen. Het is ook mogelijk om met de verschillende beschreven uitvoeringen van het vaartuig 1 met een kantelinrichting 16, 216, 316 een dekconstructie 1014311 -βίοι op een onderstel 120 te plaatsen bij de bouw van een offshore-platform.The described vessel 1 with the different variants of a tilting device can thus be used during dismantling of an offshore platform as described above, to remove a deck construction from a chassis. It is also possible, with the various described embodiments of the vessel 1 with a tilting device 16, 216, 316, to place a deck construction 1014311 -βίοι on a chassis 120 when constructing an offshore platform.

Bij de bouw van een platform 100 wordt in een constructiewerf een dekconstructie 101, die een platformdek 102 met dekbalken 109-112 5 omvat met op het platformdek 102 aangebrachte dekmodules 102-108, geplaatst op geleidingen 14, 15 die zich op het vaartuig 1 bevinden. De dekbalken 109-112 zijn verstevigd met verstevigingsbalken 130-133 die ervoor zorgen dat de dekconstructie 101 niet beschadigd of vervormd raakt door belastingen bij transport en montage. Aan de hand 10 van fig. 1-4 in omgekeerde volgorde wordt bij wijze van voorbeeld aangegeven op welke wijze de plaatsing van de dekconstructie 101 op het onderstel 120 van een platform 100 plaatsvindt.In the construction of a platform 100, in a construction site a deck construction 101, which comprises a platform deck 102 with deck beams 109-112 with deck modules 102-108 mounted on the platform deck 102, is placed on guides 14, 15 located on the vessel 1 . The deck beams 109-112 are reinforced with reinforcement beams 130-133 which ensure that the deck construction 101 is not damaged or deformed by loads during transport and assembly. With reference to Figs. 1-4 in reverse order, it is indicated by way of example in which manner the placement of the deck construction 101 on the chassis 120 of a platform 100 takes place.

De dekconstructie 101 wordt op het vaartuig 1 na een reeds in water op een onderwaterbodem geplaatst onderstel 120 vervoerd onder 15 gebruikmaking van niet nader getoonde sleepboten. Wanneer het vaartuig 1 in de nabijheid van het onderstel 120 is, wordt deze met de kantelinrichting 16 naar het onderstel 120 gekeerd, zoals te zien is in fig. 4. De kantelarmen 17, 18 van de kantelinrichting 16 worden om het boven het wateroppervlak 141 uitstekende gedeelte van het 20 onderstel 120 gepositioneerd waarna het vaartuig 1 met ankers of sleepboten nauwkeurig op zijn plaats wordt gehouden. In een volgende stap wordt de dekconstructie 101 via de geleidingen 14, 15 naar de kantelinrichting 16 verplaatst en daarop geplaatst.The deck construction 101 is transported on vessel 1 after a chassis 120 already placed in water on an underwater bottom, using tugs (not shown). When the vessel 1 is in the vicinity of the chassis 120, it is turned with the tilting device 16 towards the chassis 120, as can be seen in fig. 4. The tilting arms 17, 18 of the tilting device 16 are turned over the water surface 141 projecting portion of the chassis 120 after which the vessel 1 is accurately held in place with anchors or tugs. In a next step, the deck construction 101 is moved via the guides 14, 15 to the tilting device 16 and placed thereon.

De dekbalken 109-112 kunnen dan nauwkeurig uitgelijnd worden 25 met daarvoor bedoelde verbindingspunten aan de bovenzijden van het onderstel 120 (zie fig. 3). De uitlijnoperatie wordt gevolgd door het laten zakken van de dekconstructie 101 op het onderstel 120 en het vast met elkaar verbinden hiervan (zie fig. 2a, 2b) . De dekconstructie 101 rust nu volledig op het onderstel 120 en kan 30 daarop bevestigd worden, zodat de verstevigingsbalken 130-133 losgemaakt kunnen worden van de dekbalken 109-112 en verwijderd kunnen worden, waarna de kantelarmen 17-18 langs het onderstel 120 weggetrokken kunnen worden en het vaartuig 1 weg kan varen (zie fig. 1) .Deck beams 109-112 can then be accurately aligned with dedicated connection points on the top sides of chassis 120 (see FIG. 3). The alignment operation is followed by lowering the deck structure 101 onto the chassis 120 and bonding it together (see Figures 2a, 2b). The deck structure 101 now rests completely on the chassis 120 and can be mounted thereon so that the stiffening beams 130-133 can be detached from the deck beams 109-112 and removed, after which the tilt arms 17-18 can be pulled away along the chassis 120 and the vessel 1 can sail away (see fig. 1).

35 De werkwijze om een dekconstructie van een onderstel van een offshore-platform af te halen of om een dekconstructie op een onderstel te plaatsen is hier beschreven aan de hand van de uitvoeringsvorm van het vaartuig met kantelinrichting volgens fig. 1- 1014311 - 9 - 4. Het zal echter duidelijk zijn dat deze werkwijze in hoofdzaak ook met de andere beschreven uitvoeringsvormen (volgens fig. 5a-9b) kan worden toegepast.The method for removing a deck construction from a chassis from an offshore platform or for placing a deck construction on a chassis is described here with reference to the embodiment of the vessel with tilting device according to fig. 1- 1014311 - 9 - 4 It will be clear, however, that this method can also be used essentially with the other embodiments described (according to Figs. 5a-9b).

De beschreven werkwijzen voor het verwijderen of plaatsen van 5 een dekconstructie van of op een onderstel van een platform zijn in de figuurbeschrijving bij wijze van voorbeeld beschreven aan de hand van een op de onderwaterbodem geplaatst onderstel. Het ligt voor de hand dat de beschreven werkwijzen ook betrekking hebben op platforms met een drijvend onderstel.The described methods for removing or placing a deck construction from or on a chassis of a platform are described in the figure description by way of example on the basis of a chassis placed on the underwater bottom. Obviously, the described methods also relate to floating chassis platforms.

101481t101481t

Claims

1. Device for placing a superstructure on a floating or on a construction arranged on an underwater bottom, or removing the superstructure from the floating or construction mounted on the underwater bottom, the device being connected to a vessel and at least one arm with a free end, which arm has a lifting capacity and is adapted to carry the superstructure, characterized by lifting means for increasing the lifting capacity of the at least one arm.

Device according to claim 1, characterized in that the lifting means comprise one or more tanks which can be filled with air or ballast water and which are connected to the at least one arm. 15

Device according to claim 2, characterized in that one or more tanks are located in the at least one arm.

Device as claimed in claim 1, characterized in that the lifting means comprise a separate hoisting device, which engages on the at least one arm.

Device as claimed in claim 1, characterized in that the lifting means comprise at least one separate float, which engages on at least one arm.

Device as claimed in claim 2, 4 or 5, characterized in that the lifting means engage on the free end of the at least one arm. 30

7. Device as claimed in any of the claims 1-5, characterized in that the at least one arm is provided with carrying means for carrying the superstructure, wherein the lifting means can engage on the carrying means. 35

8. Device as claimed in any of the claims 1-7, characterized in that the at least one arm can be moved in transverse direction on the vessel. 101481 *