BE1019662A3 - PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING PANELS. - Google Patents

PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING PANELS. Download PDF

Info

Publication number
BE1019662A3
BE1019662A3 BE2010/0719A BE201000719A BE1019662A3 BE 1019662 A3 BE1019662 A3 BE 1019662A3 BE 2010/0719 A BE2010/0719 A BE 2010/0719A BE 201000719 A BE201000719 A BE 201000719A BE 1019662 A3 BE1019662 A3 BE 1019662A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
panel
top layer
edge
substrate
panels
Prior art date
Application number
BE2010/0719A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Flooring Ind Ltd S A R L
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from BE2010/0420A external-priority patent/BE1019501A5/en
Priority claimed from BE2010/0602A external-priority patent/BE1020170A3/en
Priority claimed from BE2010/0705A external-priority patent/BE1019654A3/en
Priority claimed from BE2010/0713A external-priority patent/BE1019659A5/en
Application filed by Flooring Ind Ltd S A R L filed Critical Flooring Ind Ltd S A R L
Priority to BE2010/0749A priority Critical patent/BE1019665A5/en
Priority to PCT/IB2011/051886 priority patent/WO2011141851A2/en
Priority to DE202011110955.4U priority patent/DE202011110955U1/en
Priority to EP22184975.5A priority patent/EP4092218A1/en
Priority to CA2798848A priority patent/CA2798848C/en
Priority to EP16186084.6A priority patent/EP3115195B1/en
Priority to EP18195393.6A priority patent/EP3444413B1/en
Priority to US13/808,274 priority patent/US8925275B2/en
Priority to DK17192992.0T priority patent/DK3287270T3/en
Priority to HRP20220235TT priority patent/HRP20220235T8/en
Priority to ES11743353.2T priority patent/ES2656161T3/en
Priority to CA3040061A priority patent/CA3040061C/en
Priority to CN201510587894.3A priority patent/CN105178555B/en
Priority to DE202011110959.7U priority patent/DE202011110959U1/en
Priority to DE202011110960.0U priority patent/DE202011110960U1/en
Priority to US13/805,405 priority patent/US20130104478A1/en
Priority to EP17193145.4A priority patent/EP3287573B1/en
Priority to PT171929920T priority patent/PT3287270T/en
Priority to EP17192992.0A priority patent/EP3287270B1/en
Priority to DE202011110954.6U priority patent/DE202011110954U1/en
Priority to HUE17192992A priority patent/HUE057940T2/en
Priority to CA3117806A priority patent/CA3117806A1/en
Priority to ES17192967T priority patent/ES2930264T3/en
Priority to CN201180034107.2A priority patent/CN102985627B/en
Priority to EP24168049.5A priority patent/EP4371758A2/en
Priority to LTEP17192992.0T priority patent/LT3287270T/en
Priority to RS20220158A priority patent/RS62927B1/en
Priority to EP17192967.2A priority patent/EP3287269B1/en
Priority to ES17192992T priority patent/ES2907134T3/en
Priority to PCT/IB2011/052714 priority patent/WO2012004700A2/en
Priority to EP11743353.2A priority patent/EP2591183B1/en
Priority to PL11743353T priority patent/PL2591183T3/en
Priority to CN201510587784.7A priority patent/CN105178554B/en
Priority to CA2920012A priority patent/CA2920012C/en
Priority to EP21160872.4A priority patent/EP3851273B1/en
Priority to PT171929672T priority patent/PT3287269T/en
Priority to PCT/IB2011/052715 priority patent/WO2012004701A2/en
Priority to EP11738302.6A priority patent/EP2591182A2/en
Priority to PL17192992T priority patent/PL3287270T3/en
Priority to SI201132038T priority patent/SI3287270T1/en
Priority to CA2989174A priority patent/CA2989174C/en
Priority to PCT/IB2011/052713 priority patent/WO2012004699A2/en
Priority to BE2011/0418A priority patent/BE1020053A3/en
Priority to EP11801836.5A priority patent/EP2627839B1/en
Priority to PCT/IB2011/054223 priority patent/WO2012049577A2/en
Priority to US13/876,799 priority patent/US9528275B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019662A3 publication Critical patent/BE1019662A3/en
Priority to US14/552,870 priority patent/US9366035B2/en
Priority to US14/627,197 priority patent/US9080330B2/en
Priority to US15/156,520 priority patent/US9809984B2/en
Priority to US15/172,465 priority patent/US9453348B1/en
Priority to US15/724,898 priority patent/US10041259B2/en
Priority to US15/972,633 priority patent/US10208490B2/en
Priority to US15/972,710 priority patent/US10214921B2/en
Priority to US16/033,494 priority patent/US10190323B2/en
Priority to US16/175,011 priority patent/US10267048B2/en
Priority to US16/385,737 priority patent/US10870994B2/en
Priority to US17/074,075 priority patent/US11634914B2/en
Priority to US17/074,088 priority patent/US11566432B2/en
Priority to US17/074,078 priority patent/US11371249B2/en
Priority to US17/074,068 priority patent/US11634913B2/en
Priority to US18/087,299 priority patent/US11795702B2/en
Priority to US18/147,165 priority patent/US20230160220A1/en
Priority to US18/463,491 priority patent/US20230417066A1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Abstract

Paneel van het type dat minstens een substraat (6) en een erop aangebrachte toplaag (7) vertoont, waarbij deze toplaag (7) hoofdzakelijk middels een kleeflaag met het substraat is verbonden, daardoor gekenmerkt dat voornoemde toplaag (7) ter plaatse van één of meerdere randen van het paneel (1) met het substraat en/of de aldaar eventueel aanwezige randgedeelten (13) is verbonden door uitharding van het substraat en/of de aldaar eventueel aanwezige randgedeelten (13).Panel of the type having at least one substrate (6) and a top layer (7) applied thereto, said top layer (7) being mainly connected to the substrate by means of an adhesive layer, characterized in that said top layer (7) at one or more a plurality of edges of the panel (1) are connected to the substrate and / or the edge portions (13) possibly present there by curing the substrate and / or the edge portions (13) possibly present there.

Description

Paneel en werkwijze voor het vervaardigen van panelen.Panel and method for manufacturing panels.

Deze uitvinding heeft betrekking op panelen en werkwijzen voor het vervaardigen van panelen, en in het bijzonder op vloerpanelen en werkwijzen voor het vervaardigen daarvan.This invention relates to panels and methods for manufacturing panels, and in particular to floor panels and methods for manufacturing them.

Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op vloerpanelen van het type dat minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag vertoont, waarbij voornoemde toplaag bij voorkeur een motief vertoont. Zoals gekend kan boven dergelijk motief een doorzichtige of doorschijnende kunststoflaag zijn aangebracht, die dan deel uitmaakt van voornoemde toplaag.More specifically, the invention relates to floor panels of the type that have at least one substrate and a top layer applied thereto, wherein said top layer preferably has a motif. As is known, a transparent or translucent plastic layer can be provided above such a motif, which then forms part of the aforementioned top layer.

In het bijzonder betreft de huidige uitvinding vloerpanelen van het type dat aan twee of meer tegenovereenliggende randen koppelmiddelen of koppeldelen bevat, waarmede twee van dergelijke vloerpanelen aan de betreffende randen kunnen worden gekoppeld zodanig dat zij aan elkaar zijn vergrendeld zowel in een horizontale richting loodrecht op de betreffende rand en in het vlak van de vloerpanelen, als in een verticale richting loodrecht op het vlak van de vloerpanelen. Dergelijke vloerpanelen kunnen worden aangewend voor het samenstellen van een zogenaamde zwevende vloerbekleding, waarbij de vloerpanelen bij hun randen aan elkaar zijn verbonden, doch vrij op de ondergrond of ondervloer liggen.In particular, the present invention relates to floor panels of the type comprising coupling means or coupling parts at two or more opposite edges, with which two such floor panels can be coupled to the relevant edges such that they are locked to each other both in a horizontal direction perpendicular to the edge and in the plane of the floor panels, as in a vertical direction perpendicular to the plane of the floor panels. Such floor panels can be used to assemble a so-called floating floor covering, wherein the floor panels are connected to each other at their edges, but lie freely on the substrate or subfloor.

Uit het WO 97/47834 zijn laminaatvloerpanelen bekend voor het vormen van een zwevende vloerbekleding. Laminaatvloerpanelen vertonen echter het nadeel dat zij doorgaans zijn voorzien van een vochtgevoelig substraat, namelijk MDF of HDF (Medium Density Fiberboard of High Density Fiberboard), en dat de op dit substraat aangebrachte toplaag bij gebruik van de vloerbekleding aanleiding geeft tot het ontstaan van tikgeluiden. De toplaag is namelijk opgebouwd uit thermohardend hars, en geeft aanleiding tot het ontstaan van een zeer harde oppervlaktelaag. Ook het substraat is door de hoge densiteit van MDF of HDF hard. Door de band vertonen laminaatvloerpanelen een dikte gelegen tussen 6 en 12 millimeter, waarbij de dikte van de toplaag doorgaans minder is dan 0,5 millimeter.Laminate floor panels are known from WO 97/47834 for forming a floating floor covering. However, laminate floor panels have the disadvantage that they are generally provided with a moisture-sensitive substrate, namely MDF or HDF (Medium Density Fiberboard or High Density Fiberboard), and that the top layer applied to this substrate gives rise to ticking noises when the floor covering is used. The top layer is made of thermosetting resin, and gives rise to a very hard surface layer. The substrate is also hard because of the high density of MDF or HDF. Through the belt, laminate floor panels have a thickness between 6 and 12 millimeters, the thickness of the top layer usually being less than 0.5 millimeter.

Uit het WO 2007/141605 zijn koppelsystemen gekend waarbij, hetzij voor het vrouwelijk deel, hetzij voor het mannelijk deel gewerkt wordt met een randgedeelte of inzetstuk uit synthetisch materiaal, met het oog op het bekomen van voldoende flexibiliteit van het betreffende deel. Het voornoemde synthetisch materiaal kan op basis van polyurethaan zijn samengesteld. In het geval van panelen met een gedrukt decor, zoals bij een laminaatvloer, wordt dergelijk materiaal zijdelings ingebracht in een groefvormige uitsparing in de betreffende rand van het paneel. Een gedeelte van het watergevoelige substraat blijft hierdoor bereikbaar voor vocht dat in de voegen penetreert, zowel aan de rand die het inzetstuk omvat, als aan de tegenoverliggende rand. Het betreffende document biedt aldus geen oplossing voor het realiseren van waterwerende randen.From WO 2007/141605 coupling systems are known in which, either for the female part or for the male part, an edge part or insert made of synthetic material is used, with a view to obtaining sufficient flexibility for the part in question. The aforementioned synthetic material can be composed on the basis of polyurethane. In the case of panels with a printed decor, such as with a laminate floor, such material is inserted laterally into a groove-shaped recess in the relevant edge of the panel. As a result, a portion of the water-sensitive substrate remains accessible to moisture penetrating into the joints, both at the edge comprising the insert and at the opposite edge. The document in question thus offers no solution for the realization of water-resistant edges.

Uit het DE 10 2004 023 157 is een koppelsysteem gekend, in dit geval een inhaakverbinding die enkel in horizontale richting vergrendeld, waarbij, zowel voor het vrouwelijk deel als voor het mannelijk deel gewerkt wordt met een randgedeelte of inzetstuk uit synthetisch materiaal, met het oog op het bekomen van een waterwerende werking op de betreffende randen. In het geval van met decorfolie voorziene panelen, wordt uitgegaan van grotere platen. Het synthetisch materiaal wordt in de grotere plaat aangebracht in daartoe in de bovenzijde van de plaat voorziene gleuven. Deze gleuven werden aangebracht op de plaatsen waar de randen van de uiteindelijke kleinere panelen worden verwacht. In deze gleuven wordt vloeibaar of pasteus thermoplastisch materiaal aangebracht dat aldaar uithardt. Daarna wordt de plaat voorzien van de betreffende folie en de van folie voorziene plaat wordt naderhand opgedeeld in kleinere panelen, die zoals voornoemd op de rand, in dit geval vlak onder de decorfolie, een hoeveelheid synthetisch materiaal vertonen. De hierbij verkregen panelen vertonen een hoog risico op het door de decorfolie heen telegraferen van de randen van het synthetisch materiaal. Bovendien vereist de toegepaste werkwijze de aanwezigheid van een resthoeveelheid substraatmateriaal onder het niveau van het synthetisch 'randgedeelte om het aanbrengen van het vloeibaar of pasteus thermoplastisch materiaal mogelijk te maken. Thermoplastische materialen vertonen bovendien het nadeel dat de hechting op een vochtgevoelig substraat zoals MDF of HDF te wensen overlaat, dat dit materiaal moeilijk aan te brengen is aan hoge snelheden, en bij het nabewerken bijvoorbeeld met verspanende gereedschappen moeilijkheden, zoals aanladen van de freeswerktuigen kan veroorzaken.DE 10 2004 023 157 discloses a coupling system, in this case a hook-in connection which is only locked in the horizontal direction, wherein, for both the female part and the male part, an edge part or insert made of synthetic material is used with the eye in mind. for obtaining a water-repellent effect on the relevant edges. In the case of panels with decorative film, larger plates are assumed. The synthetic material is provided in the larger plate in slots provided for this purpose in the upper side of the plate. These slots were provided where the edges of the final smaller panels are expected. Liquid or pasty thermoplastic material is applied in these slots, which hardens there. The plate is then provided with the respective film and the plate provided with film is subsequently subdivided into smaller panels which, as mentioned above, show a quantity of synthetic material on the edge, in this case just below the decorative film. The panels obtained thereby exhibit a high risk of wiring the edges of the synthetic material through the decorative film. In addition, the method used requires the presence of a residual amount of substrate material below the level of the synthetic edge portion to allow the application of the liquid or pasty thermoplastic material. Thermoplastic materials also have the disadvantage that the adhesion to a moisture-sensitive substrate such as MDF or HDF leaves something to be desired, that this material is difficult to apply at high speeds, and during finishing, for example with machining tools, can cause difficulties such as loading the milling tools .

Uit het WO 96/27721 zijn laminaatpanelen bekend, waarbij het koppelsysteem voor de panelen is voorzien in afzonderlijke latten van watervast materiaal die aan de randen van de panelen zijn vastgemaakt. Het is onduidelijk hoe en wanneer deze latten aan de panelen worden verbonden. Het koppelsysteem uit het voornoemde WO laat enkel toe de betreffende panelen te koppelen door middel van een horizontale schuifbeweging. Verder vertonen deze laminaatpanelen grotendeels dezelfde nadelen als de panelen van het DE 10 2004 023 157 met betrekking tot telegraferen van de rand van de latten doorheen de laminaatlaag.Laminate panels are known from WO 96/27721, wherein the coupling system for the panels is provided in individual slats of water-resistant material which are fixed to the edges of the panels. It is unclear how and when these slats are connected to the panels. The coupling system from the aforementioned WO only allows the panels concerned to be coupled by means of a horizontal sliding movement. Furthermore, these laminate panels exhibit largely the same disadvantages as the panels of DE 10 2004 023 157 with regard to wiring the edge of the slats through the laminate layer.

Uit het WO 2007/113676 en het WO 2008/078181 is het bekend de koppelsystemen van laminaatvloerpanelen te bekleden met allerhande substanties die een vochtwerend effect of een locale afdichting kunnen opleveren.From WO 2007/113676 and WO 2008/078181 it is known to coat the joint systems of laminate floor panels with all kinds of substances that can provide a moisture-resistant effect or a local seal.

Uit het EP 1 938 963 zijn vinylgebaseerde vloerpanelen bekend voor het vormen van een dergelijke zwevende vloerbekleding. Dergelijke vinylgebaseerde vloerpanelen vertonen doorgaans een dikte van 3 tot 5 millimeter en bezitten een hoge materiaaldensiteit. Inherent aan deze vloerpanelen is hun beperkte buigstijfheid en hun hoge vervormbaarheid. Deze eigenschappen leiden tot problemen wanneer de vloerpanelen worden aangebracht op een niet effen ondergrond. De oneffenheden van de ondergrond kunnen namelijk na verloop van tijd telegraferen naar het oppervlak van de vloerbekleding. Bij locale belasting, bijvoorbeeld onder de poten van tafels of stoelen, ontstaan permanente indrukkingen, die eveneens ongewenst zijn.Vinyl-based floor panels are known from EP 1 938 963 for forming such a floating floor covering. Such vinyl-based floor panels usually have a thickness of 3 to 5 millimeters and have a high material density. Their limited bending stiffness and their high formability are inherent in these floor panels. These properties lead to problems when the floor panels are applied on a non-level surface. After all, the unevenness of the substrate can telegraph over time to the surface of the floor covering. With local loads, for example under the legs of tables or chairs, permanent impressions are created, which are also undesirable.

De huidige uitvinding beoogt een alternatief paneel, dat in de eerste plaats bedoeld is als een vloerpaneel voor het vormen van een zwevende vloerbekleding. Volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt tevens een oplossing geboden voor één of meer problemen met de vloerpanelen uit de stand van de techniek.The present invention contemplates an alternative panel, which is primarily intended as a floor panel for forming a floating floor covering. According to various preferred embodiments of the invention, a solution is also provided for one or more problems with the floor panels from the prior art.

Hiertoe betreft de uitvinding volgens haar eerste onafhankelijk aspect een paneel van het type dat minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag vertoont, waarbij dit paneel aan minstens één rand een randgedeelte uit synthetisch materiaal vertoont, verschillend van het substraatmateriaal, met als kenmerk dat het synthetisch materiaal zich minstens over 80 percent van de dikte van het substraat uitstrekt en dat de bevestiging van het randgedeelte aan het substraat en/of de aangebrachte toplaag minstens gedeeltelijk is bekomen door de uitharding van het voornoemde synthetische materiaal. Door het feit dat het synthetisch materiaal zich minstens over 80 percent van de dikte van het substraat uitstrekt, wordt de vochtgevoeligheid van de betreffende rand reeds in belangrijke mate beperkt. In combinatie met de bevestiging door uitharding kunnen afzonderlijke lijmlagen worden vermeden. Bovendien kan dergelijke bevestiging leiden tot een plaatselijke impregnatie van het substraat aan de betreffende rand, zodanig dat ook aan de substraatzijde van het grensoppervlak tussen substraatmateriaal en randgedeelte een verlaagde vochtgevoeligheid kan worden bekomen. Hierdoor wordt de vochtgevoeligheid van het eventuele substraatmateriaal op de rand, i.e. 20 percent van de dikte of minder, eveneens beperkt. Bij voorkeur strekt het synthetisch materiaal zich over 90, 95% of meer van de dikte van het substraatmateriaal uit, zodanig dat de vochtgevoeligheid verder wordt beperkt.To this end, the invention according to its first independent aspect relates to a panel of the type that has at least one substrate and a top layer applied to it, wherein this panel has at least one edge a border portion of synthetic material, different from the substrate material, characterized in that the synthetic material material extends at least over 80 percent of the thickness of the substrate and that the attachment of the edge portion to the substrate and / or the applied top layer is at least partially achieved by the curing of the aforementioned synthetic material. Due to the fact that the synthetic material extends at least over 80 percent of the thickness of the substrate, the moisture sensitivity of the edge in question is already considerably limited. Individual layers of glue can be avoided in combination with curing. Moreover, such attachment can lead to a local impregnation of the substrate on the relevant edge, such that a reduced moisture sensitivity can also be obtained on the substrate side of the boundary surface between substrate material and edge portion. As a result, the moisture sensitivity of the possible substrate material on the edge, i.e. 20 percent of the thickness or less, is also limited. The synthetic material preferably extends over 90, 95% or more of the thickness of the substrate material, such that the moisture sensitivity is further limited.

Bij voorkeur strekt het synthetisch randgedeelte zich ook minstens over 80 percent, 90 percent, 95 percent of meer van de contour van het eventueel geprofileerde randgebied uit. Bij voorkeur wordt de volledige rand van het substraatmateriaal beslagen door het synthetisch randgedeelte, zodanig dat er geen blootgestelde oppervlakken van het substraatmateriaal aanwezig zijn op de betreffende rand.Preferably, the synthetic edge portion also extends at least over 80 percent, 90 percent, 95 percent or more of the contour of the possibly profiled edge area. Preferably, the entire edge of the substrate material is covered by the synthetic edge portion such that no exposed surfaces of the substrate material are present on the relevant edge.

Bij voorkeur is minstens de bevestiging van het randgedeelte aan het substraat bekomen door de uitharding van het voornoemde synthetische materiaal. Bij voorkeur betreft het hierbij een rechtstreekse bevestiging zonder tussenliggende materiaallagen en/of substanties, zoals lijm. Bij voorkeur is, in combinatie hiermee, ook de bevestiging van het randgedeelte aan de toplaag bekomen door de uitharding van het voornoemde synthetische materiaal, bij voorkeur betreft het hierbij eveneens een rechtstreekse bevestiging. De rechtstreekse bevestiging van het synthetisch materiaal aan de onderzijde van de toplaag kan bovendien leiden tot een verhoogde weerstand tegen het delamineren van de toplaag.Er bestaat namelijk een risico op dergelijke delaminatie bijvoorbeeld bij de vervaardiging van de panelen, wanneer de randen van het paneel middels snijbewerkingen zoals freesoperaties worden geprofileerd. Risico op delaminatie bestaat ook bij installatie, voornamelijk wanneer de panelen bij het koppelen van de betreffende randen met hun toplagen tegen elkaar aan wrijven, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn wanneer deze panelen aan de betreffende randen zijn voorzien van koppelmiddelen, waarbij deze koppelmiddelen in verbinding kunnen worden gebracht aan de hand van een neerwaartse koppelbeweging. Risico op delaminatie bestaat ook bij het gebruik van een vloerbekleding die uit panelen is samengesteld, en is bijvoorbeeld uitgesproken aanwezig onder de wielen van bureaustoelen.Preferably at least the attachment of the edge portion to the substrate is achieved by the curing of the aforementioned synthetic material. This is preferably a direct fixation without intermediate material layers and / or substances, such as glue. Preferably, in combination with this, also the attachment of the edge portion to the top layer has been achieved by the curing of the aforementioned synthetic material, preferably this also concerns a direct attachment. The direct attachment of the synthetic material to the underside of the top layer can moreover lead to an increased resistance to delaminating the top layer. This is because there is a risk of such delamination, for example in the manufacture of the panels, when the edges of the panel are cutting operations such as milling operations are profiled. There is also a risk of delamination during installation, especially when the panels rub against each other with their top layers when coupling the respective edges, as may for instance be the case when these panels are provided with coupling means at the relevant edges, said coupling means being connected can be brought on the basis of a downward coupling movement. There is also a risk of delamination when using a floor covering composed of panels, and is, for example, clearly present under the wheels of office chairs.

Bij voorkeur vertoont het paneel aan beide randen van een paar tegenoverliggende zijden een dergelijk randgedeelte. De bevestiging, constructie of afmetingen van de respectieve randgedeelten hoeven hierbij niet noodzakelijk identiek te zijn, doch bij voorkeur wel. Zij kunnen elk afzonderlijk de kenmerken vertonen van één of meerdere voorkeurdragende uitvoeringsvormen van het eerste aspect. De uitvinding heeft dan ook betrekking op alle mogelijke combinaties van dergelijke kenmerken.The panel preferably has such an edge portion on both edges of a pair of opposite sides. The fixation, construction or dimensions of the respective edge portions do not necessarily have to be identical, but preferably they are. They can each individually display the features of one or more preferred embodiments of the first aspect. The invention therefore relates to all possible combinations of such features.

Bij voorkeur strekt het synthetisch materiaal zich minstens over de volledige dikte van het substraatmateriaal uit. Zo wordt vochtgevoeligheid van eventueel resterend substraatmateriaal op de betreffende rand maximaal uitgesloten en zijn bijkomstige bekledingslagen met waterwerende substantie van resterend substraatmateriaal op de betreffende rand niet benodigd.The synthetic material preferably extends at least over the full thickness of the substrate material. Moisture sensitivity of any remaining substrate material on the relevant edge is thus maximally excluded and additional coatings with water-resistant substance of remaining substrate material on the relevant edge are not required.

Bij voorkeur strekt het synthetisch materiaal zich van aan de onderzijde van het paneel tot in de toplaag uit. Aan de hand van deze uitvoeringsvorm wordt op een betrouwbare manier bekomen, dat geen resterend substraatmateriaal aanwezig is onmiddellijk onder de toplaag. Zo kunnen negatieve effecten, zoals randzwellingen die de toplaag op kunnen stuiken, worden vermeden. Indien, in tegenstelling tot de huidige voorkeurdragende uitvoeringsvorm, een resthoeveelheid substraatmateriaal tussen het randgedeelte en de toplaag aanwezig is, vertoont minstens dit gedeelte van het substraatmateriaal bij voorkeur een bekleding op basis van een waterwerende substantie. Op deze manier kunnen randzwellingen die de toplaag kunnen opstuiken eveneens in zekere mate worden vermeden. Ook eventueel resterend substraatmateriaal onder het randgedeelte kan bijkomen zijn afgedicht met dergelijke waterwerende substantie.Preferably, the synthetic material extends from the bottom of the panel to the top layer. On the basis of this embodiment, it is obtained in a reliable manner that no remaining substrate material is present immediately below the top layer. In this way, negative effects such as edge swellings that can blow up the top layer can be avoided. If, in contrast to the presently preferred embodiment, a residual amount of substrate material is present between the edge portion and the top layer, at least this portion of the substrate material preferably has a coating based on a water-resistant substance. In this way, edge swellings that can top up the top layer can also be avoided to a certain extent. Any remaining substrate material under the edge portion may also be sealed with such a water-resistant substance.

Bij voorkeur is aan alle randen van het paneel het substraatmateriaal waterdicht afgewerkt. Het is duidelijk dat aan de rand of randen waar het randgedeelte van de uitvinding zich bevindt, deze waterdichte afwerking van het substraatmateriaal bij voorkeur minstens gedeeltelijk door de aanwezigheid van het voornoemde randgedeelte is bekomen.The substrate material is preferably watertight on all edges of the panel. It is clear that at the edge or edges where the edge portion of the invention is located, this watertight finish of the substrate material is preferably at least partially achieved by the presence of the aforementioned edge portion.

Bij voorkeur verloopt voornoemde verbinding tussen het randgedeelte en het substraatmateriaal over een grensoppervlak dat deeloppervlakken vertoont die zich dwars op de normale van het oppervlak van het paneel uitstrekken. Dergelijk grensoppervlak vergroot de sterkte van de verbinding tussen het substraatmateriaal en het randgedeelte. Bovendien is het mogelijk aan de hand van dergelijke configuratie synthetisch materiaal uit te sparen, doordat, bijvoorbeeld in het geval van geprofileerde randen, het voornoemde grensoppervlak dan in enige mate het profiel van de randen kan volgen. Bij voorkeur is het voornoemde grensoppervlak zo uitgevoerd dat het zich van boven naar onder naar de bulk van het substraatmateriaal uitstrekt, of, dat een bovenste punt van dit grensoppervlak zich dichter bij de rand van de toplaag bevindt dan een onderste punt van het grensoppervlak. Dergelijke configuratie laat een vlotte productie van de panelen toe.Preferably, said connection between the edge portion and the substrate material extends over a boundary surface that has sub-surfaces extending transversely to the normal of the surface of the panel. Such boundary surface increases the strength of the connection between the substrate material and the edge portion. Moreover, it is possible to save synthetic material on the basis of such a configuration, because, for example in the case of profiled edges, the aforementioned boundary surface can then to some extent follow the profile of the edges. Preferably, the aforementioned boundary surface is designed to extend from top to bottom towards the bulk of the substrate material, or that an upper point of this boundary surface is closer to the edge of the top layer than a lower point of the boundary surface. Such a configuration allows a smooth production of the panels.

Bij voorkeur betreft het voornoemd synthetisch materiaal een polyurethaan, bij voorkeur bekomen op basis van een twee componentensysteem, zoals op basis van polyol en isocyanaat. Polyurethaan kan op verschillende hardheden worden ingesteld en is een flexibel materiaal voor wat productiemogelijkheden betreft. Het kan bijvoorbeeld makkelijk worden gegoten. Aan de hand van dergelijk twee componentensysteem kan een chemische hechting op houtdeeltjes die zich eventueel in het substraatmateriaal kunnen bevinden. Een chemische hechting is te verkiezen boven een mechanische hechting voor wat betreft de sterkte ervan.The aforementioned synthetic material preferably relates to a polyurethane, preferably obtained on the basis of a two-component system, such as on the basis of polyol and isocyanate. Polyurethane can be adjusted to different hardnesses and is a flexible material with regard to production possibilities. For example, it can be easily cast. On the basis of such a two-component system, a chemical bond can be applied to wood particles which may optionally be present in the substrate material. A chemical bond is preferable to a mechanical bond in terms of its strength.

Bij voorkeur betreft voornoemd synthetisch materiaal een thermohardend synthetisch materiaal, bijvoorbeeld een materiaal op basis van polyurea, epoxy of polyurethaan. Thermohardende materialen vereisen geen extrusieproces voor het verwerken ervan, en laten vlottere productieprocessen toe. Polyurethaan geniet hierbij de voorkeur omwille van de hierboven genoemde eigenschappen ervan, en in het bijzonder de instelbare flexibiliteit en de gietbaarheid ervan. Van polyurea en epoxy kan de hardheid moeilijk worden aangepast voor de vereisten van de huidige uitvinding, met name in het bijzonder wanneer de uitvinding wordt toegepast bij geprofileerde randgebieden die koppelmiddelen omvatten. In dergelijk geval is de hardheid van polyurea en epoxy te groot om een gebruiksvriendelijke en/of kraakvrije koppeling toe te laten. Bovendien kan polyurea niet worden gegoten, hetgeen de verwerkbaarheid ervan in een massaproductieproces in het gedrang brengt.Preferably said synthetic material relates to a thermosetting synthetic material, for example a material based on polyurea, epoxy or polyurethane. Thermosetting materials do not require an extrusion process for their processing, and allow smoother production processes. Polyurethane is preferred because of its properties mentioned above, and in particular its adjustable flexibility and castability. The hardness of polyurea and epoxy is difficult to adjust for the requirements of the present invention, in particular when the invention is applied to profiled edge areas comprising coupling means. In such a case, the hardness of polyurea and epoxy is too great to allow a user-friendly and / or cracking-free coupling. Moreover, polyurea cannot be cast, which jeopardizes its processability in a mass production process.

Bij voorkeur bevat voornoemd synthetisch materiaal vulstof. Door het aanwenden van een vulstof kan een belangrijke kostenbesparing worden gerealiseerd. Als vulstof kan eventueel freesstof worden aangewend, bijvoorbeeld freesstof ontstaan door het profileren van de randen van de panelen. Als alternatief kan het synthetisch materiaal minstens gedeeltelijk geschuimd zijn en/of geschuimde vulstof bevatten. Als geschuimde vulstof kan gebruik gemaakt worden van polystyrol gebaseerde kunststofpartikels. Bij voorkeur vindt de expansie of schuiming van het synthetisch materiaal en/of de vulstof minstens gedeeltelijk plaats bij het uitharden van het synthetisch materiaal en/of nadat dit synthetisch materiaal reeds aan de betreffende rand is opgebracht. Het gebruik van schuimende vulstof heeft verder het voordeel dat enige krimp van het synthetisch materiaal bij het uitharden ervan kan worden gecompenseerd. Bij voorkeur wordt tussen 0,1 en 10 gewichtspercent van de geschuimde vulstof in het betreffende randgedeelte aangewend, en beter nog tussen 0,5 en 5 gewichtspercent.Preferably said synthetic material contains filler. An important cost saving can be achieved by using a filler. As filler, optionally milling dust can be used, for example milling dust created by profiling the edges of the panels. Alternatively, the synthetic material can be at least partially foamed and / or contain foamed filler. Polystyrene-based plastic particles can be used as the foamed filler. Preferably, the expansion or foaming of the synthetic material and / or the filler takes place at least in part upon curing of the synthetic material and / or after this synthetic material has already been applied to the relevant edge. The use of foaming filler further has the advantage that some shrinkage of the synthetic material upon curing can be compensated. Preferably, between 0.1 and 10 weight percent of the foamed filler is used in the relevant edge portion, and more preferably between 0.5 and 5 weight percent.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm is het paneel van de uitvinding aan het oppervlak, nabij de betreffende rand, voorzien van een ten opzichte van het globale oppervlak lager gelegen randoppervlak. Dergelijk randoppervlak kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een vellingkant, namelijk met een geïnclineerd of gebogen oppervlak ten opzichte van het globale oppervlak, of uitgevoerd als een horizontale lager liggende rand, bijvoorbeeld ter imitatie van een cementvoeg. Bij voorkeur strekt voornoemde toplaag zich over dergelijk randoppervlak uit. Aan de hand van dergelijke uitvoeringsvorm kan gewerkt worden met een randgedeelte dat zich op de rand van het paneel tot in de zijdelingse rand van het randoppervlak uitstrekt.According to a special embodiment, the panel of the invention is provided on the surface, near the relevant edge, with an edge surface which is lower than the global surface. Such edge surface can for instance be designed as a bevelled edge, namely with an inclined or curved surface relative to the global surface, or embodied as a horizontal lower lying edge, for instance for imitation of a cement joint. Preferably, said top layer extends over such edge surface. On the basis of such an embodiment, it is possible to work with an edge portion that extends on the edge of the panel into the lateral edge of the edge surface.

Met hetzelfde oogmerk als in het eerste aspect, betreft de uitvinding volgens een onafhankelijk tweede aspect nog een paneel van het type dat minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag vertoont, waarbij dit paneel aan minstens één rand een randgedeelte uit synthetisch materiaal vertoont, verschillend van het substraatmateriaal, met als kenmerk dat het synthetisch materiaal een thermohardend materiaal en/of een materiaal bekomen op basis van een tweecomponentensysteem betreft, waarbij het randgedeelte rechtstreeks met het substraat en/of de aangebrachte toplaag is verbonden. Uit het voorgaande is duidelijk dat het aanwenden van een thermohardend materiaal en/of een materiaal bekomen op basis van een tweecomponentensysteem op zich voordelen heeft, zonder dat het synthetisch materiaal zich hierbij noodzakelijkerwijs over minstens 80 percent van de dikte van het substraat dient uit te strekken. Bij voorkeur vertoont de uitvinding van dit tweede aspect de kenmerken van één of meer voorkeurdragende uitvoeringsvormen van het eerste aspect, waarbij al dan niet de voornoemde 80 percent dekkingsgraad van het substraatmateriaal wordt gehaald.For the same purpose as in the first aspect, according to an independent second aspect, the invention also relates to a panel of the type which has at least one substrate and a top layer applied to it, wherein this panel has at least one edge an edge portion of synthetic material, different from the substrate material, characterized in that the synthetic material is a thermosetting material and / or a material obtained on the basis of a two-component system, wherein the edge portion is directly connected to the substrate and / or the applied top layer. It is clear from the foregoing that the use of a thermosetting material and / or a material obtained on the basis of a two-component system has advantages per se, without the synthetic material necessarily having to extend over at least 80 percent of the thickness of the substrate. . The invention of this second aspect preferably has the features of one or more preferred embodiments of the first aspect, with or without the aforementioned 80 percent coverage of the substrate material being achieved.

Geschikt synthetisch materiaal voor het realiseren van panelen met de kenmerken van het eerste en/of het tweede aspect zijn bijvoorbeeld polyurethaan elastomeren, zoals Elastocast van BASF, Baytec van BAYER of Rencast van HUNTSMAN. Als eventuele schuimende vulstof kan Expancel van Akzo Nobel worden toegepast.Suitable synthetic material for the realization of panels with the characteristics of the first and / or the second aspect are, for example, polyurethane elastomers, such as Elastocast from BASF, Baytec from BAYER or Rencast from HUNTSMAN. Expancel from Akzo Nobel can be used as a possible foaming filler.

Het is duidelijk dat met een thermohardend materiaal een materiaal bedoeld wordt dat bij verhitting tot op een bepaalde temperatuur een minstens gedeeltelijk irreversibele chemische verandering ondergaat, zoals een crosslinkingreactie. Bij voorkeur wordt gewerkt met een thermohardend materiaal op basis van een twee componentensysteem, zoals met zogenaamd thermohardend urethaan hars of TSU.It is clear that a thermosetting material is understood to mean a material that undergoes heating at a certain temperature, which is at least partially irreversible chemical, such as a cross-linking reaction. Preferably, a thermosetting material based on a two-component system is used, such as so-called thermosetting urethane resin or TSU.

Met dezelfde doelstelling als in het eerste aspect, betreft de huidige uitvinding volgens een onafhankelijk derde aspect nog een paneel van het type dat minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag vertoont, waarbij dit paneel aan minstens één rand een randgedeelte uit synthetisch materiaal vertoont, verschillend van het substraatmateriaal, met als kenmerk dat het synthetisch materiaal rechtstreeks met het substraat en/of de aangebrachte toplaag is verbonden en dat de betreffende rand van het substraatmateriaal uitsluitend uit het voornoemde randgedeelte is gevormd. Met “rechtstreeks verbonden” wordt bedoeld dat de bevestiging van het randgedeelte is bekomen zonder de tussenkomst van bijkomstige materiaallagen en/of lijm. Bij voorkeur vertoont de uitvinding van dit derde aspect de kenmerken van één of meer voorkeurdragende uitvoeringsvormen van het eerste aspect, waarbij de aldaar vernoemde bevestiging niet noodzakelijk dient te zijn verkregen door uitharding van het betreffende synthetische materiaal. Het derde aspect kan uiteraard ook gecombineerd worden met het voornoemde tweede aspect.With the same object as in the first aspect, according to an independent third aspect, the present invention relates to a panel of the type that has at least one substrate and a top layer applied to it, wherein this panel has an edge portion of synthetic material on at least one edge, different of the substrate material, characterized in that the synthetic material is directly connected to the substrate and / or the applied top layer and that the relevant edge of the substrate material is formed exclusively from the aforementioned edge portion. By "directly connected" is meant that the attachment of the edge portion has been obtained without the intervention of additional material layers and / or glue. The invention of this third aspect preferably has the features of one or more preferred embodiments of the first aspect, wherein the attachment mentioned therein does not necessarily have to be obtained by curing the synthetic material in question. The third aspect can of course also be combined with the aforementioned second aspect.

De rechtstreekse bevestiging van het synthetisch materiaal aan de onderzijde van de toplaag kan leiden tot een verhoogde weerstand tegen het delamineren van de toplaag.The direct attachment of the synthetic material to the underside of the top layer can lead to an increased resistance to delamination of the top layer.

Met hetzelfde doel als bij het eerste aspect, betreft de huidige uitvinding volgens een vierde onafhankelijk aspect nog een paneel van het type dat minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag vertoont, waarbij dit paneel aan minstens één rand een randgedeelte uit synthetisch materiaal vertoont, verschillend van het substraatmateriaal, met als kenmerk dat het synthetisch materiaal een materiaal betreft dat uithardt onder de invloed van vochtigheid en dat het substraatmateriaal minder dan 10 gewichtpercent restvocht bevat. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een polyurethaan als synthetisch materiaal. Door het feit dat het aanwezige vocht in het substraatmateriaal wordt beperkt, wordt ongewenste schuimvorming in het randgedeelte vermeden. Bij voorkeur betreft het substraatmateriaal een materiaal dat houtdeeltjes bevat, bijvoorbeeld MDF of HDF. Bij voorkeur bevat het substraatmateriaal minder dan 7 gewichtsprocent restvocht. Bij voorkeur vertoont de uitvinding van dit vierde aspect de kenmerken van één of meer voorkeurdragende uitvoeringsvormen van het eerste aspect, waarbij al dan niet de voornoemde 80 percent dekkingsgraad van het substraatmateriaal wordt gehaald. De uitvinding van het vierde aspect kan uiteraard gecombineerd worden met de kenmerken van het tweede en/of het derde aspect.For the same purpose as in the first aspect, according to a fourth independent aspect, the present invention further relates to a panel of the type that has at least one substrate and a top layer applied to it, wherein this panel has at least one edge an edge portion of synthetic material, different of the substrate material, characterized in that the synthetic material is a material that hardens under the influence of humidity and that the substrate material contains less than 10% by weight residual moisture. Use is preferably made of a polyurethane as a synthetic material. Due to the fact that the moisture present in the substrate material is limited, unwanted foaming in the edge portion is avoided. The substrate material preferably relates to a material containing wood particles, for example MDF or HDF. The substrate material preferably contains less than 7% by weight of residual moisture. The invention of this fourth aspect preferably has the features of one or more preferred embodiments of the first aspect, with or without the aforementioned 80 percent coverage of the substrate material being achieved. The invention of the fourth aspect can of course be combined with the features of the second and / or third aspect.

Volgens een vijfde onafhankelijk aspect, betreft de uitvinding nog een paneel van het type dat minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag vertoont, waarbij dit paneel rechthoekig en langwerpig is uitgevoerd, met als kenmerk dat dit paneel aan een eerste paar tegenoverliggende randen een randgedeelte uit synthetisch materiaal vertoont, terwijl aan het tweede paar tegenoverliggende randen andere voorzieningen zijn getroffen voor het reduceren van de watergevoeligheid van deze randen. Volgens dit vijfde onafhankelijk aspect kan een paneel worden bekomen dat op alle randen een verminderde vochtgevoeligheid vertoont. Het spreekt voor zich dat voor het randgedeelte gebruik kan gemaakt worden van uitvoeringsvormen beschreven aan de hand van het eerste, tweede, derde en/of vierde aspect van de uitvinding. Voor het tweede paar randen wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een bekleding op basis van een waterwerende substantie. Door het feit dat het eerste paar randen een randgedeelte vertoont, kan de bekleding met de waterwerende substantie op het tweede paar randen op een meer betrouwbare manier worden voorzien. Deze bekleding kan zich namelijk van aan het zijdelings oppervlak van het randgedeelte van één van het eerste paar randen, over het tweede paar randen uitstrekken tot op het zijdelings oppervlak van het randgedeelte van de andere van het eerste paar randen. Bij voorkeur betreft het eerste paar randen het paar korte randen van het paneel. Het is echter niet uitgesloten dat dit het lange paar randen zou zijn.According to a fifth independent aspect, the invention further relates to a panel of the type which has at least one substrate and a top layer applied to it, wherein this panel is of rectangular and elongated design, characterized in that this panel comprises a border portion on a first pair of opposite edges. synthetic material, while other provisions have been made at the second pair of opposite edges for reducing the water sensitivity of these edges. According to this fifth independent aspect, a panel can be obtained which exhibits a reduced moisture sensitivity on all edges. It goes without saying that for the edge portion use can be made of embodiments described with reference to the first, second, third and / or fourth aspect of the invention. For the second pair of edges, use is preferably made of a coating based on a water-resistant substance. Due to the fact that the first pair of edges has an edge portion, the coating with the water-resistant substance on the second pair of edges can be provided in a more reliable manner. Namely, this coating can extend from the side surface of the edge portion of one of the first pair of edges, over the second pair of edges, to the lateral surface of the edge portion of the other of the first pair of edges. The first pair of edges preferably relates to the pair of short edges of the panel. However, it is not excluded that this would be the long pair of edges.

Volgens een zesde onafhankelijk aspect betreft de uitvinding nog een paneel van het type dat minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag vertoont, waarbij dit paneel aan minstens één rand een randgedeelte uit synthetisch materiaal vertoont, verschillend van het substraatmateriaal, met als kenmerk dat voornoemde toplaag een gegloeide thermoplastische laag betreft. Met “gegloeid” (Engels: annealed), of ontlaten, wordt bedoeld dat de betreffende toplaag behandeld is voor het minimaliseren van eventuele restspanningen. Dit kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door de betreffende toplaag te verwarmen tot op of boven de glastransformatietemperatuur, meestal aangeduid als Tg, en deze toplaag traag te laten afkoelen. Door dit proces kunnen de aanwezige interne spanningen in het materiaal van de toplaag minstens gedeeltelijk ontspannen.According to a sixth independent aspect, the invention also relates to a panel of the type which has at least one substrate and a top layer applied to it, wherein this panel has at least one edge a border portion of synthetic material, different from the substrate material, characterized in that said top layer concerns an annealed thermoplastic layer. By "annealed" (annealed), or tempered, it is meant that the relevant top layer has been treated to minimize any residual stresses. This can be carried out, for example, by heating the relevant top layer to or above the glass transformation temperature, usually referred to as Tg, and allowing this top layer to cool slowly. This process can at least partially relax the internal stresses present in the material of the top layer.

Bij voorkeur wordt spanningsvrij gegloeid of ontlaten, zodanig dat de resterende spanningen minstens 90 percent lager zijn dan de oorspronkelijk restspanningen of zelfs verwaarloosbaar zijn. Doordat de toplaag gegloeid is, wordt bekomen dat het risico op telegrafie-effecten van de rand van het randgedeelte naar het oppervlak van het paneel geminimaliseerd wordt. Doordat de eventuele overblijvende restspanning na het gloeien kleiner zijn, wordt bekomen dat de toplaag minder aan het substraat en het randgedeelte trekt. Het verminderde trekeffect leidt, zoals vernoemd, tot een verminderd telegraferingseffect.Preferably, stress-free annealing or annealing is carried out, such that the remaining stresses are at least 90 percent lower than the original residual stresses or are even negligible. Because the top layer is annealed, it is achieved that the risk of telegraphy effects from the edge of the edge portion to the surface of the panel is minimized. Because the possible remaining residual stress after the annealing is smaller, it is achieved that the top layer pulls less on the substrate and the edge portion. The reduced draw effect leads, as mentioned, to a reduced telegraphing effect.

Bij voorkeur werd voornoemde toplaag, of een gedeelte daarvan, gegloeid of ontlaten alvorens deze toplaag of het betreffende gedeelte op het substraat werd aangebracht. Op die manier wordt de invloed van het gloeien op het substraatmateriaal en/of het randgedeelte geminimaliseerd. Het werken met een gegloeide of ontlaten toplaag leidt tot velerlei voordelen bij het verder bewerken of vervaardigen van de panelen van de uitvinding. Zo bijvoorbeeld leiden insnijdingen in het substraatmateriaal tot een minder groot risico op vervormingen van de toplaag.Preferably, said top layer, or a portion thereof, was annealed or annealed before this top layer or the relevant portion was applied to the substrate. In this way the influence of the annealing on the substrate material and / or the edge portion is minimized. Working with an annealed or tempered top layer leads to many advantages in further processing or manufacturing the panels of the invention. For example, incisions in the substrate material lead to a lower risk of deformation of the top layer.

Het is duidelijk dat het randgedeelte en/of het paneel van het zesde aspect de kenmerken kan vertonen van het eerste, tweede, derde, vierde en/of het vijfde aspect en/of van de voorkeurdragende uitvoeringsvormen daarvan.It is clear that the edge portion and / or the panel of the sixth aspect may exhibit the characteristics of the first, second, third, fourth and / or fifth aspect and / or of the preferred embodiments thereof.

Volgens een zevende onafhankelijk aspect beoogt de uitvinding een werkwijze aan te bieden die bijvoorbeeld kan worden aangewend voor het vervaardigen van de panelen van het eerste tot en met het zesde aspect van de uitvinding. Volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen van deze werkwijze worden voordelen bereikt in vergelijking met de werkwijzen uit de stand van de techniek. Hiertoe betreft de uitvinding op onafhankelijke wijze een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, waarbij deze panelen minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag vertonen en waarbij deze panelen aan minstens één rand een randgedeelte uit een synthetisch materiaal vertonen verschillend van het substraatmateriaal, waarbij wordt uitgegaan van grotere halffabrikaten waaruit door opdeling minstens twee van dergelijke panelen kunnen worden bekomen, waarbij de werkwijze minstens de stap bevat van het verwezenlijken van voornoemde halffabrikaten die minstens de substraten, toplagen en randgedeelten van voornoemde twee panelen omvatten, met als kenmerk dat het synthetisch materiaal van de voornoemde randgedeelten wordt opgebracht nadat de voornoemde substraten en toplagen reeds op elkaar zijn aangebracht. Bij voorkeur wordt hierbij gebruik gemaakt van een gegloeide toplaag, zoals in het zesde aspect. Doordat de substraten en toplagen reeds op elkaar zijn aangebracht, kan op een meer betrouwbare manier het randgedeelte worden gerealiseerd op de plaats waar de paneelranden worden verwacht. Bij voorkeur zijn de paneelranden namelijk uitgericht ten opzichte van een patroon of motief aanwezig in de toplaag. Zo bijvoorbeeld kan in het geval van een houtpatroon ervoor worden gezocht dat de paneelranden zich evenwijdig of haaks op de globale richting van de houtnerven uitstrekken. Volgens een andere voorbeeld kan in het geval van een patroon met voegen, zoals cementvoegen, ervoor worden gezorgd dat de paneelranden zich evenwijdig of haaks op de richting van de afgebeelde voegen uitstrekken. Doordat het randgedeelte meer betrouwbaar kan worden aangebracht, kan een kostenbesparing op het synthetisch materiaal worden gerealiseerd.According to a seventh independent aspect the object of the invention is to offer a method which can be used, for example, for manufacturing the panels from the first to the sixth aspect of the invention. According to various preferred embodiments of this method, advantages are achieved in comparison with the methods of the prior art. To this end, the invention relates independently to a method for manufacturing panels, wherein these panels have at least one substrate and a top layer applied thereto and wherein these panels have at least one edge an edge portion of a synthetic material different from the substrate material, starting from of larger semi-finished products from which at least two such panels can be obtained by division, the method comprising at least the step of realizing said semi-finished products comprising at least the substrates, top layers and edge portions of said two panels, characterized in that the synthetic material of the aforementioned edge portions are applied after the aforementioned substrates and top layers have already been applied to each other. Preferably, use is made here of a annealed top layer, such as in the sixth aspect. Because the substrates and top layers have already been applied to each other, the edge part can be realized in a more reliable manner at the place where the panel edges are expected. Namely, the panel edges are namely aligned with respect to a pattern or design present in the top layer. For example, in the case of a wood pattern it can be sought that the panel edges extend parallel or perpendicular to the overall direction of the wood grain. According to another example, in the case of a pattern with joints, such as cement joints, it can be ensured that the panel edges extend parallel or perpendicular to the direction of the joints shown. Because the edge portion can be applied more reliably, a cost saving can be realized on the synthetic material.

Bij voorkeur maken de substraten deel uit van een groter substraatmateriaal en de toplagen van een groter toplaagmateriaal, waarbij bij de stap van het verwezenlijken van de halffabrikaten het groter toplaag materiaal op het groter substraatmateriaal wordt aangebracht en daaropvolgend in het substraatmateriaal uitsparingen worden voorzien waarin het voornoemde synthetisch materiaal van de randgedeelten kan worden opgebracht. Deze uitsparingen zijn dan bij voorkeur uitgericht ten opzichte van een patroon of motief aanwezig in de toplaag, waardoor de hoger vermelde voordelen kunnen worden bereikt.The substrates are preferably part of a larger substrate material and the top layers of a larger top layer material, wherein in the step of realizing the semi-finished products the larger top layer material is applied to the larger substrate material and subsequently recesses are provided in the substrate material in which the aforementioned synthetic material from the edge portions can be applied. These recesses are then preferably aligned with respect to a pattern or motif present in the top layer, whereby the above-mentioned advantages can be achieved.

Bij voorkeur wordt het synthetisch materiaal van de randgedeelten in vloeibare of pasteuze vorm aangebracht, waarna het uithardt in het betreffende halffabrikaat, alvorens het halffabrikaat wordt opgedeeld in minstens voornoemde twee panelen. Vloeibaar of pasteus aanbrengen leidt tot minder problemen met betrekking tot toleranties, dan het aanbrengen van een vast materiaal, zoals een lat.The synthetic material of the edge portions is preferably applied in liquid or pasty form, after which it hardens in the relevant semi-finished product, before the semi-finished product is divided into at least the aforementioned two panels. Liquid or pasty application leads to fewer problems with regard to tolerances than the application of a solid material, such as a slat.

De uitvinders hebben vastgesteld dat, wanneer het halffabrikaat boven kamertemperatuur, bijvoorbeeld tot meer dan 35°C, of meer dan 45°C, verwarmd is bij het opbrengen van het synthetisch materiaal, een verminderd risico op krimp van het synthetisch materiaal wordt bekomen, zodanig dat minder of geen vervormingen van de toplaag optreden in het uiteindelijke paneel. Zoals vernoemd kan eventuele krimp ook minstens gedeeltelijk worden gecompenseerd door het gebruik van schuimende vulstoffen.The inventors have found that when the semi-finished product is heated above room temperature, e.g. to more than 35 ° C, or more than 45 ° C, when applying the synthetic material, a reduced risk of shrinkage of the synthetic material is achieved, such that that fewer or no deformations of the top layer occur in the final panel. As mentioned, possible shrinkage can also be at least partially compensated by the use of foaming fillers.

Bij voorkeur omvat het voornoemde halffabrikaat tevens een onderlaag of tegenlaag, waarbij het voornoemde synthetisch materiaal van de voornoemde randgedeelten wordt opgebracht nadat de tegenlaag reeds op het substraatmateriaal is aangebracht. Bij voorkeur strekken voornoemde uitsparingen zich dus doorheen de tegenlaag uit. Als tegenlaag wordt bij voorkeur een gelijkaardig materiaal als het materiaal van de toplaag toegepast.Preferably, the aforementioned semi-finished product also comprises a bottom layer or counter-layer, wherein the aforementioned synthetic material is applied from the aforementioned edge portions after the counter-layer has already been applied to the substrate material. Preferably, said recesses therefore extend through the counter layer. Preferably a material similar to the material of the top layer is used as the counter layer.

Met het oog op het verkrijgen van een alternatieve werkwijze voor het vervaardigen van panelen met enige vochtweerstand, betreft de uitvinding volgens een achtste onafhankelijk aspect nog een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, waarbij deze panelen minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag vertonen en waarbij deze panelen aan minstens twee tegenoverliggende randen geprofileerd is en het profiel koppelmiddelen vertoont waarmede dit paneel met andere gelijkaardige panelen kan worden gekoppeld zodanig dat in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke panelen aan de betreffende rand een vergrendeling ontstaat zowel in een horizontale richting loodrecht op de rand en in het vlak van het paneel, als in een verticale richting loodrecht op het vlak, waarbij de werkwijze minstens de stap bevat van het met een waterwerende substantie bekleden van minstens één van voornoemde geprofileerde randen, met als kenmerk dat de voornoemde substantie minstens op een gedeelte van het geprofileerd randgebied gekalibreerd wordt opgebracht en/of dat de verkregen bekleding minstens op een gedeelte van het geprofileerd randgebied wordt nabewerkt. Door het gekalibreerd aanbrengen en/of het nabewerken van de bekledingslaag wordt een verhoogde nauwkeurigheid van de koppelmiddelen bekomen.With a view to obtaining an alternative method for manufacturing panels with some moisture resistance, the invention relates, according to an eighth independent aspect, to a method for manufacturing panels, wherein these panels have at least one substrate and a top layer applied thereto and these panels are profiled on at least two opposite edges and the profile has coupling means with which this panel can be coupled with other similar panels such that in the coupled state of two such panels on the relevant edge a locking occurs both in a horizontal direction perpendicular to the edge and in the plane of the panel, as in a vertical direction perpendicular to the plane, the method comprising at least the step of coating at least one of said profiled edges with a water-resistant substance, characterized in that said substance is at least a portion of n the profiled edge region is calibrated and / or that the coating obtained is post-processed at least on a portion of the profiled edge region. Increased accuracy of the coupling means is achieved by calibrated application and / or post-processing of the coating layer.

Bij voorkeur betreft het voornoemde gedeelte van het geprofileerd randgebied minstens een gedeelte dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke panelen een contactoppervlak vormt, zoals bijvoorbeeld de contactoppervlakken verantwoordelijk voor de verticale vergrendeling en/of de contactoppervlakken verantwoordelijk voor de horizontale vergrendeling. Bij voorkeur wordt in gekoppelde toestand een vergrendeling zonder speling bereikt, zodanig dat zowel de bovenranden van de gekoppelde panelen als alle voornoemde contactoppervlakken, bij voorkeur toch minstens de contactoppervlakken verantwoordelijk voor de horizontale vergrendeling, tegen elkaar aansluiten. Eventueel kan gewerkt worden met een zekere klemming, zoals met de klemming beschreven in het WO 97/47834 en die beter gekend is als “voorspanning”.Preferably, the aforementioned portion of the profiled edge region is at least a portion that forms a contact surface in a coupled state of two such panels, such as, for example, the contact surfaces responsible for the vertical locking and / or the contact surfaces responsible for the horizontal locking. Locking without play is preferably achieved in the coupled state, such that both the upper edges of the coupled panels and all the aforementioned contact surfaces, preferably at least the contact surfaces responsible for the horizontal locking, abut each other. It is possible to work with a certain clamping, such as with the clamping described in WO 97/47834 and which is better known as "pretensioning".

Bij voorkeur wordt het gekalibreerd aanbrengen van voornoemde vochtwerende substantie gerealiseerd door het aanbrengen van een vloeibare of pasteuze substantie die aan de hand van een mal op maat wordt gebracht op de betreffende gedeelten van het randgebied. Het overtollige materiaal op de te kalibreren gedeelten wordt bij voorkeur verzameld op aangrenzende gedeelten van het geprofileerd randgebied. Bij voorkeur definiëren de betreffende gedeelten in gekoppelde toestand van twee van dergelijke panelen een spatie of luchtkamer tussen de betreffende gekoppelde randgebieden.The calibrated application of said moisture-resistant substance is preferably realized by applying a liquid or pasty substance that is tailored to the relevant parts of the edge region on the basis of a mold. The excess material on the portions to be calibrated is preferably collected on adjacent portions of the profiled edge region. Preferably, the respective parts in the coupled state of two of such panels define a space or air chamber between the respective linked edge regions.

Volgens een negende onafhankelijk aspect betreft de uitvinding nog een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, waarbij deze panelen minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag vertonen en waarbij deze panelen aan minstens één rand een randgedeelte uit een synthetisch materiaal vertonen verschillend van het substraatmateriaal, met als kenmerk dat de werkwijze minstens de stap bevat van het met een waterwerende substantie bekleden van een rand die zich dwars op de rand met het synthetisch randgedeelte uitstrekt. De werkwijze van de uitvinding is ideaal geschikt voor het vervaardigen van de panelen van het vijfde onafhankelijk aspect.According to a ninth independent aspect, the invention further relates to a method for manufacturing panels, wherein these panels have at least one substrate and a top layer applied thereto and wherein these panels have at least one edge an edge portion of a synthetic material different from the substrate material, with characterized in that the method comprises at least the step of coating an edge with a water-resistant substance that extends transversely to the edge with the synthetic edge portion. The method of the invention is ideally suited for manufacturing the panels of the fifth independent aspect.

De aanwezigheid van het randgedeelte aan minstens één rand laat toe op een meer betrouwbare wijze de bekledingslaag op de dwarse rand te bekomen. Het aanbrengen van de bekledingslaag kan namelijk worden uitgevoerd met een aanloop en/of uitloop op het zijoppervlak van het synthetisch randgedeelte.The presence of the edge portion on at least one edge allows to obtain the coating layer on the transverse edge in a more reliable manner. Namely, the application of the coating layer can be carried out with a run-in and / or run-out on the side surface of the synthetic edge portion.

Bij voorkeur wordt voor het aanbrengen van de waterwerende substantie een werkwijze gebruikt met de kenmerken van het achtste onafhankelijk aspect.Preferably, a method with the features of the eighth independent aspect is used for applying the water-resistant substance.

Bij voorkeur vertoont het paneel van de uitvinding volgens alle aspecten daarvan een gedrukt decor. Het kan hierbij gaan om een decor is gedrukt op een dragermateriaal zoals op een papier of kunststofvel, of om een decor dat mits eventuele tussenkomst van grondlagen is bekomen door het uitvoeren van een bedrukking op het voornoemde substraat. Voor het kunststofvel kan gewerkt worden met een PVC (Polyvinylchloride), PE (PolyEthyleen) of PUR (PolyURethaan) folie. Het is uiteraard niet uitgesloten dat zou worden gewerkt met een ander decor dan met een gedrukt decor, zoals met kurk, linoleum, een houtfineer of andere houten toplaag.The panel of the invention preferably has a printed decor according to all aspects thereof. This may be a decor printed on a carrier material such as on a paper or plastic sheet, or a decor which, provided that any intervention of primer layers, is obtained by performing a printing on the aforementioned substrate. For the plastic sheet, it is possible to work with a PVC (Polyvinyl chloride), PE (Polyethylene) or PUR (PolyURethane) film. It is, of course, not excluded that one would work with a different decor than a printed one, such as with cork, linoleum, a wood veneer or other wooden top layer.

Bij voorkeur vertoont de toplaag volgens alle aspecten van de uitvinding een dikte van minstens 0,5 millimeter. Dergelijke toplaag is ideaal voor het bekomen van een waterafdichtende werking onmiddellijk onder de toplaag. In het geval van een randgedeelte uit synthetisch materiaal kan dit zich uitstrekken tot in de toplaag. In het geval van een waterwerende substantie kan deze zich uitstrekken tot op de zijdelingse rand van de toplaag, zonder zich noodzakelijk tot aan de bovenrand van het paneel te moeten uitstrekken.The top layer according to all aspects of the invention preferably has a thickness of at least 0.5 millimeters. Such a top layer is ideal for obtaining a waterproofing effect immediately below the top layer. In the case of an edge portion of synthetic material, this can extend into the top layer. In the case of a water-resistant substance, it can extend to the lateral edge of the top layer, without necessarily having to extend to the upper edge of the panel.

Bij voorkeur wordt de uitvinding volgens alle aspecten toegepast bij panelen waarvan de betreffende rand of randen geprofileerd zijn en dit profiel koppelmiddelen vertoont, waarmede dit paneel met andere gelijkaardige panelen kan worden gekoppeld zodanig dat in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke panelen aan de betreffende rand een vergrendeling ontstaat zowel in een horizontale richting loodrecht op de rand en in het vlak van het paneel, als in een verticale richting loodrecht op het vlak. Bij voorkeur zijn deze koppelmiddelen uitgevoerd als een mannelijk koppeldeel aan een van voornoemde randen en een vrouwelijk koppeldeel aan de tegenoverliggende rand, waarbij deze koppeldelen in elkaar kunnen worden aangebracht door middel van een wentelbeweging langsheen de betreffende rand, door middel van een schuifbeweging in hoofdzakelijk horizontale richting van de paneelranden naar elkaar toe en/of door middel van een neerwaartse beweging van het mannelijk koppeldeel naar het vrouwelijk koppeldeel. Bij voorkeur is het voornoemde vrouwelijke koppeldeel gevormd aan een flens die zich aan de betreffende rand in horizontale richting, bij voorkeur voorbij de toplaag, uitstrekt en een zitting vormt voor het mannelijk koppeldeel, terwijl het voornoemde mannelijke koppeldeel gevormd is aan een flens die zich aan de bovenzijde van het paneel bevindt en aan de onderzijde een profilering vertoont die met voornoemde zitting samen kan werken. Bij voorkeur is het mannelijk koppeldeel hoofdzakelijk uitgevoerd als een tand, terwijl het vrouwelijk koppeldeel hoofdzakelijk is uitgevoerd als een groef, geflankeerd door een bovenste en een onderste lip, waarbij voornoemde onderste lip dan deel uitmaakt van voornoemde flens. De tand en groef zijn in dergelijk geval zodanig uitgevoerd dat zij door hun samenwerking minstens de voornoemde vergrendeling in verticale richting opleveren. Bij voorkeur vertoont de bovenste en/of de onderste lip vergrendelingsdelen die samenwerken met overeenstemmende vergrendelingsdelen op voornoemde tand, zodanig dat hiermede de voornoemde vergrendeling in horizontale richting kan worden bekomen.The invention is preferably applied according to all aspects to panels of which the relevant edge or edges are profiled and this profile has coupling means, with which this panel can be coupled to other similar panels such that in the coupled state of two such panels on the relevant edge a locking occurs both in a horizontal direction perpendicular to the edge and in the plane of the panel, and in a vertical direction perpendicular to the plane. These coupling means are preferably embodied as a male coupling part on one of the aforementioned edges and a female coupling part on the opposite edge, wherein these coupling parts can be arranged in each other by means of a turning movement along the relevant edge, by means of a sliding movement in substantially horizontal direction of the panel edges towards each other and / or by means of a downward movement of the male coupling part to the female coupling part. Preferably, the aforementioned female coupling part is formed on a flange that extends horizontally at the relevant edge, preferably beyond the top layer, and forms a seat for the male coupling part, while the aforementioned male coupling part is formed on a flange adjoining is located at the top of the panel and has a profiling at the bottom that can work together with the above-mentioned seat. Preferably, the male coupling part is mainly designed as a tooth, while the female coupling part is essentially constructed as a groove flanked by an upper and a lower lip, said lower lip then forming part of said flange. In such a case, the tongue and groove are designed such that, as a result of their cooperation, they at least provide the aforementioned locking in vertical direction. The upper and / or lower lip preferably has locking parts which cooperate with corresponding locking parts on said tooth, such that with this the said locking can be achieved in the horizontal direction.

Het is duidelijk dat volgens alle aspecten bij voorkeur wordt gewerkt met een vochtgevoelig substraat, zoals met een substraat dat houtdeeltjes, zoals houtspaanders en/of houtvezels bevat, verbonden met een bindmiddel. Dergelijke substraatmaterialen zijn bijvoorbeeld houtspaanderplaat, houtvezelplaat, zoals MDF of HDF (Medium of High Density Fiberboard). De vochtgevoeligheid van substraten met houtdeeltjes wordt voornamelijk bepaald door de gewichtsverhouding tussen houtdeeltjes en bindmiddel. Praktisch is vastgesteld dat een zekere vochtgevoeligheid al plaatsgrijpt wanneer deze gewichtsverhouding 5:95 (hout:bindmiddel) bedraagt. Bij een dergelijke gewichtsverhouding is eerder sprake van met houtdeeljes gevulde plastiek zoals zogenaamde WPC’s (Wood Plastic Composites). Deze vochtgevoeligheid stijgt wanneer het aandeel houtdeeltjes toeneemt. In het geval van MDF en HDF wordt met minstens 75 gewichtsprocent hout gewerkt, waardoor een hoge vochtgevoeligheid ontstaat, zelfs wanneer sprake is van MDF of HDF van het watervaste type. De vochtgevoeligheid van al deze substraten uit zich door het vermogen water te absorberen en als gevolg van deze absorptie een diktezwelling, hetzij homogeen, hetzij uitsluitend op de randen, te vertonen.It is clear that in all aspects preferably a moisture-sensitive substrate is used, such as with a substrate containing wood particles, such as wood chips and / or wood fibers, connected to a binder. Such substrate materials are, for example, wood chipboard, wood fiber board, such as MDF or HDF (Medium or High Density Fiberboard). The moisture sensitivity of substrates with wood particles is mainly determined by the weight ratio between wood particles and binder. It has been found practically that a certain moisture sensitivity already occurs when this weight ratio is 5:95 (wood: binder). Such a weight ratio is more likely to be plastic filled with wood particles such as so-called WPCs (Wood Plastic Composites). This moisture sensitivity increases as the proportion of wood particles increases. In the case of MDF and HDF, at least 75% by weight of wood is used, resulting in a high moisture sensitivity, even in the case of water-resistant MDF or HDF. The moisture sensitivity of all these substrates is expressed by the ability to absorb water and, as a result of this absorption, to exhibit a thickness swelling, either homogeneously or exclusively on the edges.

Waar in alle aspecten sprake is van een waterwerende substantie, wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een vloeibaar of pasteus opgebrachte substantie die op het paneel uithardt of uitdroogt. Zo bijvoorbeeld kan gebruik gemaakt worden van een substantie die paraffine, was, UV lak, een gefluoreerd polymeer of copolymeer, of smeltlijm omvat.Where in all aspects there is a water-resistant substance, use is preferably made of a liquid or pasty applied substance which hardens or dries out on the panel. For example, use can be made of a substance comprising paraffin, wax, UV lacquer, a fluorinated polymer or copolymer, or hot melt adhesive.

Waar in alle aspecten sprake is van een randgedeelte wordt een structureel randgedeelte bedoeld. Het is duidelijk dat een randgedeelte niet kan verward worden met een oppervlakkige bekleding aan de hand van een substantie, welke op zich geen enkele sterkte vertoont. Bij voorkeur strekt dergelijk randgedeelte zich loodrecht op het geprofileerd randgebied uit over een afstand van minstens 1 of 2 millimeter. In het geval van een oppervlakkige bekleding strekt dergelijke bekleding zich bij voorkeur loodrecht op het geprofileerd randgebied uit over een afstand van minder dan 0,3 millimeter.Where in all aspects there is a peripheral part, a structural peripheral part is meant. It is clear that an edge portion cannot be confused with a superficial coating on the basis of a substance which in itself does not show any strength. Preferably, such edge portion extends perpendicularly to the profiled edge area over a distance of at least 1 or 2 millimeters. In the case of a superficial coating, such a coating preferably extends perpendicular to the profiled edge region over a distance of less than 0.3 millimeters.

Volgens alle aspecten betreft de huidige uitvinding vloerpanelen of andere panelen die op zich star zijn, en dus op zich niet oprolbaar zijn. Bij voorkeur vertoont het uiteindelijke paneel een dikte van meer dan 5 millimeter, doch bij voorkeur van minder dan 15 millimeter. Een goede waarde voor de dikte is 7 tot 10 millimeter. Dergelijke panelen lenen zich goed voor het eraan voorzien van mechanische koppelmiddelen die toelaten dat twee of meer van dergelijke panelen aan hun randen met elkaar kunnen worden verbonden. Bij voorkeur wordt hierbij gebruik gemaakt van mechanische koppelmiddelen, zoals van het type dat bekend is uit het WO 97/47834. Het is duidelijk dat ook de eventuele grotere platen, waaruit meerdere van dergelijke vloerpanelen worden gevormd, en de substraten op zich star zijn. Bij voorkeur zijn de vloerpanelen, platen en substraten zo star dat zij onder hun eigen gewicht minder dan 10 centimeter per meter doorbuigen, wanneer zij aan slechts één rand zijn ondersteund.According to all aspects, the present invention relates to floor panels or other panels which are per se rigid and therefore cannot be rolled up per se. The final panel preferably has a thickness of more than 5 millimeters, but preferably of less than 15 millimeters. A good value for the thickness is 7 to 10 millimeters. Such panels lend themselves well to the provision of mechanical coupling means which allow two or more of such panels to be connected to each other at their edges. Use is herein preferably made of mechanical coupling means, such as of the type known from WO 97/47834. It is clear that also the possibly larger plates, from which a plurality of such floor panels are formed, and the substrates per se are rigid. The floor panels, plates and substrates are preferably so rigid that they bend less than 10 centimeters per meter under their own weight when they are supported on only one edge.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een paneel, meer speciaal een vloerpaneel, met de kenmerken van onder andere het eerste aspect van de uitvinding weergeeft; figuur 2 in dwarsdoorsnede een zicht weergeeft volgens de op figuur 1 weergegeven lijn ll-ll; figuur 3 op grotere schaal een zicht weergeeft op het gebied dat op figuur 2 met F3 is aangeduid; figuur 4 in dwarsdoorsnede een zicht weergeeft volgens de op figuur 1 weergegeven lijn IV-IV; figuren 5 en 6 in een gelijkaardig zicht als dat van figuur 2 varianten weergeven; figuur 7 in perspectief een installatiemethode weergeeft die kan worden toegepast met de panelen van de uitvinding; figuur 8 schematisch enkele stappen weergeeft in een werkwijze met onder andere de kenmerken van het zevende aspect van de uitvinding; figuur 9 eveneens enkele stappen weergeeft voor een variante van de werkwijze uit figuur 8; figuren 10 tot 12 op grotere schaal een zicht weergeven op het gebied dat op figuur 8 met F10 is aangeduid; figuur 13 in een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 2 nog een variante weergeeft van een vloerpaneel met onder andere de kenmerken van het tweede aspect van de uitvinding; figuur 14 schematisch een werkwijze weergeeft met de kenmerken van onder andere het achtste aspect van de uitvinding; figuur 15 een zicht weergeeft volgens de op figuur 14 weergegeven lijn XV-XV; figuur 16 op grotere schaal een zicht weergeeft op het gebied dat in figuur 15 met F16 is aangeduid; figuur 17 een zicht weergeeft volgens de op figuur 14 weergegeven pijl F17; en figuren 18 tot 20 in een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 2 nog varianten weergeven van de huidige uitvinding.With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, a few preferred embodiments are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a panel, more particularly a floor panel, with the characteristics of, inter alia, the first aspect of the invention; figure 2 represents a view in cross-section according to the line II-II shown in figure 1; figure 3 shows on a larger scale a view of the area indicated with F3 in figure 2; figure 4 represents a view in cross-section according to line IV-IV shown in figure 1; figures 5 and 6 show variants in a view similar to that of figure 2; Figure 7 shows a perspective view of an installation method that can be applied with the panels of the invention; Figure 8 schematically shows a few steps in a method with, among other things, the features of the seventh aspect of the invention; figure 9 also shows a few steps for a variant of the method of figure 8; figures 10 to 12 show on a larger scale a view of the area indicated by F10 in figure 8; figure 13 represents in a view similar to that of figure 2 another variant of a floor panel with, inter alia, the features of the second aspect of the invention; Figure 14 schematically represents a method with the features of, inter alia, the eighth aspect of the invention; figure 15 represents a view according to line XV-XV shown in figure 14; figure 16 represents a view on a larger scale of the area indicated by F16 in figure 15; figure 17 represents a view according to the arrow F17 shown in figure 14; and figures 18 to 20 still show variants of the present invention in a view similar to that of figure 2.

Figuur 1 geeft een vloerpaneel 1 weer met de kenmerken van onder andere het eerste aspect van de uitvinding. In dit geval betreft het een rechthoekig en langwerpig vloerpaneel 1 met een paar lange zijden of randen 2-3 en een paar korte zijden of randen 4-5.Figure 1 shows a floor panel 1 with the features of, among others, the first aspect of the invention. In this case it concerns a rectangular and elongated floor panel 1 with a pair of long sides or edges 2-3 and a pair of short sides or edges 4-5.

Figuur 2 geeft weer dat het vloerpaneel 1 van het type is dat minstens een substraat 6 en een erop aangebrachte toplaag 7 vertoont. In het voorbeeld vertoont de toplaag 7 een dikte T van minstens 0,5 millimeter. Het betreft hier specifiek een gegloeide thermoplastische toplaag, die hoofdzakelijk uit PVC bestaat.Figure 2 shows that the floor panel 1 is of the type that has at least one substrate 6 and a top layer 7 applied to it. In the example, the top layer 7 has a thickness T of at least 0.5 millimeters. This specifically concerns an annealed thermoplastic top layer, which mainly consists of PVC.

Figuur 3 laat zien dat de thermoplastische toplaag 7 bij voorkeur op zich is opgebouwd uit een ruglaag 8, een erop aangebracht motief 9 en een doorzichtige of doorschijnende slijtlaag 10. Hierbij beslaat de ruglaag 8 bij voorkeur een dikte T1 van meer dan 45 procent van de totale dikte T van de toplaag 7. De ruglaag 8 bestaat in dit geval uit een laag van zacht gerecycleerd PVC die gevuld is met krijt. De ruglaag 8 vertoont op zich een hogere densiteit van voornoemde doorzichtige of doorschijnende laag 10. Het motief 9 is in dit geval op een drager 11 voorzien. Het betreft een bedrukte PVC folie. Voor de doorzichtige of doorschijnende slijtlaag 10 wordt bij voorkeur een PVC laag met een dikte T2 van minimum 0,2 millimeter toegepast. Bij voorkeur is de PVC laag niet dikker dan 0,6 millimeter. De uitvinders hebben vastgesteld dat een dikte T2 van 0,3 tot 0,4 millimeter een goede slijtvastheid oplevert. De gezamenlijke dikte T van voornoemde toplaag 7 bedraagt bij voorkeur tussen 1,5 en 3 millimeter, waarbij een dikte T van 1,7 tot 2,5 millimeter wenselijk is.Figure 3 shows that the thermoplastic top layer 7 is preferably constructed per se from a back layer 8, a motif 9 applied thereon and a transparent or translucent wear layer 10. Here, the back layer 8 preferably covers a thickness T1 of more than 45 percent of the total thickness T of the top layer 7. The back layer 8 in this case consists of a layer of soft recycled PVC that is filled with chalk. The backing layer 8 per se has a higher density of the above-mentioned transparent or translucent layer 10. The motif 9 is in this case provided on a support 11. It is a printed PVC foil. For the transparent or translucent wear layer 10, a PVC layer with a thickness T2 of at least 0.2 millimeter is preferably used. The PVC layer is preferably no thicker than 0.6 millimeters. The inventors have found that a thickness T2 of 0.3 to 0.4 millimeters provides good wear resistance. The combined thickness T of said top layer 7 is preferably between 1.5 and 3 millimeters, a thickness T of 1.7 to 2.5 millimeters being desirable.

Voor het substraat 6 van het vloerpaneel 1 van figuur 1 is gebruik gemaakt van een substraat 6 dat houtdeeltjes, in dit geval houtvezels, verbonden met een bindmiddel omvat, zoals MDF of HDF. Bij voorkeur vertoont het aangewende substraatmateriaal een restvochtgehalte van minder dan 10 gewichtspercent. In de plaats van MDF of HDF kan ook gekozen worden voor een substraat van lage densiteit, bijvoorbeeld van minder dan 600 kilogram per kubieke meter. Het kan bijvoorbeeld gaan om een houtgebaseerd materiaal dat houtvezels omvat die bekomen zijn uit recyclagehout, en die eveneens verbonden zijn met een bindmiddel. Er kan ook geopteerd worden voor een houtspaanderplaat.For the substrate 6 of the floor panel 1 of figure 1 use is made of a substrate 6 which comprises wood particles, in this case wood fibers, connected to a binder, such as MDF or HDF. The substrate material used preferably has a residual moisture content of less than 10% by weight. Instead of MDF or HDF, it is also possible to opt for a substrate of low density, for example of less than 600 kilograms per cubic meter. It may, for example, be a wood-based material that comprises wood fibers obtained from recycled wood, and which are also connected to a binder. You can also opt for a chipboard.

Aan de onderzijde van het substraat 6 bevindt zich een onderlaag 12 of tegenlaag. In dit geval bevat de tegenlaag thermoplastische kunststof. Bij voorkeur wordt voor de tegenlaag of onderlaag 12 PVC, bij voorkeur gerecycleerd PVC, toegepast, gevuld met krijt. In principe kan voor de tegenlaag of onderlaag 12 een gelijkaardige samenstelling worden toegepast als voor de zich in de toplaag 7 bevindende ruglaag 8.At the bottom of the substrate 6 there is a bottom layer 12 or counter layer. In this case the back layer contains thermoplastic plastic. Preferably, for the back layer or bottom layer 12, PVC, preferably recycled PVC, is used, filled with chalk. In principle, a similar composition can be used for the back layer or bottom layer 12 as for the back layer 8 located in the top layer 7.

Het vloerpaneel 1 uit de figuren 1 tot 4 vertoont onder andere de kenmerken van het eerste aspect doordat het aan minstens één rand 4, in dit geval aan beide tegenoverliggende randen van het korte paar zijden 4-5 een randgedeelte 13 uit synthetisch materiaal vertoont, waarbij dit synthetisch materiaal verschillend is van het substraatmateriaal 6. Het synthetisch materiaal strekt zich hierbij minstens over 80 percent van de dikte T3 van het substraat uit. De bevestiging van het randgedeelte 13 aan het substraatmateriaal 6 is bekomen door de uitharding van het voornoemde synthetische materiaal op het betreffende gedeelte van het substraatmateriaal 6. In dit geval is door de uitharding van het synthetisch materiaal ook een hechting bekomen op de onderzijde van de toplaag 7 en op de zijranden 14 van de tegenlaag 12.The floor panel 1 of figures 1 to 4 has, inter alia, the features of the first aspect in that it has an edge portion 13 of synthetic material on at least one edge 4, in this case on both opposite edges of the short pair of sides 4-5, wherein this synthetic material is different from the substrate material 6. The synthetic material here extends at least over 80 percent of the thickness T3 of the substrate. The attachment of the edge portion 13 to the substrate material 6 is achieved by the curing of the aforementioned synthetic material on the relevant part of the substrate material 6. In this case, by the curing of the synthetic material, an adhesion has also been obtained on the underside of the top layer 7 and on the side edges 14 of the counter layer 12.

Figuur 2 geeft weer dat de verbinding tussen het randgedeelte 13 en het substraatmateriaal 6 over een grensoppervlak 15 verloopt dat deeloppervlakken 16 vertoont die zich dwars op de normale van het oppervlak 17 van het paneel 1 uitstrekken. In dit geval strekken de betreffende deeloppervlakken 16 zich telkens nagenoeg horizontaal uit. Dit is echter niet noodzakelijk zo, en er kan gewerkt worden met hellende deeloppervlakken en/of gebogen grensoppervlakken.Figure 2 shows that the connection between the edge portion 13 and the substrate material 6 runs over a boundary surface 15 which has sub-surfaces 16 extending transversely to the normal of the surface 17 of the panel 1. In this case the respective sub-surfaces 16 each extend substantially horizontally. However, this is not necessarily the case, and it is possible to work with sloping sub-surfaces and / or curved boundary surfaces.

Het voorbeeld illustreert ook de kenmerken van het derde aspect van de uitvinding doordat de betreffende rand 4 van het substraatmateriaal 6 uitsluitend uit het voornoemde randgedeelte 13 is gevormd. Bovendien vertoont het voorbeeld door de keuze van het substraatmateriaal 6, namelijk met een restvochtgehalte van minder dan 10 gewichtsprocent, ook de kenmerken van het in de inleiding genoemde vierde aspect van de uitvinding.The example also illustrates the features of the third aspect of the invention in that the respective edge 4 of the substrate material 6 is formed solely from the aforementioned edge portion 13. Moreover, the choice of the substrate material 6, namely with a residual moisture content of less than 10% by weight, also has the characteristics of the fourth aspect of the invention mentioned in the introduction.

Voor het synthetisch materiaal van de randgedeelten 13 is gebruik gemaakt van een materiaal bekomen op basis van een tweecomponentensysteem, zodanig dat ook aan de kenmerken van het tweede aspect is voldaan. Bij voorkeur wordt een polyurethaan toegepast, bekomen op basis van de componenten polyol en isocyanaat. Aan de hand van dit materiaal kan een chemische binding op de houtdeeltjes van het substraat 6 worden bekomen. Bovendien vertoont het polyurethaan bij voorkeur de eigenschappen van een thermohardend polymeer.For the synthetic material of the edge portions 13, use has been made of a material obtained on the basis of a two-component system, such that the characteristics of the second aspect are also satisfied. Preferably a polyurethane is used, obtained on the basis of the components polyol and isocyanate. On the basis of this material a chemical bond can be obtained on the wood particles of the substrate 6. In addition, the polyurethane preferably exhibits the properties of a thermosetting polymer.

Door de keuze voor een gegloeide thermoplastisch toplaag 7, vertoont het voorbeeld eveneens de kenmerken van het in de inleiding vermelde zesde onafhankelijk aspect van de uitvinding.By opting for an annealed thermoplastic top layer 7, the example also shows the characteristics of the sixth independent aspect of the invention mentioned in the introduction.

Figuur 2 geeft weer dat de betreffende randen 4-5 geprofileerd zijn uitgevoerd en dat dit profiel koppelmiddelen 18 vertoont waarmede dit paneel 1 met andere gelijkaardige panelen 1 kan worden gekoppeld, zoals weergegeven in streeplijn 19. In de gekoppelde toestand, hier niet weergegeven, ontstaat een vergrendeling zowel in een horizontale richting H1 loodrecht op de rand en in het vlak van het paneel 1, als in een verticale richting V1 loodrecht op het vlak. De hier weergegeven koppelmiddelen 18 zijn hoofdzakelijk uitgevoerd als een tand 20 en een groef 21 begrensd door een onderste lip 22 en bovenste lip 23. Voor het bekomen van de vergrendeling in horizontale richting H1 zijn tand 20 en groef 21 voorzien van samenwerkende vergrendelingsdelen 24-25, in dit geval in de vorm van een uitsteeksel 24 aan de onderzijde van de tand 20 en een uitsparing 25 in de onderste groeflip 23. Het tandprofiel kan in dit geval minstens aan de hand van een wentelbeweging W langs de betreffende rand in de groef 21 worden geïntroduceerd voor het bekomen van de gekoppelde toestand. Bij voorkeur laten de koppelmiddelen 18 ook nog andere koppelbewegingen toe, zoals een koppeling door middel van een hoofdzakelijk horizontale schuifbeweging van de panelen 1 naar elkaar.Figure 2 shows that the relevant edges 4-5 are profiled and that this profile has coupling means 18 with which this panel 1 can be coupled to other similar panels 1, as shown in broken line 19. In the coupled state, not shown here, arises locking both in a horizontal direction H1 perpendicular to the edge and in the plane of the panel 1, and in a vertical direction V1 perpendicular to the plane. The coupling means 18 shown here are mainly designed as a tooth 20 and a groove 21 bounded by a lower lip 22 and upper lip 23. For obtaining the locking in horizontal direction H1, tooth 20 and groove 21 are provided with cooperating locking parts 24-25 , in this case in the form of a protrusion 24 on the underside of the tooth 20 and a recess 25 in the lower groove lip 23. The tooth profile can in this case at least be based on a turning movement W along the relevant edge in the groove 21 are introduced to obtain the coupled state. Preferably, the coupling means 18 also permit other coupling movements, such as a coupling by means of a substantially horizontal sliding movement of the panels 1 towards each other.

Het is duidelijk dat ook aan de lange zijden 2-3 van het vloerpaneel 1 kan gewerkt worden met randgedeelten 13 zoals geïllustreerd aan de hand van figuur 2.It is clear that it is also possible to work with edge portions 13 on the long sides 2-3 of the floor panel 1 as illustrated with reference to Figure 2.

Figuur 4 geeft weer dat in dit geval aan het andere paar tegenoverliggende randen 2-3, in dit geval aan de lange zijden 2-3 van het vloerpaneel 1, andere voorzieningen zijn getroffen voor het reduceren van de watergevoeligheid ervan. Er is in dit geval gebruik gemaakt van een bekleding 26 van de geprofileerde randgebieden op basis van een waterwerende substantie, zoals een smeltlijm. Deze bekleding 26 strekt zich, in het voorbeeld, langs de lange zijden 2-3 van het vloerpaneel 1 uit minstens over de volledige afstand tussen de randgedeelten 13 van het korte paar randen 2-3. Het betreft hierbij een bekleding 26 die minstens op een gedeelte van het geprofileerd randgebied gekalibreerd werd opgebracht, zodanig dat de aldaar aanwezige koppelmiddelen 18 en vergrendelingsdelen 24-25 geen of nauwelijks hinder ondervinden bij het uitvoeren van de koppelbeweging. Bij voorkeur wordt in gekoppelde toestand een spleet van minder dan 0,2 millimeter tussen de bovenranden 27 van de panelen 1 bekomen, en beter nog geen spleet. Bij voorkeur wordt in gekoppelde toestand een hoogteverschil tussen de bovenranden 27 bekomen van minder dan 0,2 of 0,1 millimeter, en beter nog geen hoogteverschil, het is te zeggen een hoogteverschil van 0,05 millimeter of minder.Figure 4 shows that in this case on the other pair of opposite edges 2-3, in this case on the long sides 2-3 of the floor panel 1, other provisions have been made for reducing its water sensitivity. Use has been made in this case of a coating 26 of the profiled edge regions based on a water-resistant substance, such as a hot-melt adhesive. This covering 26, in the example, extends along the long sides 2-3 of the floor panel 1 at least over the full distance between the edge portions 13 of the short pair of edges 2-3. This relates to a covering 26 which was calibrated at least on a part of the profiled edge area, such that the coupling means 18 and locking parts 24-25 present there are hardly or not at all affected by the carrying out of the coupling movement. Preferably, in the coupled state, a gap of less than 0.2 millimeters is obtained between the upper edges 27 of the panels 1, and more preferably no gap. Preferably in the coupled state a height difference between the upper edges 27 of less than 0.2 or 0.1 millimeter is obtained, and more preferably no height difference, that is to say a height difference of 0.05 millimeter or less.

In het voorbeeld van figuur 4 is de bekleding 26 minstens gekalibreerd aangebracht op een gedeelte van het geprofileerd randgebied dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke panelen 1 een contactoppervlak 28-29-30-31 vormt. In het voorliggend geval is dit minstens gekalibreerd aangebracht op de contactoppervlakken 28-29 verantwoordelijk voor de verticale vergrendeling V1 en op de contactoppervlakken 30-31 verantwoordelijk voor de horizontale vergrendeling H1.In the example of Figure 4, the lining 26 is arranged at least calibrated on a portion of the profiled edge region that forms a contact surface 28-29-30-31 in a coupled state of two such panels 1. In the present case this is arranged at least calibrated on the contact surfaces 28-29 responsible for the vertical lock V1 and on the contact surfaces 30-31 responsible for the horizontal lock H1.

Volgens het voorbeeld van figuur 4 zijn aan het lange paar tegenoverliggende randen 2-3 gelijkaardige koppelmiddelen 18 toegepast als aan het korte paar tegenoverliggende randen 4-5, doordat zij tevens een koppeling toelaten minstens door middel van een wentelbeweging W langs de betreffende randen. Dit is echter niet noodzakelijk zo, en het is mogelijk dat koppelen door wentelen slechts mogelijk is aan het lange paar randen 2-3, terwijl het korte paar randen 4-5 bijvoorbeeld minstens een koppeling toelaat door middel van een hoofdzakelijk horizontale schuifbeweging.According to the example of Figure 4, coupling means 18 are applied to the long pair of opposite edges 2-3 as to the short pair of opposite edges 4-5, in that they also permit coupling at least by means of a turning movement W along the relevant edges. However, this is not necessarily the case, and it is possible that coupling by rotation is only possible at the long pair of edges 2-3, while the short pair of edges 4-5 allows at least one coupling by means of a substantially horizontal sliding movement.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm is het vloerpaneel 1 aan het korte paar randen 4-5 voorzien met koppelmiddelen 18 die een koppeling toelaten door middel van een neerwaartse beweging N van het koppelmiddel aan de ene rand 4 in het koppelmiddel aan de andere rand 5. Figuur 5 geeft een voorbeeld van een gekoppelde toestand van twee panelen 1 die van dergelijke koppelmiddelen 18 zijn voorzien. De koppelmiddelen 18 zijn hierbij uitgevoerd als een mannelijk koppeldeel 32 en een vrouwelijk koppeldeel 33, waarbij het mannelijk koppeldeel 32 aan de hand van voornoemde neerwaartse beweging N in het vrouwelijk koppeldeel 33 kan worden aangebracht. De koppelmiddelen 18 omvatten in dit geval verder nog een beweeglijk tandgedeelte 34 en een ermee samenwerkende ondersnijding 35, die minstens gedeeltelijk voorzien in een vergrendeling in de verticale richting V1. In dit geval bevindt het beweeglijk tandgedeelte 34 zich op het mannelijk koppeldeel 32 en is de voornoemde ondersnijding 35 voorzien aan het vrouwelijk koppeldeel 33. Het is echter niet uitgesloten dat dit andersom zou zijn uitgevoerd. In het geval van figuur 5 is de beweeglijkheid van het tandgedeelte 34 minstens gedeeltelijk bekomen aan de hand van een vrije ruimte 36 voorzien achter het tandgedeelte 34, waardoor dit tandgedeelte 34 bij koppeling in proximale richting kan worden bewogen. Naar het einde van de koppelbeweging N dringt het tandgedeelte 34 de voornoemde ondersnijding 35 binnen. In de plaats van te werken met een tandgedeelte 34 dat automatisch in de voornoemde ondersnijding 35 terecht komt bij het uitvoeren van de koppelbeweging N, kan ook gewerkt worden met een tandgedeelte 34 dat nog een afzonderlijke handeling vereist voor een effectieve vergrendeling in verticale richting V1 wordt bekomen. Zo bijvoorbeeld is het mogelijk dat dergelijk tandgedeelte 34 na het uitvoeren van de neerwaartse beweging N nog dient te worden verschoven in een richting parallel aan de te koppelen randen 4-5. Dit kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door de installateur, of door tussenkomst van een nog te installeren paneel 1, bijvoorbeeld in een volgende rij. Dergelijke koppelmiddelen 18 zijn op zich bekend bijvoorbeeld uit het WO 2009/116926.According to a special embodiment, the floor panel 1 is provided on the short pair of edges 4-5 with coupling means 18 which allow coupling by means of a downward movement N of the coupling means on one edge 4 in the coupling means on the other edge 5. Figure 5 gives an example of a coupled state of two panels 1 which are provided with such coupling means 18. The coupling means 18 are in this case designed as a male coupling part 32 and a female coupling part 33, wherein the male coupling part 32 can be arranged in the female coupling part 33 on the basis of said downward movement N. The coupling means 18 in this case furthermore comprise a movable tooth part 34 and an undercutting 35 cooperating with it, which at least partially provide for a locking in the vertical direction V1. In this case, the movable tooth portion 34 is located on the male coupling part 32 and the aforementioned undercut 35 is provided on the female coupling part 33. However, it is not excluded that this would be designed the other way around. In the case of Fig. 5, the mobility of the tooth part 34 is at least partially obtained on the basis of a free space 36 provided behind the tooth part 34, whereby this tooth part 34 can be moved in the proximal direction when coupled. Towards the end of the coupling movement N, the tooth portion 34 penetrates the aforementioned undercut 35. Instead of working with a tooth portion 34 that automatically enters the aforementioned undercut 35 when performing the coupling movement N, it is also possible to work with a tooth portion 34 that requires a separate operation for effective locking in the vertical direction V1. obtained. For example, it is possible that such tooth portion 34 still has to be shifted after performing the downward movement N in a direction parallel to the edges 4-5 to be coupled. This can for instance be carried out by the installer, or through the intervention of a panel 1 yet to be installed, for example in a next row. Such coupling means 18 are known per se, for example from WO 2009/116926.

In het voorbeeld van figuur 5 wordt bij het mannelijk koppeldeel 32 gewerkt met een synthetisch randgedeelte 13 dat minder dan 80 percent van de geprofileerde contour van het substraatmateriaal 6 beslaat, doch wel 100 percent van de dikte van het substraatmateriaal 6. De betreffende rand 4 is dus niet uitsluitend door het synthetisch materiaal van het randgedeelte 13 gevormd. Figuur 5 vormt een illustratie van bijvoorbeeld het tweede, vierde en zesde aspect ervan. Bijzonder aan het geprofileerde randgebied is hier dat de blootgestelde oppervlakken 37 van het substraatmateriaal 6 zich voorbij een paar verticaal actieve contactoppervlakken 28-29 bevinden en naar onderen toe begrensd zijn door het synthetisch randgedeelte 13, zodanig dat een kleine hoeveelheid in de verbinding sijpelend water of ander vocht het substraatmateriaal 6 slechts moeilijk kan bereiken. In dit geval bevinden de blootgestelde oppervlakken 37 van het substraatmateriaal 6 zowel voorbij de contactoppervlakken 28-29 aan de bovenzijde van het tandgedeelte 34, als voorbij de contactoppervlakken 28-29 aan de onderzijde van dit tandgedeelte 34.In the example of Fig. 5, a male edge portion 13 is used with a synthetic edge portion 13 covering less than 80 percent of the profiled contour of the substrate material 6, but 100 percent of the thickness of the substrate material 6. The relevant edge 4 is thus not exclusively formed by the synthetic material of the edge portion 13. Figure 5 illustrates, for example, the second, fourth and sixth aspects thereof. What is special about the profiled edge area here is that the exposed surfaces 37 of the substrate material 6 are located beyond a pair of vertically active contact surfaces 28-29 and are bounded downwards by the synthetic edge portion 13, such that a small amount of water seeping into the joint or other moisture can hardly reach the substrate material 6. In this case, the exposed surfaces 37 of the substrate material 6 are located both beyond the contact surfaces 28-29 at the top of the tooth portion 34 and beyond the contact surfaces 28-29 at the bottom of this tooth portion 34.

Figuur 6 toont nog een voorbeeld van gekoppelde vloerpanelen 1 die voorzien zijn van koppelmiddelen 18 die door middel van een neerwaartse beweging N in elkaar kunnen worden aangebracht. In dit geval is de beweeglijkheid van het tandgedeelte 34 minstens gedeeltelijk bekomen doordat het randgedeelte 13 beschikt over minstens twee gedeelten 38-39 van verschillend synthetisch materiaal van verschillende elasticiteit. In dit geval wordt de beweeglijkheid bekomen door het samenspel van de vrije ruimte 36 voorzien achter het tandgedeelte 34 en het meer flexibele gedeelte 38 van het synthetisch materiaal waaraan het tandgedeelte 34 is opgehangen.Figure 6 shows another example of coupled floor panels 1 which are provided with coupling means 18 which can be arranged in each other by means of a downward movement N. In this case, the mobility of the tooth portion 34 is at least partially achieved because the edge portion 13 has at least two portions 38-39 of different synthetic material of different elasticity. In this case, the mobility is achieved by the interaction of the free space 36 provided behind the tooth portion 34 and the more flexible portion 38 of the synthetic material from which the tooth portion 34 is suspended.

Met verwijzing naar figuur 6 wordt nog opgemerkt dat de uitvinding volgens een eerste bijzonder onafhankelijk aspect nog betrekking heeft op een paneel 1 van het type dat minstens een substraat 6 en een erop aangebrachte toplaag 7 vertoont, waarbij dit paneel 1 aan minstens één rand 4 een randgedeelte 13 uit synthetisch materiaal vertoont, verschillend van het substraatmateriaal 6, met als kenmerk dat het synthetisch materiaal uit minstens twee gedeelten 38-39 van verschillende flexibiliteit en/of hardheid bestaat. Bij voorkeur wordt voor beide gedeelten 38-39 polyurethaan toegepast, vermits de hardheid en/of flexibiliteit van dit polymeer vlot in te stellen is. Bij voorkeur vertoont het synthetisch materiaal een hoofdzakelijk planair grensoppervlak 40 tussen de twee gedeelten 38-39 van verschillende flexibiliteit, en beter nog een hoofdzakelijk horizontaal grensoppervlak 40, het is te zeggen hoofdzakelijk parallel aan het bovenoppervlak 17. Bij voorkeur wordt de flexibiliteit van de gedeelten 38-39 uitgedrukt aan de hand van de elasticiteitsmodulus van het betreffende synthetisch materiaal, waarbij bij voorkeur een verschil tussen de elasticiteitsmoduli van de verschillend flexibele gedeelten 38-39 van 10 tot 50 percent of meer aanwezig is. Volgens een andere mogelijkheid wordt de flexibiliteit uitgedrukt aan de hand van de maximale rek van het betreffende synthetisch materiaal, waarbij bij voorkeur een verschil tussen de maximale rek van de verschillend flexibele gedeelten 38-39 van 10 tot 50% of meer aanwezig is. Uiteraard kan de uitvinding volgens dit bijzonder onafhankelijk aspect verder nog de kenmerken van één of meer van de in de inleiding vermelde aspecten vertonen of van de voorkeurdragende uitvoeringsvormen daarvan. Bovendien kunnen dergelijke panelen worden vervaardigd aan de hand van de daar vernoemde werkwijzen.With reference to Fig. 6, it is further noted that, according to a first particularly independent aspect, the invention still relates to a panel 1 of the type which has at least one substrate 6 and a top layer 7 applied to it, wherein this panel 1 has at least one edge 4 on edge part 13 of synthetic material, different from the substrate material 6, characterized in that the synthetic material consists of at least two parts 38-39 of different flexibility and / or hardness. Preferably, 38-39 polyurethane is used for both sections, since the hardness and / or flexibility of this polymer can be easily adjusted. Preferably, the synthetic material exhibits a substantially planar boundary surface 40 between the two portions 38-39 of different flexibility, and more preferably, a substantially horizontal boundary surface 40, i.e., substantially parallel to the upper surface 17. Preferably, the flexibility of the portions is 38-39 expressed on the basis of the modulus of elasticity of the synthetic material in question, wherein preferably a difference between the modulus of elasticity of the different flexible portions 38-39 of 10 to 50 percent or more is present. According to another possibility, the flexibility is expressed on the basis of the maximum elongation of the synthetic material in question, wherein preferably a difference between the maximum elongation of the different flexible portions 38-39 of 10 to 50% or more is present. The invention according to this particularly independent aspect can of course further display the features of one or more of the aspects mentioned in the introduction or of the preferred embodiments thereof. Moreover, such panels can be made by the methods mentioned there.

Figuur 7 illustreert hoe panelen 1 kunnen worden gekoppeld, waarbij deze panelen 1 aan de lange zijden 2-3 zijn voorzien van koppelmiddelen 18 die minstens een koppeling aan de hand van een wentelbeweging W toelaten, en aan de korte zijden 4-5 zijn voorzien van koppelmiddelen 18 die minstens een koppeling aan de hand van een neerwaartse beweging N toelaten. Zoals weergegeven, kunnen zij aan de hand van een enkele neervouwbeweging N in elkaar worden gevoegd, waarbij de lange zijden 2-3 in elkaar worden gewenteld en automatisch een neerwaartse koppelbeweging N ontstaat aan de korte zijden 4-5. Op de figuur is duidelijk te zien dat bij het uitvoeren van de koppelbeweging N, wrijving kan plaatsvinden tussen de toplagen 7 aan de korte zijden 4-5. Hierbij bestaat een risico op delaminatie van de toplagen 7. Door het aanwenden van randgedeelten 13 die door uitharding aan de toplaag 7 zijn bevestigd, kan dit risico geminimaliseerd worden.Figure 7 illustrates how panels 1 can be coupled, wherein these panels 1 are provided on the long sides 2-3 with coupling means 18 which allow at least one coupling on the basis of a turning movement W, and on the short sides 4-5 are provided with coupling means 18 allowing at least one coupling on the basis of a downward movement N. As shown, they can be joined together by means of a single folding movement N, the long sides 2-3 being rotated into each other and a downward coupling movement N automatically occurring on the short sides 4-5. The figure clearly shows that when performing the coupling movement N, friction can take place between the top layers 7 on the short sides 4-5. There is a risk here of delamination of the top layers 7. By using edge portions 13 that are fixed to the top layer 7 by curing, this risk can be minimized.

Figuur 8 illustreert enkele stappen S1-S5 in een werkwijze met de kenmerken van het zevende aspect van de uitvinding. Er wordt opgemerkt dat volgens figuur 8 de panelen 1 met hun sierzijde of bovenoppervlak 17 naar beneden gericht worden vervaardigd. Dit is echter niet noodzakelijk het geval. Hierbij wordt uitgegaan van grotere platen 41 substraatmateriaal, waarop in een eerste stap S1 minstens een groter toplaagmateriaal 42 wordt aangebracht, bijvoorbeeld door middel van een kleeflaag. In dit geval wordt tevens een groter tegenlaagmateriaal 43 aangebracht, alvorens het bekomen halffabrikaat 44 in een tweede stap S2 wordt uitgespaard, bijvoorbeeld ingesneden, minstens op de plaatsen waar een synthetisch randgedeelte 13 dient te worden gerealiseerd. In een daaropvolgende derde stap S3 wordt het materiaal van de synthetische randgedeelten 13 opgebracht, bijvoorbeeld aan de hand van een gietproces. Bij voorkeur minstens nadat de synthetische randgedeelten 13 substantieel zijn uitgehard worden de grotere halffabrikaten 44 in een vierde stap S4 opgedeeld in panelen 1 die nagenoeg de afmetingen van de uiteindelijke panelen 1 vertonen en worden de randen 4-5 van deze panelen 1 in een vijfde stap S5 geprofileerd, bijvoorbeeld aan de hand van de freestechnieken, die op zich bekend zijn uit het WO 97/47834. Uiteindelijk wordt een paneel bekomen, waarbij de toplaag 7 hoofdzakelijk middels een kleeflaag met het substraat is verbonden en waarbij de toplaag 7 ter plaatse van één of meer randen, in dit geval aan de tegenoverliggende korte randen 4-5 is verbonden met de daar aanwezige randgedeelten 13 door uitharing van het synthetisch materiaal van deze randgedeelten 13.Figure 8 illustrates some steps S1-S5 in a method with the features of the seventh aspect of the invention. It is noted that according to Figure 8 the panels 1 are manufactured with their decorative side or top surface 17 facing downwards. However, this is not necessarily the case. This is based on larger plates 41 of substrate material, on which at least one larger top layer material 42 is applied in a first step S1, for example by means of an adhesive layer. In this case, a larger counter-layer material 43 is also applied, before the obtained semi-finished product 44 is saved in a second step S2, for example incised, at least at the places where a synthetic edge portion 13 is to be realized. In a subsequent third step S3, the material of the synthetic edge portions 13 is applied, for example on the basis of a casting process. Preferably at least after the synthetic edge portions 13 are substantially cured, the larger semi-finished products 44 are divided in a fourth step S4 into panels 1 which exhibit substantially the dimensions of the final panels 1 and the edges 4-5 of these panels 1 become in a fifth step S5 profiled, for example on the basis of the milling techniques, which are known per se from WO 97/47834. Finally, a panel is obtained in which the top layer 7 is connected to the substrate mainly by means of an adhesive layer and wherein the top layer 7 is connected at the location of one or more edges, in this case on the opposite short edges 4-5, to the edge portions present there 13 by curing the synthetic material of these edge portions.

Figuur 9 illustreert een variante van de werkwijze van het zevende aspect, waarbij het grotere tegenlaagmateriaal 43 slechts wordt opgebracht nadat het materiaal van de synthetische randgedeelten 13 reeds op de halffabrikaten 44 is aangebracht.Figure 9 illustrates a variant of the method of the seventh aspect, wherein the larger counter-layer material 43 is applied only after the material of the synthetic edge portions 13 has already been applied to the semi-finished products 44.

Figuur 10 geeft alternatieve uitsparingen 45 of insnijdingen weer voor het erin aanbrengen van het materiaal van het synthetisch randgedeelte 13. Doordat gewerkt wordt met een insnijding onder een hoek A met de normale op het oppervlak 17 kan een materiaalbesparing gerealiseerd worden.Figure 10 shows alternative recesses 45 or incisions for the insertion of the material of the synthetic edge portion 13. As a result of working with an incision at an angle A with the normal on the surface 17, a material saving can be realized.

Figuur 11 geeft nog alternatieve uitsparingen 45 of insnijdingen weer. Volgens figuur 11 wordt gewerkt met minstens twee insnijdingen onder verschillende hoek A-B, waardoor een nog betere aanpassing aan het geprofileerd randgebied kan worden bereikt en een verdere materiaalbesparing kan worden gerealiseerd.Figure 11 shows alternative recesses 45 or incisions. According to figure 11, work is carried out with at least two incisions at different angles A-B, whereby an even better adaptation to the profiled edge area can be achieved and a further material saving can be realized.

Figuur 12 geeft weer dat voor het bekomen van een nog verdere materiaalbesparing kan gewerkt worden met een vormmatrijs 46 die de uitsparing 45 begrenst, bijvoorbeeld zoals hier minstens aan de onderzijde van de tand 20.Figure 12 shows that in order to obtain a still further material saving, it is possible to work with a mold mold 46 which delimits the recess 45, for example as here at least on the underside of the tooth 20.

Figuur 13 geeft nog een bijzondere variante weer van de huidige uitvinding waarbij aan minstens twee tegenoverliggende randen 4-5 van een paneel 1 een waterkerende barrière 47 is voorzien tussen de geprofileerde randgebieden en het eigenlijke substraatmateriaal 6. Dergelijke barrière 47 kan worden bereikt door insnijdingen onder hoek zoals beschreven aan de hand van figuur 10. Het bijzondere aan de huidige uitvoeringsvorm is dat het substraatmateriaal 6A op het geprofileerd randgebied onbeschermd is, en toch opstuiken van de toplaag 7 door zwelling van dit materiaal 6A is vermeden. Enig insijpelend vocht kan slechts beperkt door het substraatmateriaal 6A worden geabsorbeerd. Het is duidelijk dat de huidige uitvoeringsvorm de kenmerken vertoont of kan vertonen van onder andere het tweede, vierde en zesde aspect. Figuur 13 illustreert verder nog een tweede bijzonder onafhankelijk aspect van de uitvinding, dat gedefinieerd kan worden als een paneel 1 van het type dat minstens een substraat 6 en een erop aangebrachte toplaag 7 vertoont, waarbij dit paneel 1 aan minstens één rand 4 een randgedeelte 13 uit synthetisch materiaal vertoont, verschillend van het substraatmateriaal 6, met als kenmerk dat de betreffende rand 4 een extern gedeelte van het substraatmateriaal 6A omvat en dat het voornoemde synthetisch materiaal een volledige waterkerende barrière 47 tussen de betreffende rand 4 en het interne gedeelte van het substraatmateriaal 6 vormt. Bij voorkeur strekt het randgedeelte 13 zich uit tot bij of tot in de toplaag 7 van het paneel 1, zodanig dat geen substraatmateriaal 6-6A aanwezig is tussen het randgedeelte 13 en de toplaag 7.Figure 13 shows yet another special variant of the present invention in which at least two opposite edges 4-5 of a panel 1 a water-retaining barrier 47 is provided between the profiled edge regions and the actual substrate material 6. Such barrier 47 can be achieved by incisions below angle as described with reference to Fig. 10. The special feature of the present embodiment is that the substrate material 6A is unprotected on the profiled edge area, and yet swelling of the top layer 7 due to swelling of this material 6A is avoided. Some ingress of moisture can only be absorbed to a limited extent by the substrate material 6A. It is clear that the present embodiment has or may exhibit the characteristics of, among others, the second, fourth and sixth aspect. Figure 13 further illustrates a second particularly independent aspect of the invention, which can be defined as a panel 1 of the type that has at least one substrate 6 and a top layer 7 applied to it, wherein this panel 1 has an edge portion 13 on at least one edge 4 of synthetic material, different from the substrate material 6, characterized in that the relevant edge 4 comprises an external part of the substrate material 6A and that the aforementioned synthetic material has a complete water-retaining barrier 47 between the relevant edge 4 and the internal part of the substrate material 6 forms. Preferably, the edge portion 13 extends to or into the top layer 7 of the panel 1, such that no substrate material 6-6A is present between the edge portion 13 and the top layer 7.

Het spreekt voor zich dat de uitsparingen 45 van figuren 10 tot 13 zowel in een werkwijze volgens figuur 8 als volgens figuur 9 kunnen worden toegepast. Bij voorkeur laten de insnijdingen uitgevoerd in een werkwijze volgens de uitvinding steeds een gedeelte van de dikte T van de toplaag 7 intact, zodanig dat het nog vloeibaar of pasteus materiaal van de synthetische randgedeelten 13 steeds in het halffabrikaat 44 vervat blijft. In een geval van een toplaag 7 met een ruglaag, wordt de insnijding bij voorkeur niet dieper uitgevoerd dan deze ruglaag.It is obvious that the recesses 45 of figures 10 to 13 can be used in both a method according to figure 8 and according to figure 9. Preferably, the incisions made in a method according to the invention always leave a portion of the thickness T of the top layer 7 intact, such that the still liquid or pasty material of the synthetic edge portions 13 always remains contained in the semi-finished product 44. In a case of a top layer 7 with a back layer, the incision is preferably not made deeper than this back layer.

Figuur 14 illustreert schematisch een werkwijze met de kenmerken van het negende aspect van de uitvinding. De werkwijze omvat de stap S6 van het met een waterwerende substantie 48 bekleden van een rand 3 die zich dwars op de rand 4 met het synthetisch randgedeelte 13 uitstrekt. Deze werkwijze laat enige speling toe bij het starten en stoppen van de bekledingsinrichting 49. De aanloop en uitloop kan namelijk plaatsvinden op de zijoppervlakken van de synthetische randgedeelten 13. Bij voorkeur wordt dergelijke werkwijze uitgevoerd in doorloop, waarbij het paneel 1 voorbij de bekledingsinrichting 49 beweegt, zoals aangegeven met de pijl D. Een dergelijke bekledingsinrichting 49 kan bijvoorbeeld worden geïntegreerd in een kantenbewerkingsmachine die de geprofileerde randgebieden aan diezelfde randen 2-3 aanbrengt, bijvoorbeeld door middel van twee of meer opeenvolgende freesbewerkingen, zoals bekend uit het WO 97/47834. Bij voorkeur bevindt zich aan beide tegenoverliggende randen 2-3 een dergelijke bekledingsinrichting 49 voor het verwezenlijken van een bekleding 26 met waterwerende substantie 48 volgens de uitvinding.Figure 14 schematically illustrates a method with the features of the ninth aspect of the invention. The method comprises the step S6 of coating an edge 3 with a water-resistant substance 48 which extends transversely to the edge 4 with the synthetic edge portion 13. This method allows some play when starting and stopping the coating device 49. The approach and exit can take place on the side surfaces of the synthetic edge sections 13. Preferably, such a method is carried out in a passage, the panel 1 moving past the coating device 49. as indicated by the arrow D. Such a coating device 49 can, for example, be integrated into an edge processing machine which applies the profiled edge regions to those same edges 2-3, for example by means of two or more consecutive milling operations, as known from WO 97/47834. Such a coating device 49 is preferably situated on both opposite edges 2-3 for realizing a coating 26 with water-resistant substance 48 according to the invention.

Figuur 15 geeft een doorsnede van de bekledingsinrichting 49. Het betreft hierbij een bekledingsinrichting 49 die de substantie 48 minstens op een gedeelte van het geprofileerd randgebied gekalibreerd aanbrengt.Figure 15 shows a cross-section of the coating device 49. This is a coating device 49 which applies the substance 48 calibrated at least to a portion of the profiled edge region.

Figuren 15 en 16 geven weer dat de bekledingsinrichting 49 een gedeelte omvat dat hiertoe uitgevoerd is als een vormmatrijs 50 waarlangs het betreffende geprofileerde randgebied, of althans toch minstens die gedeelten ervan gekozen voor het gekalibreerd aanbrengen, met een gedefinieerde tussenafstand D1, bijvoorbeeld van minder dan 0,3 millimeter, kan glijden. In dit geval wordt de waterwerende substantie 48, bijvoorbeeld een smeltlijm, over de volledige contour van het geprofileerde substraatmateriaal 6 gekalibreerd aangebracht.Figures 15 and 16 show that the coating device 49 comprises a part which for this purpose is designed as a molding mold 50 along which the relevant profiled edge area, or at least yet at least those parts thereof selected for calibrated application, with a defined intermediate distance D1, for example of less than 0.3 millimeter, can slide. In this case, the water-resistant substance 48, for example a hot-melt adhesive, is applied calibrated over the entire contour of the profiled substrate material 6.

De bekledingsinrichting 49 omvat een interne kamer 51 waarin via een instroomopening 52 waterwerende substantie 48 wordt aangebracht. De waterwerende substantie 48 verlaat de interne kamer 51 via een spieetvormige opening 53.The coating device 49 comprises an internal chamber 51 in which water-resistant substance 48 is provided via an inflow opening 52. The water-resistant substance 48 leaves the internal chamber 51 via a key-shaped opening 53.

Figuur 17 geeft weer dat onmiddellijk na de spieetvormige opening 53 het betreffende geprofileerde randgebied terug langs de vormmatrijs 50 glijdt, zodanig dat kalibratie op de gewenste gedeelten van het geprofileerd randgebied verkregen kan worden.Figure 17 shows that immediately after the key-shaped aperture 53, the relevant profiled edge region slides back along the mold die 50, such that calibration can be obtained on the desired portions of the profiled edge region.

Hoewel anders weergegeven in de figuren 14 tot 17 wordt het paneel bij voorkeur met zijn sierzijde of oppervlak 17 naar beneden georiënteerd bij het aanbrengen van de bekleding 26 en/of het aanbrengen van de koppelmiddelen 18.Although shown differently in Figures 14 to 17, the panel is preferably oriented with its decorative side or surface 17 downwards when applying the covering 26 and / or applying the coupling means 18.

Figuur 18 geeft een variante weer van de panelen 1 van de uitvinding waarbij op eenzelfde geprofileerde randgebied zowel gebruik gemaakt is van een synthetisch randgedeelte 13 als van een bekleding 26 aan de hand van een waterwerende substantie 48. De bekleding 26 met de waterwerende substantie 48 is hierbij uitgevoerd voor het waterwerend maken van een gedeelte substraatmateriaal 6 dat zich tussen het synthetisch materiaalgedeelte 13 en de toplaag 7 bevindt. Door het samenspel van beide maatregelen 13 en 26, wordt ook in dit geval een volledig waterdichte rand 4 bekomen. De bekleding 26 strekt zich bij voorkeur, zoals hier, uit tot over de overgang 54 tussen substraatmateriaal 6 en toplaag 7, en tot over de overgang 55 tussen substraatmateriaal 6 en randgedeelte 13.Figure 18 shows a variant of the panels 1 of the invention in which use is made in the same profiled edge region of both a synthetic edge portion 13 and a coating 26 on the basis of a water-resistant substance 48. The coating 26 with the water-resistant substance 48 is here carried out for making a part of substrate material 6 which is between the synthetic material part 13 and the top layer 7 water-resistant. Due to the interplay of both measures 13 and 26, a completely watertight edge 4 is also obtained in this case. The coating 26 preferably extends, as here, over the transition 54 between substrate material 6 and top layer 7, and over the transition 55 between substrate material 6 and edge portion 13.

Figuur 19 geeft nog een voorbeeld van een mogelijke combinatie van beide maatregelen 13 en 26. Hierbij is een gedeelte van het substraatmateriaal 6 dat zich onder het synthetisch randgedeelte 13 bevindt voorzien van een bekleding 36 met waterwerende substantie 48. Ook hier is de bekleding 26 zodanig uitgevoerd dat zij zich uitstrekt tot voorbij de overgang 56 tussen substraatmateriaal 6 en onderlaag 12, en tot voorbij de overgang 55 tussen substraatmateriaal 6 en randgedeelte 13.Figure 19 gives another example of a possible combination of both measures 13 and 26. Here, a part of the substrate material 6 which is under the synthetic edge part 13 is provided with a coating 36 with water-resistant substance 48. Here too, the coating 26 is such it extends beyond the transition 56 between substrate material 6 and substrate 12, and beyond the transition 55 between substrate material 6 and edge portion 13.

Figuur 20 geeft nog een bijzondere uitvoeringsvorm weer van een paneel 1 met de kenmerken van de uitvinding. Hierbij is de uitvinding toegepast bij een paneel 1 dat aan het oppervlak 17, nabij de randen 4-5 ervan, voorzien is van een ten opzichte van het globale paneeloppervlak 17 lager gelegen randoppervlak 57. In dit geval is het randoppervlak 57 uitgevoerd als een vellingkant met een gebogen oppervlak, waarbij de toplaag 7 zich ononderbroken over dit randoppervlak 57 uitstrekt. Het synthetisch randgedeelte 13 strekt zich ter plaatse van dit lager gelegen randoppervlak 57 uit tot in de zijdelingse rand 58 van het randoppervlak 57.Figure 20 shows another special embodiment of a panel 1 with the features of the invention. The invention is applied here to a panel 1 which is provided on the surface 17, near the edges 4-5 thereof, with an edge surface 57 which is lower than the global panel surface 17. In this case, the edge surface 57 is designed as a bevelled edge with a curved surface, the top layer 7 extending continuously over this edge surface 57. The synthetic edge portion 13 extends at the location of this lower edge surface 57 into the lateral edge 58 of the edge surface 57.

Bijzonder aan figuur 20 is nog dat de uitvinding hier specifiek is toegepast voor een paneel 1 met een toplaag 7 dunner dan 0,5 millimeter. In dit geval betreft het een toplaag 7 op basis van twee in hars gedrenkte papiervellen 59-60, waaronder een decoratief papiervel 60 en een zich erover bevindend transparant papiervel 59, zoals gebruikelijk is bij laminaatpanelen van het DPL type (Direct Pressure Laminate). Als tegenlaag is eveneens gewerkt met een in hars gedrenkt papiervel 61. Voor het verkrijgen van synthetische randgedeelten 13 aan laminaatpanelen van het DPL type wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een werkwijze zoals geïllustreerd aan de hand van figuur 8.Another special feature of Figure 20 is that the invention has been specifically applied here for a panel 1 with a top layer 7 thinner than 0.5 millimeter. In this case, it is a top layer 7 based on two resin-impregnated paper sheets 59-60, including a decorative paper sheet 60 and a transparent paper sheet 59 superimposed thereon, as is common with DPL type laminate panels (Direct Pressure Laminate). A counter-layer is also used with a resin-impregnated paper sheet 61. For obtaining synthetic edge portions 13 on laminate panels of the DPL type, use is preferably made of a method as illustrated with reference to Figure 8.

Met betrekking tot de figuren 5, 6 en 7 wordt nog opgemerkt dat de uitvinding volgens een derde bijzonder onafhankelijk aspect nog betrekking heeft op een paneel 1 van het type dat minstens een substraat 6 en een erop aangebrachte thermoplastische toplaag 7 vertoont, met als kenmerk dat dit paneel 1 aan minstens twee tegenoverliggende randen 4-5 voorzien is van koppelmiddelen 18 die aan de hand van een neerwaartse koppelbeweging N met elkaar kunnen worden verbonden zodat een vergrendeling ontstaat zowel in een horizontale richting H1 als in een verticale richting V1, waarbij deze koppelmiddelen 18 minstens gedeeltelijk zijn uitgevoerd in een materiaal dat thermohardende kunststof omvat. Het materiaal dat thermohardende kunststof bevat kan bijvoorbeeld polyurethaan zijn of MDF, HDF of houtspaanderplaat. Bij voorkeur vertoont het paneel 1 van dit bijzonder aspect verder nog de eigenschappen van één of meer van de boven nog genoemde aspecten, in zoverre zij niet tegenstrijdig zijn. Hierbij kan dan een synthetisch randgedeelte 13 op basis van thermohardende kunststof worden toegepast.With regard to figures 5, 6 and 7, it is further noted that, according to a third particularly independent aspect, the invention still relates to a panel 1 of the type which has at least one substrate 6 and a thermoplastic top layer 7 applied thereto, characterized in that this panel 1 is provided on at least two opposite edges 4-5 with coupling means 18 which can be connected to each other on the basis of a downward coupling movement N so that a locking is obtained both in a horizontal direction H1 and in a vertical direction V1, said coupling means 18 are at least partially made of a material comprising thermosetting plastic. The material containing thermosetting plastic can for example be polyurethane or MDF, HDF or wood chipboard. Preferably, the panel 1 of this special aspect further has the properties of one or more of the aspects mentioned above, in so far as they are not contradictory. A synthetic edge portion 13 based on thermosetting plastic can then be used here.

Er wordt opgemerkt dat volgens alle aspecten van de uitvinding bij voorkeur gewerkt wordt met koppelmiddelen 18 die eendelig zijn uitgevoerd in het substraatmateriaal 6 en/of het materiaal van het synthetisch randgedeelte 13. Het is echter niet uitgesloten dat zou gewerkt worden met afzonderlijke materiaalgedeelten die deel uitmaken van de koppelmiddelen. Bijvoorbeeld in het geval van koppelmiddelen 18 die een koppeling aan de hand van een neerwaartse beweging N toelaten, kan gewerkt worden met een tandgedeelte 34 dat bestaat uit één of meerdere plastieken strips die in een daartoe voorziene uitsparing zijn aangebracht.It is noted that according to all aspects of the invention, it is preferable to work with coupling means 18 which are made in one piece in the substrate material 6 and / or the material of the synthetic edge part 13. However, it is not excluded that work would be carried out on separate material parts that are part form the coupling means. For example in the case of coupling means 18 which permit coupling on the basis of a downward movement N, a tooth portion 34 can be used which consists of one or more plastic strips arranged in a recess provided for this purpose.

Figuren 2, 3, 5 tot en met 13 en 19 illustreren nog een verder onafhankelijk inventief concept. De figuren geven een paneel 1 weer, waarbij dit paneel 1 van het type is dat minstens een substraat 6 en een erop aangebrachte toplaag 7 vertoont, waarbij deze toplaag 7 een hoofdzakelijk uniforme dikte vertoont, met als inventief kenmerk dat voornoemde toplaag 7 ter plaatse van één of meerdere randen, bij voorkeur aan minstens twee tegenoverliggende randen 4-5, van het paneel 1 dunner is uitgevoerd. Aan de onderzijde van de desbetreffende dunnere sectie 62 van de toplaag 7 is dan het substraatmateriaal 13 en/of de eventuele randgedeelten 13 bevestigd. Dezelfde figuren illustreren ook nog een ander onafhankelijk inventief concept. Zij geven een paneel weer van het type dat minstens een substraat 6 en een erop aangebrachte toplaag 7 vertoont, waarbij deze toplaag 7 hoofdzakelijk middels een kleeflaag met het substraat 6 is verbonden, met als inventief kenmerk dat voornoemde toplaag 7 ter plaatse van één of meerdere randen, bij voorkeur aan minstens twee tegenoverliggende randen 4-5, van het paneel 1 met het substraat en/of de aldaar eventueel aanwezige randgedeelten 13 is verbonden door uitharding van het substraat en/of de aldaar eventueel aanwezige randgedeelten 13.Figures 2, 3, 5 to 13 and 19 illustrate yet a further independent inventive concept. The figures represent a panel 1, wherein this panel 1 is of the type that has at least one substrate 6 and a top layer 7 applied thereto, wherein this top layer 7 has a substantially uniform thickness, with the inventive feature that said top layer 7 at the location of one or more edges, preferably at least two opposite edges 4-5, of the panel 1 is made thinner. The substrate material 13 and / or the optional edge portions 13 are then attached to the underside of the relevant thinner section 62 of the top layer 7. The same figures also illustrate another independent inventive concept. They represent a panel of the type that has at least one substrate 6 and a top layer 7 applied to it, wherein this top layer 7 is connected to the substrate 6 mainly by means of an adhesive layer, the inventive feature being that said top layer 7 at the location of one or more edges, preferably at least two opposite edges 4-5, of the panel 1 is connected to the substrate and / or the edge portions 13 possibly present therein by curing the substrate and / or the edge portions 13 possibly present there.

Voornoemde onafhankelijke inventieve concepten zijn zowel elk afzonderlijk als in combinatie interessant voor het bereiken van een verhoogde weerstand tegen delaminatie van de toplaag 7 aan de randen 4-5 van het paneel 1. Er bestaat namelijk een risico op dergelijke delaminatie bijvoorbeeld bij de vervaardiging van de panelen 1, wanneer de randen 4-5 van het paneel 1 middels snijbewerkingen zoals freesoperaties worden geprofileerd. Risico op delaminatie bestaat ook bij installatie, voornamelijk wanneer de panelen 1 bij het koppelen van de betreffende randen 4-5 met hun toplagen 7 tegen elkaar aan wrijven, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn wanneer de koppelmiddelen 18 in verbinding kunnen worden gebracht aan de hand van een neerwaartse koppelbeweging N. Bij voorkeur betreft het een neerwaartse koppelbeweging bekomen zoals geïllustreerd aan de hand van figuur 7, namelijk aan de hand van een wentelbeweging W rond het andere paar randen 2-3. Het is niet uitgesloten dat de neerwaartse koppelbeweging N, nog dient te worden aangevuld met een afzonderlijke handeling voor het verwezenlijken van een effectieve vergrendeling in de verticale richting V1, zoals hoger nog uiteengezet. Risico op delaminatie bestaat ook bij het gebruik van een vloerbekleding die uit panelen 1 is samengesteld, en is bijvoorbeeld uitgesproken aanwezig onder de wielen van bureaustoelen.The aforementioned independent inventive concepts are interesting both individually and in combination for achieving an increased resistance to delamination of the top layer 7 at the edges 4-5 of the panel 1. Namely, there is a risk of such delamination, for example in the manufacture of the panels 1, when the edges 4-5 of the panel 1 are profiled by cutting operations such as milling operations. There is also a risk of delamination during installation, especially when the panels 1 rub against each other with their top layers 7 when coupling the relevant edges 4-5, as may for instance be the case when the coupling means 18 can be brought into contact by hand of a downward coupling movement N. Preferably, this relates to a downward coupling movement obtained as illustrated with reference to Figure 7, namely with reference to a turning movement W around the other pair of edges 2-3. It is not excluded that the downward coupling movement N must still be supplemented by a separate operation for realizing an effective locking in the vertical direction V1, as explained above. There is also a risk of delamination when using a floor covering composed of panels 1, and is, for example, clearly present under the wheels of office chairs.

Voornoemde onafhankelijke concepten leiden tot een verminderd risico op delaminatie doordat de maatregelen van deze concepten elk afzonderlijk of in combinatie kunnen leiden tot een verbeterde hechting tussen de toplaag 7 en het onderliggend materiaal van het substraat 6 of het randgedeelte 13. Dit risico op delaminatie is, in het geval van langwerpige panelen 1, voornamelijk aanwezig op de korte randen 4-5, en de voornoemde onafhankelijke concepten worden dus bij voorkeur minstens aan deze korte randen 4-5 toegepast. Aan de lange randen 2-3 kunnen zij overbodig zijn en de toplaag kan ter plaatse van één of meer van deze lange randen de globale dikte ervan vertonen en/of aan de hand van een kleeflaag met het substraat en/of de aldaar eventueel aanwezige randgedeelten 13 zijn verbonden. Bij voorkeur zijn aan de lange randen 2-3 geen dergelijke randgedeelten 13 aanwezig en wordt het profiel van deze lange randen 2-3 gevormd in het substraatmateriaal 6. Eventueel kan wel een bekledingslaag 26 op dit profiel zijn aangebracht, bijvoorbeeld van het type geïllustreerd aan de hand van figuur 4.The aforementioned independent concepts lead to a reduced risk of delamination because the measures of these concepts can individually or in combination lead to an improved adhesion between the top layer 7 and the underlying material of the substrate 6 or the edge portion 13. This risk of delamination is, in the case of elongated panels 1, mainly present on the short edges 4-5, and the aforementioned independent concepts are therefore preferably applied at least to these short edges 4-5. They may be superfluous at the long edges 2-3 and the top layer may show the overall thickness thereof at one or more of these long edges and / or on the basis of an adhesive layer with the substrate and / or the edge portions, if any, present there 13 are connected. Preferably, no such edge portions 13 are present on the long edges 2-3 and the profile of these long edges 2-3 is formed in the substrate material 6. Optionally, a coating layer 26 may be provided on this profile, for example of the type illustrated on the hand of figure 4.

Het is duidelijk dat voornoemde onafhankelijke inventieve concepten kunnen worden gecombineerd met de overige aspecten van de uitvinding of de voorkeurdragende uitvoeringsvormen daarvan, in zoverre hiertussen geen tegenstrijdigheden bestaan. Het is bijvoorbeeld duidelijk dat dergelijke paneel 1 aan de betreffende rand 4 een randgedeelte 13 uit synthetisch materiaal kan vertonen, verschillend van het substraatmateriaal 6, en dat het synthetisch materiaal zich bijvoorbeeld minstens over 80 percent van de dikte T3 van het substraat 6 of de volledige dikte T3 hiervan kan uitstrekken, waarbij de bevestiging van het randgedeelte 13 aan het substraat 6 en/of de aangebrachte toplaag 7 minstens gedeeltelijk is bekomen door de uitharding van het voornoemde synthetische materiaal. Bij voorkeur betreft de toplaag 7 een thermoplastische laag met een motief 9 en/of gedrukt decor, bijvoorbeeld een gegloeide of ontlaten thermoplastische laag. Bij voorkeur wordt een samenstelling toegepast gelijkaardig aan deze geïllustreerd aan de hand van figuur 3.It is clear that the aforementioned independent inventive concepts can be combined with the other aspects of the invention or the preferred embodiments thereof, insofar as there are no inconsistencies between them. It is clear, for example, that such a panel 1 may have an edge portion 13 of synthetic material at the relevant edge 4, different from the substrate material 6, and that the synthetic material may, for example, be at least over 80 percent of the thickness T3 of the substrate 6 or the complete thickness T3 thereof may extend, wherein the attachment of the edge portion 13 to the substrate 6 and / or the applied top layer 7 has been achieved at least partially by the curing of the aforementioned synthetic material. The top layer 7 preferably relates to a thermoplastic layer with a motif 9 and / or printed decor, for example a glow or tempered thermoplastic layer. Preferably, a composition similar to the one illustrated with reference to Figure 3 is used.

In het algemeen wordt nog opgemerkt dat alhoewel bepaalde uitvindingsideeën, concepten of aspecten louter beschreven zijn aan één rand of één paar tegenoverliggende randen, zij uiteraard naar believen kunnen worden toegepast op alle randen en dit naar keuze. Uitvindingen die enkel aan de hand van een toepassing op de korte of lange randen zijn beschreven, kunnen uiteraard mutatis mutandis ook enkel worden toegepast voor de lange, respectievelijk korte randen.In general, it is to be noted that although certain inventive ideas, concepts or aspects are merely described on one edge or one pair of opposite edges, they can of course be applied as desired to all edges and this as desired. Inventions that have only been described with reference to an application on the short or long edges can of course also be applied mutatis mutandis only for the long and short edges, respectively.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijzen en vloerpanelen kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden. Bovendien kunnen de panelen in de plaats van als vloerpanelen, ook worden uitgevoerd als wandpanelen of plafondpanelen of zelfs als meubelpanelen. De werkwijzen van de uitvinding kunnen uiteraard, mutatis mutandis, toegepast worden voor het vervaardigen van wandpanelen, plafondpanelen, meubelpanelen of dergelijke.The present invention is by no means limited to the embodiments described above, but such methods and floor panels can be realized according to different variants without departing from the scope of the present invention. Moreover, instead of being floor panels, the panels can also be designed as wall panels or ceiling panels or even as furniture panels. The methods of the invention can of course be applied, mutatis mutandis, to the manufacture of wall panels, ceiling panels, furniture panels or the like.

Claims (11)

1. Paneel van het type dat minstens een substraat (6) en een erop aangebrachte toplaag (7) vertoont, waarbij deze toplaag (7) hoofdzakelijk middels een kleeflaag met het substraat is verbonden, daardoor gekenmerkt dat voornoemde toplaag (7) ter plaatse van één of meerdere randen van het paneel (1) met het substraat en/of de aldaar eventueel aanwezige randgedeelten (13) is verbonden door uitharding van het substraat en/of de aldaar eventueel aanwezige randgedeelten (13).Panel of the type having at least one substrate (6) and a top layer (7) applied to it, said top layer (7) being connected to the substrate mainly by means of an adhesive layer, characterized in that said top layer (7) is located at one or more edges of the panel (1) are connected to the substrate and / or the edge portions (13) optionally present there by curing the substrate and / or the edge portions (13) optionally present there. 2. Paneel, bij voorkeur volgens conclusie 1, waarbij dit paneel (1) van het type is dat minstens een substraat (6) en een erop aangebrachte toplaag (7) vertoont, waarbij deze toplaag (7) een hoofdzakelijk uniforme dikte vertoont, daardoor gekenmerkt dat voornoemde toplaag (7) ter plaatse van één of meerdere randen van het paneel (1) dunner is uitgevoerd.Panel, preferably according to claim 1, wherein this panel (1) is of the type that has at least one substrate (6) and an applied top layer (7), said top layer (7) having a substantially uniform thickness, thereby characterized in that said top layer (7) is made thinner at the location of one or more edges of the panel (1). 3. Paneel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat dit paneel (1) aan de betreffende rand (4) een randgedeelte (13) uit synthetisch materiaal vertoont, verschillend van het substraatmateriaal (6), en dat het synthetisch materiaal zich minstens over 80 percent van de dikte (T3) van het substraat (6) uitstrekt en dat de bevestiging van het randgedeelte (13) aan het substraat (6) en/of de aangebrachte toplaag (7) minstens gedeeltelijk is bekomen door de uitharding van het voornoemde synthetische materiaal.Panel according to claim 1 or 2, characterized in that this panel (1) has an edge portion (13) of synthetic material at the relevant edge (4), different from the substrate material (6), and in that the synthetic material is at least over 80 percent of the thickness (T3) of the substrate (6) extends and that the attachment of the edge portion (13) to the substrate (6) and / or the applied top layer (7) has been achieved at least partially by the curing of the aforementioned synthetic material. 4. Paneel volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het paneel (1) aan beide randen (4-5) van een paar tegenoverliggende zijden een dergelijk randgedeelte (13) vertoont.Panel according to claim 3, characterized in that the panel (1) has such an edge portion (13) on both edges (4-5) of a pair of opposite sides. 5. Paneel volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat het synthetisch materiaal zich over de volledige dikte (T3) van het substraatmateriaal (6) uitstrekt.Panel according to claim 3 or 4, characterized in that the synthetic material extends over the full thickness (T3) of the substrate material (6). 6. Paneel volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het synthetisch materiaal zich van aan de onderzijde van het paneel (1) tot in de toplaag (7) uitstrekt.Panel according to one of claims 3 to 5, characterized in that the synthetic material extends from the underside of the panel (1) into the top layer (7). 7. Paneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de betreffende rand (4) geprofileerd is en het profiel koppelmiddelen (18) vertoont waarmede dit paneel (1) met andere gelijkaardige panelen (1) kan worden gekoppeld zodanig dat in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke panelen (1) aan de betreffende rand (4) een vergrendeling ontstaat zowel in een horizontale richting (H1) loodrecht op de rand en in het vlak van het paneel (1), als in een verticale richting (V1) loodrecht op het vlak.Panel according to one of the preceding claims, characterized in that the relevant edge (4) is profiled and the profile has coupling means (18) with which this panel (1) can be coupled to other similar panels (1) such that in the coupled condition of two such panels (1) at the relevant edge (4) a locking occurs both in a horizontal direction (H1) perpendicular to the edge and in the plane of the panel (1) and in a vertical direction (V1) perpendicular to the plane. 8. Paneel volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde koppelmiddelen (18) toelaten dat twee van dergelijke panelen (1) aan elkaar kunnen worden verbonden aan de hand van een neerwaartse koppelbeweging (N).Panel according to claim 7, characterized in that the aforementioned coupling means (18) allow two such panels (1) to be connected to each other by means of a downward coupling movement (N). 9. Paneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voornoemde toplaag (7) een gedrukt decor vertoont.Panel according to one of the preceding claims, characterized in that said top layer (7) has a printed decor. 10. Paneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voornoemde toplaag (7) een dikte (T) vertoont van minstens 0,5 millimeter.Panel according to one of the preceding claims, characterized in that said top layer (7) has a thickness (T) of at least 0.5 millimeter. 11. Paneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voornoemde toplaag (7) een gegloeide of ontlaten thermoplastische toplaag is.The panel according to any of the preceding claims, characterized in that said top layer (7) is an annealed or tempered thermoplastic top layer.
BE2010/0719A 2010-05-10 2010-12-02 PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING PANELS. BE1019662A3 (en)

Priority Applications (63)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0749A BE1019665A5 (en) 2010-10-12 2010-12-22 PANEL, MORE SPECIAL FLOOR PANEL.
PCT/IB2011/051886 WO2011141851A2 (en) 2010-05-10 2011-04-28 Floor panel
PCT/IB2011/052713 WO2012004699A2 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Panel and method for manufacturing panels
PCT/IB2011/052714 WO2012004700A2 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Panel for forming a floor covering
EP21160872.4A EP3851273B1 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
CA2798848A CA2798848C (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
EP16186084.6A EP3115195B1 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
EP18195393.6A EP3444413B1 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
US13/808,274 US8925275B2 (en) 2010-05-10 2011-06-21 Floor panel
DK17192992.0T DK3287270T3 (en) 2010-05-10 2011-06-21 FLOOR PANEL
HRP20220235TT HRP20220235T8 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
ES11743353.2T ES2656161T3 (en) 2010-05-10 2011-06-21 Floor panel
CA3040061A CA3040061C (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
CN201510587894.3A CN105178555B (en) 2010-07-09 2011-06-21 floor panel
DE202011110959.7U DE202011110959U1 (en) 2010-05-10 2011-06-21 floor panel
DE202011110960.0U DE202011110960U1 (en) 2010-05-10 2011-06-21 floor panel
EP22184975.5A EP4092218A1 (en) 2010-05-10 2011-06-21 Floor panel
EP17193145.4A EP3287573B1 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
PT171929920T PT3287270T (en) 2010-05-10 2011-06-21 Floor panel
EP17192992.0A EP3287270B1 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
DE202011110954.6U DE202011110954U1 (en) 2010-05-10 2011-06-21 floor panel
HUE17192992A HUE057940T2 (en) 2010-05-10 2011-06-21 Floor panel
CA3117806A CA3117806A1 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel with a substrate and a top layer
ES17192967T ES2930264T3 (en) 2010-05-10 2011-06-21 floor panel
CN201180034107.2A CN102985627B (en) 2010-07-09 2011-06-21 floor panel
EP24168049.5A EP4371758A2 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
LTEP17192992.0T LT3287270T (en) 2010-05-10 2011-06-21 Floor panel
RS20220158A RS62927B1 (en) 2010-05-10 2011-06-21 Floor panel
EP17192967.2A EP3287269B1 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
ES17192992T ES2907134T3 (en) 2010-05-10 2011-06-21 floor panel
DE202011110955.4U DE202011110955U1 (en) 2010-05-10 2011-06-21 floor panel
EP11743353.2A EP2591183B1 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
PL11743353T PL2591183T3 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
CN201510587784.7A CN105178554B (en) 2010-07-09 2011-06-21 floor panel
CA2920012A CA2920012C (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
US13/805,405 US20130104478A1 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Panel for forming a floor covering
PT171929672T PT3287269T (en) 2010-05-10 2011-06-21 Floor panel
PCT/IB2011/052715 WO2012004701A2 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
EP11738302.6A EP2591182A2 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Panel for forming a floor covering
PL17192992T PL3287270T3 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
SI201132038T SI3287270T1 (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel
CA2989174A CA2989174C (en) 2010-07-09 2011-06-21 Floor panel with a substrate and a top layer
BE2011/0418A BE1020053A3 (en) 2010-10-12 2011-07-04 PANEL, MORE SPECIAL FLOOR PANEL.
EP11801836.5A EP2627839B1 (en) 2010-10-12 2011-09-26 Panel, more specifically floor panel.
PCT/IB2011/054223 WO2012049577A2 (en) 2010-10-12 2011-09-26 Panel, more specifically floor panel.
US13/876,799 US9528275B2 (en) 2010-05-10 2011-09-26 Floor panel
US14/552,870 US9366035B2 (en) 2010-05-10 2014-11-25 Floor panel
US14/627,197 US9080330B2 (en) 2010-05-10 2015-02-20 Floor panel
US15/156,520 US9809984B2 (en) 2010-05-10 2016-05-17 Floor panel
US15/172,465 US9453348B1 (en) 2010-05-10 2016-06-03 Floor panel
US15/724,898 US10041259B2 (en) 2010-05-10 2017-10-04 Floor panel
US15/972,633 US10208490B2 (en) 2010-05-10 2018-05-07 Floor panel
US15/972,710 US10214921B2 (en) 2010-05-10 2018-05-07 Floor panel
US16/033,494 US10190323B2 (en) 2010-05-10 2018-07-12 Floor panel
US16/175,011 US10267048B2 (en) 2010-05-10 2018-10-30 Floor panel
US16/385,737 US10870994B2 (en) 2010-05-10 2019-04-16 Floor panel
US17/074,075 US11634914B2 (en) 2010-05-10 2020-10-19 Floor panel
US17/074,078 US11371249B2 (en) 2010-05-10 2020-10-19 Floor panel
US17/074,088 US11566432B2 (en) 2010-05-10 2020-10-19 Floor panel
US17/074,068 US11634913B2 (en) 2010-05-10 2020-10-19 Floor panel
US18/087,299 US11795702B2 (en) 2010-05-10 2022-12-22 Floor panel
US18/147,165 US20230160220A1 (en) 2010-05-10 2022-12-28 Floor panel
US18/463,491 US20230417066A1 (en) 2010-05-10 2023-09-08 Floor panel

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0420A BE1019501A5 (en) 2010-05-10 2010-07-09 FLOOR PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING FLOOR PANELS.
BE201000420 2010-07-09
BE201000602 2010-10-12
BE2010/0602A BE1020170A3 (en) 2010-07-09 2010-10-12 PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING PANELS.
BE201000705 2010-11-25
BE2010/0705A BE1019654A3 (en) 2010-07-09 2010-11-25 PANEL FOR FORMING A FLOOR COATING.
BE2010/0713A BE1019659A5 (en) 2010-05-10 2010-11-29 FLOOR PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING FLOOR PANELS.
BE201000713 2010-11-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019662A3 true BE1019662A3 (en) 2012-09-04

Family

ID=44583595

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0719A BE1019662A3 (en) 2010-05-10 2010-12-02 PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING PANELS.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019662A3 (en)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20010034991A1 (en) * 1995-03-07 2001-11-01 Goran Martensson Flooring panel or wall panel and use thereof
EP1154090A1 (en) * 2000-05-11 2001-11-14 POZZI AROSIO INDUSTRIA VERNICI SPECIALI DI ALESSANDRO POZZI & C. S.A.S. Method for producing composite articles and the composite article obtained
WO2003012224A1 (en) * 2001-07-27 2003-02-13 Välinge Innovation AB Floor panels with sealing means
US20040016197A1 (en) * 2002-07-24 2004-01-29 M. Kaindl Arrangement of building elements with connecting means
WO2007141605A2 (en) * 2006-06-02 2007-12-13 Flooring Industries Limited, Sarl Floor covering, floor element and method for manufacturing floor elements

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20010034991A1 (en) * 1995-03-07 2001-11-01 Goran Martensson Flooring panel or wall panel and use thereof
EP1154090A1 (en) * 2000-05-11 2001-11-14 POZZI AROSIO INDUSTRIA VERNICI SPECIALI DI ALESSANDRO POZZI & C. S.A.S. Method for producing composite articles and the composite article obtained
WO2003012224A1 (en) * 2001-07-27 2003-02-13 Välinge Innovation AB Floor panels with sealing means
US20040016197A1 (en) * 2002-07-24 2004-01-29 M. Kaindl Arrangement of building elements with connecting means
WO2007141605A2 (en) * 2006-06-02 2007-12-13 Flooring Industries Limited, Sarl Floor covering, floor element and method for manufacturing floor elements

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019954A3 (en) PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING PANELS.
BE1019654A3 (en) PANEL FOR FORMING A FLOOR COATING.
WO2012004699A2 (en) Panel and method for manufacturing panels
BE1019501A5 (en) FLOOR PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING FLOOR PANELS.
BE1019331A5 (en) FLOOR PANEL AND METHODS FOR MANUFACTURING FLOOR PANELS.
BE1024723B1 (en) Floor panel and method for manufacturing a floor panel.
BE1024157B1 (en) Set of floor panels and method for installing this set of floor panels.
EP3245351B1 (en) Floor panel for forming a floor covering
US20150159379A1 (en) Floor panel
CN101268240B (en) Panel for floor coverings and wall and ceiling linings, and a method for producing the panel
BE1021929B1 (en) FLOOR PANEL
WO2017187298A2 (en) Set of floor panels and method for installing this set of floor panels
WO2012004701A2 (en) Floor panel
WO2009118709A2 (en) Profiled product made of a composite material
BE1019662A3 (en) PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING PANELS.
CA2920012C (en) Floor panel
BE1020170A3 (en) PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING PANELS.
BE1019659A5 (en) FLOOR PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING FLOOR PANELS.
BE1029034B1 (en) Set of floor panels and method for installing this set of floor panels
BE1024356B1 (en) Decorative panel or profile
CA2798848C (en) Floor panel
JP2010007275A (en) Floor member
JP2010007276A (en) Floor member
BE1026771A1 (en) Coated panel and method of manufacturing coated panels.
EP2837659A1 (en) Composition for pressed corkboards, pressed corkboard, use and production method thereof

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20121231