BE1015868A3 - Recyclage van houtcomposieten. - Google Patents

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Recyclage van houtcomposieten Deze uitvinding betreft enerzijds een werkwijze voor het vervaardigen of het behandelen van een kunststofmatrix en anderzijds een volgens dergelijke werkwijze vervaardigde kunststofmatrix. 



  Een groot aantal van producten uit onze dagdagelijkse omgeving zijn vervaardigd uit kunststof. Als deze producten op het einde van hun gebruiksfase komen zijn er verschillende technieken gekend om ze te sorteren, recycleren of energie te recupereren. 



  Om energie te recupereren is het gekend om de hoge calorische waarde van plastic afval door verbranding vrij te maken om zodoende warmte en/of elektriciteit te genereren. Nu is niet iedere kunststof even geschikt om verbrand te worden, zo ontstaan er bij verbranding, bij lagere temperaturen, van producten met een hoofdzakelijk uit polyvinylchloride (PVC) bestaande kunststofmatrix, dioxinen en zoutzuur. De gewone verbranding van dergelijke producten is dus van nature uit niet aangewezen. De recyclage en herverwerking van dergelijke producten is mogelijk en spreekt voor zich. 



  Essentieel bij de verdere behandeling van de kunststofproducten is dat deze per soort kunnen gescheiden worden. het scheiden van de verschillende kunststofstromen kan bijvoorbeeld manueel gebeuren. 



  Hiervoor krijgen de meest gebruikte kunststoffen een code waardoor ze geïdentificeerd kunnen worden. Deze methode 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 heeft echter het nadeel dat na verloop van tijd de code kan wegslijten en de kunststof dus niet meer geïdentificeerd kan worden. Eveneens is het mogelijk dat het deel van het product waarop de code staat gescheiden wordt van de rest van het product waardoor voor dit restproduct het niet meer mogelijk is te bepalen welk soort kunststof het is. 



  Scheiding van de verschillende kunststofstromen is ook mogelijk op basis van dichtheid. Het plastic wordt in snippers gesneden en met een vloeistof gemengd, met als gevolg dat sommige snippers bovendrijven en andere niet. De scheiding op basis van dichtheid wordt echter ook steeds moeilijker daar men door bijvoorbeeld schuimtechnologie de dichtheid van producten kan gaan wijzigen waardoor detectie op basis van densiteit niet meer mogelijk is. 



  Een andere methode voor het scheiden van kunststofstromen staat beschreven in de Europese octrooiaanvraag EP 1 300 200, hierin wordt een werkwijze beschreven voor het sorteren van een kunststof afvalstroom op basis van kleur, type en graad van vervuiling met behulp van een optische spectrometer. Scheiding op basis van spectrometrie is echter geen 100 procent sluitende technologie en is minder bruikbaar indien de verhoudingen te dicht bij elkaar liggen. 



  Het doel van de uitvinding is enerzijds een werkwijze voor het vervaardigen of het behandelen van een kunststofmatrix en anderzijds een volgens dergelijke 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 werkwijze vervaardigde kunststofmatrix te verschaffen die de bovengenoemde nadelen niet meer vertoont. 



  Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen of het behandelen van een kunststofmatrix waarbij de genoemde matrix voorzien wordt van middelen om het materiaal van de matrix een kenmerk te geven op basis waarvan de matrix of delen ervan kunnen gescheiden worden van eenheden die genoemd kenmerk niet vertonen. Hierdoor wordt het mogelijk een kunststofmatrix tijdens zijn volledige levensduur te herkennen en eventueel te scheiden van eenheden die genoemd kenmerk niet vertonen. 



  Bij een voorkeurswerkwijze van de uitvinding wordt de kunststofmatrix via bijmenging, compoundering, coextrusie en/of via een coating van de genoemde middelen voorzien. 



  Bij een meer voorkeurdragende werkwijze voor het vervaardigen of behandelen van een kunststofmatrix volgens de uitvinding wordt de genoemde kunststofmatrix voorzien van ofwel een geleidend materiaal zoals bij voorkeur fijn gedispergeerd koolstofpoeder, geleidende polymeren (bijvoorbeeld   coolpolymer),   metaaldeeltjes of een meegeëxtrudeerde draad ofwel voorzien van een fluorescerend additief ofwel wordt de genoemde kunststofmatrix voorzien van een combinatie van beide. 



  Ook het gebruik van fosforescerende additieven (bijvoorbeeld   Lumilux#)   zijn in bepaalde voorkeur uitvoeringen mogelijk. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Bij een meer bijzondere voorkeurswerkwijze volgens de uitvinding is de genoemde kunststofmatrix hoofdzakelijk een geschuimde of massief harde kunststof. De genoemde kunststof is bij voorkeur hoofdzakelijk polyvinylchloride of een polyolefine. 



  Bij een meest voorkeurdragende werkwijze volgens de uitvinding wordt de kunststofmatrix voorzien van houtvezels of andere natuurlijke vezels waardoor de kunststofmatrix een houtuitzicht krijgt, of waardoor de mechanische eigenschappen verbeterd worden. Door nu dergelijke matrix een kenmerk te geven waardoor ze gescheiden en/of herkend kunnen worden van andere eenheden die dit kenmerk niet hebben is het niet mogelijk dat bijvoorbeeld een kunststof raamprofiel met houtuitzicht verkeerdelijk wordt beschouwd als een raamprofiel uit hout. 



  Een ander voorwerp van deze uitvinding is een kunststofmatrix dewelke volgens deze uitvinding vervaardigd is. 



  Bij een voorkeursuitvoering van de kunststofmatrix volgens de uitvinding is de genoemde kunststofmatrix een hout-polymeercomposiet. 



  Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de toegepaste werkwijze en van een volgens deze werkwijze vervaardigde 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 kunststofmatrix. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding. 



  Om detectie van producten of profielen zoals bijvoorbeeld raamprofielen, banken, enz... vervaardigd uit bijvoorbeeld een houtpolymeer composiet tijdens hun levensfase of op het einde van hun levensfase mogelijk te maken, wordt er tijdens de compoundering van de kunststofhout grondstof een welbepaald kenmerk toegevoegd. Zo kan er bijvoorbeeld 0. 1 % fluorescerend additief toegevoegd worden. Dit additief is voldoende temperatuurstabiel om via de gekende extrusie technieken verwerkt te kunnen worden. 



  Het profiel dat ontstaat na verwerking kan aldus door gebruik te maken van een black - light lamp (UV - licht) onderscheiden worden van een profiel dat niet voorzien is van genoemd kenmerk. 



  Bij wijze van bescherming en identificatie worden de van een kenmerk geëxtrudeerde profielen voorzien van een verpakking, beschermingsfolie en een label. Deze items verdwijnen echter wel bij installatie, gebruik of toepassing. 



  Bij het einde van de levensduur van het product of profiel worden deze teruggebracht naar erkende verwerkingsbedrijven. Door op de scheidingsinstallatie een black - light lamp (UV - licht) te installeren kunnen deze producten of profielen zonder veel problemen herkend 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 en verwijderd worden. Detectie blijft zelfs mogelijk indien het product of profiel verzaagd, gebroken of gemalen werd. 



  Door nu welbepaalde producten of profielen een traceerbaar kenmerk te geven waardoor ze gescheiden en/of herkend kunnen worden van andere eenheden die dit kenmerk niet hebben, is het niet mogelijk dat bijvoorbeeld een kunststof raamprofiel met houtuitzicht verkeerdelijk wordt beschouwd als een raamprofiel uit hout.

Claims (9)

1. CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het vervaardigen of het behandelen van een kunststofmatrix met het kenmerk dat de genoemde matrix voorzien wordt van middelen om het materiaal van de matrix een kenmerk te geven op basis waarvan de matrix of delen ervan kunnen gescheiden worden van eenheden die genoemd kenmerk niet vertonen.
2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de kunststofmatrix via coextrusie en/of via een coating van de genoemde middelen wordt voorzien.
3. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de kunststofmatrix voorzien wordt van een geleidend materiaal.
4. 4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de kunststofmatrix voorzien wordt van een fluorescerend additief.
5. 5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde kunststofmatrix hoofdzakelijk een geschuimde of massief harde kunststof is.
6. 6. Werkwijze volgens conclusie 1 t/m 5, met het kenmerk dat de genoemde kunststof hoofdzakelijk polyvinylchloride of een polyolefine is. <Desc/Clms Page number 8>
7. 7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de kunststofmatrix voorzien wordt van houtvezels.
8. 8. Kunststofmatrix met het kenmerk dat deze vervaardigd is volgens één van de conclusies 1 t/m 7.
9. 9. Kunststofmatrix volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de genoemde kunststofmatrix een hout- polymeercomposiet is.