<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het aandrijven van zonneluifels, stores, rolluiken of dergelijke, voor het afdekken van ramen van koepels, veranda's, galerijen, en zo meer, in het bijzonder van ramen met schuine randen, zoals bijvoorbeeld driehoekige of trapeziumvormige ramen.
Men kent reeds zulke inrichtingen voor het aandrijven van een luifel waarbij het doek van de luifel op een buisvormige as is gewikkeld die door een buismotor in de as in één of andere zin aangedreven kan worden en waarbij aan de vrije rand aan het uiteinde van het doek een kabel is bevestigd die over een keerschijf op een zekere afstand van de as is geleid en waarbij deze kabel op een kabelschijf is gewonden die vast op de as is bevestigd.
Wanneer de buismotor in één richting wordt bekrachtigd, wordt het doek van de luifel afgewikkeld, terwijl gelijktijdig de kabel op de kabelschijf wordt opgewonden, een en ander zodat de kabel het uiteinde van het doek in de richting van de keerschijf trekt.
Wanneer de buismotor in de andere zin wordt bekrachtigd, wordt op analoge wijze het doek opgerold en wordt
<Desc/Clms Page number 2>
gelijktijdig de kabel afgewonden, waardoor het doek gespannen blijft in de richting van de keerschijf.
Een nadeel van zulke bekende inrichtingen is dat het op- en afwikkelen van het doek niet volledig synchroon verloopt met het gelijktijdig af- en opwinden van de kabel.
Inderdaad bij het afwikkelen van het doek zal bijvoorbeeld, door het afnemen van de diameter van de rol, de lengte van het doek dat per omwenteling van de buismotor wordt afgewikkeld, steeds kleiner worden, terwijl de lengte van de kabel die gelijktijdig op de schuif wordt gewonden steeds groter wordt door de toenemende diameter van de windingen op de kabelschijf.
Een nadelig gevolg hiervan is dat het doek, tijdens het open afwikkelen, op bepaalde ogenblikken slap gaat hangen, wat esthetisch niet toelaatbaar is, terwijl op andere ogenblikken de kabel steeds harder aan het doek gaat trekken waardoor vroegtijdig scheuren in het doek kunnen optreden.
Men kent reeds inrichtingen waar dit synchronisatieprobleem opgelost wordt door het doek op een aparte as te wikkelen, waarbij deze as vrij roteerbaar omheen de voornoemde buismotor is gelagerd en waarbij tussen deze as en de buismotor een torsieveer is aangebracht, zodat, bij het open afrollen van het doek, de as zich in beperkte mate kan verdraaien ten opzichte van de kabelschijf die door de buismotor wordt aangedreven, en dat het doek op deze wijze steeds onder spanning blijft staan.
<Desc/Clms Page number 3>
Een nadeel van deze bekende inrichtingen is dat de veer zich achter de buismotor in de as bevindt op een moeilijk bereikbare plaats en dat bijgevolg deze veer ook moeilijk te bevestigen is aan de binnenzijde van de as en aan het uiteinde van de buismotor, te meer daar deze veer met een bepaalde voorspanning moet worden gemonteerd.
Nog een nadeel is dat voor iedere luifel een afzonderlijke aandrijfmotor vereist is, zodat, wanneer meerdere luifels in mekaars omgeving worden toegepast, het niet mogelijk is kosten uit te sparen door het gebruik van een gemeenschappelijke aandrijving.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke, welke in hoofdzaak bestaat uit, enerzijds, minstens één buisvormige as waarop een doek van een zonneluifel of dergelijke is gewikkeld, waarbij deze buisvormige as aan zijn uiteinden door middel van lagers roteerbaar is aangebracht op spillen, en, anderzijds, uit aandrijfmiddelen in de vorm van een motor en een kabelschijf waarop een kabel is gewonden die aan het voornoemde doek bevestigd kan worden, daardoor gekenmerkt dat de buisvormige as aan één uiteinde is voorzien van een torsieveer die met één uiteinde onverdraaibaar is verbonden met de buisvormige as en die met het andere uiteinde is bevestigd op de voornoemde spil aan het betreffende uiteinde van de buisvormige as.
<Desc/Clms Page number 4>
Wanneer de motor in één richting wordt aangedreven, zal de kabel op de kabelschijf worden gewonden en zal deze kabel aan het doek trekken, waardoor het doek van de buisvormige as wordt afgewikkeld en gelijktijdig, door het roteren van de buisvormige as, de torsieveer wordt opgespannen, waardoor het doek steeds onder spanning blijft en dus steeds strak is aangespannen.
Wanneer de motor in de andere zin wordt bekrachtigd, zal de kabel van de kabelschijf worden afgerold en zal het doek, door de torsiekracht van de veer, terug op de as worden gewikkeld, waardoor ook in dit geval het doek steeds gespannen blijft.
Een voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de torsieveer zich aan het uiteinde van de voornoemde buisvormige as bevindt op een gemakkelijk bereikbare plaats, zodat, bij de montage van de zonneluifel of dergelijke, deze veer zeer eenvoudig in de buisvormige as aangebracht kan worden.
Een ander voordeel is dat de torsieveer gemakkelijk te dimensioneren is en geen nauwkeurige afregeling vergt. Het is inderdaad voldoende een veer te voorzien die over voldoende wikkelingen beschikt om het aantal toeren van de as bij het volledig afwikkelen van het doek te kunnen opvangen.
Nog een voordeel is dat meerdere luifels door een gemeenschappelijke motor kunnen worden aangedreven,
<Desc/Clms Page number 5>
waardoor, in dit geval, de inrichting voor het aandrijven van de luifels aanzienlijk goedkoper gerealiseerd kan worden dan in het geval van de bekende inrichtingen, waarbij voor iedere luifel een afzonderlijke motor vereist is.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de spil aan het uiteinde van de buisvormige as tegenover het uiteinde met de torsieveer, buisvormig uitgevoerd en is de voornoemde kabelschijf op deze, buisvormige spil bevestigd, terwijl de voornoemde motor een buismotor is die in de voornoemde buisvormige spil is aangebracht en die ermee verbonden is.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inrichting volgens de uitvinding voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 schematisch en in perspectief een inrichting weergeeft volgens de uitvinding voor het aandrijven van een zonneluifel toegepast op een driehoekig raam; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 op nog grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2; figuur 4 een variante weergeeft van de inrichting volgens figuur 1;
<Desc/Clms Page number 6>
figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4;
figuur 6 een doorsnede weergeeft gelijkaardig aan deze van figuur 5, doch voor een andere stand; figuur 7 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VII-VII in figuur 6; figuur 8 schematisch en in perspectief een inrichting volgens de uitvinding weergeeft voor het aandrijven van drie zonneluifels toegepast op een veranda; figuur 9 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn IX-IX in figuur 8; figuur 10 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 8 door F10 is aangeduid.
In de figuren 1 tot 3 is schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergegeven voor het aandrijven van een zonneluifel 1 die in dit geval is toegepast op een hellend driehoekig raam 2 in een dakconstructie van een gebouw, veranda, galerij of dergelijke.
Deze inrichting bestaat hoofdzakelijk uit een buisvormige as 3 die door middel van lagers 4 aan zijn beide uiteinden roteerbaar is aangebracht op spillen, respectievelijk 5 en 6, die op een steun 7, respectievelijk 8, zijn bevestigd, waarbij deze steunen 7-8 op eender welke wijze worden aangebracht op het voornoemde raam 2 of op het gebouw, de veranda of dergelijke, of een deel uitmaken van zulk raam.
Volgens de uitvinding is de voornoemde buisvormige as 3 aan één uiteinde voorzien van een torsieveer 9 die rond de betreffende spil 5 aan dit uiteinde van de as 3 is
<Desc/Clms Page number 7>
aangebracht, waarbij deze torsieveer 9 met één uiteinde 10 is bevestigd op deze spil 5, terwijl het andere uiteinde 11 is bevestigd op een bijkomend lager 4 dat onverdraaibaar met de buisvormige as 3 is verbonden.
Op de voornoemde buisvormige as 3 is een doek 12, in dit geval een doek met een driehoekige vorm, van een zonneluifel 1 gewikkeld, waarbij dit doek 12 met een rand 13 op de buisvormige as 3 is bevestigd, bijvoorbeeld, zoals weergegeven in figuur 3, doordat deze rand 13 in een gleuf 14 van de as 3 is aangebracht en dat deze rand 13 met een geschikt klemmiddel 15 hierin is bevestigd.
De inrichting volgens de uitvinding is verder voorzien van aandrijfmiddelen die in dit geval gevormd worden door een motor 16 die op het raam 2 of dergelijke is aangebracht en die op zijn uitgaande as 17 is voorzien van een kabelschijf 18 waarop een kabel 19, of dergelijke, is gewonden, waarbij deze kabel 19 met zijn vrij uiteinde 20 is bevestigd aan het vrij uiteinde 21 van het voornoemde doek 12 van de zonneluifel 1.
De werking van de inrichting volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.
Om het doek 12 van de luifel 1 af te wikkelen, wordt de voornoemde motor 16 op geschikte wijze bekrachtigd zodat de kabel 19 op de kabelschijf 18 wordt opgewonden en dat bijgevolg deze kabel 19 aan het uiteinde 21 van het doek 12 trekt, waardoor de buisvormige as 3 in de zin van pijl P rond de spillen 5-6 gaat roteren.
<Desc/Clms Page number 8>
Door het roteren van de as 3 wordt het doek 12 afgewikkeld en wordt de torsieveer 9 gelijktijdig opgespannen, vermits inderdaad één uiteinde 11 van deze torsieveer 9 meedraait met de buisvormige as 3, terwijl het andere uiteinde 10 van de torsieveer 9 wordt vastgehouden door de betreffende spil 5 die in de steun 7 is bevestigd.
Tijdens het afwikkelen wordt het doek 12, door de veerkracht van de torsieveer 9, steeds mooi strak aangespannen.
Wanneer de motor 16 in tegengestelde zin wordt aangedreven, zal de kabel 19 zich ontrollen en zal de buisvormige as 3 van de zonneluifel 1, onder invloed van de veerkracht van de torsieveer 9, in tegengestelde zin van pijl P verdraaien, waardoor het doek 12 terug op de as 3 wordt gewonden en het doek 12 daarbij steeds mooi strak gespannen blijft.
Het is duidelijk dat de torsieveer 9, bij de montage van de zonneluifel 1, met een zekere voorspanning in de buisvormige as 3 aangebracht moet worden, zodat, wanneer het doek 12 volledig is opgerold, de torsieveer 9 nog een voldoende spanning bezit om het doek in deze opgerolde positie gespannen te houden.
In de figuren 4 tot 7 is een variante weergegeven van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij in dit geval de spil 6 buisvormig is uitgevoerd en waarbij de aandrijfmiddelen in dit geval gevormd worden door,
<Desc/Clms Page number 9>
enerzijds, een kabelschijf 18 die op deze buisvormige spil 6 is bevestigd en waarop een kabel 19 is gewonden, en, anderzijds, een buismotor 16 die in de voornoemde buisvormige spil 6 is aangebracht.
Het lichaam 22 van deze motor 16 is met een uiteinde 23 bevestigd op de steun 8, terwijl de uitgaande as 17 van de motor 16 op eender welke wijze onverdraaibaar met de voornoemde buisvormige spil 6 is verbonden, bijvoorbeeld door een spieverbinding of doordat op dat deze uitgaande as 17 is voorzien van een uitwendige vertanding 24 die samenwerkt met een inwendige vertanding 25 van een bus 26 die over deze uitgaande as 17 is aangebracht en die in de buisvormige spil 6 is bevestigd.
De kabel 19 op de voornoemde kabelschijf 18 is met één uiteinde 20 aan het doek 12 vastgemaakt en is over een keerschijf 27 geleid die op een afstand van de buisvormige as 3 vrij verdraaibaar is voorzien op een as 28 op het raam 2, gebouw of dergelijke.
De werking van deze variante is analoog aan deze van de reeds besproken inrichting.
Wanneer de motor 16, uitgaande van de situatie in figuur 5 waarin het doek 12 nagenoeg volledig op de as 3 is gewonden, wordt aangedreven in de zin van pijl P, zal de kabel 19, zoals weergegeven in figuur 6, op de kabelschijf 18 worden gewonden en zal deze kabel 19 via de keerschijf 27 aan het doek 12 trekken, waardoor de buisvormige as 3 door het doek 12 in dezelfde draaizin P wordt meegenomen,
<Desc/Clms Page number 10>
zodat, zoals weergegeven in figuur 6, het doek 12 wordt afgerold en gelijktijdig de torsieveer 9 wordt opgespannen.
Bij een draaibeweging van de motor 16 in tegengestelde zin van pijl P, zal, net zoals bij de vorige uitvoering, het doek 12 door de kracht van de torsieveer 9 terug op de as 3 worden gewikkeld en zal de kabel 19 gelijktijdig terug worden afgewonden.
In de figuren 8 tot 10 is nog een variante weergegeven van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij in dit geval drie zonneluifels 1 van een veranda of dergelijke worden aangedreven.
De middelste zonneluifel 1 is in dit geval voorzien van een as 3 die gelijkaardig is aan die van de uitvoeringsvorm van de figuren 4 tot 7, en die, zoals weergegeven in figuur 9, is voorzien van een buismotor 16 die in een buisvormige spil 6 is aangebracht, waarbij in dit geval deze motor 16 gemeenschappelijk is voor de drie zonneluifels 1, en waarbij de drie kabelschijven 18 van de drie zonneluifels 1 naast elkaar op de voornoemde buisvormige spil 6 van deze middelste zonneluifel 1 zijn aangebracht.
De twee andere zonneluifels 1 zijn voorzien van een eenvoudigere as 3, zoals toegepast in de eerst besproken variante volgens de figuren 1 tot 3, en die, analoog aan de uitvoering van figuur 2, bestaat uit een buisvormige as 3 die op twee spillen 5-6 is gelagerd en waarin, aan één uiteinde, een torsieveer 9 is toegepast.
<Desc/Clms Page number 11>
De werking van deze inrichting is volledig analoog aan deze van de reeds besproken uitvoeringen, met dit verschil dat slechts één gemeenschappelijke motor 16 wordt toegepast voor de gelijktijdige aandrijving van de drie zonneluifels 1 en dat de drie kabels 19 die op de voornoemde kabelschijven 18 zijn gewonden, elk over een afzonderlijke keerschijf 27 zijn geleid en met hun uiteinde 20 aan een doek 12 van één van de luifels 1 zijn bevestigd.
Alhoewel in de figuren 8 en 10 de keerschijven 27 elk op een afzonderlijke as 28 zijn aangebracht, is het niet uitgesloten dat deze keerschijven 27 op een gemeenschappelijke as worden aangebracht.
Het is duidelijk dat, alhoewel in de hiervoor beschreven inrichtingen steeds zonneluifels 1 zijn toegepast met een driehoekig doek 12, de inrichtingen ook kunnen worden aangewend voor zonneluifels 1 met een trapeziumvormig of rechthoekig doek 12.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting volgens de uitvinding voor het aandrijven van zonneluifels of dergelijke kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for driving sun canopies or the like.
The present invention relates to a device for driving awnings or the like.
More specifically, the invention relates to a device for driving sun canopies, stores, shutters or the like, for covering windows of domes, verandas, galleries, and so on, in particular of windows with sloping edges, such as for example triangular or trapezoidal windows.
Such devices for driving a canopy are already known in which the cloth of the canopy is wound on a tubular shaft which can be driven in one way or another by a tubular motor in the shaft and wherein at the free edge at the end of the cloth a cable is attached which is guided over a turning disk at a certain distance from the shaft and wherein this cable is wound on a cable disk which is fixedly mounted on the shaft.
When the tubular motor is energized in one direction, the cloth is unwound from the canopy, while at the same time the cable is wound on the cable disk, all this so that the cable pulls the end of the cloth in the direction of the turn disk.
When the tubular motor is energized in the other sense, the screen is rolled up and becomes analogous
<Desc / Clms Page number 2>
simultaneously unwind the cable, keeping the fabric tensioned in the direction of the turntable.
A drawback of such known devices is that the winding and unwinding of the cloth is not fully synchronous with the simultaneous winding and winding of the cable.
Indeed, when unwinding the cloth, for example, by decreasing the diameter of the roll, the length of the cloth that is unwound per revolution of the tubular motor will become increasingly smaller, while the length of the cable simultaneously being applied to the slider injured by the increasing diameter of the windings on the cable disc.
A disadvantageous consequence of this is that, during the unwinding process, the cloth starts to slack at certain moments, which is not aesthetically permissible, while at other moments the cable starts pulling harder and harder on the cloth, as a result of which premature cracks can occur in the cloth.
Devices are already known where this synchronization problem is solved by winding the cloth on a separate shaft, wherein this shaft is mounted for free rotation about the aforementioned tubular motor and wherein a torsion spring is arranged between this axis and the tubular motor, so that, upon unrolling of the cloth, the shaft can rotate to a limited extent with respect to the cable disc driven by the tubular motor, and in this way the cloth always remains under tension.
<Desc / Clms Page number 3>
A disadvantage of these known devices is that the spring is located behind the tubular motor in the shaft at a location that is difficult to reach and that consequently this spring is also difficult to attach on the inside of the shaft and at the end of the tubular motor, all the more so since this spring with a certain pre-tension must be mounted.
A further disadvantage is that a separate drive motor is required for each awning, so that when several awnings are used in each other's environment, it is not possible to save costs by using a common drive.
The present invention has for its object to provide a solution to the aforementioned and other disadvantages.
To this end the invention relates to a device for driving sun canopies or the like, which essentially consists of, on the one hand, at least one tubular shaft on which a cloth of a sun canopy or the like is wound, said tubular shaft being rotatable at its ends by means of bearings mounted on spindles and, on the other hand, from drive means in the form of a motor and a cable disc on which a cable is wound that can be attached to the aforementioned cloth, characterized in that the tubular shaft is provided with a torsion spring at one end end is non-rotatably connected to the tubular shaft and is attached with the other end to the aforementioned spindle at the relevant end of the tubular shaft.
<Desc / Clms Page number 4>
When the motor is driven in one direction, the cable will be wound onto the cable disc and this cable will pull on the cloth, unwinding the cloth from the tubular shaft and simultaneously tensioning the torsion spring by rotating the tubular shaft , so that the fabric always remains under tension and therefore always tightened.
When the motor is energized in the other sense, the cable will be unrolled from the cable disc and the cloth will be wound back on the shaft by the torsional force of the spring, so that in this case the cloth will always be tensioned.
An advantage of the device according to the invention is that the torsion spring is located at the end of the aforementioned tubular shaft in an easily accessible location, so that, when mounting the sun canopy or the like, this spring can be arranged very easily in the tubular shaft .
Another advantage is that the torsion spring is easy to dimension and does not require precise adjustment. It is indeed sufficient to provide a spring that has sufficient windings to be able to accommodate the number of revolutions of the shaft when the cloth is fully unwound.
Another advantage is that several canopies can be driven by a common motor,
<Desc / Clms Page number 5>
whereby, in this case, the device for driving the awnings can be realized considerably cheaper than in the case of the known devices, wherein a separate motor is required for each awning.
According to a preferred embodiment, the spindle is tubular at the end of the tubular shaft opposite the end with the torsion spring and the aforementioned cable disc is mounted on this tubular spindle, while the aforementioned motor is a tubular motor mounted in the aforementioned tubular spindle and connected to it.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments of a device according to the invention for driving awnings or the like according to the invention are described below, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 schematically and in perspective represents a device according to the invention for driving a sun canopy applied to a triangular window; figure 2 represents a cross-section on a larger scale according to line II-II in figure 1; figure 3 represents a section on an even larger scale according to line III-III in figure 2; figure 4 represents a variant of the device according to figure 1;
<Desc / Clms Page number 6>
figure 5 represents a section according to line V-V in figure 4;
figure 6 represents a section similar to that of figure 5, but for a different position; figure 7 represents a cross-section on a larger scale according to line VII-VII in figure 6; figure 8 schematically and in perspective represents a device according to the invention for driving three sun canopies applied to a veranda; figure 9 represents a cross-section on a larger scale according to line IX-IX in figure 8; figure 10 represents on a larger scale the part indicated by F10 in figure 8.
Figures 1 to 3 schematically show a device according to the invention for driving a sun canopy 1 which in this case is applied to an inclined triangular window 2 in a roof construction of a building, veranda, gallery or the like.
This device mainly consists of a tubular shaft 3 which is rotatably mounted at its both ends by means of bearings 4 on spindles 5 and 6 respectively, which are mounted on a support 7 and 8 respectively, these supports 7-8 on any one which way are arranged on the aforementioned window 2 or on the building, the veranda or the like, or form part of such a window.
According to the invention, the aforementioned tubular shaft 3 is provided at one end with a torsion spring 9 which is around this spindle 5 at this end of the shaft 3
<Desc / Clms Page number 7>
arranged, this torsion spring 9 being attached to this spindle 5 with one end 10, while the other end 11 is attached to an additional bearing 4 which is non-rotatably connected to the tubular shaft 3.
On the aforementioned tubular shaft 3, a cloth 12, in this case a cloth with a triangular shape, is wound from a sun canopy 1, wherein this cloth 12 is attached to the tubular shaft 3 with an edge 13, for example, as shown in Figure 3. in that this edge 13 is arranged in a slot 14 of the shaft 3 and that this edge 13 is fixed therein with a suitable clamping means 15.
The device according to the invention is further provided with drive means which in this case are formed by a motor 16 which is mounted on the frame 2 or the like and which is provided on its output shaft 17 with a cable disc 18 on which a cable 19, or the like, is wound, wherein this cable 19 is attached with its free end 20 to the free end 21 of the aforementioned cloth 12 of the sun canopy 1.
The operation of the device according to the invention is very simple and as follows.
In order to unwind the cloth 12 from the canopy 1, the aforementioned motor 16 is energized in a suitable manner so that the cable 19 is wound on the cable disc 18 and, consequently, that this cable 19 pulls on the end 21 of the cloth 12, whereby the tubular shaft 3 in the sense of arrow P will rotate around spindles 5-6.
<Desc / Clms Page number 8>
By rotating the shaft 3, the cloth 12 is unwound and the torsion spring 9 is tensioned simultaneously, since indeed one end 11 of this torsion spring 9 rotates with the tubular shaft 3, while the other end 10 of the torsion spring 9 is held by the respective spindle 5 fixed in the support 7.
During unwinding, the cloth 12, due to the resilience of the torsion spring 9, is always tightened nicely.
When the motor 16 is driven in the opposite direction, the cable 19 will unwind and the tubular shaft 3 of the sun canopy 1 will, under the influence of the resilience of the torsion spring 9, rotate in the opposite direction of the arrow P, so that the cloth 12 returns. on the shaft 3 is wound and the cloth 12 always remains nicely taut.
It is clear that, when mounting the sun canopy 1, the torsion spring 9 must be provided with a certain pre-stress in the tubular shaft 3, so that, when the cloth 12 is fully rolled up, the torsion spring 9 still has a sufficient tension around the cloth to be tensioned in this rolled up position.
Figures 4 to 7 show a variant of a device according to the invention, wherein in this case the spindle 6 is of tubular design and in which case the drive means are formed by:
<Desc / Clms Page number 9>
on the one hand, a cable disc 18 which is mounted on this tubular spindle 6 and on which a cable 19 is wound, and, on the other hand, a tubular motor 16 arranged in the aforementioned tubular spindle 6.
The body 22 of this motor 16 is attached to the support 8 with an end 23, while the output shaft 17 of the motor 16 is in any way rotatably connected to the aforementioned tubular spindle 6, for example by a key connection or in that it output shaft 17 is provided with an external toothing 24 which cooperates with an internal toothing 25 of a bushing 26 which is arranged over this output shaft 17 and which is mounted in the tubular spindle 6.
The cable 19 on the aforementioned cable disc 18 is attached to the cloth 12 with one end 20 and is guided over a turn disc 27 which is freely rotatably provided at a distance from the tubular shaft 3 on a shaft 28 on the frame 2, building or the like .
The operation of this variant is analogous to that of the device already discussed.
When the motor 16 is driven in the sense of arrow P, starting from the situation in figure 5 in which the cloth 12 is wound almost completely on the shaft 3, the cable 19, as shown in figure 6, will be on the cable disc 18 and this cable 19 will pull on the cloth 12 via the turntable 27, whereby the tubular shaft 3 is carried by the cloth 12 in the same direction of rotation P,
<Desc / Clms Page number 10>
so that, as shown in Figure 6, the cloth 12 is unrolled and the torsion spring 9 is simultaneously tensioned.
With a turning movement of the motor 16 in the opposite sense of the arrow P, the cloth 12 will be wound back on the shaft 3 by the force of the torsion spring 9 and the cable 19 will be unwound again simultaneously.
Figures 8 to 10 show another variant of a device according to the invention, wherein in this case three sun canopies 1 of a veranda or the like are driven.
The middle awning 1 is in this case provided with a shaft 3 similar to that of the embodiment of figures 4 to 7, and which, as shown in figure 9, is provided with a tubular motor 16 which is in a tubular spindle 6 is arranged, in which case this motor 16 is common to the three sun canopies 1, and wherein the three cable discs 18 of the three sun canopies 1 are arranged side by side on the aforementioned tubular spindle 6 of this middle sun canopy 1.
The two other sun canopies 1 are provided with a simpler shaft 3, as applied in the first discussed variant according to figures 1 to 3, and which, analogous to the embodiment of figure 2, consists of a tubular shaft 3 which is mounted on two spindles 5- 6 is mounted and in which a torsion spring 9 is applied at one end.
<Desc / Clms Page number 11>
The operation of this device is completely analogous to that of the embodiments already discussed, with the difference that only one common motor 16 is used for the simultaneous drive of the three sun canopies 1 and that the three cables 19 wound on the aforementioned cable discs 18 , each of which is guided over a separate turntable 27 and is fixed with their end 20 to a cloth 12 of one of the awnings 1.
Although in Figs. 8 and 10 the baffle discs 27 are each mounted on a separate shaft 28, it is not excluded that these baffle discs 27 are mounted on a common shaft.
It is clear that, although sun canopies 1 are always used with a triangular cloth 12 in the devices described above, the devices can also be used for sun canopies 1 with a trapezoidal or rectangular cloth 12.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but a device according to the invention for driving sun canopies or the like can be realized in all shapes and sizes without departing from the scope of the invention.