<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING
Werkwijze en inrichting voor het aaneenlijmen van de uiteinden van banden fineerhout.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aaneenlijmen van de uiteinden van fineerbanden en de inrichting die voor deze werkwijze gebruikt kan worden.
Fineerhout voor de meubelindustrie wordt in het algemeen geleverd in de vorm van rollen fineerband van een bepaalde breedte en een lengte die continu doorloopt over de volledige lengte van de rol.
Fineerbanden zijn oorspronkelijk vervaardigd in stapels van een bepaalde lengte. Voor het bekomen van een rol, moeten deze banden met een bepaalde lengte door middel van hun uiteinden aaneen bevestigd worden. Deze verbinding moet zo onzichtbaar en zo stevig mogelijk uitgevoerd worden zodat men de indruk krijgt dat de rol fineerhout uit één en dezelfde lengte bestaat.
Teneinde de verbindingszone zo onopvallend mogelijk te maken worden de uiteinden van de fineerbanden uitgesneden in de vorm van een reeks naast elkaar liggende scherpe tanden. Daarbij wordt rekening gehouden met het feit dat het tandprofiel van een uiteinde perfect overstemd met het tandprofiel van het andere uiteinde van het fineerhout.
De twee uiteinden van fineerband moeten vervolgens met elkaar verbonden worden. Dit kan op verschillende manieren gebeuren maar in het algemeen wordt hierbij gebruik gemaakt van gelijmd vlies of papier dat op een of beide zijden van de verbinding wordt voorzien.
Het octrooidocument EP 1 106 313 beschrijft een werkwijze en inrichting voor het aan elkaar bevestigen van
<Desc/Clms Page number 2>
afzonderlijke lengten van fineerbanden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een lijmtoestel in de vorm van een kam die lijm uit een voorraad opneemt en tussen de tanden van ieder uiteinde van fineer aanbrengt.
Daarna worden de twee tandprofielen, die met lijm voorzien zijn, in elkaar geplaatst en verder behandeld door een drukinstallatie met verwarming.
Een nadeel van deze inrichting is dat de lijm na een bepaalde tijd begint te stollen aan de oppervlakte van de kam en vooral in de scherpe V-vormige gedeelten ervan. Daarenboven kan met de hoeveelheid aan te brengen lijm moeilijk controleren met het gevolg dat doorgaans te veel lijm aangebracht wordt. Het overtollige lijm zet zich bijgevolg af op de oppervlakte van het fineerhout waardoor de verbindingszone duidelijk zichtbaar wordt. Bovendien bevindt de lijminrichting met verwarmde elementen zich tussen de kapmatrijzen van het fineer die de scherpe tandvormige uitsnijding moet verwezenlijken. Deze kapmatrijzen zijn heel nauwkeurig afgewerkt met uiterst kleine toleranties en de warmtebron die zich tussen deze matrijzen bevindt kan na verloop van tijd voor ernstige problemen zorgen door de ongelijkmatige uitzetting van de matrijzen.
De huidige uitvinding heeft tot doel deze nadelen te ontwijken door middel van eenvoudige en doeltreffende middelen waardoor het mogelijk wordt een afstelbare hoeveelheid lijm te voorzien en aan te brengen op de puntvormige tanden waarbij alle overtollige lijm vermeden wordt. De lijminrichting kan tevens buiten de kapzone verplaatst zodat de schadelijk invloed van warmte op de kapmatrijzen vermeden wordt en dit vooral voor machines die bredere banden moeten verwerken van meer dan 60 cm.
De bijzondere kenmerken en eigenschappen van de uitvinding zullen verduidelijkt worden in de hiernavolgende beschrijving van een uitvoeringsvorm en zijn weergegeven in de hierbij gevoegde conclusies.
Voor de beschrijving van een uitvoeringsvorm wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen waarin :
Figuur 1: een schematische voorstelling is in boven aanzicht van de verschillende stappen, van Fig.1 A tot Fig.lG, die door de werkwijze volgens de uitvinding verwezenlijkt worden;
<Desc/Clms Page number 3>
Figuur 2 : schematische voorstelling is van Fig. 2A tot Fig. 2G zoals de figuur 1, waarbij de fineerbanden over een bepaalde afstand verschoven worden voor het lijmen van de uiteinden buiten de uitkapzone, en dit in het bijzonder voor brede fineerbanden ( > 60 cm); Figuur 3 : dwarsdoorsnede is van twee fineeruiteinden in de stand juist vóór het opnemen van de lijm; Figuur 4 : bovenaanzicht is van de figuur 3;
Figuur 5 : afbeelding is van een voorbeeld van het tandvormig uitgesneden profiel van de uiteinden van de stripbanden.
Zoals afgebeeld op de figuur 1 gaat men voor het aaneenlijmen van de uiteinden van banden fineerhout als volgt te werk : - eerst worden twee banden fineerhout 10 van een bepaalde lengte L en breedte B in de lengterichting naast elkaar opgesteld waarbij de uiteinden 12 van elke band op een bepaalde afstand van elkaar komt te liggen (Fig.lA); - vervolgens worden de uiteinden 12 door een of meerdere kapmatrijzen uitgekapt tot het bekomen van scherpe tandvormige uiteinden 14 (Fig.lB); - in de afstand tussen de twee uitgesnede uiteinden van de fineerbanden 10 wordt vervolgens een lijmstrip 18 aangebracht (Fig.lD);
- vervolgens worden de twee fineerbanden 10 naar elkaar toe bewogen waarbij de punten van tandvormige uiteinden 14 gelijkmatig in de lijmstrip 18 worden gebracht, hierbij moet worden gezorgd dat de hoeveelheid lijm van de lijmstrip 18 net voldoende is om de punten van de tandvormige uiteinden tot ongeveer de helft van hun hoogte te bestrijken, de hoeveelheid die daardoor opgenomen is door de halve punthoogten is voldoende om de verbinding te verzekeren met de overeenstemmende bodem gedeelten van de tandvormige uitsnijding (Fig.lE); - eenmaal dat de tandvormige uiteinden volledig in elkaar geschoven zijn, kan men eventueel de lijmzone 20 door middel van een drukrol 22 of thermisch behandelen om de hechting van de lijm te verzekeren (Fig.lF);
<Desc/Clms Page number 4>
- de twee banden die aldus met elkaar verbonden werden worden dan in de lengterichting verplaatst en bij voorkeur opgerold op de voorraadrol 24, het vrije uiteinde 12 van de band 10 kan dan terug zoals in de figuur IA met een nieuwe band 10 opgesteld worden om de verbindingscyclus te herhalen (Fig.lG).
Zoals afgebeeld op de figuur 2 gaat men, voor het aaneenlijmen van de uiteinden van banden fineerhout met een breedte van minimum 60 cm, te werk zoals in de figuren IA tot 1 G met het verschil dat in de stand afgebeeld volgens de figuur 2C de twee banden 10 over een bepaalde afstand 16 in de lengterichting opgeschoven worden tot buiten de zone van de kapmatrijzen.
Hierdoor kan het lijmen zonder hinder gebeuren en kan de lijmzone gemakkelijk behandeld worden door eventuele druk- en/of thermische behandelingen zonder daardoor een schadelijke invloed te veroorzaken op de kapmatrijzen die uiterst gevoelig zijn aan en kunnen vervormd worden door de warmteuitstraling van deze behandelingen.
Zoals afgebeeld op de figuur 3, worden de fineerbanden 10, bij voorkeur, lichtjes naar beneden gebogen om een zo goed mogelijk contact te verkrijgen met de tafel 30 en het opnemen van de lijmstrip 18 zo volledig mogelijk te laten plaats hebben door de tanden 14 van de uiteinden van het fineerhout.
Bij voorkeur is de hoogte van de lijmstrip 18 ongeveer even hoog als de dikte van het fineerhout. De breedte van de lijmstrip 18 moet, zoals reeds vermeld, voldoende zijn om de punten van de tandvormige uitsnijding tot ongeveer de helft van hun hoogte te bestrijken.
De lijmstrip 18 is bij voorkeur aangebracht op een band 28 uit materiaal, bijvoorbeeld gekend onder de naam TEFLON, siliconpapier of ieder gelijkaardig materiaal die voldoende anti- klevende eigenschappen bezit.
De band 28 kan zich in dwarsrichting tussen de uiteinden van de banden fineerhout verplaatsen terwijl de lijmstrip 18 op de band aangebracht wordt.
<Desc/Clms Page number 5>
De afmetingen zoals dikte en breedte van de lijmstrip kunnen constant gecontroleerd en bijgestuurd worden tijdens het aanbrengen door middel van een camera of optische detectoren.
Volgens de figuur 4 is het ook duidelijk te zien dat de tanden 14 bij voorkeur niet in een rechte lijn liggen maar een licht golvende curve vertonen. Deze curve moet uiteraard volledig overeenstemmen met de golvende curve van het tandprofiel van de aaneen te lijmen fineerband.
Op de figuur 5 is een voorbeeld weergegeven van een dergelijk licht golvend tandenprofiel maar dit sluit andere mogelijke variaties niet uit.
Het doel van deze licht golvende curve is dat de tanden niet allemaal op hetzelfde ogenblik met de lijmstrip 18 in aanraking komen maar dat dit contact zou gebeuren op manier waardoor de tandenreeksen progressief in aanraking zouden komen met de lijmstrip. Hierdoor bekomt men een zeer gelijkmatige verdeling van de totale hoeveelheid lijm tussen al de tanden 14 van de respektievelijke uiteinden van de fineerbanden 10.
De hierboven beschreven werkwijze en uitvoering van de uitvinding is slechts een voorbeeld en variaties kunnen hierbij worden toegepast zonder daarbij buiten de omvang van de bescherming te vallen.
<Desc / Clms Page number 1>
DESCRIPTION
Method and device for gluing together the ends of bands of veneer wood.
This invention relates to a method for gluing together the ends of veneer strips and the device that can be used for this method.
Veneer wood for the furniture industry is generally supplied in the form of rolls of veneer tape of a certain width and a length that extends continuously over the full length of the roll.
Veneer bands were originally manufactured in piles of a certain length. To obtain a roll, these bands of a certain length must be attached together by their ends. This connection must be made as invisibly and as firmly as possible so that you get the impression that the roll of veneer consists of one and the same length.
In order to make the joining zone as unobtrusive as possible, the ends of the veneer bands are cut out in the form of a series of adjacent sharp teeth. The fact is that the tooth profile of one end perfectly matches the tooth profile of the other end of the veneer.
The two ends of veneer tape must then be connected to each other. This can be done in various ways, but in general use is made of glued fleece or paper that is provided on one or both sides with the connection.
The patent document EP 1 106 313 describes a method and device for attaching to each other
<Desc / Clms Page number 2>
separate lengths of veneer bands. Use is made here of a glue device in the form of a comb that takes glue from a supply and applies it between the teeth of each end of veneer.
The two tooth profiles, which are provided with glue, are then placed together and further treated by a pressure installation with heating.
A drawback of this device is that after a certain time the glue starts to solidify on the surface of the comb and especially in its sharp V-shaped parts thereof. Moreover, the amount of glue to be applied makes it difficult to check, with the result that usually too much glue is applied. The surplus glue therefore deposits on the surface of the veneer wood, so that the connection zone becomes clearly visible. Moreover, the gluing device with heated elements is located between the cap molds of the veneer which is to realize the sharp tooth-shaped cut-out. These cutting dies are meticulously finished with extremely small tolerances and the heat source between these dies can cause serious problems over time due to the uneven expansion of the dies.
The present invention has for its object to obviate these drawbacks by means of simple and effective means whereby it is possible to provide an adjustable amount of glue and to apply it to the pointed teeth, whereby all superfluous glue is avoided. The gluing device can also be moved outside of the cutting zone so that the damaging influence of heat on the cutting dies is avoided, especially for machines that have to handle wider tires of more than 60 cm.
The particular features and characteristics of the invention will be elucidated in the following description of an embodiment and are represented in the appended claims.
For the description of an embodiment, reference is made to the accompanying drawings in which:
Figure 1: is a schematic representation in top view of the different steps, from Figure 1A to Figure 1G, which are realized by the method according to the invention;
<Desc / Clms Page number 3>
Figure 2: schematic representation of Figs. 2A to FIG. 2G as in figure 1, wherein the veneer bands are shifted over a certain distance for gluing the ends outside the cutting-out zone, and this in particular for wide veneer bands (> 60 cm); Figure 3: is a cross-sectional view of two veneer ends in the position just before receiving the glue; Figure 4: is a plan view of Figure 3;
Figure 5: shows an example of the tooth-shaped cut-out profile of the ends of the strip bands.
As shown in Fig. 1, the ends of bands of veneer wood are glued together as follows: first, two bands of veneer wood 10 of a certain length L and width B are arranged alongside each other in the longitudinal direction, the ends 12 of each band becomes a certain distance apart (Fig. 1A); - then the ends 12 are pulled out by one or more cutting dies to obtain sharp tooth-shaped ends 14 (Fig. 1B); - an adhesive strip 18 is then applied in the distance between the two cut ends of the veneer strips 10 (Fig. ID);
- then the two veneer bands 10 are moved towards each other, the points of tooth-shaped ends 14 being uniformly introduced into the glue strip 18, it being necessary to ensure that the amount of glue from the glue strip 18 is just sufficient to bring the points of the tooth-shaped ends to approximately cover half of their height, the amount thereby absorbed by the half-point heights is sufficient to ensure the connection with the corresponding bottom portions of the tooth-shaped cut-out (Fig. 1E); - once the tooth-shaped ends are fully slid into each other, the glue zone 20 can optionally be treated by means of a pressure roller 22 or thermally treated to ensure the adhesion of the glue (Fig. 1F);
<Desc / Clms Page number 4>
the two tapes thus connected to each other are then displaced in the longitudinal direction and preferably rolled up on the supply roll 24, the free end 12 of the tape 10 can then be arranged again as in Fig. 1A with a new tape 10 to repeat cycle (Fig. 1G).
As shown in Figure 2, for gluing together the ends of bands of veneer with a width of at least 60 cm, proceed as in Figures 1A to 1G with the difference that in the position shown in Figure 2C the two belts 10 can be moved along a certain distance 16 in the longitudinal direction beyond the area of the cap molds.
As a result, gluing can take place without hindrance and the glue zone can easily be treated by any pressure and / or thermal treatments without thereby causing a harmful influence on the cap molds which are extremely sensitive to and can be distorted by the heat radiation of these treatments.
As shown in Figure 3, the veneer bands 10, preferably, are bent slightly downwards in order to achieve the best possible contact with the table 30 and to allow the mounting of the glue strip 18 to take place as completely as possible through the teeth 14 of the ends of the veneer wood.
The height of the glue strip 18 is preferably about as high as the thickness of the veneer wood. The width of the adhesive strip 18, as already mentioned, must be sufficient to cover the points of the tooth-shaped cut-out to about half their height.
The adhesive strip 18 is preferably applied to a strip 28 of material, for example known as TEFLON, silicone paper or any similar material that has sufficient anti-stick properties.
The band 28 can move transversely between the ends of the bands of veneer wood while the adhesive strip 18 is applied to the band.
<Desc / Clms Page number 5>
The dimensions such as thickness and width of the adhesive strip can be constantly checked and adjusted during application by means of a camera or optical detectors.
According to Figure 4, it is also clear to see that the teeth 14 preferably do not lie in a straight line but have a slightly wavy curve. This curve must of course fully correspond to the wavy curve of the tooth profile of the veneer band to be glued together.
Figure 5 shows an example of such a slightly wavy tooth profile, but this does not exclude other possible variations.
The purpose of this slightly undulating curve is that the teeth do not all come into contact with the adhesive strip 18 at the same time, but that this contact would occur in a manner whereby the tooth series would progressively come into contact with the adhesive strip. This provides a very even distribution of the total amount of glue between all the teeth 14 of the respective ends of the veneer bands 10.
The method and embodiment of the invention described above is only an example and variations can be used without falling outside the scope of the protection.