<Desc/Clms Page number 1>
Verdeelinrichting voor voorwerpen.
De uitvinding heeft betrekking op een verdeelinrichting voor voorwerpen, in het bijzonder recipiënten, die een gestel bevat, een daarop gemonteerde aanvoerinrichting voor het transporteren van voorwerpen in ten minste een rij van een aanvuleinde naar een verdeeleinde, een op het verdeeleinde op het gestel gemonteerde aanslag waarmee het eerste voorwerp van een rij wordt tegengehouden, en middelen om het wegnemen van een voorwerp van een rij te tellen, welke middelen een sensor en een daarop aangesloten telmechanisme bevatten.
Dergelijke inrichtingen kunnen gebruikt worden voor het aanvoeren van flessen in drankgelegenheden. Op een einde wordt de aanvoerinrichting bevoorraad, terwijl op het andere einde, namelijk het verdeeleinde, flessen die zieh tegen de aanslag bevinden van de aanvoerinrichting worden weggenomen. Door de middelen om te tellen kan worden vastgesteld hoeveel flessen van een rij weggenomen worden. Telkens een fles wordt weggenomen geeft de sensor een signaal aan het telmechanisme. Door de aanvoerinrichting wordt de weggenomen fles onmiddellijk door een volgende vervangen, waarbij de volledige rij flessen met een plaats naar de aanslag wordt verplaatst.
Bij deze verdeelinrichtingen is de sensor voor elke rij vooraan op het verdeeleinde gelegen, waardoor deze bereikbaar is en manueel kan worden beïnvloedt zodat hij bijvoorbeeld geen signaal geeft wanneer een fles wordt weggenomen en dus het tellen wordt vervalst. Ook is het mogelijk dat niet de fles die zieh tegen de aanslag bevindt wordt weggenomen maar een volgende fles waardoor eveneens
<Desc/Clms Page number 2>
door de sensor geen signaal zal worden gegeven aangezien hij steeds de aanwezigheid van de eerste fles detekteert.
De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te verhelpen en een verdeelinrichting voor voorwerpen te verschaffen waarbij het moeilijk is de telling door het telmechanisme te vervalsen.
Tot dit doel bevat de verdeelinrichting een afschermkap die aangebracht is over ten minste een gedeelte van de aanvoerinrichting en is de sensor van de middelen om te tellen onder deze afschermkap, op een afstand van de aanslag gelegen op zulkdanige manier dat hij niet bereikbaar is door een gebruiker.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de aanvoerinrichting een transportinrichting zonder einde voor het aanvoeren van één rij voorwerpen en middelen om deze transportinrichting te drijven.
Doelmatig zijn de middelen om deze transportinrichting te drijven bestuurd door een sensor, bijvoorbeeld een mikroschakelaar die op of in de nabijheid van de aanslag is gemonteerd en het eerste voorwerp van de rij bewaakt en een signaal geeft wanneer dit voorwerp weggenomen wordt.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de aanvoerinrichting meerdere transportinrichtingen zonder einde, een voor elke rij voorwerpen en middelen om deze transportinrichtingen afzonderlijk te drijven.
Bijvoorkeur bevat de aanvoerinrichting in de nabijheid van de aanslag één sensor per transportinrichting, die de overeenstemmende middelen bestuurt.
<Desc/Clms Page number 3>
In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de sensor van de middelen om te tellen gelegen ter hoogte van één van de voorwerpen van een rij gelegen tussen de vijfde en tiende plaats.
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de verdeelinrichting een identifikatie-inrichting die gekoppeld is aan de middelen om te tellen en middelen om een alarm te geven wanneer de middelen om te tellen het wegnemen van een voorwerp tellen zonder dat de identifikatie-inrichting een identifikatie heeft ontvangen of goedgekeurd.
De afschermkap die bestemd is om het bereiken van de sensor van de middelen om te tellen te beletten, is doelmatig isolerend.
Indien de voorwerpen flessen zijn die gekoeld werden, kunnen ze bij deze uitvoeringsvorm in de verdeelinrichting koel worden gehouden.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiervolgende beschrijving van een verdeelinrichting voor voorwerpen, volgens de uitvinding.
Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen, waarin :
Figuur 1 een vertikale langse doorsnede weergeeft van een verdeelinrichting voor voorwerpen volgens de uitvinding ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens de lijn 11-11 uit figuur 1 ;
<Desc/Clms Page number 4>
figuur 3 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F3 is aangeduid ; figuur 4 een zieht weergeeft gelijkaardig aan dat van figuur 3 maar voor een andere stand ; figuur 5 op grotere schaal een zieht weergeeft van het gedeelte aangeduid door F5 in figuur 2 ; figuur 6 een zieht weergeeft gelijkaardig aan dat van figuur 5 doch voor een andere stand.
De verdeelinrichting voor voorwerpen, met name flessen 1, weergegeven in de figuren bevat in hoofdzaak een gestel 2, een aanvoerinrichting 3 voor meerdere rijen 4 van rechtop staande flessen 1 om deze in rijen te transporteren tussen een aanvuleinde 5 en een verdeeleinde 6, een aanslag 7 op het verdeeleinde 6 waartegen de eerste fles 1 van elke rij wordt tegengehouden, een afschermkap 8 die over ten minste een gedeelte van de aanvoerinrichting 3 is aangebracht en middelen om te tellen, bestaande uit een door een mikroschakelaaar 9 gevormde sensor per rij 4 en een telmechanisme 10, voor het tellen van elke fles 1 die op het verdeeleinde 6 weggenomen wordt uit de rij 4.
De aanvoerinrichting 3 bevat per rij flessen 1 één transportinrichting zonder einde die gevormd is door een band 11 die uit scharnierend aan elkaar verbonden segmenten bestaat en die horizontaal op een afstand boven de grond is opgespannen tussen twee wielen 12 en 13. Tussen de naburige evenwijdige banden zijn vertikale schotten 14 op het gestel 2 bevestigd.
De wielen 12 op het aanvuleinde 5 zijn los gemonteerd rond een as 15 die op een gestel 2 is gemonteerd. De wielen 13
<Desc/Clms Page number 5>
zitten los rond een as 16 die op het gestel 2 is gemonteerd en die via een riemoverbrenging 17 gedreven is door een elektrische motor 18. Door middel van elektromagnetische koppelingen 19 kan willekeurig elk van de laatstgenoemde wielen 13 aan de as 16 worden gekoppeld om de band 11 te drijven.
Deze elektromagnetische koppelingen 19 worden via een besturingsinrichting 20 bestuurd door sensoren gevormd door mikroschakelaars 21 die op de aanslag 7 zijn gemonteerd.
Deze besturingsinrichting 20 bestuurt ook middelen om een alarm te geven wanneer een mikroschakelaar 21 door het wegnemen van een fles 1 van stand verandert.
Op een kast 22 die deel uitmaakt van het gestel 2 en het voorste einde van de aanvoerinrichting 3 omsluit en de aanslag 7 bevat, is een identifikatie-inrichting 23 aangebracht die bestaat uit een magnetische kaartlezer en/of een toetsenbord voor het inbrengen van een kode.
Deze identifikatie-inrichting 23 sluit aan op de besturingsinrichting 20 en kan via deze laatste voornoemde middelen om alarm te geven uitschakelen en de motor 18 besturen.
De afschermkap 8 is aan het gestel 2 bevestigd en bezit een U-vormige doorsnede die zodanig is dat de afschermkap over de rijen 4 past. Deze afschermkap 8 vormt samen met de aanvoerinrichting 3 een tunnel die aan beide einden open is
EMI5.1
en waarvan de hoogte iets groter is dan de hoogte van de flessen 1.
Op het verdeeleinde 6 vormt de afschermkap 8 een bak 24 waarvan de voorkant onderaan afgeschuind is. In de
<Desc/Clms Page number 6>
afgeschuinde zijde zijn verlichtingsapparaten 25 gemonteerd. De stroomvoeding van deze verlichtingsapparaten 25 vindt plaats over de besturingsinrichting 20. Tussen de afgeschuine onderzijde van de bak 24 en de kast 22 blijft op het verdeeleinde 6 een opening 26 open waarlangs flessen 1 van de banden 11 kunnen worden gegrepen. De opening 26 is zo dat enkel de eerste, tegen de aanslag 7 gelegen fles 1 van een band 11 wegneembaar is.
Op een afstand van het verdeeleinde 6, en namelijk tussen de zevende en achtste fles 1 van een rij 4 die door een aanslag 7 wordt tegengehouden is voor elke rij 4 een van de mikroschakelaars 9 gemonteerd. Deze mikroschakelaar 9 is op een schot 14 of een opstaande wand van de afschermkap 8 vastgemaakt. Normaal wordt hij door de zevende fles 1 van de rij 4 in een beginstand geduwd. Wanneer deze fles 1 naar het verdeeleinde 6 wordt verplaatst, verandert deze mikroschakelaar even van stand tot hij door de volgende fles 1 opnieuw in zijn beginstand wordt geduwd. Hierbij wordt een signaal aan het telmechanisme 10 gegeven die een fles 1 telt.
Alle mikroschakelaars 9 en het telmechanisme 10 vormen samen middelen om de in elke rij weggenomen flessen 1 te tellen en zijn aan de besturingsinrichting 20 gekoppeld.
Door de aanwezigheid van, de afschermkap 8 en hun ligging op een afstand van het verdeeleinde 6, zijn de mikroschakelaars 9 onbereikbaar voor een persoon die zieh voor dit verdeeleinde bevindt.
De werking van hiervoor beschreven verdeelinrichting is als volgt :
<Desc/Clms Page number 7>
Via het aanvuleinde 5 en dus het open einde van de tunnel gevormd door de afschermkap 8, worden flessen 1 op de verschillende banden 11 geplaatst, bijvoorbeeld flessen 1 met verschillende drank op de verschillende banden 11.
Daarbij worden de rijen 4 gevormd of aangevuld. De eerste fles van elke rij 4 bevindt zich op het verdeeleinde 6 tegen de aanslag 7 en houdt een mikroschakelaar 21 in gesloten stand.
Wanneer een gebruiker een fles 1 wenst te nemen, identificeert hij zich eerst bij de identifikatieinrichting 23 door het insteken van een magneetstripkaart of het intoetsen van een kode. Wordt de identifikatie goedgekeurd, dan beveelt de besturingsinrichting 20 het voeden van de verlichtingsapparaten 25 en het in werking treden van de motor 18.
Door het wegnemen van de eerste fies l van een rij 4 verandert een mikroschakelaar 21 in open stand. De besturingsinrichting 20 ontvangt een overeenstemmend signaal en beveelt het in werking treden van de magnetische koppeling 19 van de overeenstemmende band 11. Daardoor verplaatst de band 11 zich tot de volgende fles 1 tegen de aanslag 7 aansluit en voornoemde mikroschakelaar 21 terug in zijn beginstand wordt geduwd.
Door deze verplaatsing van de flessen 1 verandert ook de mikroschakelaar 9 behorende bij dezelfde band 11 even van stand en terug naar zijn beginstand, waardoor het telmechanisme 10 een fles telt.
Het telmechanisme 10 kan eventueel registreren van welke band 11 een fles werd weggenomen en aan de hand van de identifikatie ook wie deze fles genomen heeft.
<Desc/Clms Page number 8>
Indien een fles 1 zou worden weggenomen zonder enige identifikatie of bij weigering van de identifikatie, dan beveelt de besturingsinrichting de middelen om alarm te geven wanneer een van de mikroschakelaars 21 of 9 tengevolge van het wegnemen van een fles 1 van stand verandert.
Doordat de mikroschakelaars 9 onbereikbaar zijn kan het tellen niet worden vervalst.
Niet alleen kan met de verdeelinrichting een nauwkeurig beheer van het aantal gebruikte flessen worden verkregen maar onregelmatigheden door het verdwijnen van flessen die niet worden meegeteld zijn uitgesloten.
De sensoren moeten niet noodzakelijk mikroschakelaars 9 of 21 zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld ook optische sensoren zijn.
In het geval van sensoren voor het in werking stellen van de transportinrichtingen, moeten deze niet noodzakelijk op de aanslag zijn gemonteerd. In een uiterst geval kunnen deze sensoren zelf de aanslag voor de overeenstemmende rij voorwerpen vormen.
De aanvoerinrichting moet niet noodzakelijk banden zonder einde bevatten. Andere elementen zonder einde kunnen worden gebruikt. In een limietgeval kan de aanvoerinrichting gewoon bestaan uit een hellend vlak, in welk geval de motor 9, de magnetische koppelingen 19 en de mikroschakelaars uiteraard overbodig zijn.
Eventueel kunnen middelen voorzien zijn om de tunnel gevormd onder de afschermkap te koelen.
<Desc / Clms Page number 1>
Distribution device for objects.
The invention relates to a distribution device for objects, in particular receptacles, containing a frame, a feed device mounted thereon for transporting objects in at least one row from a supplement end to a distribution end, a stop mounted on the distribution end on the frame with which the first object of a row is stopped, and means for counting the removal of an object from a row, which means comprise a sensor and a counting mechanism connected thereto.
Such devices can be used for supplying bottles to beverage establishments. At one end the supply device is supplied, while at the other end, namely the dispensing end, bottles which are located against the stop of the supply device are removed. By the means of counting it can be determined how many bottles are removed from a row. Every time a bottle is removed, the sensor gives a signal to the counting mechanism. By the feeding device, the removed bottle is immediately replaced by a next one, the entire row of bottles being moved in one place to the stop.
With these dispensers, the sensor for each row is located at the front of the dispenser end, making it accessible and can be influenced manually so that it does not, for example, give a signal when a bottle is removed and thus counting is falsified. It is also possible that not the bottle that is against the stop is removed, but a subsequent bottle as well
<Desc / Clms Page number 2>
no signal will be given by the sensor since it always detects the presence of the first bottle.
The object of the invention is to overcome this drawback and to provide an article dispenser where it is difficult to forge the count by the counting mechanism.
To this end, the distribution device includes a shield mounted over at least a portion of the feeder and the sensor of the means for counting under this shield is spaced from the stop in such a way that it is not accessible by a user.
In a special embodiment of the invention, the supply device comprises an endless transport device for supplying one row of objects and means for driving this transport device.
The means for driving this transport device are expediently controlled by a sensor, for example a micro switch mounted on or in the vicinity of the stop, which monitors the first object of the row and gives a signal when this object is removed.
In an advantageous embodiment of the invention, the supply device comprises a plurality of endless transport devices, one for each row of objects and means for driving these transport devices separately.
Preferably, in the vicinity of the stop, the feeder contains one sensor per transporter which controls the corresponding means.
<Desc / Clms Page number 3>
In an effective embodiment of the invention, the sensor of the counting means is located at one of the objects of a row located between the fifth and tenth places.
In a curious embodiment of the invention, the distribution device includes an identifying device coupled to the counting means and an alarming means when the counting means counts the removal of an object without the identifying device identifying has received or approved.
The protective cover intended to prevent the sensor from reaching the means of counting is effectively insulating.
If the articles are bottles that have been cooled, they can be kept cool in the dispenser in this embodiment.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of an article distribution device according to the invention.
This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 shows a vertical longitudinal section of an article distribution device according to the invention; figure 2 represents a section according to line 11-11 of figure 1;
<Desc / Clms Page number 4>
figure 3 shows on a larger scale the part indicated by F3 in figure 1; figure 4 represents a view similar to that of figure 3 but for a different position; figure 5 shows on a larger scale a view of the part indicated by F5 in figure 2; figure 6 represents a view similar to that of figure 5 but for a different position.
The dividing device for objects, in particular bottles 1, shown in the figures, mainly comprises a frame 2, a multi-row feeding device 3 of upright bottles 1 for transporting them in rows between a supplementing end 5 and a dispensing end 6, a stop 7 on the distribution end 6 against which the first bottle 1 of each row is retained, a protective cap 8 which is arranged over at least a part of the supply device 3 and means for counting, consisting of a sensor per row 4 formed by a micro switch 9 and a counting mechanism 10, for counting each bottle 1 which is removed from the row 4 on the distribution end 6.
The feeder 3 comprises per row of bottles 1 one endless conveyor which is formed by a belt 11 consisting of hingedly connected segments and which is horizontally stretched at a distance above the ground between two wheels 12 and 13. Between the adjacent parallel belts vertical partitions 14 are mounted on the frame 2.
The wheels 12 on the back end 5 are loosely mounted about a shaft 15 mounted on a frame 2. The wheels 13
<Desc / Clms Page number 5>
are loose around an axle 16 which is mounted on the frame 2 and which is driven via a belt transmission 17 by an electric motor 18. By means of electromagnetic clutches 19 any of the last mentioned wheels 13 can be coupled to the axle 16 around the tire 11 to float.
These electromagnetic couplings 19 are controlled via a control device 20 by sensors formed by micro switches 21 mounted on the stop 7.
This control device 20 also controls means to give an alarm when a micro switch 21 changes position by removing a bottle 1.
An identifying device 23 consisting of a magnetic card reader and / or a keypad for entering a code is mounted on a box 22 which forms part of the frame 2 and encloses the front end of the supply device 3 and contains the stop 7 .
This identification device 23 connects to the control device 20 and can switch off the above-mentioned means for giving alarm and control the motor 18 via the latter.
The shielding cap 8 is attached to the frame 2 and has a U-shaped cross section such that the shielding cap fits over the rows 4. Together with the supply device 3, this protective cap 8 forms a tunnel that is open at both ends
EMI5.1
and whose height is slightly greater than the height of the bottles 1.
At the dividing end 6, the protective cap 8 forms a tray 24, the front of which is beveled at the bottom. In the
<Desc / Clms Page number 6>
chamfered lighting devices are mounted. The power supply of these lighting devices 25 takes place over the control device 20. Between the beveled underside of the tray 24 and the box 22, an opening 26 at the distribution end 6 remains open through which bottles 1 of the belts 11 can be gripped. The opening 26 is such that only the first bottle 1 against a stop 7 of a belt 11 is removable.
At a distance from the distribution end 6, namely between the seventh and eighth bottle 1 of a row 4, which is stopped by a stop 7, one of the micro switches 9 is mounted for each row 4. This micro switch 9 is mounted on a partition 14 or an upright wall of the protective cover 8. Normally it is pushed into a starting position by the seventh bottle 1 of row 4. When this bottle 1 is moved to the distribution end 6, this microswitch changes position briefly until it is pushed back into its initial position by the next bottle 1. Here a signal is given to the counting mechanism 10 which counts a bottle 1.
All micro switches 9 and the counting mechanism 10 together form means for counting the bottles 1 removed in each row and are coupled to the control device 20.
Due to the presence of the protective cap 8 and their location at a distance from the distribution end 6, the micro switches 9 are inaccessible to a person who is present in front of this distribution end.
The distribution device described above works as follows:
<Desc / Clms Page number 7>
Bottles 1 are placed on the different belts 11, for example bottles 1 with different drinks on the different belts 11, via the filling end 5 and thus the open end of the tunnel formed by the protective cap 8.
The rows 4 are thereby formed or supplemented. The first bottle of each row 4 is on the dispensing end 6 against the stop 7 and holds a micro switch 21 in the closed position.
When a user wishes to take a bottle 1, he first identifies himself at the identification device 23 by inserting a magnetic strip card or entering a code. If the identification is approved, the control device 20 commands the powering of the lighting devices 25 and the motor 18 to come into operation.
By removing the first frame 1 of a row 4, a micro switch 21 changes to an open position. The control device 20 receives a corresponding signal and commands the activation of the magnetic coupling 19 of the corresponding belt 11. As a result, the belt 11 moves until the next bottle 1 contacts the stop 7 and the aforementioned micro switch 21 is pushed back into its initial position .
As a result of this displacement of the bottles 1, the micro switch 9 associated with the same belt 11 also changes position briefly and back to its initial position, whereby the counting mechanism 10 counts a bottle.
The counting mechanism 10 can optionally register from which belt 11 a bottle was removed and, on the basis of the identification, also who took this bottle.
<Desc / Clms Page number 8>
If a bottle 1 were to be removed without any identification or if the identification is refused, the control device commands the means to give an alarm when one of the micro switches 21 or 9 changes position as a result of the removal of a bottle 1.
Since the micro switches 9 are unreachable, counting cannot be falsified.
Not only can the dispenser accurately manage the number of bottles used, but irregularities due to the disappearance of bottles that are not counted are excluded.
The sensors need not necessarily be micro switches 9 or 21. For example, they can also be optical sensors.
In the case of sensors for actuating the conveying devices, these need not necessarily be mounted on the stop. In an extreme case, these sensors themselves can form the stop for the corresponding row of objects.
The feeder must not necessarily include endless belts. Other endless elements can be used. In a limit case, the feeder may simply consist of an inclined plane, in which case the motor 9, the magnetic couplings 19 and the micro switches are of course unnecessary.
Means may optionally be provided for cooling the tunnel formed under the cover.