<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Elektrisch veiligheidsslot. ---------------------------
EMI1.2
Deze uitvinding heeft betrekking op een elektrisch veiligheidsslot meer speciaal een 810t dat, zoals traditioneel bekend kan ingebouwd worden in een deurpaneel of deurlijsting en waarbij zulk slot bij voorkeur omgeven wordt door een
EMI1.3
inbraakwerende slotkast.
Meer speciaal nog heeft de huidige uitvinding betrekking op zulk veiligheidsslot dat op elektro-magnetische wijze wordt bevolen.
Men kent reeds verschillende veiligheidssloten die op elektro-magnetische wijze worden bevolen en waarbij steeds de elektromagneet onder spanning wordt gehouden om de schieter
EMI1.4
van het slot in het slot te houden, een en ander zodanig dat, wanneer gewild of ongewild de spanning op de elektro-magneet
<Desc/Clms Page number 2>
wegvalt de schieter uit het slot komt en aldus de betreffende deur automatisch wordt vergrendeld.
Een nadeel hiervan is dat bijvoorbeeld in panieksituaties d betreffende deur niet kan geopend worden dan door het door middel van een sleutel verplaatsen van het ganse slotmechanisme waarbij, aangezien de schieter op mechanische wijze uit het slot wordt gebracht, deze sleutel in een bepaalde stand moet gebracht en gehouden worden om de deur open te houden. Het lossen van de sleutel heeft inderdaad als gevolg dat de schieter uit het slot komt en de deur wordt vergrendeld.
Deze uitvinding heeft als doel het hoofdzakelijk nadeel dat aan zulke bekende veiligheidssloten kleeft uit te sluiten en een elektro-magnetisch bediend veiligheidsslot te bieden dat, wanneer de spanning wegvalt, op mechanische wijze, door middel van een sleutel in de ene of de andere stand, respektievelijk de schieter uit of de schieter in het slot kan gebracht en automatisch gehouden worden. In beide gevallen kan de sleutel uit de cilinder gehaald worden.
Een veiligheidsslot volgens de uitvinding dat hiervoor een oplossing biedt bestaat in hoofdzaak in de kombinatie van een schieter ; een veer die zodanig inwerkt op deze schieter dat zij tracht deze laatste steeds uit de slotkast te bewegen ;
<Desc/Clms Page number 3>
tussen deze schieter en de kern van een elektromagneet een hefboom en een stangenkonstruktie waardoor de schieter, bij bekrachtiging van de magneet in de slotkast wordt getrokken, respektievelijk bij wegvallen van de stroom, onder inwerking van de voornoemde veer, uit de slotkast wordt geduwd en aan het tweede uiteinde van de kern van de elektromagneet mechanische middelen die toelaten, wanneer de magneet niet bekrachtigd is, de schieter in de slotkast te bewegen, respektievelijk uit de slotkast te brengen, door middel van een sleutel en een cilinderslot.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoering beschreven van een slot volgens de uitvinding met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 een schematisch zieht weergeeft, in vergrendelde toestand van een veiligheidsslot volgens de uitvinding ; figuren 2 en 3 zichten zijn volgens de lijnen 11-11 en
111-111 in figuur 1 ; figuur 4 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 1 doch met het slot in op elektro-magnetische wijze ontgrendelde toestand ; figuur 5 een zicht gelijkaardig aan dit van figuur 4, doch nadat de deur geopend is ;
<Desc/Clms Page number 4>
figuur 6 een zieht is gelijkaardig aan dit van figuur t, doch met het slot in op mechanische wijze verkregen ontgrendelde toestand.
In de figuren is op schematische wijze een deurpaneel 1 met schieterruimte 2 weergegeven, enerziids, en een vast muurgedeelte 3, anderzijds, waarin een slot 4 volgens de uitvinding op zichzelf aangebracht is in een inbraakwerende slotkast 5.
Het slot volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit een eigenlijke schieter 6 die vrij schsrnierb8sr is bevestigd op een spil 7. Omheen deze laatste is een torsieveer 8 aangebracht waarvan de benen samenwerken met, enerzijds, de buitenwand 9 van de slotkast 5 en, anderzijds, een aanslag 10 op de schieter 6.
De schieter 6 is voorzien van een plaatselijke uitholling 11 die plaats biedt aan het uiteinde van een gebogen hefboom 12.
Deze laatste is voorzien van een spil 13 die aan beide zijden van de hefboom uitsteekt, waarbij de uitstekende uiteinden van deze spil 13 samenwerken met gleuven 14 die tot dit doel zijn aangebracht in de wangen 15-16 aan weerszijden van de uitsparing 11. Het tweede uiteinde van de hefboom 12 is door middel van een spil 17 vrij scharnierbaar bevestigd met de slotkast 5.
<Desc/Clms Page number 5>
Op dezelfde as 17 is vrij scharnierbaar een tweede hefboom 18 aangebracht die als het ware bestaat uit twee delen, respektievelijk 19 en 20, die naast de hefboom 12 zijn geplaatst waarbij deze delen 19 en 20 onderaan met elkaar verbonden zijn door een brug 21 waaronder een veer 22 is voorzien die de hefboom 18 steeds tracht te doen scharnieren naar de schieter 6 toe.
In ieder deel 19 en 20 van de hefboom 18 is een gleuf 23 aangebracht waarin de uiteinden uitgeven van een as 24 die
EMI5.1
verder bevestigd i8 in, enerzijds. de hefboom 12 en.anderzijds, het uiteinde van een gaffelvormige stang 25. Het tweede uiteinde van deze stang is, door middel van een spil 26, vrij scharnierbaar verbonden met het uiteinde van de kern 27 van een elektromagneet 28.
Het tweede uiteinde van voornoemde kern is verlengd door een stang 29 die uitgeeft tot buiten de eigenlijke magneet 28 en die aan haar vrij uiteinde voorzien is van een aanslagblokje
EMI5.2
30. Dit laatste kan zieh verplaatsen in een ruimte 31 voorzien in een schuifstuk 32 dat verplaatsbaar is in geleidingen 33-34 die verbonden zijn met de slotkast 5. In dit gedeelte 32 is een ruimte 35 voorzien met aan een zijde een afgeschuinde randen 36.
<Desc/Clms Page number 6>
Op het schuifstuk 32 zijn twee stangen bevestigd, respektievelijk 37 en 38 waarover een grendel 39 zich kan verplaatsen tegen de werking in van veren, respektievelijk 40 en 41 die zijn aangebracht tussen de grendel 39 en aanslagen
42 en 43 bevestigd op de stangen 37 en 38.
De grendel 39 vertoont vooraan een uitsparing 44 die als het ware een haak vormt en vertoont ter plaatse van de opening 35 een uitsteeksel 45.
Voor de grendel 39 is een stang 46 voorzien waarmede, zoals hierna zal blijken, de opening 44 van de grendel 39 kan samenwerken.
Onder het schuifstuk 32 is een met een sleutel te bedienen cylinderslot 47 voorzien waarop een uitsteeksel of baard 48 is aangebracht.
In de omgeving von de verbinding tussen de stang 25 en de magneetkern 27 is een pen 49 voorzien waarvan het uiteinde geschikt is afgerond en waarop de deur 1 of dergelijke kan inwerken, waarbij deze pen 49 bovenaan eindigt in een brug 50 die omheen de verlenging van de magneetkern 27 loopt en waarvan de delen 51-52 verbreed zijn uitgevoerd. De pen 49 wordt door middel van de brug 50 geleid ten opzichte van Stangen, respektievelijk 53 en 54 die bevestigd zijn op de
<Desc/Clms Page number 7>
slotkast 5 en waarbij tussen de brug 50 en het tweede uiteinde van de voornoemde stangen 53 en 54 veren, respektievelijk 55 en 56 zijn voorzien die trachten de pen 49 uit het slot te duwen.
Het gebruik en de werking van het veiligheidsslot volgens de uitvinding zijn zeer eenvoudig.
In normaal vergrendelde toestand bevindt het slot zich in de stand zoals weergegeven in de figuren l en 2.
De magneetkern 27 is in de figuren naar rechts uitgeduwd ; de hefbomen 12 en 18 zijn gekanteld en de schieter bevindt zieh in de schieterruimte 2.
Opgemerkt wordt dat in deze stand de hefboom 18 onder invloed van de veer 22 zodanig gekanteld is dat de uitkeping 57 in deze hefboom 18 geplaatst is tegenover een uitsteeksel 58 van de schieter 6. De bedoeling hiervan is te vermijden dat, op welke wijze dan ook, door het aanbrengen van een bepaald gereedschap of dergelijke tussen de plaat 9 en de deur 1, de schieter uit de schieterruimte 2 kan geduwd worded dat verhinderd wordt doordat op zulk ogenblik het uitsteeksel 58 zou ingrijpen met de uitsparing 57 en aldus het verder wegduwen van de schieter 6 zou verhinderen.
<Desc/Clms Page number 8>
schieter 6 bevindt zich in hoofdzaak in de ruimte 2 door de werking van de torsieveer 8. De magneet 28 is op zulk ogenblik stroomloos.
Wanneer de deur I moet geopend worden zal men de magneet 28 bekrachtigen waardoor, zoals weergegeven in figuur 4, tegen de werking van de veer 8 in, de schieter uit de schieterruimte 2 wordt gebracht. Tijdens de verplaatsing naar links in de figuren, van de magneetkern 27 wordt eerst de hefboom 18 naar links gekanteld om tegelijkertijd door middel van de hefboom
12 de schieter naar rechts te doen kantelen, wat tnogelijk is aangezien eerst de hefboom 18 %81 verwijderd zijn.
Wanneer men vervolgens de deur I opent zal de pen'49 uit de slotkast komen zoals weergegeven in figuur 5 waardoor de verbreed uitgevoerde delen 51 en 52 van de brug 50 zullen inwerken op de brug 21 van de hefboom 18 om, tegen de werking van de veer 22 in de hefboom 18 in de stand zoals getekend in figuur 5 te vergrendelen.
In figuur 6 tenslotte is de stand weergegeven waarbij het slot volgens de uitvinding geopend en gehouden wordt op mechanische wijze.
In dit geval zal, bijvoorbeeld wanneer de stroom uitvalt, waardoor de deur 1 eventueel ongewild vergrendeld wordt, door
<Desc/Clms Page number 9>
verdraaien van de cylinder 47, door middel van een sleutel, de baard 48 eveneens worden verdraaid die aldus terecht komt in de opening 35 en inwerkt op het uitsteeksel 45 van de grendel
39 en aldus deze grendel, tegen de werking van de veren 41 en
42 in, enigzins naar boven beweegt om te bekomen dat hij vervolgens, wanneer het stuk 32 verschoven is, terug omlaag komt en de uitsparing 44 ingrijpt met de stang 46 waardoor het slot in de stand vordt gebracht en gehouden zoals weergegeven in figuur 6, tot wanneer, door verdraaien van de cylinder 47 in de tegenovergestelde draaizin, het slot terug in de stand wordt gebracht zoals weergegeven in figuur 5.
Door het verplaatsen van de grendel 39 in de tekeningen naar links, bekomt men dat niet enkel het stuk 32 wordt verschoven, doch dat dit hierbij door middel van het aanslagblokje 30 en de stang 29 de kern 27 van de elektromagneet 28, in de tekeningen steeds naar links, beweegt zodat ook o. a. hefboom 12 naar links wordt gekanteld en de schieter 6 uit de schieterruimte 2 wordt getrokken en gehouden.
Het is duidelijk dat men op deze wijze een elektrisch veiligheidsslot bekomt dat uit een zeer gering aantal onderdelen is samengesteld en waarbij, wanneer noodzakelijk, het slot op mechanische en eenvoudige wijze in een ontgrendelde stand kan gebracht worden en gehouden.
<Desc/Clms Page number 10>
Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geenzins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulk slot kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
Electric safety lock. ---------------------------
EMI1.2
The present invention relates to an electric safety lock more specifically an 810t which, as is known in the art, can be built into a door panel or door frame and wherein such lock is preferably surrounded by a
EMI1.3
burglar resistant lock case.
More particularly, the present invention relates to such a safety lock ordered in an electromagnetic manner.
There are already several safety locks that are ordered in an electromagnetic way and where the electromagnet is always kept under tension around the shooter
EMI1.4
of the lock in the lock, this in such a way that, if wanted or unwanted, the voltage on the electro-magnet
<Desc / Clms Page number 2>
if the shooter falls out of the lock, the relevant door is automatically locked.
A drawback of this is that, for instance in panic situations, the relevant door cannot be opened except by moving the entire lock mechanism by means of a key, whereby, since the shooter is mechanically released from the lock, this key must be brought into a certain position. and kept to keep the door open. The release of the key does indeed result in the shooter coming out of the lock and the door being locked.
The object of the present invention is to eliminate the main drawback associated with such known safety locks and to provide an electromagnetically operated safety lock which, when the power is lost, mechanically, by means of a key in one position or the other, the shooter or the shooter can be put in the lock and kept automatically. In both cases the key can be removed from the cylinder.
A safety lock according to the invention which offers a solution for this mainly consists in the combination of a shooter; a spring that acts on this shooter in such a way that it always tries to move the shooter out of the lock case;
<Desc / Clms Page number 3>
between this shooter and the core of an electromagnet a lever and a rod construction whereby the shooter is pulled into the lock case when the magnet is energized, or is pushed out of the lock case when the current is lost, under the action of the aforementioned spring. the second end of the core of the electromagnet mechanical means which, when the magnet is not energized, allow the shooter to be moved into the lock case or to be brought out of the lock case, respectively, by means of a key and a cylinder lock.
With the insight to better demonstrate the characteristics according to the invention, a preferred embodiment of a lock according to the invention is described below, by way of example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a schematic view, in locked condition of a security lock according to the invention; Figures 2 and 3 are views along lines 11-11 and
111-111 in Figure 1; Figure 4 is a view similar to that of Figure 1 but with the lock in an electromagnetically unlocked state; figure 5 shows a view similar to that of figure 4, but after the door has been opened;
<Desc / Clms Page number 4>
Fig. 6 is similar to that of Fig. t, but with the lock in an unlocked state obtained mechanically.
The figures schematically show a door panel 1 with shooter space 2, one side, and a fixed wall section 3, on the other hand, in which a lock 4 according to the invention is arranged per se in a burglar-resistant lock case 5.
The lock according to the invention mainly consists of an actual shooter 6 which is freely mounted on a spindle 7. Around the latter a torsion spring 8 is arranged, the legs of which cooperate on the one hand with the outer wall 9 of the lock case 5 and on the other hand, a stop 10 on the shooter 6.
The shooter 6 is provided with a local hollow 11 which offers space at the end of a curved lever 12.
The latter is provided with a spindle 13 protruding from both sides of the lever, the protruding ends of this spindle 13 cooperating with slots 14 provided for this purpose in the cheeks 15-16 on either side of the recess 11. The second The end of the lever 12 is freely hinged to the lock case 5 by means of a spindle 17.
<Desc / Clms Page number 5>
On the same shaft 17 a second lever 18 is freely hinged, which consists, as it were, of two parts, 19 and 20 respectively, which are placed next to the lever 12, these parts 19 and 20 being connected to each other at the bottom by a bridge 21, under which a spring 22 is provided which always tries to make the lever 18 pivot towards the shooter 6.
A slot 23 is provided in each part 19 and 20 of the lever 18 in which the ends project from a shaft 24 which
EMI5.1
further confirmed i8 in, on the one hand. the lever 12 and, on the other hand, the end of a fork-shaped rod 25. The second end of this rod is freely hingedly connected to the end of the core 27 of an electromagnet 28 by means of a spindle 26.
The second end of said core is extended by a rod 29 which extends beyond the actual magnet 28 and which is provided with a stop block at its free end
EMI5.2
30. The latter can move in a space 31 provided in a sliding piece 32 which is movable in guides 33-34 which are connected to the lock case 5. In this section 32 a space 35 is provided with bevelled edges 36 on one side.
<Desc / Clms Page number 6>
Two rods are mounted on the slider 32, 37 and 38, respectively, over which a latch 39 can move against the action of springs, respectively 40 and 41, which are arranged between the latch 39 and stops
42 and 43 mounted on rods 37 and 38.
The latch 39 has a recess 44 at the front which, as it were, forms a hook and has a projection 45 at the location of the opening 35.
For the latch 39, a rod 46 is provided with which, as will be seen hereinafter, the opening 44 of the latch 39 can cooperate.
Under the slider 32, a key-operated cylinder lock 47 is provided on which a projection or beard 48 is provided.
In the vicinity of the connection between the rod 25 and the magnetic core 27, a pin 49 is provided, the end of which is suitably rounded and on which the door 1 or the like can act, this pin 49 terminating at the top in a bridge 50 which extends around the extension of the magnetic core 27 is running and parts 51-52 of which are widened. The pin 49 is guided by means of the bridge 50 with respect to Rods 53 and 54, respectively, which are mounted on the
<Desc / Clms Page number 7>
lock case 5, and between the bridge 50 and the second end of the aforementioned rods 53 and 54, springs 55 and 56, respectively, which attempt to push the pin 49 out of the lock.
The use and operation of the safety lock according to the invention are very simple.
In the normally locked condition, the lock is in the position shown in Figures 1 and 2.
The magnetic core 27 is pushed to the right in the figures; levers 12 and 18 are tilted and the shooter is in the shooter space 2.
It is noted that in this position the lever 18 is tilted under the influence of the spring 22 such that the notch 57 in this lever 18 is placed opposite a projection 58 of the shooter 6. The purpose of this is to avoid, in any way , by placing a certain tool or the like between the plate 9 and the door 1, the shooter can be pushed out of the shooter space 2, which is prevented because at that moment the projection 58 would engage with the recess 57 and thus push it further away the shooter 6 would prevent.
<Desc / Clms Page number 8>
Shooter 6 is mainly in space 2 due to the action of torsion spring 8. Magnet 28 is de-energized at this time.
When the door I has to be opened, the magnet 28 will be energized so that, as shown in figure 4, against the action of the spring 8, the shooter is brought out of the shooter space 2. During the displacement to the left in the figures, of the magnetic core 27, the lever 18 is first tilted to the left, at the same time by means of the lever
12 tilt the shooter to the right, which is possible since the 18% 81 lever has been removed first.
When the door I is subsequently opened, the pin 49 will come out of the lock case as shown in Figure 5, whereby the widened parts 51 and 52 of the bridge 50 will act on the bridge 21 of the lever 18 in order to prevent the action of the lock spring 22 into lever 18 in the position shown in Figure 5.
Finally, figure 6 shows the position in which the lock according to the invention is opened and held in a mechanical manner.
In this case, for example when the power fails, causing the door 1 to be locked accidentally, it will continue
<Desc / Clms Page number 9>
turning the cylinder 47, by means of a wrench, the beard 48 is likewise rotated which thus enters the opening 35 and acts on the projection 45 of the bolt
39 and thus this lock against the action of the springs 41 and
42 in, moves slightly upward to ensure that, when the piece 32 has shifted, it comes back down and the recess 44 engages with the rod 46 bringing the lock into position and held as shown in Figure 6, until when, by turning the cylinder 47 in the opposite direction of rotation, the lock is returned to the position as shown in Figure 5.
By moving the latch 39 to the left in the drawings, it is obtained that not only the piece 32 is displaced, but that the core 27 of the electromagnet 28 is always moved in the drawings by means of the stop block 30 and the rod 29. to the left, so that lever 12 is also tilted to the left and the shooter 6 is pulled out of the shooter space 2 and held.
It is clear that in this way an electrical safety lock is obtained which is composed of a very small number of parts and where, if necessary, the lock can be brought and held in an unlocked position in a mechanical and simple manner.
<Desc / Clms Page number 10>
It is clear that the present invention is by no means limited to the exemplary embodiment shown in the accompanying drawings, but such a lock can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.