NL9500471A - Kleefband voor aanbrenging tussen een beeldbuis, zoals voor televisieweergave, en een om de beeldbuis heen aan te brengen klemband. - Google Patents

Description

Kleefband voor aanbrenging tussen een beeldbuis, zoals voor televisieweergave, en een om de beeldbuis heen aan te brengen klemband.

De uitvinding heeft betrekking op een kleefband voor aanbrenging tussen een beeldbuis, zoals voor televisieweergave, en een om de beeldbuis heen aan te brengen klemband, welke kleefband een versterkings-weefsel omvat met op de ene zijde daarvan een laag zelfklevende lijm en op de andere zijde een warmte-aktiveerbare kleeffolie.

Een dergelijke kleefband is bekend uit NL-A-9201680. Bij toepassing van de kleefband wordt deze van een voor-raadrol afgetrokken en met behulp van de laag zelfklevende lijm op de beeldbuis vastgezet. Daarna wordt de van 450 tot 600 C verhitte klemband over de kleefband heen gebracht. Bij het aanbrengen van het laatste deel van de klemband zal deze reeds zoveel zijn afgekoeld, dat de kunststof slechts een temperatuur van 100 tot 200 ’c bereikt. De hechteigen-schappen van de warmte-aktiveerbare kleeffolie zijn echter afhankelijk van temperatuur, tijd en druk en al deze factoren zijn tijdens de aanbreng-cyclus zeer kritisch.

Om het mogelijk te maken de kleefband, bij het aanbrengen ervan op de beeldbuis, van een voorraad rol af te trekken dient de warmte-aktiveerbare kleeffolie te worden voorzien van een afstotende laag en zal ook de kleefkracht van de zelfklevende lijm beperkt moeten zijn.

Het zal duidelijk zijn, dat hierdoor de werking van de kleefband nadelig wordt beïnvloed. Zo zal de kleefband ten opzichte van de beeldbuis kunnen verschuiven bij het aanbrengen van de klemband door de noodzakelijke beperking van de kleefkracht van de zelfklevende lijm. Anderzijds zal de verbinding tussen klemband en kleefband niet optimaal zijn doordat de warmte-aktiveerbare kleeffolie moet zijn voorzien van de afstotende laag en niet overal op de gewenste hoge temperatuur zal komen bij het er op aanbrengen van de klemband.

De uitvinding beoogt nu deze bezwaren, althans in hoofdzaak, op te heffen en voor ziet er daartoe in, dat de warmte-aktiveerbare kleeffolie is samengesteld uit ten minste drie lagen namelijk een binnenlaag die dient voor het verbinden van de kleeffolie met het weefsel en in hoofdzaak bestaat uit polytheen met lage dichtheid en die, zoals door extrusie of coating is aangebracht op een middenlaag in de vorm van een foliestrook, die in hoofdzaak bestaat uit polytheen en een op de foliestrook aangebrachte buitenlaag die warmte-aktiveerbaar is en in hoofdzaak bestaat uit polytheen met lage dichtheid met toevoegingen van etheenvinylacetaat, acrylzuur, maleïne-anhydride, polyamide, polyester en andere polymeren zoals acryl en vinyl gebaseerde polymeren in een totale hoeveelheid van 1 tot 30%.

Daarbij kan de uit polytheen met lage dichtheid bestaande binnenlaag nog een hoeveelheid van minimaal 5% etheenvinylacetaat bevatten.

Bij vervaardiging van de buitenlaag kunnen in het bijzonder de volgende toevoegingen worden toegepast: van 5 tot 30% etheenvinylacetaat, van 1 tot 8% acrylzuur en van 0,5 tot 1,5% maleïne-anhydride.

Meer in het bijzonder kunnen van deze stoffen de volgende hoeveelheden worden gebruikt: van 21 tot 25% etheenvinylacetaat, van 3 tot 7% acrylzuur en van 0,8 tot 1,2% maleïne-anhydride.

De toegepaste toevoegingen en de hoeveelheden hiervan zijn afhankelijk van de specifieke toepassing van de kleef-band volgens de uitvinding.

Bij de kleeffolie van de kleefband volgens de uitvinding zal de dikte van de buitenlaag liggen tussen 10 en 50 μ en in het bijzonder 15 μ bedragen, de dikte van de middenlaag zal liggen tussen 15 en 100 μ en in het bijzonder 30 μ bedragen en de dikte van de binnenlaag zal liggen tussen 10 en 50 μ en in het bijzonder 15 μ bedragen.

De middenlaag kan zowel uit polytheen met lage als met hoge dichtheid bestaan, mogelijk aangevuld met de reeds hiervoor genoemde polymeren. Dit zal afhankelijk zijn van de sterkte die deze middenlaag moet bezitten om de kleeffolie goed verwerkbaar te maken.

Hierdoor wordt eveneens bereikt, dat de warmte-akti-veerbare laag, die bestaat uit een relatief duur materiaal, een geringere dikte kan bezitten dan bij het gebruik van de bekende kleefband mogelijk is.

Het aanbrengen van de kleeffolie op het versterkings-weefsel kan met hoge snelheid plaats vinden in een coating-machine. Indien gewenst kan de foliestrook worden ingekleurd zonder dat de kleefeigenschappen van de kleefband worden aangetast.

De in hoofdzaak uit polytheen met lage dichtheid bestaande binnenlaag kan in het bijzonder nog een hoeveelheid van meer dan 5% etheenvinylacetaat bevatten.

Op de boven beschreven wijze zal de kleefkracht van de zelfklevende laag hoog zijn zodat een zeer goede hechting op het glas van de beeldbuis wordt verzekerd. De eventueel noodzakelijke afstotende laag diffundeert tijdens het proces van het aanbrengen van de klemband in de warmte-akti-veerbare folie en benadeelt de hechting van de klemband niet.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, getoond in de tekening, waarin:

Fig. 1 een doorsnede toont over een deel van een beeldbuis met de daarom heen aangebrachte klemband en de tussenliggende kleefband; en

Fig. 2 een doorsnede toont over de kleefband van fig.

1 op vergrote schaal.

Fig. 1 toont een hoek van een beeldbuis 1 met een in hoofdzaak vlak deel 2 en de daarop aansluitende wand 3. Op de wand 3 is de kleefband 4 aangebracht en daarom heen de klemband 5. De klemband 5 is op niet weergegeven wijze vast aangetrokken tegen de kleefband 4 en de wand 3 van de beeldbuis 1.

Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 2 bestaat de kleefband 4 uit een versterkingsweef sel 6 met een open structuur, uit de zelfklevende lijmlaag 7 en uit de warmte— aktiveerbare kleeffolie 8. De dikte van het weefsel en van de verdere lagen is sterk vergroot weergegeven.

De warmte-aktiveerbare kleeffolie bestaat op zijn beurt uit de binnenlaag 9, die door het versterkingsweef sel 6 heen is verbonden met de lijmlaag 7, uit de middenlaag 10, gevormd door een foliestrook, en uit een warmte-aktiveerbare buitenlaag 11.

Zoals boven beschreven komt de kleef stof laag 7 aan te liggen tegen de beeldbuis 1 en de warmte-aktiveerbare buitenlaag 11 tegen de klemband 5.

Gebleken is dat op deze wijze een kleeffolie kan worden verkregen waarvan de doorscheurweerstand omstreeks 390 mN bedraagt, terwijl deze bij het toepassen van standaard polytheen met lage dichtheid slechts 270 mN bedraagt. Daarbij is de inscheurweerstand ongeveer 28 N/mm2 terwijl deze anders slechts 21 N/mm2 bedraagt.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele mogelijke uitvoeringsvorm van een kleefband volgens de uitvinding en de toepassing daarvan in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

Claims (8)

1. Kleefband voor aanbrenging tussen een beeldbuis (1), zoals voor televisieweergave, en een om de beeldbuis heen aan te brengen klemband (5), welke kleef band (4) een ver-sterkings-weefsel (6) omvat met op de ene zijde daarvan een laag zelfklevende lijm (7) en op de andere zijde een warm-te-aktiveerbare kleeffolie (8), met het kenmerk, dat de warmte-aktiveerbare kleeffolie (8) is samengesteld uit ten minste drie lagen namelijk een binnenlaag (9) die dient voor het verbinden van de folie (8) met het weefsel (6) en in hoofdzaak bestaat uit polytheen met lage dichtheid en die, zoals door extrusie of coating is aangebracht op een middenlaag (10) in de vorm van een foliestrook, die in hoofdzaak bestaat uit polytheen en een op de foliestrook aangebrachte buitenlaag (11) die warmte-aktiveerbaar is en in hoofdzaak bestaat uit polytheen met lage dichtheid en toevoegingen van etheenvinylacetaat, acrylzuur, maleïne-anhydride, polyamide, polyester en andere polymeren zoals acryl en vinyl gebaseerde polymeren in een totale hoeveelheid van 1 tot 30%.

2. Kleefband volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in hoofdzaak uit polytheen met lage dichtheid bestaande binnenlaag (9) nog een hoeveelheid van minimaal 5% etheenvinylacetaat bevat.

3. Kleefband volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat bij de vervaardiging van de buitenlaag (11) in het bijzonder de volgende toevoegingen worden toegepast: van 5 tot 30% etheenvinylacetaat, van 1 tot 8% acrylzuur en van 0,5 tot 1,5% maleïne-anhydride.

4. Kleefband volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in het bijzonder de volgende hoeveelheden worden gebruikt: van 21 tot 25% etheenvinylacetaat, van 3 tot 7% acrylzuur en van 0,8 tot 1,2% maleïne-anhydride.

5. Kleefband volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dikte van de buitenlaag (11) ligt tussen 10 en 50 μ en in het bijzonder 15 μ bedraagt, de dikte van de middenlaag ligt tussen 15 en 100 μ en in het bijzonder 30 μ bedraagt en de dikte van de binnenlaag ligt tussen 10 en 50 μ en in het bijzonder 15 μ bedraagt.

6. Kleefband volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aanbrengen van de kleef folie (8) op het versterkingsweefsel (6) plaats vindt in een coatingma-chine.

7. Kleefband volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de foliestrook (10), die de middenlaag vormt, wordt ingekleurd.

8. Kleefband volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de in hoofdzaak uit polytheen met lage dichtheid bestaande binnenlaag (9) nog een hoeveelheid van meer dan 5% etheenvinylacetaat bevat.