NL9401647A

NL9401647A - Exhaust system.

Info

Publication number: NL9401647A
Application number: NL9401647A
Authority: NL
Inventors: Bernard Hendrik Schel
Original assignee: Bsm Exhaust Systems
Priority date: 1994-10-06
Filing date: 1994-10-06
Publication date: 1996-05-01
Also published as: WO1996011331A1; AU3710995A

Description

Ui tlaatsysteenOnion tray stone

Het gebruik van een lambda-sonde als meetelement in de uitlaat van een verbrandingsmotor met brandstofinjectie is bekend. Het van de lambda-sonde afkomstige regelsignaal wordt door een centrale elektronische besturingseenheid gebruikt om de ontstekings- en inspuitssystemen van de motor altijd te voorzien van een optimale hoeveelheid brandstof, in relatie tot het verbruik en de samenstelling van de uitlaatgassen.The use of a lambda probe as a measuring element in the exhaust of a combustion engine with fuel injection is known. The control signal from the lambda probe is used by a central electronic control unit to always provide the ignition and injection systems of the engine with an optimal amount of fuel, in relation to the consumption and composition of the exhaust gases.

Een zeer sterke eliminatie van schadelijke componenten in de uitlaatgassen, namelijk koolwaterstoffen, koolmonoxide en stikstofoxiden, algemeen respectievelijk aangeduid met HC, CO en N0x, wordt bereikt met een drieweg-katalysator. Deze selectieve katalysator heeft de eigenschap HC, CO en N0x in relatief zeer grote hoeveelheden af te breken, tot meer dan 90%, op voorwaarde dat de motor functioneert in een gebied met zeer geringe afwijkingen (kleiner dan circa 1%) ten opzichte van stoichiometrische lucht-brandstofverhouding lambda - 1.A very strong elimination of harmful components in the exhaust gases, namely hydrocarbons, carbon monoxide and oxides of nitrogen, generally denoted HC, CO and NOx respectively, is achieved with a three-way catalyst. This selective catalytic converter has the property of breaking down HC, CO and NOx in relatively very large amounts, to above 90%, provided that the engine operates in an area with very small deviations (less than about 1%) from stoichiometric air-fuel ratio lambda - 1.

Helaas was het tot op heden niet mogelijk, een lambda-regeling met vergelijkbaar effect toe te passen voor motoren die niet gebaseerd zijn op het gebruik van brandstofinjectie maar op het gebruik van een carburator. Aangezien er niettemin op grote schaal gebruik wordt gemaakt van dergelijke motoren, bijvoorbeeld voor motorfietsen, bromfietsen, auto's en gereedschap met verbrandingsmotoren, is het gewenst, dergelijke motoren van een zodanige regeling te kunnen voorzien, dat de uitlaatgassen kunnen voldoen aan de reeds gestelde of in de toekomst te stellen eisen met betrekking tot emissie.Unfortunately, it has hitherto not been possible to use a lambda control with a similar effect for engines based not on fuel injection but on the use of a carburettor. Since such engines are nevertheless widely used, for example for motorcycles, mopeds, cars and tools with internal combustion engines, it is desirable to be able to provide such engines with such a control that the exhaust gases can meet the requirements already stated or future requirements with regard to emissions.

In verband met het bovenstaande verschaft de uitvinding een hulpinrichting, bestemd om te worden toegevoegd aan een verbrandingsmotor met ten minste één carburator, bijvoorbeeld een motorfiets-motor, welke motor omvat: een motorblok met ten minste één cilinder, waarin via een o£ de carburator een mengsel van brandstof en lucht wordt ingevoerd; en een aan de of elke cilinder toegevoegde afvoerbuis voor het afvoeren van verbrandingsgassen, aan welke afvoerbuis of samenkomende afvoerbuizen een uitlaat aansluit, die in de stromingsrichting omvat: een inlaatbuis, een katalysator, een demper en een afvoerbuisstomp; welke hulpinrichting omvat: een in de inlaat te plaatsen lambda-sonde; een aan de of elke afvoerbuis aan te sluiten luchttoevoerleiding; een luchttoevoer-inrichting met een luchtinlaat, een aan de of elke luchttoevoerleiding aangesloten luchtafvoer en een tussen de luchtinlaat en de luchtafvoer aangesloten luchtdebiet-insteleenheid, die instelbaar is door middel van een via een ingangsaansluiting toegevoerd instelsignaal; en een elektronische besturingseenheid, waarvan een ingang is verbonden met de lambda-sonde en de uitgang is verbonden met de ingangsaansluiting van de luchttoevoer-inrichting; welke besturingseenheid is ingericht voor het zodanig besturen van de luchttoevoer-inrichting dat de lambda-waarde in hoofdzaak op de waarde "l" wordt gehandhaafd.In connection with the above, the invention provides an auxiliary device intended to be added to an internal combustion engine with at least one carburettor, for example a motorcycle engine, which engine comprises: an engine block with at least one cylinder, in which via a carburettor a mixture of fuel and air is introduced; and a discharge pipe added to the or each cylinder for discharging combustion gases, to which discharge pipe or meeting discharge pipes connects an outlet, which in the flow direction comprises: an inlet pipe, a catalyst, a damper and a discharge pipe stub; which auxiliary device comprises: a lambda probe to be placed in the inlet; an air supply pipe to be connected to the or each discharge pipe; an air supply device with an air inlet, an air outlet connected to the or each air supply line and an air flow adjusting unit connected between the air inlet and the air outlet, which is adjustable by means of a setting signal supplied via an input connection; and an electronic control unit, an input of which is connected to the lambda probe and the output of which is connected to the input connection of the air supply device; which control unit is adapted to control the air supply device such that the lambda value is essentially maintained at the value "1".

De regeling vindt zodanig plaats dat, indien het lucht-brandstofmengsel te rijk is, de luchttoevoer-inrichting lucht zal toevoeren aan de afvoerbuis of-buizen, die de ingangszone van de uitlaat vormen. Door deze toevoer van extra lucht zal de waarde van lambda weer worden teruggeregeld naar de waarde "1". In het algemeen zal de luchttoevoer-inrichting meer of minder lucht inbrengen in het uitlaatsysteem, al naar gelang het mengsel rijk of minder rijk is. De lambda-sonde, die is geplaatst in de overgangszone tussen de afvoerbuis en de katalysator, geeft een daarmee overeenkomend signaal af. De elektronische besturingseenheid is de actieve component in de hiermee gecreëerde regelkring.The control takes place such that, if the air-fuel mixture is too rich, the air supply device will supply air to the exhaust pipe or pipes, which form the entrance zone of the exhaust. Due to this supply of extra air, the value of lambda will be adjusted back to the value "1". In general, the air supply device will introduce more or less air into the exhaust system, depending on whether the mixture is rich or less rich. The lambda probe, which is placed in the transition zone between the exhaust pipe and the catalytic converter, gives a corresponding signal. The electronic control unit is the active component in the control circuit created by it.

Een vergelijking tussen de bekende injectiemotor met lambda-regeling en een motor met een hulpinrichting volgens de uitvinding levert het beeld op, dat het bekende systeem vooraf de brandstof-hoeveelheid optimaliseert, terwijl de hulpinrichting volgens de uitvinding is ingericht voor het achteraf instellen van de hoeveelheid aan het uitlaatsysteem toegevoegde extra lucht.A comparison between the known injection engine with lambda control and an engine with an auxiliary device according to the invention shows that the known system optimizes the fuel quantity in advance, while the auxiliary device according to the invention is adapted for retrospectively adjusting the quantity additional air added to the exhaust system.

De luchttoevoer-inrichting kan gebaseerd zijn op het meer of minder doorlaten van een door aanzuiging gecreëerde luchtstroom. In een dergelijke uitvoering kan de hulpinrichting volgens de uitvinding het kenmerk vertonen dat de luchtdebiet-instelbaarheid een klep met instelbare doortocht omvat.The air supply device can be based on more or less passage of an air flow created by suction. In such an embodiment, the auxiliary device according to the invention can be characterized in that the air flow adjustability comprises an adjustable passage valve.

Bij voorkeur is de luchtdebiet-insteleenheid zodanig uitgevoerd, dat de luchtstroming weinig of niet turbulent is. Hiertoe kan de hulpinrichting het kenmerk vertonen dat de klep een door een actuator, bijvoorbeeld een stappenmotor, bestuurde vlinderklep is.The air flow setting unit is preferably designed in such a way that the air flow is little or not turbulent. For this purpose, the auxiliary device can have the feature that the valve is a butterfly valve controlled by an actuator, for example a stepper motor.

In een andere uitvoering wordt gebruik gemaakt van een actief opwekken van een luchtstroming. Een dergelijke uitvoering kan het kenmerk vertonen dat tussen de luchtinlaat en de of elke luchtafvoer een ventilator is opgenomen. Het zal duidelijk zijn, dat een dergelijke uitvoering kan worden gecombineerd met een klep met instelbare doortocht.In another embodiment, use is made of an active generation of an air flow. Such an embodiment can have the feature that a fan is arranged between the air inlet and the or each air outlet. It will be clear that such an embodiment can be combined with an adjustable passage valve.

In een uitvoering die het kenmerk vertoont dat de luchtdebiet-insteleenheid een instelbare ventilator omvat, kan worden afgezien van een klep met instelbare doortocht.In an embodiment which is characterized in that the air flow setting unit comprises an adjustable fan, an valve with adjustable passage can be dispensed with.

Het terugstromen van lucht wordt effectief voorkomen met een uitvoering die het kenmerk vertoont dat tussen de luchtinlaat en de of elke luchtafvoer een terugslagklep is opgenomen.The backflow of air is effectively prevented with an embodiment which has the feature that a non-return valve is included between the air inlet and the or each air outlet.

Zoals bekend kan het voorkomen, dat bij het deactiveren van de brandstoftoevoer knallen in het uitlaatsysteem optreden. Om dergelijke explosies tegen te gaan kan de hulpinrichting volgens de uitvinding het kenmerk vertonen dat de elektronische besturingseenheid een tweede ingang omvat voor ontvangst van een van de motor afkomstig vacuüm-signaal, zodanig dat het debiet van de door de luchttoevoer-inrichting afgegeven lucht op nul wordt ingesteld, wanneer de brandstoftoevoer wordt losgelaten.As is known, pops may occur in the exhaust system when the fuel supply is deactivated. In order to prevent such explosions, the auxiliary device according to the invention can be characterized in that the electronic control unit comprises a second input for receiving a vacuum signal from the engine, such that the flow rate of the air supplied by the air supply device is zero. is set when the fuel supply is released.

Een voorkeursuitvoering vertoont het kenmerk dat de elektronische besturingseenheid programmeerbaar is.A preferred embodiment has the feature that the electronic control unit is programmable.

In eerste instantie is in de experimentele fase gebruik gemaakt van een conventionele techniek, een PID-regeling.Initially, a conventional technique, a PID scheme, was used in the experimental phase.

Hierbij deed zich echter het probleem voor, dat het zeer moeilijk, in de praktijk ónmogelijk, was een goed evenwicht te vinden tussen de responsietijd en de stabiliteit. Er trad regelmatig een overshoot op. Deze problemen werden mede veroorzaakt door diverse variabele parameters met betrekking tot de extra luchtstroom. Deze bleken afhankelijk van de aard en opbouw van het systeem, de aard van de toegepaste motor en het toerental daarvan. In de praktijk bleek er slechts een evenwicht te ontstaan, indien de motor gedurende relatief lange tijd, minimaal 30 seconden, op een constant toerental ingesteld stond.However, the problem then arose that it was very difficult, impossible in practice, to find a good balance between the response time and stability. An overshoot occurred regularly. These problems were partly caused by various variable parameters related to the extra airflow. These turned out to depend on the nature and construction of the system, the nature of the engine used and the speed thereof. In practice, an equilibrium was only found if the engine was set at a constant speed for a relatively long time, at least 30 seconds.

In verband met deze gesignaleerde problemen wordt de voorkeur gegeven aan een uitvoering, waarin de elektronische besturingseenheid van intelligent type is.In connection with these identified problems, preference is given to an embodiment in which the electronic control unit is of intelligent type.

In het bijzonder kan de uitvoering zodanig zijn, dat de elektronische besturingseenheid programmeerbaar is op basis van "fuzzy logic". Een dergelijk algoritme geeft een aanzienlijk verbeterde flexibiliteit. Het algoritme definieert een aantal bedrijfstoestanden, waarbij tevens is vastgelegd, hoe de regeling in die bedrijfstoestanden moet reageren. Zo kan bijvoorbeeld de regel zijn ingebouwd dat, wanneer de gemiddelde lambda-waarde aangeeft dat het mengsel te rijk is, terwijl de momentele lambda-waarde diezelfde indicatie geeft, het debiet van de extra luchtstroom snel moet toenemen, bijvoorbeeld door het maximaal openen van de klep of het op vol vermogen laten draaien van een eventuele ventilator, teneinde het tekort aan lucht aan te vullen. Wanneer evenwel de momentele lambda-waarde aangeeft dat het mengsel te arm is, wordt de luchthoeveelheid al enigszins verminderd, bijvoorbeeld door het verdraaien van de vlinderklep over een vooraf gekozen hoek, zodat bijvoorbeeld 7/8 van de totale doortocht beschikbaar blijft, hiermede anticiperend op een overshoot.In particular, the embodiment can be such that the electronic control unit is programmable on the basis of "fuzzy logic". Such an algorithm provides considerably improved flexibility. The algorithm defines a number of operating states, which also specify how the control should react in those operating states. For example, the rule may be built in that when the average lambda value indicates that the mixture is too rich, while the current lambda value gives the same indication, the flow of the additional air flow must increase rapidly, for example by opening the maximum valve or running a fan at full power to fill the air shortage. However, when the current lambda value indicates that the mixture is too lean, the air quantity is already slightly reduced, for example by turning the butterfly valve over a preselected angle, so that, for example, 7/8 of the total passage remains available, anticipating this. an overshoot.

Aldus zijn er een aantal regels opgesteld, waarbij telkens door de van de elektronische besturingseenheid deel uitmakende microprocessor wordt bepaald, welke van de regels toepasselijk is. Deze regel bepaalt vervolgens, welk instelsignaal naar de luchttoevoer-inrichting wordt gestuurd.A number of rules have thus been drawn up, each of which is determined by the microprocessor forming part of the electronic control unit, which of the rules applies. This rule then determines which adjustment signal is sent to the air supply device.

Resultaat van deze regeling is, dat er zowel dynamisch als statisch bijzonder snel evenwicht ontstaat, zonder instabiliteitsverschijnselen en in hoofdzaak onafhankelijk van het gekozen motortype, het toerental en de constructie.The result of this control is that dynamic and static equilibrium is achieved particularly quickly, without instability phenomena and essentially independent of the selected engine type, speed and construction.

Bij voorkeur is de hulpinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door een huis, waarin de luchttoevoer-inrichting en de elektronische besturingseenheid zijn opgenomen. Deze uitvoering heeft een aantal voordelen. Hij vertoont een verkleinde kans op elektrische storingen, doordat de elektronische eenheid is opgenomen in een storingsongevoelige omgeving. Er zijn minder externe elektrische aansluitingen.The auxiliary device according to the invention is preferably characterized by a housing, in which the air supply device and the electronic control unit are included. This embodiment has a number of advantages. It exhibits a reduced risk of electrical disturbances because the electronic unit is housed in an environment that is not susceptible to interference. There are fewer external electrical connections.

Er maken minder losse componenten deel uit van het systeem volgens de uitvinding, namelijk de geïntegreerde hulpinrichting met elektronica, de lambda-sensor en een vacuüm-schakelaar. Ten slotte kan worden vastgesteld dat de geïntegreerde eenheid een fraaier uiterlijk bezit.Fewer loose components are part of the system according to the invention, namely the integrated auxiliary device with electronics, the lambda sensor and a vacuum switch. Finally, it can be noted that the integrated unit has a more attractive appearance.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Hierin tonen:The invention will now be elucidated with reference to the annexed drawings. Show in this:

Figuur 1 een grafische weergave van de werkzaamheid van een in de handel verkrijgbare lambda-sonde;Figure 1 graphically depicts the efficacy of a commercially available lambda probe;

Figuur 2 een schematische weergave van een motor met een hulpinrichting volgens de uitvinding;Figure 2 shows a schematic representation of a motor with an auxiliary device according to the invention;

Figuur 3 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van de luchtdebiet-insteleenheid volgens figuur 2,-enFigure 3 shows a partly broken away perspective view of the air flow adjusting unit according to figure 2 and

Figuur 4 een grafiek, waarin het effect van de uitvinding is weergegeven.Figure 4 is a graph showing the effect of the invention.

Figuur 1 toont de omzetting van NO, HC en CO in afhankelijkheid van lambda. Het effectieve regelgebied is gearceerd weergegeven.Figure 1 shows the conversion of NO, HC and CO in dependence on lambda. The effective control area is shaded.

Figuur 2 toont schematisch de combinatie van een verbrandingsmotor 1 met een hulpinrichting volgens de uitvinding. De motor 1 is van het type met vier cilinders.Figure 2 schematically shows the combination of an internal combustion engine 1 with an auxiliary device according to the invention. The engine 1 is of the four-cylinder type.

Deze ontvangen via een inlaatspruitstuk 2 uit een carburator 3 brandbaar mengsel. Schematisch is met het verwijzingscijfer 4 een luchttoevoer aangeduid, terwijl de brandstoftoevoer met het verwijzingscijfer 5 is aangeduid. Een pijl 6 geeft schematisch aan dat de gebruiker van de motor l de werkzaamheid van de motor door middel van een gashendel of gaspedaal kan instellen.These receive flammable mixture via an inlet manifold 2 from a carburettor 3. The air supply is schematically indicated by the reference numeral 4, while the fuel supply is indicated by the reference number 5. An arrow 6 schematically indicates that the user of the motor 1 can adjust the operation of the motor by means of a throttle or accelerator pedal.

Aan elke cilinder is een afvoerbuis 7 voor de verbrandingsgassen toegevoegd. Deze afvoerbuizen komen samen in de invoerzone van een uitlaat. Deze omvat een inlaatbuis 8, die de verbrandingsgassen verder transporteert naar een drieweg-katalysator 9, vanwaar de verbrandingsgassen door een demper 10 verder worden getransporteerd naar een afvoerbuisstomp 11 om te worden afgevoerd. De inlaatbuis 8 draagt een lambda-sonde 12, die met zijn werkzame deel 13 in het inwendige van de inlaatbuis 8 steekt, zodat hij de zuurstofionen in de langsstromende verbrandingsgassen kan meten. De lambda-sonde geeft via een leiding 14 een lambda-signaal af aan een elektronische besturingseenheid 15. Deze elektronische besturingseenheid 15 ontvangt via een leiding 16 tevens een vacuüm-signaal, dat afkomstig is van een in de motor 1 aanwezige niet-getekende vacuüm-schakelaar. De eenheid 15 bestuurt een elektrisch instelbare luchttoevoer-inrichting 17 via een leiding 18. De inrichting 17 ontvangt omgevingslucht 19, die wordt gefilterd door een luchtfilter 20 en op hierna te beschrijven wijze onder besturing door de besturingseenheid 15 in meerdere of mindere mate wordt doorgeleid naar vier luchttoevoerleidingen 21, die via luchtafvoeren 22 lucht met een bepaald debiet ontvangen uit de inrichting 17. De leidingen 21 monden uit in respectieve afvoerbuizen 7. De door de leidingen 21 stromende lucht wordt toegevoegd aan de verbrandingsgassen die door deze afvoerbuizen 7 stromen.A discharge pipe 7 for the combustion gases is added to each cylinder. These discharge pipes converge in the inlet zone of an outlet. It comprises an inlet pipe 8, which transports the combustion gases further to a three-way catalytic converter 9, from where the combustion gases are further transported through a damper 10 to a discharge pipe stub 11 for discharge. The inlet tube 8 carries a lambda probe 12, which with its active part 13 inserts into the interior of the inlet tube 8, so that it can measure the oxygen ions in the combustion gases flowing past. The lambda probe supplies a lambda signal via a line 14 to an electronic control unit 15. This electronic control unit 15 also receives via a line 16 a vacuum signal, which comes from a vacuum (not shown) present in the motor 1. switch. The unit 15 controls an electrically adjustable air supply device 17 via a conduit 18. The device 17 receives ambient air 19, which is filtered through an air filter 20 and, to a greater or lesser degree, passed on to it in a manner described below under control by the control unit 15. four air supply pipes 21, which receive air at a certain flow rate from the device 17 via air outlets 22. The pipes 21 open into respective exhaust pipes 7. The air flowing through the pipes 21 is added to the combustion gases flowing through these exhaust pipes 7.

Zoals figuur 2 laat zien, vormt de hulpinrichting 13, 12, 14, 15, 18, 17, 22, 21 met de van de beschikbare motor 1 verbonden uitlaat 7, 8, 10, 11 een gesloten regelkring. De elektronische besturingseenheid is zodanig geprogrammeerd, dat hij de luchttoevoer-inrichting steeds zodanig bestuurt dat de door de lambda-sonde 12 gemeten lambda-waarde steeds nominaal op de waarde "1" handhaaft. Op deze wijze kan de drieweg-katalysator 9 op de in figuur 1 getoonde wijze optimaal functioneren om het aandeel aan NO, HC en CO in de aan de katalysator 9 toegevoerde gassen af te breken.As shown in Figure 2, the auxiliary device 13, 12, 14, 15, 18, 17, 22, 21 with the outlet 7, 8, 10, 11 connected to the available engine 1 forms a closed control circuit. The electronic control unit is programmed in such a way that it always controls the air supply device in such a way that the lambda value measured by the lambda probe 12 is always nominally maintained at the value "1". In this way, the three-way catalyst 9 can function optimally in the manner shown in Figure 1 to break down the proportion of NO, HC and CO in the gases supplied to the catalyst 9.

Het vacuüm-signaal, dat via de leiding 16 aan de besturingseenheid 15 wordt toegevoerd, wordt afgegeven in het geval, waarin de brandstofregelaar 6 door een gebruiker wordt losgelaten. Hierdoor wordt effectief knallen in het uitlaatsysteem voorkomen.The vacuum signal, which is supplied via the line 16 to the control unit 15, is output in the case where the fuel regulator 6 is released by a user. This effectively prevents pops in the exhaust system.

De elektronische besturingseenheid 15 omvat een microprocessor, die is geprogrammeerd op basis van fuzzy logic.The electronic control unit 15 includes a microprocessor programmed on the basis of fuzzy logic.

Figuur 3 toont de opbouw van de luchttoevoer-inrichting 17. Deze omvat een huis 23, waarvan de aan de onderzijde getekende wand het luchtfilter 20 omvat. De daardoor doorgelaten lucht wordt via leidingen 24 toegelaten tot respectieve terugslagkleppen 25. Deze omvatten elk onderling door een trekveer 26 belaste, rond hartlijnen 27 scharnierbare platen 28, die in de getoonde stand in hoofdzaak afsluitend samenwerken met zijschotten 29.Figure 3 shows the construction of the air supply device 17. It comprises a housing 23, the wall of which is drawn at the bottom, comprises the air filter 20. The air which is allowed to pass through is admitted via lines 24 to respective non-return valves 25. These each comprise plates 28 pivoted to each other by a tension spring 26, pivotable about axis 27, which in the position shown cooperate substantially with side walls 29.

Doorstromende lucht kan de platen 28 volgens pijlen 30 opzij drukken, waardoor de terugslagklep 25 zich opent. Onder invloed van de trekveer 26 worden de platen 28 naar hun in de figuur 3 getoonde ruststand gedrongen.Air flowing through can press the plates 28 to the side according to arrows 30, whereby the non-return valve 25 opens. Under the influence of the tension spring 26, the plates 28 are urged to their rest position shown in Figure 3.

De terugslagkleppen 25 sluiten zich ook in geval van een via de luchtafvoeren 22 aan de inrichting 17 toegevoerde drukpuls. Hierdoor wordt voorkomen dat uit de afvoerbuizen 7 afkomstige verbrandingsgassen in de tegengestelde dan de nominale richting de inrichting 17 doorstromen.The check valves 25 also close in the event of a pressure pulse supplied to the device 17 via the air outlets 22. This prevents combustion gases from the exhaust pipes 7 from flowing through the device 17 in the opposite than the nominal direction.

Tussen de uitgang van de leidingen 24 en de ingang van de terugslagkleppen 25 is tussen twee schotten 31, 32 een instelplaat 33 aangebracht. Deze wordt gedragen door de uitgaande as 34 van een stappenmotor 35 die wordt bestuurd door de in het huis 23 opgenomen elektronische besturingseenheid 15. Deze stappenmotor bepaalt de hoekpositie van de instelplaat 33 en daarmee de effectieve doortocht van de inrichting 17.An adjustment plate 33 is arranged between two baffles 31, 32 between the outlet of the conduits 24 and the inlet of the non-return valves 25. This is carried by the output shaft 34 of a stepper motor 35 which is controlled by the electronic control unit 15 incorporated in the housing 23. This stepper motor determines the angular position of the adjustment plate 33 and thus the effective passage of the device 17.

In de leidingen 24 zijn door middel van externe bedieningsmiddelen 26 instelbare smoorplaten 37 opgenomen. Hiermee kan een grove voorinstelling van de effectieve doortocht plaatsvinden.Adjustable throttle plates 37 are accommodated in the lines 24 by means of external operating means 26. This allows a rough presetting of the effective passage.

Figuur 4 toont de effectiviteit van de hulpinrichting volgens de uitvinding. Deze figuur toont een grafiek waarin verticaal het aantal grammen emissie per kilometer van een bepaald type motorfiets is uitgezet, terwijl per component, respectievelijk CO, HC, N0X, HC + N0x, respectievelijk is vergeleken een standaard-motor zonder katalysator en hulpinrichting, een motor met katalysator 200, een motor met katalysator 200 en een hulpinrichting volgens de uitvinding en een motor met katalysator 400 en een hulpinrichting volgens de uitvinding. Uit deze vergelijking moge duidelijk zijn, dat de hulpinrichting volgens de uitvinding een zeer goede bijdrage levert tot het voorafgaand aan emissie reinigen van de verbrandingsgassen.Figure 4 shows the effectiveness of the auxiliary device according to the invention. This figure shows a graph vertically plotting the number of grams of emissions per kilometer of a certain type of motorcycle, while per component, respectively CO, HC, N0X, HC + N0x, is compared, respectively, a standard engine without catalytic converter and auxiliary device, an engine with catalyst 200, an engine with catalyst 200 and an auxiliary device according to the invention and an engine with catalyst 400 and an auxiliary device according to the invention. It will be clear from this comparison that the auxiliary device according to the invention makes a very good contribution to cleaning the combustion gases prior to emission.

Claims

Auxiliary device intended to be added to a combustion engine with at least one carburettor, for example a motorcycle engine, the engine comprising: an engine block with at least one cylinder, into which a mixture of fuel and air is introduced via one or the carburettor , And a discharge pipe added to the or each cylinder for discharging combustion gases, to which discharge pipe or conjoining discharge pipes connects an outlet, comprising in the flow direction: an inlet pipe, a catalyst, a damper and a discharge pipe stub; characterized in that the auxiliary device comprises: a lambda probe to be placed in the inlet; an air supply pipe to be connected to the or each discharge pipe; an air supply device with an air inlet, an air outlet connected to the or each air supply line and an air flow setting unit connected between the air inlet and the air outlet, which is adjustable by means of a setting signal supplied via an input connection; and an electronic control unit, an input of which is connected to the lambda probe and the output of which is connected to the input connection of the air supply device, which control unit is arranged for controlling the air supply device in such a manner that the lambda value substantially the value "1" is maintained.

Auxiliary device according to claim 1, characterized in that the air flow adjustability comprises an adjustable passage valve.

Auxiliary device according to claim 2, characterized in that the valve is a butterfly valve controlled by an actuator, for example a stepper motor.

Auxiliary device according to claim 3, characterized in that a fan is arranged between the air inlet and the or each air outlet.

Auxiliary device according to claim 1, characterized in that the air flow setting unit comprises an adjustable fan.

Auxiliary device according to claim 1, characterized in that a non-return valve is arranged between the air inlet and the or each air outlet.

Auxiliary device according to claim 1, characterized in that the electronic control unit comprises a second input for receiving a vacuum signal from the engine, such that the flow rate of the air supplied by the air supply device is set to zero when the fuel supply is released.

Auxiliary device according to claim 1, characterized in that the electronic control unit is programmable.

Auxiliary device according to claim 8, characterized in that the electronic control unit is of intelligent type.

Auxiliary device according to claim 9, characterized in that the electronic control unit is programmable on the basis of "fuzzy logic".

Auxiliary device according to claim 1, characterized by a housing, in which the air supply device and the electronic control unit are included.