NL9302250A - Oplegslot. - Google Patents

Description

korte aanduiding: oplegslot

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een oplegslot roet grendel en grendelhuis en met tenminste twee stellen, aan weerskanten van het grendelhuis gelegen openingen voor bevestigingsorganen waarvan een stel is gelegen nabij de grendelzijde van het steunvlak van het huis.

Een dergelijk oplegslot is algemeen bekend en kan worden toegepast worden als aanvullende vergrendeling van bijvoorbeeld deuren of ramen. Een bezwaar van dergelijke oplegsloten is echter dat ze veelal gemakkelijk zijn los te breken als gevolg van de ongunstige krachtverdeling op de bevestigingsorganen, zoals schroeven. Bij dit losbreken zal immers het gehele slot kantelen rond de achterrand van het steunvlak van het grendelhuis en de nabij deze rand gelegen schroeven dragen nauwelijks bij tot het opwekken van een tegenwerkend koppel.

De onderhavige uitvinding beoogt dit te vermijden en is daartoe gekenmerkt doordat het andere stel openingen voor bevestigingsorganen ligt in een vlak dat zich uitstrekt van de grendelzijde van het steunvlak tot in hoofdzaak het dwarsmiddenvlak daarvan.

Een dergelijke plaatsing van de bevestigingspunten geeft een gunstiger krachtverdeling op de bevestigingspunten ten opzichte van het kantelpunt en maakt het losbreken van het oplegslot aldus veel moeilijker.

De onderhavige uitvinding zal in het navolgende verder worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin: - figuur la een schematische dwarsdoorsnede toont van een bekend oplegslot met symmetrische 4-punts bevestiging; - figuur lb een schematisch bovenaanzicht toont van het oplegslot volgens figuur la; - figuur 2a een schematische dwarsdoorsnede toont van een oplegslot volgens de onderhavige uitvinding met a-symmetrische 4-punts bevestiging; - figuur 2b een schematisch bovenaanzicht toont van het oplegslot volgens figuur 2a; en - figuur 3 in uiteengenomen vorm en perspectivisch een oplegslot volgens de onderhavige uitvinding met bijbehorende sluitkom toont.

Figuur la toont een oplegslot 2, omvattende een grendel 4 met grendelhuis 6. Het oplegslot 2 is,, zoals eveneens te zien is in figuur lb, verbonden met het onderliggende oppervlak, bijvoorbeeld een raam of deur, door een symmetrische 4-punts bevestiging via openingen 8, 10, 12, 14 en bevestigingsorganen 16, 18, 20, 22.

Figuren 2a en 2b tonen een overeenkomstig oplegslot 2 als die volgens figuur la en figuur lb, met het verschil dat zowel de openingen 28 en 30 alsook de openingen 24 en 26 zich in het vlak bevinden dat zich uitstrekt van de grendelzijde van het steunvlak, aangegeven met verwijzingscijfer 5, tot in hoofdzaak het dwarsmiddenvlak daarvan dat in figuur 2b aangegeven is met de gestippelde lijn I. De vier-punts bevestiging is derhalve a-symmetrisch en de openingen 24, 26, 28, 30 bevinden zich in het vlak dat het meest verwijderd is van het kantelpunt 40. De verdere overeenkomstige onderdelen van het oplegslot hebben dezelfde verwijzingscijfers als in de figuren la en lb.

Wanneer op het raam of de deur waarop het oplegslot is aangebracht een trekkracht wordt uitgeoefend zal het oplegslot 2 een kracht ondervinden die in de figuren la en 2a is aangegeven met F. Bij het bekende oplegslot volgens figuur la zullen de schroeven 16 en 18 die via respectievelijk openingen 8 en 10 met het onderliggende oppervlak zijn verbonden door hun geringe afstand tot het kantelpunt 40 van het oplegslot een zeer gering tegenwerkend koppel vormen. De schroeven 20 en 22 die via respectievelijk openingen 12 en 14 met het onderliggende oppervlak zijn verbonden zullen daarentegen in sterke mate bijdragen tot het opwekken van een tegenwerkend koppel. Dit is echter niet voldoende om het gemakkelijke losbreken van de oplegsloten te voorkomen.

Bij de a-symmetrische vier-punts bevestiging volgens de uitvinding is het oplegslot via zowel de nabij de grendelzijde gelegen openingen 28 en 30 als via de, eveneens op afstand van het kantelpunt 40 gelegen openingen 24 en 26, en de respectievelijke bevestigingsorganen 32, 34, 36 en 38 met het onderliggende oppervlak verbonden. In dat geval dragen alle bevestigingsorganen in sterke mate bij tot het opwekken van een tegenwerkend koppel en zal het losbreken van het oplegslot aanzienlijk moeilijker worden.

In figuur 3 is perspectivisch en in uiteengenomen vorm volgens de situatie van de figuren 2a en 2b een oplegslot 2 volgens de onderhavige uitvinding met bijbehorende sluitkom 42 getoond. Het oplegslot 2 wordt via vier a-symmetrisch, op afstand van het kantelpunt 40, geplaatste openingen 24, 26, 28, 30 en bevestigingsorganen 32, 34, 36, 38 op een raam of deur bevestigd en vervolgens wordt een afdekkap 44 over in hoofdzaak het huis van het oplegslot geklikt. Tegen het kozijn van het raam of van de deur wordt een sluitkom 42 bevestigd met een opening 46 met overeenkomstige diameter als de diameter van de grendel 6 van het oplegslot. De sluitkom 42 wordt bevestigd met schroeven 48, 50 die schuin in het hout worden geschroefd. Hierdoor is de hechting van de schroeven in het hout beter en kan het hout minder snel worden geforceerd. Om het slot te vergrendelen kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een sleutel 52, passend op cylinderslot 54.

Claims (2)

1. Oplegslot met grendel en grendelhuis en met tenminste twee stellen, aan weerskanten van het grendelhuis gelegen openingen voor bevestigingsorganen waarvan een stel is gelegen nabij de grendelzijde van het steunvlak van het huis, met het kenmerk, dat het andere stel (24,26) ligt in een vlak dat zich uitstrekt van de grendelzijde van het steunvlak (5) tot in hoofdzaak het dwarsmiddenvlak (I) daarvan.

2. Oplegslot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het grendelhuis (6) en de openingen (24,26,28,30) zijn afgedekt door een klemmend daaromheen passende afdekkap (44).