NL9300044A

NL9300044A - Universal support construction.

Info

Publication number: NL9300044A
Application number: NL9300044A
Authority: NL
Original assignee: Hein Douwinus Voskamp
Priority date: 1993-01-11
Filing date: 1993-01-11
Publication date: 1994-08-01
Also published as: DE69401131D1; EP0606948A1; EP0606948B1

Description

Universele afsteunconstructieUniversal support construction

De uitvinding heeft betrekking op een afsteunconstructie.The invention relates to a support construction.

Afsteunconstructies worden in de huizen- en utiliteitsbouw veelvuldig toegepast om de aldaar te gebruiken bouwconstructiee1ementen en bouwstellagesystemen zoals bouw— • en werksteigers, hef inrichtingen, hangbruggen en -ladders en andere laddervormige types zo goed moge lijk te kunnen afsteunen.Support constructions are widely used in residential and non-residential construction in order to be able to support the building construction elements and scaffolding systems such as construction and work scaffolding, lifting devices, suspension bridges and ladders and other ladder-shaped types as well as possible there.

Daarbij is het gebruikelijk, dat voor ieder type bouwconstructieelement een specifiek voor dat element • ontwikkeld afsteunconstructie wordt ontwikkeld, dat dan weer niet gemakkelijk toepasbaar is bij andere bouwconstructieelementen. Het gevolg hiervan is dat een bouwonderneming vaak genoodzaakt is de diverse types afsteunconstructies aan te schaffen, alsmede een redelijke voorraad bijpassende reserveonderdelen aan te schaffen, hetgeen een grote investering vergt. Dit leidt er echter toe, dat zo'n bouwonderneming - en niet op de laatste plaats uit financiële overwegingen - slechts de hoogst noodzakelijke afsteunconstructieelementen voor slechts enkele types . bouwconstructieelementen in haar bezit heeft, en dat de overige bouwconstructieelementen op de bouwplaats onvoldoende en op provisorische wijze of zelfs in het geheel niet worden ondersteund, waardoor de veiligheid op de bouwplaats sterk in gevaar komt.It is customary for each type of building construction element to develop a support structure specifically developed for that element, which in turn is not easily applicable to other building construction elements. As a result, a construction company is often forced to purchase the various types of support structures and to purchase a reasonable stock of matching spare parts, which requires a large investment. However, this means that such a construction company - and not least for financial reasons - only the most necessary support construction elements for only a few types. has building construction elements in its possession, and that the other building construction elements on the construction site are insufficiently and provisionally or even not supported at all, which greatly endangers safety on the construction site.

Ten aanzien van de wel toegepaste afsteunconstructies kan nog worden opgemerkt, dat aan de deugdelijkheid en de betrouwbaarheid van deze afsteunconstructies, vooral na intensief of ondoelmatig gebruik dan wel als gevolg van slechte reparatiefaciliteiten, gerede twijfel bestaat.With regard to the support structures that are used, it may be noted that there is reasonable doubt about the soundness and reliability of these support structures, especially after intensive or ineffective use or as a result of poor repair facilities.

De uitvinding beoogt voor genoemde problemen een oplossing aan te geven.The invention aims to provide a solution to said problems.

Overeenkomstig de uitvinding is een dergelijke afsteunconstructie van het universele type dat bij een groot aantal bouwconstructieelementen probleemloos toepasbaar is, en omvat daartoe een muursteun en een daarmee samenwerkend bouwafsteunelement, - waarbij de muursteun tenminste aan één uiteinde kokervormig is uitgevoerd en van een penvormig opsluitorgaan is voorzien, dat op afstand van het kokervormig uiteinde onder tussenkomst van een brugdeel op de muursteun is aangebracht, en — waarbij het bouwafsteunelement is voorzien van een haaksteun waarvan het omgezette uiteinde geschikt is voor een vormsluitend inhaken in genoemd kokervormig uiteinde van de muursteun en tevens is voorzien van een kokerbusdeel, hetwelke op afstand van de haaksteun op de buitenwand van het bouwafsteunelement is aangebracht ter verkrijging van een vormsluitende opname van het kokerbusdeel op het penvormig opsluitorgaan.According to the invention, such a support construction is of the universal type, which can be used without problem with a large number of building construction elements, and for this purpose comprises a wall support and a construction support element cooperating therewith, wherein the wall support is at least at one end tubular and provided with a pin-shaped retaining member , which is mounted on the wall support at a distance from the tubular end by means of a bridge part, and - wherein the building support element is provided with a hook support, the turned end of which is suitable for hooking positively into said tubular end of the wall support and is also provided of a box sleeve section, which is spaced from the hook support on the outer wall of the building support element to obtain a positive fit of the box sleeve section on the pin-shaped retaining member.

Een dergelijke universele afsteunconstructie kan in meerdere bouwconstructieelementen geïncorporeerd worden, danwel met meerdere bouwconstructieelementen samenwerken, teneinde complete bouwste1lagesystemen te kunnen creëren, en kan tevens in combinatie met een afschoorconstructie bij een opgetrokken muur toegepast worden.Such a universal support construction can be incorporated into several building construction elements, or can cooperate with several building construction elements, in order to be able to create complete building support systems, and can also be used in combination with a bracing construction on a raised wall.

De uitvinding zal nu aan de hand van de bijgaande figuren nader worden toegelicht, waarvan , fig.lA-B de elementaire opbouw van de universele afsteunconstructie en tevens de eerste toepassingsvorm van een dergelijke afsteunconstructie in combinatie met een afschoorconstructie weergeven; fig.2 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van de in fig.lA weergegeven uitvoeringsvorm toont; fig.3 een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van de in fig.lA weergegeven uitvoeringsvorm toont; figuren 4A-B een eerste toepassingsvorm van een universele afsteunconstructie bij een bouwconstructieelement weergeven; . fig.5 een hulpstuk ten behoeve van een bouwconstructieelement toont; fig.6 een hulpconstructie voor de combinatie van het in figuren 4A-B weergegeven bouwconstructieelement en het in fig.5 weergegeven hulpstuk toont; figuren 7 tot en met 11 en figuren 15 en 16 andere toepassingsvormen van een universele afsteunconstructie bij bouwconstructieelementen weergeven; figuren 13, 14 en 17A-B bijzondere types afsteunelementen weergeven; fig.13 een afsteunconstructieelement weergeeft; en fig.18 een afdekconstructieelement weergeeft.The invention will now be explained in more detail with reference to the accompanying figures, of which, Figures 1A-B show the basic construction of the universal support construction and also the first application form of such a support construction in combination with a bracing construction; Figure 2 shows a first alternative embodiment of the embodiment shown in Figure 1A; Figure 3 shows a second alternative embodiment of the embodiment shown in Figure 1A; Figures 4A-B show a first application form of a universal support construction in a building construction element; . Fig. 5 shows an attachment for a building construction element; Figure 6 shows an auxiliary structure for the combination of the building construction element shown in Figures 4A-B and the accessory shown in Figure 5; figures 7 to 11 and figures 15 and 16 show other forms of application of a universal support construction for building construction elements; Figures 13, 14 and 17A-B show special types of support elements; Fig. 13 shows a support construction element; and Fig. 18 shows a cover construction element.

In figuur IA is met verwijzingscijfer 1 een universele afsteunconstructie weergegeven. Deze afsteunconstructie 1 omvat twee met elkaar samenwerkende en losmakelijk met elkaar verbonden constructiedelen, te weten een muursteun 2 en een bouwconstructieelement 3.In Figure 1A, reference numeral 1 denotes a universal support construction. This support construction 1 comprises two co-operating and loosely connected construction parts, namely a wall support 2 and a building construction element 3.

De muursteun 2 omvat in deze uitvoeringsvorm een kokervormig element 4, dat ingericht is om aan een muur 5 of aan een, tegen een muur of een tussen de vloer en het plafond opgesteld en aan de binnenzijde van de muur 5 opgesteld afschoorprofie 1 6 of steunelement bevestigd te worden.In this embodiment, the wall bracket 2 comprises a tubular element 4, which is adapted to be mounted on a wall 5 or on a, against a wall or between the floor and the ceiling and on the inner side of the wall 5 a bracing profile 1 6 or support element to be confirmed.

Hiertoe kan het kokervormig element 4 bijvoorbeeld doorvoeropenmgen omvatten voor de opname van boutverbindingsmiddelen, waarmede de muursteun 4 aan de muur 5 dan wel aan het afschoorprofie 1 of steunelement 6 bevestigd wordt.To this end, the tubular element 4 may comprise, for example, feed-through openings for receiving bolt connection means, with which the wall support 4 is fastened to the wall 5 or to the bracing profile 1 or support element 6.

De muursteun 4 is voorts voorzien van een penvormig opsluitorgaan 7, dat aan de benedenzijde ervan onder tussenkomst van een brugdeel 8 en op zekere afstand van het bovenuiteinde 9 met de muursteun 2 in verbinding is gebracht. Het bouwconstructieelement 3 kan, zoals hierna zal worden uiteengezet, op vele manieren ten behoeve van vele toepassingen zijn uitgevoerd, maar moet in ieder geval als essentieel onderdeel een verticaal gericht afsteunelement 10 omvatten, dat met genoemde muursteun 2 in verbinding moet worden gebracht. Hiertoe is genoemd afsteunelement 10 aan het bovendeel voorzien van een haaksteun 11, waarvan het omgezette uiteinde 12 in deze uitvoeringsvorm kokervormig is , ingericht, en bij voorkeur zodanig is gedimensioneerd, dat het omgezette uiteinde 12 vormsluitend tot inhaking kan worden gebracht in genoemd kokervormig uiteinde 9 van de muursteun 2. De haaksteun 11 kan vast dan wel losmakelijk aan het afsteunelement 10 verbonden zijn.The wall support 4 is further provided with a pin-shaped retaining member 7, which is connected to the wall support 2 at the lower side thereof through the intermediary of a bridge part 8 and at a certain distance from the top end 9. The building construction element 3, as will be explained hereinafter, can be designed in many ways for many applications, but must in any case comprise as an essential part a vertically oriented support element 10, which must be connected to said wall support 2. To this end, said support element 10 is provided on the top part with a hook support 11, the flanged end 12 of which in this embodiment is tubular, arranged, and preferably is dimensioned such that the flanged end 12 can be hooked into said tubular end 9 in a form-fitting manner. of the wall support 2. The hook support 11 can be fixedly or detachably connected to the support element 10.

Voorts is het afsteunelement 10 nog voorzien van een kokerbusdeel 14, dat op zekere afstand van de haaksteun 11 en in lijn daarmee op de buitenzijde van het afsteunelement 10 is aangebracht.Furthermore, the support element 10 is further provided with a box sleeve part 14, which is arranged at a certain distance from the hook support 11 and in line therewith on the outside of the support element 10.

Het kokerbusdeel 14 is van een zodanige vormgeving en zodanig . gedimensioneerd, dat een vormsluitende opname van het kokerbusdeel 14 op het penvormig opsluitorgaan 7 gerealiseerd kan worden. De positionering van de haaksteun 11 en het kokerbusdeel 14 op het afsteunelement 10 enerzijds, en van het penvormig opsluitorgaan 7 ten opzichte van het . bovenuiteinde 9 van de muursteun 2 anderzijds dient zodanig op elkaar te zijn afgestemd, dat de betreffende delen van het afsteunelement 10, te weten de haaksteun 11 en het kokerbusdeel 14, bij inhaking in het kokervormig uiteinde 9, respectievelijk op het penvormig opsluitorgaan 7, op deze • delen een zo groot moge lijk steunvlak bezitten.The sleeve sleeve part 14 is of such a design and such. dimensioned, that a positive fit of the box sleeve part 14 on the pin-shaped retaining member 7 can be realized. The positioning of the hook support 11 and the box sleeve part 14 on the support element 10 on the one hand, and of the pin-shaped locking member 7 relative to the. the upper end 9 of the wall support 2, on the other hand, must be coordinated with one another in such a way that the relevant parts of the support element 10, i.e. the hook support 11 and the sleeve bush part 14, when hooked into the tubular end 9, respectively on the pin-shaped retaining member 7, these parts have the largest possible support surface.

Het is evenwel niet noodzakelijk om het element 4 kokervormig uit te voeren; slechts het bovenuiteinde 9 van element 4 dient een geschikte binnenvormgeving te bezitten voor een vormsluitende samenwerking met het omgezette uiteinde 12 van . de haaksteun 11. Het is hierbij zelfs moge lijk van een cylindervorm uit te gaan. Bij een dergelijke vormgeving dienen om rotatie van het bouwconstructieelement 3 ten opzichte van de muursteun 2 te voorkomen, in het omgezette uiteinde 12 en in het kokervormige uiteinde 9 op • overeenkomstige plaatsen doorboringen te worden aangebracht.However, it is not necessary to make the element 4 tubular; only the top end 9 of element 4 should have a suitable interior configuration for form-fitting engagement with the flanged end 12 of. the hook support 11. It is even possible to start from a cylindrical shape. In such a design, to prevent rotation of the building construction element 3 relative to the wall support 2, holes must be drilled in corresponding places in the bent end 12 and in the tubular end 9.

waarin dan penvormige elementen ter vergrendeling van de beide delen kunnen worden opgenomen. Ook het penvormig opsluitorgaan 7 en het kokerbusdeel 14 kunnen, wat de samenwerkende oppervlakken betreft, van andere vormgeving zijn.in which pin-shaped elements can then be received for locking the two parts. The pin-shaped retaining member 7 and the sleeve sleeve part 14 may also have a different design with regard to the mating surfaces.

Ten aanzien van de vormgeving van afsteunelement 10 kan worden gezegd, dat deze doorgaans wordt bepaald door de materiaalkeuze met bijbehorende vormgeving van het bouwconstructieelement 3.With regard to the design of support element 10, it can be said that it is usually determined by the choice of material with corresponding design of the building construction element 3.

In fig.lB is een uitvoeringsvorm van een afschoorprofie 1 6 weergegeven, hetwelke wordt gebruikt voor het ondersteunen en afschoren van nieuw opgetrokken muurdelen, in het bijzonder wanneer daarbij kalkzandsteenblokken of gasbetonblokken 85 worden toegepast.Fig. 1B shows an embodiment of a bracing profile 16, which is used for supporting and bracing newly constructed wall parts, in particular when using sand-lime blocks or aerated concrete blocks 85.

Een dergelijk bouwste1lagesysteem omvat een stelprofiel 86 hetwelke onder gebruikmaking van schoorlatten 87 loodrecht op de betonvloer 77 moet worden opgesteld.Such a building support system comprises an adjusting profile 86, which must be arranged perpendicular to the concrete floor 77 using strut slats 87.

Het stelprofiel 86 kan onder gebruikmaking van een aan het benedenuiteinde gesitueerde houten klos, hetwelke voor een deel in het stelprofiel 86 is opgenomen, op de betonvloer 77 worden vastgespijkerd. Met voordeel kan evenwel gebruik worden gemaakt van een steivoet of grondplaat 88, welke spijkerbaar of schroefbaar op de betonvloer 77 kan worden bevestigd. Ook de schoorlatten 87 kunnen met behulp van een grondplaat 89 op de betonvloer 77 worden bevestigd. Het stelprofiel 86 is voorts voorzien van aangelaste montagepiaatjes 90, waaraan de schoorlatten 87 scharnierend zijn gekoppeld.The adjusting profile 86 can be nailed to the concrete floor 77 using a wooden block situated at the bottom end, which part is included in the adjusting profile 86. Advantageously, however, use can be made of a standing foot or base plate 88, which can be fixed to the concrete floor 77 for nailing or screwing. The braces 87 can also be fixed to the concrete floor 77 with the aid of a base plate 89. The adjustment profile 86 is further provided with welded mounting pegs 90, to which the braces 87 are hingedly coupled.

Wanneer een muur 5 van kalkzandsteenblokken of gasbetonblokken 85 is opgetrokken, dient ter voorkoming van het omwaaien van de muur 5, de muur te worden gestut met het bouwste1lagesysteem als hiervoor is omschreven. Hiertoe wordt de omschreven stelprofiel 86 tegen de muur 5 aan met behulp van genoemde schoorlatten 87 te lood gesteld, en dient de stelprofiel 86 op een bepaalde hoogte te zijn voorzien van * een dwars op de muur gerichte doorboring 91. Hoewel de doorboring 91 als een rond gat kan worden uitgevoerd, zal toch in de praktijk de voorkeur worden gegeven aan een sleufvormige doorboring 91. In het verlengde van de doorboring 91 moet dan nog in de muur 5 een doorvoeropening 92 worden aangebracht.When a wall 5 of sand-lime blocks or aerated concrete blocks 85 is erected, in order to prevent the wall 5 from being blown over, the wall must be supported with the construction system as described above. To this end, the described adjusting profile 86 is plumbed against the wall 5 with the aid of said braces 87, and the adjusting profile 86 must be provided at a certain height with a bore 91 directed transversely to the wall. Although the bore 91 as a Although a round hole can be made, in practice preference will be given to a slit-shaped piercing 91. In the extension of the piercing 91, a passage opening 92 must then be provided in the wall 5.

Met behulp van een verbindingsconstructie 93, welke een draadstangorgaan (diwidagstang) 94 met balkconstructiedee1 95 omvat, waarbij het draadstangorgaan 94 door de doorboring 91 en doorvoeropening 92 wordt heengestoken, kan een klemmende samenwerking tussen de stelprofiel 86 en de muur 5 worden verkregen. De stelprofiel 86 met schoorlatten 87, balkconstructiedee1 95 en verbindingsconstructie 93 fungeert hier dus als afschoorprofielconstructie bij nieuw op te trekken muren.By means of a connecting construction 93, which comprises a threaded rod member (diwidag rod) 94 with beam construction part 95, wherein the threaded rod member 94 is passed through the through-hole 91 and through-hole 92, clamping cooperation between the adjusting profile 86 and the wall 5 can be obtained. The adjusting profile 86 with strut 87, beam construction part 95 and connecting construction 93 thus functions here as a strut profile construction for walls to be newly built.

Een uitermate geschikte vervolgfunctie verkrijgt deze afschoorprofielconstructie indien het balkconstructiedeel 95 als een muursteun 2 wordt uitgevoerd, en de afschoorprofielconstructie (86, 87) tevens de functie van afsteunprofielconstructie kan uitvoeren ten behoeve van een op de buitenzijde van de muur 5 aan te brengen bouwconstructieelement of bouwste1lagesysteem zoals een baluster, bouwsteigerelement etc., hetgeen nader zal worden uiteengezet.An extremely suitable follow-up function obtains this bracing profile construction if the beam construction part 95 is designed as a wall support 2, and the bracing profile construction (86, 87) can also perform the function of support profile construction for a building construction element or building system to be mounted on the outside of the wall 5. such as a baluster, scaffolding element, etc., which will be explained in more detail.

Het verkrijgen van een breder bevestigingsoppervlak en steunvlak voor de muursteun 2 op de muur 5 is ook moge lijk door gebruik te maken van een alternatieve uitvoeringsvorm van deze muursteun 2, waarbij de tegen de muur 5 te plaatsen achterwand van de muursteun 2 zijdelings wordt verbreed met zijvleugels 15, waarin dan doorvoeropeningen zijn aangebracht voor het bevestigen van de muurplaat 2 tegen de muur met bout- of schroefvormige verbindingsmiddelen.Obtaining a wider mounting surface and support surface for the wall bracket 2 on the wall 5 is also possible by using an alternative embodiment of this wall bracket 2, whereby the rear wall of the wall bracket 2 to be placed against the wall 5 is widened laterally with side wings 15, in which passage openings are then provided for fixing the wall plate 2 to the wall with bolt or screw-type connecting means.

Daar afsteunelementen 10 deel kunnen uitmaken van bouwconstructieelementen, welke voor diverse toepassingen bestemd zijn, en waarbij ook een grote verscheidenheid aan gewichtsbelasting kan voorkomen, kan de onderlinge afstand tussen de haaksteun 11 en het kokerbusdeel 14 een grote variatie vertonen.Since support elements 10 can form part of building construction elements, which are intended for various applications, and where a wide variety of weight loads can also occur, the mutual distance between the hook support 11 and the box sleeve part 14 can show a great variation.

Om ervoor te zorgen dat de muursteun 2 bij een dergelijke verscheidenheid in onderlinge afstanden tussen de haaksteun 11 en het kokerbusdeel 14 steeds kan worden aangepast, wordt een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van een muursteun 2 verkregen door het penvormig opsluitorgaan 7 verplaatsbaar over de voorwand van de muursteun 2 aan te brengen. Een alleszins practische en bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van een muursteun 2 vormt de in figuur 2 weergegeven constructie. In deze figuur is de muursteun 2 kokervormig (16) uitgevoerd, waarbij de beide zijvlakken 17 en het voorvlak 18 in de langsrichting van een tweetal achter elkaar gelegen sleufvormige profilaties 96 zijn voorzien, welke trapvormig zijn aangebracht. Bij de overgang tussen elk tweetal samenwerkende sleufvormige profilaties 96 is de kokervorm nog voorzien van een flensrand 19, zodat de dieper gelegen sleufvormige profilatie 97 fungeert als een geleiderail, met kenmerken als van een gordijnrail. In deze geleiderail kan dan de kop van een bout 20 worden aangebracht, welke dan achter de twee flensranden 19 ligt opgesloten, en waarmee een schuifboutverbinding kan worden gerealiseerd.In order to ensure that the wall support 2 can always be adapted at such a diversity in mutual distances between the hook support 11 and the box sleeve part 14, a particularly favorable embodiment of a wall support 2 is obtained by moving the pin-shaped retaining member 7 over the front wall of the wall support 2. A highly practical and particularly favorable embodiment of a wall support 2 constitutes the construction shown in figure 2. In this figure, the wall support 2 is tubular (16), the two side surfaces 17 and the front surface 18 being provided in the longitudinal direction with two slit-shaped profiles 96 situated one behind the other, which are arranged in a stepped manner. At the transition between each pair of co-acting slot-shaped profiles 96, the tubular shape is further provided with a flange edge 19, so that the deeper slot-shaped profile 97 functions as a guide rail, with features like a curtain rail. In this guide rail the head of a bolt 20 can then be arranged, which is then enclosed behind the two flange edges 19, and with which a sliding bolt connection can be realized.

Voorts is in deze uitvoeringsvorm de muursteun 2 aan de voorzijde nog voorzien van een kokervormige afstandhouder 21, waarvan de achterzijde 98 een zodanige breedte bezit, dat deze vormsluitend aanligt in de brede sleufopening in het voorvlak 18. In het bovendeel van de afstandhouder 21 zijn in . het voor- en achtervlak twee doorboringen aangebracht voor het doorvoeren van het draadpengedeelte van een bout 20 ter verkrijging van een schuifboutverbinding. Op het benedengedeelte van de afstandhouder 21 is aan de voorzijde ervan het penvormig opsluitorgaan 7 bevestigd, bijvoorbeeld . met een lasverbinding. Na de afstandhouder 21 met penvormig opsluitorgaan 7 en de moerbout 20 in hoogte langs het voorvlak 18 te hebben ingesteld, wordt de moer 99 op de bout 20 aangedraaid, waardoor de in hoogte verstelbare muursteun 2 op de gewenste hoogte is gefixeerd.Furthermore, in this embodiment, the wall support 2 at the front is further provided with a tubular spacer 21, the rear side 98 of which has a width such that it rests positively in the wide slot opening in the front face 18. In the upper part of the spacer 21, . the front and rear faces have two bores for passing the threaded pin portion of a bolt 20 to obtain a sliding bolt connection. On the lower part of the spacer 21, the pin-like retaining member 7 is fastened at the front thereof, for example. with a welded joint. After adjusting the spacer 21 with pin-shaped retaining member 7 and the nut bolt 20 in height along the front face 18, the nut 99 is tightened on the bolt 20, whereby the height-adjustable wall support 2 is fixed at the desired height.

In de in deze figuur weergegeven uitvoeringsvorm wordt de sleufvormig geprofileerde koker 16 niet rechtstreeks aan de achterliggende muur bevestigd, maar onder tussenkomst van een tweetal hoekprofieldelen 22. De beide hoekprofieldelen 22 zijn in de opstaande vlak- of vleugeldelen 13 voorzien van een doorboring, zodat een boutverbinding tussen elk der zijvlakken van koker 16 en een aanliggend hoekprofieIdee 1 22 mogelijk wordt.In the embodiment shown in this figure, the slot-shaped profiled sleeve 16 is not fastened directly to the rear wall, but through two corner profile parts 22. The two corner profile parts 22 are provided with a hole in the upright surface or wing parts 13, so that a bolt connection between each of the side surfaces of sleeve 16 and an adjacent corner profile 1 22 becomes possible.

De tegen de muur 5 te positioneren vleugeldelen 23 van de hoekprofieldelen 22 zijn daaraan met schroefverbindingconstructies te bevestigen.The wing parts 23 of the corner profile parts 22 to be positioned against the wall 5 can be attached thereto with screw connection constructions.

Indien het afsteunelement 10 in kokerprofielvorm met een tweetal opeenvolgende sleufvormige profilaties 96 met flensrand 19 wordt uitgevoerd, zoals dat bij het kokerprofiel 16 van de muursteun 2 aan de hand van figuur 2 is uiteengezet, dan kan het kokerbusdeel 14 met behulp van een schuifboutverbinding eveneens in hoogte verstelbaar op het afsteuneiement 10 worden bevestigd.If the support element 10 is formed in a box profile shape with two successive slot-shaped profiles 96 with flange edge 19, as explained with the box profile 16 of the wall support 2 with reference to figure 2, the box sleeve part 14 can also be fitted with a sliding bolt connection. adjustable in height on the support element 10.

Ook de haaksteun 11 kan met behulp van een schuifboutverbinding in hoogte verstelbaar op het in ,kokervorm geprofileerd afsteuneIement 10 worden bevestigd.The hook support 11 can also be fixed in height adjustable on the tubular profiled support element 10 by means of a sliding bolt connection.

Het is niet noodzakelijk het kokerbusdeel 14 in zijwaartse richting op het afsteunelement 10 aan te brengen. Het is ook moge lijk dit kokerbusdeel 14 in het verlengde van het afsteuneIement 10 aan de onderzijde ervan op te nemen, zoals . in figuur 3 is weergegeven. Wel zal veelal daarbij het brugdeel 8 langer gemaakt moeten worden.It is not necessary to arrange the sleeve sleeve part 14 laterally on the support element 10. It is also possible to receive this box sleeve part 14 as an extension of the support element 10 at the bottom thereof, such as. is shown in figure 3. In most cases, however, the bridge part 8 will have to be made longer.

Het is voorts mogelijk delen van deze afsteunconstructie, bijvoorbeeld het kokerbusdeel 14 en het penvormig opvangorgaan 7 los te fabriceren en ze daarna op de .desbetreffende bouwconstructieelementen te bevestigen.It is further possible to fabricate parts of this support construction, for instance the box sleeve part 14 and the pin-shaped receiving member 7, and then attach them to the relevant building construction elements.

De aldus aan de hand van de figuren 1A-B, 2 en 3 toegelichte afsteunconstructies zijn bij meerdere bouwconstructieelementen 3 toepasbaar.The supporting structures thus explained with reference to Figures 1A-B, 2 and 3 can be used with several building construction elements 3.

Zo vormt in figuur 4A het afsteunelement 10 het benedendeel van een baluster 24. Het direct daarboven gelegen gedeelte van baluster 24 kan dan voorzien zijn van bijvoorbeeld een klemelement of beugelelement 25 ten behoeve van de opname van een kantplank 26 om zoveel moge lijk te voorkomen dat voorwerpen op de betreffende werkvloer of verdiepingsvloer 77 over de rand rollen en omlaag vallen. Voorts kan de baluster 24 op een hoger deel ervan nog zijn voorzien van klemelementen of beugelelementen 27 ten behoeve van de opname van stijgerplanken om werkpersonee1 voor een onverhoedse val van de verdiepingsvloer 77 te behoeden. De baluster 24 kan ook zijn voorzien van haakdelen 28, 29, 30 en 31 met versprongen stripvormige uiteinden als weergegeven in figuur 4B. De haakdelen 28 en 29 zijn geschikt voor de opname van een kantplank 26. Bij de haakdelen 30 en 31 zijn de opvangopeningen 32, respectievelijk 33 van elkaar afgekeerd, zodat een voor valbeveiliging bestemde ladderachtige eenheid 34 aan deze haakdelen kan worden opgehangen. Het vrije stripdeel 35 van het onderste haakdeel 30 is langer dan dat van het bovenste haakdeel 31. Het ophangen van de ladderachtige eenheid geschiedt door eerst een zijstijl 36 van ladderachtige eenheid 34 in de opvangopening 32 van het onderste haakdeel 30 in te haken en daarna de andere zijstijl van de ladderachtige eenheid 34 over het bovenste haakdeel 31. In plaats van haakdelen 30 en 31 kunnen op de baluster 24 ook klembeugels worden aangebracht, waarin dan steigerbuizen etc. kunnen worden opgenomen.For example, in figure 4A the support element 10 forms the lower part of a baluster 24. The directly above portion of baluster 24 can then be provided with, for instance, a clamping element or bracket element 25 for the purpose of receiving a side board 26 to prevent as much as possible objects on the relevant work floor or floor 77 roll over the edge and fall down. Furthermore, the baluster 24 on a higher part of it can still be provided with clamping elements or bracket elements 27 for the purpose of receiving riser boards to protect working persons 1 from an accidental fall of the storey floor 77. The baluster 24 can also be provided with hook parts 28, 29, 30 and 31 with staggered strip-shaped ends as shown in figure 4B. The hook parts 28 and 29 are suitable for receiving a toe board 26. At the hook parts 30 and 31, the receiving openings 32 and 33, respectively, are turned away from each other, so that a ladder-like unit 34 intended for fall protection can be suspended from these hook parts. The free strip part 35 of the lower hook part 30 is longer than that of the upper hook part 31. The ladder-like unit is suspended by first hooking a side post 36 of ladder-like unit 34 into the receiving opening 32 of the bottom hook part 30 and then another side post of the ladder-like unit 34 over the upper hook part 31. Instead of hook parts 30 and 31, clamping brackets can also be provided on the baluster 24, in which scaffold tubes etc. can then be received.

Het spreekt voor zich, dat elk type afsteunconstructie 1 als hiervoor is uiteengezet, voor de plaatsing van de baluster 24 kan worden toegepast. Ter verkrijging van een sterkere bevestiging van haaksteun 11 aan afsteunelement 10 is het raadzzam ie haaksteun 11 mede onder gebruikmaking van -ΐ een brugstuk 45 op twee plaatsen op het afsteunelement 10 vast te zetten.It goes without saying that any type of support construction 1 as set forth above can be used for the placement of the baluster 24. In order to obtain a stronger attachment of hook support 11 to support element 10, it is advisable to fix hook support 11 in two places on support element 10, also using a bridge piece 45.

Ten behoeve van werkzaamheden op een schuin verlopend dak 37 kan zoals in figuur 5 is weergegeven, op de baluster 24 een daksteigersteun 38 worden geplaatst. Deze daksteigersteun 38 is opgebouwd uit een steunbalk 39, een daarop haaks aangezette draagbalk 40, een aan het uiteinde van de draagbalk 40 bevestigde daksteunbalk 41, welke evenwijdig langs het dak 37 loopt, en een draagsteunbalk 42, welke een tussenverbinding vormt tussen de daksteunbalk 41 en de draagbalk 40. Daar dakhellingen onder diverse hoeken mogelijk zijn, is het voordelig de balkdelen 40, 41 en 42 instelbaar en zonodig scharnierbaar aan elkaar te bevestigen. Het bevestigen van de steunbalk 39 aan de baluster 24 kan op meerdere manieren geschieden. Zo kan gebruik gemaakt worden van een inschuifconstruct ie van een der delen in de andere, waarna bij een juiste instelling deze delen met een boutverbinding aan elkaar worden bevestigd. Ook kan als in figuur 6 is weergegeven, de binnenkoker 43 van een der delen een (tweevoudige) sleufprofilering 44 vertonen. Een dergelijke sleufprofilering is reeds uiteengezet aan de hand van figuur 2. In de sleufprofilering 44 met de flensranden 19 zit de kop van een bout 20 opgesloten. In het uiteinde van de buitenkoker 47 is een sleuf 46 aangebracht. Wanneer de binnenkoker 43 zo ver als gewenst is, in de buitenkoker 47 is geschoven, en de bout 20 op de bodemrand van de sleuf 46 rust, kan door het vastdraaien van een moer op de bout 20 een stevige verbinding tussen de beide kokerdelen 43 en 47 worden verkregen.As shown in figure 5, a roof scaffold support 38 can be placed on the baluster 24 for work on a sloping roof 37. This roof scaffolding support 38 consists of a support beam 39, a supporting beam 40 placed at right angles to it, a roof support beam 41 attached to the end of the supporting beam 40, which runs parallel to the roof 37, and a supporting support beam 42, which forms an intermediate connection between the roof support beam 41 and the support beam 40. Since roof slopes are possible at various angles, it is advantageous to adjust the beam parts 40, 41 and 42 in an adjustable manner and, if necessary, to hinge them together. Attaching the support beam 39 to the baluster 24 can be done in several ways. For example, use can be made of a slide-in construction of one of the parts in the other, after which these parts are bolted together with the correct setting. Also, as shown in Figure 6, the inner sleeve 43 of one of the parts can have a (double) slot profiling 44. Such a slot profiling has already been explained with reference to Figure 2. The head of a bolt 20 is enclosed in the slot profiling 44 with the flange edges 19. A slot 46 is arranged in the end of the outer sleeve 47. When the inner sleeve 43 is pushed as far as desired into the outer sleeve 47, and the bolt 20 rests on the bottom edge of the slot 46, by tightening a nut on the bolt 20 a firm connection can be made between the two sleeve parts 43 and 47 are obtained.

Het is voorts mogelijk bij de bevestiging van de daksteigersteun 38 (fig.5) gebruik te maken van de universele afsteunconstructie. Daartoe kan de baluster 24 zijn voorzien van een kokervormig uiteinde en een lager geplaatst penvormig opsluitorgaan 7. De steunbalk 39 is daarbij voorzien van een haaksteun 11 en een kokerbusdeel 14, welke beide delen (11, 14) verstelbaar (onder gebruikmaking van een schuifboutverbinding) op de steunbalk 39 zijn aangebracht. Aldus is hiermee een universele afsteunconstructie onderdeel van de bevestiging van de daksteigersteun 38 op de baluster 24 en het dak 37.It is also possible to use the universal support construction when attaching the roof scaffold support 38 (fig. 5). For this purpose, the baluster 24 may be provided with a tubular end and a lowerly placed pin-shaped retaining member 7. The support beam 39 is herein provided with a hook support 11 and a sleeve sleeve part 14, which both parts (11, 14) are adjustable (using a sliding bolt connection). are mounted on the support beam 39. A universal support construction is thus part of the attachment of the roof scaffold support 38 to the baluster 24 and the roof 37.

Het afsteunelement 10 van de universele afsteunconstructie 1 kan eveneens onderdeel vormen van een zogenaamde netbevei1igingsconstructie als in figuur 7 is weergegeven.The support element 10 of the universal support construction 1 can also form part of a so-called net protection construction as shown in figure 7.

Van deze afsteunconstructie wordt de muurplaat 2 aan de muur bevestigd. Het afsteunelement 10 (met haaksteun 11 en kokerbusdeel 14) is bij voorkeur aan de onderzijde verlengd uitgevoerd, waarbij haaks op het benedenuiteinde een muurstempel 48 is aangebracht. Deze muurstempel 48 rust aan het ene uiteinde tegen de muur en vertoont aan het andere uiteinde een scharnierpunt 106, waarmee de muurstempel 48 in draaibare koppeling is gebracht met een armdeel 49, dat met behulp van een, tussen het vrije uiteinde van armdeel 49 en het bovenuiteinde van afsteunelement 10 gespannen staalkabel 140 in positie wordt gehouden. Indien op afstand van elkaar twee aldus uitgevoerde netbeveiligingsconstructies tegen de muur 5 worden aangebracht, kan tussen de beide constructies een net 141 worden gespannen en per constructie bijvoorbeeld worden bevestigd aan het vrije uiteinde van armdeel 49 en het bovenuiteinde van afsteunelement 10. Aldus wordt het bouwpersonee1 een grotere veiligheid geboden ten aanzien van het vallen van een plat of hellend dak.The wall plate 2 of this support construction is fixed to the wall. The support element 10 (with hook support 11 and box sleeve part 14) is preferably extended at the bottom, a wall punch 48 being arranged at right angles to the bottom end. This wall punch 48 rests at one end against the wall and has a pivot point 106 at the other end, with which the wall punch 48 is rotatably coupled with an arm part 49, which is connected between the free end of arm part 49 and the arm top end of support member 10 tensioned steel cable 140 is held in position. If two net protection constructions thus constructed are placed at a distance from each other against the wall 5, a net 141 can be tensioned between the two constructions and, for example, be secured per construction to the free end of arm part 49 and the top end of support element 10. Thus, the construction person1 greater safety against falling from a flat or sloping roof.

Het afsteunelement 10 van de universele afsteunconstructie 1 kan eveneens onderdeel vormen van een loop- of werksteiger 50 als in figuur 8A is weergegeven.The support element 10 of the universal support construction 1 can also form part of a walking or working scaffold 50 as shown in figure 8A.

Ook hier wordt de muursteun 2 weer bevestigd op de muur 5, en is het afsteunelement 10 onderdeel van de dragende constructie voor een werksteiger 50. De werksteiger 50 omvat hiertoe genoemd afsteunelement 10, een daarop haaks aangebrachte draagbalk 51, en een van het benedenuiteinde van het afsteunelement 10 schuin omhoog naar de draagbalk 51 verlopende draagsteunarm 52. Een of meerdere dwarsverbindingen 53 tussen de draagsteunarm 52 en de draagbalk 51 zijn ter versteviging van de constructie. Waar het benedenuiteinde van het afsteunelement 10 en dat van de draagsteunarm 52 samenkomen, is het raadzaam de constructie nog te voorzien van een muurstempel 48, dat als steun dient voor de draagsteunarm 52 tegen de muur 5. Deze muurstempel 48 kan niet alleen zwenkbaar maar ook in een vaste positie gefixeerd aan de draagsteunarm 52 zijn verbonden. Wanneer deze muurstempel 48 voorzien is van doorboringen, kan de muurstempel met behulp van draadstangen (diwidagstaven) en bijpassende vleugelmoeren aan de muur 5 worden bevestigd. De haaksteun 11 kan zowel vast als losmakelijk met de draagbalk 51 zijn verbonden. Het door de draagbalk 51 en de draagsteunarm 52 gevormde hoekdeel 54 kan bij voorkeur op een samengestelde wijze ten behoeve van het vervullen van nog andere functies worden uitgevoerd, zoals weergegeven is in figuur 8B. Deze figuur laat zien, dat aan de delen 51 en 52 in het punt van samenkomst voorts nog zijn aangebracht een eerste kokervormig buselement 55, dat haaks op de draagbalk 51 in opwaartse richting is aangebracht, een tweede kokervormig buselement 56, dat langs draagsteunarm 52 is aangebracht, en een derde kokervormig buselement 57, dat in lijn met buselement 55 maar dan in neerwaartse richting aan buselement 56 is bevestigd. In het kokervormig buselement 55 kan een baluster 24 geplaatst worden, welke mogelijkheden biedt als uiteengezet is aan de hand van figuren 4A-B en 5.Here, too, the wall support 2 is fixed to the wall 5 again, and the support element 10 is part of the supporting construction for a work scaffold 50. The work scaffold 50 comprises for this purpose said support element 10, a support beam 51 arranged at right angles to it, and one of the lower end of the support element 10 inclined upwards towards the support beam 51 support support arm 52. One or more transverse connections 53 between the support support arm 52 and the support beam 51 are for reinforcing the construction. Where the lower end of the support element 10 and that of the support support arm 52 meet, it is advisable to provide the construction with a wall punch 48, which serves as support for the support support arm 52 against the wall 5. This wall punch 48 can not only pivot, but also are fixedly fixed to the carrying support arm 52 in a fixed position. When this wall punch 48 is provided with holes, the wall punch can be attached to wall 5 with threaded rods (diwidag bars) and matching wing nuts. The hook support 11 can be fixedly or detachably connected to the support beam 51. The corner portion 54 formed by the beam 51 and the beam support arm 52 may preferably be constructed in a composite manner to perform yet other functions, as shown in Figure 8B. This figure shows that at the meeting point parts 51 and 52 are furthermore provided with a first tubular sleeve element 55, which is arranged in an upward direction at right angles to the support beam 51, a second tubular sleeve element 56, which is along support support arm 52 and a third tubular sleeve element 57, which is attached to sleeve element 56 in line with sleeve element 55 but downwardly. A baluster 24 can be placed in the tubular bus element 55, which offers possibilities as explained with reference to Figures 4A-B and 5.

In het kokervormig buselement 56 kan een smaller kokerdeel 58 (flg.8A) worden aangebracht, hetgeen de mogelijkheid biedt om tesamen met een ander bouwconstructieelement met een dergelijk kokerdeel 58 (of gelijksoortig element zoals armdeel 49) een vainetbeveiligingsconstructie (141) aan te brengen.A narrower sleeve section 58 (fig. 8A) can be arranged in the tubular sleeve element 56, which makes it possible to arrange a vainet protection construction (141) together with another building construction element with such a sleeve section 58 (or similar element such as arm section 49).

Het kokervormig buselement 57 is bestemd om samen te werken .met een afstempeleenheid 59 teneinde de draagbalk 51 meer draagvermogen te kunnen verschaffen. Deze afstempeleenheid 59 kan op diverse manieren met buselement 57 in verbinding worden gebracht. Een gunstige uitvoeringsvorm van een dergelijke verbinding wordt verkregen, wanneer deze afstempeleenheid 59 aan de bovenzijde is voorzien van een "verjongd" element 60, dat wil zeggen, dat dit element nauwsluitend en tendele naar buiten uitstekend in de afstempeleenheid 59 is opgenomen en met het buitenuiteinde in het buselement 57 kan worden aangebracht. Een schuifklemverbinding als uiteengezet is aan de hand van figuur 6 kan hier tussen de afstempeleenheid 59 en het verjongde element 60 worden toegepast. Ook kan het buselement 57 en de afstempeleenheid 59 met een zogenaamde stropverbinding aan elkaar worden bevestigd. Het is ook moge lijk de afstempeleenheid 59 welke aan het bovenuiteinde een "verjongd" element 60 bezit voor opname in het buselement 57, op lagere hoogte voort te zetten met een "verjongd" kokerdeel 61 dat dan met een grondplaat 62 op de bodem rust. Ook hier kan de afstempeleenheid 59 en het "verjongde" element 60 met behulp van een schuifklemverbinding als hiervoor is uiteengezet aan de hand van figuur 6, aan elkaar worden bevestigd.The tubular sleeve element 57 is designed to cooperate with a stamping unit 59 to provide the support beam 51 with more load-bearing capacity. This stamping unit 59 can be connected to bus element 57 in various ways. A favorable embodiment of such a connection is obtained when this stamping unit 59 is provided at the top with a "rejuvenated" element 60, that is to say that this element is received in the stamping unit 59 snugly and partly projecting outwards and with the outer end. can be arranged in the bus element 57. A slide clamp connection as explained with reference to Figure 6 can be used here between the stamping unit 59 and the rejuvenated element 60. The bus element 57 and the stamping unit 59 can also be attached to each other with a so-called sling connection. It is also possible to continue the lowering unit 59 which has a "rejuvenated" element 60 at the top end for receiving in the bus element 57 at a lower height with a "rejuvenated" tubular part 61 which then rests with a base plate 62 on the bottom. Here too, the stamping unit 59 and the "rejuvenated" element 60 can be attached to each other by means of a sliding clamp connection as explained above with reference to Figure 6.

De draagbalk 51 kan voorts nog worden voorzien van een met de bovenzijde van deze draagbalk samenwerkende en in horizontale richting verplaatsbare schuifslede 63, waarop in opwaartse richting een kokerbusdeel 64 is bevestigd voor opname van een baluster 24. Om deze schuifslede 63 op de juiste plaats op de draagbalk 51 te bevestigen, kan bij voorkeur gebruik worden gemaakt van een kokerbalk met een sleufprof iel erin, waarmee een schuifboutverbinding met de schuifslede 63 kan worden gerealiseerd.The supporting beam 51 can furthermore be provided with a sliding slide 63 cooperating with the top side of this supporting beam and displaceable in horizontal direction, on which a box sleeve part 64 is mounted in upward direction for receiving a baluster 24. In order to position this sliding slide 63 in the correct position to fix the support beam 51, use can preferably be made of a box beam with a slotted profile, with which a sliding bolt connection with the sliding carriage 63 can be realized.

De werksteiger 50 kan als een inklapbare constructieeenheid worden uitgevoerd door de elementen 51, 10, 52 en 53 ten dele scharnierbaar en voor het overige gedeelte losmakelijk aan elkaar te verbinden.The working scaffold 50 can be designed as a collapsible construction unit by partially hinging the elements 51, 10, 52 and 53 and for the remainder releasably connecting them to one another.

Wanneer twee werksteigerconstructles van een dergelijk type op afstand van elkaar tegen de muur 5 zijn geplaatst, kunnen deze constructies met een of twee loop- of steigerplanken overbrugd worden.When two working scaffolding constructions of such a type are placed at a distance from each other against the wall 5, these constructions can be bridged with one or two gangways or scaffolding planks.

Indien de draagbalk 51 een hoog draagvermogen dient te bezitten, of wanneer de muur 5 recentelijk opgemetseld is, is het raadzaam om tegen de binnenzijde van de muur ter hoogte van de muursteun 2 en muurstempel 48 een stelprof iel 86 te plaatsen, welke met behulp van een schroefspindeleenheid klemmend tussen de vloer en het plafond kan worden opgesteld. De muursteun 2 kan dan met het stelprofiel onder gebruikmaking van draadstangen (diwidagstaven) en bijpassende vleugelmoeren in verbinding worden gebracht, zodat het stelprofiel 86 de gewichtsbelasting op de werksteiger 50 mede kan opvangen.If the supporting beam 51 is to have a high load-bearing capacity, or if the wall 5 has recently been bricked, it is advisable to place an adjustment profile 86 against the inside of the wall at the height of the wall support 2 and wall punch 48, which a screw spindle unit can be arranged clamped between the floor and the ceiling. The wall bracket 2 can then be connected to the adjusting profile using threaded rods (diwidag bars) and matching wing nuts, so that the adjusting profile 86 can also absorb the weight load on the working scaffold 50.

Zoals in figuur 9Ά is weergegeven behoeft de muursteun 2 niet noodzakelijkerwijze aan een muur 5 bevestigd te worden, maar kan de muursteun 2 ook op een steunplaat 65 bevestigd te worden. Het bovenuiteinde van de steunplaat 65 is als weergegeven is in figuur 9Ά tweevoudig omgezet, waardoor een u-vormige aanhaakmogelijkheid (142) van de steunplaat 65 over een sport (67) van een ladder 68 wordt verkregen. Ook kunnen twee haakorganen 66 aan de steunplaat 65 nabij de bovenrand zijn bevestigd, welke haakorganen dan als weergegeven is in > fig.9B over een sport 67 van een verticaal opgestelde ladder 68 kunnen worden aangehaakt, waardoor de steunplaat 65 tegen een aantal sporten 67 van de ladder 68 komt te rusten. Veiligheidshalve kunnen op de achterzijde van de steunplaat 65 nog enkele klemmiddelen worden aangebracht die met een . lager gelegen sport 67 samenwerken en aldus voor een betere bevestiging van de steunplaat 65 aan de ladder 68 zorgen. Aan de muursteun 2 van deze steunplaat 65 kan vervolgens een bouwconstructieeiement (bijvoorbeeld een werksteigerconstructie 50) met een daarin geïntegreerd of . daarmee samenwerkend afsteuneIement 10 volgens het principe van een universele afsteunconstructie worden bevestigd.As shown in Figure 9Ά, the wall bracket 2 does not necessarily have to be attached to a wall 5, but the wall bracket 2 can also be mounted on a support plate 65. The top end of the support plate 65 is bi-fold as shown in Figure 9Ά, thereby providing a u-shaped hooking capability (142) of the support plate 65 over a rung (67) of a ladder 68. Two hook members 66 can also be attached to the support plate 65 near the top edge, which hook members can then be hooked over a rung 67 of a vertically arranged ladder 68 as shown in Fig. 9B, so that the support plate 65 against a number of rungs 67 of the ladder 68 comes to rest. For the sake of safety, a few clamping means can be arranged on the rear side of the support plate 65, which one with a. lower rung 67 cooperate and thus provide a better attachment of the support plate 65 to the ladder 68. On the wall support 2 of this support plate 65 a building construction element (for instance a work scaffolding construction 50) can be integrated with one or more. supporting element 10 cooperating therewith according to the principle of a universal supporting construction.

De ladder 68 is aan de bovenzijde nog voorzien van een gootkop 69. Een gootkop 69 omvat een tweetal parallel opgestelde, U-vormige prof ie 1delen 70, welke op afstand worden gehouden door middel van stang— of staafvormige, dan wel buisvormige elementen (sporten) en welke ieder aan één uiteinde aan de bovenzijde van de ladder 68 zijn bevestigd. Aan het andere uiteinde worden de U-vormige profieldelen 70 overbrugd door middel van een houten of kunststof balkdeel, waardoor bij plaatsing van dit balkdeel in de dakgoot, de gootkop zo weinig moge lijk beschadiging aan de dakgoot 72 kan aanrichten.The ladder 68 is at the top still provided with a gutter head 69. A gutter head 69 comprises two parallel U-shaped section parts 70, which are kept at a distance by means of rod or rod-shaped or tubular elements (rungs ) and each of which is attached at one end to the top of the ladder 68. At the other end, the U-shaped profile parts 70 are bridged by means of a wooden or plastic beam part, so that when the beam part is placed in the gutter, the gutter head can cause as little damage as possible to the gutter 72.

Een andere toepassingsmogelijkheid voor een universele afsteunconstructie is gelegen in het gebruik van een zogenaamde gevelridder 73 als in figuur 10 is weergegeven.Another possible application for a universal support construction lies in the use of a so-called facade knight 73 as shown in figure 10.

Een gevelridder omvat een kokervormige staander of profielbalk 74, welke in verticale positie is opgesteld en aan de onderzijde op de bodem is afgesteund door middel van een hoeksteunconstructie 75. De profielbalk 74 is met het bovendeel met behulp van een klembeugeIverbinding 76 aan een verdiepingsvloer 77 bevestigd. Ook is het goed de gevelridder 73 nog halverwege de muur 5 of verdiepingsvloer te ondersteunen. De gevelridder 73 omvat voorts een kokervormig profieldeel 78, dat nauwsluitend een gedeelte van de balk 74 .omsluit. Voorts is op het benedendeel van de gevelridder 73 nog een handlier 79 geplaatst, waarvan de hijskabel 80 binnen de staander 74 omhoog gaat, en via een aan het bovenuiteinde van de staander 74 geplaatst geleidewiel 81 buiten de staander 74 en langs de voorzijde ervan naar het kokervormig .profieldeel 78 loopt en daarop is vastgehaakt. Aldus is een hoogteverste11ing van het profieldeel 78 verkregen.A façade knight comprises a tubular upright or profile beam 74, which is arranged in a vertical position and is supported on the bottom by means of an angle support construction 75. The profile beam 74 is fastened to a storey floor 77 with the upper part by means of a clamp bracket connection 76. . It is also good to support the facade knight 73 halfway between wall 5 or storey floor. The facade knight 73 further comprises a tubular profile part 78, which closely encloses a part of the beam 74. In addition, a hand winch 79 is placed on the lower part of the facade knight 73, the hoisting cable 80 of which rises inside the upright 74, and via a guide wheel 81 placed at the top end of the upright 74 to the outside of the upright 74 and along its front side. tubular profile section 78 runs and is hooked onto it. A height adjustment of the profile part 78 is thus obtained.

Op het profieldeel 78 is aan de voorzijde de muursteun 2 gemonteerd, op welke muursteun een bouwconstructieelement middels het daarin geïncorporeerde afsteunelement 10 kan .worden bevestigd. Wanneer twee gevelridders 73 op afstand van .-*. /** /*·· S / £ elkaar tegen de muur 5 zijn aangebracht, en op elk der gevelridders een werksteigerconstructle als weergegeven Is in figuur 8Ά, is aangehaakt, dan kan door de werksteigerconstructies met behulp van steigerplanken te overbruggen, met behulp van de lierwerking (79) een in hoogte instelbare werksteiger 50 worden verkregen.On the front side, the wall support 2 is mounted on the profile part 78, on which wall support a building construction element can be fixed by means of the support element 10 incorporated therein. When two facade knights 73 at a distance from .- *. / ** / * ·· S / £ are placed together against the wall 5, and a work scaffolding constructle as shown in Figure 8Ά has been hooked onto each of the facade knights, then it is possible to bridge the work scaffolding constructions using scaffolding planks, using the winch operation (79) a height-adjustable working scaffold 50 can be obtained.

Om bij kabelbreuk te voorkomen, dat een werksteiger over een zekere hoogte omlaag valt, dient op iedere gevelridder 73 met werksteigerconstructie een valbeveiliging aanwezig te zijn. Door in het kokerprofie Idee 1 78 een doorboring te maken, en in de profielbalk 74 op met die doorboring correspondere plaatsen op meerdere hoogtes eveneens doorboringen te maken, kan wanneer de werksteiger 50 zover omhoog getakeld is, dat de doorboringen in het kokerprofie Idee 1 78 en de profielbalk 74 op gelijke hoogte zich bevinden, een penvormig vergrendelingselement door deze doorboringen worden gestoken. Aldus is deze in hoogte verstelbare werksteiger tegen ongelukken bij kabelbreuk beveiligd.In order to prevent a work scaffolding from falling over a certain height in the event of a cable break, every facade knight 73 with work scaffolding construction must have fall protection. By making a hole in the hollow section Idea 1 78, and also making holes in corresponding sections at several heights in the profile beam 74, it is possible when the working scaffold 50 is raised so far that the holes in the hollow section Idea 1 78 and the profile beam 74 are at the same height, a pin-shaped locking element is inserted through these bores. This height-adjustable work scaffold is thus protected against accidents in the event of a cable break.

Een alternatieve uitvoeringsvorm van deze gevelridder 73 wordt zoals in figuur 11 is weergegeven, verkregen door de gevelridder zover van de muur 5 verwijderd op te stellen, dat tussen deze muur en de gevelridder voldoende ruimte is om. onder gebruikmaking van de universele afsteunconstructie 1 een bouwconstructieelement zoals een werksteiger 50 op het kokerprofie Idee 1 78 te bevestigen.As shown in Figure 11, an alternative embodiment of this facade knight 73 is obtained by arranging the facade knight so far away from wall 5 that there is sufficient space between this wall and the facade knight. using the universal support construction 1 to attach a building construction element such as a work scaffold 50 to the box section Idea 1 78.

De gevelridder 73 is aan de onderzijde en zo moge lijk ook op hogere gedeeltes met behulp van een afstandhouder aan de muur 5 of vloer 77 bevestigd waarmede een afschoorbeveiliging is gecreëerd.The facade knight 73 is attached to the wall 5 or floor 77 with a spacer on the underside and, if possible, also on higher parts, thereby creating a safety barrier.

Aan de bovenzijde is de gevelridder 73 met behulp van een afstandhouder 82 gekoppeld aan het dak 37 ter plaatse van een dakbalk of -spant 83.At the top, the facade knight 73 is coupled to the roof 37 by means of a spacer 82 at the location of a roof beam or truss 83.

Het is uit veiligheidsoverwegingen bij de bouw gewenst om bij een verdiepingsvloer rondom deze vloer een effectief werkende valbeveiligingsconstructie aan te brengen. Hiertoe worden rondom deze verdiepingsvloer 77 eerst muursteunen 2 op de buitenzijde van de bij deze verdiepingsvloer behorende buitenmuren aangebracht. Vervolgens kunnen bouwconstructieelementen, welke tenminste een afsteunelement 10 (en eventueel een balusterdeel 24) bevatten, met de muursteunen 2 in verbinding worden gebracht, waardoor universele afsteunconstructies worden verkregen. Wanneer een bouwconstructieelement slechts als afsteunelement 10 is uitgevoerd, moet het bouwconstructieelement wel een kokerprofiel bezitten, zodat een baluster 24 met een iets smallere kokerprofielvorm in het kokervormige prof ie Idee 1 van het afsteunelement 10 kan worden opgenomen. Bezitten het afsteunelement 10 en het bouwconstructieelement dezelfde gedimensioneerde prof ielvorm, dan kan onder gebruikmaking van een verjongd tussenstuk de baluster 24 op het afsteunelement 10 worden aangebracht.For safety reasons during construction, it is desirable to install an effectively working fall protection construction around this floor with a storey floor. For this purpose, wall supports 2 are first fitted around this storey floor 77 on the outside of the outside walls associated with this storey floor. Building construction elements, which contain at least one support element 10 (and optionally a baluster part 24) can then be connected to the wall supports 2, whereby universal support constructions are obtained. If a building construction element is only designed as support element 10, the building construction element must have a box profile, so that a baluster 24 with a slightly narrower box profile shape can be included in the tubular profile Idea 1 of the support element 10. If the support element 10 and the building construction element have the same dimensioned profile shape, the baluster 24 can be mounted on the support element 10 using a tapered intermediate piece.

Aan een baluster 24 kan nog een kokerprofie Idee 1 84 bevestigd worden, welke naar buiten schuin omhoog loopt, en welke deel gaat uitmaken van een valnetbeveiliging (141). Tussen de balusters 24 zijn zo laag moge lijk de kantplanken 26 aangebracht en op grotere hoogtes de steigerp1anken of valbeveiligingsladders met mogelijkheid van plaatsing van reclameteksten.A sleeve profile Idea 1 84 can be attached to a baluster 24, which extends upwards at an angle, and which will form part of a fall protection (141). The side boards 26 are arranged as low as possible between the balusters 24 and the scaffolding boards or fall protection ladders at greater heights with the possibility of placing advertising texts.

Het afsteunelement 10 kan ook in het bouwconstructieelement geïntegreerd zijn. Zo'n bouwconstructieelement kan dan uitgevoerd zijn als een baluster 24, een gecombineerde constructie van een baluster 24 met valnetbeveiliging (141) of een steigerconstructieelement 50 of een gevelridder 73 als weergegeven in de voorafgaande figuren.The support element 10 can also be integrated in the building construction element. Such a building construction element can then be designed as a baluster 24, a combined construction of a baluster 24 with fall net protection (141) or a scaffolding construction element 50 or a facade knight 73 as shown in the preceding figures.

Het kan voorkomen dat op een of meerdere plaatsen rondom de verdiepingsvloer 77 de buitenmuur ontbreekt als gevolg van een aldaar geprojecteerde kozijnopening of iets dergelijks.It is possible that the outer wall is missing in one or more places around the floor 77 as a result of a window opening or something similar projected there.

Op een dergelijke plaats is het niet mogelijk een universele afsteunconstructie 1 aan te brengen, daar een dergelijke afsteunconstructie voor de muursteun 2 een bevestigingsvlak vereist, dat groter is dan de dikte van de verdiepingsvloer 77.In such a location it is not possible to provide a universal support construction 1, since such a support construction for the wall support 2 requires an attachment surface which is greater than the thickness of the storey floor 77.

Een oplossing om toch een baluster 24 op zo’n plaats te kunnen aanbrengen, wordt verkregen door gebruik te maken van een met een lijmplaat 100 samenwerkende balusterafsteunelement 101. Een lijmplaat 100 is een in de bouw reeds bekend zijnde langwerpig plaatvormig element, welke in het ene halfdeel een bij voorkeur ronde opening 102 met een doorsnede van enige centimeters bezit, en welke in het andere deel enige spijkergaten 103 bezit. Een dergelijke lijmplaat 100 is in fig.12 weergegeven.A solution to still be able to fit a baluster 24 in such a place is obtained by using a baluster support element 101 cooperating with a glue plate 100. A glue plate 100 is an elongated plate-shaped element already known in the construction industry, which one half part has a preferably round opening 102 with a diameter of a few centimeters, and in the other part has some nail holes 103. Such an adhesive plate 100 is shown in Figure 12.

Het balusterafsteunelement 101 is een kokervormig profieldeel 104 dat aan het benedenuiteinde een zijwaarts uitstekende afstandhouder 105 met muurstempel 48 bezit. Voorts bezit het balusterafsteunelement 101 een haakvormig orgaan 107, dat even boven de afstandhouder 105 aan hetzelfde zijvlak met het kokervormig profieldeel 104 een vaste verbinding of een met behulp van een geleiderail in het kokerprofiel uitgevoerde schuifboutverbinding bezit.The baluster support element 101 is a tubular profile section 104 which has a laterally projecting spacer 105 with wall punch 48 at the bottom end. Furthermore, the baluster support element 101 has a hook-shaped member 107 which, just above the spacer 105 on the same side surface with the tubular profile part 104, has a fixed connection or a sliding bolt connection formed by means of a guide rail in the box profile.

Het haakvormige orgaan 107 is zodanig gedimensioneerd, dat het nauwsluitend kan worden ingehaakt in de opening 102.The hook-shaped member 107 is dimensioned such that it can be hooked snugly into the opening 102.

Om het balusterafsteunelement 101 te kunnen aanbrengen wordt het haakvormig orgaan 107 in de opening 102 ingehaakt, waarna het balusterafsteunelement 101 tegen de zijkant van de verdiepingsvloer 77 in verticale positie wordt gehouden en de lijmplaat 100 op de verdiepingsvloer neergelegd. In deze positie wordt de lijmplaat 100 vast aan de verdiepingsvloer 77 bevestigd, hetzij direct met betonspijkers door de spijkergaten van de lijmplaat hetzij door eerst ter plaatse van de spijkergaten in de verdiepingsvloer boorgaten aan te brengen, deze op te vullen met spijker- of schroefbaar materiaal, waarna de lijmplaat 100 met spijkers c.q. schroeven op de verdiepingsvloer 77 wordt bevestigd. Het balusterafsteunelement 101 is daarmee op de juiste wijze gepositioneerd.In order to be able to fit the baluster support element 101, the hook-shaped member 107 is hooked into the opening 102, after which the baluster support element 101 is held in vertical position against the side of the storey floor 77 and the adhesive plate 100 is placed on the storey floor. In this position, the glue plate 100 is fixedly attached to the floor 77, either directly with concrete nails through the nail holes of the glue plate or by first drilling holes at the location of the nail holes in the floor, filling them with nail or screwable material after which the glue plate 100 is fastened to the storey floor 77 with nails or screws. The baluster support element 101 is thus correctly positioned.

Is een dergelijk balusterafsteunelement 101 kort van lengte, dan kan het met een baluster 24 of een combinatie van baluster 24 met draagarm 56 voor een valnetconstructie (141) worden verlengd. De draagarm 56 wordt dan als een kort kokerdeel schuin opwaarts aan de baluster 24 of aan het voor de baluster 24 bestemd balusterafsteunelement 101 gelast. Aldus kunnen rondom de verdiepingsvloer 77 balusters 24 al dan niet in combinatie met draagarmen 56 voor een valnetconstructie worden aangebracht. De muursteun 2 kan voorts nog worden gebruikt voor het aanbrengen van een bouwconstructieelement dat dient als eindbevelliging bij loopbruggen. Zoals in fig.13 is weergegeven omvat het als eindbevei1iging 143 bestemde bouwconstructieelement een horizontale draagarm 144 in de vorm van een profielkoker, welke aan het uiteinde is voorzien van een daarop haaks aangezette haaksteun 11, welke zodanig gedimensioneerd is, dat het nauwsluitend in het bovenuiteinde 9 van een muursteun 2 past.If such a baluster support element 101 is short in length, it can be extended with a baluster 24 or a combination of baluster 24 with support arm 56 for a fall net construction (141). The support arm 56 is then welded obliquely upwards to the baluster 24 or to the baluster support element 101 intended for the baluster 24 as a short tube section. Balusters 24 can thus be arranged around storey floor 77, optionally in combination with support arms 56 for a safety net construction. The wall support 2 can furthermore also be used for the provision of a building construction element that serves as an end attachment for walkways. As shown in Fig. 13, the building construction element intended as end security 143 comprises a horizontal support arm 144 in the form of a profile tube, which is provided at the end with a hook support 11 which is arranged at right angles to it, so that it fits snugly in the top end. 9 of a wall bracket 2 fits.

De draagarm 144 is aan de onderzijde nog voorzien van een beugelelement 145 waardoor de eindbevei1iging ook voor lagere hoogtes op een loopsteiger 50 een doelmatige werking heeft. Het is ook moge lijk dat een baluster 24 op de buitenrand van een verdiepingsvloer 77 moet worden geplaatst, waar welliswaar de buitenmuur ontbreekt, maar waar in de als kanaalplaten uitgevoerde verdiepingsvloer de ovale kanaalopeningen 146 te zien zijn. In een dergelijke situatie kan een alternatieve uitvoeringsvorm van een balusterafsteunelement 101 worden toegepast als weergegeven is in fig.14. Een dergelijk afsteunelement 101 omvat een plaatvormig element 147, waarop haaks op dit element aan één zijde een buisdeel 148 is gelast. In de bovenzijde van dit buisdeel is een sleufgat 149 aanwezig. Op de andere zijde van het plaatvormig element 147 is tegen het plaatvormig element 147 recht omhoog een kokerbusdee1 150 voor een baluster 124 en eventueel een schuin opwaarts verlopend kokerdeel 151 ten behoeve van een armdeel voor een valnetbeveiliging (141). Het buisdeel 148 wordt nu ter plaatse van de gewenste afsteuning het kanaalgat 146 ingestoken, waarna een gat in de verdiepingsvloer naar het sleufgat 149 wordt geboord. Met een borgpen 152 door het gat in de vloer tot in het sleufgat 149 van het buisdeel 148 wordt het kokerbusdee1 150 voor het daarop te plaatsen balusterafsteunelement 101 aan de vloer gefixeerd.The support arm 144 is still provided at the bottom with a bracket element 145, so that the end protection also has an effective function for lower heights on a walking scaffold 50. It is also possible that a baluster 24 must be placed on the outer edge of a storey floor 77, where the outer wall may be missing, but where the oval channel openings 146 can be seen in the storey floor constructed as hollow core slabs. In such a situation, an alternative embodiment of a baluster support element 101 can be used as shown in Fig. 14. Such a support element 101 comprises a plate-shaped element 147, on which a pipe section 148 is welded perpendicular to this element on one side. A slotted hole 149 is present in the top of this pipe section. On the other side of the plate-shaped element 147, against the plate-shaped element 147, there is a straight sleeve section 150 for a baluster 124 and possibly an obliquely upwardly extending box section 151 for an arm part for a fall net protection (141). The pipe section 148 is now inserted into the channel hole 146 at the location of the desired support, after which a hole is drilled in the storey floor to the slotted hole 149. With a locking pin 152 through the hole in the floor into the slotted hole 149 of the pipe section 148, the sleeve sleeve part 150 for the baluster support element 101 to be placed thereon is fixed to the floor.

Het plaatvormig element 147 is tevens nog voorzien van schroefgaten 153 waardoor het element 147 tegen de verdiepingsvloer 77 kan worden vastgeschroefd.The plate-shaped element 147 is also provided with screw holes 153 through which the element 147 can be screwed against the storey floor 77.

Om een universele afsteunconstructie waarop een groot draagvermogen komt te staan, goed te kunnen afsteunen kan ook gebruik worden gemaakt van de bouwconstructie welke in fig.15 is weergegeven. Deze figuur laat zien, dat het afsteunelement 10 voor balusterafsteunelement 101 een kokerdeel 154 bezit, dat tenminste ten dele in het benedendeel is aangebracht, en dat een doorvoeropening 155 bezit voor het doorvoeren en opnemen van een op de grond afgesteunde steigerbuis 59. Het afsteunelement 10 kan met een borgpen met de steigerbuis 59 worden verbonden, dan wel steunen op een om de steigerbuis aanwezige en op hoogte aan de steigerbuis gefixeerde flensring of plaat. Eenzelfde binnenkoker 154 met doorvoeropening 155 is ook op te nemen in het afsteunelement 10 van een bouwconstructiedeel, zoals een werksteiger 50. Het afsteunelement 10 wordt dan met een steigerbuis op de grond afgesteund.In order to be able to support a universal support construction on which a large load capacity will be supported, the building construction which is shown in fig. 15 can also be used. This figure shows that the support element 10 for baluster support element 101 has a tubular part 154, which is arranged at least partly in the bottom part, and that it has a passage opening 155 for passing and receiving a ground-supported scaffold tube 59. The support element 10 can be connected to the scaffolding tube 59 with a locking pin, or be supported on a flange ring or plate which is fixed at height around the scaffolding tube and which is fixed around the scaffold tube. The same inner sleeve 154 with passage opening 155 can also be received in the support element 10 of a building construction part, such as a work scaffold 50. The support element 10 is then supported on the ground with a scaffold tube.

. Een werksteiger 50 waarop een uitzonderlijk groot draagvermogen komt te staan, kan veiligheidshalve beter met een wat langere afsteunelement 10 en een eveneens wat langere draagsteunarm 52 worden uitgevoerd. Ter verkrijging van het daarbij benodigde constructiegedeelte op de muur 5 is het .voordelig een tweetal muursteunen 10 onder elkaar te plaatsen en deze met elkaar te verbinden, zodat een muursteun van dubbele lengte wordt verkregen. Het aan elkaar koppelen van beide muursteunen kan op diverse manieren geschieden. Men kan bijvoorbeeld een buitenkokerdee1 gebruiken, en deze ten dele over het benedendeel van de bovenste muursteun en ten dele over het bovendeel van de onderste muursteun schuiven, en daarna deze elementen met elkaar verbinden. Op soortgelijke wijze is het moge lijk hierbij gebruik te maken van een binnenkoker. Ook is het bij gebruik van afsteunelementen 10 van het type als weergegeven is in fig.15 moge lijk het beneden het bovenste afsteunelement 10 uitstekende deel van het binnenkokerdee1 154 te laten zakken in het bovenuiteinde van het onderste afsteunelement 10, en de beide elementen met behulp van borgpennen aan elkaar te bevestigen, of met behulp van een op de grond afgesteunde steigerbuis 59, welke via het onderste afsteunelement 10 doorloopt tot in het bovenste afsteunelement 10. Het als bouwsteiger uitgevoerde bouwconstructieelement bezit dan bij voorkeur een haaksteun 11 en twee op zekere afstand van elkaar geplaatste kokerbusdelen. De haaksteun 11 werkt samen met het bovenuiteinde van de bovenste muursteun 2A, terwijl de beide kokerbusdelen samenwerken met de penvormige opsluitorganen 7A-B van de twee muursteunen 2A respectievelijk 2B. Ook is het moge lijk om zoals in fig.16 is weergegeven, tussen de twee boven elkaar te plaatsen muursteunen 2A en 2B een tussensteun of afstandskoker 155 op te nemen, waarbij de afstandskoker 155 ten dele over de muursteunen 2 ofwel binnen in de muursteunen kan worden aangebracht, danwel evenals de muursteunen 2A en 2B zelf, aan de onderzijde zijn voorzien van een ten dele binnen het benedengedeelte van de koker 155 opgenomen, en voor het overige gedeelte naar beneden uitstekende binnenkokerdee1 154. Aldus kunnen de drie steunen 2A, 155 en 2B op elkaar worden aangebracht.. For safety reasons, a working scaffold 50 on which an exceptionally large load-bearing capacity is to be constructed can be constructed with a somewhat longer support element 10 and a likewise somewhat longer support arm 52. In order to obtain the required construction part on the wall 5, it is advantageous to place two wall brackets 10 one below the other and to connect them together, so that a wall bracket of double length is obtained. The two wall brackets can be coupled together in various ways. For example, one can use an outer sleeve part 1 and slide it partly over the lower part of the upper wall support and partly over the upper part of the lower wall support, and then connect these elements together. In a similar manner it is possible to use an inner tube. Also, when using support elements 10 of the type shown in Fig. 15, it is possible to lower the protruding part of the inner sleeve part 154 below the upper support element 10 into the upper end of the lower support element 10, and the two elements by means of of locking pins, or with the aid of a ground-supported scaffolding tube 59, which extends via the lower supporting element 10 into the upper supporting element 10. The building construction element designed as a scaffolding then preferably has a hook support 11 and two at a certain distance spaced sleeve bush parts. The hook support 11 cooperates with the upper end of the upper wall support 2A, while the two sleeve bush parts cooperate with the pin-like locking members 7A-B of the two wall supports 2A and 2B, respectively. It is also possible, as shown in fig. 16, to include an intermediate support or spacer 155 between the two wall supports 2A and 2B, which can be placed one above the other, whereby the spacer 155 can be partly placed over the wall supports 2 or inside the wall supports. or, like the wall brackets 2A and 2B themselves, are provided on the underside with a part received inside the lower part of the tube 155, and for the other part downwardly projecting inner sleeve part 154. Thus the three supports 2A, 155 and 2B are superimposed.

Wanneer een muursteun 2 aan de rand van een werkvloer 77, .When a wall bracket 2 on the edge of a work floor 77,.

maar juist voor een steunkolom 156 moet worden aangebracht.but just before a support column 156 must be fitted.

ontstaan er problemen ten aanzien van de bevestiging van de muursteun 2 aan de steunkolom, welke opgelost kunnen worden als weergegeven is in fig.l7A-B.problems arise with the mounting of the wall bracket 2 to the support column, which can be solved as shown in Fig. 17A-B.

Hierbij is op de voorzijde van de muursteun 2 even onder bet bovenuiteinde ervan een buisje 157 in horizontale richting aangelast, waardoor bijvoorbeeld een diwidagstang 94 kan worden gestoken. Voorts zijn voor deze bevestiging nog een tweetal verbindingsorganen 158 nodig, welke als een kort pijpvormig deel 159 met een dwars daarop aangezet haakvormig orgaan 160 zijn uitgevoerd als weergegeyen is in fig.l7B.In this case, a tube 157 is welded horizontally on the front side of the wall support 2, just below its top end, so that, for example, a diwidag rod 94 can be inserted. Furthermore, for this mounting, two connecting members 158 are required, which are designed as a short pipe-shaped part 159 with a hook-shaped member 160 arranged transversely thereto, as shown in Fig. 17B.

Over de beide uiteinden van de diwidagstang 94 worden de pijpvormige delen 159 van de verbindingsorganen 158 geschoven, waarna over de uiteinden van de diwidagstang 94 met daarbij behorende vleugelmoeren worden aangebracht. De haakvormige organen 160 van de beide verbindingsorganen 158 worden elk in een ronde opening (102) van een lijmplaat 100 ingehaakt, waarna de lijmplaat op de bovenzijde van de werkvloer 77 wordt bevestigd.The tubular parts 159 of the connecting members 158 are slid over both ends of the diwidag rod 94, after which the ends of the diwidag rod 94 with associated wing nuts are fitted over the ends. The hook-shaped members 160 of the two connecting members 158 are each hooked into a round opening (102) of a glue plate 100, after which the glue plate is fixed on the top of the work floor 77.

Indien het pijpvormig deel 159 een op de diwidagstang 94 afgestemde binnenschroefdraad bezit, kunnen de pijpvormige delen 159 van de verbindingsorganen 158 over de diwidagstaven worden gedraaid, waarna de haakvormige organen 160 van zo'n verbindingsorgaan 158 onder gebruikmaking van de lijmplaten 100 aan de bovenzijde van de werkvloer 77 kunnen worden , bevestigd.If the pipe-shaped part 159 has an internal thread matched to the diwidag rod 94, the pipe-shaped parts 159 of the connecting members 158 can be rotated over the diwidag rods, after which the hook-shaped members 160 of such a connecting member 158 using the glue plates 100 on the top of the work floor 77 can be secured.

In plaats van verbindingsorganen 158 , die met lijmplaten 100 in verbinding is gebracht, is het ook moge lijk een koppelorgaan 137 van twee gekruiste en op elkaar gelaste buisjes 138 en 139 te gebruiken. Buisje 138 wordt over de diwidagstang 94A aangebracht, die door het buisje 157 aan de voorzijde van de muursteun 2 loopt. Een tweede diwidagstang 94B wordt door het tweede buisje 139 geleid en met een vleugelmoer aan één zijde afgesloten. Het andere uiteinde van de diwidagstang 94B wordt in een buisje, dat op een, op , de vloer aangebrachte grondplaat is gelast, gestoken en daarna in die positie gefixeerd.Instead of connecting members 158, which have been connected with glue plates 100, it is also possible to use a coupling member 137 of two crossed and welded tubes 138 and 139. Tube 138 is placed over diwidag rod 94A, which passes through tube 157 on the front of wall bracket 2. A second diwidag rod 94B is passed through the second tube 139 and closed with a wing nut on one side. The other end of the diwi day rod 94B is inserted into a tube welded to a base plate mounted on the floor and then fixed in that position.

Met de hiervoor aangegeven middelen is het moge lijk rond de gehele werkvloer en tevens om diverse bouwconstructieeenheden zoals werksteigers doelmatige valbeveiligingsmiddelen aan te brengen.With the aforementioned means it is possible around the entire work floor and also to install various building construction units such as work scaffolds effective fall protection means.

Wanneer steigerplanken op een werksteiger 50 in eikaars verlengde dienen te worden geplaatst, is het raadzaam ze aan de uiteinden te voorzien van inhaakconstructïedelen. Zo'n inhaakconstructiedeel kan bijvoorbeeld een zich over de breedte van de steigerplank uitstrekkend stripvormig uiteinde omvatten, dat in het verlengde van de plank is aangebracht en aan het uiteinde haaks naar binnen, dat wil zeggen, u-vormig is omgezet.When scaffolding planks are to be placed in line on a working scaffolding 50, it is advisable to provide them with hook-in construction parts at the ends. Such a hook-in construction part can for instance comprise a strip-shaped end extending over the width of the scaffolding plank, which is arranged in line with the plank and is bent at the end at right angles, that is to say, u-shaped.

Wanneer het ene inhaakconstructiedeel zich aan de bovenzijde van de steigerplank bevindt en naar beneden is omgezet, en het andere inhaakconstructiedeel zich aan de onderzijde van de steigerplank bevindt en naar boven is omgezet, kunnen deze steigerplanken in elkaar worden gehaakt. In plaats van een omgezet stripvormig uiteinde kan één der beide steigerplanken aan een uiteinde ook een stang- of staafvormig element omvatten, waarover het inhaakconstructiedeel van de andere steigerplank inhaakt.When one hook-in construction part is at the top of the scaffold board and is turned downwards, and the other hook-in construction part is at the bottom of the scaffold board and is turned upwards, these scaffold boards can be hooked together. Instead of a converted strip-shaped end, one of the two scaffold planks at one end can also comprise a rod- or rod-shaped element, over which the hook-in construction part of the other scaffold plank hooks.

Bij het leggen van dakgoten en monteren van lichtkappen in bijvoorbeeld montagehallen, zijn valnetbevei1igingsconstructies eveneens aan te raden. Een moge lijke realisatie hiervan wordt verkregen door een viertal staanders bijvoorbeeld vier steunpalen in de montagehal aan de bovenzijde te voorzien van een katrol. Aan een rechthoekig net wordt aan elk der vier hoekpunten een kabel bevestigd, welke dan over het bijbehorende katrol wordt geleid, en waaraan een (contra-)gewicht wordt bevestigd. Valt iemand in het net, dan zakt het net met de persoon met matige snelheid omlaag, waarbij de gewichten omhoog worden getrokken. Aldus wordt de val van de persoon op voldoende wijze afgeremd.When constructing gutters and installing skylights in, for example, assembly halls, safety net constructions are also recommended. A possible realization of this is achieved by providing four uprights, for example, with four pulleys in the assembly hall at the top with a pulley. A cable is attached to a rectangular net at each of the four corners, which is then guided over the associated pulley and to which a (counter) weight is attached. If someone falls into the net, the net will lower with the person at a moderate speed, pulling the weights up. Thus the fall of the person is sufficiently slowed down.

Het komt geregeld voor, dat mensen in een trapgat van een in aanbouw zijnd huis naar beneden vallen.It happens regularly that people fall down a stairwell of a house under construction.

Hiertegen dient een beveiligingsconstructie bij zo’n trapgat 120 te worden aangebracht zoals in fig.18 is weergegeven. Een mogelijke bevei1igingsconstructie kan bijvoorbeeld bestaan uit een tweetal op afstand van elkaar evenwijdig opgestelde kokerdelen 121, welke door middel van tussendelen 122 op afstand van elkaar worden gehouden, en waarbij op de kokerdelen 121, doch slechts op een gedeelte van het door de kokerdelen begrensd vlak een vaste beplating 123 wordt aangebracht, terwijl over het resterende gedeelte van dit vlak wordt bedekt door een als kantelluik uitgevoerd plaatdeel 124 dat bijvoorbeeld scharnierbaar aan genoemde vaste beplating 123 is bevestigd. Om te voorkomen, dat de trapgatbeveiligingsconstructie tijdens de bouwwerkzaamheden van zijn plaats kan geraken dienen aan de onderzijde van de kokerdelen 121 per kokerdeel twee hoeksteunelementen 125 te worden bevestigd, welke in het trapgat 120 uitsteken. Bij voorkeur kunnen de twee hoeksteunelementen die zich onder het vaste plaatgedeelte 123 bevinden, verstelbaar op het desbetreffende kokerdeel 121 te zijn aangebracht. Dit is moge lijk bij gebruikmaking van kokerdelen met een geleiderail profilering, zodat een hoeksteunelement 125 door middel van een schuifboutverbinding op de juiste plaats kan worden vastgezet.Against this, a safety construction should be provided at such a stairwell 120 as shown in Fig. 18. A possible protection construction may for instance consist of two spaced apart parallel tube sections 121, which are kept at a distance from each other by means of intermediate parts 122, and on the tube parts 121, but only on a part of the plane bounded by the tube parts a fixed panel 123 is provided, while over the remainder of this plane is covered by a plate part 124 designed as a tilting hatch, which is for instance hinged to said fixed panel 123. In order to prevent the stairwell protection structure from getting out of place during construction work, two corner support elements 125 must be attached to the underside of the sleeve parts 121 per sleeve part, which project into the staircase 120. Preferably, the two corner support elements located below the fixed plate portion 123 may be adjustably mounted on the respective sleeve portion 121. This is possible when using tubular parts with a guide rail profiling, so that an angle support element 125 can be fixed in the correct place by means of a sliding bolt connection.

Claims

1. Universal support construction, which comprises a wall support and a cooperating finishing support element, wherein the wall support is of tubular design at at least one end and is provided with a pin-shaped retaining member, which is spaced from the tubular end by means of a bridge part on the wall support and - wherein the building support element is provided with a hook support whose converted end is suitable for a form-fitting hooking in said tubular end of the wall support and also comprises a sleeve sleeve part1, which is spaced from the hook support on the outer wall of the building support element applied to obtain a positive fit of the sleeve sleeve portion on the pin-shaped retainer.

Universal support construction according to claim 1, characterized in that the box sleeve part 1 is arranged in line with the hook support on the outer wall.

3. Building construction element, characterized in that a universal support construction is integrated in said bouuw construction element, which wall support comprises a wall support support element and a co-operating support support element, the wall support being at least one end tubular and provided with a pin-shaped retaining element which is spaced apart from the tubular end is arranged on the wall support by means of a bridge part, and - wherein the building support element forms part of the building construction element and is provided with a hook support, the turned end of which is suitable for hooking into said tubular end of the wall support in a form-fitting manner. provided with a sleeve sleeve part, which is arranged at a distance from the hook support on the outer wall of the building support element, in order to obtain a positive fit of the sleeve sleeve part on the pin-shaped retaining member.

Building construction element according to claim 3, characterized in that the building construction element is designed as a baluster.

Building construction element according to claim 3, characterized in that the building construction element is designed as a scaffold construction element.

6. Support plate provided with hooking members for attaching the support plate to a rung of a ladder, which support plate is provided with a universal support construction according to claim 1.

Façade knight, in which an upright is enclosed over a certain length by a tubular profiled Idee 1 profile, characterized in that said profi Idee 1 is provided with a universal support construction according to claim 1.

Universal support construction according to claim 1, characterized in that the pin-shaped element is connected to the support element using a sliding timber construction.

Universal support construction according to claim 8, characterized in that the pin-shaped element is connected to the support element via a spacer.

Universal support construction according to claim 3, characterized in that the building construction element is designed as a fall protection construction, for which purpose the building construction element comprises a pivot arm suspended from the support element and wherein the fall net is suspended from the support element and the pivot arm.

Universal support construction according to claim 1, characterized in that the wall support is provided with a tubular part for the passage of a threaded rod member, which member is connected at the two ends via two coupling plates, which can be coupled to the work floor.

Support construction for a building construction element, characterized in that said support construction is provided with a plate-shaped element, which is arranged for screw mounting, and which is provided with a tubular element with slotted hole arranged perpendicular to the plate-shaped element.