NL9101593A - Inhaleerinrichting. - Google Patents

Description

INHALEERINRICHTING

Inhaleerinrichtingen zowel voorzien van een mengkamer waarbij bij elke inhalatie een capsule met een dosis medium wordt ingebracht, als met een reservoir voor verscheidene doses te inhaleren medium, zijn op grote schaal op de markt, bijvoorbeeld voor cara-patiënten. Het te inhaleren medium omvat veelal een poeder, dat bij inhalatie in de lucht aanwezig dient te zijn met een deeltjesdiameter van bijvoorbeeld minder dan ΙΟμιη, of minder dan 7, 5 of Ιμπι.

Voor het verbeteren van de transporteigenschappen van het poeder, kan hierin dragermateriaal zijn opgenomen met een deeltjesdiameter groter dan bovengenoemde diameter. Ook indien geen dragermateriaal in het poeder in opgenomen, ontstaan in de aërosol gemakkelijk complexen van deeltjes met een diameter groter dan bovengenoemde. Deeltjes met een grotere diameter dan bovengenoemde in de aërosol zijn ongewenst, daar deze geen medicinale werking kunnen uitoefenen edoch tot irritaties aan de luchtwegen, mond- en/of keelholte kunnen leiden.

De onderhavige uitvinding verschaft een inhaleerin-richting voor het inhaleren van aërosol, omvattende: - een aanzuigstuk voor het aanzuigen van de aërosol; - mengkamer voor het mengen van aangezogen lucht en in de lucht op te nemen medium; en - scheidingsmiddelen voor het afscheiden van die fractie van de aërosol waarvan de deeltjes een diameter groter dan een vooraf bepaalde waarde hebben.

Het moge duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot het geval waarbij het medium poedervormig is. Toepassing van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is eveneens goed denkbaar voor verstoven (vloeibaar) medium.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan met verwijzing naar de bijgevoegde figuur, waarin een zij-aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de inhaleerinrichting volgens de onderhavige uitvinding is getoond.

Een inhaleerinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding omvat een schematisch aangegeven mengkamer 2 waarin een te inhaleren dosis wordt gemengd met op niet getoonde wijze in de mengkamer 2 aangezogen lucht. De inhaleerinrichting 1 kan voorts zijn voorzien van een reservoir waarin een voorraad te inhaleren medium is opgenomen, alsmede van eveneens niet getoonde transportmiddelen voor het vanuit dit reservoir in de mengkamer transporteren van telkens een dosis medium - zie bijvoorbeeld de Nederlandse niet-voorgepubliceerde octrooiaanvragen NL-A-90.02103, en NL-A-91.01245, waarvan de inhoud als hier ingelast dient te worden beschouwd.

Met de mengkamer 2 is een aanzuigstuk 3 gekoppeld, dat een ingangskanaal 4, een uitgangskanaal 5 alsmede een opvangkamer 6 omvat. Door een patiënt wordt via neus of mond aan aanzuigstuk 7 gezogen. Een fractie, aangeduid met pijl F] van de aërosol wordt zodoende door de patiënt geïnhaleerd. Een fractie F2, waarvan de deeltjes een relatief grote diameter hebben, bijvoorbeeld groter dan 10, 7, 5 of 1/m geraakt vanwege de massa van de deeltjes echter niet in het uitgangskanaal 5. Die deeltjes uit de fractie F2 worden verzameld onder in de opvangkamer 6, die van tijd tot tijd geledigd dient te worden door het losnemen van deksel 8.

Bij de thans voorgestelde en nog in de praktijk te realiseren inhaleerinrichting volgens de onderhavige uitvinding heeft de hoek die wordt ingesloten door de hartlijnen van het uitgangskanaal 5 en het ingangskanaal 4, een waarde van ongeveer 60°, dat wil zeggen dat de richtingsverandering ongeveer 120° bedraagt. Het inlaatkanaal wordt in eerste instantie gedacht met een diameter van ongeveer 1 cm, het uitlaatkanaal met een diameter van 0,8 cm en het inlaatkanaal met een lengte van ongeveer 5 cm. De getoonde voorkeursuitvoeringsvorm wordt bij voorkeur in kunststof gerealiseerd. De figuur is op schaal uitgevoerd, zodat andere voorgestelde afmetingen daaruit afleidbaar zijn.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de getoonde en beschreven voorkeursuitvoeringsvorm. De rechten worden bepaald door de navolgende conclusies.

Claims (4)

1. Inhaleerinrichting voor het inhaleren van aëro-sol, omvattende: - een aanzuigstuk voor het aanzuigen van de aërosol; - mengkamer voor het mengen van aangezogen lucht en in de lucht op te nemen medium? en - scheidingsmiddelen voor het afscheiden van die fractie van de aërosol waarvan de deeltjes een diameter groter dan een vooraf bepaalde waarde hebben.

2. Inhaleerinrichting volgens conclusie 1, waarbij de scheidingsmiddelen een ingangskanaal en een uitgangska-2naal omvatten, waarbij de hartlijnen van ingangs- en uit-gangskanaal een scherpe hoek insluiten.

3. Inhaleerinrichting volgens conclusie 1 of 2, voorzien van een opvangreservoir voor het opvangen van de fractie met een relatief grote deeltjesdiamter.

4. Inhaleerinrichting volgens conclusie 3, waarbij het reservoir voorzien is van een losneembaar deksel.