NL8802986A - FORMWORK. - Google Patents

FORMWORK. Download PDF

Info

Publication number
NL8802986A
NL8802986A NL8802986A NL8802986A NL8802986A NL 8802986 A NL8802986 A NL 8802986A NL 8802986 A NL8802986 A NL 8802986A NL 8802986 A NL8802986 A NL 8802986A NL 8802986 A NL8802986 A NL 8802986A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fabric
formwork
plate
concrete
weft threads
Prior art date
Application number
NL8802986A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL191443B (en
NL191443C (en
Original Assignee
Kumagai Gumi Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kumagai Gumi Co Ltd filed Critical Kumagai Gumi Co Ltd
Publication of NL8802986A publication Critical patent/NL8802986A/en
Publication of NL191443B publication Critical patent/NL191443B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL191443C publication Critical patent/NL191443C/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G9/00Forming or shuttering elements for general use
    • E04G9/10Forming or shuttering elements for general use with additional peculiarities such as surface shaping, insulating or heating, permeability to water or air
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B7/00Moulds; Cores; Mandrels
    • B28B7/36Linings or coatings, e.g. removable, absorbent linings, permanent anti-stick coatings; Linings becoming a non-permanent layer of the moulded article
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B7/00Moulds; Cores; Mandrels
    • B28B7/36Linings or coatings, e.g. removable, absorbent linings, permanent anti-stick coatings; Linings becoming a non-permanent layer of the moulded article
    • B28B7/368Absorbent linings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B7/00Moulds; Cores; Mandrels
    • B28B7/40Moulds; Cores; Mandrels characterised by means for modifying the properties of the moulding material
    • B28B7/46Moulds; Cores; Mandrels characterised by means for modifying the properties of the moulding material for humidifying or dehumidifying

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)

Description

N.0. 35533 ,. 1 *N.0. 35533. 1 *

Bekisting.Formwork.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bekisting voor het vormen van beton, bevattende een plaat en twee stoffen die aan elkaar genaaid zijn en het oppervlak van de plaat bedekken. De twee stoffen bestaan uit een binnenste stof die gehecht is aan het oppervlak van 5 de genoemde plaat en een buitenste stof welke doorlaatbaar is voor water doch niet voor beton. Een dergelijke bekisting is bekend uit US-A-4.730.805.The present invention relates to a formwork for forming concrete, comprising a slab and two fabrics sewn together covering the surface of the slab. The two fabrics consist of an inner fabric adhered to the surface of said plate and an outer fabric permeable to water but not concrete. Such formwork is known from US-A-4,730,805.

Bij een dergelijke bekisting wordt het overtollige water dat door de buitenste stof, die in aanraking is met het beton, gestroomd is in 10 grote hoeveelheden afgevoerd tussen de binnenste en buitenste stoffen, zodat de water/cement-verhouding van de oppervlaktelaag van gevormd beton verlaagd kan worden waardoor het snel verwijderen van de bekisting van het beton kan worden bevorderd. Ook wordt door de buitenste stof verhinderd dat een deel van de talrijke deeltjesvormige substanties die 15 bestaan uit cementdeeltjes, aggregaatdeeltjes en dergelijke die zich in het genoemde overtollige water bevinden daardoorheen kunnen treden waarbij hij als een filter werkt dat deze deeltjes tussen de buitenste stof en het gevormde beton achterlaat. De resterende deeltjes vormen later een oppervlaktelaag met een hoge hardheid.In such formwork, the excess water that has flowed through the outer material, which is in contact with the concrete, is discharged in large quantities between the inner and outer materials, so that the water / cement ratio of the surface layer of formed concrete is lowered which can promote the rapid removal of the formwork from the concrete. Also, the outer fabric prevents some of the numerous particulate substances consisting of cement particles, aggregate particles and the like contained in said excess water from passing through it, acting as a filter that separates these particles between the outer fabric and the shaped concrete. The remaining particles later form a surface layer of high hardness.

20 De bekisting wordt gereinigd om de deeltjesvormige substanties, die aan beide stoffen zijn blijven hechten, te verwijderen in verband met hergebruik na het verwijderen van de vorm. De bekisting kan gereinigd worden door water te spuiten op de buitenste stof, doch het door reinigen verwijderen van de genoemde deeltjesvormige substanties van de 25 binnenste stof bleek te moeilijk om een voldoend reinigingseffect te verkrijgen. Daardoor bleek het onvermijdelijk dat bij hernieuwd gebruik van de bekisting de genoemde deeltjesvormige substanties in onvoldoende mate verwijderd waren. De niet verwijderde deeltjesvormige substanties in de binnenste stof worden samengevoegd met deeltjesvormige substan-30 ties in het overtollige water dat tussen de binnenste en buitenste stoffen doorstroomt wanneer de bekisting opnieuw gebruikt wordt zodat de spleet tussen beide stoffen versmald wordt, waardoor het doorstromen van het overtollige water wordt verhinderd, waardoor de afvoer daarvan afneemt. De in de binnenste stof overblijvende deeltjesvormige substan-35 ties accumuleren zich elke keer dat de bekisting opnieuw wordt gebruikt, waardoor het aantal keren dat hij opnieuw gebruikt kan worden omlaag gaat.The formwork is cleaned to remove the particulate substances which have adhered to both substances for reuse after removal of the mold. The formwork can be cleaned by spraying water on the outer fabric, but removing the said particulate substances from the inner fabric by cleaning proved to be too difficult to obtain a sufficient cleaning effect. As a result, it appeared inevitable that when the formwork was used again, the said particulate substances had not been sufficiently removed. The non-removed particulate substances in the inner fabric are combined with particulate substances in the excess water that flows between the inner and outer materials when the formwork is reused, narrowing the gap between the two materials, thereby flowing the excess water is prevented, which reduces its discharge. The particulate substances remaining in the inner fabric accumulate each time the formwork is reused, reducing the number of times it can be reused.

Aangezien verder de binnenste stof door middel van een hechtmiddel .8802986 * 2 * gehecht wordt aan de genoemde plaat en de buitenste stof vastgenaaid wordt aan de binnenste stof, volgt de buitenste stof het zich zetten van het aangebrachte beton nauwelijks. In dit opzicht treedt tijdens het verharden een verhoudingsgewijze grote relatieve verplaatsing op 5 tussen de betonnen oppervlaktelaag gehecht aan de buitenste stof en het dieper gelegen binnenste gedeelte van het beton. Deze relatieve verplaatsing vormt een overheersende faktor bij het optreden van losraken van de genoemde oppervlaktelaag van het genoemde dieper gelegen binnenste gedeelte wanneer de vorm wordt verwijderd.Furthermore, since the inner fabric is adhered to said plate by means of an adhesive .8802986 * 2 * and the outer fabric is sewn to the inner fabric, the outer fabric hardly follows the setting of the applied concrete. In this regard, during curing, a relatively large relative displacement occurs between the concrete surface layer adhered to the outer fabric and the deeper inner portion of the concrete. This relative displacement constitutes a predominant factor in the occurrence of detachment of said surface layer from said deeper inner portion when the mold is removed.

10 Doel van de onderhavige uitvinding is een bekisting te verschaffen bestaande uit een combinatie van een plaat en een stof met goede eigenschappen betreffende afvoer en filteren van overtollig water en die meer effectief gereinigd kan worden in verband met hergebruik.The object of the present invention is to provide a formwork consisting of a combination of a plate and a material with good properties regarding discharge and filtering of excess water and which can be cleaned more effectively in connection with reuse.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat een plaat voorzien 15 is met een aantal doorgaande gaten die uitmonden op zowel het voorvlak als de achterzijde daarvan, alsmede een dubbel geweven stof bevestigd aan de plaat ter bedekking van het oppervlak daarvan, waarbij de stof bestaat uit een voorste weefsel waar het water doorheen kan stromen doch dat de doorgang voor het beton verhindert; alsmede een achterste 20 weefsel tegenover het voorvlak van de genoemde plaat en relatief verplaatsbaar met betrekking tot het oppervlak van de genoemde plaat.This is achieved according to the invention in that a plate is provided with a number of through-holes opening on both the front face and the back thereof, as well as a double woven fabric attached to the plate to cover its surface, the fabric consisting of a front fabric through which the water can flow but which prevents passage for the concrete; and a rear fabric opposite the front surface of said plate and relatively movable with respect to the surface of said plate.

Volgens de uitvinding verschaft het achterste weefsel van de stof spleten tussen de plaat en het voorste weefsel van de stof. Deze spleten kunnen de grote hoeveelheden overtollig water opnemen die door het 25 voorste weefsel gestroomd zijn van de stof die in aanraking met het beton, waarbij het overtollige water dat opgenomen is in de genoemde spleten afgevoerd wordt door de doorgaande gaten.According to the invention, the back fabric of the fabric provides gaps between the plate and the front fabric of the fabric. These slits can absorb the large amounts of excess water that has flowed through the front fabric of the material in contact with the concrete, with the excess water contained in said slits being discharged through the through holes.

Het genoemde voorste weefsel van de stof biedt een doorgang voor een deel van de talrijke deeltjesvormige substanties bestaande uit ce-30 mentdeeltjes en fijne aggregaatdeeltjes, doch verhindert de doorgang voor de meeste daarvan, zodat zij achterblijven in de vorm van een laag tussen het voorste weefsel en het beton. Deze deeltjesvormige substanties verharden later tot een fijne oppervlaktelaag van het gevormde beton met hoge hardheid.Said front fabric of the fabric provides passage for some of the numerous particulate substances consisting of cement particles and fine aggregate particles, but prevents passage for most of them so that they remain in the form of a layer between the front fabric and the concrete. These particulate substances later harden to a fine surface layer of the formed concrete with high hardness.

35 Aangezien ook het achterste weefsel tegenover de genoemde plaat relatief verplaatsbaar is met betrekking tot de genoemde plaat, wordt door het waswater dat de genoemde plaat bereikt door de genoemde voorste en achterste weefsels, wanneer water naar de genoemde stoffen gespoten wordt voor het reinigen van de bekisting na het verwijderen van 40 de vorm, het genoemde achterste weefsel relatief verplaatst met betrek- .£802986 s 3 king tot de genoemde plaat. De genoemde deeltjesvormige substanties die * aan het genoemde achterste weefsel hechten worden afgeschud tengevolge van de relatieve verplaatsing van het genoemde achterste weefsel. Zodoende is het mogelijk om de bekisting waarvan de deeltjesvormige sub-5 stanties, hechtend aan het achterste weefsel tot waar het reinigende effect nauwelijks doordringt, voldoende verwijderd waren, opnieuw te gebruiken. Aangezien verder de genoemde stof ook relatief verplaatsbaar is in zijn geheel met betrekking tot het voorvlak van de genoemde plaat, kan de genoemde stof die in aanraking is met het beton zich ver-10 lengen afhankelijk van het zich zetten van het beton tijdens het verharden van het beton. Tengevolge daarvan kan de relatieve verplaatsing die optreedt tussen de oppervlakte!aag van het beton dat in aanraking is met de genoemde stof en het dieper gelegen binnenste gedeelte van het beton aanmerkelijk worden verminderd, waardoor verhinderd wordt dat 15 scheiding van de oppervlakte!aag optreedt wanneer de vorm wordt verwijderd.Since also the posterior fabric opposite said plate is relatively movable with respect to said plate, it is through the wash water that said plate is reached by said front and back fabrics when water is sprayed to said fabrics to clean the formwork after removing the mold, said back fabric displaced relatively relative to said plate. Said particulate substances which adhere to said posterior tissue are shaken off due to the relative displacement of said posterior tissue. Thus, it is possible to reuse the formwork from which the particulate substances adhering to the posterior tissue to which the cleaning effect hardly penetrates have been sufficiently removed. Furthermore, since said substance is also relatively displaceable in its entirety with respect to the front face of said plate, said substance in contact with the concrete may elongate depending on the setting of the concrete during curing. the concrete. As a result, the relative displacement that occurs between the surface layer of the concrete in contact with said material and the deeper inner portion of the concrete can be markedly reduced, thereby preventing separation of the surface layer from occurring when the shape is removed.

Tot nu toe was een grote kracht nodig bij het verwijderen van een bekisting waarvan de stoffen krachtig aan het gevormde beton hechtten en tengevolge van deze grote, bij het verwijderen noodzakelijke kracht 20 gebeurde het soms dat de oppervlakte!aag nabij het bovenste gedeelte van het genoemde gevormde beton, verwijderd werd doordat deze aan de genoemde stof hechtte.Heretofore, great force has been required in removing a formwork, the materials of which adhered vigorously to the formed concrete, and as a result of this great force, necessary in the removal, it sometimes happened that the surface was near the upper part of the said formed concrete, was removed by adhering to said material.

Deze problemen kunnen omzeild worden door de bekisting volgens deze uitvinding te voorzien van een stof, waarbij de inslag en de sche-25 ring van het voorste weefsel van de stof op een vlak platte gedeelten bezitten respectievelijk die aanwezig zijn op de rechte zijde van de stof. Aangezien het oppervlaktegebied van de genoemde stof kleiner is dan dat van conventionele stof, is het gebied waaraan het beton hecht klein terwijl ook slechts zwakke hechtspanningen uitgeoefend worden op 30 het beton. Tengevolge daarvan kan de bekisting verwijderd worden door middel van een kleinere kracht, waardoor het scheiden van de oppervlak-telaag van het gevormde beton bij het verwijderen van de vorm wordt verhinderd. Aangezien verder de trekkracht die uitgeoefend wordt op de garens waaruit de genoemde stof bestaat ook klein is, worden de garens 35 minder beschadigd. Dientengevolge is de bekisting duurzamer en kan hij vaker opnieuw worden gebruikt. Verder wordt daardoor de mogelijkheid geboden een bekisting te vervaardigen met grotere afmetingen, dat wil zeggen een groot oppervlak terwijl hij bij het verwijderen toch een verhoudingsgewijze lage verwijderkraeht vertoont. Door toepassing van 40 grotere bekistingen worden tijd en arbeid bespaard bij het samenstellen .8802986 4 * * van bekistingen en het verwijderen van de vorm. Aangezien verder minder beton aan het oppervlak van de bekisting hecht, kunnen de werkzaamheden betreffende het verwijderen van het beton in verband met het opnieuw gebruiken van de bekisting gemakkelijk uitgevoerd worden in een korte 5 tijdsperiode.These problems can be circumvented by providing the formwork of this invention with a fabric, the weft and warp of the front fabric of the fabric having flat areas or those present on the straight side of the fabric . Since the surface area of said fabric is smaller than that of conventional fabric, the area to which the concrete adheres is small while only weak adhesion stresses are exerted on the concrete. As a result, the formwork can be removed by a smaller force, thereby preventing separation of the surface layer from the molded concrete upon removal of the mold. Furthermore, since the tensile force exerted on the yarns constituting said fabric is also small, the yarns 35 are less damaged. As a result, the formwork is more durable and can be reused more often. Furthermore, this offers the possibility of manufacturing a formwork with larger dimensions, that is to say a large surface area, while still exhibiting a relatively low removal rate during removal. The use of 40 larger formworks saves time and labor in assembling .8802986 4 * * formworks and removing the mold. Furthermore, since less concrete adheres to the surface of the formwork, the concrete removal operations associated with reuse of the formwork can be easily performed in a short period of time.

De uitvinding zal vervolgens toegelicht worden aan de hand van enkele uitvoeringsvormen.The invention will now be elucidated on the basis of some embodiments.

Fig. 1 en 2 tonen een voor- en een achteraanzicht van een bekisting volgens de uitvinding waarbij een gedeelte weggesneden is.Fig. 1 and 2 show a front and a back view of a formwork according to the invention, with a part cut away.

10 Fig. 3 en 4 tonen respectievelijke aanzichten in dwarsdoorsnede en volgens een vertikale doorsnede volgens de lijnen 3-3 en 4-4 van fig.FIG. 3 and 4 show respective cross-sectional and vertical views along lines 3-3 and 4-4 of FIG.

1.1.

Fig. 5 toont een gedeeltelijk aanzicht in doorsnede volgens de lijn 5-5 van fig. 4 alsmede het weefsel van een stof.Fig. 5 shows a partial sectional view along line 5-5 of FIG. 4 as well as the fabric of a fabric.

15 Fig. 6 toont een gedeeltelijk vergroot aanzicht in perspectief van de stof.FIG. 6 shows a partially enlarged perspective view of the fabric.

Fig. 7 toont een gedeeltelijk vergroot aanzicht in perspectief van een andere stof overeenkomstig fig. 6.Fig. 7 shows a partial enlarged perspective view of another fabric as shown in FIG. 6.

Fig. 8 toont een gedeeltelijk vergroot aanzicht van een andere 20 stof gezien in de richting van de pijl A afgebeeld in fig. 7.Fig. 8 shows a partial enlarged view of another fabric viewed in the direction of the arrow A shown in FIG. 7.

Zoals afgebeeld in de fig. 1 t/m 5 bevat de bekisting 10 volgens de uitvinding die onderdeel uitmaakt van een vorm voor het vormen van beton, een plaat 12 die in zijn geheel een rechthoekige platte vorm bezit, alsmede een dubbele geweven stof 14 bevestigd aan de plaat ter be-25 dekking van het oppervlak 12a.As shown in Figs. 1 to 5, the formwork 10 according to the invention, which forms part of a mold for forming concrete, comprises a plate 12 which has a rectangular flat shape as a whole, as well as a double woven fabric 14 attached to the plate to cover the surface 12a.

De plaat 12 bezit een aantal doorgaande gaten die uitmonden op zijn voorvlak 12a en zijn achtervlak 12b. Het voorvlak 12a is bij voorkeur glad. De afgeheelde plaat 12 bestaat uit gelaagd hout en een acryl harslaag als bekleding op een vlak daarvan, waarbij de acrylhars-30 laag de plaat 12 gladheid verschaft. De plaat 12 kan bestaan uit metaal, kunststof en dergelijke zoals in de afbeelding weergegeven. De plaat 12 is ook versterkt door middel van een aantal balken 18 die zich respectievelijk in langsrichting en vertikaal uitstrekken. Elke balk 18 is aan de plaat 12 bevestigd door een aantal ingeslagen spijkers 20 die 35 zich uitstrekken door de stof 14 en de plaat 12 tot in de balk 18.The plate 12 has a number of through holes which open out on its front surface 12a and its rear surface 12b. The front face 12a is preferably smooth. The sheared plate 12 consists of plywood and an acrylic resin layer coated on a face thereof, the acrylic resin layer providing the plate 12 with smoothness. The plate 12 may consist of metal, plastic and the like as shown in the figure. The plate 12 is also reinforced by a plurality of beams 18 extending longitudinally and vertically, respectively. Each beam 18 is secured to the plate 12 by a number of hammered nails 20 extending through the fabric 14 and the plate 12 into the beam 18.

De dubbele geweven stof 14 bestaat uit een voorste weefsel 22 waar het water doorheen kan stromen doch waar het beton niet doorheen kan treden alsmede een achterste weefsel 24 dat integraal uitgevoerd is met het voorste weefsel 22. Het achterste weefsel 24 bezit zoals afgebeeld 40 in fig. 5 een aantal spleten tussen het voorste weefsel 22 en de plaat .8802986 * ] 5 12. Vier klepachtige randgedeelten 14a verbonden aan het rechthoekige gedeelte dat gekeerd Is naar het plaatoppervlak 12a van de plaat, bestaande uit stof 14 zijn teruggevouwen naar de achterzijde 12b van de plaat en bevestigd aan de achterzijde 12b van de plaat in de nabijheid 5 van de randgedeelten van de plaat 12. Tengevolge daarvan vormt het voorste weefsel 22 van de stof 14 het oppervlak van de bekisting 10, dat wil zeggen het vlak dat tegen het beton aanligt, terwijl het achterste weefsel 24 relatief verplaatsbaar is met betrekking tot het vlak 12a. De randgedeelten 14a van de stof kunnen door middel van nieten, 10 kranmen 28, en dergelijke of een hechtmiddel (niet afgebeeld) bevestigd worden aan de plaat 12. Bovendien kan de behandeling betreffende het bevestigen van de stof 14 aan de plaat 12 uitgevoerd worden op de werkplek waar de bekisting wordt toegepast.The double woven fabric 14 consists of a front fabric 22 through which the water can flow but which the concrete cannot pass through, and a back fabric 24 integrally formed with the front fabric 22. The back fabric 24 has 40 as shown in FIG. 5 a number of slits between the front fabric 22 and the plate .8802986 *] 5 12. Four flap-like edge portions 14a connected to the rectangular portion facing the plate surface 12a of the plate consisting of fabric 14 are folded back to the back 12b of the slab and attached to the rear 12b of the slab in the vicinity of the edge portions of the slab 12. As a result, the front fabric 22 of the fabric 14 forms the surface of the formwork 10, i.e., the face which abuts the abuts concrete, while the rear web 24 is relatively movable with respect to the plane 12a. The edge portions 14a of the fabric can be attached to the plate 12 by means of staples, taps 28, and the like or an adhesive (not shown). In addition, the treatment of attaching the fabric 14 to the plate 12 can be performed on the workplace where the formwork is used.

Een uitvoering van de dubbele geweven stof 14 is afgebeeld in fig.An embodiment of the double woven fabric 14 is shown in FIG.

15 6. De afgebeelde stof 14 is een aan de achterzijde van de inslag voorziene geweven stof bestaande uit een voorste weefsel 22 verkregen door door een aantal inslagdraden 22a een aantal scheringdraden 22b te weven terwijl het achterste weefsel 24 verkregen wordt door door de scheringdraden 22b van het voorste weefsel een ander aantal inslagdraden 24a te 20 weven.6. The illustrated fabric 14 is a woven fabric provided on the reverse side of the weft consisting of a front fabric 22 obtained by weaving a number of warp threads 22b through a number of weft threads 22a while the back fabric 24 is obtained through the warp threads 22b of weaving the front fabric a different number of weft threads 24a.

Het afgebeelde weefsel 22 is een recht weefsel, en elke inslag-draad 24a van het achterste weefsel kruist elke achtste scheringdraad 22b van het voorste weefsel 22, zodanig dat een weefsel punt gevormd wordt tezamen met de scheringdraad 22b. Als inslagdraden 22a en sche-25 ringdraden 22b voor het voorste weefsel evenals inslagdraden 24a van het achterste weefsel worden bijvoorbeeld gevlochten polypropyleengaren (1000 denier), gevlochten polyestergaren (1000 denier) en niet gevlochten polyestergaren (960 denier) respectievelijk gebruikt. Verder worden als andere voorbeelden voor inslagdraden 22a, scheringdraden 22b en in-30 slagdraden 24a, niet gevlochten polyestergaren (1000 denier), gevlochten polyestergaren (1000 denier) en gevlochten polypropyleengaren (960 denier) respectievelijk gebruikt. Ook kan de dichtheid van het voorste weefsel 22 zo gekozen worden dat hij 30 delen bestaande uit 1000 denier inslagdraden 22a en 36 delen bestaande uit 1000 denier scheringdraden 35 22b bezit op een oppervlakte van een vierkante inch (645,2 mm^).The illustrated fabric 22 is a straight fabric, and each weft yarn 24a of the back fabric crosses each eighth warp yarn 22b of the front fabric 22 such that a fabric tip is formed together with the warp yarn 22b. As weft threads 22a and warp threads 22b for the front fabric as well as weft threads 24a for the back fabric, for example, braided polypropylene yarn (1000 denier), braided polyester yarn (1000 denier), and non-braided polyester yarn (960 denier) are used, respectively. Furthermore, as other examples for weft threads 22a, warp threads 22b and weft threads 24a, non-braided polyester yarn (1000 denier), braided polyester yarn (1000 denier) and braided polypropylene yarn (960 denier) are used, respectively. Also, the density of the front fabric 22 may be selected to have 30 parts of 1000 denier weft threads 22a and 36 parts of 1000 denier warp threads 22b on an area of one square inch (645.2 mm).

Voor de stof 14 kan ofwel een aan de achterzijde van scheringdraden voorzien weefsel, of een aan de achterzijde van schering- en inslagdraden voorzien weefsel worden gekozen, afhankelijk van de noodzaak daartoe, en voor het voorste weefsel kan een satijnweefsel of een ke-40 perweefsel gekozen worden in plaats van het afgebeelde rechte weefsel.For fabric 14, either a back warp fabric or a back warp and weft fabric may be selected depending on the need, and the front fabric may be a satin fabric or a ke-40 fabric. selected instead of the depicted straight weave.

.8802386 6.8802386 6

Verder kunnen de scheringdraden van het voorste weefsel die moeten samenwerken met de inslagdraden 24a van het achterste weefsel ter vorming van de genoemde weefselpunten willekeurig gekozen worden. Bovendien is het niet belangrijk of elk van de inslagdraden 22a, 24a gevlochten of 5 niet gevlochten is.Furthermore, the anterior fabric warp threads to co-operate with the posterior fabric weft threads 24a to form said tissue points may be selected at random. In addition, it is not important whether each of the weft threads 22a, 24a is braided or 5 is not braided.

Bij gebruik van de bekisting 10 kan de stof 14 een vlak vormen dat in aanraking is met het aangebrachte beton. Het overtollige water dat uit het genoemde beton druppelt stroomt geleidelijk naar buiten door het voorste weefsel 22 van de stof 14, de spleten 26 en de gaten 16 in 10 de plaat 12. Het achterste weefsel 24 fungeert niet alleen als een βίε tandorgaan voor het vormen van de spleten 26, doch leidt ook een deel van het genoemde overtollige water vanaf het voorste weefsel 22 naar de gaten 16 van de plaat 12. Elke spleet 26 bepaalt een doorgang voor overtollig water dat door het voorste weefsel 22 gelopen is. Het voor-15 ste weefsel 22 dat verhindert dat beton, dat wil zeggen een mengsel van cementdeeltjes, aggregaatdeel tjes en water, daardoorheen treedt, fungeert als een filter ter verhindering van de doorgang van deeltjesvor-mige substanties bestaande uit cementdeeltjes, fijnkorrelige deeltjes en dergelijke met een bepaalde diameter groter dan de tussen de inslag-20 draden 22a en scheringdraden 22b bepaalde spleet. Tengevolge daarvan blijven talrijke deeltjesvormige substanties achter in de vorm van een laag tussen de bekisting 10 en het beton dat daarmee in aanraking is. Deze deeltjesvormige substanties verharden en vormen een fijne opper-vlaktelaag met een grote hardheid die hoger is dan die van het dieper 25 gelegen binnenste gedeelte van het gevormde beton.When the formwork 10 is used, the fabric 14 can form a surface which is in contact with the applied concrete. The excess water dripping from said concrete gradually flows out through the front fabric 22 of the fabric 14, the slits 26 and the holes 16 in the plate 12. The back fabric 24 not only acts as a βίε toothing member for forming from the slits 26, but also directs part of said excess water from the front fabric 22 to the holes 16 of the plate 12. Each slit 26 defines a passage for excess water that has passed through the front fabric 22. The front fabric 22, which prevents concrete, i.e. a mixture of cement particles, aggregate particles and water from passing through, acts as a filter to prevent passage of particulate substances consisting of cement particles, fine-grained particles and the like having a certain diameter greater than the gap defined between the weft threads 22a and warp threads 22b. As a result, numerous particulate substances remain in the form of a layer between the formwork 10 and the concrete in contact therewith. These particulate substances harden and form a fine surface layer with a high hardness higher than that of the deeper inner part of the formed concrete.

Aangezien de stof 14 verplaatsbaar is met betrekking tot het oppervlak van de plaat 12, wordt aan de stof 14 die in aanraking is met het beton getrokken terwijl deze ook wordt verlengd wanneer het aangebrachte beton zich zet. Tengevolge daarvan treedt een dergelijke rela-30 tieve verplaatsing tussen de oppervlaktelaag en het dieper gelegen binnenste gedeelte van het gevormde beton niet op, en laat de genoemde oppervlaktelaag niet los wanneer de vorm wordt verwijderd.Since the fabric 14 is movable with respect to the surface of the slab 12, the fabric 14 in contact with the concrete is pulled while also being extended as the applied concrete sets. As a result, such a relative displacement between the surface layer and the deeper inner part of the formed concrete does not occur, and the said surface layer does not release when the mold is removed.

De voor het vormen van beton gebruikte bekisting 10 kan opnieuw gebruikt worden door hem te reinigen nadat de vorm verwijderd is. De 35 bekisting 10 kan gereinigd worden door water op de stof 14 te spuiten. Het opgespoten water stroomt door het voorste weefsel 22 van de stof, en wast de genoemde deeltjesvormige substanties die aan het voorste weefsel hechten, weg. Bovendien worden de genoemde deeltjesvormige substanties die hechten aan het achterste weefsel 24 weggewassen door de 40 druk van het genoemde opgespoten water dat door het voorste weefsel 22 .8802986 7 Λ is gestroomd. Tengevolge van de druk van het genoemde opgespoten water, verplaatst het achterste weefsel 24 ook met betrekking tot de plaat 12.The formwork 10 used to form concrete can be reused by cleaning it after the mold has been removed. The formwork 10 can be cleaned by spraying water on the fabric 14. The sprayed water flows through the front fabric 22 of the fabric, washing away said particulate substances adhering to the front fabric. In addition, said particulate substances adhering to the back fabric 24 are washed away by the pressure of said sputtered water that has flowed through the front fabric 22,882,986. Due to the pressure of said sprayed water, the back fabric 24 also displaces with respect to the plate 12.

Deze verplaatsing leidt ertoe dat de deeltjesvormige substanties die aan de inslagdraden 24a hechten van het achterste weefsel 24 afgeschud 5 worden. Hoe gladder het oppervlak 12a van de plaat is, des te effectiever is dit afschudden. Tengevolge daarvan wordt het grootste gedeelte van de genoemde deeltjesvormige substanties verwijderd van het achterste weefsel 24 dat nauwelijks gereinigd wordt. Daardoor wordt de hoeveelheid van de genoemde deeltjesvormige substanties die zich bij elk 10 gebruik van de bekisting 10 accumuleren aanmerkelijk verminderd, waardoor de bekisting meerdere malen kan worden gebruikt.This displacement results in the particulate substances adhering to the weft threads 24a being shaken off the posterior tissue 24. The smoother the surface 12a of the plate, the more effective this shaking off is. As a result, most of the said particulate substances are removed from the back fabric 24, which is hardly cleaned. Therefore, the amount of said particulate substances that accumulate with each use of the casing 10 is markedly reduced, whereby the casing can be used several times.

Zoals afgebeeld in de fig. 7 en 8 kan een dubbele geweven stof 32 met een voorste weefsel 34 worden gebruikt. De inslagdraden 22a en scheringdraden 22b die te zien zijn aan de rechte zijde van de stof 32 15 respectievelijk bezitten platte gedeelten 31 en 33 in een vlak 30 (fig.As shown in Figs. 7 and 8, a double woven fabric 32 with a front weave 34 can be used. The weft threads 22a and warp threads 22b seen on the straight side of the fabric 32, respectively, have flat portions 31 and 33 in a face 30 (FIG.

8). Daardoor is het mogelijk om de kracht voor het verwijderen van de bekisting 10 van het beton wanneer de vorm wordt verwijderd, te verminderen. Het voorste weefsel 34 is een recht weefsel, waarbij elke in-slagdraad 36a van het achterste weefsel 36 een weefsel punt vormt samen 20 met elke achtste scheringdraad 34b van het voorste weefsel in een verhouding van een-op-een met betrekking tot een inslagdraad 34a van het voorste weefsel, en geplaatst onder een inslagdraad 34a van het voorste weefsel. Hoe het bovenstaande bereikt kan worden is duidelijk uit fig.8). Therefore, it is possible to reduce the force for removing the formwork 10 from the concrete when the mold is removed. The front weave 34 is a straight weave, with each weft thread 36a of the rear weave 36 forming a weave point together with each eighth warp yarn 34b of the front weave in a one-to-one ratio with respect to a weft thread 34a of the front fabric, and placed under a weft thread 34a of the front fabric. How the above can be achieved is clear from fig.

8 waarin de overlapping getoond is van garens in de respectievelijke 25 rijen a tot g van beide inslagdraden 34a, 36a.8 showing the overlap of yarns in the respective rows a to g of both weft threads 34a, 36a.

De platte gedeelten 31 en 33 kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door kalanderen waarbij de stof gevoerd wordt tussen een verwarmde en een niet verwarmde rol die naar elkaar toegedrukt worden zodat de voorste en achterste weefsels aanliggen tegen de genoemde verwarmde en niet 30 verwarmde rollen respectievelijk. Tengevolge van het kalanderen, worden gekromde bolle gedeelten van de inslagdraden en scheringdraden die het oppervlak van de genoemde stof bepalen plastisch vervormd, zodanig dat de plastisch vervormde vlakken de platte gedeelten 31 en 33 verschaffen. Zoals blijkt uit de uitvoering van de respectievelijke rijen a t/m 35 g in fig. 8, worden de inslagdraden 34a en de scheringdraden 34b van het voorste weefsel in aanraking met de genoemde verwarmde rol plastisch vervormd zodanig dat zij een bij benadering cirkel vormige tot half-cirkelvormige dwarsdoorsnedevorm bezitten. Bovendien worden de inslagdraden 36a van het achterste weefsel die in aanraking zijn met de 40 niet verwarmde rol en de scheringdraden 34a van het voorste weefsel .8802986 τ 8 ' evenals de inslagdraden 34b van het voorste weefsel die niet in aanra king zijn met de niet verwarmde rol plastisch vervormd zodanig dat zij een bij benadering cirkel vormige tot ovale dwarsdoorsnede bezitten.For example, the flat portions 31 and 33 may be formed by calendering in which the fabric is fed between a heated and a non-heated roll which are pressed together so that the front and back fabrics abut said heated and non-heated rolls, respectively. As a result of calendering, curved convex portions of the weft threads and warp threads defining the surface of said fabric are plastically deformed such that the plastically deformed surfaces provide the flat portions 31 and 33. As can be seen from the arrangement of the respective rows a through 35 g in Fig. 8, the weft threads 34a and the warp threads 34b of the front fabric are plastically deformed in contact with said heated roll such that they are an approximately circular to half -circular cross-sectional shape. In addition, the back fabric weft threads 36a in contact with the unheated roller and the front fabric warp threads 34a become .8802986 τ 8 'as well as the front fabric weft threads 34b not in contact with the unheated roll plastically deformed to have an approximately circular to oval cross-section.

Het oppervlak van de bekisting 10, dat wil zeggen het oppervlak 5 van de stof 32 bezit een kleiner oppervlaktegebied, dat wil zeggen het gebied dat aanligt tegen het beton, vergeleken met het oppervlak vó<5r het kalanderen van de stof, zodat de kracht voor het verwijderen die aangebracht moet worden op de bekisting 10 bij het verwijderen van de vorm verminderd kan worden.The surface of the formwork 10, i.e. the surface 5 of the fabric 32 has a smaller surface area, i.e. the area which abuts the concrete, compared to the surface prior to calendering of the fabric, so that the force for the removal to be applied to the formwork 10 upon removal of the mold can be reduced.

10 Door tenminste een van beide van de inslagdraden en de scheringdraden van het voorste weefsel 34 uit te voeren in de vorm van een mo-nofilamentgaren, kan de genoemde kracht voor het verwijderen kleiner worden gemaakt dan wanneer deze uitgevoerd worden met een multifila-mentgaren. Reden daarvan is dat geen pluisvorming optreedt bij monofi-15 lamentgarens wanneer een gedeelte van het filamentgaren doorgesneden wordt zoals wel het geval is bij multifilamentgarens, met als gevolg dat geen pluizen blijven hechten aan het beton, en het derhalve niet noodzakelijk is om op de bekisting een zodanige kracht uit te oefenen dat de hechting tussen de genoemde pluizen en het beton wordt opgehe-20. ven.By designing at least one of both of the weft threads and the warp threads of the front fabric 34 in the form of a monofilament yarn, said removal force can be made smaller than when they are performed with a multi-filament yarn. The reason for this is that no fluffing occurs with monofilament yarns when a part of the filament yarn is cut as is the case with multifilament yarns, as a result of which no fluff adheres to the concrete, and it is therefore not necessary to apply to the formwork exert such force that the adhesion between said fluff and the concrete is released. ven.

De stof 32 is een dubbele geweven stof van gevlochten polypropy-leengaren (multifilamentgaren 1000 denier), gevlochten polyestergaren (multifilamentgaren 1000 denier) en niet gevlochten polyestergaren (multifilamentgaren 960 denier) respectievelijk als inslagdraden 34a 25 voor het voorste weefsel, de scheringdraden 34b voor het voorste weefsel en de inslagdraden 36a voor het achterste weefsel. Hij kan vervaardigd worden door een stof (stof A) te kalanderen met een voorste sa-tijnweefsel met een textuurdichtheid van 30 inslagdraden en 36 scheringdraden in een gebied van een vierkante inch (645,2 mm2) onder de 30 voorwaarde dat de oppervlaktetemperatuur van de 2,2 m lange verwarmde rol 100°C is en de drukbelasting op de genoemde stof 20 ton (20.000 kg) is.The fabric 32 is a double woven fabric of polypropylene braided yarn (1000 denier multifilament yarn), polyester braided yarn (1000 denier multifilament yarn), and non-braided polyester yarn (960 denier multifilament yarn) or weft threads 34a 25 for the front fabric, the warp threads 34b for the front fabric. front fabric and the back fabric weft threads 36a. It can be manufactured by calendering a fabric (fabric A) with a front satin fabric with a texture density of 30 weft threads and 36 warp threads in an area of one square inch (645.2mm2) under the condition that the surface temperature of the 2.2 m long heated roll is 100 ° C and the pressure load on said fabric is 20 tons (20,000 kg).

De experimentele waarden van de kracht welke nodig is voor het verwijderen van een bekisting voorzien van een stof (stof B) die zo 35 verkregen is, van beton en de kracht die nodig is om een bekisting met de genoemde stof A te verwijderen zijn in de volgende tabel weergegeven, waarbij de experimentele uitrusting niet is afgebeeld.The experimental values of the force required to remove a formwork provided with a substance (substance B) thus obtained, of concrete and the force required to remove a formwork with said substance A are in the the following table, with the experimental equipment not shown.

.8802986 Λ 9 lste 2de 3de.8802986 Λ 9 lst 2nd 3rd

Bekisting met stof A 58,0 135,8 137,0Formwork with material A 58.0 135.8 137.0

Bekisting met stof B 39,5 48,1 55,6 5 (eenheid: kg/m2)Formwork with fabric B 39.5 48.1 55.6 5 (unit: kg / m2)

Elke in het experiment gebruikte bekisting is 1 meter breed en lang. De genoemde experimentele waarden zijn de krachten die nodig zijn voor het verwijderen van het beton geplaatst in een ruimte bepaald door 10 een bekisting en drie platen die loodrecht ten opzichte van elkaar geplaatst en samengesteld zijn ter vorming van een rechthoek op een plat vlak, waarbij gedurende 48 uur verhard werd, terwijl het oppervlak van de genoemde bekisting aanliggend tegen het genoemde beton 0,81 m2 is (0,9m x 0,9m). De genoemde grootten van de krachten voor het verwijde-15 ren afgebeeld in de tabel zijn de maximale waarden opgenomen door een penopname-inrichting betreffende de krachten uitgeoefend op een horizontale staaf waarbij een schaarkrik en een aarddrukcel geplaatst waren tussen de horizontale balk bevestigd aan het bovenste eind van de bekisting en een andere horizontale balk bevestigd a^n de genoemde twee 20 platen nabij de bekisting. De numerieke waarden bij het lste, 2de en 3de experiment uit de tabel hierboven zijn waarden die respectievelijk verkregen werden bij het geval van een nog niet gebruikte bekisting, in het geval dat de genoemde bekisting opnieuw gebruikt werd na de eerste keer en gereinigd was waarbij alle cementdeeltjes, poedervormige aggre-25 gaten en dergelijke die aan zijn oppervlakken hechtten weggewassen waren, en het geval dat de genoemde bekisting opnieuw gebruikt werd na de tweede maal gebruik en reinigen.Each formwork used in the experiment is 1 meter wide and long. The stated experimental values are the forces required to remove the concrete placed in a space defined by a formwork and three plates placed perpendicular to each other and assembled to form a rectangle on a flat surface, during which Cured for 48 hours, while the surface area of said formwork adjacent to said concrete is 0.81 m2 (0.9mx 0.9m). Said magnitudes of the removal forces depicted in the table are the maximum values recorded by a pin pick-up device concerning the forces applied to a horizontal bar with a scissor jack and an earth pressure cell interposed between the horizontal bar attached to the top end of the formwork and another horizontal beam attached to the said two plates near the formwork. The numerical values in the 1st, 2nd and 3rd experiments from the table above are values obtained respectively in the case of an unused formwork, in case the said formwork was reused after the first time and cleaned with all cement particles, powdery aggre-holes and the like adhering to its surfaces had been washed away, and the case that said formwork was reused after the second use and cleaning.

Deze resultaten van de experimenten tonen dat de kracht voor het verwijderen uitgeoefend op een bekisting met een stof B met een glad 30 oppervlak als oppervlakte-vormend materiaal aanmerkelijk verkleind is vergeleken met die van een bekisting met stof A met een niet glad oppervl ak.These results of the experiments show that the removal force exerted on a formwork with a material B with a smooth surface as surface-forming material is considerably reduced compared to that of a formwork with material A with a non-smooth surface.

Bovendien bezit een voorste weefsel bestaande uit alleen maar mo-nofilamentgarens vóór het genoemde kalanderen een grovere maasvorm dan 35 een weefsel bestaande uit multifilamentgarens, waarbij het moeilijk is om deze fijn te maken terwijl door het genoemde kalanderen de mazen zeer fijn kunnen worden gemaakt. Bovendien kan een polyethyleenvezel met een ultrahoog moleculair gewicht (merknaam: Dymeema $Κ6($)) gebruikt worden voor het garen dat het voorste weefsel vormt van de ge-40 noemde dubbele geweven stof. Deze vezel bezit uitstekende eigenschappen .8&02986 * 10 betreffende slijtageweerstand en met betrekking tot bestendigheid tegen weersinvloeden.In addition, a front fabric consisting of only monofilament yarns before said calendering has a coarser mesh shape than a fabric consisting of multifilament yarns, it is difficult to make it fine while said calendering allows the meshes to be made very fine. In addition, an ultra-high molecular weight polyethylene fiber (brand name: Dymeema $ 6 ($)) can be used for the yarn which forms the front weave of the aforementioned double woven fabric. This fiber has excellent properties .8 & 02986 * 10 in wear resistance and weathering resistance.

.8802986.8802986

Claims (6)

1. Bekisting voor het vormen van beton met een plaat voorzien van een aantal doorgaande gaten die uitmonden op zowel zijn voorzijde alsmede zijn achterzijde; en een dubbele geweven stof bevestigd aan de be- 5 kisting ter bedekking van zijn oppervlak, met het kenmerk, dat de dubbele geweven stof bestaat uit een voorste weefsel waar het water doorheen kan stromen doch dat verhindert dat het beton daardoorheen treedt, alsmede een achterste weefsel tegenover het voorvlak van de genoemde plaat en verplaatsbaar ten opzichte van het genoemde voorvlak van de 10 plaat, waarbij inslagdraden en scheringdraden van het genoemde voorste weefsel op een vlak platte gedeelten respectievelijk bezitten die tevoorschijn komen op de rechte zijde van de stof.1. Formwork for forming concrete with a plate provided with a number of through holes that open on both its front and its back; and a double woven fabric attached to the formwork to cover its surface, characterized in that the double woven fabric consists of a front fabric through which the water can flow but which prevents the concrete from passing through, as well as a back fabric opposite the front face of said sheet and displaceable with respect to said front face of the sheet, weft threads and warp threads of said front fabric having flat areas respectively which appear on the straight side of the fabric. 2. Bekisting volgens conclusie 1, waarbij ten minste een van de inslagdraden en scheringdraden van het genoemde voorste weefsel uit mo- 15 nofilamentgaren bestaat.Formwork according to claim 1, wherein at least one of the weft threads and warp threads of said front fabric consists of monofilament yarn. 3. Bekisting volgens conclusie 1, waarbij de genoemde stof een aan de achterzijde van de inslagdraden voorziene geweven stof is.Formwork according to claim 1, wherein said fabric is a woven fabric provided on the back of the weft threads. 4. Bekisting volgens conclusie 1, waarbij de genoemde stof een aan de achterzijde van scheringdraden voorziene geweven stof is.Formwork according to claim 1, wherein said fabric is a woven fabric provided with warp threads on the back. 5. Bekisting volgens conclusie 1, waarbij de genoemde stof een aantal omtreksgedeelten bezit die teruggevouwen zijn naar de achterzijde van de genoemde plaat en bevestigd zijn aan de genoemde plaat.Formwork according to claim 1, wherein said fabric has a number of circumferential sections which are folded back to the back of said plate and attached to said plate. 6. Bekisting volgens conclusie 1, waarbij de genoemde plaat versterkt is door een aantal staven bevestigd aan de genoemde plaat door 25 spijkers die door de genoemde stof en de genoemde plaat gedrongen zijn. +++++++ .8802986Formwork according to claim 1, wherein said plate is reinforced by a number of bars attached to said plate by nails penetrated by said fabric and said plate. +++++++. 8802986
NL8802986A 1987-12-04 1988-12-02 Concrete formwork. NL191443C (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP30574987 1987-12-04
JP62305749A JPH0647874B2 (en) 1987-12-04 1987-12-04 Woven plate surface forming fabric

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8802986A true NL8802986A (en) 1989-07-03
NL191443B NL191443B (en) 1995-03-01
NL191443C NL191443C (en) 1995-07-04

Family

ID=17948882

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8802986A NL191443C (en) 1987-12-04 1988-12-02 Concrete formwork.

Country Status (3)

Country Link
JP (1) JPH0647874B2 (en)
BE (1) BE1001920A5 (en)
NL (1) NL191443C (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2638325B2 (en) * 1991-03-08 1997-08-06 株式会社大林組 Method of placing concrete with permeable formwork

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS61274046A (en) * 1985-05-28 1986-12-04 株式会社熊谷組 Mold frame for concrete construction
GB2175635B (en) * 1985-05-28 1988-06-08 Kumagai Gumi Co Ltd Formwork
JPH0328670Y2 (en) * 1985-05-28 1991-06-19

Also Published As

Publication number Publication date
NL191443B (en) 1995-03-01
BE1001920A5 (en) 1990-04-10
JPH01151654A (en) 1989-06-14
NL191443C (en) 1995-07-04
JPH0647874B2 (en) 1994-06-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4856754A (en) Concrete form shuttering having double woven fabric covering
DE69616751T2 (en) FEMALE ELEMENT FOR A REUSABLE LOCKING SYSTEM
EP1991160B1 (en) Flat implant, particularly a hernia mesh
EP1156767B1 (en) Hook and loop fastener for flat materials
EP0882828B1 (en) Loop material
DE60221847T2 (en) SLING MATERIALS FOR VELCRO CLASPS
DE3909534A1 (en) FORMING SCREEN FOR THE WET SECTION OF A PAPER MACHINE
EP0261488B1 (en) Paper-making felt and process for making the same
EP0113464A1 (en) Tab fastener for a diaper, especially a disposable diaper
EP1002892B1 (en) Flat textile fabric
DE102005032500A1 (en) area closure
WO1996038634A1 (en) Textile composite material
DE10240986B3 (en) Flat adhesive closure part comprises detachable closure elements, a backing fabric made from warp thread and weft thread, and a functional thread partially interacting with the backing fabric
AT412096B (en) Knitted fabrics in the form of a mesh made of plastic ribbons
NL8802986A (en) FORMWORK.
DE60120536T2 (en) composite film
DE69426876T2 (en) FILTER FABRIC
DE60131163T2 (en) Nonwoven fabric for the loop structure of an adhesive closure
EP2451305B1 (en) Adhesive fastening part
AT399314B (en) MEMBRANE OF A PRESS INTENDED FOR SEPARATING LIQUID AND SOLID SUBSTANCES
DE3417489C2 (en)
EP0485736B1 (en) Absorbent medical tampon
JP2510868B2 (en) Woven plate surface forming fabric
DE69710943T2 (en) Process for producing a multi-layered material containing a looped layer
EP1264627A1 (en) Filter cloth for a filtering device and method for mounting a filter cloth

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19970701