NL8703137A

NL8703137A - METHOD AND APPARATUS FOR DEPOSITING UNDERWATER DEPOSIT, IN PARTICULAR COVERING A PIPE OR THE LIKE.

Info

Publication number: NL8703137A
Application number: NL8703137A
Authority: NL
Original assignee: Hollandsche Betongroep Nv
Priority date: 1987-12-24
Filing date: 1987-12-24
Publication date: 1989-07-17
Also published as: DK165341C; DK165341B; NO163420C; DK692288D0; ES2040833T3; DK692288A; DE3881499T2; NO163420B; IE62585B1; NO885723D0; EP0322935A1; EP0322935B1; DE3881499D1; IE883205L; NO885723L

Description

NO 34897 ^NO 34897 ^

Werkwijze en inrichting voor het deponeren van stortgoed onder water, in het bijzonder het bedekken van een leiding of dergelijke.Method and device for depositing bulk material under water, in particular covering a pipe or the like.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het deponeren 5 van stortgoed onder water, waarbij het stortgoed, gemengd met water, wordt toegevoerd aan of nabij de bodem via een vanaf een beweegbare inrichting, zoals een vaartuig, naar beneden gerichte buisleiding met uitstroomopening, terwijl tijdens het toevoeren van dit mengsel de inrichting met de buisleiding volgens een bepaald trajekt wordt ver-10 plaatst, zodat het uitstromende mengsel zich onder water scheidt in water en stortgoed, welk stortgoed zich op de bodem afzet.The invention relates to a method for depositing bulk material under water, wherein the bulk material, mixed with water, is supplied to or near the bottom via a pipeline with an outflow opening directed from a movable device, such as a vessel, while during the supply of this mixture, the device with the pipeline is moved along a specific range, so that the outflowing mixture separates under water into water and bulk material, which bulk material deposits on the bottom.

Een dergelijke werkwijze is algemeen bekend. Daarbij doet zich het probleem voor, dat het uit de monding van de buisleiding stromende mengsel van water en stortgoed, alnaargelang de korrelgrootte van het stort-15 goed en de uittredende hoeveelheid stortgoed per tijdseenheid, zich meer of minder snel verspreidt doordat de uit de monding tredende mengsel-stroom een zekere hoeveelheid energie vertegenwoordigt en omgevingswater meesleurt. Dit heeft een spreiding van het stortgoed tot gevolg over een veel grotere oppervlakte dan gewenst is, in het bijzonder wanneer zich 20 in het water ter plaatse van de uitstroommonding ook nog stromingen voordoen. Dit probleem is het grootst bij fijnkorrelig materiaal, zoals fijn zand, met een korrelgrootte, bijvoorbeeld in de orde van grootte van 100 tot 200 /um. (micrometer)Such a method is generally known. The problem then arises that the mixture of water and bulk material flowing out of the mouth of the pipeline, depending on the grain size of the bulk material and the amount of bulk material escaping per unit time, spreads more or less rapidly because the emerging mixture stream represents a certain amount of energy and entrains ambient water. This results in a spread of the bulk material over a much larger surface than is desired, in particular when currents still occur in the water at the location of the outflow mouth. This problem is greatest with fine-grained material, such as fine sand, with a grain size, for example on the order of 100 to 200 µm. (micrometer)

Het op juiste wijze maken van een ophoping resp. het op juiste wijze be-25 dekken van een objekt, zoals een buisleiding of kabel, is dan ook moeilijk met een enigszins behoorlijk rendement te verwezenlijken.Correctly making an accumulation resp. therefore, properly covering an object, such as a pipeline or cable, is difficult to achieve with somewhat satisfactory efficiency.

Doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen waarmee het wel mogelijk is stortgoed, in het bijzonder fijn korrelig stortgoed, zoals fijn zand, op de juiste plaats in de juiste vorm te deponeren zonder 30 dat het stortgoed zich op meer of minder willekeurige wijze verspreidt.The object of the invention is to provide a method with which it is possible to deposit bulk solids, in particular fine-grained bulk solids, such as fine sand, in the right place in the correct form without the bulk solids spreading in a more or less random manner. .

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding in de eerste plaats en in principe bereikt doordat gezien in de richting van het trajekt het etortgoedmengsel over een grote lengte van het trajekt door in de trajektrichting opeenvolgende openingen zodanig verdeeld tot uitstroming 35 wordt gebracht, dat het debiet van de buis over deze grote lengte wordt verdeeld.According to the invention, this object is primarily and in principle achieved in that, viewed in the direction of the path, the bulk material mixture is brought out to flow 35 over a large length of the path through successive openings in the direction of the path, such that the flow rate of the tube is distributed over this great length.

Dit betekent dus dat overeenkomstig de uitvinding het mengsel van water en stortgoed, dat via de buisleiding wordt toegevoerd, niet via een enkele opening uitstroomt, maar via een groot aantal in de 40 trajektrichting liggende openingen waarbij het debiet, d.w.z. het volume .8703137 ' 2 * per tijdseenheid, dat door de buisleiding stroomt, over deze openingen wordt verdeeld. Uit de vele openingen treden dan mengselstralen waarvan het stortgoeddebiet per opening klein is. Bevindt de buisleiding met de openingen zich op of vlakbij het te bedekken gebied, dan kan bezinking 5 op korte afstand plaatsvinden zonder bijmenging met omgevingswater. Doordat de inrichting, zoals het vaartuig, zich volgens het te behandelen trajekt voortbeweegt, wordt op deze wijze met behulp van de over de bodem slepende of vlak daarboven bewegende van uitstroomopeningen voorziene buisleiding een rug van stortgoed gevormd, die kan dienen voor 10 het bedekken van een leiding of kabel, doch die ook kan worden gebruikt voor het opbouwen van een lichaam, zoals een zandlichaam.This therefore means that, according to the invention, the mixture of water and bulk material supplied via the pipeline does not flow out through a single opening, but through a large number of openings situated in the 40 direction of the direction at which the flow, ie the volume .8703137 '2 * per time unit, which flows through the pipeline, is divided over these openings. Mixture blasts then emerge from the many openings, the bulk material flow per opening of which is small. If the pipeline with the openings is located on or near the area to be covered, settling 5 can take place at a short distance without mixing with ambient water. Because the device, such as the vessel, moves along the route to be treated, a back of bulk material is formed in this way with the aid of the pipeline which drags over the bottom or moves above it with outflow openings, which can serve to cover a pipe or cable, but which can also be used to build up a body, such as a sand body.

De inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding kan op velerlei manieren worden gerealiseerd.The device for applying the method according to the invention can be realized in many ways.

Bij een inrichting, die bestaat uit een vaartuig, een vanaf het 15 vaartuig naar beneden gerichte buisleiding, en een uitstroommond aan het einde van de buisleiding, kan de inrichting volgens de uitvinding zijn gekenmerkt doordat de uitstroommond bestaat uit een evenwijdig aan de bodem verlopend leidingstuk, dat verdeeld over de lengte is voorzien van uitstroomopeningen, die, eventueel tesamen met de dan gesmoorde eindo-20 pening van het leidingstuk een doorlaat vormen, die het debiet van de buis kan verwerken. Dit leidingstuk kan door middel van scharnieren met ten minste twee loodrecht op elkaar staande assen zijn gekoppeld met de buisleiding en op deze wijze worden gestuurd. Het kan daarmee ook vlak boven de bodem worden gehouden, zodat de uitstroomweg voor de mengsel-25 stralen zo gering mogelijk is.In a device consisting of a vessel, a pipeline directed downwards from the vessel, and an outflow nozzle at the end of the pipeline, the device according to the invention can be characterized in that the outflow nozzle consists of a pipe section running parallel to the bottom which is distributed along the length with outflow openings, which, optionally together with the then throttled end opening of the pipe section, form a passage which can process the flow rate of the pipe. This pipe section can be coupled to the pipeline by means of hinges with at least two axes perpendicular to each other and controlled in this way. It can thus also be kept just above the bottom, so that the outflow path for the mixture jets is as small as possible.

Dit leidingstuk kan een stijve buis zijn, maar ook een flexibele slang. Voorwaarde is, dat het over een grote lengte van bijvoorbeeld 10 a 15 meter is voorzien van reeksen uitstroomopeningen.This pipe piece can be a rigid pipe, but also a flexible hose. The condition is that it has a series of outflow openings over a large length of, for example, 10 to 15 meters.

Wordt gebruikt gemaakt van een stijve buis, waarvan de stand met 30 behulp van bestuurbare scharnieren nauwkeurig kan worden bepaald dan kan het overeenkomstig de uitvinding van nut zijn dat bovenop de buis een zich ter weerszijden daarvan uitstrekkende flexibele flap is aangebracht, waarvan de lengte ten minste gelijk is aan de van openingen voorziene lengte van het leidingstuk. Deze flexibele flap hangt naar 35 beneden, bij voorkeur in aanraking met de bodem en belet zijdelings wegvloeien van stortgoed.If use is made of a rigid tube, the position of which can be accurately determined by means of controllable hinges, it may be useful according to the invention that on top of the tube a flexible flap extending on either side thereof, the length of which is at least is equal to the length of the pipe section provided with openings. This flexible flap hangs downwards, preferably in contact with the bottom and prevents lateral flow of bulk material.

Denkbaar is ook dat deze flappen ter weerszijden van het leidingstuk aan voor- en achterzijde door een tussenflap zijn verbonden, waarbij deze tussenflap een kleinere hoogte heeft dan de flap waarmee zij 40 verbonden is.It is also conceivable that these flaps are connected on both sides of the pipe section at the front and rear by an intermediate flap, this intermediate flap having a smaller height than the flap with which it is connected.

.8703137 τ 3.8703137 τ 3

Past men een dergelijke flexibele flap toe dan zijn de uitstroom- * openingen bij voorkeur aangebracht in het bovengedeelte van het leidingstuk. Deze flap kan bestaan uit dicht materiaal, bestaat echter bij voorkeur uit water doorlatend, doch het stortgoed tegenhoudend materi-5 aal. Het stortgoed wordt op deze wijze uit de stralen afgescheiden en door de flap gedwongen zich op de bodem af te zetten. Bijmenging met omgevingswater kan op deze wijze volledig worden tegengegaan.If such a flexible flap is used, the outflow openings are preferably arranged in the upper part of the pipe section. This flap may consist of dense material, but preferably consists of water-permeable material which retains the bulk material. The bulk material is thus separated from the jets and forced by the flap to settle on the bottom. Mixing with ambient water can be completely counteracted in this way.

Er kunnen echter ook openingen zijn aangebracht in het ondergedeelte van het leidingstuk.However, openings may also be provided in the bottom portion of the pipe section.

10 Bestaat het leidingstuk uit een flexibele slang, die over de bodem wordt gesleept, dan heeft deze de openingen bij voorkeur in de bovengedeelten van de zijwand. Men kan dan echter ook meerdere leidingen aansluiten, zoals bijvoorbeeld twee of meerdere slangen, die zijn bevestigd aan een broekstuk, dat op zijn beurt is bevestigd aan het uiteinde van 15 de buisleiding.If the pipe piece consists of a flexible hose, which is dragged over the bottom, it preferably has the openings in the upper parts of the side wall. However, it is also possible to connect several pipes, such as, for example, two or more hoses, which are attached to a truss, which in turn is attached to the end of the pipe.

Bij meer dan twee slangen kunnen de buitenste slangen voor een groot deel of geheel niet zijn voorzien van zijdelingse openingen en hebben de buitenste een grotere lengte dan de binnenste. Men verkrijgt daardoor een goede begrenzing zijdelings.In the case of more than two hoses, the outer hoses may have a large part or no side openings at all and the outer hoses have a longer length than the inner one. A good lateral limitation is thereby obtained.

20 Worden twee slangen toegepast dan kan men ook weer gebruik maken van een flexibele flap, die wordt gedragen door en zich boven en tussen de slangen uitstekende drager, die aan het broekstuk is bevestigd. Besturing kan ook hierbij plaatsvinden door het ondereinde van de buisleiding te besturen, bijvoorbeeld door middel van daarin aangebrachte kar-25 danscharnieren met bedieningscilinders.If two hoses are used, it is again possible to use a flexible flap, which is carried by a carrier projecting above and between the hoses, which is attached to the trouser piece. Control can also take place here by controlling the bottom end of the pipeline, for instance by means of cart hinges with operating cylinders arranged therein.

In plaats van een stijve buis of een flexibele slang met cirkelvormige doorsnede is het overeenkomstig de uitvinding ook mogelijk, dat het leidingstuk een trechter is, die vanaf de buisleiding een doorstroom-doorsnede heeft, die in de stromingsrichting toeneemt en die in de wand 30 is voorzien van uitstroomopeningen. Toename van de doorsnede heeft een snelheidsreductie tot gevolg en daarmede van de uittredende deelstra-len.According to the invention, instead of a rigid pipe or a flexible hose of circular cross-section, it is also possible for the pipe section to be a funnel which has a flow-through cross section from the pipe line, which increases in the flow direction and which is in the wall 30. provided with outflow openings. An increase in the cross-section results in a speed reduction and, consequently, in the outgoing partial beams.

De hoogte van deze trechter kan in de stromingsrichting afnemen zodat aan het uiteinde van de trechter nog slechts een uitlaatspleet 35 overblijft.The height of this funnel can decrease in the flow direction, so that at the end of the funnel only an outlet gap remains.

De trechter kan ook vanaf de cirkelvormige doorsnede van de buisleiding in de stromingsrichting geleidelijk overgaan in een liggende sikkelvorm. De vorm zelf zorgt dan al voor afscherming tegen bijmenging door omgevingswater en deze vorm is in het bijzonder van nut wanneer het 40 gaat om het bedekken van een buisleiding.The funnel can also gradually transition to a horizontal sickle shape from the circular cross-section of the pipeline in the direction of flow. The shape itself then already provides protection against admixture by ambient water and this shape is particularly useful when it comes to covering a pipeline.

.8703137 ' 4.8703137 '4

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.The invention will now be further elucidated with reference to the drawings.

Fig, 1 toont een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding in perspectief.Fig. 1 shows a perspective view of an embodiment of the device according to the invention.

5 Fig. 2 toont een andere uitvoeringsvorm van de inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding in perspectief.FIG. 2 shows another perspective view of another embodiment of the device for carrying out the method according to the invention.

Fig. 3 is een dwarsdoorsnede door het van openingen voorziene lei-dingstuk volgens de uitvoeringsvorm van fig.1.Fig. 3 is a cross-section through the apertured conduit according to the embodiment of FIG. 1.

Fig. 4 toont schematisch in doorsnede de toepassing met twee slan- 10 gen.Fig. 4 schematically shows in cross-section the application with two hoses.

Fig. 5 toont de toepassing met twee slangen aan een flap.Fig. 5 shows the application with two hoses on a flap.

Fig. 6 toont schematisch de uitvoeringsvorm van fig. 5 in bovenaanzicht.Fig. 6 schematically shows the embodiment of FIG. 5 in top view.

Fig. 7 toont schematisch in bovenaanzicht de uitvoeringsvorm met 15 een trechter.Fig. 7 schematically shows in top view the embodiment with a funnel.

Fig. 8 is een doorsnede volgens de lijn VIII-VIII van fig. 7.Fig. 8 is a sectional view taken on the line VIII-VIII of FIG. 7.

Fig. 9 is een doorsnede volgens de lin IX-IX van fig. 7.Fig. 9 is a section on line IX-IX of FIG. 7.

Fig. 10 toont schematisch nog een andere variant.Fig. 10 schematically shows yet another variant.

In fig. 1 is met 1 aangeduid de zijkant van een hopper. Uit deze 20 zijwand van de hopper komt via een elleboog 2 een schuin naar beneden lopende buisleiding 3, die met de elleboog is gekoppeld een scharnierar-men 4, welk scharnier wordt overbrugd door een balg 5. Deze buisleiding 3 is aan de hopper opgehangen met kabels, zoals de kabel 6.In Fig. 1, 1 denotes the side of a hopper. From this side wall of the hopper, via an elbow 2, a pipeline 3 sloping downwards, which is coupled to the elbow, is provided with a hinge arm 4, which hinge is bridged by a bellows 5. This pipe 3 is suspended from the hopper cables, such as the cable 6.

Aan het ondereinde van de buisleiding 3 is een kardanscharnier aan-25 gebracht, dat in zijn algemeenheid is aangeduid met 7, en is voorzien van een horizontaal scharnier 8 en een verticaal scharnier 9. Ook dit scharnier wordt op bekende wijze overbrugd met behulp van een balg 10. Op het buisstuk 11, dat van het kardanscharnier 7 uitgaat, sluit aan een pijp 12, die over de hele lengte is voorzien van sleuven of openingen 13 30 en waarvan het uiteinde is gesloten met uitzondering van een kleine opening 14 danwel is voorzien van een voorgespannen klep 14.At the lower end of the pipeline 3 a cardan joint is mounted, which is generally indicated by 7, and is provided with a horizontal hinge 8 and a vertical hinge 9. This hinge is also bridged in known manner by means of a bellows 10. Connect to the pipe piece 11, which extends from the cardan joint hinge 7, to a pipe 12, which has slits or openings 13 30 along its entire length and the end of which is closed with the exception of a small opening 14 or which is provided of a prestressed valve 14.

Met 15 is aangegeven een te bedekken buisleiding, die in een sleuf kan liggen.15 indicates a pipeline to be covered, which may lie in a trench.

Over de van sleuven 13 voorziene leiding 12 is een flap 16 ge-35 plaatst, die, zoals getoond in fig. 3, door een steun 17 op enige afstand van de bovenwand van het leidingstuk 12 wordt gehouden, en die aan weerskanten daarvan naar beneden hangt en in aanraking is met de waterbodem 18. Aan het voor- resp. achtereinde kunnen de flappen 16 eventueel zijn voorzien van een dwarsflap 16'", die niet geheel tot op de 40 bodem reikt.A flap 16 is placed over the pipe 12 provided with slits 13, which, as shown in Fig. 3, is held by a support 17 at some distance from the top wall of the pipe piece 12, and which is lowered on either side thereof. hangs and comes into contact with the water bottom 18. At the front or the rear end, the flaps 16 may optionally be provided with a transverse flap 16 '", which does not reach all the way to the bottom.

.8703137 5.8703137 5

Het uit de sleuven 13 tredende mengsel vormt onder de flappen 16' resp. 16" (zie fig. 3) een opeenhoping, die in zijn algemeenheid is aangegeven met 19.The mixture emerging from the slots 13 forms under the flaps 16 ', respectively. 16 "(see fig. 3) an accumulation, which is generally indicated by 19.

De hopper 1 wordt evenwijdig aan het trajekt van de te bedekken 5 buisleiding 15 voortbewogen, zodat tijdens deze voortbeweging een ononderbroken opeenhoping of zandrug wordt gevormd, die de buisleiding 15 bedekt.The hopper 1 is moved parallel to the path of the pipeline 15 to be covered, so that during this progress a continuous accumulation or sand ridge is formed, which covers the pipeline 15.

Het een op zichzelf bekende sensor 20 kan worden gecontroleerd of het van openingen voorziene leidingstuk wel volgens het juiste trajekt 10 wordt voortbewogen.A sensor 20, known per se, can be checked whether the apertured conduit piece is indeed moved along the correct path 10.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 2 is aan het buisstuk 11 van de leiding 3, die op dezelfde wijze is uitgevoerd als getoond in fig. 1, een flexibele slang 21 aangesloten, die in een bocht naar beneden hangt en met een lang gedeelte 21' op het te bedekken trajekt rust.In the embodiment of Fig. 2, a flexible hose 21 is connected to the pipe section 11 of the pipe 3, which is designed in the same manner as shown in Fig. 1, which hangs down in a bend and with a long section 21 ' rest on the path to be covered.

15 Deze slang is in de zijwanden voorzien van sleufvormige uitstroom- openingen 22, waaruit mengselstralen 23 treden.This hose is provided in the side walls with slit-shaped outflow openings 22, from which mixture jets 23 emerge.

Aangezien de slang met de hopper volgens het trajekt van de buisleiding 15 wordt voortbewogen, zal het slanggedeelte 21' stabiel in de zich vormende opeenhoping blijven liggen. De verkregen opeenhoping 19' 20 heeft een vlakkere vorm. Bij deze uitvoeringsvorm zijn enkele omhooggerichte stralen of een opening 14 aangebracht om de door de slang 21' achtergelaten sleuf alsnog te vullen.Since the hose is advanced with the hopper along the path of the pipeline 15, the hose portion 21 'will remain stable in the accumulation that forms. The resulting 19-20 accumulation has a flatter shape. In this embodiment, some upwardly directed jets or an opening 14 are provided to still fill the trench left by the hose 21 '.

In fig. 4 is aangegeven hoe met behulp van twee slangen 24 resp. 25 met zijdelingse uitstroomopeningen 26 resp. 27 een ophoping 28 kan wor-25 den gevormd.Fig. 4 shows how with the aid of two hoses 24 resp. 25 with lateral outflow openings 26 resp. 27 an accumulation 28 can be formed.

De uitstroomopeningen kunnen hierbij hoofdzakelijk of geheel in de naar elkaar toe gekeerde zijden van de slangen zijn aangebracht. Bij een uitvoering met vier slangen is het mogelijk de twee buitenste slangen aanzienlijk langer te maken dan de twee binnenste slangen. De bui-30 tenste slangen kunnen hierbij over een groot gedeelte of zelfs geheel dicht uitgevoerd worden en dienen om de zijdelingse wegstroming van het stortgoedmengsel uit de binnenste twee slangen te hinderen, zodanig, dat bezinking van het stortgoed grotendeels tussen de twee buitenste slangen optreedt.The outflow openings can herein be arranged mainly or entirely in the sides of the hoses that face each other. In a version with four hoses, it is possible to make the two outer hoses considerably longer than the two inner hoses. The outer hoses can hereby be made over a large part or even completely closed and serve to hinder the lateral flow of the bulk material mixture from the inner two hoses, such that settling of the bulk material largely occurs between the two outer hoses.

35 Ook bij de uitvoeringsvorm met twee slangen is het mogelijk een flap toe te passen. Dit is getoond in de fig. 5 en 6.It is also possible to use a flap in the embodiment with two hoses. This is shown in Figures 5 and 6.

De slangen 26 resp.27 zijn bevestigd aan een broekstuk 29. Dit laatste draagt een stang 30, waarop de flap 31 steunt, welke flap zich ter weerszijden van de slangen 26 en 27 uitstrekt.The hoses 26 and 27, respectively, are attached to a trouser piece 29. The latter carries a rod 30, on which the flap 31 rests, which flap extends on either side of the hoses 26 and 27.

40 Fig. 7 toont een uitvoeringsvorm waarbij het leidingstuk wordt .8703137 6 ' gevormd door een trechter 32 met een groot aantal langwerpige uitstroom- openingen 33 in het ondervlak.Fig. 40 7 shows an embodiment in which the conduit piece is 8703137 6 'formed by a funnel 32 with a plurality of elongated outflow openings 33 in the bottom surface.

Vanaf de buisleiding met veelal cirkelvormige doorsnede verloopt de trechter in doorsnede volgens een ovaal die steeds vlakker en breder 5 wordt. De doorsneden VIII-VIII resp. IX-IX, die zijn weergegeven in de fig. 8 resp. 9, tonen dat de vorm van een vlakke ovaal overgaat in een nauwe uitlaatspleet 34.From the pipeline, which often has a circular cross-section, the funnel runs in cross-section along an oval that becomes increasingly flatter and wider. Sections VIII-VIII resp. IX-IX, which are shown in FIGS. 8 and 8, respectively. 9, show that the shape of a flat oval merges into a narrow exhaust slit 34.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 10 is de trechter bovendien sikkelvormig in doorsnede, zoals aangegeven bij 35, met uitlaatopeningen 36 in 10 het ondergedeelte. Deze trechter omvat het te bedekken objekt 37 van boven.In the embodiment of Fig. 10, the funnel is additionally sickle-shaped in section, as indicated at 35, with outlet openings 36 in the bottom portion. This funnel includes the object 37 to be covered from above.

.87 03137 . ...____ —-.87 03137. ...____ —-

Claims

1. Method for depositing bulk material under water, wherein the bulk material, mixed with water, is supplied to or near the bottom via a downwardly directed pipeline with an outflow opening from a movable device, such as a vessel, while during the feeding of this mixture moves the device with the pipeline along a certain range, so that the outflowing mixture separates under water into water and bulk material, which bulk material settles on the bottom, characterized in that viewed in the direction of the route bulk material mixture is discharged distributed over a large length of the path through successive openings in the direction of the flow such that the flow rate of the pipe is distributed over this great length.

2. Device for applying the method according to claim 1, consisting of a vessel, a pipeline directed downwards from the vessel with an outflow nozzle at the end, characterized in that the outflow nozzle consists of a pipe section running parallel to the bottom , which is distributed along its length with outflow openings, which, optionally together with the end opening of the pipe section then throttled, form a passage which can process the flow rate of the pipe. 25

3. Device according to claim 2, characterized in that the pipe section, which forms the outflow mouth, is coupled to the pipeline by means of hinges with at least two axes perpendicular to each other, or is itself provided with hinges with perpendicular to each other standing shafts, whereby the outflow nozzle can be controlled in the desired position by external means.

Device according to claim 3, characterized in that the pipe section is a rigid tube. 35

5. Device as claimed in claim 2, 3 or 4, characterized in that on top of the pipe section resp. the rigid tube has a flap extending on either side thereof, the length of which is at least equal to the apertured length of the pipe section. 40 .8703137, 8

6. Device as claimed in claim 5, characterized in that these flaps are connected on both sides of the pipe section at the front and rear by an intermediate flap, this intermediate flap having a smaller height than the flap with which it is connected. 5

Device as claimed in claim 2 or 3, characterized in that the pipe section is a flexible hose, the part of which lies on the bottom has outflow openings.

8. Device according to claim 5, 6 or 7, characterized in that the pipe section consists of two or more pieces or hoses, which are connected to the pipeline via a trouser section.

9. Device as claimed in claim 8, characterized in that with more than two hoses the outer hoses are largely or not provided with lateral openings and that the outer hoses have a longer length than the inner hoses.

10. Device as claimed in one or more of the foregoing claims 2 to 20, characterized in that the openings are arranged in the upper part of the pipe section.

11. Device as claimed in one or more of the foregoing claims 2 to 10, characterized in that openings are arranged in the lower part 25 of the pipe section.

Device as claimed in claim 8 or 9, characterized in that a carrier for a flexible flap is arranged between the two or more hoses connected to the trouser piece. 30

Device according to claim 2 or 3, characterized in that the pipe section has a funnel shape, which has a through-flow cross section from the pressure pipe, which increases in the flow direction and which is provided with outflow openings in the wall. 35

Device according to claim 13, characterized in that the height of the funnel decreases in the flow direction to form an outlet gap at the end of the funnel.

Device according to claim 13, characterized in that the funnel. 8703137 ............ From the circular cross-section of the pipeline in the flow direction, it gradually changes to a horizontal sickle shape.

16. Device as claimed in claims 13, 14 or 15, characterized in that the openings are arranged in the bottom wall of the funnel.

17. A method according to claim 1, using the device according to one or more of the preceding claims 2 to 16, characterized in that an elongated object, such as a pipeline or cable, is covered.

Method according to claim 1, using the device according to one or more of the preceding claims 2 to 16, characterized in that a body is built up in successive paths next to and / or one above the other. .8703137