NL8700459A - Manchet voor het doorvoeren van tenminste een leiding, in het bijzonder een brandmanchet. - Google Patents

Description

* Ν.0. 343W 1 ^ “Γ *

Manchet voor het doorvoeren van tenminste één leiding, in het bijzonder een brandmanchet.

De uitvinding betreft een manchet voor het doorvoeren van tenminste één 5 leiding, in het bijzonder een buis van een kunststof of soortgelijk materiaal, met tussenschakeling van een, uit een, bij betrekkelijk hoge temperatuur opschuimend materiaal bestaande omhulling om de buis, welke manchet wordt gevormd door een bus van plaatmateriaal die in axiale richting in tenminste twee delen is gedeeld, waarbij losneembare 10 middelen aanwezig zijn voor het tot de busvorm met elkaar verbinden en tegen elkaar aanhouden van deze delen. Een dergelijke manchet is algemeen bekend.

Van overheidswege worden in toenemende mate voorschriften uitgevaardigd 15 voor het, met behulp van een manchet van het genoemde type, brandwerend door wanden, vloeren, plafonds enzovoorts voeren van buizen van kunststof, zodat bij het optreden van een brand in een ruimte die wordt begrensd door zo'n wand, door het opschuimen van de genoemde omhulling het binnen de manchet gelegen buisdeel wordt dichtgeknepen en wordt 20 geïsoleerd met het gevormde schuim, met als gevolg dat het buisdeel buiten de andere kant van de wand, alwaar geen vuur is, nagenoeg niet in temperatuur stijgt.

De bekende manchet is in twee gelijke delen gedeeld, die bij hun ene 25 axiale kanten door een scharnier blijvend met elkaar zijn verbonden en waarvan de andere axiale kanten naar buiten zijn omgebogen, zodat in wezen in één vlak gelegen lippen worden gevormd die tegen elkaar aan worden gehouden door middel van een afschuifbare sluitstrook waarvan de langsranden naar binnen zijn gebogen voor het vormen van, de genoemde 30 lippen omgrijpende haken, of die bij beide axiale kanten zijn voorzien van een afschuifbare sluitstrook, of omgezette flenzen.

Het nadeel van deze bekende manchet is dat deze betrekkelijk duur is en daarbij, door de sluitstrook, een naar buiten uitstekend deel heeft, 35 waar rekening mee moet worden gehouden bij het in een opening in de wand schuiven van de manchet.

Het doel van de uitvinding is een manchet van het genoemde type te 8 7 ί *; .* / u § * -2- Λ verschaffen die deze nadelen niet heeft.

Dit doel wordt bereikt doordat bij de manchet volgens de uitvinding de busdelen, langs beide kopranden, een naar buiten uitstekende verdikte 5 rand hebben, waarbij van elk deel tenminste één van de, zich tussen de einden van de verdikte kopranden uitstrekkende axiale randgebieden, tenminste voor de naast de einden van de verdikte kopranden gelegen delen daarvan, lipvormig ten opzichte van deze einden naar buiten uitsteekt, zodat in samengestelde toestand de einden van de verdikte 10 kopranden van de busdelen in wezen tegen elkaar aanliggen en de lipvormige uitstekende axiale randgebieden over de andere axiale randgebieden en zijdelings tegen de verdikte kopranden liggen, en middelen aanwezig zijn voor het in deze samengestelde toestand vastleggen van de busdelen. i 15

Bij een op deze wijze, volgens de uitvinding, uitgevoerde manchet is geen duur scharnier, noch een uitstekend bevestigingsdeel aanwezig voor het tot het, in de vorm van een bus, tegen elkaar aanhouden van de busdelen.

20

Bij voorkeur steken, van elk busdeel, beide, zich tussen de einden van de verdikte kopranden uitstrekkende axiale randgebieden, in wezen over hun gehele lengte, lipvormig ten opzichte van de genoemde einden naar buiten uit, waarbij de middelen voor het vastleggen van de busdelen 25 worden gevormd door tenminste één, bij één van de axiale randgebieden van elk busdeel naar buiten uitgedrukte bevestigingslip die over het andere axiale randgebied van een naastliggend busdeel grijpt en door een bevestigingsorgaan in de vorm van een zelftappende schroef, popnagel of dergelijk orgaan, dat door openingen in de bevestigingslip 30 en het randgebied is aangebracht.

Op voordelige wijze worden de verdikte kopranden gevormd door een omkraling van deze randen.

35 Daarbij is de omkraling bij voorkeur zodanig dat deze naar binnen toe open is, waardoor op zeer eenvoudige wijze flensdelen in de omkraling kunnen worden gevat, die samen, in de tot een bus samengestelde t$ / y ij & b 9 -3- toestand, een naar binnen gerichte flens vormen voor het tegenhouden van de omhulling van een bij hoge temperatuur opschuimend materiaal.

De verdikte kopranden maken het verder mogelijk, dat de manchet, nabij tenminste één van de kopkanten, is voorzien van een radiaal naar buiten uitstekende, de manchet omgrijpende bevestigingsplaat, die uit 5 tenminste twee losneembare delen is opgebouwd, waarbij de, de manchet omgrijpende binnenranden van de bevestigingsplaat-delen naar één kant zijn uitgedrukt en omgezet zodat deze binnenranden op en tegen een verdikte koprand van de manchet ligt, waarbij middelen aanwezig zijn voor het met elkaar verbinden van de plaatdelen.

10

Zo'n bevestigingsplaat dient voor het bevestigen van de manchet aan de wand waar de leiding doorheen moet worden geleid, waarbij de bevestigingsplaat zodanig kan worden aangebracht dat de manchet van de wand uitsteekt of zodanig dat de manchet binnen een opening in de wand 15 wordt vastgehouden.

Doordat de manchet volgens de uitvinding uit een aantal, bij voorkeur twee identieke, losse delen bestaat, kan in de manchet een aantal strippen zijn aangebracht, waarvan einddelen of voetdelen onder een 20 hoek van minstens ongeveer 90° staan ten opzichte van het overige, lange deel van de strip, welke voetdelen zodanig aan de binnenkant van de naar binnen gerichte flens zijn bevestigd dat het lange deel in wezen in axiale richting in de manchet uitsteekt, langs de binnenkant van het omhulsel van bij hoge temperatuur opschuimend materiaal.

25

Deze strippen zijn in het bijzonder van belang bij het doorvoeren van buizen van een brandbare kunststof, of andere buizen die bij hoge temperatuur kunnen branden of hun samenhang verliezen, omdat is gebleken dat kwaadwilligen een blootliggend buisdeel vrij gemakkelijk 30 in brand kunnen steken en dat de warmte die dan wordt afgegeven door de brandende buis te gering is om het omhulsel van een bij hoge temperatuur opschuimend materiaal voldoende te doen opschuimen om het buisdeel binnen de manchet te isoleren, zodat de brand zich door de manchet heen kan voortzetten met alle gevolgen vandien. De strippen 35 werken dan echter als hefbomen, doordat de voetdelen daarvan bij de vuurzijde liggen, alwaar het opschuimbare materiaal begint op te schuimen en dus een radiaal

8f (i 1. < k A

* v m . b ♦ -4- <> naar binnen gerichte druk op de strippen uitoefent, waardoor de lange delen van de strippen naar binnen gaan zwaaien met als gevolg dat de einden van deze delen over een betrekkelijk grote afstand naar binnen worden verplaatst, welke afstand voldoende groot is om de buis geheel in elkaar te drukken, waardoor de brand zich niet verder kan 5 voortzetten door de manchet heen.

Bij een manchet volgens de uitvinding met een daar doorheen gevoerde buis van een kunststof en een om de buis aangebracht omhulsel van een bij hoge temperatuur opschuimend materiaal, kan, binnen de manchet, om 10 de buis heen een orgaan worden aangebracht die een radiaal naar binnen gerichte druk op de buis uitoefent, zoals een spiraalveer, of een veer als toegepast in een muizenval.

Op deze wijze wordt constant een naar binnen gerichte kracht op de buis 15 uitgeoefend, zodat bij het optreden van een brand, waarbij de temperatuur van de buis vrij snel enigszins wordt verhoogd en daardoor de buis weker wordt, in een vrij vroeg stadium, ter plaatse van de spiraalveer de buis enigszins naar binnen wordt geknikt waardoor het vervolgens geheel dichtknijpen van de buis wordt vergemakkelijkt. Bij 20 een verticaal staande manchet en buis kan daarbij, door het gewicht van het boven de manchet gelegen buisdeel, de buis, ter plaatse van de spiraalveer, geheel bezwijken.

De uitvinding wordt nader uiteengezet aan de hand van het in de 25 tekening getoonde uitvoeringsvoorbeeld, van welke tekening, figuur 1 in perspectief twee uiteengenomen busdelen van een manchet volgens de uitvinding weergeeft, en 30 figuur 2 de busdelen in samengestelde toestand weergeeft met een aantal binnen de manchet aangebrachte strippen.

Zoals getoond in figuur 1 omvat de manchet volgens de uitvinding twee identieke delen 1 en 2 die, in de vorm van een bus tegen elkaar aan 35 geplaatst en aan elkaar bevestigd kunnen worden. Elk deel 1, 2 heeft bij beide kopranden een naar buiten uitstekende, verdikte rand, in de vorm van een omkraling 3, 4 respectievelijk 3', 4', die naar binnen V **’ f * Λ g 1**· V i ** i.i -5- toe open is. De zich tussen deze verdikte kopranden 3, 4 ; 3', 4' uitstrekkende axiale randgebieden 5, 6 ; 6', 5' van de delen 1 respectievelijk 2 zijn uitgevoerd als ten opzichte van de verdikte kopranden 3, 4 ; 3', 4' naar buiten uitstekende lippen. ITit de lip 5 van het deel 1 en de lip 6’ van het deel 2 zijn bovendien 5 bevestigingslippen 7 respectievelijk 7f naar buiten uitgedrukt. Deze bevestigingslippen zijn voorzien van openingen 8 respectievelijk 8', die in samengestelde toestand van de delen 1 en 2 samenvallen met openingen 9' respectievelijk 9 die in de andere lippen 5' respectievelijk 6 zijn aangebracht.

10

In deze samengestelde toestand van de delen 1 en 2, zoals getoond in figuur 2, liggen de verdikte kopranden 3 en 4 van het deel 1 tegen de verdikte kopranden 3' respectievelijk 4' van het deel 2, terwijl de zich axiaal uitstrekkende lippen 5 en 6 van het deel 1 achter 15 respectievelijk over de axiale lippen 5' respectievelijk 6' van het deel 2 liggen, waarbij de bevestigingslippen 7 van de axiale lip 5 van deel 1 over de axiale lip 5' van deel 2 grijpen, en de openingen 8 samenvallen met de openingen 9', en de bevestigingslippen 7' van deel 2 over de axiale lip 6 van deel 1 grijpen, waarbij de openingen 8' 20 samenvallen met de openingen 9. Door deze samenvallende openingen zijn niet getoonde bevestigingsorganen bijvoorbeeld zelftappende schroeven aangebracht. Doordat daarbij de axiale lippen 5, 5', 6, 6', bij hun zijkanten tegen de verdikte kopranden 3, 4, 3', 4* aanliggen, wordt de juiste centrering van de delen 1 en 2 ten opzichte van elkaar op 25 gemakkelijke wijze verkregen.

Zoals getoond in figuur 1 kunnen op eenvoudige wijze flensdelen 10, 10' in de omkralingen 3 respectievelijk 3r worden gevat, welke flensdelen in samengestelde toestand van de busdelen 1 en 2 met elkaar een naar 30 binnen gerichte flens vormen voor het tegenhouden van het, in figuur 2 getoonde omhulsel 11 van een bij hoge temperatuur opschuimend materiaal. De flensdelen 10, 10' kunnen ook in de omkralingen 4, 4' worden gevat.

35 Verder kan een bevestigingsplaat-deel 12 om een verdikte koprand 4 worden aangebracht, welk plaatdeel 12, in samengestelde toestand van de delen 1 en 2, samenwerkt met een niet getoond, identiek plaatdeel 8700*58 -6- v dat om de verdikte koprand 4' van deel 2 grijpt, om samen een bevestigingsplaat te vormen, voor het bevestigen van de manchet aan een wand. De, de manchet omgrijpende binnenranden 13 van de plaatdelen 12 zijn naar één kant uitgedrukt en omgezet, zodat deze binnenranden 13 op en tegen een verdikte koprand 4 kunnen liggen. Zoals getoond in figuur 5 1 belet de plaat 12, wanneer deze door middel, van door de openingen 14 aangebrachte bevestigingsorganen, aan een wand is bevestigd, dat de manchet 1, 2 naar voren wordt verplaatst, zodat de manchet in dit geval in een, in een wand aangebrachte opening moet liggen waarbij dan de flensdelen 10, 10' in de omkralingen 4, 4' zijn gevat. De 10 bevestigingsplaat 12 kan echter ook over 180° gedraaid, om de verdikte koprand 3 grijpen, zodat dan de manchet 1, 2 ten opzichte van de wand, naar buiten uitsteekt. Aan de bevestigingsplaten 12 zijn lippen 15 aangebracht of doorgedrukt die dienen voor het aan elkaar bevestigen van de bevestigingsplaat-delen 12.

15

Zoals getoond in figuur 2 kunnen binnen de manchet, in axiale richting daarin uitstekende strippen 16 zijn aangebracht, waarvan de voetdelen 16', over 909, naar buiten zijn gebogen en door niet getoonde middelen aan de binnenkant van de in figuur 2 niet getoonde flenzen 10, 10' zijn 20 bevestigd. Uit de hoekdelen van de strippen 16 is materiaal 17 weggenomen, zodat de strippen 16 slechts door dunne materiaaldelen 17' met de voetdelen 16' zijn verbonden. De strippen 16 strekken zich uit langs de binnenkant van het omhulsel 11 van een bij hoge temperatuur opschuimend materiaal, zodat in geval van een brand, waarbij de 25 vuurhaard zich bevindt aan de kant waar de strippen 16 aan de flens 10, 10' zijn bevestigd, het materiaal 11 aldaar begint op te schuimen en daardoor een radiaal naar binnen gerichte druk op de strippen 16 uitoefent, nabij de scharnierpunten 17'. Als gevolg daarvan worden de strippen 16 naar binnen gezwaaid zoals voor één van de strippen 16 met 30 gebroken lijnen 161' is getoond, en de buis 18 die door de manchet 1, 2 is gevoerd in elkaar wordt gedrukt.

17 V f; ; ή

Claims (8)

1. Manchet voor het doorvoeren van tenminste één leiding, in het bijzonder een buis van een kunststof of soortgelijk materiaal met tussenschakeling van een, uit een, bij betrekkelijk hoge temperatuur opschuimend materiaal bestaande omhulling om de buis, welke manchet wordt gevormd door een bus van plaatmateriaal die in axiale richting in 5 tenminste twee delen is gedeeld, waarbij losneembare middelen aanwezig zijn voor het tot de busvorm met elkaar verbinden en tegen elkaar aanhouden van deze delen, met het kenmerk, dat de busdelen, langs beide kopranden, een naar buiten uitstekende verdikte rand hebben, waarbij van elk deel tenminste één van de, zich tussen de einden van de 10 verdikte kopranden uitstrekkende axiale randgebieden, tenminste voor de naast de einden van de verdikte kopranden gelegen delen daarvan, lipvormig ten opzichte van deze einden naar buiten uitsteekt, zodat in samengestelde toestand de einden van de verdikte kopranden van de busdelen in wezen tegen elkaar aanliggen en de lipvormige uitstekende 15 axiale randgebieden over de andere axiale randgebieden en zijdelings tegen de verdikte kopranden liggen en middelen aanwezig zijn voor het in deze samengestelde toestand vastleggen van de busdelen.

2. Manchet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat van elk busdeel 20 beide, zich tussen de einden van de verdikte kopranden uitstrekkende axiale randgebieden, in wezen over hun gehele lengte lipvormig ten opzichte van de genoemde einden naar buiten uitsteken en de middelen voor het vastleggen van de busdelen worden gevormd door tenminste één, bij één van de axiale randgebieden van elk busdeel naar buiten 25 uitgedrukte bevestigingslip die over het andere axiale randgebied van een naastliggend busdeel grijpt en door een bevestigingsorgaan in de vorm van een zelftappende schroef, kopnagel of dergelijk orgaan, dat door openingen in de bevestigingslip en het randgebied is aangebracht.

3. Manchet volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de verdikte kopranden worden gevormd door een omkraling van deze randen.

4. Manchet volgens conclusies 1-3, waarbij de busdelen bij tenminste ft 1 ( “ · P .« U tl . \· c % één kopkant zijn voorzien van een naar binnen gericht flensdeel, met het kenmerk, dat het flensdeel in de naar binnen toe open omkraling is gevat.

5. Manchet volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de manchet, nabij tenminste één van de kopkanten, is voorzien van een radiaal naar buiten uitstekende, de manchet omgrijpende bevestigingsplaat die uit tenminste twee losneembare delen is opgebouwd, waarbij de, de manchet omgrijpende binnenranden van de bevestigingsplaat-delen naar één kant 10 zijn uitgedrukt en omgezet, zodat deze binnenranden op en tegen een verdikte koprand van de manchet liggen, waarbij middelen aanwezig zijn voor het met elkaar verbinden van de plaatdelen.

6. Manchet volgens conclusies 4 of 5, met het kenmerk, dat in de 15 manchet een aantal strippen zijn aangebracht, waarvan einddelen of / voetdelen onder een hoek van minstens ongeveer 90* staan ten opzichte van het overige lange deel van de strip, welke voetdelen zodanig aan de binnenkant van de naar binnen gerichte flens zijn bevestigd, dat het lange deel in wezen in axiale richting in de manchet uitsteekt langs de 20 binnenkant van het omhulsels van bij hoge temperatuur opschuimbaar materiaal.

7. Manchet volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat uit het hoekdeel van elke strip zodanig materiaal is weggenomen, dat het lange deel 25 slechts door betrekkelijk dunne stukken materiaal met het voetdeel is verbonden.

8. Manchet volgens één van de conclusies 1-7, met een daar doorheen gevoerde buis van een kunststof en een om de buis aangebracht omhulsel 30 van een bij hoge temperatuur opschuimbaar materiaal, met het kenmerk, dat, binnen de manchet, om de buis een orgaan is aangebracht dat een radiaal naar binnen gerichte druk op de buis uitoefent, in het bijzonder een spiraalveer, of een veer als toegepast in een muizenval. g*T3 4+ - __ ƒ yT' Ar t ** ϊΛ