NL8700037A

NL8700037A - NEW VAPOR DEGREASING PROCESS.

Info

Publication number: NL8700037A
Application number: NL8700037A
Authority: NL
Original assignee: Nl Middenstandsbank N V Zrb Ju
Priority date: 1987-01-09
Filing date: 1987-01-09
Publication date: 1988-08-01
Also published as: EP0276876B1; DE3875981T2; DE3734531A1; DE3875981D1; EP0276876A1

Description

P & c *P & c *

N 4990-6 Ned.M/EvFN 4990-6 Dutch M / EvF

È -1-È -1-

Korte aanduiding: Nieuw dampantvettingsproces.Short designation: New vapor dampening process.

Tot dusverre worden metaalprodukten, die tijdens het fabrikageproces of anderzijds met oliën, vetten, smeermiddelen, emulsies of vuil bedekt zijn, aan het eind van het fabrikageproces of anderzijds, alvorens te worden onderworpen aan een volgend bewerkingsproces (bijvoorbeeld etsen, verchromen, 5 lakken, enz.), vetvrij gemaakt, dus ontvet door neerlating in een van boven open bak in de damp van een bij normale atmosferische druk kokend ontvet-tingsmiddel of oplosmiddel, die zich als vloeistof onder in deze bak of dampontvetter bevindt.So far, metal products covered during the manufacturing process or otherwise with oils, greases, lubricants, emulsions or soils are at the end of the manufacturing process or otherwise, before being subjected to a subsequent machining process (e.g. etching, chrome plating, 5 painting, etc.), rendered fat-free, i.e. degreased by lowering into a top-open container in the vapor of a normal atmospheric pressure boiling degreaser or solvent contained as liquid at the bottom of this container or vapor degreaser.

Het te ontvetten voorwerp is kouder dan de damp, zodat de damp tegen 10 het voorwerp condenseert; met het afdruipen van het condensaat wordt het daarin opgeloste vet, vuil enz. meegenomen en aldus het oppervlak van het voorwerp gereinigd.The object to be degreased is colder than the vapor, so that the vapor condenses against the object; with the dripping of the condensate, the fat, dirt, etc. dissolved therein is entrained and thus the surface of the object is cleaned.

Geschikte oplosmiddelen voor dit doel zijn (of beter: waren): 15 oplosmiddel kookpunt volledige naam PER 121°C tetrachloorethyleen 1.1.1 TRI 74°C 1.1.1-trichloorethaan TRI 70°C trichloorethyleen KC 40°C methyleenchloride 20Suitable solvents for this purpose are (or better: wares): 15 solvent boiling point full name PER 121 ° C tetrachlorethylene 1.1.1 TRI 74 ° C 1.1.1-trichloroethane TRI 70 ° C trichlorethylene KC 40 ° C methylene chloride 20

Om te zorgen, dat bij het werken met een 'open bak’ geen oplos-middeldamp naar de ruimte om de dampontvetter heen kon ontwijken, werd de damp in het bovenste gedeelte van de bak gekoeld, zodat zich in de dampruimte een tamelijk stabiele damp-’deken' boven de vloeistofruimte 25 vormde. De weinige damp, die toch nog naar de omgeving wist te ontsnappen - voornamelijk bij het in en uitvoeren van de ontvette voorwerpen in en uit de dampontvetter - was onder de toen heersende voorschriften ten aanzien van de milieubelasting te verwaarlozen.In order to ensure that, when working with an 'open container', no solvent vapor could escape to the space around the vapor degreaser, the vapor in the upper part of the container was cooled, so that a fairly stable vapor was formed in the vapor compartment. "blanket" above the liquid space 25. The little vapor that still managed to escape to the environment - mainly when importing and exporting the degreased objects in and out of the vapor degreaser - was negligible under the then prevailing environmental tax regulations.

In Duitsland zijn recentelijk strengere voorschriften met betrek-30 king tot de bescherming van het milieu tegen schadelijke dampen en gassen van kracht geworden, terwijl in Nederland (voorlopig) nog de oude regels geldig blijven.In Germany, stricter regulations regarding the protection of the environment against harmful vapors and gases have recently come into force, while in the Netherlands (for the time being) the old rules remain valid.

Daardoor is de dampontvetter met open bak in Duitsland ontoelaatbaar geworden. Een ander bezwaar tegen het huidige dampontvettingsproces is 35 het gebruik van TRI als oplosmiddel, nu gebleken is dat deze stof verdacht wordt kankerverwekkend te zijn.As a result, the open-box vapor degreaser has become inadmissible in Germany. Another objection to the current vapor degreasing process is the use of TRI as a solvent, now that it has been found to be a carcinogen.

£’· - vr * ; / ff -2-£ · · - fr *; / ff -2-

Alle momenteel in gebruik zijnde dampontvetters moeten omgebouwd worden, en TRI als oplosmiddel moet in de nieuwe dampontvetter geheel geweerd worden.All vapor degreasers currently in use must be converted, and TRI as a solvent must be completely banned in the new vapor degreaser.

Daartoe heeft Aanvraagster een nieuwe werkwijze en inrichting ont-5 wikkeld op basis van de volgende overwegingen:To this end, the Applicant has developed a new method and device based on the following considerations:

Wil men in een gesloten dampontvetter onder atmosferische druk ontvetten, dan zal de in de ontvetter aanwezige lucht, verontreinigd met oplosmiddeldamp, telkens na elke 'run’ afgevoerd en gereinigd moeten worden.If you want to degrease in a closed vapor degreaser under atmospheric pressure, the air in the degreaser, contaminated with solvent vapor, will have to be removed and cleaned after each 'run'.

Heeft het oplosmiddel bij de werktemperatuur een dampspanning van 10 1 bar dan zou alle lucht in de dampruimte steeds aan het begin van elke 'run' geëvacueerd moeten worden, hetgeen energietechnisch zeer onaantrekkelijk is.If the solvent has a vapor pressure of 10 1 bar at the operating temperature, all air in the vapor space should always be evacuated at the beginning of each 'run', which is very unattractive from an energy point of view.

Aanvraagster *s nieuwe methode gaat er dan ook van uit het voorwerp te reinigen in een (verzadigd) mengsel van lucht èn oplosmiddeldamp 15 bij een temperatuur, die aanmerlijk lager is dan de kooktemperatuur van het oplosmiddel.Applicant's new method therefore assumes that the object is cleaned in a (saturated) mixture of air and solvent vapor 15 at a temperature which is substantially lower than the boiling point of the solvent.

Keuze van het oplosmiddel. De vraag die dan opkomt is:Choice of the solvent. The question that then arises is:

Welk oplosmiddel kan men hierbij gebruiken?Which solvent can be used for this?

In het verleden geschiedde het dampontvetten normaal in een verza-20 digde damp van PER (121°C), TRI (87°C), 1,1,1 TRICHLOORETHAAN (74°C) of METHYLEENCHLORIDE (40°C).In the past, vapor degreasing was normally done in a saturated vapor of PER (121 ° C), TRI (87 ° C), 1,1.1 TRICHLOROETHANE (74 ° C) or METHYLENE CHLORIDE (40 ° C).

De keuze van het oplosmiddel hangt veelal af van de oppervlakte/ gewichtsverhouding van de te ontvetten materialen.The choice of the solvent often depends on the surface / weight ratio of the materials to be degreased.

Hoewel PER uitstekende ontvettingscapaciteit heeft, wordt dit middel 25 vanwege de hoge kooktemperatuur uitsluitend in die gevallen gebruikt waar vanwege de oppervlakte/gewichtsverhouding een lange opwarmtijd nodig is.Although PER has excellent degreasing capacity, due to the high boiling temperature, this agent is used only in those cases where, due to the surface-to-weight ratio, a long warm-up time is required.

In de meeste gevallen echter is ontvetten tot een temperatuur van ca. 80°C voldoende, en daarom koos men of voor TRI of Voor 1,1,1 TRI. Moet 30 er terugwinning van de oplosmiddelen plaatsvinden met bijv. een aktief koolfilter welke geregenereerd wordt met stoom, dan valt 1,1,1 TRICHL00R_ ETHAAN af vanwege de instabiliteit in contact met water.In most cases, however, degreasing to a temperature of about 80 ° C is sufficient, and therefore one chose either TRI or 1.1.1 TRI. Should recovery of the solvents take place with, for example, an active carbon filter which is regenerated with steam, 1.1.1 TRICHL00R-ETHANE falls off because of the instability in contact with water.

De verdampingswarmte van PER is lager dan die van de andere middelen. Omdat de verdampingswarmte gelijk is aan de vrijkomende warmte bij 35 condensatie zal bij gebruik van PER meer damp condenseren voor een bepaalde temperatuur bereikt is dan bij gebruik van bijv. TRI. Die hoeveelheid condensaat is mede bepalend voor de ontvettingscapaciteit. Bovendien heeft PER vanwege de hoge kooktemperatuur bij kamertemperatuur de laagste dampspanning waardoor de emissie eenvoudiger in de hand is teThe evaporative heat of PER is lower than that of the other agents. Because the heat of evaporation is equal to the heat released at condensation, when using PER more condensation will be achieved for a certain temperature than when using eg TRI. That amount of condensate partly determines the degreasing capacity. Moreover, because of the high boiling temperature at room temperature, PER has the lowest vapor pressure, which makes the emission easier to control

jfV »γ Λ A TjfV »γ Λ A T

H Ü *5 ƒ « ζ *4> *V * -3-. " houden.H Ü * 5 ƒ «ζ * 4> * V * -3-. " to keep.

Zodoende kan men door PER-damp toe te voeren aan de ontvettings-installatie een PER-lucht mengsel maken met bijv. een temperatuur van ca. 80°C. Bij deze temperatuur is de dampspanning van PER slechts ca.Thus, by supplying PER vapor to the degreasing plant, it is possible to make a PER air mixture with, for example, a temperature of approximately 80 ° C. At this temperature, the vapor pressure of PER is only approx.

5 .25 bar zodat nog steeds .75 bar lucht in de ontvettingsruimte aanwezig kan blijven.5 .25 bar so that .75 bar air can still remain in the degreasing chamber.

Omdat het PER-lucht mengsel bij deze temperatuur verzadigd is zal toch op het koude werkstuk PER condenseren zodat reiniging plaatsvindt.Because the PER-air mixture is saturated at this temperature, PER will still condense on the cold workpiece so that cleaning takes place.

Het condensaat loopt samen met het vuil van het werkstuk af. Na de reini-10 ging wordt het PER-lucht mengsel afgezogen en verse lucht toegevoerd. Door de toegevoerde lucht zal de aan het werkstukoppervlak hangende PER verdampen en ook als PER-lucht mengsel afgevoerd worden. In een scheidings-installatie wordt de PER weer van de lucht gescheiden.The condensate runs off the workpiece together with the dirt. After the purification, the PER air mixture is filtered off and fresh air is supplied. Due to the supplied air, the PER hanging on the workpiece surface will evaporate and will also be discharged as PER air mixture. The PER is separated from the air in a separation installation.

Aldus heeft de werkwijze volgens de uitvinding tot kenmerk,dat men 15 de werkwijze tijdens het eigenlijke ontvettingsproces uitvoert in een / afgesloten ruimte, welke men na het ontvetten en na een aantal andere handelingen, naar de omgeving opent voor het lossen en weer laden van voorwerpen, in welke ruimte zich een mengsel bevindt van lucht en verzadigde oplosmiddel-damp, waarbij men werkt bij een temperatuur, die 20 lager is dan het normale kookpunt van het oplosmiddel, maar hoger dan de temperatuur, waarmede de te ontvetten voorwerpen in de condensatieruimte worden gebracht, - men na het ontvettingsproces het lucht-dampmengsel afvoert en de twee componenten van het mengsel scheidt; de gebruikte lucht, praktisch op- 25 losmiddel vrij, naar de buitenatmosfeer afvoert, en verse lucht en eventueel een nieuwe lading voorwerpen inlaadt door de afgesloten ruimte naar de omgeving te openen; en - de afgescheiden oplosmiddel-damp na condensatie terugvoert naar de vloeistofruimte, waarin de voorraad oplosmiddel in vloeibare vorm 30 aanwezig is.The method according to the invention is thus characterized in that the method is carried out during the actual degreasing process in a / closed space, which is opened to the environment after degreasing and after a number of other operations, for unloading and reloading objects. in which space there is a mixture of air and saturated solvent vapor, operating at a temperature lower than the normal boiling point of the solvent, but higher than the temperature at which the objects to be degreased are placed in the condensation space - the air-vapor mixture is removed after the degreasing process and the two components of the mixture are separated; exhausts the used air, practically solvent-free, to the outside atmosphere, and loads fresh air and possibly a new load of objects by opening the enclosed space to the surroundings; and - returns the separated solvent vapor after condensation to the liquid space, in which the stock of solvent is present in liquid form.

De uitvinding heeft bovendien betrekking op een dampontvetter voor het ontvetten van met vet, olie o.d. verontreinigde voorwerpen in de damp van een ontvettings/oplosmiddel, dat als condensaat neerslaat op het relatief koude, te ontvetten voorwerp, in de vorm van een bak, bevattende 35 - een vloeistofkamer, waarin het oplosmiddel als vloeistof bewaard wordt; - verhittingsmiddelen om de vloeistof in damp om te zetten; - een dampkamer, waarin de ontvetting van het voorwerp plaatsvindt.The invention also relates to a vapor degreaser for degreasing with fat, oil or the like. contaminated objects in the vapor of a degreasing / solvent, which precipitates as condensate on the relatively cold, degreasing object, in the form of a container, containing a liquid chamber in which the solvent is stored as liquid; - heating means to convert the liquid into vapor; - a vapor chamber, in which the object is degreased.

De dampontvetter volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt, dat l J M C L* „ / f -4- - de bak tijdens het ontvettingsproces afsluitbaar is; - de vloeistofkamer van de dampkamer gescheiden is; - de vloeistofkamer via een afsluitbare leiding met de dampkamer verbonden is; 5 - middelen om de temperatuur in de dampkamer in te stellen op een tem peratuur, lager dan het kookpunt van het oplosmiddel; - middelen om het damp-luchtmengsel na elk ontvettingsproces af te voeren via een koeler, werkzaam in het temperatuurtraject beneden kamertemperatuur, waardoor het grootste deel van de damp condenseert; 10 - middelen om het resterende damp-luchtmengsel te leiden door een actief koolfilter (AK), waarna hetgeen ontwijkt naar de atmosfeer - ook onder de nieuwe strengere wetten - verwaarloosbaar is.The vapor degreaser according to the invention is characterized in that the box can be closed during the degreasing process; - the liquid chamber is separated from the vapor chamber; - the liquid chamber is connected to the vapor chamber via a closable pipe; 5 - means for adjusting the temperature in the vapor chamber to a temperature lower than the boiling point of the solvent; - means for discharging the vapor-air mixture after each degreasing process through a cooler operating in the temperature range below room temperature, whereby most of the vapor condenses; 10 - means to pass the remaining vapor-air mixture through an activated carbon filter (AK), after which what escapes to the atmosphere - also under the new stricter laws - is negligible.

Uit de drie bruikbare oplosmiddelen, kiest men bij voorkeur PER, in welk geval de bedrijfstemperatuur tijdens het proces op 80°C ingesteld 15 kan worden, hetgeen duidelijk beneden het normale kookpunt van PER is.Preferably, among the three useful solvents, PER is selected, in which case the operating temperature during the process can be adjusted to 80 ° C, which is well below the normal boiling point of PER.

De partiële druk van PER is dan 0,25 bar en buiten de dampontvetter is de koeler werkzaam in het temperatuurtraject van +10 tot -20°C.The partial pressure of PER is then 0.25 bar and outside the vapor degreaser the cooler operates in the temperature range from +10 to -20 ° C.

Voordelen van deze methode boven de "normale dampontvetting" zijn: a. Door het instellen van de temperatuur in de ontvetter kan de hoeveel-20 heid condensaat afhankelijk van de vervuiling van het werkstuk geregeld worden.Advantages of this method over "normal vapor degreasing" are: a. By adjusting the temperature in the degreaser, the amount of condensate can be controlled depending on the contamination of the workpiece.

b. De hoeveelheid lucht die bij het ontvetten afgevoerd moet worden is kleiner.b. The amount of air to be extracted during degreasing is smaller.

c. Het scheiden van oplosmiddel met een hoog kookpunt uit lucht is een-25 voudiger. Deze methode combineert de voordelen van oplosmiddelen met laag kookpunt met de voordelen van oplosmiddelen met hoog kookpunt.c. Separating high boiling point solvent from air is simpler. This method combines the advantages of low boiling point solvents with the advantages of high boiling point solvents.

d. Doordat de warmteoverdrachtscoëfficiënt van het oplosmiddel/luchtmengsel kleiner is dan van oplosmiddeldamp treedt condensatie langs het hele werkstuk oppervlak op en zal het effect van de gewone dampontvetter 30 waarbij het werkstuk van onderaf gereinigd wordt, zodat het later van bovenaf stromende vuile condensaat telkens het schone oppervlak weer verontreinigt, niet optreden.d. Since the heat transfer coefficient of the solvent / air mixture is less than that of the solvent vapor, condensation occurs along the entire workpiece surface and the effect of the ordinary vapor degreaser 30 where the workpiece is cleaned from below, so that the dirty condensate flowing from above will always clean the surface. contaminates again, does not occur.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van bijgaande tekening, waarin een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uit-35 vinding is weergegeven, nader worden toegelicht.The invention will be explained in more detail below with reference to the appended drawing, in which a preferred embodiment of the device according to the invention is shown.

De dampontvetter bestaat uit een ruimte 2 waarin de te ontvetten e: 0 0 0 3 7 * -5- delen 1 worden geplaatst op een draagrooster 21.The vapor degreaser consists of a space 2 in which the degreasing e: 0 0 0 3 7 * -5- parts 1 are placed on a support grid 21.

De deuren 3 worden gesloten zodat het ontvettingsproces zich in een gesloten ruimte afspeelt. Onder het rooster 21 bevindt zich de PER opvang- en voorraadruimte 5, waarin het tijdens het ontvetten gevormde 5 condensaat terugvloeit via een afsluiter 4. Vanuit de PER voorraadruimte 5 vloeit afgekoelde PER vloeistof via een afsluiter 22 naar de ruimte 6, waarin de PER tot verdamping wordt gebracht. De zuivere PER-damp (met een temperatuur van 121 °C wordt nu via een wijde stijgpijp 7 boven in de damp-ruimte 2 gebracht, waardoor zich in deze ruimte een lucht/PER damp-10 mengsel vormt. De PER-damp condenseert op de te ontvetten delen, waardoor deze delen geleidelijk opgewarmd worden. Indien de temperatuur is gestegen tot 80°C heeft het lucht/PER dampmengsel een concentratie van ca. 2 kg PER/m3 gekregen en is de ontvetting voltooid. De verwarming wordt gestopt. De deuren 3 blijven gesloten.The doors 3 are closed so that the degreasing process takes place in a closed space. Below the grate 21 is the PER collection and storage space 5, in which the condensate formed during degreasing flows back via a valve 4. From the PER storage space 5, cooled PER liquid flows via a valve 22, into which the PER up to evaporation is brought. The pure PER vapor (with a temperature of 121 ° C is now introduced via a wide riser 7 at the top of the vapor space 2, whereby an air / PER vapor-10 mixture forms in this space. The PER vapor condenses on the parts to be degreased, so that these parts are gradually heated up.When the temperature has risen to 80 ° C, the air / PER vapor mixture has obtained a concentration of approx. 2 kg PER / m3 and the degreasing process has been completed. doors 3 remain closed.

15 Via een afzuigventilator 8 en afsluiter 23 wordt het lucht/dampmengsel naar een diepkoelinstallatie 9 gevoerd, waarin het mengsel wordt gekoeld tot een economisch evenwicht is bereikt tussen koeling en effectief gebruik van een aktief koclfilter 12. Hierbij wordt PER-damp gecondenseerd, welk condensaat via een leiding 14 terugloopt naar de voorraadbak 5.15 Via an exhaust fan 8 and valve 23, the air / vapor mixture is fed to a deep cooling installation 9, in which the mixture is cooled until an economic balance is reached between cooling and effective use of an active coc filter 12. Here, PER vapor is condensed, which condensate returns via a pipe 14 to the hopper 5.

20 Teneinde te grote condensatie van waterdamp, welke altijd in het lucht/dampmengsel aanwezig is, te vermijden, wordt de gasstroom na de diepkoeling in koeler 9 via een leiding 24 toegevoerd aan een tweedelige condensor 10, in het eerste deel 10a waarvan het mengsel weer iets opgewarmd wordt. De iets verwarmde lucht verlaat de cóndensorruimte 10a via 25 leiding 16 en stroomt uit in de dampontvetruimte 2. De combinatie van condensor 10, verdamper 9 en compressor 11 vormt een "warmte-pomp".20 In order to avoid excessive condensation of water vapor, which is always present in the air / vapor mixture, the gas flow after deep cooling in cooler 9 is supplied via a line 24 to a two-part condenser 10, in the first part 10a of which the mixture is again something warms up. The slightly heated air leaves the condenser space 10a via line 16 and flows out into the vapor degreasing space 2. The combination of condenser 10, evaporator 9 and compressor 11 forms a "heat pump".

Het tweede deel 10b van de condensor 10 dient om de warmtebalans tussen de damp/luchtstroom en de toegevoerde energie van de "warmtepomp" in evenwicht te brengen. Het teveel aan toegevoerde energie wordt afgevoerd 30 met behulp van een koelventilator 26.The second part 10b of the condenser 10 serves to balance the heat balance between the vapor / air flow and the supplied energy from the "heat pump". The excess of supplied energy is removed by means of a cooling fan 26.

Nadat op deze wijze de concentratie van PER in het lucht/dampmengsel is teruggebracht tot ca.12 g/m3, wordt de ontvetter lichtelijk op onderdruk gehouden door een afzuiging welke via een leiding 17 en een actief koolfilter 12 de lucht naar buiten brengt. Vanwege de combinatie van 35 concentratie en temperatuur kan dit koolfilter 12 klein worden gehouden.After the concentration of PER in the air / vapor mixture has been reduced to about 12 g / m3 in this way, the degreaser is slightly kept under vacuum by a suction which brings the air out via a pipe 17 and an activated carbon filter 12. Due to the combination of concentration and temperature, this carbon filter 12 can be kept small.

De deuren 3 kunnen nu geopend worden en de ontvette delen 1 kunnen uit de ontvetter worden genomen. Vanwege de zeer lage concentratie van PER-damp in de ontvetter en de daarin aanwezige lichte onderdruk zullen geen PER-dampen in de werkruimte treden.The doors 3 can now be opened and the degreased parts 1 can be removed from the degreaser. Due to the very low concentration of PER vapor in the degreaser and the slight underpressure contained therein, no PER vapors will enter the working space.

8 7 C ' ' 78 7 C '' 7

Claims

1. A method for degreasing objects in a saturated vapor of a solvent, in which the objects are introduced at a temperature lower than that of the vapor, which is allowed to condense on the object, and the condensate thus formed is allowed to drain from the water. object, whereby the grease, dirt, etc. is taken along and the object is cleaned, characterized in that the method is carried out during the actual degreasing process in a closed space, which is afterwards degreased and after a number of other operations, to the environment opens for unloading and reloading objects, in which space there is a mixture of air and saturated solvent vapor, operating at a temperature lower than the normal boiling point of the solvent, but higher than the temperature, with which the objects to be degreased are introduced into the condensation space, while - after the degreasing process, the air-vapor mixture is removed and the two 15 components separates from the mixture; exhausts the used air, practically solvent-free, to the outside atmosphere, and loads fresh air and possibly a new load of objects by opening the closed space to the environment; and - returns the separated solvent vapor after condensation to the liquid space, in which the stock of solvent is present in liquid form.

2. Process according to claim 1, characterized in that the solvent is used with PER.

3. Vapor degreaser for degreasing objects with grease, oil or contamination in the vapor of a degreasing / solvent, which precipitates as condensate on the relatively cold object to be cleaned, in the form of a container, containing - a liquid chamber, in which the solvent is stored as a liquid; - heating means to convert the liquid into vapor; 30. a vapor chamber in which the object is degreased, characterized in that - the tray is lockable during the degreasing process; - the liquid chamber is separated from the vapor chamber; - the evaporation space is connected via a pipe to the vapor chamber and opens into the upper point of the vapor chamber; @ -7 n f) a v. '• V * / v * Ü w -J · -7-? - means for adjusting the temperature in the vapor chamber to a temperature lower than the boiling point of the solvent; - means for discharging the vapor-air mixture after each degreasing process into a parallel pipe system (pump 23), in which in the first part 5 of the circuit a cooler is arranged around the pipe, operating in the temperature range below room temperature, whereby the major part of the vapor condenses; - means to pass the remaining vapor-air mixture through an activated carbon filter (AK), after which what escapes to the atmosphere - also under 10 the new stricter laws - is negligible. £ * 7 V> f; η τ? V '. V V V V *