NL8602171A - Milking machine - has flexible connection between teat cup and udder attachment, pulling cup towards attachment - Google Patents
Milking machine - has flexible connection between teat cup and udder attachment, pulling cup towards attachment Download PDFInfo
- Publication number
- NL8602171A NL8602171A NL8602171A NL8602171A NL8602171A NL 8602171 A NL8602171 A NL 8602171A NL 8602171 A NL8602171 A NL 8602171A NL 8602171 A NL8602171 A NL 8602171A NL 8602171 A NL8602171 A NL 8602171A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- teat cup
- teat
- applicator
- connecting member
- udder
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01J—MANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
- A01J5/00—Milking machines or devices
- A01J5/017—Automatic attaching or detaching of clusters
- A01J5/0175—Attaching of clusters
Abstract
Description
λ.λ.
C. van der Lely N.V., Maasland.C. van der Lely N.V., Maasland.
"INRICHTING VOOR HET MELKEN VAN DIEREN""ANIMAL MILKING DEVICE"
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting 5 voor het melken van dieren, waarbij een melkbeker aan een speen van de uier van het dier kan worden aangebracht met behulp van een aanbrengorgaan dat zich vanuit een positie in hoofdzaak onder de vloer van een melkplaats kan verplaatsen naar een positie, waarin het aanbrengorgaan door een gat in 10 of nabij de vloer naar boven reikt tot nabij de uier van het dier. Bij een dergelijke inrichting bevindt een aantal delen zich onder de vloer van de melkplaats, waardoor een gevoeligheid voor vervuiling aanwezig is. Een goede afscherming tussen de melkplaats en deze delen van de melkinrichting is 15 van belang, waarbij de openingen daartussen minimaal gehouden moeten worden.The invention relates to a device 5 for milking animals, in which a teat cup can be fitted to a teat of the udder of the animal by means of an applicator which can move from a position substantially under the floor of a milking parlor a position in which the applicator extends up through a hole in 10 or near the floor near the udder of the animal. In such an arrangement, a number of parts are located under the floor of the milking parlor, so that a sensitivity to contamination is present. A good shielding between the milking parlor and these parts of the milking implement is important, wherein the openings between them must be kept at a minimum.
De uitvinding beoogt een inrichting voor het melken van dieren, waarbij de middelen voor het aanbrengen van de melkbekers eenvoudig en effectief zijn uitgevoerd.The object of the invention is a device for milking animals, wherein the means for arranging the teat cups are simple and effective.
20 Hiertoe is volgens de uitvinding het aanbreng orgaan zwenkbaar ondersteund, waarbij het om althans twee assen kan zwenken, welke assen een hoek met het horizontale vlak maken en welke assen in hoofdzaak elkaar snijden in het centrale gedeelte van het gat waardoor het aanbrengorgaan 25 kan reiken. Op deze manier is het mogelijk met een relatief klein gat te volstaan, terwijl het aanbrengorgaan in verschillende richtingen door het gat kan reiken.According to the invention the mounting member is pivotally supported for this purpose, wherein it can pivot about at least two axes, which axes make an angle with the horizontal plane and which axes intersect substantially in the central part of the hole through which the applying member 25 can reach. . In this way it is possible to suffice with a relatively small hole, while the applicator can extend through the hole in different directions.
Voorts kan volgens de uitvinding het aanbrengorgaan worden ondersteund door een eerste en een tweede 30 gesteldeel, waarbij het eerste gesteldeel zwenkbaar is om een eerste zwenkas en waarbij het tweede gesteldeel, waaraan het aanbrengorgaan is bevestigd, zwenkbaar om een tweede zwenkas met het eerste gesteldeel is verbonden. Daarbij kunnen voorts volgens de uitvinding middelen aanwezig zijn 35 voor het door zwenken om de zwenkassen in een vooraf bepaalde stand brengen van het aanbrengorgaan, welke middelen kunnen zijn voorzien van stappenmotoren.Furthermore, according to the invention, the applicator can be supported by a first and a second frame part, wherein the first frame part is pivotable about a first pivot axis and wherein the second frame part, to which the application member is attached, is pivotable about a second pivot axis with the first frame part connected. In addition, according to the invention, means may be present for bringing the applicator into a predetermined position by pivoting about the pivot axes, which means may be provided with stepper motors.
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding kan 8602111According to a further feature of the invention, 8602111
Aa
- 2 - het aanbrengorgaan voorzien zijn van een axiaal verschuifbaar deel, nabij het uiteinde waarvan zich een melkbeker kan bevinden. Op deze wijze kan het aanbrengorgaan, met aan het uiteinde daarvan de melkbeker, door het gat in de vloer in 5 bovenwaartse richting bewogen worden tot nabij de uier van het dier.The applicator is provided with an axially slidable part, near the end of which a teat cup can be located. In this way the applicator, with the teat cup at the end thereof, can be moved upwards through the hole in the floor towards the udder of the animal.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding is het verschuifbare deel axiaal verschuifbaar door een gelei-dingsdeel, en wordt het verschuifbare deel nabij het andere 10 uiteinde, aan de onderzijde, aangegrepen door een aandrijf-orgaan dat de axiale verschuiving tot stand kan brengen. Volgens een kenmerk van de uitvinding kan het aandrijforgaan voorzien zijn van een schroefspindeleenheid, waarvan de lengte door middel van een electrisch signaal kan worden 15 bestuurd. Daarbij kan de verplaatsing van het verschuifbare deel door middel van een hefboomwerking van een stangen-stelsel groter zijn dan de lengteverandering van de schroef-spindeleenheid, waardoor een relatief snelle verplaatsing van het aanbrengorgaan tot stand kan worden gebracht. In de 20 praktijk is gebleken dat de nauwkeurigheid van de verplaatsing van het aanbrengorgaan,ondanks de hefboomwerking,voldoende groot is.According to another feature of the invention, the slidable part is axially slidable by a guide part, and the slidable part near the other end, at the bottom, is engaged by a driving means capable of effecting the axial shift. According to an inventive feature, the drive member can be provided with a screw spindle unit, the length of which can be controlled by means of an electrical signal. The displacement of the slidable part by means of a lever action of a rod system can herein be greater than the change in length of the screw-spindle unit, so that a relatively rapid displacement of the applicator can be effected. Practice has shown that the accuracy of the displacement of the applicator, despite the leverage, is sufficiently high.
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding kan een melkbeker aan een speen van de uier van een dier worden 25 aangesloten door het in een vooraf bepaalde stand zwenken van het aanbrengorgaan, en het naar boven verschuiven van het axiaal verschuifbare deel over een vooraf bepaalde afstand, zodat de nabij een uiteinde van het verschuifbare deel aangebrachte melkbeker over een speen van de uier van 30 het dier schuift.According to a further feature of the invention, a teat cup can be connected to a teat of an animal's udder by pivoting the applicator in a predetermined position, and sliding the axially displaceable part upwards by a predetermined distance, so that the teat cup disposed near one end of the slidable part slides over a teat of the udder of the animal.
Voorts kunnen er volgens de uitvinding één of meer gaten aanwezig zijn, door elk waarvan een aanbrengorgaan kan reiken, welke gaten zijn aangebracht in een ten opzichte van de vloer verhoogd gedeelte, waarbij het dier met haar 35 achterpoten aan weerszijden van het verhoogde gedeelte kan staan.Furthermore, according to the invention, one or more holes can be present, through each of which an applicator can reach, which holes are arranged in a part raised relative to the floor, the animal being able to stand with its hind legs on either side of the raised part. .
Daarbij kan volgens de uitvinding in het verhoogde gedeelte een sensor aanwezig zijn voor het bepalen van de 8602171 - 3 - positie van de uier en/of één of meer spenen. Deze sensor kan zijn aangebracht in of onder een uitsparing in het verhoogde gedeelte.According to the invention, a sensor can be present in the raised part for determining the 8602171-3 position of the udder and / or one or more teats. This sensor can be arranged in or under a recess in the raised section.
Volgens een kenmerk van de uitvinding kan de 5 sensor zwenken teneinde de uier af te tasten om de plaats van een speen vast te stellen. Daarbij kan de sensor een sonor-signaal uitzenden, zodat de afstand tot elk oppervlak dat het sonor-signaal weerkaatst kan worden vastgesteld.According to an inventive feature, the sensor can pivot to scan the udder to determine the location of a teat. In addition, the sensor can emit a sonor signal so that the distance to any surface that reflects the sonor signal can be determined.
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding 10 kan het aanbrengorgaan met zijn ondersteuning in langs-richting ten opzichte van het dier verplaatsbaar zijn.According to a further feature of the invention, the applicator with its support can be movable in the longitudinal direction relative to the animal.
Voorts kan volgens de uitvinding het axiaal verschuifbare deel buisvormig zijn uitgevoerd en kan de melkslang en/of de pulsatieslang althans gedeeltelijk door 15 dat buisvormige deel zijn geleid.Furthermore, according to the invention, the axially displaceable part can be tubular and the milk hose and / or the pulsation hose can be guided at least partly through that tubular part.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kan een flexibel verbindingsorgaan aanwezig zijn dat de melkbeker met het uiteinde van het axiaal verschuifbare deel verbindt. Daarbij kan het verbindingsorgaan enerzijds aan de 20 melkbeker zijn bevestigd en anderzijds zodanig door het verschuifbare deel zijn geleid, dat de melkbeker zich op afstand van het verschuifbare deel kan bevinden wanneer het verbindingsorgaan niet is aangetrokken, terwijl de melkbeker tegen het uiteinde van het verschuifbare deel wordt getrok-25 ken wanneer het verbindingsorgaan is aangetrokken. Daarbij kunnen middelen voor het aantrekken van het verbindingsorgaan in het verschuifbare deel zijn aangebracht, bij voorkeur aan het van de melkbeker af gekeerde uiteinde van het verschuifbare deel.According to another feature of the invention, a flexible connecting member can be provided which connects the teat cup to the end of the axially slidable part. The connecting member can herein be fastened on the one hand to the teat cup and on the other hand guided through the slidable part, so that the teat cup can be located at a distance from the slidable part when the connecting member is not tightened, while the teat cup is placed against the end of the slidable part is pulled when the connector is tightened. Means for tightening the connecting member can herein be arranged in the sliding part, preferably at the end of the sliding part remote from the teat cup.
30 Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kunnen de tegen elkaar liggende delen van enerzijds de melkbeker en anderzijds het verschuifbare deel zodanig complementair zijn gevormd, dat de melkbeker in een bepaalde stand wordt gebracht wanneer het verbindingsorgaan wordt aangetrokken. 35 Daarbij kan de melkbeker, als het verbindingsorgaan is aangetrokken, in hoofdzaak in het verlengde liggen van het langwerpig uitgevoerde verschuifbare deel.According to another feature of the invention, the abutting parts of the teat cup on the one hand and the slidable part on the other hand can be complementarily shaped such that the teat cup is brought into a certain position when the connecting member is tightened. When the connecting member is tightened, the teat cup can herein substantially lie in line with the elongated slidable part.
Voorts kan volgens de uitvinding om het verbin- 8602171 - 4 - dingsorgaan, tussen de melkbeker en het verschuifbare deel, een kraalvormig element zijn aangebracht, dat, als het ver-bindingsorgaan is aangetrokken, zich tussen de melkbeker en het verschuifbare deel in een overeenkomstig de vorm van dat 5 element gevormde uitsparing kan bevinden.Furthermore, according to the invention, around the connecting member, between the teat cup and the slidable part, a bead-shaped element can be arranged, which, when the connecting member is tightened, extends in a corresponding manner between the teat cup and the slidable part. the shape of said element may be a recess formed.
Volgens de uitvinding kan het verbindingsorgaan gevormd worden door een koord, bijvoorbeeld van metaaldraad en/of kunststof. Ook kan het verbindingsorgaan worden gevormd door de melkslang en/of de pulsaties lang, welke 10 eventueel co-axiaal kunnen zijn uitgevoerd.According to the invention the connecting member can be formed by a cord, for instance of metal wire and / or plastic. The connecting member can also be formed by the milk hose and / or the pulsations long, which may optionally be co-axial.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enkele uitvoeringsvoorbeelden worden toegelicht.To illustrate the invention, with reference to the drawing, some exemplary embodiments will be explained.
Figuur 1 toont een dier dat zich op de melkplaats 15 bevindt,Figure 1 shows an animal that is located on the milking parlor 15,
Figuur 2 is een bovenaanzicht van een deel van de melkinrichting volgens de lijn II - II van Figuur 1,Figure 2 is a top view of part of the milking implement taken on the line II - II of Figure 1,
Figuur 3 is een gedeeltelijk aanzicht volgens de lijn III - III in Figuur 2, 20 Figuur 4 is een gedeeltelijk aanzicht volgens de lijn IV - IV van Figuur 2,Figure 3 is a partial view along line III-III in Figure 2, 20 Figure 4 is a partial view along line IV-IV in Figure 2,
Figuur 5 toont een gedeelte van een aanbreng- orgaan, enFigure 5 shows part of an applicator, and
Figuur 6 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van 25 een aanbrengorgaan.Figure 6 shows a second exemplary embodiment of an applicator.
In de verschillende figuren, die slechts schematische weergaven zijn, worden overeenkomstige onderdelen met gelijke verwijzingscijfers weergegeven.In the various figures, which are only schematic representations, corresponding parts are shown with the same reference numerals.
Het in Figuur 1 weergegeven dier 1 bevindt zich op 30 een melkplaats. Deze melkplaats is een ruimte, begrensd door geleidingsstangen 2, waardoor het dier 1 in zijdelingse richting slechts een beperkte bewegingsvrijheid heeft. Aan de voorzijde is de melkplaats voorzien van een wegklapbare begrenzing 3, waaraan een voederbak 4 is bevestigd en welke 35 door middel van zwenkarmen 5 tot boven het niveau van het dier 1 kan worden bewogen. Daarbij kan het dier 1 in voorwaartse richting de melkplaats verlaten. Nabij de achterzijde van het dier 1 bevindt zich een positioneerarm 6 die 8602171 - 5 - om zwenkas 7 kan roteren en daarbij kan worden aangedreven door bedieningscilinder 8, bijvoorbeeld een pneumatische cilinder, die gebruik maakt van het voor het melken aanwezige vacuüm.The animal 1 shown in Figure 1 is located at a milking parlor. This milking parlor is a space bounded by guide rods 2, so that the animal 1 has only limited freedom of movement in the lateral direction. At the front, the milking parlor is provided with a foldable boundary 3, to which a feeding trough 4 is attached and which can be moved above the level of animal 1 by means of swiveling arms 5. The animal 1 can then leave the milking parlor in the forward direction. Near the rear side of the animal 1 there is a positioning arm 6 which can rotate about pivot axis 7 and can thereby be driven by operating cylinder 8, for instance a pneumatic cylinder, which makes use of the vacuum present for milking.
5 Wanneer de positioneerarm 6 naar boven is gezwenkt, kan het dier in voorwaartse richting de melkplaats binnentreden, waarbij zij de neiging zal hebben zo ver door te lopen dat haar kop nabij de voederbak 4 is. Teneinde te waarborgen dat het dier voldoende naar voren loopt en boven-10 dien teneinde de bewegingsvrijheid van het dier in langs-richting te beperken, kan vervolgens de zwenkarm 6 naar beneden zwenken tot nabij het achtereinde van het dier.When the positioning arm 6 is pivoted upwards, the animal can enter the milking parlor in a forward direction, whereby it will tend to continue to walk so far that its head is near the feed trough 4. In order to ensure that the animal walks sufficiently forward and moreover in order to limit the freedom of movement of the animal in the longitudinal direction, the pivot arm 6 can then pivot downwards close to the rear end of the animal.
Onder de vloer 9 van de melkp laats bevindt zich het gedeelte van de melkinrichting dat het automatisch aan-15 brengen van de melkbekers verzorgt. In Figuur 1 is dit slechts globaal aangegeven, waaarbij een verhoogd gedeelte 10, dat zich onder de uier van het dier bevindt, tot boven de vloer 9 reikt. De achterpoten 11 van het dier 1 bevinden zich daarbij aan weerszijden van het verhoogde gedeelte 10, 20 dat door een in langsrichting langwerpig aangebrachte uitsparing in de vloer 9 van de melkplaats reikt. Het onder de vloer 9 aangebrachte gedeelte van de melkinrichting kan in langsrichting enigszins verplaatsen door middel van gelei-dingswieltjes 12, zodat het verhoogde gedeelte 10 althans in 25 langsrichting van het dier zodanig verplaatst kan worden dat het ongveer recht onder de uier staat.Under the floor 9 of the milking parlor is the part of the milking implement which provides for the automatic application of the teat cups. In Figure 1 this is only indicated roughly, whereby a raised portion 10, which is located under the udder of the animal, extends above the floor 9. The hind legs 11 of the animal 1 are located on either side of the raised portion 10, 20 which extends through a recess elongated in the direction of the floor 9 of the milking parlor. The part of the milking implement arranged under the floor 9 can move slightly in the longitudinal direction by means of guide wheels 12, so that the raised part 10 can be moved at least in the longitudinal direction of the animal such that the approximately spring is directly under the udder.
Figuur 2 toont in bovenaanzicht de inrichting voor het automatisch aanbrengen van de melkbekers, zoals die zich onder de vloer 9 in Figuur 1 bevindt. De inrichting is 30 gemonteerd in een frame 13 dat in lengterichting van de melkplaats kan worden verplaatst. In het frame 13 is een eerste gesteldeel 14 aangebracht dat door middel van scharnier 15 zwenkbaar is opgehangen in het frame 13. Scharnier 15 staat schuin op het vlak van de tekening in Figuur 2. Het 35 zwenken van het eerste gesteldeel 14 om scharnier 15 wordt tot stand gebracht door middel van een aandrijforgaan 16 dat enerzijds in het frame 13 is opgehangen en anderzijds verbonden is met het eerste gesteldeel 14. Voorts bevat de 8602171 - 6 - inrichting een tweede -gesteldeel 17 dat door middel van scharnier 18 is verbonden met het eerste gesteldeel 14. Het zwenken van het tweede gesteldeel ten opzichte van het eerste gesteldeel wordt tot stand gebracht door een aan-5 drijforgaan 19 dat enerzijds verbonden is met het tweede gesteldeel 17 en anderzijds met het eerste gesteldeel 14. Het tweede gesteldeel 17 is voorzien van een axiaal verplaatsbaar aanbrengorgaan 20 (figuur 3) dat aan het boven gelegen uiteinde een melkbeker 21 draagt.Figure 2 shows a top view of the device for automatically arranging the teat cups, as it is located under the floor 9 in Figure 1. The device is mounted in a frame 13 which can be moved in the longitudinal direction of the milking parlor. In the frame 13 a first frame part 14 is arranged which is pivotally suspended in the frame 13 by means of hinge 15. Hinge 15 is obliquely in the plane of the drawing in Figure 2. The pivoting of the first frame part 14 about hinge 15 is produced by means of a drive member 16 which is suspended on the one hand in the frame 13 and on the other hand is connected to the first frame part 14. Furthermore, the 8602171-6 device comprises a second frame part 17 which is connected by means of hinge 18 to the first frame part 14. The pivoting of the second frame part relative to the first frame part is effected by a driver 19 which is connected on the one hand to the second frame part 17 and on the other hand to the first frame part 14. The second frame part 17 is provided of an axially displaceable applicator 20 (figure 3) which carries a teat cup 21 at the upper end.
10 Zoals uit Figuur 2 blijkt, is de inrichting volgens het uitvoeringsvoorbeeld voorzien van vier aan-brengorganen, die elk zijn ondersteund door een tweede gesteldeel 17 en een eerste gesteldeel 14. Door middel van bekrachtiging van de aandrijforganen 16 en 19 kan elk van de 15 aanbrengorganen in een gewenste positie worden gebracht.As can be seen from Figure 2, the device according to the exemplary embodiment is provided with four mounting members, each of which is supported by a second frame part 17 and a first frame part 14. By means of actuation of the drive members 16 and 19, each of the 15 applicators are brought into a desired position.
Voorts is in Figuur 2 een sensor 22 weergegeven, welke sensor door middel van een sonorsignaal de afstand tot een object kan meten. De sensor 22 is zwenkbaar om twee loodrecht ten opzichte van elkaar staande assen 23 en 24, 20 welke zwenking tot stand kan worden gebracht door middel van de electro-motoren 25 en 26. Op deze wijze kan de sensor 22 in verschillende richtingen de afstand tot de uier van het dier bepalen, zodat de plaats van de spenen van de uier kan worden vastgesteld. Het uiteinde van een speen wordt daarbij 25 door de sensor 22 herkend doordat een voorwerp wordt waargenomen, waarvan de afstand tot de sensor kleiner is dan nabij gelegen delen van de uier.Figure 2 furthermore shows a sensor 22, which sensor can measure the distance to an object by means of a sonor signal. The sensor 22 is pivotable about two axes 23 and 24, 20 which are perpendicular to each other, which pivoting can be effected by means of the electric motors 25 and 26. In this way, the sensor 22 can move the distance in different directions. determine the udder of the animal, so that the position of the teats of the udder can be determined. The end of a teat is thereby recognized by the sensor 22 in that an object is detected, the distance from which the sensor is less than adjacent parts of the udder.
Figuur 3 en Figuur 4 geven de inrichting voor het aanbrengen van de melkbekers in meer detail weer. Het axiaal 30 verschuifbare aanbrengorgaan 20 is verschuifbaar door gelei-dingsdeel 27, welk geleidingsdeel 27 bevestigd is aan het tweede gesteldeel 17. De axiale verschuiving van het aanbrengorgaan 20 door het geleidingsdeel 27 wordt tot stand gebracht door middel van aandrijforgaan 28 dat enerzijds aan 35 het tweede gesteldeel 17 is bevestigd en anderzijds aan een hefboom 29. De hefboom 29 is enerzijds aan het uiteinde van het aanbrengorgaan 20 bevestigd en anderzijds aan het uiteinde van een verbindingsstang 30 die verbonden is met het 8602171 - 7 - tweede gesteldeel 17." Het zal duidelijk zijn dat bij bekrachtiging van aandrijforgaan 28 de axiale positie van het aanbrengorgaan 20 kan worden ingesteld, en wel zodanig dat bij een bepaalde verlenging van aandrijf orgaan 28 een 5 veel grotere verplaatsing van het aanbrengorgaan tot stand wordt gebracht, en wel door de hefboomwerking van hefboom 29. Het aandrijforgaan 28 is bijvoorbeeld van het type voorzien van een spindel, een electro-motor en een potentiometer, waardoor de lengteverandering nauwkeurig kan worden 10 ingesteld. Omdat het van belang kan zijn dat de melkbeker zo snel mogelijk na het detecteren van de speen wordt aangebracht, wordt de snelheid waarmee aandrijforgaan 28 werkt door middel van hefboom 29 vergroot. In de Figuren 3 en 4 is het aanbrengorgaan 20 in de onderste positie weergegeven, 15 waarbij de aan het boveneinde aangebrachte melkbeker 21 zich beneden een afdekkap 31 bevindt, welke afdekkap 31 het verhoogde gedeelte 10 van de vloer 9 in Figuur 1 vormt. De afdekkap 31 reikt derhalve door een langwerpige uitsparing in de vloer van de melkplaats naar boven, en wel tussen de 20 achterpoten 11 van het dier 1.Figures 3 and 4 show the device for arranging the teat cups in more detail. The axially slidable applicator 20 is slidable by guide part 27, which guide part 27 is attached to the second frame part 17. The axial displacement of the applicator 20 through the guide part 27 is effected by means of drive member 28, which on the one hand second frame part 17 is attached and on the other hand to a lever 29. The lever 29 is fixed on the one hand to the end of the applicator 20 and on the other hand to the end of a connecting rod 30 which is connected to the 8602171 - 7 - second frame part 17. "It will it is clear that when the actuator 28 is actuated, the axial position of the applicator 20 can be adjusted, such that with a certain extension of the actuator 28 a much greater displacement of the applicator is effected, namely by the leverage of lever 29. The drive member 28 is, for example, of the type provided with a spindle, an electr o-motor and a potentiometer, which allows the length change to be precisely adjusted. Since it may be important for the teat cup to be fitted as soon as possible after the teat has been detected, the speed at which drive member 28 operates by means of lever 29 is increased. In Figures 3 and 4, the applicator 20 is shown in the lower position, the teat cup 21 arranged at the top end being located below a cover cap 31, which cover cap 31 forms the raised portion 10 of the floor 9 in Figure 1. The cover cap 31 therefore extends upwards through an elongated recess in the floor of the milking parlor, namely between the hind legs 11 of the animal 1.
In de afdekkap 31 zit een aantal uitsparingen 32, 33. Uitsparing 32 bevindt zich boven de sensor 22, waardoor de onderzijde van het dier, met name de uier, binnen het meetbereik van de sensor komt. Voorts is voor elk aanbreng-25 orgaan een uitsparing 33 aangebracht, waardoorheen dat aanbrengorgaan kan reiken wanneer het zich naar boven verplaatst. De uitsparingen 32 , 33 kunnen zijn voorzien van een afdekking, bijvoorbeeld een verschuifbaar deksel of iets dergelijks. De uitsparingen 33 kunnen ook voorzien zijn van 30 een flexibele flap, welke opzij wordt gedrukt door het aanbrengorgaan 20 wanneer dat door de uitsparing 33 reikt.In the cover cap 31 there are a number of recesses 32, 33. Recess 32 is located above the sensor 22, so that the underside of the animal, in particular the udder, comes within the measuring range of the sensor. Furthermore, a recess 33 is provided for each applicator through which said applicator can extend as it moves upward. The recesses 32, 33 can be provided with a cover, for instance a sliding lid or the like. The recesses 33 may also include a flexible flap, which is pushed aside by the applicator 20 as it passes through the recess 33.
Zoals uit de Figuren 3 en 4 blijkt, lopen de hartlijnen 44 en 45 van respectievelijk de scharnieren 15 en 18 door het centrale gedeelte van de uitsparing 33, waar-35 doorheen het betreffende aanbrengorgaan kan reiken. Door deze constructie bevindt het aanbrengorgaan zich steeds ongeveer in het midden van de uitsparing wanneer het om de scharnieren 15 en 18 zwenkt, zodat de uitsparingen 33 rela- 8602171 - 8 - tief klein kunnen zijn.'As can be seen from Figures 3 and 4, the center lines 44 and 45 of the hinges 15 and 18, respectively, pass through the central part of the recess 33, through which the respective applicator can extend. Because of this construction, the applicator is always approximately in the center of the recess when it pivots about hinges 15 and 18, so that the recesses 33 can be relatively small.
Tussen de in de Figuren 3 en 4 weergegeven aan-brengorganen 20 bevindt zich de melkklauw 34 die door middel van leiding 35 verbonden is met de melkbeker 21. Leiding 35 5 is bijvoorbeeld de melkslang of een combinatie van de melkslang en de pulsaties lang. Teneinde de leiding 35 tijdens het axiaal verschuiven van aanbrengorgaan 20 enigszins te geleiden is een verbindingskoord 36 aangebracht tussen het ondereinde van aanbrengorgaan 20 en de leiding 10 35. Bij het naar beneden verschuiven van aanbrengorgaan 20 wordt daardoor de leiding 35 gedeeltelijk meegetrokken.Between the applicators 20 shown in Figures 3 and 4 is located the milking claw 34 which is connected by means of line 35 to the teat cup 21. Line 35 is, for example, the milk hose or a combination of the milk hose and the pulsations. In order to guide the line 35 slightly during the axial displacement of the applicator 20, a connecting cord 36 is provided between the lower end of the applicator 20 and the conduit 35. As the applicator 20 is displaced downward, the conduit 35 is partly pulled along with it.
In de tekening, met name in de Figuren 3 en 4, zijn de nodige leidingen voor het bedienen van de aandrijf-organen 16» 19 en 28 en andere leidingen, zoals naar de 15 sensor en voor het afvoeren van melk, niet weergegeven.In the drawing, in particular in Figures 3 and 4, the necessary lines for operating the driving members 16, 19 and 28 and other lines, such as to the sensor and for draining milk, are not shown.
Figuur 5 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van het aanbrengorgaan met de daarmee verbonden melkbeker. Het aanbrengorgaan 20 bestaat uit een metalen buis die aan de onderzijde verbonden is met hefboom 29. Aan de onderzijde is 20 tevens een pneumatische cilinder 37 bevestigd, aan de andere zijde9 waarvan een flexibel verbindingsorgaan 38, bijvoorbeeld een koord, is aangebracht. Het andere einde van het flexibele verbindingsorgaan 38 is verbonden met het onderste gedeelte 39 van de melkbeker 21. Het zal duidelijk zijn dat 25 op deze wijze de melkbeker tegen het einde van het aanbrengorgaan 20 wordt getrokken wanneer het verbindingsorgaan 38 is aangespannen. Door verlenging van pneumatische cilinder 37 kan de spanning in het verbindingsorgaan worden opgeheven, waardoor de melkbeker 21 zich op afstand van het 30 aanbrengorgaan kan bevinden. Om het verbindingsorgaan 38 is een kraalvormig element 40 aangebracht, waarvan de vorm overeenkomt met enerzijds een uitsparing in het onderste deel 39 van de melkbeker en anderzijds in de bovenzijde 46 van het aanbrengorgaan. De aanwezigheid van het kraalvormig 35 element 40 vergemakkelijkt het in de juiste positie komen van melkbeker 21 wanneer het verbindingsorgaan 38 wordt aangetrokken door cilinder 37. In Figuur 5 zijn voorts de pulsatieslang 41 en de melkslang 42 weergegeven.Figure 5 shows a first exemplary embodiment of the applicator with the teat cup connected thereto. The applicator 20 consists of a metal tube which is connected at the bottom to lever 29. At the bottom 20 a pneumatic cylinder 37 is also mounted, on the other side of which a flexible connecting member 38, for instance a cord, is arranged. The other end of the flexible connecting member 38 is connected to the lower part 39 of the teat cup 21. It will be clear that in this way the teat cup is pulled against the end of the applicator 20 when the connecting member 38 is tightened. The tension in the connecting member can be released by extending the pneumatic cylinder 37, so that the teat cup 21 can be located at a distance from the applying member. A bead-shaped element 40 is arranged around the connecting member 38, the shape of which corresponds to a recess in the lower part 39 of the teat cup on the one hand and in the top 46 of the application member on the other. The presence of the bead-shaped element 40 facilitates the correct positioning of teat cup 21 when the connecting member 38 is attracted by cylinder 37. Figure 5 also shows the pulsation hose 41 and the milk hose 42.
8602171 - 9- *8602171 - 9- *
Figuur 6 geeft een tweede uitvoeringsvoorbeeld van het aanbrengorgaan, waarbij de melkslang en/of de pulsatie-slang door het buisvormige aanbrengorgaan is geleid. Deze gecombineerde leiding 47 vormt tevens het flexibele verbin-5 dingsorgaan tussen de melkbeker en het aandrijforgaan, waar omheen zich ook het kraalvormig element 40 bevindt. Door middel van klem 43 is de leiding 47 verbonden met het boveneinde van de pneumatische cilinder 37.Figure 6 shows a second exemplary embodiment of the applicator, in which the milk hose and / or the pulsation hose is guided through the tubular applicator. This combined pipe 47 also forms the flexible connecting member between the teat cup and the driving member, around which the bead-shaped element 40 is also situated. The pipe 47 is connected to the upper end of the pneumatic cylinder 37 by means of clamp 43.
De inrichting voor het melken van dieren werkt als 10 volgt. Nadat het dier, bijvoorbeeld een koe, de melkplaats is binnengetreden en zich op de gewenste plaats bevindt, kan het frame 13 naar voren of naar achteren worden bewogen teneinde ongeveer midden onder de uier van het dier te geraken. Het is daarbij mogelijk gebruik te maken van een 15 zogenaamd koeherkenningssysteem, waarbij door bijvoorbeeld een zendertje aan de halsband van het dier wordt waargenomen welk dier zich op de melkplaats bevindt, naar aanleiding waarvan de verplaatsing van het frame in langsrichting tot stand kan worden gebracht. Ook is het mogelijk, afhankelijk 20 van deze informatie een gewenste hoeveelheid voer in de voerbak 4 te deponeren, hetgeen allemaal automatisch kan geschieden, eventueel bestuurd door een centraal computersysteem. Wanneer het frame 13 zich op de juiste plaats onder de uier bevindt, kan de sensor 22 de uier aftasten teneinde 25 de plaats van de spenen vast te stellen. Het uiteinde van een speen kan daarbij worden herkend door de relatief kleinere afstand tot de sensor dan de omgeving van dat uiteinde van de speen. Zodra de sensor de plaats in de ruimte van een speen heeft vastgesteld kan een aanbrengorgaan 20 door 30 middel van aandrijforganen 16 en 19 in de juiste positie worden gebracht, waarna door bekrachtiging van aandrijf-orgaan 28 het aanbrengorgaan met aan het uiteinde de speen 21 over een bepaalde afstand naar boven worden geschoven. De door middel van verbindingsorgaan 38 tegen het uiteinde van 35 het aanbrengorgaan getrokken melkbeker 21 wordt daarbij door uitsparing 33 naar de betreffende speen verplaatst, waarna de melkbeker door het erin opgewekte vacuüm aan de speen wordt aangebracht. Vervolgens wordt pneumatische cilinder 37 c w C11 71 - 10 - zodanig bekrachtigd dat- het verbindingsorgaan 38 ontspannen wordt en de melkbeker 21 zich op afstand van het aanbreng-orgaan kan bevinden, waarna het aanbrengorgaan enigszins naar beneden wordt bewogen. Hierdoor ontstaat een bewe-5 gingsvrijheid voor de melkbeker, welke nodig is wanneer het dier zich enigszins beweegt, of wanneer de vorm van de uier zich wijzigt door het afnemen van de hoeveelheid aanwezige melk.The animal milking device operates as follows. After the animal, for example a cow, has entered the milking parlor and is at the desired location, the frame 13 can be moved forwards or backwards in order to get approximately mid under the animal's udder. It is possible to make use of a so-called cow recognition system, in which, for example, a transmitter on the collar of the animal detects which animal is at the milking parlor, as a result of which the displacement of the frame in the longitudinal direction can be effected. Depending on this information, it is also possible to deposit a desired amount of feed in the feed trough 4, all of which can be done automatically, optionally controlled by a central computer system. When the frame 13 is properly positioned under the udder, the sensor 22 can sense the udder to determine the position of the teats. The end of a teat can be recognized by the relatively smaller distance to the sensor than the vicinity of that end of the teat. As soon as the sensor has determined the position in the space of a teat, an applicator 20 can be brought into the correct position by means of actuators 16 and 19, after which the actuator with the teat 21 at the end is overridden by actuation of actuator 28 pushed up a certain distance. The teat cup 21 drawn by means of connecting member 38 against the end of the applicator member is thereby moved through recess 33 to the relevant teat, after which the teat cup is applied to the teat by the vacuum generated therein. Subsequently, pneumatic cylinder 37 is activated such that the connecting member 38 is relaxed and the teat cup 21 can be located at a distance from the applicator, after which the applicator is moved slightly downwards. This creates a freedom of movement for the teat cup, which is necessary when the animal moves slightly, or when the shape of the udder changes by decreasing the amount of milk present.
Op de beschreven wijze kunnen alle melkbekers 10 achtereenvolgens worden aangebracht, waarbij de verschillende handelingen elkaar in de tijd overlappen, bijvoorbeeld kan de sensor reeds de volgende speen opzoeken tijdens het verplaatsen van de melkbeker 21 naar de eerder gevonden speen.In the manner described, all teat cups 10 can be arranged successively, the different operations overlapping in time, for example, the sensor can already look up the next teat while moving the teat cup 21 to the previously found teat.
15 Na het melken kan de beker van de speen worden afgetrokken door het aantrekken van het verbindingsorgaan 38, waarbij de melkbeker weer in de bepaalde positie tegen het aanbrengorgaan 20 wordt getrokken. De melkbeker 21 kan vervolgens weer naar een positie onder de vloer van de 20 melkplaats worden gebracht. Teneinde vervuiling van de melkbeker te voorkomen is het mogelijk, bijvoorbeeld wanneer de melkbeker zich onder de vloer van de melkplaats bevindt, het verbindingsorgaan 38 geheel of gedeeltelijk te ontspannen, waardoor het open gedeelte van de melkbeker naar 25 beneden gericht kan worden.After milking, the cup can be pulled off the teat by tightening the connecting member 38, the teat cup again being pulled into the determined position 20 against the applicator 20. The teat cup 21 can then be brought back to a position under the floor of the milking parlor. In order to prevent contamination of the teat cup, it is possible, for instance when the teat cup is located under the floor of the milking parlor, to fully or partially relax the connecting member 38, so that the open part of the teat cup can be directed downwards.
86021718602171
Claims (26)
Priority Applications (4)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL8602171A NL192318C (en) | 1986-08-27 | 1986-08-27 | Device for milking animals. |
| EP87201609A EP0258938B2 (en) | 1986-08-27 | 1987-08-26 | An implement for milking animals |
| DE8787201609T DE3774217D1 (en) | 1986-08-27 | 1987-08-26 | MACHINE FOR MILKING ANIMALS. |
| AT87201609T ATE68935T1 (en) | 1986-08-27 | 1987-08-26 | DEVICE FOR MILKING ANIMALS. |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL8602171A NL192318C (en) | 1986-08-27 | 1986-08-27 | Device for milking animals. |
| NL8602171 | 1986-08-27 |
Publications (3)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL8602171A true NL8602171A (en) | 1988-03-16 |
| NL192318B NL192318B (en) | 1997-02-03 |
| NL192318C NL192318C (en) | 1997-06-04 |
Family
ID=19848457
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL8602171A NL192318C (en) | 1986-08-27 | 1986-08-27 | Device for milking animals. |
Country Status (1)
| Country | Link |
|---|---|
| NL (1) | NL192318C (en) |
Citations (5)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| JPS49138077U (en) * | 1973-04-02 | 1974-11-27 | ||
| US4010714A (en) * | 1974-03-08 | 1977-03-08 | Director, National Institute Of Animal Industry | System for managing milking-cows in stanchion stool |
| WO1985002973A1 (en) * | 1983-12-30 | 1985-07-18 | Gascoigne-Melotte B.V. | Automatic apply of teat cups |
| EP0191517A1 (en) * | 1985-01-28 | 1986-08-20 | C. van der Lely N.V. | Implement for milking animals, such as cows |
| EP0091892B1 (en) * | 1982-04-08 | 1988-11-02 | Alfa-Laval Ab | A milking method and an apparatus therefor |
-
1986
- 1986-08-27 NL NL8602171A patent/NL192318C/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| JPS49138077U (en) * | 1973-04-02 | 1974-11-27 | ||
| US4010714A (en) * | 1974-03-08 | 1977-03-08 | Director, National Institute Of Animal Industry | System for managing milking-cows in stanchion stool |
| EP0091892B1 (en) * | 1982-04-08 | 1988-11-02 | Alfa-Laval Ab | A milking method and an apparatus therefor |
| WO1985002973A1 (en) * | 1983-12-30 | 1985-07-18 | Gascoigne-Melotte B.V. | Automatic apply of teat cups |
| EP0191517A1 (en) * | 1985-01-28 | 1986-08-20 | C. van der Lely N.V. | Implement for milking animals, such as cows |
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| NL192318B (en) | 1997-02-03 |
| NL192318C (en) | 1997-06-04 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| NL193648C (en) | Device for milking animals. | |
| EP0194729B1 (en) | Implement for milking animals | |
| EP0643909B1 (en) | An implement for milking animals | |
| EP0329248B1 (en) | A device for milking an animal | |
| EP0188303B1 (en) | Implement for automatically milking an animal | |
| EP0320496B2 (en) | Device for automatically milking animals | |
| NL9401113A (en) | Construction with a device for automatic milking of animals. | |
| NL1009632C2 (en) | Automated milking parlor for dairy cattle uses optical sensors to detect positions of teats and attach suction pipes, requires minimal human labor | |
| EP0258938B2 (en) | An implement for milking animals | |
| NL9201902A (en) | Device for milking animals | |
| EP1120032B1 (en) | A construction for automatically milking animals | |
| NL9401114A (en) | Construction with a device for automatic milking of animals. | |
| EP1223800B1 (en) | Means for improved milking | |
| NL8602171A (en) | Milking machine - has flexible connection between teat cup and udder attachment, pulling cup towards attachment | |
| EP0990387B1 (en) | An implement for milking animals | |
| NL1009631C2 (en) | Automated milking parlor for dairy cattle uses optical sensors to detect positions of teats and attach suction pipes, requires minimal human labor | |
| NL8500694A (en) | Parlour for milking cows - has sensor-controlled hinged wall to move hind leg(s) laterally for correct positioning |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| A1B | A search report has been drawn up | ||
| BC | A request for examination has been filed | ||
| V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20040301 |