NL8500136A - Geprefabriceerde inbouweenheid voor een woning, alsmede woning, uitgevoerd met deze geprefabriceerde inbouweenheid. - Google Patents

Description

NL 32.563-Jb/Me/rvdv * -*· Ί0

Geprefabriceerde inbouweenheid voor een woning, alsmede woning, uitgevoerd met deze geprefabriceerde inbouweenheid

De uitvinding heeft betrekking op een geprefabriceerde inbouweenheid voor een woning; alsmede op een woning uitgevoerd met deze geprefabriceerde inbouweenheid.

Dergelijke geprefabriceerde inbouweenheden zijn 5 reeds bekend en kunnen bijvoorbeeld een geprefabriceerde badkamer of dergelijke omvatten. Tijdens het bouwen van een woning worden deze geprefabriceerde inbouweenheden als één geheel in de constructie opgenomen, waardoor de werkzaamheden op de bouwplaats kunnen worden teruggebracht.

10 Deze bekende inbouweenheden omvatten evenwel slechts een klein gedeelte van de woning, zodat een groot deel van de bouwwerkzaamheden nog op de bouwplaats dient te worden uitgevoerd.

Aan het verrichten van werkzaamheden op de bouw-15 plaats kleven echter verschillende bezwaren, zoals de oncontroleerbare omstandigheden op de bouwplaats en de relatief lage effectieve werktijd van het personeel, daar veel niet-bouwgerichte handelingen, bijvoorbeeld het verplaatsen van de benodigde gereedschappen door de woning, moeten worden ver-20 richt. De bouwkosten van de woningen zijn hierdoor betrekkelijk hoog.

De uitvinding beoogt een inbouweenheid voor een wo- * ning te verschaffen, waarbij de genoemde bezwaren op doeltreffende wijze worden opgeheven.

25 Hiertoe wordt de inbouweenheid voor een woning vol gens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat in deze inbouweenheid gas-, water-, afvoer- en/of electriciteitsleidingen en althans een gedeelte van het sanitair zijn ondergebracht, terwijl de inbouweenheid een zodanige hoogte bezit dat deze 30 zich, indien ingebouwd in de woning, over tenminste één bouwlaag van deze woning bovenwaarts uitstrekt.

Deze inbouweenheid bevat juist die onderdelen van een woning, welke arbeidsintensieve werkzaamheden vergen, welke op deze wijze onder gunstige en gecontroleerde omstan-35 digheden in een fabriek kunnen worden uitgevoerd, zodat de bouwtijd op de bouwplaats wordt beperkt en de bouwkosten worden verlaagd.

85 Ü 0 1 3 6 ; : -2-

In een bij voorkeur toegepaste uitvoering van een inbouweenheid bezit deze een zodanige hoogte, dat deze zich, indien ingebouwd in de woning, in de hoogterichting over meerdere bouwlagen van de woning uitstrekt.

5 Hierbij kan de inbouweenheid tenminste één schei- dingslaag bevatten, welke zich althans over een gedeelte van de inbouweenheid uitstrekt en welke, indien de eenheid in de woning is ingebouwd, althans ongeveer tussen twee opvolgende bouwlagen van de woning is gelegen.

10 Hierdoor ontstaat als het ware een centrale eenheid in de woning, waarin met voordeel een verwarmingsinstallatie, een trap, een keukengedeelte, een toilet en/of een badkamer kunnen worden ondergebracht.

Op deze wijze zijn de werkzaamheden voor de bouw 15 van het overige gedeelte van de woning, welke op de bouwplaats dienen te worden uitgevoerd, tot een minimum teruggebracht .

De uitvinding betreft voorts een woning, welke is uitgevoerd met de in het voorgaande beschreven geprefabri-20 ceerde inbouweenheid.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van de inbouweenheid volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een dwarsdoorsnede van een uitvoerings-25 voorbeeld van de inbouweenheid volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1.

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1.

30 Fig. 4 is een bovenaanzicht van de inbouweenheid volgens fig. 1.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van een inbouweenheid voor een woning weergegeven, welke zich, indien ingebouwd in de (niet weergegeven) woning, over drie bouwla-35 gen van deze woning uitstrekt. Deze drie bouwlagen zijn eveneens in de inbouweenheid gevormd en omvatten een begane grond 1, een eerste verdieping 2 en een zolder 3, welke van elkaar worden gescheiden door een scheidingslaag 4, respectievelijk 5, terwijl de inbouweenheid aan de onderzijde door een onder-40 laag 6 is afgesloten. De ligging van de benedenvloer en de 8500136 - 3 - scheidingslagen van de woning na inbouw van de eenheid is in fig. 1 met streep-stippellijnen aangegeven.

De constructie van de inbouweenheid is zodanig, dat deze een zelfdragend geheel vormt en slechts door de beneden-5 vloer van de woning behoeft te worden ondersteund.

De scheidingslagen 4, 5 van de inbouweenheid bevatten metalen liggers (niet weergegeven), waarop vloerplaten 7, 8 van hout of dergelijk materiaal zijn geplaatst, terwijl aan de onderzijde van de scheidingslagen 4, 5 een plafond 9, 10 is 10 aangebracht. De onderlaag 6 van de inbouweenheid bestaat slechts uit een vloerplaat van hout of dergelijk materiaal, daar deze door de benedenvloer van de woning wordt gedragen.

De wanden van de inbouweenheid zijn opgebouwd uit metalen doosprofielen, welke aan de buitenzijde van de inbouw-15 eenheid reeds zijn voorzien van een topcoating, terwijl op de doosprofielen aan de binnenzijde van de inbouweenheid een plaat met een kunststoftoplaag of een vinylbekleding wordt aangebracht. Ten behoeve van de geluidsisolatie zijn de metalen doosprofielen met schuimbeton en/of polyurethaanschuim ge-20 vuld.

Het is uiteraard mogelijk, voor de wanden en lagen van de inbouweenheid andere materialen dan metaal en hout toe te passen, zoals beton in gestorte vorm, of kunststof in plaat-vorm.

25 De onderste bouwlaag of begane grond 1 van de in bouweenheid (fig. 2) bevat een trap 11, welke de begane grond 1 met de eerste verdieping 2 (fig. 3) verbindt. Deze trap 11 is gesloten uitgevoerd, waarbij onder de trap een afgesloten ruimte is gevormd, welke als meterkast 12 kan worden benut en 30 via een deur 13 vanuit de woning toegankelijk is. In deze meterkast 12 zijn de meters voor het water- en electriciteits-verbruik ondergebracht, welke zijn aangesloten op de, door het onderliggende vloergedeelte van de woning geleide, wateren electriciteitsleidingen, terwijl hier tevens de gasleiding 35 in de inbouweenheid is binnengevoerd. Vanuit de meterkast 12 verlopen deze gas-, water- en electriciteitsleidingen verder door de inbouweenheid, in hoofdzaak via de holle ruimtes van de met doorsprofielen opgebouwde wanden. In de fabriek voor de inbouweenheden zijn de gas- en waterleidingen reeds afgeperst 40 en zijn de electriciteitsleidingen doorgemeten, zodat de con- 8 5 L’ u T 3 o - 4 - trole op de bouwplaats van de woning tot een minimum is teruggebracht .

Op de begane grond 1 van de inbouweenheid bevindt . zich voorts een hal 14, die aan één zijde op de trap 11 aan-5 sluit, aan een andere zijde via een deur(opening) 15 met de begane grond van de woning in verbinding staat, terwijl een deur 16 in een binnenwand van de inbouweenheid toegang tot een toilet 17 verschaft.

Aan de andere zijde van een, zich over de gehele 10 breedte van de begane grond 1 van de inbouweenheid uitstrekkende, binnenwand 18 bevindt zich een keukengedeelte 19, dat reeds gedeeltelijk van een keukeninrichting is voorzien, zoals een keukenblok met aanrechtblad 20 en bovenkastjes 21. Voorts zijn aansluitpunten voor een gasfornuis 22 en voor een 15 vaatwasmachine 23 aangebracht.

Het keukengedeelte 19 is aan een zijde 24 geheel open, terwijl in de aangrenzende wand 25 een opening 25' is· uitgespaard. Via deze opening 25* kan het keukengedeelte 19 worden samengevoegd met een, in de woning aanwezig, keukenge-20 deelte, zodat het keukengedeelte 19 van de inbouweenheid als apparatenhoek van een grotere keuken kan dienen. De inbouweenheid is met de open zijde 24 van het keukengedeelte 19 meestal tegen een wand van de woning geplaatst, zodat de wand van de woning het keukengedeelte 19 aan deze open zijde af-25 sluit.

De trap 11 tussen de begane grond 1 en de eerste verdieping 2 komt uit op een overloop 44 van de eerste verdieping 2 (fig. 3). In elk van drie wanden van deze overloop 44 is een met een kozijn uitgevoerde opening 26, 27, 28 gevormd, 30 waarvan de openingen 26, 27 toegang tot de woning verschaffen, terwijl de opening 28 naar een badkamer 29 leidt. De openingen 27, 28 zijn hierbij van een deur voorzien. De inrichting van de badkamer 29 bestaat op zichzelf uit een geprefabriceerde ondereenheid 30. Deze geprefabriceerde ondereenheid 30 is opge-35 bouwd uit een kunststof vloer en kunststof wanden, die zich slechts over een gedeelte van de hoogte van de badkamer 29 uitstrekken. In de door de wanden en de vloer gevormde bak 31, welke het gehele vloeroppervlak van de badkamer 29 van de inbouweenheid beslaat, zijn een bad 32, een toilet 33, een was-40 tafel 34 en een aansluiting 35 voor een wasmachine aangebracht.

85 0 0 1 3 6 - 5 -

De scheidingslaag 4 tussen de begane grond 1 en de eerste verdieping 2 van de inbouweenheid is hol uitgevoerd, zodat in de scheidingslaag een ruimte 36 is gevormd. De bovenzijde van deze ruimte 36 is begrensd door de vloerplaat 7, 5 welke na inhouw van de eenheid in de woning aansluit op de vloer van de eerste verdieping van de woning. De onderzijde van de ruimte wordt bepaald door het verlaagde plafond 9, dat, na inbouw van de eenheid in de woning, lager ligt dan het plafond van de begane grond van de woning. De genoemde 10 gas-, water- en electriciteitsleidingen en ook afvoerleidin-gen kunnen op deze wijze door deze holle scheidingslaag 4 en door de eveneens met een holle ruimte 43 uitgevoerde scheidingslaag 5 verlopen.

Tevens bevatten de ruimten 36, respektievelijk 43 ka-15 nalen van een in de eenheid aangebrachte luchtverwarmingsinstallatie, terwijl uitblaasopeningen van deze kanalen na inbouw van de eenheid in de woning juist onder het plafond van de begane grond, respektievelijk de eerste verdieping van de woning uitmonden.

20 Een open trap 37 verbindt de eerste verdieping 2 met de zolder 3 (fig. 4) van de inbouweenheid, alwaar de trap 37 uitloopt op een overloop 38. Rondom de vloer van deze overloop 38 bevinden zich geen wanden, zodat deze overloop 38, na inbouw van de eenheid in de woning, geheel aansluit op de zol-25 der van de woning. De buitenzijde van het trapgat van de trap 37 is wel afgeschermd met een traphek 39.

Aangrenzend aan de overloop bevindt zich een ruimte 40, alwaar een verwarmingsketel 41 van de luchtverwarmingsin-stallatie is opgesteld. Deze ruimte 40 bezit behalve het, de trap 30 37 afschermende, traphek 39 nog een even hoge wand 42 aan de zijde van de verwarmingsketel 41.

Volgens de uitvinding wordt een geprefabriceerde inbouweenheid voor een woning verschaft, welke er toe leidt, dat de werkzaamheden, die op de bouwplaats van deze woning moeten 35 worden uitgevoerd zoveel mogelijk zijn beperkt, waardoor een belangrijke daling in de bouwprijs en een snelle bouw mogelijk worden.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manie-40 ren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd.

85 9 0 13 5

Claims (15)

1. Geprefabriceerde inbouweenheid voor een woning, met het kenmerk, dat in deze inbouweenheid gas-, water-, afvoer- en/of electriciteitsleidingen en althans een gedeelte van het sanitair zijn ondergebracht, terwijl deze 5 zich, indien ingebouwd in de woning, over tenminste één bouwlaag van deze woning bovenwaarts uitstrekt.

2. Inbouweenheid volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat deze een zodanige hoogte bezit, dat deze zich, indien ingebouwd in de woning, in de hoogterichting 10 over meerdere bouwlagen van de woning uitstrekt.

3. Inbouweenheid volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat deze tenminste één scheidingslaag bevat, welke zich althans over een gedeelte van de inbouweenheid uitstrekt en welke, indien de eenheid in de woning is inge- 15 bouwd, althans ongeveer tussen twee opvolgende bouwlagen van de woning is gelegen.

4. Inbouweenheid volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat tenminste één scheidingslaag hol is uitgevoerd, welke aan de bovenzijde door een als vloer fungerend 20 vlak is begrensd, dat,indien de eenheid in de woning is ingebouwd, althans ongeveer aansluit op de vloer van de betreffende bouwlaag van de woning, terwijl de onderzijde van de holle scheidingslaag is begrensd door een plafond, dat, na inbouw van de eenheid in de woning, lager ligt dan het pla- 25 fond van de onderliggende bouwlaag van de woning, waarbij althans een aantal van de genoemde leidingen door de holle scheidingslaag verlopen.

5. Inbouweenheid volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat in de eenheid een verwarmingsinstallatie 30 is aangebracht en door de (elke) holle scheidingslaag althans een gedeelte van verwarmingsleidingen van deze verwarmingsinstallatie verlopen.

6. Inbouweenheid volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de verwarmingsinstallatie uit een lucht- 35 verwarmingsinstallatie bestaat, waarvan de uitblaasopeningen, nadat de eenheid in de woning is ingebouwd, onder het plafond van de onderliggende bouwlaag van de woning uitmonden.

7. Inbouweenheid volgens een der voorgaande conclu- 8500136 % -7- sies, met het kenmerk, dat deze tenminste één trap bevat.

8. Inbouweenheid volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een keukengedeel- 5 te bevat.

9. Inbouweenheid volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een toilet bevat.

10. Inbouweenheid volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een badkamer be- 10 vat.

11. Inbouweenheid volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze de watermeter en de electriciteitsmeter bevat.

12. Inbouweenheid volgens een der voorgaande conclu-15 sies, met het kenmerk, dat wanden van de inbouweenheid uit metalen doosprofielen bestaan.

13. Inbouweenheid volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze althans aan de buitenzijde is voorzien van een wandafwerking.

14. Woning, uitgevoerd met een geprefabriceerde in bouweenheid volgens een der voorgaande conclusies.

85 CO 136