NL8500122A - Beitelbevestiging, in het bijzonder voor kolenschaven. - Google Patents

Beitelbevestiging, in het bijzonder voor kolenschaven. Download PDF

Info

Publication number
NL8500122A
NL8500122A NL8500122A NL8500122A NL8500122A NL 8500122 A NL8500122 A NL 8500122A NL 8500122 A NL8500122 A NL 8500122A NL 8500122 A NL8500122 A NL 8500122A NL 8500122 A NL8500122 A NL 8500122A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chisel
wedge
attachment according
blocking member
key
Prior art date
Application number
NL8500122A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gewerk Eisenhuette Westfalia
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gewerk Eisenhuette Westfalia filed Critical Gewerk Eisenhuette Westfalia
Publication of NL8500122A publication Critical patent/NL8500122A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21CMINING OR QUARRYING
    • E21C35/00Details of, or accessories for, machines for slitting or completely freeing the mineral from the seam, not provided for in groups E21C25/00 - E21C33/00, E21C37/00 or E21C39/00
    • E21C35/18Mining picks; Holders therefor
    • E21C35/19Means for fixing picks or holders

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Excavating Of Shafts Or Tunnels (AREA)
  • Percussive Tools And Related Accessories (AREA)
  • Knives (AREA)
  • Component Parts Of Construction Machinery (AREA)
  • Gripping On Spindles (AREA)
  • Milling, Drilling, And Turning Of Wood (AREA)

Description

i ά ί VO 6725
Beitelbevestiging, in het bijzonder voor kolenschaven.
De uitvinding betreft een beitelbevestiging, in het bijzonder voor kolenschaven en dergelijke, bestaande uit een beitelhouder en een beitel, welke in een verdieping van de beitelhouder gestoken kan worden, waarbij de beitelhouder aan de achterzijde van een de beitel steunend 5 beitelaanlegvlak en aan zijn in de snijrichting voorliggende kopzijde van een damwand en een kopopening voor een gebogen spie voorzien is, j welke door de kopopening heen in een tussen de damwand en het kopvlak \ van de beitel gevormde, boogvormige spiespleet gedreven kan worden, j
waarbij voor het borgen van de ingedreven gebogen spie een borginrich- J
10 ting aanwezig is.
i
Beitelbevestigingen van dit type, welke bij schaven voor het j ondergronds winnen van kool of dergelijke schaafbare mineralen ter beschikking komen, behoren tot de stand van de techniek (Duits Offen- ! legungsschrift 32 90 410, Duits Offenlegungsschrift 32 09 411). Bij de 1 15 bekende beitelbevestigingen vindt het borgen van de gebogen spie in de beitelvërdieping plaats door middel van een felslip, welke als één stuk aan het spie-einde aangebracht of op een nok van de gebogen spie gestoken en na het inwrijven van de gebogen spie om de voorste damwand van de beitelhouder heen gefelst wordt.
20 De bekende beitelbevestigingen zijn weliswaar in staat de gebo gen spie tijdens het schaven in het algemeen in de beitelverdieping te borgen. Zij zijn echter niet in staat, het vast spannen vein de spie van de beitel in de verdieping van de beitelhouder betrouwbaar in stand te houden. Gebleken is, dat de standtijd van de beitel verrassend sterk 25 verhoogd wordt, wanneer het lukt, het vastzitten van de beitel in de beitelverdieping over de gehele standtijd van de beitel te waarborgen.
Bij het loszitten van de beitel treden tijdens het schaven onder de hoge stootachtige beitelbelastingen vervormingen en slijtage aan de het vastzitten van de beitel in de beitelhouder bewerkstelligende vlakken 30 op, welke tot afwijkingen van de betreffende vlakken en als gevolg daarvan tot een versterkt los gaan zitten en slaan van de beitel in de beitelverdieping leiden en aldus de standtijd van de beitel aanzienlijk verlagen .
8500122 h i- « « -2-
Doel van de uitvinding is dus, bij een beitelbevestiging van het hierboven bedoelde type een borginrichting te verschaffen, welke de gebogen spie niet alleen tegen het uitvallen uit de beitelverdieping betrouwbaar waarborgt, doch waarmede ook het vastzetten van de spie van 5 de beitel in de verdieping van de beitelhouder onder buitengewoon hoge bedrijfskrachten, in het bijzonder de stootachtige belastingen, betrouwbaar gewaarborgd blijft. Tegelijk wordt een eenvoudige en zo mogelijk uit niet verliesbare delen bestaande borginrichting nagestreefd, welke bij het indrijven van een gebogen spie onder de trekkracht van de spie 10 automatisch kan worden bewerkstelligd en welke ook een snel en eenvoudig lossen van de gebogen spie mogelijk maakt, zonder dat omslachtige manipulaties, zoals het omfelzen van een felslip, noodzakelijk zijn.
Het genoemde probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat de borginrichting uit een in de boogvormige spiespleet aange-15 brachte, tussen ten minste één van de beide spievlakken van de gebogen spie en het bijbehorende tegenvlak door wrijving en/of vormsluiting bewerkstelligende spieblokkering bestaat, welke van een onder wigwer-king van de gebogen spie vervormbaar blokkeerorgaan voorzien is.
Bij deze uitvoeringsvorm van de borginrichting vindt aldus een 20 spieblokkering met een spieorgaan toepassing, dat de ingedreven gebogen spie door verhoogde wrijving en/of door vormsluiting betrouwbaar in de gespannen spiestand vasthoudt. De spieblokkering met het spieorgaan ligt in de binnenruimte van de boogvormige spiespleet en is dus onttrokken aan uitwendige invloeden. Tegelijk is echter de spieblokkering 25 zodanig uitgevoerd, dat de gebogen spie voor het uitwisselen van de beitel zonder extra moeilijkheden gelost kan worden, hetgeen door het eenvoudig terugdrijven van de gebogen spie in de spiespleet bewerkstelligt kan worden.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het blokkeerorgaan 30 uit een eenvoudig en goedkoop kunststofdeel, in het bijzónder uit een kunststof materiaal met een Shore-A-hardheid van ongeveer 80 tot 100, bij voorkeur 90. Bijzonder geschikt is een taai-elastisch kunstharsmateriaal (Vulkollan) van de genoemde hardheidsgraad. Het kunststof blokkeerorgaan zou als eenvoudig wrijvingsorgaan toepassing kunnen 35 vinden, dat de wrijving van de gebogen spie verhoogt. Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm is echter het tegen het kunststof blokkeerorgaan 8500122 . i 4 -3- steunende spievlak of het spietegenvlak van een rastvertanding voorzien, waarvan de tanden zodanig zijn uitgevoerd, dat zij bij het indrijven van de gebogen spie geen te grote weerstand ondervinden, daarentegen echter een beweging van de gebogen spie in de lossende richting door 5 wrijving en vormsluiting werkzaam verhinderen. Door het inwrijven van de gebogen spie wordt het kunststof blokkeerorgaan gestuikt en op grond van zijn elastische vering in de tandholtes tussen de temden van de rastvertanding geperst, waardoor de gebogen spie tegen loswerken betrouwbaar geborgd wordt. Om bij het wisselen van de beitel het vastspannen 10 van de spie op te heffen, wordt de gebogen spie met behulp van een doorn uitgedreven. Omdat de tanden van de rastvertanding in de uitdrijfrichting relatief scherpkantig uitgevoerd zijn, wordt bij het uitdrijven van de gebogen spie het tussen de tanden zich bevindende materiaal van het kunststof blokkeerorgaan min of meer afgeknipt, zonder dat hierbij echter 15 het uitdrijven van de gebogen spie bovenmatig bemoeilijkt wordt. j
Bij een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van de uitvinding is de genoemde rastvertanding aan de gebogen spie aangebracht, j i terwijl het blokkeerorgaan zich aan de beitel bevindt. De plaatsing ' wordt doelmatig hierbij zodanig uitgevoerd, dat het blokkeerorgaan in 20 een uitsparing aan het boogvormige kopvlak van de beitel wordt vastgehouden en met een einde uit deze uitsparing in de wigspleet reikt, zo- j dat dit met de aan het buitenste boogvlak van de gebogen spie aangebrachte rastvertanding kan samenwerken. Het kunststof blokkeerorgaan, dat bij voorkeur uit een in hoofdzaak cilindrisch propvormig lichaam 25 bestaat, wordt doelmatig met een perspassing in de uitsparing vastgehouden, welke, ingeval dit niet aan de beitel is aangebracht, doelmatig uit een blinde boring aan het kopvlak van de beitelschacht bestaat.
In het bijzonder bij de genoemde voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding verdient het aanbeveling, het kunststof blokkeerorgaan 30 van een doorgaand metaalelement, in het bijzonder een metalen stift of dergelijke te voorzien, welke met zijn ene einde tegen de bodem van de dit opnemende uitsparing steunt en waarvan het andere einde bij ingedreven boogvormige spie in een tandholte van de rastvertanding grijpt.
Doelmatig bestaat het in het kunststof blokkeerorgaan ingebedde metaal-35 element uit een dunne stalen stift. Met behulp van het in het kunststof blokkeerorgaan ingebedde en met de rastvertanding samenwerkende metalen 8500122 6 * « -4- element lukt het, met kleine moeite een borg voor de spie te bewerkstelligen, waarbij ook onder de moeilijkste bedrijfsomstandigheden het lossen van het inspannen van de wig en het loswerken van de beitelzit-ting of zelfs het naar buiten verplaatsen van de gebogen spie uit de 5 beitelhouder met het gevaar van beitelverlies betrouwbaar vermeden worden, zonder dat echter het lossen van de boogvormige spie voor het wisselen van de beitel nodeloos bemoeilijkt wordt. Volgens een doelmatige uitvoeringsvorm zit de metalen stift in een axiale boring van het prop-vormige kunststof blokkeerorgaan, waarbij dit een lengte heeft, welke 10 groter is dan de diepte van de als blinde boring uitgevoerde uitsparing. De metalen stift steunt hierbij met zijn binnenliggend einde tegen het diepste punt van het boorgat van de blinde boring, terwijl het buiten-liggende, naar de rastvertanding van de boogvormige spie toegekeerde einde buiten de blinde boring uitsteekt en bij niet vervormd kunststof 15 blokkeerorgaan ongeveer gelijk ligt met het buitenkopvlak daarvan.
Het is echter ook mogelijk, het kunststof blokkeerorgaan aan de gebogen spie zelf aan te brengen, waarbij doelmatig het boogvormige kopvlak van de beitel van de genoemde rastvertanding voorzien wordt. Hierbij kan de plaatsing op voordelige wijze ook zo worden uitgevoerd, 20 dat het kunststof blokkeerorgaan zowel buiten het aan de boogbuiten-zijde liggende spievlak als buiten het aan de boogbinnenzijde liggende spievlak van de gebogen spie uitsteekt en aldus aan beide zijden van de gebogen spie in wrijvings- en/of vormsluitende verbinding met het kunststof blokkeerorgaan, respectievelijk het betreffende spietegenvlak 25 staat. Ingeval het kunststof blokkeerorgaan in een zijdelingse komvormige verdieping van de gebogen spie wordt gehouden, wordt de plaatsing doelmatig zo uitgevoerd, dat dit ook zijdelings buiten de zijvlakken van de gebogen spie op zodanige wijze uitsteekt, dat dit met zijn uitstekende zijvlakken elastisch tegen de binnenwand van de beitelverdie-30 ping kan aanliggen. Bij deze driezijdige wrijving van het kunststof blokkeerorgaan kan eventueel ook van het aanbrengen van de rastvertanding afgezien worden.
Bij een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is aan de gebogen spie een zich buiten de buitenboog uitstrekkend rastsegment los-35 neembaar bevestigd, dat van de rastvertanding dan wel van een rastvertanding aan het kopvlak van de. in de beitel reikende rastvingers of 8500122 • t * ft -5- dergelijke voorzien is. Bij deze uitvoeringsvorm kan eventueel van de toepassing van een kunststof blokkeerorgaan afgezien worden. Het corresponderende spietegenvlak aan de beitel kan daarbij een rastvertanding hebben, welke met de rastvertanding respectievelijk met de elastische 5 rastvingers van het rastsegment samenwerkt. Voor het lossen van de spieverbinding behoeft slechts het einde van het rastsegment aan het dunne spie-einde gelost te worden. De boogvormige spie kan dan zonder dat het rastsegment wordt meegenomen, uit de spiespleet gedreven worden.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn met 10 verwijzing naar de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht. In de tekening tonen: fig. 1 een beitelbevestiging volgens de uitvinding in langs-doorsnede door de beitelhouder; fig. 2 in bovenaanzicht de bij de beitelbevestiging volgens 15 fig. 1 toegepaste beitel met ingezet kunststof blokkeerorgaan; fig. 3 het bij de beitelbevestiging volgens fig. 1 en 2 toegepaste kunststof blokkeerorgaan; fig. 4 de bij de beitelbevestiging volgens fig. 1 tot 3 toe- j gepaste boogvormige spie met rastvertanding in zijaanzicht; j 20 fig. 5 de gebogen spie volgens fig. 4 in een aanzicht aan de boogbinnenzijde; fig. 6 op vergrote schaal het de rastvertanding bezittende deel van de boogvormige spie volgens fig. 4 en 5; fig. 7 in een aanzicht volgens fig. 1 een tweede uitvoerings-25 vorm van de uitvinding; fig. 8 de bij de beitelbevestiging volgens fig. 7 toegepaste boogvormige spie met het kunststof blokkeerorgaan in bovenaanzicht; fig. 9 de boogvormige spie volgens fig. 8 in een aanzicht op de boogbinnenzijde; 30 fig. 10 een derde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding en wel in bovenaanzicht op de uit de beitelhouder geloste beitel; fig. 11 de in verband met de beitel volgens fig. 10 toegepaste boogvormige spie in bovenaanzicht; fig. 12 en 13 het bij de boogvormige spie volgens fig. 11 toe-35 gepaste kunststof blokkeerorgaan in doorsnede en in vooraanzicht; 8500122 * » * -6- fig. 14 het kunststof blokkeerorgaan volgens fig. 12 en 13 in een veranderde uitvoeringsvorm, eveneens in vooraanzicht; fig. 15 een vierde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, en wel in bovenaanzicht van een gebogen spie met daaraan aangebracht 5 rastsegment; fig. 16 de boogvormige spie volgens fig. 15 in bovenaanzicht en met een andere uitvoeringsvorm van het rastsegment; fig. 17 in een aanzicht volgens fig. 1 een voorkeursuitvoeringsvorm van de bij deze beitelbevestiging toegepaste borginrichting; 10 fig. 18 in gedeeltelijke doorsnede de borginrichting volgens fig. 17 in onbelaste toestand.
De in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen van de beitelbevestiging bestaan in alle gevallen uit een beitelhouder 1 en een beitel 2, waarvan de snede 3door een hardmetaalinlegsel gevormd is.
15 De beitelhouder 1 wordt op bekende wijze op de beiteldrager van een schaafmachine of dergelijke, bijvoorbeeld door lassen bevestigd. Voor het opnemen van de plaatvormige beitel 2 is de beitelhouder 1 van een verdieping 4 voorzien, waarin de beitel 2 met zijn plaatvormige beitelschacht 5 vanaf de zijkant kan worden gestoken. De verdieping 4 wordt 20 aan de achterzijde door een doorbroken wand 6 begrensd. Aan de overliggende, in de snijrichting voorliggende kopzijde is de verdieping 4 van een kopopening 7 voorzien, welke achter een damwand 8, dat wil zeggen tussen de damwand 8 en de bodem 9 van de verdieping ligt, welke van een bodemopening 10 voorzien is. De wand 6 van de verdieping, de 25 damwand 8 en de bodem 9 van de verdieping verbinden de beide evenwijdige zijwanddelen 11 van de verdieping, waarin een door de verdieping 4 in dwarsrichting lopende cilindrische pen 12 wordt vastgehouden, welke nabij de achterste wand 6 van de verdieping ligt en een cilindrisch beitel-aanlegvlak vormt. De beitel 2 bestaat uit een beitelplaat, welke aan zijn 30 achtereinde van de beitelschacht 5 een nagenoeg halfcirkelvormig, komvormig steunvlak 13 heeft, waarmede de beitel 2 in de gemonteerde toestand tegen het cilindrische beitelaanlegvlak van de pen 12 steunt.
Het komvormige beitelsteunvlak 13 aan de achterzijde van de beitel vormt hier een nok 14, welke haakvormig achter de pen 12 grijpt.
35 De beitel 2 heeft aan het vooreinde van zijn in de beitelver- dieping 4 reikende beitelschacht 5 een ingetrokken gedeelte met een 8 S 0 0122 • \ -7- boogvormig kopvlak 15, dat een spietegenvlak voor een gebogen spie 16 vormt. Het achterste wandvlak 17 van de dam is naar de verdieping 4 toe convex afgerond; hij vormt tezamen met het convexe kopvlak 15 vein de j beitel 2 een boogvormig verlopende spiespleet, welke vanaf zijn in de ! 5 kopopening 7 van de beitelhouder 1 uitlopende einde tot het aan de andere i zijde van de damwand afliggende einde toe wigvormig vernauwt. De boogvormige spie 16 heeft een booglengte van ongeveer 180 tot 200°.
Voor het maken van de beitelverbinding wordt de beitel 2 met I
zijn beitelschacht 5 van terzijde in de beitelverdieping 4 met een zwenk-10 beweging zo ingebracht, dat zijn komvormige steunvlak 13 tegen de cilindrische pen 12 aanligt. In de in fig. 1 getoonde stand van de beitel 2 wordt dan de gebogen spie 16 door de kopopening 7 van de beitelhouder ingedreven, waarbij de beitel onder wigwerking vast in de verdieping | gespannen wordt. De boogvormige spie 16 steunt daarbij tegen de de ! 15 spiespleet begrenzende tegenvlakken 15 en 17.Om de gebogen spie 16 tegen werken te borgen, is een borginrichting in de vorm van een in de spiespleet liggende spieblokkering aanwezig.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 tot 6 bestaat deze spieblokkering uit een vervormbaar blokkeerorgaan 18 aan het kopvlak 15 20 van de beitelschacht 5 en uit een rastvertanding 19 op de gebogen spie 16.
Het blokkeerorgaan 18 is uit kunststof vervaardigd, bij voorkeur uit een elastisch kunststofmateriaal met een Shore-A-hardheid van 80 tot 100, in het bijzonder 90. Bijzonder geschikt is een kunsthars-25 materiaal (Vulkollan) van genoemde hardheid. Zoals in het bijzonder fig. 3 toont, bestaat het blokkeerorgaan 18 uit een in hoofdzaak cilindrisch en propvormig lichaam, dat aan zijn beide einden een omlopende schuine kant 20 heeft met een hellingshoek van bijvoorbeeld 30°. Aan de omtrek heeft het cilindrische kunststof blokkeerorgaan 18 een axiaal 30 over zijn gehele lengte doorlopende afvlakking 21. in plaats daarvan kan dit ook van een axiaal doorlopende omtreksgroef of een axiaal doorgaande boring of dergelijke voorzien zijn. Aan het boogvormige kopvlak 15 van de beitelschacht 5 is een uitsparing in de vorm van een blinde boring 22 met kegelvormige bodem 23 aanwezig, waarin het kunststof 35 blokkeerorgaan 18 met een perspassing wordt vastgehouden. Omdat het kunststof blokkeerorgaan 18 symmetrisch is uitgevoerd, kan dit naar 85 0 0 1 22 ί < -8- keuze vanaf de ene of andere zijde in de blinde boring 22 gevoerd worden. De afschuiningen 20 aan de einden vergemakkelijken het inpersen in de blinde boring 22. De afvlakking 21 aan het blokkeerorgaan 18 maakt het ontwijken van lucht uit de blinde boring 22 bij het inpersen 5 van het kunststof blokkeerorgaan mogelijk. Voor hetzelfde doel zou een langsgroef of langsboring in het blokkeerorgaan kunnen dienen. In ingeplaatste toestand reikt het blokkeerorgaan 18 over een lengte, welke ongeveer overeenstemt met de lengte van de schuine kant 20 en in het algemeen 0,5 mm tot 1,5 mm is, bij voorkeur 1 mm bedraagt, buiten de 10 blinde boring 22 aan het kopvlak 15 zoals fig. 2 dit toont.
De gebogen spie 16 bestaat uit een smeedstuk, waarin naderhand de rastvertanding 19 is aangebracht. Deze strekt zich slechts over een gedeelte van de lengte van de gebogen spie uit, hier ongeveer over een hoek van 60 tot 70°. De vorm van de rastvertanding is in fig. 6 op ver-15 grote schaal weergegeven. Duidelijk blijkt, dat de tanden 24 van de rastvertanding 19 in de indrijfrichting P van de gebogen spie 16 hellend zijn, waarbij hun in de indrijfrichting voorliggende tandflank 25 sterker helt dan de in de indrijfrichting achterste tandflank 26. De tandflanken 25 vormen met de tandkopvlakken 27 nagenoeg een rechte hoek en dus een 20 scherpe kant 28. De zwakker hellende tandflanken 25 lopen met een afronding 29 in de tandkopvlakken 25 uit. De tandflanken 25 en 26 staan onder een hoek van ongeveer 45° onderling, waarbij deze hoek bij de in de tandreeks eerste tand, welke het dichtst bij het dunnere spie-einde van de gebogen spie ligt, ook groter kan zijn.
25 Uit fig. 1 blijkt, dat de rastvertanding 19 bij het indrijven van de gebogen spie 16 tegen het kunststof blokkeerorgaan 18 loopt, dat daarbij gestuikt wordt en op grond van zijn elastische vering in de tandholtes tussen de rasttanden 24 wordt gedrukt. Op deze wijze wordt de gebogen spie 16 betrouwbaar tegen loswerken geborgd. De gebogen spie 16 30 heeft aan zijn dikke en dunne spie-einde een kom 30, respectievelijk 31, waarin een doorn voor het indrijven of het uitdrijven van de gebogen spie kan worden gevoerd. Om een ingespannen spie te lossen en de beitel 2 uit de verdieping 4 van de beitelhouder l te kunnen nemen, wordt de gebogen spie 16 met een doorn teruggedreven. Omdat de tanden 24 van de .
35 rastvertanding 19 in de uitdrijf richting scherpkantig (bij 28) uitgevoerd zijn, wordt bij het uitdrijven van de gebogen spie het tussen de 8500122 • «--9- tanden 24 zich bevindende materiaal van het kunststof blokkeerorgaan 18 afgeknipt. Ingeval de versleten beitel 2 weer bewerkt is, kan het met een perspassing in de blinde boring 22 zittende kunststof blokkeerorgaan 18 zonder moeilijkheden voor een nieuw blokkeerorgaan uitgewisseld wor-5 den. De gebogen spie 16 kan dan opnieuw worden gebruikt.
Pig. 1 toont, dat de blinde boring 22 zich in de nabijheid van het overgangsbereik tussen de beitelschaft 5 en het buitenliggende deel van de.beitel 2 bevindt. De blinde boring 22 is dus ten opzichte van de door het achterste beitelsteunvlak 12 gaande langsmiddenas in de rich-10 ting naar de insteekopeningen van de verdieping 4 verzet aangebracht, omdat de hoofdklemkrachten in het bereik van deze as M werken. Het de rastvertanding 19 dragende deel van de gebogen spie 16 strekt zich ongeveer vanaf het midden van de gebogen spie tot aan de plaats, welke op enige afstand van het dunne einde van de gebogen spie ligt, uit.
15 Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 7 tot 9 is het kunststof blokkeerorgaan 18 in de gebogen spie 16 aangebracht, en wel ongeveer in het midden daarvan. De gebogen spie 16 heeft een zijdelingse uitsparing 32, welke volgens fig. 9 een diepte heeft, welke ongeveer gelijk is aan de halve dikte van de gebogen spie 16. De uitspa-20 ring 32 strekt zich over de gehele breedte van de gebogen spie 16 uit.
Het met een perspassing in de zijdelingse uitsparing 32 vastgehouden kunststof blokkeerorgaan 18 is zodanig uitgevoerd, dat dit zowel buiten het aan de buitenzijde vein de boog liggende spievlak 33 als buiten het aan de boogbinnenzijde liggende, spievlak 34 van de gebogen spie 16 uit-25 steekt. Het uitstekende deel is door 35, resp. 36 aangeduid. Bovendien steekt het kunststof blokkeerorgaan 18 ook zijdelings buiten de zijvlakken 37 van de gebogen spie 16 uit, zoals dit in fig. 9 bij 38 getoond is. Bij het indrijven van de gebogen spie komt dus het uitstekende deel 35 van het blokkeerorgaan wrijvend aan te liggen tegen het boog-30 vormige kopvlak 15, het uitstekende deel 36 met wrijving tegen het boogvormige achtervlak 17 van de damwand en de uitstekende zijvlakken 38 van het blokkeerorgaan eventueel wrijvend tegen één van de beide zijwanden van de verdieping van de beitelhouder 1. Op deze wijze wordt een slui- , tende wrijving verkregen, welke de ingedreven gebogen spie 16 betrouw-35 baar in het spanverband van de spie houdt.
8500122 -10-
Het zou ook mogelijk zijn, het "kunststof blokkeerorgaan 18 in een doorgaande dwarsboring van de gebogen spie 16 aan te brengen. Bovendien zou het mogelijk zijn, tenminste aan één van de beide spie-tegen-vlakken 15 en 17, bij voorkeur het vlak 15 van de beitel 2 een rastver-5 tanding van het beschreven type aan te brengen, welke met het aan de gebogen spie 16 aangebrachte kunststof blokkeerorgaan samenwerkt.
Een uitvoeringsvorm van het laatstbedoelde type is in fig. 10 tot 13 weergegeven. Zoals fig. 10 toont, heeft de beitel 2 aan zijn kopvlak 15 een gedeelte met rastvertanding 19, welke met die volgens 10 fig. 1 tot 6 overeen kan stemmen. Het de rastvertanding dragende deel van het kopvlak 15 bevindt zich tussen de middenas M en de overgang tussen beitelschacht 5 en buitenliggend beiteldeel. Fig. 11 toont de daarbij behorende gebogen spie 16, welke ongeveer over de halve lengte aan zijn boogbuitenzijde 33 een uitsparing of blinde boring 22 heeft, 15 waarin het kunststof blokkeerorgaan 39 met een perspassing vastgehouden is. Het ronde kunststof blokkeerorgaan 39 heeft een conische verdieping 40 in de bodem. Mn zijn buitenzijde draagt dit aangevormde evenwijdig lopende ribben 41, welke bij het indrijven van de gebogen spie 16 met de rastvertanding 19 aan het kopvlak 15 van de beitel 2 samenwerken. In 20 plaats van rechte ribben 41 kunnen volgens fig. 14 ook boogvormige of V-vormige ribben 41 aangebracht worden. Ook zou van het aanbrengen van ribben geheel afgezien kunnen worden.
Fig. 15 toont een gebogen spie 16, waarmede een rastsegment 42, bij voorkeur uit metaal, verbonden is. Het rastsegment 42 strekt zich 25 over de buiteriboog van de gebogen spie 16 uit en is daar losneembaar aan bevestigd. Daarbij steunt het rastsegment 42 in de nabijheid van het dikke einde van de gebogen spie tegen een komvormige kraag 43, terwijl dit in de nabijheid van het dunne einde van de gebogen spie 16 daar losneembaar aan vastgezet is. Dit geschiedt bij het uitvoeringsvoorbeeld 30 0et behulp van een spanhuls 44, welke in passende dwarsboringen van het rastsegment 42 in de gebogen spie gevoerd wordt. Daardoor wordt het rastsegment 42 betrouwbaar in de gebogen spie 16 geborgd.
De in fig. 15 weergegeven gebogen spie 16 met het rastsegment 42 kan bij de in fig.. 1 getoonde beitelbevestiging toepassing vinden, waar-35 bij aan het kopvlak 15 van de beitel 2 het kunststof blokkeerorgaan 18 is aangebracht. Alvorens de gebogen spie 16 bij het wisselen van de 8500122 i « -11- beitel uit de verbinding gedreven wordt, wordt allereerst de spanhuls 44 gelost en daarmede de verbinding tussen de gebogen spie en het rast-element verbroken. Aansluitend kan dan de gebogen spie 16 met behulp van een op het dunne spie-einde gezette doom zonder dat het rastsegment 5 42 meegenomen wordt, uitgedreven worden.
Fig. 16 toont een andere uitvoeringsvorm, waarbij het losneeo-baar aan de gebogen spie 16 bevestigde rastsegment 45 vein elastische rastvingers 46 voorzien is, welke over een gedeelte van de omtrek uit het metalen segmentstuk afgescheiden en vervolgens uit het vlak van het 10 boogvormige rastelement gebogen zijn. Aan het corresponderende kopvlak 15 van de beitel bevindt zich een rastvertanding 19. Bij het indrijven van de gebogen spie 16 in de boogvormige spiesleuf tussen de damwand 8 en het kopvlak 15 van de beitel kunnen de elastische rastvingers 46 vrij langs de tanden van de rastvertanding 19 lopen, waarbij zij achter 15 de tandkoppen elastisch in de tandholtes van de rastvertanding 19 elastisch rasten. Hierdoor wordt de ingedreven gebogen spie 16 in zijn ingespannen stand gehouden. Om de gebogen spie 16 te lossen, wordt allereerst de verbinding 44 van het rastsegment 45 met de gebogen spie 16 gelost, zodat de gebogen spie zonder dat het rastsegment 45 wordt mee-20 genomen uitgedreven kan worden. Het is duidelijk, dat voor de losneembare verbinding van het rastsegment met het dunne einde van de gebogen spie 16 in plaats van een panhuis 44 ook andere verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld tappen of getapte boringen, toegepast kunnen worden.
Het rastelement 42, resp. 45 kan een kleinere breedte hebben dan de ge- j 25 bogen spie 16. Het wordt in een betreffende boogvormige uitsparing aan de buitenzijde van de boog van de gebogen spie gestoken en, zoals beschreven, slechts cp het dunne spie-einde vastgezet, terwijl dit zich in ! de nabijheid van het dikkere spie-einde tegen een komvormige kraag steunt of door middel van een andere insteekverbinding vastgehouden 30 wordt. Over zijn niet-vertande lengte is het rastelement 42 met een gladde wand uitgevoerd.
De fig. 16 en 17 tonen de in samenhang met fig. 1 tot 6 beschreven beitelbevestiging met een voordelige andere uitvoeringsvorm van de borginrichting. Daarbij is in een doorgaande in midden gelegen axiale 35 boring 47 van het uit taai-harde kunststof bestaande propvormige blok-keerorgaan 18 een metalen stift 48 met een perspassing vastgezet, welke 8500122 * * * -12- over de gehele lengte door het blokkeerorgaan 18 heenloopt. De metalen stift 48 bestaat bij voorkeur uit een stalen stift. Hij heeft, zoals in het bijzonder fig. 18 doet.kennen, een lengte, welke iets groter is dan de diepte van de als blinde boring uitgevoerde uitsparing 22. Met zijn 5 binnenliggend eind steunt de metalen stift 48 in het diepste gedeelte van het boorgat 49 van de blinde boring 22. In de in fig. 18 getoonde niet-vervormde toestand reikt het kunststof blokkeerorgaan 18 buiten de blinde boring 22. Het buitenliggende einde van de metalen stift 48 sluit ongeveer gelijk met het buitenkopvlak 50 van het kunststof blok-10 keerorgaan 18 af.
Wordt de gebogen spie 16 in·de pijlrichting P in de spiesleuf gedreven, dan wordt het kunststof blokkeerorgaan 18 door de rastvertan-ding 19 van de gebogen spie in de uitsparing, respectievelijk blinde boring 22 teruggedrukt. Tegelijk wordt het taai-elastische kunststof 15 materiaal van het propvormige blokkeerorgaan 18 door de rastvertanding 19 van de gebogen spie 16 enigermate in de pijlrichting P verdrongen, waarbij de metalen stift 48 steunend op het diepste gedeelte van het boorgat 49 enigszins schuin komt te staan, zodat deze over de rastvertanding 19 van de gebogen spie 16 heen kan lopen. De zaagtand-achtige 20 uitvoeringsvorm van de rastvertanding 19, zoals in verband met fig. 6 beschreven, begunstigt het passeren van de metalen stift 48 over de rastvertanding 19 bij het indrijven van de gebogen 16. Bij vast ingedreven gebogen spie 16 grijpt de metalen stift 48 met zijn buitenliggende einde in een tandholte tussen twee tanden van de rastvertanding 25 19. Tegelijk wordt het kunststof materiaal van het blokkeerorgaan 18 in de tandholtes van de rastvertanding geperst, zoals fig. 17 dit toont.
De gebogen spie 16 wordt tegen lossen of loswerken enerzijds door wrijving en vormsluiting met het kunststof materiaal van het blokkeerorgaan 18, anderzijds echter ook door de vormsluiting met de metalen 30 stift 48 vastgehouden. Het is duidelijk, dat zelfs dan, wanneer het in de tandholtes van de rastvertanding 19 geperste kunststof materiaal af-geknipt is, de gebogen spie 16 nog door de metalen stift 48 in zijn gespannen toestand gehouden wordt. Bij het terugdrijven van de gebogen spie 16 door hamerslagen op het dunne spie-einde wordt het kunststof 35 materiaal van het blokkeerorgaan 18 allereerst tegen de pijlrichting P in verdrongen en dan op de in de tandholtes van de rastvertanding 19 8500122
»' X
-13- » geperste gedeeltes afgeknipt. Hierbij komt de metalen stift 48 enigszins schuin op de as van de blinde boring te staan, zonder echter zijn ingrijping met de tandholte van de rastvertanding 19 te verliezen.
Door een verder krachtig slaan met de hamer op het dunne einde vein de 5 gebogen spie 16 kan vervolgens onder vervorming of afknippen van het in de tandholte grijpende buiteneinde van de metalen stift 48 de vergrendeling gelost worden.
In plaats van de metalen, resp. stalen stift 48 kunnen met dezelfde of dergelijke werking ook andere metalen elementen in het kunst-10 stof blokkeerorgaan 18 ingebed worden, bijvoorbeeld metalen elementen in de vorm van lamellen. Daarbij kunnen ook andere metalen elementen in het kunststof blokkeerorgaan ingebed worden, welke bij het indrijven van de gebogen spie 16 in naburige tandholtes van de rastvertanding 19 komen te liggen.
* 8500122

Claims (33)

1. Beitelbevestiging, in het bijzonder voor kolenschaven of der gelijke, bestaande uit een beitelhouder en een beitel, welke in een verdieping van de beitelhouder gestoken kan worden, waarbij de beitelhouder aan de achterzijde van een de beitel steunend beitelaanlegvlak 5 en aan zijn in de snijrichting voorliggende kopzijde van een damwand en een kopopening voor een gebogen spie voorzien is, welke door de kop-opening heen in een tussen de damwand en het kopvlak van de beitel gevormde, boogvormige spiesleuf gedreven kan worden, waarbij voor het borgen van de ingedreven gebogen spie een borginrichting aanwezig is, 10 met het kenmerk, dat de borginrichting uit een in de boogvormige spie-sleuf aangebrachte, tussen tenminste één van de beide spievlakken (33, 34) van de gebogen spie (16) en het bijbehorende spietegenvlak (15, 17) door wrijving en/of vormsluiting werkende spieblokkering bestaat, welke van een onder wigwerking van de boogvormige spie (16) vervormbaar blok-15 keerorgaan (18, 39, 45) voorzien is.
2. Beitelbevestiging volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het blokkeerorgaan (18, 39) uit kunststof bestaat.
3. Beitelbevestiging volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het blokkeerorgaan (18, 39) uit een elastisch kunststof materiaal met een
4. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het tegen het blokkeerorgaan (18, 39, 45) steunende spie-vlak of spietegenvlak van een rastvertanding (19) voorzien is.
5. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 2 tot 4, met 25 het kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (18, 39) uit een in hoofdzaak cilindrisch, propvormig lichaam bestaat.
6. Beitelbevestiging volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het propvormige kunststof blokkeerorgaan (18, 39) ten minste aan zijn ene einde, bij voorkeur aan beide einden, een rondlopende schuine kant (20) 30 heeft.
7. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 2 tot 6, met het kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (18, 39) aan zijn omtrek ten minste één axiaal doorlopende groef of afvlakking (21) en/of een axiaal doorlopende boring heeft.
8. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 1 tot 7, met 8500122 -15- het kenmerk, dat het blokkeerorgaan (18, 39) in een uitsparing (22) aan het boogvormige kopvlak (15) van de beitel (2) zit en aan de eindzijde buiten deze uitsparing in de spiesleuf reikt, en dat de boogvormige spie (16) aan zijn door het buitenste boogvlak gevormde spievlak (33) een 5 rastvertanding (19) heeft.
9. Beitelbevestiging volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de uitsparing (22) ten opzichte van de door de langsmiddenas (M) van het achterste beitelaanlegvlak (13) verzet in de nabijheid van de overgang naar het uit de beitelverdieping (4) reikende beiteldeel aangebracht is, 10 en dat de rastvertanding (19) slechts over een booggedeelte van de gebogen spie (16) zich uitstrekt, waarbij dit vertande gedeelte nagenoeg in het midden van de gebogen spie (16) begint en op enige afstand van het dunne einde van de gebogen spie eindigt.
10. Beitelbevestiging volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 15 de uitsparing (22) uit een blinde boring met conische bodem (23) bestaat.
11. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 8 tot 10, met het kenmerk, dat het uitstekende deel, waarmede het blokkeerorgaan (18, 39. buiten de uitsparing (22) reikt, ongeveer gelijk is aan de axiale lengte van de rondom lopende schuine kant (20), bij voorkeur ongeveer j 20 0,5 tot 1,5 mm bedraagt. j
12. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 4 tot 11, met ! het kenmerk, dat de tanden (24) van de rastvertanding (19) in de indrijf-richting van de gebogen spie (16) hellend zijn, waarbij hun in de in-drijfrichting voorliggende steilere tandflank (25) met het tandkopvlak 25 (27) een scherpe kant (28), bij voorkeur met een kanthoek van ongeveer 90°, vormt, terwijl zijn in de indrijfrichting achterliggende hellende tandflank (26) met een afronding (29) in het tandkopvlak (25) uitloopt.
13. Beitelbevestiging volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de tandflanken (25, 26) onder een hoek van ongeveer 45° ten opzichte van 30 elkaar staan.
14. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 1 tot 7 en 11 tot 13, met het kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (18, 39) aan de gebogen spie (16) is aangebracht.
15. Beitelbevestiging volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het 35 boogvormige kopvlak (15) van de beitel (2) van een rastvertanding (19) ' voorzien is. 8500122 * *· -16-
16. Beitelbevestiging volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (18) zowel buiten het aan de buitenzijde van de boog liggende spievlak (33) als buiten het aan de boog-binnenzijde liggende spievlak (34) van de gebogen spie (16) uitsteekt.
17. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 14 tot 16, met het kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (18) in een zijdelingse uitsparing (32) van de gebogen spie wordt vastgehouden.
18. Beitelbevestiging volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (18) ook zijdelings buiten het zijvlak (37) 10 van de gebogen spie (16) in een dergelijke mate uitsteekt, dat dit met zijn zijvlakken elastisch tegen de zijwand van de beitelverdieping (4) ligt.
19. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 14 tot 16, met kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (18) in een doorlopende boring 15 van de gebogen spie (16) zit.
20. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 14 tot 19, met het kenmerk, dat de uitsparing (22) in de verdieping, respectievelijk de boring nagenoeg op de halve lengte van de gebogen spie (16) aangebracht is.
20 Shore-A-hardheid van ongeveer 80 tot 100, bij voorkeur 90 bestaat.
21. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 2 tot 20, met het kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (39) een bodemuitsparing (40) heeft.
22. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 2 tot 21, met het kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (18, 39) met een pers- 25 passing in de uitsparing wordt vastgehouden.
23. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 2 tot 22, met het kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (39) aan zijn buitenvlakken van rechte of hoek- resp. V-vormig of boogvormig verlopende ribben (41) voorzien is.
24. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 1 tot 23, met het kenmerk, dat aan de gebogen spie (16) een zich over zijn buitenboog uitstrekkend rastsegment (42, 45) losneembaar bevestigd is, dat van de rastvertanding (19) of van in een rastvertanding aan het kopvlak (15) van de beitel (2) grijpende elastische rastvingers (46) voorzien is.
25. Beitelbevestiging volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het rastelement (42, 45) op enige afstand van het dikke einde van de 1500122 4- mV -17- gebogen spie tegen een kraag (43) steunt en aan of in de nabijheid van het dunne einde van de gebogen spie daar losneembaar aan bevestigd is.
26. Beitelbevestiging volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het rastsegment (42, 45) door middel van een dwars verlopende spanstift 5 (44) of door middel van een tap of dergelijke aan het dunne einde van de gebogen spie (16) vastgezet is.
27. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 24 tot 26, met het kenmerk, dat het rastsegment (42, 45) uit metaal bestaat.
28. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 24 tot 26, met 10 het kenmerk, dat de rastvingers (46) over een gedeelte van de omtrek uit het rastsegment gescheiden en uit het vlak van het boogvormige rastsegment gebogen zijn.
29. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 24 tot 28, met het kenmerk, dat het boogvormige rastsegment (42, 45) tussen zijn voor 15 het dikke einde van de gebogen spie liggende einde en de ongeveer op de halve lengte van de gebogen spie liggende plaats aan de buitenzijde als gladde wand is uitgevoerd.
30. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 24 tot 29, met het kenmerk, dat aan het komvormige kopvlak (15) van de beitel (2) 20 een met de rastvertanding, respectievelijk de rastvingers van het rastsegment (42, 45) samenwerkende rastvertanding (19) aanwezig is.
31. Beitelbevestiging volgens één van de conclusies 1 tot 30, met het kenmerk, dat het kunststof blokkeerorgaan (18) van een daardoorheen lopend metalen element (48), in het bijzonder een metalen stift, voor- 25 zien is, dat met zijn ene einde op de bodem van de deze opnemende uitsparing (22) steunt en waarvan het andere einde bij ingedreven gebogen spie (16) in een tandholte van de rastvertanding (19) grijpt.
32. Beitelbevestiging volgens conclusie 31, met het kenmerk, dat de metalen stift (48) uit een stalen stift bestaat.
33. Beitelbevestiging volgens conclusies 31 of 32, met het kenmerk, dat de metalen stift (48) in een axiale boring (47) van het propvormige kunststof blokkeerorgaan (18) zit en een lengte heeft, welke groter is dan de diepte van de als blinde boring uitgevoerde uitsparing (22), waarbij de metalen stift (48) met zijn binnenliggende einde op het 35 diepste gedeelte (49) van de blinde boring steunt, terwijl zijn buiten-liggend, naar de rastvertanding (19) toegekeerde einde buiten de blinde boring uitsteekt en bij onvervormd kunststof blokkeerorgaan (18) gelijk ligt met het kopvlak (15) daarvan. 85 0 0 t 22
NL8500122A 1984-02-08 1985-01-18 Beitelbevestiging, in het bijzonder voor kolenschaven. NL8500122A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3404295 1984-02-08
DE3404295 1984-02-08
DE3440448 1984-11-06
DE19843440448 DE3440448A1 (de) 1984-02-08 1984-11-06 Meisselanordnung, insbesondere fuer kohlenhobel

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500122A true NL8500122A (nl) 1985-09-02

Family

ID=25818263

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500122A NL8500122A (nl) 1984-02-08 1985-01-18 Beitelbevestiging, in het bijzonder voor kolenschaven.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4626034A (nl)
AU (1) AU567471B2 (nl)
BE (1) BE901649A (nl)
CA (1) CA1234588A (nl)
CS (1) CS8500666A3 (nl)
DE (1) DE3440448A1 (nl)
ES (1) ES8700722A1 (nl)
FR (1) FR2559205B1 (nl)
GB (1) GB2153883B (nl)
NL (1) NL8500122A (nl)
PL (1) PL147255B1 (nl)
SU (1) SU1375144A3 (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3608785A1 (de) * 1985-06-21 1987-01-02 Gewerk Eisenhuette Westfalia Meisselanordnung, insbesondere fuer kohlenhobel und dgl.
DE3528176A1 (de) * 1985-08-06 1987-02-19 Gewerk Eisenhuette Westfalia Meisselanordnung, insbesondere fuer kohlenhobel
DE3528440A1 (de) * 1985-08-08 1987-02-19 Gewerk Eisenhuette Westfalia Meisselanordnung, insbesondere fuer kohlenhobel und dgl.
DE3608786A1 (de) * 1986-03-15 1987-09-17 Gewerk Eisenhuette Westfalia Meisselanordnung, insbesondere fuer kohlenhobel und dgl.
BE1000116A5 (fr) * 1986-03-15 1988-04-05 Gewerk Eisenhuette Westfalia Agencement de couteau, notamment pour rabot a charbon et analogues.
DE3828942C2 (de) * 1988-08-26 1998-02-26 Dbt Gmbh Meißelanordnung für einen Gewinnungshobel
US5331754A (en) * 1993-03-29 1994-07-26 Gh Hensley Industries, Inc. Resilient, ratcheted wedge and spool retaining structure for an excavation tooth
US5983534A (en) * 1997-09-17 1999-11-16 G. H. Hensley Industries, Inc. Rotary lock system for excavating tooth/adapter assembly
AU744716B2 (en) 1998-01-29 2002-02-28 Dbt Deutsche Bergbau-Technik Gmbh Pick system for mining ploughs, in particular coal ploughs
US6684538B2 (en) * 1998-08-24 2004-02-03 Vermeer Manufacturing Company Cutting tooth for a trencher chain
DE19908656C1 (de) * 1999-02-27 2000-08-31 Wirtgen Gmbh Meißelhalterwechselsystem
US6684963B1 (en) * 2002-10-10 2004-02-03 Deere & Company Knock-on sweep structure
US6986216B2 (en) * 2003-04-30 2006-01-17 Esco Corporation Wear assembly for the digging edge of an excavator
US7596895B2 (en) * 2004-03-30 2009-10-06 Esco Corporation Wear assembly
US20050229442A1 (en) * 2004-03-30 2005-10-20 Esco Corporation Wear edge assembly
US10294787B2 (en) * 2011-05-12 2019-05-21 Carriere Industrial Supply Limited Mineral bits and mounts
CA2870929A1 (en) 2012-04-30 2013-11-07 Carriere Industrial Supply Limited Mineral bits and mounts
EA025724B1 (ru) * 2014-02-21 2017-01-30 Константин Дмитриевич Бондарев Породоразрушающее устройство
WO2017023804A1 (en) 2015-07-31 2017-02-09 Joy Mm Delaware, Inc. Cutting bit assembly
US10661596B1 (en) * 2017-01-24 2020-05-26 Steven James Lindsay Engravers
GB201804696D0 (en) 2018-03-23 2018-05-09 Element Six Uk Ltd Rock cutting machine
US11371223B2 (en) * 2020-03-11 2022-06-28 Robert S. Bierwith Fastener systems having elongate arcuate body

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA880769A (en) * 1971-09-14 R. Larsen Darrell Connecting apparatus for power shovel tooth adapters
US2322929A (en) * 1940-11-09 1943-06-29 Frank Prox Company Inc Mining chain bit holder and bit
US2420057A (en) * 1943-05-13 1947-05-06 Super Tool Company Inserted blade cutter and clamping means
GB754662A (en) * 1954-02-16 1956-08-08 Graham Clenton Rawlins Improvements relating to the means for mounting the picks of coal cutting machines
US3608218A (en) * 1969-03-24 1971-09-28 Pengo Corp Snap-type resilient retainer for excavating teeth
GB1579105A (en) * 1978-05-25 1980-11-12 Hall & Pickles Ltd Mineral cutting picks
ZA8034B (en) * 1979-02-03 1980-12-31 Hall & Pickles Ltd Cutter picks
US4267653A (en) * 1980-01-16 1981-05-19 Esco Corporation Locking device for excavating equipment
FR2500030A2 (fr) * 1981-02-16 1982-08-20 Poncin Andre Perfectionnements aux dents de godets de pelles mecaniques
DE3209410A1 (de) * 1981-06-06 1982-12-23 Gewerkschaft Eisenhütte Westfalia, 4670 Lünen Meisselanordnung, insbesondere fuer kohlenhobel u.dgl.
US4456307A (en) * 1982-03-16 1984-06-26 Gewerkschaft Eisenhutte Westfalia Cutter bit assembly
DE3209411A1 (de) * 1982-03-16 1983-09-22 Gewerkschaft Eisenhütte Westfalia, 4670 Lünen Meisselanordnung, insbesondere fuer hobel u.dgl.

Also Published As

Publication number Publication date
GB2153883B (en) 1987-03-11
CA1234588A (en) 1988-03-29
PL147255B1 (en) 1989-05-31
GB2153883A (en) 1985-08-29
GB8502989D0 (en) 1985-03-06
AU3823285A (en) 1985-08-15
SU1375144A3 (ru) 1988-02-15
US4626034A (en) 1986-12-02
ES8700722A1 (es) 1986-04-01
CS275066B2 (en) 1992-01-15
DE3440448A1 (de) 1985-08-08
CS8500666A3 (en) 1992-01-15
ES540214A0 (es) 1986-04-01
FR2559205A1 (fr) 1985-08-09
BE901649A (fr) 1985-05-29
AU567471B2 (en) 1987-11-19
DE3440448C2 (nl) 1992-10-01
FR2559205B1 (fr) 1988-03-11
PL251853A1 (en) 1985-10-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500122A (nl) Beitelbevestiging, in het bijzonder voor kolenschaven.
US6018896A (en) Coupling device for locking an excavation tooth onto an adaptor
US4162770A (en) Tooth breaker members
AU761393B2 (en) Device for the coupling of excavator teeth
CA2281326C (en) Self-adjusting tooth/adapter connection system for material displacement apparatus
US4275929A (en) Means for removably affixing a cutter bit mounting lug to a base member on the driven element of a mining machine or the like
EP2644786B1 (en) Wear assembly for the digging edge of an excavator
SU1494875A3 (ru) Устройство дл креплени резца горной машины
NO337970B1 (no) Sliteenhet og dens komponenter, beregnet til maskiner for å forflytte materialer som for eksempel jord og stein
EA007020B1 (ru) Съёмное соединительное устройство
NZ530359A (en) Wear assembly
US20200222999A1 (en) Rotating cutting assembly and cutting tooth for a rotating cutting assembly
EP1043478A1 (en) Cutting tool holder retention assembly
KR20060041218A (ko) 톱니 시스템
US4576239A (en) Scarifier tooth assembly
EP0182357B1 (en) Wear parts system
KR20010104664A (ko) 시공 기계용 티쓰 캡
CA2588207C (en) Saw blade with replaceable cutting teeth members
US4476642A (en) Digging tooth and holder assembly
US4170267A (en) Tooth for rotary drilling tool for drilling foundations
DD203768A5 (de) Meisselanordnung, insbesondere fuer kohlenhobel und dergl.
US5054973A (en) Tool bit with axially extending grooves in insertion end
AU2004203825B2 (en) Improvements in and relating to a releasable auger tooth
AU766850B2 (en) Coupling device for locking an excavation tooth onto an adaptor
RU2731855C2 (ru) Система фиксации рабочего орудия с проходным клином

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: WESTFALIA GMBH. GEWERKSCHAFT EISENHUETTE -

DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: WESTFALIA BECORIT INDUSTRIETECHNIK GMBH

BV The patent application has lapsed