NL8303761A - Zakkenaanhangmechanisme. - Google Patents

Description

1¾ 4 - 1 -

Zakkenaanhangmechanisme.

—o—o—

De uitvinding heeft betrekking op een zakkenaanhangmechanisme dat op of bij een oppotaachine geplaatst kan worden, omvattende een freem naar-elkaar-toe en van-elkaar-af beweegbare zuigbuizen, waardoorheen lucht verplaatst kan worden en die de zakken deels opentrekken, en van 5 een althans nagenoeg haaks op het vlak van het freem op- en neer- beweegbaar zakkenspreidmechanisme, voorzien van een viertal stangen die tijdens bedrijf achtereenvolgens van-elkaar-af en naar-elkaar-toe bewegen, om in de fase waarin ze van-elkaar-af bewegen de deels geopende zakken volledig open te trekken, alsmede een onbepaald aantal zakkenhouders, die op de 10 transportinrichting van een oppotmachine geplaatst worden, elk voorzien van twee althans nagenoeg evenwijdig aanelkaar geplaatste rechtopstaande rechthoekige zijschotten, die elk drager zijn van twee draaibare gekromde naalden, waar uiteindelijk de zakken aan komen te hangen.

Een dergelijk mechanisme vindt tot op heden geen toepassing. In 15 het kader van de boom- en bloementeelt worden (plastic)-zakken met de hand geopend, en, als het om kleinere aantallen gaat, ook met de hand gevuld met potgrond. Moeten grotere aantallen zakken worden gevuld,-'dan wordt meestal gebruik gemaakt van een oppotmachine. De zakken worden dan handmatig geopend en met de hand aan een houder op de oppotmachine gehan-20 gen, waarna de oppotmachine ze vult met potgrond.

Doel van de uitvinding is nu het automatisch ophangen van de zakken aan een oppotmachine, waardoor het aantal benodigde manuren voor oppotten aanmerkelijk wordt verlaagd.

Dit doel wordt bereikt middels het in de aanhef genoemde mecha- 25 nisme.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van bijgaande figuren, die schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van het zakkenaanhangmechanisme volgens de uitvinding weergeven.

Fig. 1. geeft een zijaanzicht van het zakkenaanhangmechanisme 30 volgens de uitvinding weer.

Fig. 2. geeft een doorsnede weer volgens de lijn A-A in figuur 1

Fig. 3. geeft in perspectief de zakkenhouder uit figuur 1 weer.

Op een draagfreem 1 zijn twee wagentjes 2 en 3 verrijdbaar op- 83 03 76 1 * - 2 - * gesteld. De rijrichting yan beide wagens ligt in eikaars verlengde en is altijd tegengesteld gericht.

De beweging van beide wagentjes 2 en 3 wordt afgeleid van een kettingmechanisme.

5 Aan de uiteinden van twee om hun lengteas draaibare evenwijdige assen 4 zijn kettingwielen 5 aangebracht. De assen 4 zijn door middel vein lagers verbonden met freem 1. De kettingwielen zijn door middel yan een ketting 6 met elkaar beweegbaar verbonden.

Door middel van stangen 7 en 8 zijn de beide wagens 2 en 3 met 10 het bovenste respectievelijk onderste kettingpart van ketting 6 verbonden.

Een luchtcilinder 9 kan wagen 2 heen- en. weer in zijn rijrichting bewegen. Door middel van de beschreven kettingoverbrenging beweegt wagen 3 in tegengestelde richting.

Wagen 2 is voorzien van een evenwijdig aan de rijrichting aan·?· 15 gebrachte zuigbuis 10. De buis 10 is aan de yoorzijde van een zuigmond 11 voorzien (zie ook figuur 2).

Aan de achterzijde is de zuigbuis IQ door middel van een flexibe-le slang 12 verbonden aan een vacuumpomp 13.

De wagen 3 is eveneens van een zuigbuis voorzien. Deze zuigbuis 20 bestaat uit twee tèlescoperende delen: een binnenbuis 14 en een buiten·? buis 15. De binnenbuis 14 kan in buitenbuis 15 heen en weer bewegen, be binnenbuis 14 is voorzien van een zuigmond 16 (zie ook figuur 21. De buitenbuis 15 is scharnierend aan wagen 3 verbonden zodanig, dat de buis 15 in de ene stand in het verlengde ligt van de zuigbuis 10 en in de ande·? 25 re stand een nagenoeg vertikale stand heeft. De beweging van de zuigbuis 15 in samenhang met binnenbuis 14 wordt veroorzaakt door een luchtcilinder 17. Recht beneden buis 14, gezien in haar verticale stand, hevindt ♦ zich een cassette 22 waarin de zakken los opelkaar gestapeld liggen.

De binnenbuis 14 kan ten opzichte van de buitenbuis .15 in de 30 ingeschoven toestand vergrendeld worden door een luchtcilinder 18, waarvan de zuigerstang door een in de buitenbuis 15 aangebrachte opening juist de binnenbuis 14 kan raken. De achterzijde van zuigbuis 15 is door middel van een flexibele slang 19 met een vacuumpomp 20 verbonden.

Nagenoeg midden tussen de beide wagens 2 en 3 is een zakken-35 spreid-mechanisme gebèuwd.

Een vast aan het draagframe verbonden vertikale steun 23 draagt een luchtcilinder 24. Deze cilinder 24 is aan zijn zuigerstang 25 opgehangen.

Vast aan de bovenkap van cilinder 24 is een tweede cilinder 26 8303761 - 3 - bevestigd. De beide cilinders 24 en 26 zijn met hun bodemkappen tegen elkaar aangeraonteerd zodanig, dat hun zuigerstangen 25 en 27 van elkaar afwijzen. Middels een dubbel rollenstel 21 wordt de vertikale beweging van het spreidmechanisme gecentreerd. Aan de cilindereindkap 28 van cilinder 5 26 is een frame 30 bevestigd, dat onder anderen bestaat uit twee elkaar onder 90° kruisende ronde stangen 29, die beide in een horizontaal vlak liggen.

Door middel van frame 30 zijn beide'stangen 29 vast verbonden aan de cilinder-eindkap 28.

10 Aan de beide stangen 29 zijn vier blokjes 31 aangebracht, die tussen het kruispunt van de beide stangen 29 in de plaats waar freem 30 bevestigd is vrij bewegen- kunnen. Door middel van een viertal krukstangen 32 zijn de vier blokjes 31 beweegbaar met een blokje 33 verbonden, dat op het uiteinde van de zuigerstang 27 is aangebracht. Een vertikale beweging 15 van cilinderstang 27 veroorzaakt een horizontale beweging van de vier blokjes 31 zodanig, dat ze tegelijk van- of naar het kruispunt van de stangen 29 bewegen.

Aan de blokjes 31 zijn een viertal stangen 34 om een vertikale as draaibaar aangebracht. De vier stangen vormen in de meest van-elkaar-af 20 gelegen situatie de vorm van de boven-opening van de zak.

In de minimale situatie liggen de stangen 34 twee bij twee tegen elkaar.

De zakkenhouder op de oppotmachine bestaat uit de volgende onderdelen (zie figuur 3). Over een horizontale freembuis 36 zijn twee zijschotten 35 verschuifbaar aangebracht. De zijschotten 35 kunnen door middel van 25 bouten 46 aan de freembuis 36 worden gefixeerd. De freembuis 36 is door middel van een vertikaal buisdeel 47 aan de transportketting van de oppotmachine verbonden. De zijschotten 35 zijn aan de bovenzijde elk van een horizontale as 37 voorzien. De as 37 is gelagerd in een lagerbusje 38. Op de as zijn instelbaar in de asrichting twee gekromde naalden 39 bevestigd. 30 Op dezelfde as 37 is aan het ene einde een vierkant gedeelte 40 aangebracht waartegen een bladveer 41 rust. Het einde vein de as 37 is voorzien van een hefboom 42, welke onder ongeveer 45° naar boven of naar beneden wijst. Langs en tussen de zijschotten 35 is een draagdoek 43 aangebracht. Dit draagdoek 43 is aan beide uiteinden verbonden aan een strip 45.

35 Het draagdoek 43 kan gedeeltelijk om de beide strippen 45 worden opgerold, om de vrije lengte in te korten. Aldus kunnen zakken van verschillend formaat worden aangehangen. Aan de onderzijde wordt het draagdoek 43 strak gehouden door twee stangen 44, die voorzien zijn van stukjes vierkant 8303761 - · τ < -4-) materiaal 48, welke in groeven aan de buitenzijde van de zijschotten 35 kunnen vallen.

Het zakkenaanhangmechanisme werkt als volgt:

De zakkenhouders zoals weergegeven in figuur 3 zijn geplaatst op de eind-5 loze transportketting of transportband van een oppotmachine. Zo'n trans-portketting of -band bevindt zich afwisselend in beweging of in stilstand. Als vanuit een bewegingssituatie bijna het moment van stilstand is bereikt, raakt de zakkenhouder een switch welke een stuurcommando geeft aan cilinder 9, die vervolgens uitschuift waardoor de eindloze ketting 6 10 gaat draaien en de zuigmonden 11 en 16 in de richting van de zakkenhouder bewegen. Aan de zuigmond 16 hangt in althans nagenoeg verticale richting een zak, waarvan de opening naar boven is gericht en waarvan de bovenkant nagenoeg strijkt met de bovenkant van de zuigmond 16. De zak wordt tegen de zuigmond gezogen door vacuumpomp 20. Nagenoeg in het midden van de 15 zakkenhouder lopen de zuigmonden 16 en 11 nagenoeg tegen elkaar aan. Daar, zoals reeds is opgemerkt, ook de zuigmond 11 is aangesloten op een vacuumpomp 13, wordt de zijde vein de zak die van de zuigmond 16 af gekeerd is, nu door de zuigmond 11 aangezogen. Nagenoeg op het moment dat de zuigmonden 16 en 11 elkaar zo dicht genaderd zijn dat de zak aan beide zuigmonden 16 20 en 11 kleeft, geeft een switch een stuurcommande aan cilinder 9, die vervolgens inschuift waardoor de ketting 6 in de van-oorsprong tegengestelde richting gaat bewegen, en de zuigmonden 16 en 11 zich van elkaar verwijderen en aldus de zak van boven open trekken. Zodra de zak aan de bovenkant doelmatig is geopend, geeft een switch een stuurcommando aan cilinder 24 25 die volledig uitschuift en daardoor het zakkenspreidmechanisme naar onderen beweegt, en wel zover dat de stangen 34 grotendeels over de lengte van de zak in deze zak steken. Zodra deze' gewenste positie is bereikt geeft een switch een stuurcommando aan cilinder 26, om uit te schuiven en aan cilinder 24 om in een langzamer tempo dan tot dusver, (verder) uit te 30 schuiven. Door het uitschuiven van cilinder 26 bewegen de stangen 34 van-elkaar af. Aldus wordt de zak, die door de zuigmonden 16 en 11 slechts gedeeltelijk(van boven) was opengetrokken, volledig over haar gehele lengte geopend. Als de stangen 34 zover van elkaar zijn verwijderd dat de zak strak om deze stangen is gespannen, dan legt de zuigerstang van cilinder 35 24 het laatste deel van haar traject af, en raken delen van de onderkant van freem 30 de hefbomen 42 van de zakkenhouder waardoor deze verdraaien. Door de aldus optredende verdraaiing van de assen 37, bewegen de gekromde naalden 39 zich in de richting van de zak, steken er doorheen en houden deze, dankzij hun gekromde vorm, vast. Zodra de zuigerstang van cilinder 8303761 \ - 5 - τ 't i 24 haar uiterste onderste stand heeft bereikt, stuurt een switch deze zui-gerstang weer in, evenals de zuigerstang van cilinder 26. Hierdoor gaan de stangen 34 weer naar het kruispunt van de stangen 29 bewegen waardoor de zak loslaat, en gaan het zakkenspreidmechanisme en cilinder 24 weer 5 naar boven en wel in een zodanige positie dat de onderkant van de stangen 34 ruim boven de bovenkant van de zakkenhouder komt te hangen. Ondertussen is de zuigerstang van cilinder 9, die zoals opgemerkt, aan het inschuiven was, helemaal in, waardoor de zuigmonden 11 en 16 de ruimte in de zakkenhouder verlaten hebben. Echter net voor de positie waarop de cilinderstang 10 van cilinder 9 helemaal in is, stuurt een switch de cilinderstang van cilinder 17 uit, waardoor de buis 15 vanuit een nagenoeg horizontale positie in een nagenoeg verticale positie komt te staan. De haaks op deze buis 15 geplaatste en met deze buis meedraaiende cilinderstang van cilinder 18 staat op het moment dat de buis 15 van de horizontale in de verticale po-15 sitie gaat draaien, uit, waardoor de buis 14 wordt vastgeklemd. Tijdens de genoemde draaiing naar onderen van de zuigmond 16 geeft een switch een stuurcommando aan cilinder 18, waardoor deze haar zuigerstang intrekt en aldus de klemming van buis 14 in buis 15 opheft. Zodra nu de zuigmond 16 een althans nagenoeg verticale stand heeft ingenomen schuift door de 20 zwaartekracht de binnenbuis 14 gedeeltelijk uit de buitenbuis 15 tot deze de zak raakt die zich bevindt in cassette 22. De cassette 22 is zo opgesteld ten opzichte van de zuigmond 16 dat deze in haar verticale stand aanzuigt op de twee hoekpunten van de plastic zak die aan de te openen kant vein de zak grenzen. Doordat de zak de openingen in de zuigmond 16 afsluit, 25 ontstaat in de buizen 14 en 15 onderdruk waardoor buis 14 in buis 15 wordt gezogen. Nadat dit proces is voltooid stuurt een switch de zuigerstang van a cilinder 17 in, waardoor de buizen 14 en 15 vanuit de verticale stand naar de horizontale stand bewegen. Tijdens deze draaiing stuurt een switch de zuigerstang van cilinder 18 uit, waardoor buis 14 weer in buis 15 wordt 30 vastgeklemd. Aldus hangt in de horizontale (rust) stand van de zuigmond 16 de zak hier nagenoeg haaks tegen aangezogen.

Het mechanisme dat de eindloze transportketting of -band van de oppotma-chine bedient, zorgt er nu voor dat deze ketting één positie opschuift, waardoor de zakkenhouder waarin de zak is aangebracht op de hiervoren be-35 schreven wijze, uit het werkveld van het zakkenaanhangmechanisme verdwijnt en een volgende (lege) zakkenhouder haar plaats inneemt in het genoemde werkveld. Als deze lege zakkenhouder bijna tot stilstand is gekomen, dan bedient de eindloze transportketting of -band waarop deze zakkenhouder is 8303761 4 ; - 6 - geplaatst, hetzij direkt hetzij indirekt via een hiermee verbonden uitstekend voorwerp, een switch, welke cilinder 9 stuurt en waarmee de vorenbeschreven werkcyclus van het zakkenaanhangmechanisme opnieuw begint.

De aldus aangehangen zakken vervolgen hun weg over de oppotmachine, waar 5 ze ergens worden gevuld met (pot) grond of met een ander groeimedium.

Ook is het mogelijk dat, nadat de zakken gevuld zijn, er tijdens hun verblijf op de oppotmachine nog planten in worden gepoot. Hierna moeten de zakken met inhoud van de oppotmachine worden verwijderd. Hiertoe is het noodzakelijk dat de gekromde naalden 39 die de zeik nog steeds in de zak-10 kenhouder vasthouden-, de zak loslaten.

Op een doelmatige plaats op de oppotmachine is een mechanisme aangebracht dat de hefbomen 42 weer in de oorspronkelijke positie terugdraait, waardoor de gekramde naalden uit de zak gaan, en de zak dus los in de zakkenhouder komt te staan.

* 8303761

Claims (7)

1. Zakkenaanhangmechanisme dat op of bij een oppotmachine geplaatst kan worden, omvattende een f reent voorzien van althans nagenoeg evenwijdig aan het vlak van het freem naar-elkaar-toe en van-elkaar-af beweegbare zuigbuizen en vein een althans nagenoeg haaks op het vlak van 5 het freem op- en neer- beweegbaar zakkenspreidmechanisme, met het kenmerk, dat het volledig openen van de zakken geschiedt door een viertal stangen die in het verticale vlak van-elkaar-af en naar-elkaar-toe beweegbaar zijn.

2. Zakkenaanhangmechanisme volgens conclusie l,met het 10 kenmerk, dat het viertal stangen draaibaar cm een verticale as is aangebracht in een viertal blokjes, welke blokjes paarsgewijze kunnen bewegen langs twee elkaar kruisende stangen die beide in een horizontaal vlak liggen, en waarbij de blokjes door middel van een viertal krukstan-gen zijn verbonden met het uiteinde van een zuigerstang, welke zuiger-15 stang een onderdeel vormt van een cilinder die met haar bodemkap vast is verbonden met de bodemkap vein een andere cilinder.

3. Zakkenaanhangmechanisme volgens de conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de zakken worden opgehangen in een zakkenhou-der die wordt gevormd door een althans nagenoeg horizontale freembuis 20 waarover twee zijschotten verschuifbaar zijn aangebracht, die elk aan de bovenkant van een althans nagenoeg horizontale as zijn voorzien, op welke assen instelbaar in de asrichting, twee of meer kromme naalden zijn bevestigd, die door verdraaiing de zakken vasthouden.

4. Zakkenaanhangmechanisme volgens conclusie 3,methet 25 kenmerk, dat langs en tussen de zijschotten van de zakkenhouder een draagdoek is aangebracht, dat aan beide uiteinden is verbonden aam een strip en gedeeltelijk cm de beide strippen kan worden opgerold.

5. Zakkenaanhangmechanisme volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het draagdoek aan de onderzijde strak wordt gehouden 30 door twee stangen die voorzien zijn van stukjes vierkant materiaal welke in groeven aan de buitenzijde van de zijschotten kunnen -vallen.

6. Zakkenaanhangmechanisme volgens conclusie 3, m e t h e t kenmerk, dat de horizontale assen die drager zijn van de kromme . naalden op één uiteinde de vorm hebben van een hefboom, waarbij deze 35 hefboom buiten het vlak van de zijschotten is gelegen. 8 3 0 3 7 6 f - 8 - 9 «-

7. Zakkenaanhangmechanisme volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat delen van de onderkant van het freem van het zakkenspreidmechanisme tijdens bedrijf gaande naar hun onderste stand, de hefbomen van de zakkenhouder althans nagenoeg geheel 5 in hun onderste stand drukken. -o-o-o- 8303761