NL8302633A - Werkwijze voor het strooien van spaanplaten, in het bijzonder van cementgebonden spaanplaten alsmede een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het strooien van spaanplaten, in het bijzonder van cementgebonden spaanplaten alsmede een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL8302633A
NL8302633A NL8302633A NL8302633A NL8302633A NL 8302633 A NL8302633 A NL 8302633A NL 8302633 A NL8302633 A NL 8302633A NL 8302633 A NL8302633 A NL 8302633A NL 8302633 A NL8302633 A NL 8302633A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
belt
roller
flow
air
spreading
Prior art date
Application number
NL8302633A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190926C (nl
NL190926B (nl
Original Assignee
Versatec Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Versatec Ag filed Critical Versatec Ag
Publication of NL8302633A publication Critical patent/NL8302633A/nl
Publication of NL190926B publication Critical patent/NL190926B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190926C publication Critical patent/NL190926C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07BSEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
    • B07B9/00Combinations of apparatus for screening or sifting or for separating solids from solids using gas currents; General arrangement of plant, e.g. flow sheets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/08Moulding or pressing
    • B27N3/10Moulding of mats
    • B27N3/14Distributing or orienting the particles or fibres

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Dry Formation Of Fiberboard And The Like (AREA)
  • Devices For Post-Treatments, Processing, Supply, Discharge, And Other Processes (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Description

r- *_ j* » < 833077/Rey/sn
Korte aanduiding: Werkwijze voor het strooien van spaanplaten, in het bijzonder van cementgebonden spaanplaten alsmede een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het strooien van stortmateriaal bestaande uit lignocellulose bevattende, met bindmiddelen bevochtigde deeltjes, zoals houtspanen, houtvezels, of dergelijke, in het bijzonder uit met cement bevochtigde hout-5 spanen voor het vervaardigen van cementgebonden spaanplaten, waarbij het stortmateriaal van een doseerband in een strooistroom in de richting van de voorwaartse beweging van een hieronder gelegen vormband hierop wordt gestrooid tot een voorvormdeel door middel van een mechanisch werkende werpinrichting, bijvoorbeeld een strooi-10 wals of dergelijke.
Het is bekend dat het strooien van het uit grotere en fijnere deeltjes bestaande stortmateriaal, bijvoorbeeld van grotere en fijnere spanen, voor het vervaardigen van houtspaanplaten, in het bijzonder van cementgebonden houtspaanplaten, één der belangrijkste 15 processtappen is bij het industrieel in serie vervaardigen van houtspaanplaten. Het strooien van het stortmateriaal op een in de strooirichting en onder de strooiinrichting aanwezige vormband dient voor het vervaardigen van de zogenaamde voorvormdelen, dus van een stortkoek of stortvlies, waarvan de kwaliteit voor de eindeigenschap-20 pen van de te vervaardigen plaat doorslaggevend is. Hierbij is het bijzonder belangrijk, dat het vormdeel wordt gestrooid met een zo groot mogelijke nauwkeurigheid en gelijkmatigheid, daar het noodzakelijke stortmateriaal slechts zo op economisch vervangbare wijze wordt gebruikt. Vervolgens is de eis voor nauwkeurigheid en gelijk-25 matigheid van het strooien technologisch zeer belangrijk, omdat hiermee platen met een voorafbepaalde vereiste kwaliteit naar struk- 8302633 * * matuur en stevigheid kunnen worden vervaardigd. De gelijkmatige verdeling van het stortmateriaal over de dwarsdoorsnede van de plaat is vervolgens van beslissende betekenis voor de grootte en de gelijkmatigheid van de stevigheidseigenschappen van de gerede cementge-5 bonden houtspaanplaat.
De bekende werkwijzen voor het strooien kan bij de spaanplaat-fabricage in twee categoriën worden ingedeeld·
De eerste groep zijn inrichtingen, waarbij het stortmateriaal na het zogenaamde windzeven wordt verstrooid. Hierbij komt het uit 10 de doseerbunker komende spaanvlies bij een uitvoerwals, bij voorkeur een stekelwals, die de spanen afwerpt en daarbij het spaanvlies oplost. De naar beneden vallende spanen vallen dan door een luchtstroom, die de spanen zodanig op de vormband verdeelt, dat de fijnste spanen in de buitenste lagen en de grootste spanen in de middelste 15 lagen worden neergelegd. Deze wi ndzeefvers trading werkt bij spaanplaten voldoende, maar toont bij cementgebonden houtspaanplaten een aanzienlijk nadeel. De bekende werkwijze geeft slechts dan een bevredigende verstrooiing, wanneer de met cement bevochtigde spanen een zekere gezamenlijke vochtigheid niet overschrijden. Dergelijke 20 met cement bevochtigde spanen als stortmateriaal laten zich wel nog op bevredigende wijze verstrooien, maar geven echter platen met relatief lage stevigheid.
Men heeft reeds getracht, dit nadeel bij uit drie lagen bestaande platen te voorkomen, doordat men de droge deklagen met 25 windzifting verstrooid, terwijl de middelste laag van de plaat op een andere wijze wordt verstrooid, om de vochtigheid in de middelste laag hoger te kunnen houden, De resultaten zijn echter niet gelijkwaardig met platen, waarbij alle lagen met voldoende vochtigheid kunnen worden vervaardigd. Bovendien is het gescheiden verstrooien 30 van deklaagspanen en spanen voor de middelste laag met verschillende vochtigheid slechts bij grotere inrichtingen economisch toepasbaar, daar het ook hogere investeringen vereist.
De tweede groep zijn de inrichtingen die met werpverstrooi- 8302633 ♦ * -3- ing werken. Bij de werpverstrooiing wordt het uit de doseerfaunker gevoerde spaanmateriaal bijvoorbeeld door middel van een doseerband toegevoerd aan de draaiende strooiinrichtingen, bijvoorbeeld roterende walsen, stekelwalsen of dergelijke, waarbij de strooiinrichting, 5 zoals walsen of dergelijke, het op de doseerband aanwezige strooi-materiaal opnemen en in de richting van de onder de strooiinrichting bewegende vorraband af werpen. Hierbij wordt ten gevolge van de werpbeweging van de afzonderlijke spaandeeltjes een bepaald schei-dingseffekt verkregen, waarbij de zwaardere grotere deeltjes 10 langere werpbanen en de lichtere fijnere deeltjes kortere werpbanen doorlopen. 0e grootte van de werpbaan alsmede de mate van de opneem-werking van het stortmateriaal wordt door de van stekels of nokken voorziene walsen bepaald overeenkomstig hun rotatiesnelheid.
Men gebruikt vaak een geheel systeem van dergelijke strooi-15 walsen, om een voldoende oplossing en scheiding van de spanen te verkrijgen; toch heeft deze werkwijze talrijke strooifouten, zoals bijvoorbeeld ongelijke scheiding, te korte strooihoek, gewichtsverlies aan de plaatranden, aangroeivorming bij de wanden, enz. Het meest nadelig is dat zeer vaak afzonderlijke grote spanen in de uit 20 fijnere spanen bestaande deklaag kranen, zodat de een geheel vormende struktuur van de fijne deklagen wordt verstoord. Een volgend nadeel van de bekende werpverstrooiingen wordt gevormd doordat ten gevolge van de rotatie van de strooiinrichtingen oncontroleerbare luchtstroraingen ontstaan, die in het bijzonder de fijne en fijnste 25 spaandeeltjes meeslepen, zodat strooionnauwkeurigheiden ontstaan.
Door de ongecontroleerde luchtstromingen ontstaan ook niet-gedefi-nieerde stromingsverhoudingen in de strooiruimte boven de vormband.
Al deze nadelen zijn nog in meerdere mate van toepassing bij het strooien van cementgebonden houtspaanplaten.
30 De uitvinding beoogt een werkwijze voor het strooien van lignocellulose bevattende, uit grote en kleine deeltjes bestaand stortmateriaal, in het bijzonder met cement omhulde spanen, te verschaffen, die de genoemde nadelen vermijdt en waarbij op een groot 8302633 i ; -4- oppervlak de fijne en grovere stortgoeddeeltjes (spanen) gelijkmatig en met een geleidelijke overgang van elkaar worden gescheiden, zodat het optreden van inwendige spanningen bij het persen in ruime maten worden verkleind en het staanvermogen van de platen alsmede 5 de sterkte-eigenschappen hiervan worden vergroot.
Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat uit de strooistroom de fijnere deeltjes (fijn materiaal) door middel van een gedwongen luchtstroom ten minste gedeeltelijk worden uitgescheiden en langs kortere weg op de vormband worden gebracht.
10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het toepassen van de werkwijze omvattende een doseerband, die stortmateriaal bestaande uit fijnere en grovere deeltjes opneemt en een in het eindgebied van de doseerband aangebrachte mechanische werp-inrichting, zoals een afwerpwals of dergelijke en een hieronder ge-15 legen zich voortbewegende vormband voor het opnemen van de te storten voorvormdelen. Deze inrichting onderscheidt zich volgens de uitvinding doordat onder de afwerpinrichting een voor het opwekken van een naar beneden naar de vormband gerichte gedwongen luchtstroming dienende inrichting is aangebracht.
20 Doordat volgens de uitvinding het fijne materiaal uit de door de afwerpinrichting na het opnemen van de op de doseerband aanwezige gedoseerde hoeveelheid stortmateriaal gevormde strooistroom door middel van een afzonderlijk opgewekte luchtstroom wordt afgescheiden, en dit uit de eigenlijke strooistroom afgescheiden fijne- resp.
25 fijnste materiaal dan langs de kortste weg op de vormband wordt gebracht, wordt bereikt, dat de fijnste materiaaldeeltjes reeds op de vormband komen, als nog geen ander spaanmateriaal hierop is neergekomen. Hierdoor komen de fijnste spaandeeltjes in de buitenste lagen van de plaat, zodat steeds een fijn en glad bovenoppervlak 30 van de platen is gewaarborgd.
Optimale strooiresultaten worden bovendien bereikt, indien alleen of in combinatie met de beschreven opwekking van een luchtstroom voor het afscheiden van de fijne en fijnste deeltjes, de 8302633 » £ -5- eigenlijke door de afwerpinrichting opgewekte strooistroom met de verder vliegende en in het bijzonder te ver vliegende grotere materiaaldeeltjes op een achterste plaats van de eigenlijke strooi-kamer, bij voorkeur door mechanisch werkende middelen wordt afge-5 remd en langs de kortste weg direkt op de vormband wordt omgebogen. Voor het afremmen kan daarbij doelmatig een stootrand dienen, die vanaf de strooiinrichting uitgaand overeenkomstig een valkromme naar voren en naar beneden gebogen verloopt tot dicht boven het bovenoppervlak van de gestorte vormdelen. Bij de werkwijze volgens 10 de uitvinding voor het strooien van de met cement omhulde spanen is het wezenlijk, dat het spaanmateriaal van de doseerband, bij voorkeur een fijndoseerband, met een afwerpwals in een afzonderlijke strooikamer wordt geworpen, waarvan de voorste wand een bijzonder gevormde stootwand vormt, zodanig dat door het weerkaatsen van een 15 deel van de grotere spanen van deze stootwand op de vormband een langere strooikegel kan worden gevormd. Hierdoor wordt voorkomen, dat zoals bij de bekende uitvoeringen de door de werpinrichting uitgeworpen strooistroom veel en ongecontroleerde lucht meevoert, die de fijne deeltjes van het spaanmateriaal te ver weg transpor-20 teert en hierdoor de gewenste scheiding in aanzienlijke mate verslechtert, wordt volgens de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding de luchtstroom door het vormen van een gerichte gedwongen luchtstroom gereduceerd en zijn stromingsrichting veranderd, waarbij deze gedwongen luchtstroming door een bijvoorbeeld als tandschijfwals 25 uitgevoerde luchtgeleidingswals kan worden opgewekt.
Hierbij vindt volgens een volgend wezenlijk kenmerk van de uitvinding de eigenlijke strooistroming en de naar de vormband omgebogen, door de gedwongen luchtstroom opgewekte scheidingslucht-stroming voor de fijne deeltjes alsmede de mechanische afremming 30 en de ombuiging van de verder vliegende grotere materiaaldeeltjes plaats in één ruimte, die ten minste nagenoeg stromingstechnisch zodanig is gesloten, dat in deze kamer slechts in vergaande mate controleerbare en gewenste luchtstromingen rondgaan. Dit rondgaan 8302633 -6- ναη de lucht in een nagenoeg stromingstechnisch gesloten ruimte verschaft het belangrijke voordeel, dat bij het verstrooien van met cement omhulde spanen deze voortdurend rondgaande lucht slechts een begrensde hoeveelheid vocht uit de spanen kan opnemen, waardoor 5 een ongewenste droging van de met cement bevochtigde spanen in vergaande mate wordt vermeden. Alleen hierdoor wordt een wezenlijke verbetering verkregen van de eigenschappen van de gerede cementge-bonden spaanplaat.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke-10 ning die een schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding toont.
In de tekening is met het verwijzingscijfer 1 een doseerband aangegeven die in de richting van de ingetekende pijl wordt aangedreven door de aandrijfrol 16. Het op de doseerband 1 in een gedo-15 seerde laag stortmateriaal 8 in de richting van de pijl 17 meegenomen stortmateriaal komt aan het voorste einde in het gebied van de afwerpwals, die in de richting van de ingetekende pijl om een horizontale as draait. Deze van stekels of nokken voorziene afwerpwals roteert met een zodanige snelheid, dat het aankomende stortmateriaal 20 8 wordt opgenomen en in een strooistroom naar voren wordt afgeworpen.
Voor het gericht afscheiden van de fijnste spaandeeltjes en voor het verkrijgen van een gecontroleerde rondgaande luchtstroming binnen de strooikamer K is onder de afwerpwals 2 een inrichting voor het opwekken van een naar beneden naar de vormband 6 gerichte 25 gedwongen luchtstroming 14 aangebracht. Deze inrichting bestaat in het uitvoeringsvoorbeeld uit een zogenaamde luchtgeleidingswals 3, die bijvoorbeeld kan zijn uitgevoerd als een tandschijfwals. De rotatie van deze luchtgeleidingswals 3 in de richting van de pijl 18 wekt een luchtstroming op in de richting van de pijl 14', die 30 bij de aangegeven draairichting in het voorste gebied van de luchtgeleidingswals 3 naar beneden in de richting 14 naar de vormband 6 toe is gericht en vervolgens langs de gedeeltelijke omtrek van de luchtgeleidingswals 3 verloopt overeenkomstig de pijlen 14'.
8302633 2 ji -7-
Deze gedwongen luchtstroom 14 veroorzaakt dat fijne en fijnste spaandeeltjes direkt na het afwerpen door de afwerpwals 2 uit de eigenlijke strooistroming worden afgescheiden en naar beneden direkt op de door de rol 6’ aangedreven vormband 6 worden gebracht, voordat 5 de andere grote deeltjes daarheen komen. Hierdoor is gewaarborgd, dat de fijne en fijnste deeltjes in de buitenste laag van de gerede plaat komen, waardoor de oppervlaktekwaliteit van de plaat wordt verbeterd.
Tegelijkertijd wordt het bij de bekende inrichtingen bestaande 10 nadeel vermeden, dat met de eigenlijke uitgeworpen strooistroom te veel lucht wordt meegevoerd, die de fijne deeltjes van het spaan-materiaal te ver naar voren leidt en die de gewenste scheiding in hoge mate verslechtert.
0e luchtgeleidingswals 3, waarvan de diameter ten minste zo 15 groot is als de buitendiameter van de afwerpwals 2, en die bij voorkeur in bovenaanzicht gezien direkt loodrecht onder de afwerpwals 2 ligt, is onder de aandrijfrol 16 resp. de doseerband 1 een naar de vormband naar beneden gerichte en naar achteren boogvormig gewelfde luchtgeleidingswand 5 aangebracht, zodanig dat de 20 strooikamer K in de eerste plaats naar achteren stromingstechnisch is afgesloten en vervolgens in het gebied van de aanzuigzijde van de roterende luchtgeleidingswals 3 een zich naar boven naar de aandrijfrol resp. -wals 16 van de doseerband 1 vernauwende intree-spleet voor de gedwongen luchtstroming wordt gevormd, waardoor de 25 snelheid van de inkomende luchtstroom op deze plaats wordt vergroot.
Daar de ruimte van de strooikamer naar achteren door de lucht-geleidingswand 5 nagenoeg is afgesloten, wordt bereikt dat in het bijzonder door het aanbrengen van de luchtgeleidingswals 3, in de strooikamer K zelf naar hoeveelheid en richting gerichte luchtstro-30 mingen rondgaan.
Indien de strooikamer ook in zijn voorste gedeelte door de als stootwand 4 aangegeven wand nagenoeg stromingstechnisch is afgesloten, wordt binnen het strooistation 12 een op zich ten minste 8302633 ψ · -8- stromingstechnisch gesloten ruimte gevormd, waarin voortdurend een begrensde luchthoeveelheid met gerichte stromingsrichting wordt geroteerd, zodat deze lucht uit het met cement bevochtigde spaan-materiaal slechts een begrensde hoeveelheid vocht kan opnemen, waar-5 door een ongewenste droging van het stortmateriaal in vergaande mate wordt voorkomen. De gesloten uitvoering van de strooikamer K wordt nog verbeterd, doordat de afwerpwals 2 en de aandrijfwals 16 van de doseerband 1 de ruimte tussen de wanden 4 en 5 ten minste ongeveer afsluiten.
10 Volgens een volgende uitvoering heeft de stootwand 4 een zo danig verloop, dat de grotere materiaaldeeltjes in de strooistroom bij het weerkaatsen naar beneden naar de vormband 6 toe worden omgebogen. De stootwand is dus zo uitgevoerd en gevormd dat zij de werpbanen van de grotere spaanmateriaaldeeltjes, die hiertegen worden 15 geworpen, onderbreekt en deze grotere deeltjes naar beneden naar de vormband afbuigt. Hiertoe verloopt de stootwand 4 boogvormig, waarbij zijn definitieve vorm vanzelfsprekend door verschillende proeven kan worden vastgesteld. Doelmatig is de stootwand 4 gevormd volgens een convexe boog beginnend van de afwerpwals 2 tot nabij 20 het bovenoppervlak van de te vervaardigen voorvormdelen 10. De stand van de stootwand ten opzichte van de afwerpwals resp. de luchtgeleidingswals is al naar gelang de gegeven omstandigheden vast te leggen, waarbij voor een gemakkelijke instelling van de lengte-afstand tussen de afwerpwals 2 resp. luchtgeleidingswals en stoot-25 wand, de stand hiervan kan worden veranderd en kan worden ingesteld. Volgens een volgend kenmerk kan de stootwand 4 ten minste nagenoeg parabolisch zijn uitgevoerd en zich ten minste tot aan het onderste uiteinde van de stortkegel 7 uitstrekken; de wand kan ook de vorm van een gedeelte van een ellips hebben.
30 Het voorgedoseerde stortmateriaal wordt zodoende op de doseer band 1 naar de afwerpwals 2 gevoerd en hierdoor in een strooistroom in de richting van de bijzonder gevormde stootwand 4 geslingerd.
Deze stootwand 4 is zoals reeds vermeld, ten aanzien van zijn vorm 8302633 -9- zodanig uitgevoerd, dat op de vormband 6 een steeds -gelijkmatige, langgestrekte stortkegel 7 met een zeer goede samenstelling wordt gevormd. De stortkegel 7 stelt de onderste helft van de te vervaardigen plaat voor, de bovenste helft ontstaat bij kleinere inrich-5 tingen door de beweging van de vormband 6 tegengesteld aan de richting 15 of door een tweede, bij voorkeur spiegelbeeldvormig aangebrachte strooiinrichting.
De bijzondere stand van de luchtgeleidingswals 3 direkt onder de afwerpwals en de bijzondere uitvoering van deze luchtgeleidings-10 wals, zodanig dat zijn diameter groter is dan van de afwerpwals, heeft het voordeel, dat de door de afwerpwals 2 nagenoeg loodrecht naar beneden vallende spaanmateriaaldeeltjes niet meer zoals tot op heden direkt op de vormband en daarbij in de buitenste fijne deklagen kunnen komen. Ongeveer in dit gebied reeds naar beneden val-15 lende spaanmateriaaldeeltjes worden door de luchtgeleidingswals opgenomen en ten gevolge van de lokatie van de luchtgeleidingswals hiervan afgeworpen en weer aan de hoofdmassa van de strooistroom toegevoerd zodat deze in de middelste laag van het vormdeel komen. Doordat volgens de uitvinding in het totaal een nagenoeg stromings-20 technisch gesloten strooikamer K wordt gevormd, wordt binnen deze kamer steeds dezelfde lucht geroteerd, die daardoor steeds een voldoende vochtigheid heeft, waardoor ongewenst onttrekken van vocht uit het spaanmateriaal wordt vermeden. Voordelig is vervolgens, dat door deze gesloten luchtrotatie in verhouding weinig lucht naar de 25 ruimte van het strooistation 12 en daarmee naar de fabrieksruimte kan ontwijken, zodat ook in de omgevende ruimte weinig stof kan komen.
In de schematische weergave zijn de afwerpbanen 11 tot lid van de spaandeeltjes beginnend van de dwerpwals en de omkeerbanen 30 die ter vereenvoudiging en voor het zichtbaar maken van de werking van de stootwand als rechte lijnen zijn ingetekend. Men ziet echter, dat door de vormgeving van de stootwand 4 volgens de uitvinding een bijzonder geconcentreerde en gerichte verstrooiing van de spanen 8302633 -10- binnen de strooikamer K wordt verkregen, waarbij met betrekking tot het gericht opwekken van een gedwongen luchtstroming en de hierdoor verkregen rustige stromingsverhoudingen in de strooikamer alsmede de voorafscheiding van fijne en fijnste deeltjes.een strooikegel 5 wordt verkregen met een optimale afzetting van de fijnste deeltjes in de buitenste lagen en van de grovere deeltjes in de middelste lagen met een tot op heden niet bereikte gelijkmatigheid en nauwkeurigheid van de verstrooiing zelf. Met de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding is het mogelijk, met cement omhulde 10 spanen zonder moeilijkheden ook bij hogere vochtigheden van het stortmateriaal zonder problemen te verstrooien. Hierbij verhindert de constructie en de grootte van de luchtgeleidingswals 3 dat grove deeltjes ongewenst van de afwerpwals 2 op de hieronder gelegen vorm-band vallen, waarbij deze luchtgeleidingswals 3 ook de opname van 15 het stortmateriaal door de afwerpwals ondersteunt, zodat in het totaal vormdelen voor cementgebonden spaanplaten van hoge kwaliteit met betrekking tot het uiterlijk, de stevigheid en het staanvermogen kunnen worden vervaardigd.
8302633

Claims (16)

1. Werkwijze voor het strooien van lignocellulose bevattende, van bindmiddel voorzien stortmateriaal bestaande uit grovere en fijnere deeltjes, zoals houtspanen, houtvezels of dergelijke, in het bijzonder uit met cement bevochtigde houtspanen voor het ver-5 vaardigen van cementgebonden spaanplaten, waarbij het stortmateriaal van een doseerband in een strooistroom in de richting van de voortgaande beweging op een dieper gelegen vormband wordt gestrooid tot een voorvormdeel door middel van een mechanisch werkende werpin-richting, bijvoorbeeld strooiwals of dergelijke, met het 10 kenmerk, dat de fijnere deeltjes (fijnmateriaal) door middel van een gedwongen luchtstroom ten minste gedeeltelijk uit de strooistroom worden afgescheiden en langs kortere weg op de vormband (6) worden gebracht.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het ken- 15 merk, dat het afgescheiden fijne materiaal voor het verkrijgen van een zo kort mogelijke valweg wordt afgeremd en/of ten minste nagenoeg naar beneden naar de vormband toe wordt omgebogen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in de strooistroom te ver vliegende grotere 20 materiaaldeeltjes (grof materiaal) op een achterste plaats worden afgeremd en langs kortere weg naar de vormband (6) worden omgebogen.
4. Werkwijze volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de strooistroom, de opwekking van de gedwongen luchtstroming en de naar de vormband hierdoor omgebogen scheidings- 25 luchtstroming alsmede de ombuiging van de verder vliegende grove stortmateriaaldeeltjes geschiedt in een ten minste nagenoeg stro-mingstechnisch gesloten ruimte.
5. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de conclusies 1-4, omvattende een doseerband, die stortmateriaal be- 30 staande uit fijnere en grovere deeltjes opneemt en een in het eind-gebied van de doseerband aangebrachte mechanische werpinrichting, 8302633 ψ -12- r r zoals een afwerpwals of dergelijke en een hieronder gelegen zich voortbewegende vormband voor het opnemen van de te storten voorvorm-delen, met het kenmerk, dat onder de afwerpin-richting (2) een voor'het opwekken van een naar beneden naar de 5 vormband (6) gerichte gedwongen luchtstroming (14) dienende inrichting (3) is aangebracht.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de de gedwongen luchtstroming opwekkende inrichting (3) bestaat uit een roterende luchtgeleidingswals, die bijvoorbeeld 10 is uitgevoerd als tandschijfwals.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het ken merk, dat de luchtgeleidingswals (3) een buitendiameter heeft, die ten minste zo groot is als de buitendiameter van de -afwerpwals, en dat de luchtgeleidingswals (3) in bovenaanzicht lood- 15 recht onder de afwerpwals is aangebracht.
8. Inrichting volgens één der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat tussen de buitenomtrek van de luchtgeleidingswals (3) en de buitenomtrek van de aandrijfrol (16) van de doseer-band (1) een kanaalvormig, zich vernauwende luchtinvoerspleet (9) 20 aanwezig is.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het ken merk, dat nabij de luchtgeleidingswals (3) en de onderste baan (1') van de doseerband (1) een naar de vormband (6) gerichte luchtgeleidingswand (5) is aangebracht, zodanig, dat een zich in de 25 draairichting van de luchtgeleidingswals (3) vernauwend luchtgelei-dingskanaal (19) wordt gevormd voor de invoer van de scheidings-luchtstroom.
10. Inrichting volgens één of meer der conclusies 5-9, met het kenmerk, dat in het achterste gebied van de de gro- 30 tere materiaaldeeltjes meevoerende strooistroom een deze grovere materiaaldeeltjes naar beneden naar de vormband (6) toe omleidende stootwand (4) is aangebracht·
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het ken- 8302633 * -13- merk, dat de stootwand (4) een de werpbanen van de grovere, te ver vliegende materiaaldeeltjes onderbrekende en deze naar de vormband (6) afbuigende vorm heeft.
12. Inrichting volgens één der conclusies 10 of 11, me t 5 het kenmerk, dat de lengteafstand van de stootwand (4) tot de afwerpwals (2) instelbaar is.
13. Inrichting volgens één der conclusies 5-12, met het kenmerk, dat de stootwand (4) boogvormig verloopt van de afwerpwals (2) tot nabij het bovenoppervlak van de te strooien 10 voorvormdelen (10).
14. Inrichting volgens één der conclusies 5-13, met het kenmerk, dat de stootwand (4), de afwerpwals (2), het voorste gedeelte van de doseerband (1) alsmede de luchtgeleidings-wand (5) een stromingstechnisch ten minste nagenoeg gesloten ruimte 15 vormen, waarvan de vormband (6) de onderste begrenzing vormt.
15. Inrichting volgens één der conclusies 10-14, met het kenmerk, dat de stootwand (4) een ten minste nagenoeg parabolisch, elliptisch of soortgelijk verloop heeft.
16. Inrichting volgens één der conclusies 10-15, met het 20 kenmerk, dat de stootwand (4) zich ten minste uitstrekt tot het achterste uiteinde van de stortkegel (7). 8302633
NL8302633A 1983-03-18 1983-07-22 Werkwijze voor het strooien van stortmateriaal voor het vervaardigen van cementgebonden spaanplaten en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. NL190926C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19833309743 DE3309743A1 (de) 1983-03-18 1983-03-18 Verfahren zum streuen von spanplatten, insbesondere zementgebundener spanplatten und vorrichtung zur durchfuehrung des verfahrens
DE3309743 1983-03-18

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8302633A true NL8302633A (nl) 1984-10-16
NL190926B NL190926B (nl) 1994-06-01
NL190926C NL190926C (nl) 1994-11-01

Family

ID=6193860

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302633A NL190926C (nl) 1983-03-18 1983-07-22 Werkwijze voor het strooien van stortmateriaal voor het vervaardigen van cementgebonden spaanplaten en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3309743A1 (nl)
GB (1) GB2136837B (nl)
IT (1) IT1169473B (nl)
NL (1) NL190926C (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9005806D0 (en) * 1990-03-15 1990-05-09 Pyrok Technology Limited Manufacture of bonded particle boards
DE19846106A1 (de) * 1998-10-07 2000-04-13 Dieffenbacher Schenck Panel Streustation

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE920209C (de) * 1951-09-07 1954-11-15 Max Himmelheber Dipl Ing Verfahren und Einrichtungen zur Herstellung von Formlingen, Kuchen oder Vliesen aus Spaenen, Fasern oder aehnlichen Schuettguetern
DE1097657B (de) * 1958-12-12 1961-01-19 Carl Schenk Maschinenfabrik G Formstation, insbesondere fuer Spanholzkoerper-Fertigungsanlagen, zur Herstellung eines Schuettgutstranges
DE1227230B (de) * 1961-10-03 1966-10-20 Draiswerke Ges Mit Beschraenkt Schuettverfahren fuer die Herstellung von Platten oder anderen Koerpern aus Holzspaenen oder aehnlichem Gut und Anlage zur Durchfuehrung des Verfahrens
US3482287A (en) * 1967-10-10 1969-12-09 Domtar Ltd Method and apparatus for individualizing fibers preparatory to web forming
GB1223152A (en) * 1968-02-13 1971-02-24 Tate & Lyle Ltd Improvements in or relating to spreading discrete particulate material
GB1402786A (en) * 1973-04-18 1975-08-13 Ivanovskoe Sp K Bjuro Chesanly Method of aerodynamic formation of a fibrous layer from fibres treated on a carding machine and apparatus for performing this method

Also Published As

Publication number Publication date
NL190926C (nl) 1994-11-01
NL190926B (nl) 1994-06-01
DE3309743A1 (de) 1984-09-27
GB8321687D0 (en) 1983-09-14
GB2136837A (en) 1984-09-26
IT8323935A1 (it) 1985-05-30
DE3309743C2 (nl) 1990-01-04
IT8323935A0 (it) 1983-11-30
IT1169473B (it) 1987-05-27
GB2136837B (en) 1986-09-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4913804A (en) Device and process for separating granular material
US4018674A (en) Apparatus for automatically grading leaf tobacco
JPS5937944B2 (ja) 喫煙用品の製造の為の押し出し機のデイストリビユ−タ−
CN100377854C (zh) 胶粘指定用于制造纤维板的干燥纤维的方法和装置
US4095604A (en) Cigarette-making machines
AU653928B2 (en) Manufacture of bonded particle boards
US5558199A (en) Apparatus for forming a layer of tobacco particles
NL8302632A (nl) Werkwijze voor het doseren van lignocellulose bevattend stortmateriaal, in het bijzonder cementgebonden houtspaanplaten alsmede een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US5950282A (en) Textile chute feed
US6780002B2 (en) Spreader for wood chips, wood particle and sawdust
US5202133A (en) Apparatus for spreading a particle mass
CA1309241C (en) Apparatus for laying a matt of fibrous material
JPH03206875A (ja) 粒状および/または粉末状の流動材の連続層を形成する方法と装置並びに該装置を有するパン粉コーティング機
NL8302633A (nl) Werkwijze voor het strooien van spaanplaten, in het bijzonder van cementgebonden spaanplaten alsmede een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
JPH0476668B2 (nl)
US4564027A (en) Apparatus for building a continuous tobacco stream
US4484589A (en) Distributor for a rod making machine for the production of smokers&#39; articles
CN1532032B (zh) 将散料撒在连续运动的底件上的装置及撒散料装置的料仓
US4036239A (en) Hopper for a cigarette making machine
US5080112A (en) Controlled opening of fibrous materials
US3978250A (en) Process and apparatus for forming a layer from a mixture of particles having variable particle sizes
US4524810A (en) Method and apparatus for controlling the density distribution of bulk material
FI97532B (fi) Laite liimattujen lastujen levittämiseksi lastulevyjen valmistusketjussa
JPS59109166A (ja) たばこ連続体を形成するための方法および装置
FI69588B (fi) Blaosspridningskammare foer framstaellning av en spaonmatta

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
SNR Assignments of patents or rights arising from examined patent applications

Owner name: CAPE CALSIL SYSTEMS LIMITED;CAPE PLC;PYROK GROUP P

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20020201

Effective date: 20020201