NL8102066A - Cellulair opgebouwd, mobiel radiotelefoonstelsel met grote capaciteit, en voorzien van een vloot-oproepinrichting voor verzenddienst. - Google Patents

Cellulair opgebouwd, mobiel radiotelefoonstelsel met grote capaciteit, en voorzien van een vloot-oproepinrichting voor verzenddienst. Download PDF

Info

Publication number
NL8102066A
NL8102066A NL8102066A NL8102066A NL8102066A NL 8102066 A NL8102066 A NL 8102066A NL 8102066 A NL8102066 A NL 8102066A NL 8102066 A NL8102066 A NL 8102066A NL 8102066 A NL8102066 A NL 8102066A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fleet
unit
mobile
channel
call
Prior art date
Application number
NL8102066A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190683C (nl
NL190683B (nl
Original Assignee
Western Electric Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Western Electric Co filed Critical Western Electric Co
Publication of NL8102066A publication Critical patent/NL8102066A/nl
Publication of NL190683B publication Critical patent/NL190683B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190683C publication Critical patent/NL190683C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04WWIRELESS COMMUNICATION NETWORKS
    • H04W84/00Network topologies
    • H04W84/02Hierarchically pre-organised networks, e.g. paging networks, cellular networks, WLAN [Wireless Local Area Network] or WLL [Wireless Local Loop]
    • H04W84/04Large scale networks; Deep hierarchical networks
    • H04W84/08Trunked mobile radio systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Mobile Radio Communication Systems (AREA)

Description

* ïr . 4 r VO 1781
Betr: "Cellulair cpgebcuwd, mobielrradiotelefoonstelsel met grote capaciteit, en -voorzien van een vloot-oproepinri chting voor verzend-dienst.
De uitvinding heeft betrekking op een mobiel radiotelefoonstelsel met grote capaciteit en kanaaltoewijzing, welk·.-- stelsel de conventionele deelnemerradiotelefoondienst, alsook radiotelefoondienst voor ver-zenddoeleinden, beschikbaar stelt. Bij bekende uitvoeringen van radio-5 telefoopstelsels wordt ten behoeve van conventionele radiotelefcuie-deelnemersberichten, in de regel een afzonderlijk duplexkanaal-frequen-tiepaar toegewezen per mobiele deelnemer in elk district (in de regel een stad) voor mobiele dienstverlening. Aldus was een frequentiepaar vereist voor elke afzonderlijke mobiele eenheid in een gegeven district 10 en betrokken bij een conferentieverbinding. Bij thans toegepaste cellulair opgebcuwde radiotelefoniestelsels met grote capaciteit is op soortgelijke wijze een afzonderlijk kanaal vereist voor elke mobiele eenheid die is betrokken hetzij bij een afzonderlijke oproep, hetzij bij een conferentieoproep; zulks is echter bij cellulair opgebouwde stelsels 15 met kanaaltoewijzing een minder zwaar wegende straf dan bij andere radiotelefoniestelsels, en wel wegens de spectraal efficiënte aard van het cellulaire plan.
Bij een verzendstelsel dient een bericht te worden uitgezonden hetzij naar een enkele mobiele eenheid, hetzij naar een groep van mo-20 biele eenheden van een vloot; in de laatste situatie kan zulk een groep verschillende grootten qp verschillende tijden hebben. De mobiele eenheden van een groep in een vloot van eenheden, zoals de eenheden in een taxidienst, een verkooporganisatie, of een utiliteitsdienstver-leningsgroep, kunnen zijn verspreid over zich ver van elkaar bevindende 25 geografische locaties. De onderhavige uitvinding is primair gericht op verzenddienstverlening van de laatstbedoelde soort, waarbij een vloot-oproep kan uitgaan naar meerdere eenheden, en meer in het bijzonder op een stelsel, waarbij zulk een dienst kan worden verleend naast de conventionele niet-verzend radiotelefoondienst.
30 Bij een gebruikelijke soort van radioverzendstelsel wordt ge bruik gemaakt van een enkel kanaal voor een gegeven vlootgroep, waarbij mobiele eenheden luisteren naar al de berichten die naar de vloot worden uitgezonden. Wanneer gebruiker van een mobiele eenheid wenst te antwoorden, wordt gebruik gemaakt van een druk-spreekschakelaar teneinde de 81 02 0 6 6 Η V % -2- eenheidszender op hetzelfde kanaal te activeren, Voor het gehele district -waar mobiele dienst wordt verleend, is het verzendkanaal echter niet beschikbaar voor andere gebruikers hetzij voor verzenddienst, hetzij voor enig ander doel.
5 Het Amerikaanse octrooischrift 2.685.6½ beschrijft een cellulair opgebcuwd verzendstelsel, waarbij voor naburige cellen gebruik wordt gemaakt van verschillende frequentiekanalen van een beperkt stel kanalen, waarbij het echter mogelijk is om kanaalstellen in verschillende niet-naburige delen van hetzelfde dienstdistrict opnieuw te gebruiken. In 10 dit geval is het noodzakelijk dat de gebruiker van een mobiele eenheid op de hoogte is van de grenzen van de verschillende cellen, waiarbij hij , de naar de vloot verzendende post moet informeren wanneer hij in een andere cel terecht komt. Hiet-verzendoperaties, alsook, vloot-oproep-operaties worden hierbij niet beschouwd.
15 Het Amerikaanse octrooischrift 3.786.199 beschrijft een voor gemengd verkeer geschikt, mobiel radiotelefoonstelsel, dat gecombineerde telefoon- en verzenddienst kan bieden in dezelfde frequentiekanaalom-geving. Deze bekende techniek heeft echter betrekking op de situatie waarbij een verzender een enkele eenheid van een vloot moet adresseren; 20 echter wordt' geen aandacht besteed aan de vloot-oproepsituatie waarbij het nodig is dat een verzender met een enkele oproep meerdere mobiele «r* eenheidgebruikers moet adresseren.
Overigens heeft t.a.v. cellulair opgebouwde stelsels met grote /-· capaciteit en kanaaltoewijzing in het algemeen de opvatting bestaan dat r 25 gedurende een vanuit een verzendende post uitgaande vlootoproep elke luisterende en antwoordende eenheid van een vloot zijn eigen duplex-kanaaltoewijzing dient te hebben. Bij een dergelijke soort van inrichting is het aldus vereist, dat binnen een gegeven groep van cellen van het stelsel per mobiele eenheid die daarvan deel uitmaakt, een verschil-30 lend duplexkanaal is vereist. Hierdoor kan het vereist zijn dat gedurende een vlootoproep vele kanalen zijn vereist. Tevens is het een feit, dat conferentie-overbruggingsvoorzieningen zijn vereist om het voor de verzendende post en de vloot mogelijk te maken naar al de oproepen te luisteren, en de kosten van een dergelijke conferentie-appa-35 ratuur stellen een grens aan de omvang van een vloot die economisch 81 0 2 0 6 6 » λ -3- gezien op elke gewenste tijd bij een verbinding moet kunnen worden betrokken. Gebruik werd gemaakt van conferentievoorzieningen, aangezien uit de practijk met vlootzendstelsels is gebleken, dat het soms gewenst is dat een gehele vloot of een groot gedeelte van zulk een vloot kan 5 luisteren naar vlootoproepen en al de responsies daarop. Hierdoor is het voor gebruikers van verschillende eenheden van de vloot b.v. mogelijk om een desbetreffende afstand van de plaats van waaruit een verzending plaatsvindt, te controleren nadat een eerste opgeroepen eenheid heeft geantwoord te beslissen of een of meer van deze eenheden zullen aan-10 bieden te participeren. Een basisuitvoeringsvorm van een cellulair opgebouwd mobiel, radiotelefoonstelsel met kanaaltoewijzing is beschreven in Bell System Technical Journal van januari 1979» vol. 58, Ho. 1. Beschouwingen die betrekking hebben op verzenddienst in een dergelijk.systeem zijn beschreven in "High Capacity Mobile Telephone System Technical 15 Report” voorbereid door Bell Laboratories en ingediend op 20 december 1971 hij de Federal Communications Commission, docket 18262. Zie b.v. blz. 1-U t/m 1-7 en 3-^2 t/m 3-W van dat rapport.
Bij een voor de onderhavige uitvinding illustratieve uitvoeringsvorm wordt in zekere mate een oplossing beschikbaar gesteld voor de 20 in het voorafgaande geschetste problemen betreffende vlootoproepen in cellulair opgebcuwde stelsels met kanaaltoewijzing, doordat eenvLoot-verzendpost via een schakelcentrale op verschillende manieren kan worden gekoppeld met verschillende onderdelen van de vloot. De centrale bevat twee ingangs/uitgangspoorten die voor twee-richtingccmmunicatie van 25 signalen met elkaar zijn gekoppeld, waarbij deze signalen bovendien via een uitwaaierende configuratie zijn gekoppeld met meerdere ui t gangs-poorten van de centrale.
Uit gedrukt in termen van een voor het doen uitgaan van vlootoproepen dienende uitvoeringsvorm, is de verzendende post voor een-30 richtingcanmunicatie met de van de vloot deel uitmakende mobiele eenheden gekoppeld via een vloot-luisterkanaal in elk dienstgebied dat kan wouden bereikt door een antenne van een vast opgestelde post en in welk gebied mobiele eenheden van de vloot actief zijn. Een dergelijk vloot-luisterkanaal kan door al de in een dergelijk gebied aanwezige 35 mobiele eenheden van de vloot gemeenschappelijk worden gebruikt. Derge- 81 02 0 6 6 1 * β β -4- lijke vloot-luisterkanalen worden uitsluitend in beslag genomen gedurende de tijd dat een vloot-oproepberi cht moet worden overgedragen en deze kanalen kunnen voor reguliere niet-verzend radiotelefoniedienst op andere tijden worden gebruikt. De verzendende post is voor twee-richtingcammu-5 nicatie gekoppeld met gebruikers van antwoordende mobiele eenheden die twee-richtingcommunicatie wensen, waarbij vanaf de twee-richtingkop-peling nog een andere koppeling wordt gemaakt met de een-richtingkop-peling, zodat het voor-uitsluitend-luisteren ingestelde gedeelte van de. vloot, kan luisteren naar de beide zijden van de twee-richting-10 communicatie met een of meer antwoordende eenheden.
De uitvinding zal in het onderstaande nader werden toegelicht met verwijzing naar de tekening, waarin: fig. 1 een blökschema geeft van een cellulair opgebouwd radio-telefoniestelsel waarin de onderhavige uitvinding is toegepast; 15 fig. 2 een procestromingsdiagram heeft, zoals gelden bij een nood oproep in het stelsel volgens fig. 1; fig. 3 een blckschema geeft van een wijziging van een gedeelte van het stelsel volgens fig.. 1; fig. 4 een blökschema geeft van een bekende uitvoering van een 20 mobiele post die kan worden gebruikt in het stelsel volgens fig. 1; en fig. 5 een -process-trainings diagram geeft geldend voor een vloot-opr oepsituatie voor de mobiele post volgens fig. 4.
Het in fig. 1 weergegeven stelsel zal worden behandeld in samenhang met het processtremingsdiagram volgens fig. 2. Bij de in fig. 1 25 weergegeven configuratie zijn twee celposten 10 en 20, die sems wel als basisposten worden aangeduid, van een cellulair opgebouwd, mobiel radiotelefoniestelsel met. kanaaitaèwijzing en van de soort zoals beschreven in bovenvermeld nummer van Bell System Technical Journal, gekoppeld met een mobiele telefoonschakelcentrale 30. Deze elementen 30 corresponderen b.v. met die welke zijn weergegeven in fig. 1 op blz. 11 en in fig. 2 op blz. 74 van bovenvermeld nummer van BSTJ. In de literatuur wordt veelal een duidelijk onderscheid gemaakt tussen centrum-geëxciteerde cellen en hoek-geëxciteerde cellen. Onder een centrum-geëxciteerde cel wordt verstaan een post met een alzijdig gerichte 35 antennepost, die zich ongeveer in zijn centrum bevindt, terwijl onder 81 0 2 0 6 6 φ> * -5- een hoek-geëxciteerde cel wordt verstaan een cel met drie gerichte antemeposten, die in afwisselende hoogste posities zijn opgesteld.
In feite kan elk willekeurig cellulair opgehouwd stelsel met een zekere henadering worden "beschouwd in termen van centrum-geëxciteerde cellen 5 ongeacht de richteigenschappen van de celpostantennes. De onderhavige zal aldus primair worden beschreven met verwijzing naar een centrum-_ geëxciteerde vorm.
Tevens is met de mobiele centrale 30 verbonden een klasse-5 locale schakelcentrale 31· Zowel de centrale 30 alswel de centrale 31 10 zijn ingericht voor het vervullen van twee-draads ketenschakelfuncties.
In elke celpost zijn meervoudige radiotelefoniekanalen beschikbaar, die kunnen worden gebruikt als radioschakels ten dienste van mobiele eenheden van het stelsel, zoals de mobiele eenheden 11 en 12, die zich bevinden bij de celpost 10, en de mobiele eenheden 21 en 22, die zich 15 bevinden bij de celpost 20. Elk zulk eeikanaal is voorzien van een zender en een ontvanger met bijbehorende antennes, welke eenheden via de desbetreffende twee-dr aads transmis si epaden van een vier-draadsvoor-ziening zijn verbonden met een geschikte verbindingslijnketen 32 die zich bevindt in de mobiele schakelcentrale. Eenvoudigheidshalve is in 20 de tekening slechts weergegeven een zulk een praatkanaal-zender ontvanger -ccmbinatie mét bijbehorende vier-draadsvoorziening voor elke celpost.
Aldus geldt dat een zender 13 en een ontvanger 1b in een celpost 10 met de schakelcentrale 30 zijn gekoppeld door middel van een vier-draads-voorziening 15* zoals b.v. een T-drager en D-kanaal groepsvoorzieningen.
25' Op soortgelijke wijze zijn een zich in de celpost 20 bevindende zender 23 en een ontvanger 2b met de mobiele schakelcentrale gekoppeld door middel van een vier-draadsvoorziening 25.
Data-cammunicatie tussen de mobiele schakelcentrale 30 en de door de desbetreffende celposten bediende mobiele eenheden, kan plaatsvinden 30 door middel van dataverbinding-besturingsapparatuur 33, die zich in de schakelcentrale 30 bevindt, en datadraadverbindingen 3^435 die zijn verbonden met de desbetreffende regelaars en stuur-radio's 16 en 26 die zich in de twee weergegeven celposten bevinden. Zulk een regelaar/stuur-radio is ingericht cm een opzetkanaalradioverbinding tot stand te brengen 35 met al de mobiele èenheden die zich in de desbetreffende cellen bevinden, 8102066 -6-
' *' V
een en ander zoals "beschreven in "bovenvermelde uitgave van BSTJ. In "bedrijf zijnde mobiele eenheid stemt zichzelf echter af op de frequentie van een opzetkanaal van een celpost die zich "bevindt in het gebied waarin de mobiele eenheid op dat moment bevindt, teneinde te luisteren 5 naar oproepberichten die vadaf de dataverbindingsbesturingsapparatuur 33 daar naar toe zijn gericht. Wanneer een mobiele eenheid zijn eigen nummer detecteert in een oproepbericht wordt door deze eenheid automat tisch een antwoordbericht over het opzetkanaal uitgezonden; wanneer door de apparatuur 33 dit antwoord is ontvangen, vormt de mobiele 10 schakelcentrale een verder bericht waardoor de mobiele eenheid werkzaam wordt om zichzelf opnieuw af te stemmen op een aangegeven duplex-kanaal dat door de desbetreffende cel in het werkgebied waarvan de eenheid zich bevindt, wordt gebruikt. Nadat dit opnieuw afstemmen is voltooid, wordt het systeemproces voortgezet teneinde de gebruiker van de 15 desbetreffende mobiele eenheid te waarschuwen als voorbereiding van het door de mobiele schakelcentrale tot stand brengen van een oproep-verbinding door tussenkomst van het zich in de mobiele schakelcentrale bevindende bes tunings complex 1*5 en het schakelnetwerk kh. Op soorge-lijke wijze wordt een oproep, die zijn oorsprong vindt in een mobiele 20 eenheid, ingeleid doordat de gebruiker van deze eenheid b.v. de microtelefoon opneemt en daardoor bewerkstelligt dat deze eenheid een oproep-aanvraagdatasignaal via het opzetkanaal dat toegang geeft tot de mobiele schakelcentrale automatisch uitzendt. Ook in dit geval reageert deze centrale 30 door de mobiele eenheid ertoe te brengen zich suto-25 matisch opnieuw af te stemmen op een aangewezen duplexkanaal teneinde voortgang te kunnen maken met andere operaties bij het opbouwen van een normale verbinding waarbij twee deelnemers zijn betrokken.
Het bovenvermelde nummer van BS3IJ, geeft b.v. op de blz. 1*7-55, 6l-68, 77-151* en 158 een nadere detaillering van de processen die worden afge-30 wikkeld bij het tot stand brengen van normale radiotelefonieverbindingen waarbij een mobiele eenheid ofwel oorsprong ofwel eindpost is, in een normaal circulair opgebouwd stelsel, alsook voor het bewaken van staande verbindingen. Blz. 138 van dat nummer geeft een schema van een mobiele logische eenheid.
35 In de mobiele schakelcentrale 30 vormen de verbindingslijnketens 32 81 0 2 0 6 6 -7- 9 · twee-draads/vier-draadsovergangen zoals typerend zijn in telefoonstel-sels, en wel onder toepassing van vorkketens ofwel Tan de transformator omvattende soort of -wel een weerstandsnetwerk omvattende soort; door het schakelgedeelte van de mobiele schakelcentrale worden de twee-5 draadsketens met elkaar verbonden teneinde de vereiste verbindingen te vormen ofwel tussen de desbetreffende celposten, ofwel tussen een desbetreffende celpost en het vaste teld&onnetwerk dat schematisch is aangeduid door de centrale 31. Geschakelde verbindingen zijn in. fig.1 schematisch aangegeven door een U-voimig getékende doorverbinding, zoals de 10 doorverbindingen 36 en 37 voor de voorzieningen 15 en 25 die een verbinding vormen met de celposten 10 en 20. In de figuur zijn slechts verbindingslijnketens voor de geïllustreerde verbindingslijnen weergegeven.
Een telefoonnetwerkdeèlnemer die toegang heeft tot het netwerk 15 door middel van de klasse-5 centrale 31 is een mobiele eenheidvloot-verzendpost 39 ten behoeve waarvan veelal communicatie is vereist met vele mobiele eenheden van al de of een groot gedeelte van de totale vlootvormende eenheden en waarbij de verzendende post behoort. Elk van de eenheden kan zich in of in de nabijheid van elk van de cellen be-20 vinden die het totale geografische gebied van de door de verzendende post van belang zijnde regio bedekken. Die regio kan omvatten het volledige of een gedeelte van het totale cellulaire mobiele dienst-gebied in een gegeven urbanisatiegebied.
Teneinde een vlootoproep in te leiden is de verzender door het 25 inkiezen of door andere operaties werkzaam cm het uitzenden van een of meer codes in té. leiden teneinde de vloot in zijn geheel of een voorafbepaald gedeelte of groep daarvan te roepen. Als gevolg van een dergelijke code wordt toegang verkregen tot de mobiele schakelcentrale via de centrale 31 en een verbindingslijntransmissievoorziening hl.
30 De met de locale centrale verband houdende koppel- en bewakingsfunctie wordt vervuld door een verbindingslijnketen h2, die een interface vormt met de verbindingslijnvoorziening hl.
In de mobiele schakelcentrale 30 wordt het signaalpad door middel van een verbindingslijnketen 32 omgezet in het twee-draadsformaat. Een 35 schakelbare keten h3 heeft toegang tot een twee-draadsingangs/uitgangs- 8102066 -8- verbindingspoort van een twee-richtingccmmunicatieconferentieketen of brug. 1+6. Het biedt voordeel deze keten uit te voeren in de vorm van een zes-poortketen van een algemeen bekende soort, teneinde het mogelijk te maken dat drie of meer ketens door communicatie met elkaar kunnen worden 5 verbonden- zodanig dat signalen die aan een willekeurige poort van de keten worden toegevoerd, corresponderende uitgaande signalen doen ontstaan op al de andere poorten van de keten. Een voorbeeld van een dergelijke brug is gegeven in het artikel "A Multiport Telephone Conference Bridge" van W.P. Kuebler, gepubliceerd in IEEE Transactions on Communi-10 cations, blz. 168-172, Vol. EÖM 16, februari 1968.
Een extra poort van de zes-poortketen 1+6 is via een andere schakel-bare keten 1+7 gekoppeld met de ingang van in tandemverband verbonden versterker 1+8, die tussen die verbinding en een signaal uitwaaierende configuratie 1+9 stro omver sterking introduceert. Afzonderlijke aftakketens 15 die elk een isolatieweerstand bevatten, zijn vanaf het knooppunt 1+9 via de desbetreffende schakelbare verbindingen, zoals de verbinding 37 gekoppeld met voorzieningen, waarbij communicatidttogelijk is met elke cel die zich bevindt, in het voor de verzenderpost van belang zijnde gebied. ΈΗ> zulk een canmunicatiepad is soortgelijk aan het pad dat is weerge-20 geven voor de verbinding 37 en de celpost 20. Een dergelijke verbinding is ook gevormd vanaf het knooppunt 1+9 naar de celpost 10 alhoewel deze verbinding niet nader is weergegeven. Slechts één zulk een koppeling is nodig vanaf het knooppunt 1+9 en een zender van elk dienstgebied dat is betrokken bij een noodoproep, ongeacht het aantal van de mobiele eenheden 25 van de vloot die zich in dat gebied en op de tijd van de desbetreffende oproep aldaar bevinden. Elk zulk een koppeling bewerkstelligt dat signalen terechtkomen in een kanaalzender voor een vloot-luisterkanaal in de cel. In fig. 1 is dat kanaal bij de celpost 10 aangeduid door f-^Qj en het kanaal voor de celpost 20 is aangeduid door fj^o' 30 Wanneer de geïllustreerde voorzieningen worden gebruikt voor een vlootoproep zoals hierin is beschreven, is de celpostontvanger voor het kanaal dat is gebruikt bij een vlootoproep. voor elke cel, zoals de ontvanger 2l+ in de cel 20, niet in gebruik. Bij de illustratieve uitvoeringsvorm wordt dat ten dele veroorzaakt door de een-richtingeigen-35 schappen van het via de versterker 1+8 verlopende canmunicatiepad, en ten 8102066 i · -9- dele doordat de mobiele eenheden van de vloot even zodanig -worden bestuurd dat hun zenders buiten werking zi«jn gesteld wanneer zij zijn afgestemd op een vloot-luisterkanaal van een cel.
In responsie op het door een verzender inlèiden van een oproep 5 gericht naar de hele of een gedeelte van de vloot, is zoals in fig. 2 is weergegeven, de mobiele schakelcentrale werkzaam om de vloot op te roepen doordat via de opzetkanalen van de verschillende cellen een vloot-oproepbericht PP wordt uitgezonden. Het biedt voordeel wanneer dit bericht een afzonderlijk opzetkanaaldatabericht bevat dat is gericht, naar 10 elke mobiele eenheid van de vloot en dat in sequentie naar al de eenheden wordt uitgezonden. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk om een gemeenschappelijk herkenbaar enkelvoudige vlootcode uit te zenden; door toepassing van afzonderlijke adressen wordt in de meeste gevallen een voldoende grote snelheid verkregen, b.v. ongeveer 1 seconde om een vloot 15 van 20 eenheden te adresseren. De beschreven vlootoproepverbindingen worden in de mobiele schakelcentrale met voordeel opgebouwd telkens wanneer een vlootoproep is uitgegaan, en wanneer deze kanalen aldus niet in gebruik zijn, zijn zij in het algemeen beschikbaar voor niet-verzending radiotelefoondienst, of om door andere vloten te worden gebruikt.
20 Al de in bedrijf zijnde mobiele eenheden van de vloot die via de opzetkanalen van hun desbetreffende cellen een vlootoproepbericht ontvangen, reageren automatisch en op de wijze zoals deze gebruikelijk is voor mobiele eenheden in een cellulair opgebouwd stelsel van de soort met kanaaltoewijzing. De mobiele schakelcentrale 30 detecteert de des-25 betreffende antwoorden die op het vlootoproepbericht binnenkomen en wijst elke antwoordende eenheid toe aan het vlootluisterkanaal, d.i. fpC10 of fFC20 bij de configuratie volgens fig. 1, in zijn cel (de grootste cel waarin de eenheid zich bevindt indien zijn locatie op dat moment wordt bediend door cellen van meer dan een afmeting) die zich 30 in de uitsluitend-luisterenmodus bevindt. De uitsluitend-luisterenmodus betekent, dat het kanaal-opnieuw af stemmencommando de mobiele eenheid opdraagt om zijn zender buiten werking te houden zelfs nadat opnieuw is af gestemd. Elke mobiele eenheid van de vloot registreert daarna zijn desbetreffende opzetkanaalidentificatie, stemt zijn ontvanger opnieuw 35 af op het toegewezen vlootluisterkanaal, en genereert een uniek hoorbaar 81 02 0 6 6 * % ·- .
-10- waarschuwings signaal teneinde de gebruiker kenbaar te maken dat een vloot-oproep op komst is. De gebruiker kan dan luisteren betzij door middel van een luidspreker, hetzij door middel van een opneembare telefoon; zijn responsie op de waarschuwing wordt echter niet getransporteerd naar 5 de mobiele schakelcentrale.
Nadat volgend op de transmissie van het vlootoproepbericht een passend interval is beëindigd, b.v. h seconden, is de mobiele schakelcentrale werkzaam cm een "ga verder"-toon uit·: te zenden naar de verzendende post. Deze verzendende post formuleert dan het desbetreffende 10 vlootoproepbericht dat door middel van de in fig. 1 weergegeven twee-richtingketen i*3 wordt overgedragen naar de conferentiéketen hè en vandaar uit via de een-richtingverbinding, waarin de versterker 1*8 en het knooppunt 1*9 voorkomen, naar de desbetreffende cellen.
Wanneer de gebruiker van een mobiele eenheid wenst te reageren 15 op een vlootoproepbericht, wordt door zulk een gebruik een oproep- procedure ingeleid waarbij de micromicrofoon is opgenomen. In een alternatieve situatie waarbij in de desbetreffende mobiele eenheid de microtelefoon reeds is opgenomen, kan de gebruiker de procedure inleiden door met behulp van de schakelhaak een puls te produceren. Zoals uit fig. 5 20 blijkt is het door de gebruiker van een mobiele eenheid teweeggebrachte "microtelefoon opgenomen" signaal met voordeel werkzaam om de huidige kanaalafstemaanduiding te registreren en daarna terug te keren naar een opzetksnaal waarvan, het nummer reeds eerder was geregistreerd. Nadat opnieuw is afgestemd neemt de eenheid automatisch de andere richting 25 voor dat duplexkanaal vast en wel op de wijze zoals gebruikelijk is voor cellulair opgebouwde stelsels met kanaaltoewijzing en zoals is beschreven in bovenvermeld nummer van BSTJ. Teneinde een oproep te maken, wordt door de èenheid die om een kanaalverbinding verzoekt, een datatype dienstverzoekbericht uitgezonden'. Het stelsel herkent dat de mobiele 3.0 eenheid een eenheid is die tot de vloot behoort en zonder dat het voor de gebruiker van de mobiele eenheid nodig is cm een nummer in te kiezen, wordt een reguliere duplexradiotelefoniekanaalverbinding, b.v. een kanaal f_0_ in fig. 1 Onder gebruikmaking van de zender 13 en de ontvanger ll* in de celpost 10 automatisch gevormd met een poort van de zes-poort-35 conferentieketen k6. Nadat het dienstver zoekbericht is uitgezonden wordt 8102066 -11- £ * zonder dat een schakelcentralekanaaltoewijzingsresponsie wordt af gewacht, autanatisch "bewerkstelligd dat de mobiele eenheid zich opnieuw af stemt op de uitsluitendluisteremodus op het eerder geregistreerde vlootlnisterkanaal. Volgens een alternatieve gang kan het proces zodanig 5 worden ingericht, dat de laatste stap waarbij opnieuw wordt af gestemd achterwege blijft; toepassing daarvan kan echter voordeel bieden indien bij een bepaalde toepassing een aanzienlijke vertraging kan ontstaan t.a.v. de door de mobiele schakelcentrale gegeven responsie en gedurende welke tijd de gebruiker van de mobiele eenheid belangrijkste transmissie 10 op het vlootluisterkanaa! zou kunnen missen.
Intussen is de mobiele schakelcentrale werkzaam om het kanaal-of dienstverzoekbericht, zoals ontvangen vanaf de desbetreffende mobiele eenheid 12, te verwerken, een beschikbaar kanaal in de dienstverlenende celpost 10 te kiezen en een "blank-and-burst"-bericht uit te zenden naar 15 de mobiele eenheid op het vlootluisterkanaal f zoals het geval is bij een normale zonder handbediening uitgevoerde operatie in een mobiele eenheid en zoals beschreven in de Bell System Technical Journal en waarbij wordt bewerkstelligd, dat de mobiele eenheid zich thans opnieuw af stemt qp een nieuw spraakduplexk anaal. De mobiele schakelcentrale is 20 tevens werkzaam om de celverbindingslijn voor dat laatste kanaal te schakelen naar een poort van de conferentieketen U6. Het "blank-and-burst" databericht is een hoge-snelheid databericht met een bitsnelheid die aanzienlijk groter is dan de Hyquistsnelheid voor een spraaksignaal.
Dit bericht kan voor een gebruiker van een normale mobiele eenheid 25 slechts hoorbaar zijn als een kliksignaal; voor de mobiele eenheid zelf bevat het bericht echter voldoende informatie om te bewerkstelligen^ dat de beschreven hernieuwde afstemoperatie wordt uitgevoerd. Zulks betékent dat de antwoorden-de mobiele eenheid van de vloot zich opnieuw af stemt op zijn nieuw toegewezen duplexkanaal, waarbij een hoorbaar 30 waarschuwingssignaal wordt gegenereerd teneinde aan de gebruiker kenbaar te maken, dat de verbinding is voltooid. De gebruiker van de mobiele eenheid en de bedieningspersoon van de verzendende post kunnen thans volgens een twee-richtingmodus met elkaar converseren, terwijl de rest van de actieve vloot naar deze beide deelnemers kan luisteren doordat 35 vanaf de brug U6 via de versterker kS een koppeling is gevormd.
8102066
» V
-12-
Bi j de in het voorafgaande "behandelde inrichting is het mogelijk om vanuit de verzendende post 39 berichten uit te zenden naar al de mobiele eenheden van de vloot en vel volgens het in fig. 2 aangegeven proces en door middel van de uelApostzender en over het vlootluister-5 kanaal van elke cel. Aangezien al de verbindingen in de mobiele telefooncentrale 30 schakelbaar is, is dat kanaal in het algemeen ook op een andere vijze bruikbaar voor normale, niet-verzend telefoondienst, . vanneer een vlootoproep niet bestaat. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk dat elk beschikbaar spraakk anaal dat toegang geeft tót een 10 celpost, kan vorden gebruikt voor de in het voorafgaande beschreven vlootoproepinrichting.
Indien op -willekeurig gegeven tijd geen vlootoproep gaande is, is geen van de geïllustreerde schakelbare koppelingen van de mobiele telefoonschakelcentrale, bezet. In dat geval handelt een gebruiker van 15 een mobiele eenheid die in contact venst te komen met de verzendende post, op de in het voorafgaande beschreven vijze, dat is als in de situatie waarin vordt gereageerd op een vlootoproep, en vaarbij de "microtelefoon opgenomen"oproepprocedure vordt ingeleid. Het stelsel onderkent nu echter dat het over het opzetkanaal van de cel ontvangen 20 databericht afkomstig is van een vlooteenheid terwijl tevens vordt onderkend, dat de vlootverzendpost 39 tiet is verbonden met de conferen-tiebrug k6. Het stelsel initieert in dat geval zijn reguliere proces voor een niet-verzend oproep die zijn oorsprong heeft in een mobiele eenheid; in "deze situatie vordt de verzendende post 39 automatisch ver-25 bonden met de conferentieketen b6 samen met de verbinding 36 vanaf de voorziening 15 naar dezelfde conferentieketen, vanneer in de verzendende post de "microtelefoon opgenomen" situatie ontstaat.
Indien een gebruiker van een mobiele eenheid venst te ccmmuni-ceren met de vloot of met een andere eenheid van de vloot, vanneer een 30 vlootoproep niet gaande is, leidt zulk een gebruiker op de in het voorafgaande beschreven vijze een Oproep naar de verzendende post in, en verzoekt de verzendende post om een vlootoproep voor een beperkte groep die uitsluitend de desbetreffende mobiele eenheden omvat, te doen uitgaan. Aannemende dat een oproep is gericht naar een enkele extra een-35 heid zal de gebruiker van de tweede eenheid wanneer hi j het vlootoproep- 81 0 2 0 6 6 -13- bericht verneemt, de "microtelefoon opgencmen" oproepprocedure inleiden teneinde een duplexverbinding met de conferentieketens 46 te verkrijgen en deze gebruiker zal bij het horen van de verzender een twee-richting conversatie voeren met de deelnemer van de eerste mobiele eenheid.
5 Vanzelfsprekend kan als een alternatief de besturende programma tuur voor de mobiele schakelcentrale 30 en een vlooteenheid zodanig worden gestructureerd, dat een mobiele eenheid van de vloot op dezelfde wijze een oproep kan inleiden ofwel naar de verzendende post, ofwel naar een post die zich ofwel binnen ofwel buiten het domein van de verzendende vloot bevindt. Teneinde zulks ten uitvoer te brengen kiest de opera-10 teur van de vlooteenheid voor elk van de gevallen een geschikte oproep-code; het stelsel behandelt het binnenkomend databericht op dezelfde wijze als een- binnenkomend bericht dat afkomstig is van een andere mobiele eenheid die niet tot de vloot behoort, en wanneer eenmaal is vastgesteld dat geen vlootoproep in voortgang is. Hierna gaat het oproep-15 opzetproces op de in het voorafgaande beschreven wijze en zoals normaal gebruikelijk is bij cellulair opgebouwd stelsel, voort,, met die uitzondering dat wanneer de verzendende post wordt ongeroepen de vlooteenheid en de verzendende post met elkaar worden verbonden via de brug 46. Uit het voorafgaande is het duidelijk dat een mobiele eenheid van de 20 vloot de in het voorafgaande beschreven postbesturingsfuncties voor het doen uitgaan van de vlootoproepen kan vervullen en wel door eenvoudigweg dezelfde of soortgelijke kiescodes in te zenden. In een dergelijke situatie initieert de eenheid een niet-verzendoproep en wordt toegewezen aan een duplexkanaal dat vervolgens wordt gekoppeld met de conferentie-25 keten 46 en de versterker 48 voor de vlootoproep, in plaats van of als aanvulling op de verbinding van de post 39 met deze elementen.
Op een soortgelijke wijze is het mogelijk dat de verzendende post op een willekeurige gebruiker, die op de hoogte is van de vloottoegangs-kiescodes, vlootoproepen kan initiëren vanuit elke willekeurige post 30 van het totale telefoonnetwerk waar het in fig. 1 weergegeven stelsel deel van uitmaakt.
Indien het in een bepaalde situatie gewenst is cm meer deelnemers dan toegestaan door de keten 46 aan een conferentie te laten deelnemen, kunnen extra multipoortmodulus worden toegevoegd, een en 35 ander zoals beschreven in het in het voorafgaande genoemde artikel van 81 0 2 0 6 6 ·> -lU-
Kuebler, Volgens een alternatieve oplossing kan bet proces van de mobiele schakeleentrale zodanig worden ingericht, dat wordt gedetecteerd wanneer al de poorten van de keten b6 zijn bezet, waarna additionele antwoordende 'dienstverzoeken in een wachtrij worden gezet, een instructie 5 wordt gegeven om opnieuw af te stemmen op het vlootluisterkanaal door elke vlooteenheid die op de keten b6 is geweest voor tenminste een voorafbepaald interval, van b.v. 90 seconden, en elke opnieuw afgestemde eenheid wordt vervangen door een in de wachtrij geplaatste eenheid.
Fig. 3 is illustratief vóór een gemodificeerd gedeelte van het 10 in fig. 1 weergegeven stelsel, en waarbij enkele lijnen zijn gebruikt als aanduiding voor enkelvoudige draden (in plaats van de tekenmethode waarbij enkelvoudige lijnen symbool zijn voor twee-draadsketens, zoals het geval was bij fig. l). In het laatstbedoelde stelsel is de versterker i*8 in tandemverband verbonden met het een-richtingssignaalpad, en 15 daarom is deze versterker gedimensioneerd met een normale ingangsim-pedantie van b.v. ongeveer 900 ohm, zoals bij standaardtelefonie gebruikelijk is. Bij de in fig. 3 weergegeven configuratie is er echter voor gezorgd, dat de versterker 1*8’ een hoge ingangsimpedantie heeft, b.v. een grootte-orde groter dan die van de versterker k8, waarbij de 20 ingang van deze versterker is aangesloten over de twee-richtingketen ^3, die de koppeling vormt tussen de verzendende post 39 en een poort van de conferentiebrug bê. De uitgang van de versterker b8' is evenals in het voorafgaande geval gekoppeld met het twee-draadsketenknooppunt b9.
Bij deze configuratie bevat het uitgangssignaal van de versterker U8’ 25 signaalvariaties die corresponderen met al die op de keten U3 aanwezig zijn, ongeacht of deze variaties representatief zijn voor uitgaande verzendpostsignalen die via de versterker 1(-81 worden overgedragen naar de vloot en die tevens naar de conferentiebrug b6 gaan, ofwel voor binnenkomende vloot-mobiele eenheidsignalen afkomstig van antwoordende 30 vlooteenheden door middel van de conferentiebrug b6 en bedoeld voor de verzendende post. Aldus is de versterker t8r werkzaam om signalen die zich in een van beide richtingen over de keten U3 voortplanten, te koppelen met de vloot, en zonder dat de aard van dergelijke op de keten i+3 aanwezige signalen wordt verstoord.
35 Fig. ll· geeft een vereenvoudigiblokschema van een mobiele radio- 81 0 2 0 6 6 * 9 -15- telefooneenheid die kan worden gebruikt in liet stelsel volgens fig. 1.
Ten "behoeve van de onderhavige beschrijving is het schema weergegeven als een vereenvoudigde versie van de mobiele zender/ontvanger, zoals weergegeven in fig. k op blz. 128 en ten dele in fig. 9 op blz. 338 5 van bovenvermeld nummer van BSTJ. Ten behoeve van de voor het verzenden van vlootoproepen dienende inrichting zoals deze hierin is beschreven» is de programmateer zoals geïncorporeerd in de logische eenheid 51 van fig. enigszins gewijzigd, zoals in het onderstaande zal worden beschreven. Dergelijke wijzigingen zouden ook kunnen worden gerealiseerd 10 met behulp van voor speciale doeleinden ontworpen logische ketens of door een combinatie van ketens en programmatuur, een en ander zoals algemeen bekend is uit de techniek. De logische eenheid 51 vomt logische boppelinrichtingen met. andere elementen van de van de mobiele eenheid deel uitmakende zender/ontvanger. Een zender 52 en een ontvanger 53 15 zijn via een diversiteitsaftakketen 58 gekoppeld met een paar antennes 57 en 58. De antenne 57 geeft signaalvoortplanting voor electrische signalen die afkomstig zijn van de zender 52. Hetzij l de ene hetzij de andere van de antennes 57 en 58 wordt, op elk willekeurig gegeven moment gebruikt voor de ontvangst van elektromagnetische signalen, zoals 20 bepaald door signalen die vanaf de ontvanger 53 worden gekoppeld, teneinde een indicatie omtrent de sterkte van een ontvangen signaal te geven aan de logische eenheid 51. Telkens wanneer de sterkte van het ontvangen signaal daalt onder een vooraf vastgestelde drempel, is de logische eenheid via de diversiteitsaftakketen 58 werkzaam om naar de andere van 25 de tweede antennes over te schakelen.
Behalve spraaksignalen die door de in fig. k weergegeven zender/ ontvanger worden uitgezonden en ontvangen, worden tevens datasignalen uitgezonden en ontvangen. De datasignaaltransmissie kan plaatsvinden via een opzetkanaal waarop de zender/ontvanger is afgestemd; als een 30 alternatief kan een dergelijke transmissie plaatsvinden volgens een ”blank-and-burst,,modus, zoals in het voorafgaande werd beschreven via een spraakkanaal, waarop de zender/ontvanger is af gestemd. Ontvangen databerichtèn worden via de ontvanger 53 gekoppeld met de logische eenheid 51 en de daarin aanwezige informatie wordt gebruikt om verschil-35 lende onderdelen van de zender/ontvanger te besturen. Afstemccmmando’s, 8102066 16- * die vanaf de mobiele schamele ent rale worden ontvangen, worden b.v. gebruikt voor de besturing van een frequentiesynthetisator 59, die op zijn beurt bepalend is voor de werkfrequenties van de zender 52 en de ontvanger 53 geldend voor een bepaalde kanaalinstelling. De' logische 5 eenheid, is bovendien werkzaam om aan de zender 52 en de ontvanger 53 signalen toe te voeren waardoor een van deze eenheden ofwel beide in of uit kunnen worden geschakeld al naar gelang de vereisten die aan de werking van de mobiele eenheid in het stelsel van fig. 1 en zoals inhet voorafgaande beschreven, zijn gesteld. De logische eenheid 51 is 10 tevens gekoppeld met een besturingseenheid βθ voor de gebruiker van de mobiele eenheid, en welke besturingseenheid b.v. de gebruikelijke microtelefoon 6l en een luidspreker 62 omvat. Een dergelijke twee-richtingkoppeling tussen de besturingseenheid 60 en de logische eenheid 51 vormt de "interface" caramuncatie tussen de gebruiker en de besturing’ 15 van de zender/ontvanger teneinde aan de logische eenheid 51 de toestanden van de verschillende toetsen en schakelaars in de bestuureenheid 60 kenbaar te maken; tevens wordt het door deze koppeling mogelijk om speciale indicatorlampen op de besturingseenheid voor verschillendd doeleinden te doen oplichten, alsook om voor de gebruiker hoorbare waar-20 schuwinsssignalen teweeg te brengen in plaats van weksignalen en extra toonfrequente signaalcombinaties, teneinde de gebruiker op de hoogte te . stellen van verschillende functies die in de mobiele eenheid worden af gewikkeld.
Fig. 5 geeft een vereenvoudigd processtrcmingsdiagram geldend 25· voor de mobiele eenheid volgens fig. k. Alhoewel het grootste gedeelte van het aangegeven proces overeenkomt met thans bekende technieken, .worden bepaalde te beschrijven variaties in het weergegeven proces of in bepaalde gedeelten daarvan, geïmplementeerd ien behoeve van de samenwerking tussen de mobiele eenheid en het vlootoproepverzend-30 stelsel dat in verband met de fig. 1 en 2 werd beschreven. .Wanneer een gebruiker in eerste aanleg voedingsvermogen voor de mobiele eenheid inschakelt, wordt dit een in bedrijf zijnde eenheid; hierbij wordt een aantal eerste-niveaufuncties vervult, zoals het instellen van de zender in de toestand waarbij de draaggolf is uitgeschakeld, het 35 uitwissen van eventueel eerder opgeslagen cijfers in de logische eenheid, 81 0 2 0 6 6 -17- en het instellen van de mobiele eenheid vanuit de oproeptoestand in de niet-actieve toestand.
Vervolgens wordt een begintaak uitgevoerd gedurende welke de mobiele eenheid de aftastkanalen van het stelsel aftast teneinde aldus 5 het sterkète kanaal daarvan te kunnen uitkiezen. Vervolgens stemt de mobiele eenheid zijn ontvanger af op het gekozen opzetkanaal en verkrijgt bit-en voordsynchronisatie teneinde het mogelijk te maken dat eventueel ontvangen databerichten worden gedemoduleerd. Gedurende de beginfase van het proces en gedurende de meeste van de andere stappen» 10 kan elk van een aantal van afzonderlijke functies worden geïnitieerd, doordat de werking van de logische eenheid tijdens het ten uitvoer brengen van de in fig. 5 aangegeven functies wordt onderbroken. Enige van deze extra functies zijn de volgende data e- transmissie en dataontvangst, besturing van de diversiteitsketen, het vormen van een 15 interface voor de gebruikersbesturingseenheid, diverse tijdaftel-functies» en bewaking van spraakkanalen.
Na voltooien van de begintaak komt het proces in een vrij-taak waarbij de logische eenheid werkzaam is cm de ontvangen mobiele eenheid-adressen te vergelijken» teneinde vast te stellen of de eenheid al of 20 niet wordt opgeroepen» gebruikersverzoeken voor het doen uitgaan van een oproep te detecteren via de besturingseenheidinterface, instructies voor bepaalde acties van de mobiele eenheid te detecteren, en verlies van databerichtvoordsynchronisme te detecteren. Bovendien keert het proces, ofwel periodiek, ofwel in responsie op een ontvangen instructie, 25 terug haar de beginstap teneinde opnieuw opzetkanalen af te tasten. Dit laatste doen rondlopen van het proces gaat voort bij afwezigheid van verdere activiteiten in de vorm van een gebruikersactie, of een gedetecteerd databericht waardoor het proces wordt gebracht naar een oor-sprongsequentie of een oproepresponsiesequentie of een instructie-30 responsiesequentie.
Bij het aanlopen naar de oorsprongsequentie is de mobiele eenheid werkzaam om opnieuw al de opzetkanalen af te tasten, een kanaal uit te kiezen voor bewaking, een databericht bit- en woordsynchronisme aan te nemen, een digitale kleurencode aangevende de frequentie van een hoorbare 35 bevakingstoon die wordt gebruikt in de cel welke het gekozen opzetkanaal 81 02 0 6 6 -18- gebruikt, te detecteren en te decoderen, het teruggaande opzetkanaal voor communicatie vanaf de mobiele eenheid naar de basispost van de cel in beslag te nemen, een dienstverzoekdatabericht teweeg te brengen en via dat teruggaande opzetkanaal dit te zeilden, en eenrantwoord-5 databericht waardoor een aanduiding van een spraakkanaal of een andere instructie van een mobiele eenheid is gegeven, te. ontvangen en te verwerken. In. deze oorsprongsequentie, alsook in de beide andere te beschrijven sequenties, zijn bepaalde tijden aangewezen om vooraf bepaalde gedeelten van de sequentie te voltooien, teneinde te verhinderen dat 10 de werking van de mobiele eenheid op een willekeurig gegeven moment van zijn procesgang op ongewenste wijze vergrendeld raakt. Wanneer deze functies naar de tijd worden af geteld zonder dat de voorafbepaalde stappen goed zijn voltooid, keert het proces van de mobiele, eenheid terug naar de beginstap. Het proces van een mobiele eenheid die is 15 afgestemd op een vlootluisterkanaal gaat over op deze oorsprongreeks als gevolg van een schakelhaakpuls zoals teweeggebracht door een gebruiker die heeft gereageerd op een -tfLoottoproepbericht. Deze puls activeert de interfacefunctie van de besturingseenheid waardoor de logische eenheid wordt geïnformeerd en welke eenheid crp zijn beurt de 20 zender/ontvanger af stemt op het cel opzetkanaal. Een diènstverzoekbericht wordt teweeggebracht, waardoor wordt bewerkstelligd dat de mobiele schakelcentrale een duplexradiokanaal tot stand brengt waardoor een koppeling is gevormd tussen de mobiele eenheid en de celpost en vandaar uit met de conferentiebrug h6 die zich in de mobiele telefoonschakel-25 centrale bevindt.
De oproep-responsiereeks is in de meeste opzichten in wezen hetzelfde als de in het voorafgaande genoemde oorsprongreeks. De situatie van een vlootoproepresponsie in het vlootoproepverzendstelsel verschilt daarin, dat de mobiele eenheid aanwijzing zoekt van een uitsluitend 30 voor luisteren bedoeld vlootoproepkanaal. Door een der gelijke aanwijzing wordt bewerkstelligd dat de mobiele eenheid de frequentie-synthetisator 59 activeert cm de eenheid opnieuw af te stemmen op een aangegeven vlootluisterkanaal, waarbij tevens de zender 52 buiten werking wordt gesteld zolang als de eenheid op dat kanaal is afgestemd. In het verzend-35 stelsel geldt tevens dat de mobiele eenheid aan de mobiele telefoon- 8102066 -19- schakeleentrale niet bevestigt dat deze eenheid in feite opnieuw is afgestemd op het vlootluisterkanaal.
Bij de instructieresponsiesequentie voert de mobiele eenheid vele van de functies, die imhet voorafgaande zijn genoemd in.verhand met de ij oorsprong- en oproepresponsiesequenties, uit. Althans tast de eenheid de opzetkanalen af, verkrijgt hit- en woordsynchronisme, decodeert de digitale kleurencode, en neemt het teruggaande opzetkanaal in heslag.
Op die plaats in de instructieresponsiesequentie -wordt echter een he-• richt naar identificatie van de ontvangen instructie teruggevoerd naar de celpost teneinde de ontvangst van een instructie te bevestigen; en het proces keert terug naar de begins tap..
Na voltooiing van de in het voorafgaande genoemde oproepresponsie-sequentie, en nadat de mobiele eenheid opnieuw is afgestemd op het toegewezen spraakkanaal (het vlootluisterkanaal;in de situatie van de -,tj vlootoproepverzendinrichting), komt het proces tot een waarschuwingstaak waarbij de mobiele eenheid passende hoorbare signalen genereert teneinde de gebruiker van de desbetreffende mobiele eenheid te waarschuwen voor een binnenkomende oproep, waarbij wanneer het geen verzenddienst betreft, de gebruikersresponsie daarop wordt afgewacht doordat de gebruikers-2q besturingseenheid 60 op passende wijze wordt bediend. Wanneer de mobiele eenheid werkzaam is in een vlootoproepstelsel, biedt het voordeel wanneer het waarschuwingssignaal een hoorbaar patroon heeft dat aanzienlijk verschilt van dat van de waarschuwingssignalen die worden gebruikt bij normale radiotelefoondienst waarbij van een verzenden geen sprake 2^ is. Aldus is de gebruiker van de mobiele eenheid in staat om zijn aandacht te richten op elk volgend spraakbericht dat via de microtelefoon 6l of de luidspreker 62 is ontvangen; deze gebruiker weet echter dat hij niet in staat is cm een directe spraakrespcnsie te geven op een willekeurig binnenkomend bericht, zonder een door hem uitgevoerde bijzonder verzendsysteems oort operatie van de mobiele eenheid.
Volgend op de waarschuwingsstap tijdens vlootverzenddienst, en zonder dat wordt gewacht op een door de gebruiker van de mobiele eenheid uitgevoerde actie met betrekking tot de besturingseenheid 60, gaat de mobiele eenheid over op de conversatietaak. Alhoewel gedurende 25 de conversatietaak een grote diversiteit van logische en besturingseen- 8102066 Λ . -20- heidtaken door de mobiele eenheid ten uitroer kunnen worden gebracht, is hèt van bijzonder belang zijnde punt voor het onderwerpelijke ver-zendstelsel. dat punt, waarbij de gebruiker passief luistert naar de ontvangen door spraakgegeven vlootoproep. Indien de gebruiker echter be-5 slist cm da ontvangen vlootoproep te beantwoorden en daarbij een schakel-haakpuls aangevende dat is opgencmen, genereert, gaat het proces met een sprong over naar de oorsprongreeks gedurende welke, zoals in het voorafgaande reeds werd behandeld, de mobiele telefoonschakelcentrale wordt meegedeeld dat het nodig is cm een afzonderlijk duplex spraak-10 transmissiepad te vormen tussen de antwoordende mobiele eenheid, van de vloot en de canferentiébrug 1*6. Deze actie wordt uitgevoerd zonder een verstoring te veroorzaken t.a.v. de verbindingen van de verschillende vlootoproepkanalen voor al de cellen van het stelsel. Indien in de verzendende post wordt opgelegd terwijl de van de vloot deel uit-15 makende mobiele eenheid zich in de conversatietaaktoestand bevindt, wordt in de mobiele telefoonschakelcentrale een vrijgeefinstructie gegenereerd waardoor wordt bewerkstelligd dat het proces van de mobiele eenheid terugvalt naar de vrijgeeftaak.
Uit het voorafgaande blijkt, dat de vlootoproepgedeelten van de 20 systeemoproepprocedure inlbelangrijke opzichten verschillend zijn van de normale niet-verzend, cellulaire telefoonprocedure. B.v. geldt dat eerdere mobiele eenheden waarbij talrijke zich naar alle waarschijnlijkheid in verschillende bellen bevinden, sequentieel worden opgeroepen met betrekking tot een enkele oproep die vanuit een vaste post 25 in het totale telefoonstelsel is geïnitieerd. Tevens geldt dat voor een enkele oproep een aantal van de vloot deel uitmakende mobiele eenheden die zich in een enkele cel bevinden, wordt gericht naar een gemeenschappelijk spraakkanaal, d.i. een vlootluisterkanaal. Voor het cellulair opgebouwde verzendstelsel is tevens uniek, dat een opgeroepen 30 mobiele eenheid opnieuw wordt afgestemd op een toegewezen spraakkanaal dat in de uitsluitend-luisterenmodus verkeertwaarbij aldaar een waar-schuwingssignaal wordt ontvangen gevolgd door ontvangst van een spraak-bericht, zonder dat het vereist is dat de mobiele eenheid de ontvangst van het waarschuwingssignaal bevestigt. Bij radiotelefoonstelsels 35 die niet de beschikking hebben over een verzendfacilitêit is het niet 81 02 0 6 6 -21 mogelijk dat een mobiele eenheid op een spraakkanaal, zoals het vloot-luisterkanaal, overgaat in een toestand waarbij is opgencmen, teneinde een operatie in te leiden waarbij een dienstverzoek opnieuw wordt afgestemd op een ander spraakkanaal. Verder is het nieuw dat een antwoordende 5 van de vloot deel uitmakende eenheid opnieuw wordt afgestemd op een du-plexspraakkanaal dat met de vlootverzendpost is gekoppeld, zonder dat het vodr de verzendende post nodig is om een speciale code in te kiezen en zonder dat het nodig is dat een weksignaal de verbinding voltooit. Tevens is het een bijzonderheid dat in een cellulair opge-10 houwd stelsel een oproepverbinding bestaat met vele luisterende mobiele eenheden zonder dat het echter nodig is cm een dienovereenkomstig aantal spraakkaaalen voor deze oproepverbinding te gebruiken* Een verzendstel-sel zoals hierin beschreven, verschilt tevens t.o.v. bekende verzend-stelsels voor een stelsel van de als cellulair aangeduide soort.
15 Meer in het bijzonder geldt dat bij dergelijke bekende cellulaire ver-zendstelsels niet de mogelijkheid bestaat cm per cel^dienstgebied een kanaal te gebruiken als een gemeenschappelijk vlootluisterkanaal voor al de van de vloot deel uitmakende eenheden die zich in dat gebied bevinden. Bovendien missen bekende cellulaire verzendstelsels de in het 20 voorafgaande geschetste bij zonderemogelijkheden waarbij een over een spraakkanaal luisterende mobiele eenheid kan overgaan in een toestand waarbij is opgencmen, teneinde de operatie in te leiden waarbij een dienstverzoek vanaf het ene spraakkanaal wordt overgezet naar een ander spraakkanaal, op het tweede spraakkanaal een verbinding tot stand te 25 brengen zonder dat het nodig is in te kiezen, en talrijke luisterende mobiele eenheden mogelijk zijn zonder dat het nodig is een dienovereen= komstig aantal kanalen in gebruik te nemen.
Alhoewel de onderhavige uitvinding is beschreven in verband met bepaalde uitvoeringsvormen daarvan, zal het duidelijk zijn dat andere 30 uitvoeringsvormen, toepassingen en wijzigingen daarvan door de gemiddelde vakman kunnen worden gerealiseerd zonder het kader van de uitvinding te verlaten.
81 02 0 6 6

Claims (8)

  1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een oproepbe- sturingspost (39) die is ingericht om oproepen te doen uitgaan via ge-25 noemde centrale en door middel van radioschakels met een aantal mobiele radiotelefoonzend/ontvangeenheden (11, 12, 21, 22 ) van een groep in een of meer voorafbepaalde dienstgebieden (10, 11) van het stelsel; de ingangs- en uitgangskoppelmiddelen van de uitwaaierende keten cm-vatten eerste middelen (1+3, 1+6, 1+7, 1+8, 32) door het vormen van een 30 koppeling tussen genoemde post en een van genoemde radioschakels ^FCIO’ fFC20^ van Senoem^e voorafbepaalde gebieden, van welke eerste middelen deel uitmaken middelen (1+8, 23) waardoor de koppeling wordt beperkt tot zulke schakels teneinde een-richtingcommunicatie van ilberichtsignalen daarmee mogelijk te maken; en de twee-richtingkoppel-35 middelen omvatten tweede middelen (32) voor het koppelen van tenminste 8102066 * έ- -23- een verdere radioschakel (f^p) van tenminste een van genoemde vooraf-bepaalde gebieden, via een gedeelte (43, 46) van genoemde eerste koppel-middelen teneinde tvee-richtingccmmunicatie van signalen met genoemde post mogelijk. te maken, waarbij genoemde twee-richtingccmmunicatiesig-5 nalen in.het genoemde gedeelte voor een richting zijn gekoppeld met alle van genoemde gebieden.
  2. 3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat.van genoemde centrale deel uitmaakt een schakelnetwerk (¼) voor het vormen van afzonderlijke ccmmunicatiepaden tussen paren van tot de centrale behorende 10 ingangsaansluitingen en tot de centrale behorende uitgangsaansluitingen, van welk netwerk deel uitmaken middelen (36, 37) in elk van genoemde eerste en tweede koppelmiddelen, en dienende cm. de desbetreffende koppelmiddelverbindingen ten tijde van elke bepaalde oproep schakelbaar in te stellen.
  3. 4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het genoemde gedeelte van de genoemde eerste koppelmiddelen omvat een conferentie-brugketen (46).
  4. 5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat van genoemde eerste koppelmiddelen deel uitmaken een versterker (48) waarvan de uit-20 gang zodanig is gekoppeld dat signalen kunnen worden, afgegeven aan een van genoemde radios chakels van elk van genoemde voor afbepaalde gebieden, en een keten (47) voor het vormen van een koppeling tussen een ingangs/ uitgangspoort van genoemde conferentiebrugketen en een ingang van genoemde versterker.
  5. 6. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat van genoemde eerste koppelmiddelen deel uitmaken een versterker (48*) waarvan een uitgang is gekoppeld met een radioschakel voor elk van genoemde voorafbepaalde gebieden, een keten (43-) voor het vormen, van een koppeling tussen genoemde post en een poort van genoemde brug, en middelen voor 30 een ingang van genoemde versterker parallel wordt gekoppeld over de laatstgenoemde koppelketen.
  6. 7. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat vargenoemde centrale deel uitmaken middelen (33, fig. 2) die in responsie op een dienstverzoekdatabericht afkomstig van een van genoemde voorafbe-35 paalde gebieden, genoemde tweede koppelmiddelen automatisch activeren. 81 02 0 6 6 . * -ir ι> t -2k— teneinde genoemde verdere r adioschakel te verbinden met een poort van genoemde conferentiebrugketen.
  7. 8. Inrichting volgens conclusie 1, met bet kenmerk, dat elk van genoemde mobiele eenheden middelen (51) omvat die in responsie op de ^ bij de eenheid behorende”opgenamentt signaal dat ontstaat wanneer deze eenheid is afgestemd, op een spraakkanaal (een uitsluitend-luisterenmoduswerkzaam zijn om zulk een eenheid opnieuw af te stemmen op een tot het stelsel behorend opzetkanaal, waarbij een dienst-verzoekbericht automatisch wordt uitgezonden. ^ 9· Inrichting volgens conclusie 8. met het kenmerk, dat. elk van genoemde mobiele eenheden verder omvat middelen (51) die in resuonsie • op een ontvangen databerichtcommando, dat wordt ontvangen nadat genoemd dienstverzoekbericht. is uitgezonden, zulk een mobiele eenheid instrueren om opnieuw af te stemmen op een volledig duplex spraak-jj. kanaal, teneinde zulk een mobiele eenheid af te stemmen op het gevraagde kanaal en de mobiele eenheid voor twee-richtingsignaalver-werking gereed te maken.
  8. 10. Inrichting volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat elke mobiele eenheid verder cmvat middelen (51) die na transmissie van ge-2Q noemd dienstverzoekbericht en voorafgaande aan het opnieuw afstemmen van deze eenheid op het genoemde volledige dunlexkanaal, automatisch werkzaam zijn om deze eenheid weer af te stemmen met genoemde voor uitsluitend luisteren bedoelde spraakkanaal teneinde ontvangst van genoemde instructie voor het opnieuw afstemmen af te wachten. 8102066
NL8102066A 1980-04-28 1981-04-27 Cellulair opgebouwd, mobiel radiotelefoonstelsel voorzien van een vloot-oproepinrichting voor verzenddienst, alsmede een schakel- en besturingscentrale te gebruiken in een dergelijk stelsel. NL190683C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US14460980 1980-04-28
US06/144,609 US4399555A (en) 1980-04-28 1980-04-28 Cellular high capacity mobile radiotelephone system with fleet-calling arrangement for dispatch service

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8102066A true NL8102066A (nl) 1981-11-16
NL190683B NL190683B (nl) 1994-01-17
NL190683C NL190683C (nl) 1994-06-16

Family

ID=22509351

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102066A NL190683C (nl) 1980-04-28 1981-04-27 Cellulair opgebouwd, mobiel radiotelefoonstelsel voorzien van een vloot-oproepinrichting voor verzenddienst, alsmede een schakel- en besturingscentrale te gebruiken in een dergelijk stelsel.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4399555A (nl)
JP (1) JPS56169945A (nl)
AU (1) AU548559B2 (nl)
CA (1) CA1166316A (nl)
DE (1) DE3116656A1 (nl)
FI (1) FI77554C (nl)
FR (1) FR2481558A1 (nl)
GB (1) GB2075799B (nl)
NL (1) NL190683C (nl)
NO (1) NO154617C (nl)
SE (1) SE450863B (nl)

Families Citing this family (60)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4590473A (en) * 1982-07-28 1986-05-20 Motorola, Inc. Data signalling system
EP0701335B1 (en) * 1982-07-28 2001-03-14 Motorola, Inc. Wireless communication system and station for use therein
IL68988A (en) * 1982-07-28 1986-08-31 Motorola Inc Multiple unit register modelled radio communication system capable of voice and data communications
US4644347A (en) * 1983-08-10 1987-02-17 Motorola, Inc. Multiple frequency message system
US4553262A (en) * 1983-11-25 1985-11-12 Motorola, Inc. Communications system enabling radio link access for non-trunked radio units to a multifrequency trunked two-way communications systems
US4599490A (en) * 1983-12-19 1986-07-08 At&T Bell Laboratories Control of telecommunication switching systems
US4553263A (en) * 1983-12-22 1985-11-12 Motorola, Inc. Queued community repeater mobile
US4633463A (en) * 1984-03-28 1986-12-30 Canadian Marconi Corporation Radio communication system
ATE47948T1 (de) * 1984-07-13 1989-11-15 Motorola Inc Cellulares stimme- und datenfunkfernuebertragungssystem.
US4672601A (en) * 1984-12-06 1987-06-09 Motorola, Inc. Duplex interconnect/dispatch trunked radio system
CA1234938A (en) * 1984-12-06 1988-04-05 Sewim F. Ablay Duplex interconnect/dispatch trunked radio system
US5408466A (en) * 1984-12-06 1995-04-18 Motorola, Inc. Duplex interconnect dispatch trunked radio
US4802235A (en) * 1985-04-26 1989-01-31 Comven, Inc. Subscriber unit for a flexible communication system
US4794635A (en) * 1986-11-28 1988-12-27 Motorola, Inc. Two-way radio communication system with max-minimum call assignment method
JP2705773B2 (ja) * 1987-03-02 1998-01-28 エヌ・ティ・ティ移動通信網 株式会社 通信中チヤンネル切換方式
US4835731A (en) * 1987-08-14 1989-05-30 General Electric Company Processor-to-processor communications protocol for a public service trunking system
WO1988009969A1 (en) * 1987-06-03 1988-12-15 General Electric Company Process-to-processor communications protocol for a public service trunking system
US5206863A (en) * 1987-08-14 1993-04-27 General Electric Company Processor-to-processor communications protocol for a public service trunking system
US5128930A (en) * 1987-08-14 1992-07-07 General Electric Company Processor-to-processor communications protocol for a public service trunking system
US5159701A (en) * 1989-03-31 1992-10-27 E. F. Johnson Company Method and apparatus for a distributive wide area network for a land mobile transmission trunked communication system
US5218629A (en) * 1989-05-12 1993-06-08 Public Access Cellular Telephone, Inc. Communication system for message display onboard mass transit vehicles
DE69127737T2 (de) * 1990-08-28 1998-04-16 Ericsson Ge Mobile Communicat Örtlich verteiltes Koordinierungssystem für Bündelfunksysteme
US5287354A (en) * 1990-08-28 1994-02-15 Ericsson Ge Mobile Communications Inc. Data protocol and monitoring system for RF trunking multisite switch global serial channel
US5392278A (en) * 1990-08-28 1995-02-21 Ericsson Ge Mobile Communications Inc. Distributed multisite system architecture
US5119502A (en) * 1990-08-30 1992-06-02 Telefonaktiebolaget L M Ericsson Periodic system ordered rescan in a cellular communication system
SE469771B (sv) * 1990-11-27 1993-09-06 Leif Christer Ryden Saett foer att med hjaelp av en telefonvaexel kunna erbjuda en selektiv genomkoppling av en fast abonnentapparat till en naerbelaegen mobil abonnentapparat
US5276442A (en) * 1991-02-22 1994-01-04 Ericsson Ge Mobile Communications Inc. Dynamic address allocation within RF trunking multisite switch
US5384776A (en) * 1991-02-22 1995-01-24 Erricsson Ge Mobile Communications Inc. Audio routing within trunked radio frequency multisite switch
US5239538A (en) * 1991-02-22 1993-08-24 Ericsson Ge Mobile Communications, Inc. Controller architecture for rf trunking distributed multisite switch
EP0514360B1 (en) * 1991-04-17 1998-06-17 Telefonaktiebolaget L M Ericsson A cellular communication system with integrated paging system
US5241537A (en) * 1991-06-04 1993-08-31 Ericsson Ge Mobile Communications, Inc. Conventional base station interface architecture for RF trunking multisite switch
US5481545A (en) * 1991-08-26 1996-01-02 Ericsson Inc. Conventional network interface for multisite RF trunking system
FI88986C (fi) * 1991-10-03 1993-07-26 Telenokia Oy Foerfarande foer genomfoering av ett gruppsamtal i digitalt radionaet
US5404355A (en) * 1992-10-05 1995-04-04 Ericsson Ge Mobile Communications, Inc. Method for transmitting broadcast information in a digital control channel
FI92365C (fi) * 1993-01-26 1994-10-25 Nokia Telecommunications Oy Menetelmä, radiopuhelinjärjestelmän tukiasema ja radiopuhelinkeskus puheenvuorojen jakamiseksi useiden keskuksien palvelualueella sijaitsevien tilaajien välisten ryhmäpuheluiden muodostamiseksi
SG47619A1 (en) * 1993-05-21 1998-04-17 British Telecomm Cellular radio systems
US6161016A (en) * 1993-05-21 2000-12-12 British Telecommunications Public Limited Company Broadcast channel seizure with allocated single traffic channel per occupied cell in a cellular system
DE4335031A1 (de) * 1993-10-14 1995-04-20 Sel Alcatel Ag Mobilfunknetz und Konferenzdienst-Einrichtung dafür
DE4415734C1 (de) * 1994-05-04 1995-02-16 Siemens Ag Verfahren zur Bereitstellung von Teilnehmerdiensten
GB2290196B (en) * 1994-06-11 1997-12-24 Motorola Israel Ltd Trunking radio system and method of operation and radio unit with enhanced dispatch calling
SE503858C2 (sv) * 1995-03-03 1996-09-23 Ericsson Telefon Ab L M Förfarande och anordning för uppkoppling av en förbindelse i ett telekommunikationsnät
AU7258096A (en) * 1995-11-13 1997-06-05 Motorola, Inc. Method and apparatus for summoning police or security personnel for assistance in an emergency situation
US5784388A (en) * 1996-01-04 1998-07-21 Knox; Gregory D. Methods and apparatus for decoding control signals in dispatch trunked radio system
US5924032A (en) * 1996-09-24 1999-07-13 Nokia Mobile Phones Limited Mobile telephone having an improved probability of receiving an incoming call
US6021326A (en) * 1996-11-04 2000-02-01 Uniden America Corporation Trunked multi-site dispatch network for trunking radios
US5924041A (en) * 1996-11-25 1999-07-13 Ericsson Inc. Method and apparatus for providing a dispatch system in a cellular radiotelephone system
US6052599A (en) * 1997-01-30 2000-04-18 At & T Corp. Cellular communication system with multiple same frequency broadcasts in a cell
US6529486B1 (en) 1997-04-11 2003-03-04 Transcrypt International/E.F. Johnson Company Trunked radio repeater communication system
US6026296A (en) * 1997-04-30 2000-02-15 Motorola, Inc. Apparatus for providing dispatch service to an existing telephone network
US6684080B1 (en) 1997-05-28 2004-01-27 Transcrypt International/E. F. Johnson Company Trunked radio repeater communication system including home channel aliasing and call grouping
US6374115B1 (en) 1997-05-28 2002-04-16 Transcrypt International/E.F. Johnson Method and apparatus for trunked radio repeater communications with backwards compatibility
US6751468B1 (en) * 1999-05-26 2004-06-15 Bellsouth Intellectual Property Corporation Systems and methods for providing push to talk feature for wireless communication systems
US6138011A (en) * 1999-10-15 2000-10-24 Motorola, Inc. Method and apparatus for providing dispatch service to an existing telephone network
AU5252101A (en) * 2000-04-28 2001-11-12 Hi-G-Tek Ltd. Apparatus and methods for cellular communication
CN100452918C (zh) 2003-01-21 2009-01-14 捷讯研究有限公司 用于增加在移动台中成功完成紧急呼叫的概率的方法和装置
US7043261B2 (en) * 2003-06-27 2006-05-09 Nokia Corporation System, mobile station and method for delivering services
US7353036B2 (en) * 2004-05-10 2008-04-01 Motorola, Inc. Push-to-talk reverse channel establishment
US7817274B2 (en) 2007-10-05 2010-10-19 Jingyun Zhang Compact spectrometer
WO2009070459A1 (en) 2007-11-30 2009-06-04 Jingyun Zhang Miniature spectrometers working with cellular phones and other portable electronic devices
KR101877392B1 (ko) * 2011-10-18 2018-07-11 엘지전자 주식회사 휴대 단말기 및 그 동작방법

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2685642A (en) * 1952-01-24 1954-08-03 Itt Radio dispatching system
US2894074A (en) * 1955-02-25 1959-07-07 Gen Dynamics Corp Telephone conference circuit
FR1148883A (nl) * 1955-03-16
US3065421A (en) * 1957-05-21 1962-11-20 John M Hart Radio-telephone communication system having means for automatic direct dispatch between mobile stations
US3370127A (en) * 1964-11-05 1968-02-20 Bell Telephone Labor Inc Multiple address bridge circuit with noise reduction circuitry
FR1545582A (fr) * 1967-04-12 1968-11-15 Materiel Telephonique Perfectionnements aux réseaux radiotéléphoniques mobiles automatiques
US3519744A (en) * 1967-06-16 1970-07-07 Bell Telephone Labor Inc Apparatus for connecting visual telephone sets in a conference arrangement
FR2032098A5 (nl) * 1969-02-19 1970-11-20 Cit Alcatel
US3663762A (en) * 1970-12-21 1972-05-16 Bell Telephone Labor Inc Mobile communication system
FR2148910A5 (nl) * 1971-08-10 1973-03-23 Materiel Telephonique
US3786199A (en) * 1971-10-22 1974-01-15 Bell Telephone Labor Inc Mixed traffic mobile radio system
US3819872A (en) * 1972-07-10 1974-06-25 Bell Telephone Labor Inc Mobile telephone cellular switching system
DE2536452A1 (de) * 1975-08-16 1977-02-24 Licentia Gmbh Verfahren zur teilnehmersuche in einem funkuebertragungssystem
CH594324A5 (nl) * 1975-08-27 1978-01-13 Autophon Ag
US4012597A (en) * 1975-11-24 1977-03-15 Motorola, Inc. Transmission trunk multichannel dispatch system with priority queuing
GB1574714A (en) * 1976-01-26 1980-09-10 Post Office Communication systems
US4144496A (en) * 1976-03-17 1979-03-13 Harris Corporation Mobile communication system and method employing frequency reuse within a geographical service area
US4131849A (en) * 1976-10-21 1978-12-26 Motorola, Inc. Two-way mobile radio voice/data shared communications system
DE2659656C2 (de) * 1976-12-30 1978-07-27 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Funksystem mit mobilen Funkstationen

Also Published As

Publication number Publication date
FR2481558A1 (fr) 1981-10-30
SE450863B (sv) 1987-08-03
FI811287L (fi) 1981-10-29
NL190683C (nl) 1994-06-16
NO154617B (no) 1986-08-04
FR2481558B1 (nl) 1984-04-20
DE3116656A1 (de) 1982-02-04
NL190683B (nl) 1994-01-17
FI77554C (fi) 1989-03-10
JPS647706B2 (nl) 1989-02-09
NO811414L (no) 1981-10-29
GB2075799B (en) 1984-06-27
NO154617C (no) 1986-11-12
CA1166316A (en) 1984-04-24
AU548559B2 (en) 1985-12-19
SE8102441L (sv) 1981-10-29
FI77554B (fi) 1988-11-30
DE3116656C2 (nl) 1993-07-29
AU6919081A (en) 1981-11-05
JPS56169945A (en) 1981-12-26
US4399555A (en) 1983-08-16
GB2075799A (en) 1981-11-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8102066A (nl) Cellulair opgebouwd, mobiel radiotelefoonstelsel met grote capaciteit, en voorzien van een vloot-oproepinrichting voor verzenddienst.
US4599490A (en) Control of telecommunication switching systems
US4799253A (en) Colocated cellular radiotelephone systems
US4562572A (en) Cellular mobile radio service telephone system
KR950013162B1 (ko) 구역 교환 기능을 갖는 무선 키 전화 시스템
EP0243900B1 (en) Radio key telephone system having a common signaling channel
JPH0779508B2 (ja) セルラー電話システムのための改善されたマイクロセルシステム
JPS6355826B2 (nl)
EP0443721A2 (en) Cordless telecommunications apparatus
JPH0638265A (ja) 移動端末直結方式
JPH0730947A (ja) 無線端末間の音声符号化整合方法
JPS62133833A (ja) 通話中基地局切替方法
JPH0646473A (ja) 移動体通信システム
JPS62264734A (ja) 転送機能付コ−ドレス電話装置
JP2001061184A (ja) 無線通信システムおよびノードならびに移動局
KR900007705B1 (ko) 전자교환기의 신호서비스장치 구성방법
JPH066855A (ja) 通信回線設定方法
JPH09322255A (ja) ボタン電話装置
JPS5925530B2 (ja) 回線接続制御方式
JPS59154828A (ja) 無線電話システムにおける集落端末装置
JPH04255123A (ja) デジタルコードレス電話接続方法
JPS6139757A (ja) 加入電話網間接続方式
JPH04140937A (ja) 移動通信における通信中チャネル切替え方式
JPH0344221A (ja) 移動通信方法
JPS6160064A (ja) フアクシミリ通信方式

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20010427