NL8100114A

NL8100114A - Werkwijze voor het bereiden van droog voedsel voor dieren.

Info

Publication number: NL8100114A
Application number: NL8100114A
Authority: NL
Original assignee: Ralston Purina Co
Priority date: 1980-01-21
Filing date: 1981-01-13
Publication date: 1981-08-17
Also published as: FI803383L; DK24481A; US4310558A; FR2473850A1; DE3047677A1; CA1161686A; JPS56106561A; BE887174A; GB2067884A; LU83062A1; SE8009025L; AU6601581A; NO810170L

Description

- i -¾ -1- 21560/Vk/jg

Aanvrager: Ralston Purina Company, St. Louis, Missouri, Verenigde Staten van Amerika.

Korte aanduiding: Werkwijze voor het bereiden van droog voedsel voor dieren.

5

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van droog voedsel voor dieren dat minder dan 15 gew.% vocht bevat en vezelachtige stukjes voedsel met een taaie, kneedbare textuur, gecombineerd met een basis-matrix die geëxpandeerde eiwitachtige en zetmeelach-10 tige stoffen bevat met een poreuze structuur en uiterlijke vorm. Met name heeft de uitvinding betrekking op een droog voedselprodukt voor dieren en op een werkwijze voor het bereiden hiervan, waarbij vezelachtige voedsel-brokken worden gevormd die lijken op groente, graankorrels en rood vlees en de stukken worden gemengd in een zodanige basissamenstelling dat de stuk-15 ken voedsel hierin gelijkmatig zijn verdeeld.

Veel eigenaren van dieren wensen het dieet of het voedsel van hun huisdieren te variëren met betrekking tot de voedingswaarde, het uiterlijk van het voedsel of om de smaak van het mengsel te verbeteren. Eigenaren van huisdieren hebben een ruime keuze in voedingsprodukten, waarbij deze 20 kunnen worden ingedeeld in algemene klassen van dierenvoer, te weten 1) droog dierenvoedsel, 2) half-droog dierenvoedsel en 3) vochtig dieren-voedsel. Elk dierenvoedsel van een bepaalde klasse kan verder worden ingedeeld omdat het afwijkt van bijzondere diervoedsels in die klasse door een verschillend vochtgehalte en een verschillend niveau van smaak. In 25 het algemeen zal het smaakniveau worden verbeterd wanneer het vochtgehalte wordt verhoogd. Daarom zullen eigenaren van huisdieren water toevoegen en andere voedingsstoffen zoals afval van maaltijden, hetgeen wordt toegevoegd aan droge voedselsamensteHingen, ten einde de smaak en het tot zich nemen van het voedsel te verbeteren.

30 Het toevoegen van groente en vlees, afkomstig van afval van maal tijden, aan droog dierenvoedsel geeft dit een uiterlijk van een stamppot. Dierenvoedsel in blik of vochtig dierenvoedsel benadert deze soort stanp-pot het meest en deze soorten zijn zeer gewenst door het dier. De droge voedselprodukten hebben echter het voordeel dat ze op meer economische 35 wijze kunnen worden bereid en makkelijker kunnen worden gevarieerd zodat een vrijere keuze van het voedsel voor het dier mogelijk is. De Canadese octrooischriften 995.968 en 1.043.624 beschrijven een droog dierenvoedsel dat lijkt op stamppot wanneer het is gehydrateerd, waarbij vleesvervan- 8100114 *" * -2- 21560/Vk/jg gingsprodukten en groentevervangingsprodukten worden verkregen van tegengestelde kleur. Door een verbeterde extrusietechnologie is het mogelijk geworden om vervangingsmiddelen voor vlees en groente te ontwikkelen op een meer efficiënte wijze door uit te gaan van goedkoop zetmeel houdend 5 en eiwit houdend uitgangsmateriaal. Het basisprincipe omvat het toevoegen van vocht aan een plantaardige eiwitbron, het extruderen van het materiaal bij verhoogde temperatuur en druk zodat een geëxpandeerd, getextureerd, plantaardig proteïneprodukt wordt verkregen met een vêzelachtige textuur. Een dergelijk extrusieprocédé voor het bereiden van getextureerd plant- 10 aardig elwitprodukt is vermeld in de Amerikaanse octrooischriften 3.9^0.495 en 3*496.858. De werkwijze en het produkt volgens de uitvinding houdt het bereiden in van een vervangend vezelachtig voedsel in de vorm van stukken door uit te gaan van zetmeelachtig en eiwitachtig materiaal, met name sojabonen, eiwit houdend uitgangsmateriaal. Na het bereiden van 15 de brokken voedselvervangend materiaal wordt het eiwit van de sojabonen gedenatureerd. Deze stukken worden dan gemengd met additioneel zetmeel houdend en niet-gedenatureerd eiwit houdend materiaal, zodat dit kan worden gekookt door extrusie ter verkrijging van een geëxpandeerd produkt dat vezelachtige voedselbrokken hierin gedispergeerd bevat.

20 De werkwijze volgens de uitvinding wordt hierdoor gekenmerkt dat a) een eerste mengsel wordt gevormd ter verkrijging van een vezelachtig stuk voedsel, bestaande uit een eiwitachtig materiaal en zetmeelachtig materiaal en voldoende water om het te verwerken, waarbij het mengsel 35-95 gew.Ji eiwitachtig materiaal en 0-30 gew.Ji zetmeelachtig materi- 35 aal omvat, b) vezelige voedselbrokken uit het eerste mengsel worden gevormd, c) een tweede mengsel wordt gevormd dat zetmeelachtige en eiwit-achtige stoffen bevat en voldoende water om het te verwerken tot een matrix, waarbij het tweede mengsel 50-75 gev.% zetmeelachtig materiaal 30 en ongeveer 25-50 gew.$ eiwitachtig materiaal bevat, d) het eerste mengsel en het tweede mengsel of matrix worden gecombineerd ter vorming van een massa, e) de massa wordt mechanisch bewerkt bij verhoogde temperatuur en druk gedurende een tijd die voldoende lang is om de massa om te zetten in 35 een stroombare substantie, f) de stroombare substantie wordt geëxtrudeerd door een kleine opening in een atmosfeer van een lagere druk, waardoor een expansie wordt veroorzaakt van het materiaal, zodat een geëxpandeerd droog voedingspro- 8100114 i ? -3- 21560/Vk/jg dukt voor dieren wordt gevormd met een poreuze structuur en vorm, dat vezelachtige voedselbrokken bevat met een taaie, kneedbare vezelachtige textuur.

Door de werkwijze volgens de uitvinding wordt een droog voedsel-5 produkt voor dieren verkregen met minder dan 15? vocht en met een poreuze textuur en uiterlijk, met vezelachtige stukken die voedsel simuleren en met een taaie, kneedbare textuur hierin verwerkt. De vezelachtige voedsel simulerende stukken die zijn verdeeld in het basismengsel zijn afgeleid van in eerste instantie eiwit houdende en enkele zetmeel houdende 10 uitgangsstoffen en hebben verschillende kleuren.

De werkwijze omvat het mengen van een eerste mengsel ter vorming van de gesimuleerde voedselbrokken die ongeveer 35 tot 95 gew.? eiwit houdend materiaal bevat en ongeveer 0 tot 30 gew.? zetmeel houdend materiaal, waarbij het mengsel wordt gedroogd en geëxtrudeerd ter vorming 15 van vezelachtige voedselbrokken. De gesimuleerde vezelachtige voedselbrokken met gedenatureerd eiwitachtig materiaal worden gemengd met een tweede mengsel van zetmeel houdend en niet-gedenatureerd eiwit houdend materiaal, waarbij de vezelachtige voedselbrokken ongeveer 18 tot 22 gew.? van het mengsel uitmaken. Het mengsel wordt vervolgens gekookt en ge-20 extrudeerd ter verkrijging van een geëxpandeerd droog voedselprodukt voor dieren met een poreuze textuur -en uitèrlijk en dat voedselbrokken bevat met een taaie, kneedbare vezelachtige textuur. De respectievelijke hoeveelheden van de vezelachtige voedselbrokken en de basis- matrix geven een voedselprodukt dat zeer goed voldoet aan de wensen die de consument 25 stelt aan het uiterlijk hiervan met een tamelijk gelijkmatig verdeeld mengsel van contrasterend gekleurde vezelachtig voedsel simulerende componenten, die de vorm en grootte van de deeltjes behouden tijdens het procédé en na opslaan.

Een andere doelstelling volgens de uitvinding is het verkrijgen 30 van een voedselprodukt voor dieren, waarbij elk afzonderlijk stük hiervan lijkt op een voedselmengsel of stamppot met groente en vleesstukken.

Een andere doelstelling volgens de uitvinding is het:/verkrijgen van een werkwijze voor het bereiden van droog voedselprodukt voor dieren, waarbij gedenatureerd eiwitachtig materiaal in de vorm van vezelachtige 35 voedingsstukken wordt gekookt en geëxtrudeerd met niet-gedenatureerd eiwit houdend materiaal en zetmeel houdend materiaal ter vorming van een geëxpandeerd droog voedsel voor dieren.

Een andere doelstelling volgens de uitvinding is het verkrijgen 8100114 f * -4- 21560/Vk/jg > van een werkwijze voor het bereiden van droog dierenvoedsel, waarbij gedenatureerd eiwitachtig materiaal verder wordt gekookt en geëxtrudeerd in een basis-matrix, waarbij de vorm en de grootte van· de deeltjes behouden blijft ter verkrijging van een voedselprodukt voor dieren met een 5 goede smaak en dat kan worden bewaard.

Deze doelstellingen worden bewerkstelligd met het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij twee aspecten van belang zijn, ten eerste de vorming van een droog voedselmateriaal voor dieren, bestaande uit een geëxpandeerd poreus mengsel dat vezelachtige voedingsstukken 10 bevat die vlees, graankorrels en groente simuleren, die hierin zijn verwerkt (Interspersedly) en ten tweede een nieuwe bewerking voor het mengen en extruderen, waarbij koken plaatsheeft van het plantaardige materiaal in de vorm van vezelachtige voedingsstukken, waarbij het materiaal wordt gedenatureerd en dat materiaal wordt gemengd met niet-gedenatureerd plant-15 aardig eiwit houdend materiaal in de basale matrix van het droge voedings-materiaal voor dieren.

De aanduiding "droog voedsel voor dieren" of "droog voedselmateriaal voor dieren" betekent dat het een vochtgehalte heeft dat lager is dan 15' gew. %, met name ongeveer 1055. De verder aangegeven percentages heb-20 ben betrekking op*het gewicht, tenzij het tegengestelde is aangegeven en zijn gebaseerd op het gewicht van het eindprodukt. Gewoonlijk bevat een droog voedselprodukt voor dieren ongezuiverd eiwit, ongezuiverd vet en ongezuiverde vezels, as en andere stoffen en additieven. Met name te noemen eiwitcomponenten omvatten vlees- en beendermeel en plantaardige eiwit-25 bronnen zoals sojabonenmeel. Andere componenten zijn ook geschikt om te .worden toegepast bij dit voedselprodukt voor dieren.

De vezelachtige voedseIstukken die worden bereid als vervangingsmiddel voor vlees, groente en graankorrels zijn voorzien van contrasterende kleuren. Zonder dat de uitvinding hiertoe is beperkt, verdient het 30 de voorkeur dat de rode vezelachtige voedingsstukken een sterkte overeenkomst vertonen met vlees, de groene componenten overeenkomst vertonen met groente, zoals erwten of groene bonen en rijst wordt toegevoerd als zijnde de witte component. Eventueel kan gekookt graan worden gesimuleerd door de gele component, De vezelachtige voedsel simulerende stukken, 35 zoals beschreven, worden bij voorkeur bereid uit plantaardig eiwit houdend materiaal zoals sojabonen, katoenzaad, aardnoten en dergelijke, hoewel co-geëxtrudeerde stukken van primaire eiwitten zoals vlees, met name vleesmeel en meel van vlees en beenderen, terwijl ook plantaardig eiwitmateriaal 8100114 f * -5- 21560/Vk/jg kan worden toegepast.

De vlees simulerende brokken of vezelachtige stukken volgens de uitvinding omvatten de eiwit houdende stoffen die een bepaalde textuur hebben en die algemeen bekend zijn voor een vlees simulerende eigenschap.

5 Geëxtrudeerde of geëxpandeerde getextureerde eiwit ihoudende materialen die voor het grootste deel zijn afgeleid van plantaardige eiwit houdende bronnen zoals sojabonen, katoenzaad, aardnoten en dergelijke, en werkwijzen voor de bereiding hiervan zijn beschreven in de Amerikaanse oc-trooischriften 3-9*10.495 en 3.496,858. De werkwijze volgens de uitvinding ί0 is niet beperkt tot het bereiden van vlees simulerende brokken of vezelachtige voedingsbrokken, omdat ook andere dan vleesbrokken of vezelachtige voedselstukken kunnen worden bereid die kunnen worden gehydrafceerd zonder desintegratie ter verkrijging van een gomachtige structuur en zodanige eigenschappen dat deze in de mond aanvoelen als zuiver vlees. De werkwijze 15 volgens de uitvinding voor het verkrijgen van getextureerd plantaardig eiwitmateriaal kan naast extrusie, doch is hiertoe niet beperkt, ook bekende bewerkingstechnieken omvatten zoals spinnen, coaguleren, precipita-tie, bestralen en dergelijke. Mengsels van plantaardig eiwit houdend materiaal en vleesbronnen zoals vleesmeel en meel van vlees en beenderen 20 kunnen worden gecombineerd en bereid zoals aangegeven in het Canadese oc-trooisehrift 1.023.604. Een voorbeeld van een samenstelling voor een vlees simulerende brok of vezelachtig, voedingsstuk, die kan worden toegepast volgens de uitvinding is aangegeven in tabel A.

TABEL A

25 sojabonenmeel (49%) 94,73 meel van vlees en beenderen 5,0 zwavel 0,2 gele kleurstof 0,015 rode kleurstof 0,035 30 bruine kleurstof 0,02 100,00%

Andere vlees houdende uitgangsbronnen kunnen in deze samenstelling zijn verwerkt zoals rundvlees, vleesmeel, kippenmeel, vismeel, vlees of vleesafval. Kleurstoffen worden toegevoegd aan de samenstelling, zodat 35 de voedselbrokken veel overeenkomst vertonen met de kleur van vlees. De stoffen in de samenstelling kunnen wordén gemengd en onderworpen aan een mechanische bewerking onder omstandigheden van verhoogde temperatuur en druk gedurende een tijd die voldoende is om het mengsel om te zetten tot 8100114 ’' * # * -6- 21560/Vk/jg een stroombare substantie en vervolgens geëxtrudeerd via een kleine opening in een omgeving met een druk die aanzienlijk lager is, waardoor een verdamping van vocht wordt bewerkstelligd en de vorming van een vezelachtige structuur. De vezelachtige voedingsstukken kunnen vervolgens worden 5 verkregen door snijden of door andere bewerkingen. Het mengsel kan worden gekookt bij een temperatuur boven 100 °C, bij voorkeur ongeveer 132 tot 154 °C , bij een druk van 21 tot ongeveer 56 kg/cin .Een voorbeeld van een werkwijze voor het bereiden van vezèlachtige voedingsbrokken is aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3.940.495. De vleesvervangende brok-10 ken zijn vezelachtige voedingsbrokken die worden gedroogd tot een vochtgehalte van 6-12 gev.% en daarna kunnen ze worden verwerkt in de basis-matrix bij een gehalte van ongeveer 17 gew.56.

Ten einde een groen gekleurde vezelachtige voedingsbrok te bereiden, die lijkt op groente, kunnen meel van erwten of meel van andere groen 15 gekleurde plantaardige eiwit houdende materialen worden gebruikt als basis-ingrediënt. Hierbij is gebleken, zonder dat de uitvinding hiertoe is beperkt, dat meel van sojabonen of ander plantaardig eiwit houdend materiaal zoals meel van katóenzaad of meel van aardnoten, in combinatie met hiertoe geschikte kleurstoffen kan worden gebruikt om een groen ge-20 kleurd produkt te verkrijgen, bestaande uit een taai vezelachtig materiaal, nadat dit is geëxtrudeerd onder koken. De samenstelling zoals vermeld in de tabellen B-1 en B-2 kan worden gebruikt als materiaal voor het bereiden van een brok voedsel die lijkt op een groen plantaardig materiaal, zonder dat deze samenstelling als beperkend moet worden opgevat.

25 TABEL B-1 sojabonenmeel (4956) 99,69 zwavel 0,2 gele kleurstof 0,06 blauwe kleurstof 0,04 30 rode kleurstof 0,01 100,0056 TABEL B-2 gemalen erwten 10,0000 sojabonenmeel (4956) 89,7170 35 zwavel · 0,20 groene kleurstof 0,0830 100,00 % 8100114 -7- 21560/Vk/jg

Beide samenstellingen kunnen worden gemengd met voldoende water om het verder te bewerken, aan een mechanische bewerking te onderwerpen en té koken onder extrusie bij verhoogde temperatuur en druk, welke tem- 2 peratuur gelegen is tussen 100 en 154 C en bij een druk tussen 21 kg/em 5 en ongeveer 56 kg/cm . Na extrusie worden de vezelachtige groene voedings-brokken gedroogd tot een vochtgehalte van ongeveer 6-12 gew.% en kunnen worden gemengd met de basis-matrix in een hoeveelheid van ongeveer 3 gew.%. De bewerkte vezelachtige voedingsbron bestaat uit ongeveer 35 tot 95 gew.% eiwit houdend materiaal,ongeveer 0-30 gew.% zetmeel houdend materiaal en 10 ongeveer 0,01 tot 1 gew.£ kleurstof. Zetmeel houdende stoffen zijn niet vereist bij de vezelachtige voedingsbrokken, maar indien ze gewenst zijn kunnen ze één of meer van de meest voorkomende graansoorten bevatten zoals koren, tarwe, haver, of rogge en dergelijke en de gemalen delen zoals meel van graankorrels, meel, tarwekieraen of tarwegruis.

15 Andere voedselbrokken vereisen geen bewerkbaar procédé voordat ze worden gemengd met de basis-matrix ter verkrijging van het droge v’oedsel-produkt voor dieren. Zo kunnen bijvoorbeeld rijstdeeltjes direct worden verwerkt in de basis-matrix, zonder dat deze worden gekookt. De rijst geeft een wit gekleurde brok die wordt gemengd binnen de basis-matrix in 20 een hoeveelheid van ongeveer 5 gew.%. Desgewenst, en vóór het invoeren van een geel stuk voedsel, kan men geel gekleurd graan toevoegen aan de matrix. Het gele graan wordt gemalen op een rol voor het vormen van vlokken en gezeefd tot een deeltjesgrootte zodat dit kan worden gezeefd met een zeef van 4,75 mm (ÜS Standard-# 4) en groter dan 2,8 mm (US 25 Standard # 7 ).Nadat het graan is gezeefd wordt het gedurende 1 uur gekookt in een stoomketel en vervolgens afgevoerd en gedroogd. De graan-deeltjes kunnen dan direct worden gemengd met de basis-matrix. De rijst en de graandeeltjes zijn goed bestendig tegen de omstandigheden die heersen bij de mechanische bewerking en bestendig tegen de verhoogde tempera-30 tuur en druk die worden toegepast in de extruder ter verkrijging van het droge voedsel voor dieren. Ongeveer 10 gew.% van de graandeeltjes kan direct worden gemengd met de basis-matrix. De bulkdichtheid (bushel-gewicht) van de vezelachtige voedingsstukken is ongeveer 0,2-0,45 kg/1 (16-35 lbs/bu), bij voorkeur 0,23-0,26 kg/1, voordat deze worden gemengd 35 met de basis-samenstelling.

Volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding worden de vezel-achtige voedingsbrokken bedekt met een laag van ongeveer 1 gew.% vet om de vezelachtige stukken taaier en meer kneedbaar te maken voordat ze 8100114 -8- 21560/Vk/jg worden gemengd met de basis-matrix en onderworpen aan een verdere kook-bewerking. Deze bewerkingstrap draagt ook bij tot de afzonderlijkheid van de deeltjes en de stabiliteit van de vezelachtige voedingsbrokken. Deze stap kan echter ook achterwege blijven, waarbij dan toch een voldoende 5 goed produkt kan worden verkregen.

De basis-matrix bestaat uit een zetmeel houdend, eiwit houdend mengsel dat primaire zetmeelachtige stoffen kan bevatten, afkomstig van gewo'ne graansoorten zoals koren, tarwe, haver of gerst en de gemalen delen hiervan zoals meel van koren, meel, tarwekiemen of korrels of gruis.

10 Gewoonlijk zijn de zetmeel houdende stoffen toegepast in een hoeveelheid van ongeveer 50 tot ongeveer 75 % van de totale massa. .

Het zetmeelachtige-eiwitachtige mengsel zal ook eiwit houdende stoffen bevatten zoals meel van oliezaden, eiwit houdende bijprodukten van meel, vlees en microbiële eiwitten. De bijprodukten van de meelsoorten 15 omvatten vleesmeel, meel van gevogelte en vismeel. De meelsoorten van oliezaad kunnen meel zijn van sojabonen en katoenzaad en de microbiële eiwitten kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn van torulagist, petro-eiwit en brouwersgist. Deze stoffen zijn bij voorkeur aanwezig in de basis-matrix in een hoeveelheid van ongeveer 25-50 gew./S. Bij een voorkeursuit-20 voering is de verhouding van de zetmeel houdende stoffen tot de eiwit-houdende stoffen in de basis-matrix gelegen tussen 3 : 1 en 1 : 1. De verhouding van ongeveer 2 : 1 wordt meestal toegepast. De zetmeel houdende stoffen en de eiwit houdende stoffen van de basis-matrix maken samen ongeveer 55—80% uit van het totale mengsel van de basis-matrix.

25 De eiwit houdende stoffen zullen gewoonlijk worden gekozen ter verkrijging van het noodzakelijke gehalte en een evenwicht van het eiwit. Bij voorkeur zullen diverse eiwit houdende stoffen worden toegepast. Deze stoffen kunnen worden gekozen om elkaar.aan fee vullen en de zetmeel houdende stoffen, waarbij het eindmengsel van de basis-matrix en 30 de vezelachtige voedingsbrokken met elkaar in evenwicht zijn,ten aanzien van het gewenste gehalte aan aminozuren. Wanneer bijvoorbeeld het eiwitgehalte in graan laag is met betrekking tot tryptofaan en de noodzakelijke aminozuren, terwijl vismeel een hoog gehalte heeft aan deze componenten, kan deze combinatie goed worden toegepast. Op dezelfde wijze kan men een 35 combinatie toepassen van tarwe, dat een laag lysinegehalte heeft, terwijl vleesmeel deze stof juist veel bevat.' Zodoende verdiént het de voorkeur om mengsels van complementaire stoffen toe te passen om de gewenste balans op te stellen. Eventueel toegepaste ingrediënten in het produkt, met name 8100114 ψ -9- 21560/Vk/jg aanwezig in hoeveelheden van 1 tot 8?,. zijn smaakstoffen, gehydrolyseerd eiwit of zout, kleurstoffen en mineralen en vitaminen. Een voorbeeld van een basis-matrix kan worden bereid uit de stoffen zoals vermeld in tabel C.

5 TABEL C

stoffen percentage geel graan 2-45 tarwe 5-30 haver 0-5 10 graanglutenvoer 5-8 graanglutenmeel 7-10 kippenmeel 0-15 levermeel 0-15 vlees en beendermeel 5-25 15 vlees, vis of vlees-bijprodukten 0-15 tarwekiemraeel 0-3 gedroogde afgeroomde melk 0-3 smaakstoffen en kleurstoffen 0 - 1 vitamine en minerale toevoegstoffen 2,0 20 dierlijk vet 4-8 (toegevoegd na de extrusie) - 100

Dit mengsel met voldoende water om het te verwerken wordt mechanisch bewerkt onder omstandigheden van verhoogde druk en temperatuur,met 25 name een temperatuur van 100-204 °C en een druk van 1-21 kg/cm^, gedurende een voldoende lange tijd om de massa tot een stroombare substantie te verwerken. Vervolgens wordt de substantie geëxtrudeerd door een kleine opening in een atmosfeer van een lagere druk, waardoor het materiaal wordt geëxpandeerd, zodat een droog, geëxpandeerd voedselprodukt voor 30 dieren wordt verkregen met een poreuze textuur en uiterlijk. Wanneer het wordt gedroogd tot een vochtgehalte van 10? heeft het met name een soortelijk gewicht van ongeveer 0,33 tot 0,37 kg/1. Wanneer dit tweede mengsel afzonderlijk wordt gekookt of gecombineerd met het eerste mengsel van vezelachtige voedselbrokken, zijn de omstandigheden voor het koken gelijk.

35 De vezelachtige voedingsbrokken worden geëxtrudeerd en gedroogd.

De geëxtrudeerde vezelachtige voedingsbrokken bevatten gedenatureerd eiwit. Verder kunnen vezelachtige voedingsbrokken zoals rijst en graan worden toegevoegd. Het mengsel wordt vervolgens gemengd met de stoffen voor 8100 11 4 -10- 21560/Vk/jg de basis-matrix die het niet-gedenatureerde eiwit bevat· Het mengsel wordt vervolgens geëxtrudeerd ter verkrijging van een poreus geëxpandeerd produkt met vezelachtige voedingsbrokken, hierin aanwezig, waarin de deeltjes hierin goed zijn verdeeld. Elk afzonderlijk deel van het produkt is 5 voorzien van hierin verdeelde vezelachtige voedingsbrokken.

Het vlees simulerende voedselprodukt dat aangegeven is in tabel A wordt bereid en geëxtrudeerd door het hieraan toevoegen van ongeveer 8 tot 25% vocht. Vervolgens wordt het aangebracht in de extrudertoevoer, terwijl de extruderschroef wordt geroteerd bij een snelheid van ongeveer 150 10 omwentelingen per minuut. Tijdens deze bewerking wofdt stoom door de voorste mantel en meestal wordt koelwater doorgevoerd door de achterste mantel. Het mengsel wordt door de extruder gevoerd met behulp van de schroef, terwijl de temperatuur wordt verhoogd tot boven 100 °C, bij voorkeur tot 132-154 °C met behulp van de stoomwarmte, door de mechanische 15 wrijving en door mogelijke chemische veranderingen die plaatshebben. De toevoeging van stoom en/of water aan beide mantels moet niet als een beperking worden opgevat voor de onderhavige werkwijze. Elke op zich bekende methode voor het regelen van de temperatuur, zoals het gebruik van afzonderlijk water of stoom in één of in beide mantels van de extruder-kook-20 inrichting kan worden toegepast. Omdat de schroef de neiging heeft om het materiaal sneller door te voeren dan mogelijk is door de beperkte afvoer, wordt een druk opgebouwd in de extruder, die gewoonlijk gelegen is tussen 2 21 en 56 kg/cm , terwijl het produkt mechanisch sterk wordt bewerkt in de extruder. Het materiaal wordt omgezet tot een stroombare substantie, die 25 vanuit de hoofdextrusieruimte, na een verblijftijd van ongeveer 30-40 seconden wordt geperst in de suplementaire ruimte. Het materiaal wordt onder hoge druk en temperatuur gehouden,zolang het wordt voortgestuwd door het drukverschil in de extruder tot de afvoeropening. Wanneer het uit de afvoeropening wordt geperst onder de hoge inwendige druk, tot de veel 30 lagere atmosferische druk, wordt het oververhitte vocht gedeeltelijk plotseling verdampt, waardoor een expansie van het produkt wordt bewerkstelligd en een gedeeltelijke afkoeling. Wanneer het produkt op de juiste wijze wordt bewerkt, wordt het verkregen in een nieuwe, langgerekte, geëxpandeerde, vezelachtige streng, die kan worden verdeeld tot afzonderlijke 35 brokken door deze streng op de gewenste lengte af te snijden. Het geëxpandeerde 'produkt is poreus, vezelachtig en lijkt sterk op de echte weefselvezels van vlees. Het produkt is zeer voedzaam, steriel, heeft een goede smaak en is gezond. Bij voorkeur kunnen de stukken worden voorzien 8100114 -11- 21560/Vk/jg van een laag door deze erop te sproeien, zodat het produkt ongeveer 1? vet bevat.

Tijdens de extrusie wordt de temperatuur en de druk tijdens het koken geregeld, ter verkrijging van een produkt dat de gewenste bulkdicht-5 heid heeft wanneer het wordt gedroogd. Binnen de grenzen van de temperatuur en druk tijdens de extrusie, worden de omstandigheden voor de extrusie geregeld, ter verkrijging van een eindprodukt dat een bulkdichtheid heeft van ongeveer 0,33-0,37 kg/1, wanneer dit is gedroogd tot een vochtgehalte van ongeveer 10?.

10 Dezelfde werkwijze kan worden toegepast door uit te gaan van de stoffen zoals vermeld in tabel B-1 of B-2 ter verkrijging van vezelachtige voedsel-simulerende brokken met een groene kleur.

Gebroken stukken van brouwersrijst van 4,75 mm kunnen vervolgens aan het mengsel worden toegevoegd, evenals desgewenst geel graan, dat ge-15 kraakt en gezeefd is tot een deeltjesgrootte van 4,75 mm tot 2,8 mm en dat is gekookt gedurende 1 uur, afgegoten en gedroogd. De vlees simulerende vezelachtige voedselbrokken, de vezelachtige groente simulërende voed-selbrokken, de rijst en eventueel de gekookte graanbrokken, kunnen vervol-' gens worden gemengd met de stoffen van de samenstelling voor de basis-20 matrix, die vermeld zijn in tabel C.

Het eerste mengsel van vezelachtige rood vlees simulerende voedselbrokken, groente, rijst en desgewenst geel graan, wordt gemengd met het tweede mengsel van de basis-matrix. Bij voorkeur moeten de vezelachtige voedingsbrokken worden gemengd met de basis-matrix in een hoeveel-25 heid, gebaseerd op het gewicht van het eindprodukt zodat dit ongeveer 17? rode vleesbrokken, ongeveer 5? rijst, ongeveer 3? groene groente-brokken en ongeveer 10? graan bevat. Deze hoeveelheden moeten niet als beperkend worden opgevat; De rode vezelachtige voedselbrokken kunnen worden toegevoegd in hoeveelheden variërend van 3 tot 17 gew.?, de groene 30 brokken in een hoeveelheid variërend van 2 tot 10 gew.? en de rijstbrok-ken van 1 tot 10 gew.?. De vezelachtige voedingsbrokken die gedenatureerd plantaardig eiwitraateriaal bevatten, worden bij voorkeur gekookt met ongeveer 1? vet, voordat ze gemengd worden met de basis-matrix om een betere verdeling van de deeltjes en handhaving van de deeltjes te verkrijgen 35 tijdens de extrusie van de basis-matrix.

Het mengsel wordt vervolgens onder extrusie gekookt onder omstandigheden van verhoogde temperatuur en druk bij ongeveer 100-204 °C en 2 een druk van ongeveer 1-21 kg/cm . De werkwijze volgens de uitvinding kan 8100 114' -* *· -12- 21560/Vk/jg worden uitgevoerd met behulp van conventionele extrusie-apparatuur, zoals vermeld in het Amerikaanse octrooischrift 3.496.858. De roterende schroef van de extruder bewerkstelligt een hoge druk op het materiaal dat wordt gemengd in de extruder. Er wordt aangenomen dat het deeltjesvormige mate-5 riaal verandert tot het uiteindelijk stroomt op een in het algemeen gelijkmatige wijze waarbij het gelijkmatig wordt uitgeperst wanneer het zich bevindt aan het buitenoppervlak van de schroef in een ronddraaiende kolom zodat een sterke mechanische bewerking wordt uitgeoefend op de schroef.

2

De druk in de extruder wordt verhoogd tot ongeveer 7 kg/cm en deze druk 10 zal met name gelegen zijn tussen 7 en 14 kg/cm . De verhoogde druk en temperatuur worden bewerkstelligd door de frictie tussen de produkten en componenten die door de extruder Stromen. Tijdens de extrusiebewerking wordt koelwater door de achterste mantel en de voorste mantel gevoerd om de temperatuur te regelen. Het mengsel wordt omgezet tot een stroom-15 bare substantie die uitgeperst wordt uit de opening van de extruder en daar wordt geëxpandeerd. Het geëxpandeerde langwerpige produkt kan worden afgesneden en onder besproeien bedekt met ongeveer 4 tot 8, bij voorkeur 6 gew.$ dierlijk vet. Het vochtgehalte van de stoffen en de temperaturen en drukken van de extrusie moeten worden gekozen op een zodanige wijze 20 dat een geëxtrudeerd produkt wordt verkregen dat de gewenste eigenschap-•pen zal hebben. De bulkdichtheid van het eindprodukt moet gelegen zijn tussen· ongeveer 0,33 en 0,37 kg/1, nadat het produkt is gedroogd tot een vochtgehalte van 10-12 gew.yi.

Volgens eert andere uitvoeringsvorm kan de basis-matrix afzonderlijk 25 worden gekookt in een extruder onder dezelfde omstandigheden als hierboven vermeld of volgens een andere bekende werkwijze. De vezelachtige voedselstukken die kunnen worden bereid volgens een op zich bekende werkwijze kunnen vervolgens worden gemengd met het geëxtrudeerde, gekookte basis-matrix materiaal en het mengsel vervolgens geleid door een pelle-30 teermolen, zodat een extrusie wordt bewerkstelligd na een hiertoe geschikte preconditionering. De pelletering omvat geen mechanische bewerking van het materiaal onder omstandigheden van verhoogde temperatuur en druk ter verkrijging van een stroombare substantie die moet worden geëxtrudeerd.

Het preconditioneren omvat het brengen van het vochtgehalte van het meng-35 sel op 25?6 met behulp van stoom en waterinjectie. De bulkdichtheid van het gepelleteerde produkt is gelegen bij ongeveer 0,52-0,60 kg/1.

(44-50 lbs/bu) wanneer het is gedroogd tot een vochtgehalte van 6%. Zodoende wordt een produkt verkregen dat beschouwd wordt als een voortreffe- 81 0 0 11 4 -13- 21560/Vk/jg lijk voedsel voor dieren, dat een goede smaak heeft en een goed esthetisch uiterlijk voor de gebruikers hiervan.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de 'volgende, niet-beperkende voorbeelden.

5 Voorbeeld I

Sojabonenmeel werd in een hoeveelheid van 86 kg, nadat de olie hieruit was geëxtraheerd met behulp van hexaan, gebruikt als uitgangsmateriaal. Het had een eiwitgehalte van 49 gew.?, berekend op het sojabonenmeel en een vetgehalte van 0,5 gew.?. Dit sojabonenmeel werd gemengd 10 met 4,5 kg meel van vlees en beenderen, ongeveer 182 g zwavel, waaraan verder-een extrusiehulpstof werd toegevoegd aan het mengsel, evenals 9 g gele kleurstof, 18 g rode kleurstof en 32 g bruine kleurstof. Het mengsel werd vervolgens toegevoerd aan een preconditioneerinrichting, waar het werd gemengd met 9 kg water en stoom en vervolgens toegevoerd aan een 15 conventionele extrusie-apparatuur met stoom en watermantels. Koelwater werd bij kamertemperatuur constant door beide mantels gevoerd. De schroef in de extruder wérd geroteerd met een snelheid van 150 omwentelingen per minuut. Het mengsel werd zodoende mechanisch bewerkt binnen de extruder bij een temperatuur van ongeveer 149 °C, waarbij de druk enigszins vari- 2 20 eerde maar in het algemeen lag boven 21 kg/cm . Het materiaal wordt continu door de extruder gevoerd, waarbij het door een langwerpige buis werd geleid en afgevoerd via een opening van de extruder met een grootte van 9,5 x 3.2. mm. De reactietijd van het materiaal binnen de extruder was ongeveer 30 seconden. Het mengsel werd uit de spuitopening gevoerd als 25 een continue stroom en afgesneden. De coherente vezelachtige structuur van het materiaal werd geëxpandeerd, nadat het door de spuitopening was gevoerd, zodat een poreuze structuur werd verkregen. Het produkt had een vezelachtige textuur als van vlees, wanneer het uit de extruder was gevoerd en had een goede kwaliteit. Het produkt had na drogen tot een vocht-30 gehalte van 8? een bulkdichtheid van 0,23 kg/1.

Voorbeeld II

Een ander experiment, vergelijkbaar met dat beschreven in voorbeeld I werd uitgevoerd, maar hierbij werd een groene kleurstof toegevoerd aan de vezelachtige voedselbrokken door het toevoegen van erwtenmeel en een 35 groene kleurstof. Ongeveer 81 kg van een met oplosmiddel geëxtraheerd sojabonenmeel met een eiwitgehalte van 49?, werd gemengd met 9 kg van erwtenmeel, 182 g zwavel en 38 g groene kleurstof. Het mengsel werd vervolgens in een preconditioneerinrichting gebracht, samen met ongeveer 8100 11 4 -14- 21560/Vk/jg 9 kg water» Het werd geëxtrudeerd in een conventionele extruder-kookin-richting, bij omstandigheden zoals aangegeven in voorbeeld I. De verkregen groen gekleurde vezelachtige voedselbrokken hadden na droging tot een vochtgehalte van % een bulkdichtheid van 0,23 kg/1.

5 Voorbeeld III

Een natuurlijk, uitgebalanceerd zetmeel houdend en eiwit houdend materiaal werd in een hoeveelheid van 45 kg gebruikt als basis-matrix met de volgende samenstelling (uitgedrukt in gewichtsdelen): gemalen graan 31 10 tarwe 20 haver 5 graan-glutenvoedsel 8 graan-glutenmeel 10 sojabonenmee1 5 15 vlees en beendermeel 18 vitaminen & minerale toevoegstoffen 3

Deze samenstelling werd gemengd met de produkten bereid in de voorbeelden I en II en met brouwersrijst van 4,75 mm in een zodanige hoe-' veelheid, dat de basis-matrix samenstelling ongeveer 17 gew.$ rode vezel-20 achtige voedselbrokken, ongeveer 3 gew.$ groene vezelachtige voedselbrokken en ongeveer 5 gew.% stukjes rijst bevatte. Er werd voldoende water toegevoegd om het vochtgehalte van het mengsel te brengen op 25 gew Een conventionele extrusie-inrichting werd gebruikt waarbij water werd toegevoerd aan de voor- en achtermantels om een temperatuur van het af-25 gevoerde water te handhaven op 71-93 °C. Het koelwater bij kamertemperatuur werd continu door beide mahtels gevoerd. De opening in de plaat bij de afvoer was 9,5 mm diameter en de schroef werd geroteerd met een snelheid van 150 omwentelingen per minuut. Het mengsel werd zodoende mechanisch bewerkt in de extruder bij een temperatuur van ongeveer 121 °C, 30 waarbij de druk varieerde, maar in het algemeen ongeveer 14 kg/cm was.

Het materiaal werd continu door de extruder gevoerd, waarbij het werd geleid door een langgerekte buis en afgevoerd via de vierkante extruderopening met een grootte van 9,5 x 12,7 mm. De verblijftijd van het materiaal in de extruder was ongeveer 30 seconden. Het mengsel werd via de uit-35 stroomopening als een continue stroom uitgespoten en in stukken gesneden en bedekt met 6% dierlijk vet. Na drogen tot een vochtgehalte van ongeveer 10 gew.% had het eindprodukt een bulkdichtheid van 0,33 kg/1.

Het eindprodukt had een poreuze textuur en hierin waren gelijkmatig ver- 8100 11 4 -15- 21560/Vk/jg «» deelde voedselbrokjes aanwezig met een taaie, kneedbare vezelachtige textuur.

Voorbeeld IV

Dit voorbeeld geeft een nadere beschrijving van het pelleteren van 5 een voorgekookte basis-matrix en vezelachtige voedselbrokken. Hiertoe werd een met betrekking tot de voedingswaarde uitgebalanceerde zetmeel houdende- eiwit houdende samenstelling gebruikt, overeenkomend met: graan 13% rijst 24¾ 10 tarwe 35¾ graan-glutenmee1 14¾ vlees- en beendermeel 5¾ smaakstoffen en vitaminen & minerale toevoegstoffen 9¾ 100¾ 15 Het meel werd gemalen en door een extruder-kookinrichting gevoerd bij éen verhoogde temperatuur van ongeveer 135 °C en een druk van onge-2 veer 17,5 kg/cm . Water werd toegevoerd aan de mantels van de extruder voor'het regelen van de temperatuur. Het produkt werd door een opening geëxtrudeerd met een grootte van ongeveer 9,5 x 12,7 mm tot vlokken en 20 werd gedroogd tot een vochtgehalte van 10^ waarbij het een bulkdicht- heid had van 0,36 kg/1. De basis-matrix werd vervolgens gemalen via een 4/64 'Hammermill (merkaanduiding) zeef en gemengd met de vezelachtige voedselbrokken, vermeld in de voorbeelden I en II en met brouwersrijst van 4,75 mm in zodanige hoeveelheden dat berekend op de basis-matrix het '25 mengsel 17 gew.% rode vezel houdende voedselbrokken, 3¾ groene vezel- houdende voedselbrokken en 5¾ rijst bevatte. Dit mengsel werd vervolgens gepreconditioneerd in een California pelleteermolen, voorzien van stoom en waterinjectie, zodat het vochtgehalte werd ingesteld op 25 gew. %. Dit geconditioneerde meel werd vervolgens door rollen gevoerd van de pelle- 30 teermolen en gevormd door een opening van 16 mm x 16 mm. Vervolgens werd het gedroogd tot een vochtgehalte van 6¾ en had dan een bulkdieht- 2 heid van 0,63 kg/cm . Het werd vervolgens besproeid, zodat het ongeveer 6¾ dierlijk vet bevatte en smaakstoffen. Het produkt had een vezelachtige textuur en bevatte gelijkmatig hierin verdeeld de veelgekleurde, vezel-35 achtige voedselbrokken.

Voorbeeld V

Het voedselprddukt voor dieren volgens de uitvinding had een verbeterde smaak en werd beter opgenomen door dieren, hetgeen zeer verrassend 8100 11 4 -16- 2156Q/Vk/jg en opmerkelijk was. Honden, waaraan de vrije keus werd gelaten zullen vaak een aantal keren zoveel van het produkt volgens de uitvinding tot zich nemen als normaal door hen wordt geconsumeerd aan droog conventioneel produkt. In de tabellen D en E zijn de resultaten van experimenten weer-5 gegeven met de produkten zoals beschreven in de voorbeelden III en IV ten opzichte van de basis-matrix, vermeld in tabel C, hetgeen een standaard, in de handel verkrijgbare samenstelling voor hondenvoer is. De samenstellingen of rantsoenen werden toegediend op droge basis zoals aangegeven in tabel D of op natte basis, waarvan de gegevens zijn vermeld in 10 tabel E.

TABEL D

samenstelling* totaal gé- aantal hoh- aantal hdn- signifi- ’totaal aantal ' die droog werd consumeerd den met een den zonder cantie aantal dagen toegediend (kg)_voorkeur voorkeur_______ honden _ 1 12,2 9 0 geen 20 4 3 14,6 11 2 19,5 17 0 0,05 20 4 3 12,3 3

TABEL E

samenstelling* totaal ge- aantal hon- aantal hon- signifi- totaal aantal die nat werd consumeerd den met een den zonder cantie aantal dagen toegediend (kg) voorkeur voorkeur____honden _ 1 35,8 20 0 0,01 20 4 3 2,2 0 25 2 37,8 16 0 0,01 20 4 3 12,0 4

Opmerking: * samenstelling 1 = het geëxtrudeerde produkt uit voorbeeld III

samenstelling 2 = het gepelleteerde produkt uit voorbeeld IV 30 samenstelling 3 = de basis-matrix, hetgeen een standaard, in de handel verkrijgbaar droge voedselsamen-stelling voor dieren is.

Uit de tabellen blijkt het resultaat met een statistische signifi-35 cantie P 0,01. Deze statistische significantie geeft aan dat er minder dan kans is dat geen voorkeur wordt uitgesproken voor het aangegeven gedrag, met aridere woorden, dat meer dan 99 keren van de 100 keren een hond de voorkeur zal doen blijken voor de voedselsamenstelling volgens de 8100 11 4 -17- 21560/Vk/jg uitvinding ten opzichte van de vergelijkende samenstelling. De aanduiding N.S. betekent dat er geen statistische significantie is, maar een numerieke respons (volgens de consumptie en het aantal honden die hun voorkeur hebben doen blijken).

5 De geëxtrudeerde samenstelling volgens de uitvinding verdiende sig nificant de voorkeur (P ^ 0,01) voor zowel het natte voedsel als het droge voedsel in vergelijking met het standaard in de handel verkrijgbare voedsel. Het gepelleteerde produkt volgens de uitvinding verdiende significant (P ^ 0,01) de voorkeur, wanneer het nat was en significant (P<0,05) de voorkeur als het droog was ten opzichte van een standaard in de handel verkrijgbare samenstelling. Uit deze resultaten blijken de betere eigenschappen van het produkt volgens de uitvinding ten opzichte van een standaard in de handel verkrijgbare samenstelling voor hondenvoer.

De statistische significantie is berekend volgens de Wilcoxon 15 test. Deze test is algemeen bekend voor het bepalen van de statistische significantie met betrekking tot het gedrag zoals voor een dier dat een bepaalde keuze moet doen om te doen blijken dat een bepaald type voedsel de voorkeur verdient boven een ander type voedsel, wanneer het dier vrij is om te kiezen tussen beide soorten voedsel.

20 De dieren die gebruikt zijn bij dit experiment zijn van middel matige grootte, en zijn volwassen, gezonde honden. De honden werden gekozen uit bepaalde rassen zoals pointers, Engelse setters, labradors, whippets en poedels, omdat na meer dan 50 jaren van onderzoek gebleken is dat deze rassen het meest gevoelig en consistent zijn ten aanzien van 25 bepaalde smaaktesten. De voorkeur met betrekking tot de smaak is zeer betrouwbaar met het voorspellen voor welk voedsel een willekeurige hond zijn voorkeur zal doen blijken. Sommige rassen, zoals bijvoorbeèld speurhonden worden in het algemeen niet erg betrouwbaar voor deze experimenten geacht. 20 Honden van de geselecteerde rassen, zoals boven vermeld, 30 wedden geplaatst in afzonderlijke hokken. Er werden twee schalen geplaatst in elk hondehok gedurende periodes van 4 dagen. Een schaal bevatte het monster dat moest worden onderzocht en de andere schaal bevatte het vergelijkende voedsel. Elke schaal bevatte meer dan de hond mogelijk kon consumeren tijdens de vermelde periode, ten einde te voorkomen dat de 35 hond uit de andere schaal zou eten vanwege het feit dat de eerste schaal leeg was. Hoewel de honden de vrije keus hadden om te bepalen welk voedsel ze wilden gebruiken, werd elke dag de plaats van de twee schalen verwisseld, ten einde rekening te houden met de mogelijkheid dat een bepaalde 8100114 -18- 21560/Vk/jg hond de voorkeur voor een bepaalde eetplaats zou hebben. Voor elke hond afzonderlijk werd geregistreerd hoeveel voedsel hij tot zich nam. De verschillen in de hoeveelheden ten opzichte van het vergelijkende voedsel en de hoeveelheid van het monster dat was geconsumeerd, werd geregistreerd en 5 is hierna aangegeven als het verschil voor elke afzonderlijke hond gedurende de bepaalde periode. Elk verschil werd aangegeven met een teken, afhankelijk van het feit of er meer van het vergelijkende voedsel (+) werd geconsumeerd of meer van het monster (-). Vervolgens werd elk verschil gewaardeerd met een getal tussen 1 en 20, (omdat er 20 honden waren, waren 10 er ook 20 verschillen) in afhankelijkheid van de grootte van het verschil, doch onafhankelijk van het teken. Met andere woorden geldt dat het kleinste verschil werd aangegeven met het cijfer 1 en het daarna grotere verschil met het cijfer 2 enzovoorts, onafhankelijk of het verschil positief of negatief was. Wanneer meer dan één hond een bepaalde grootte had met betrek-15 king tot h.et verschil in voedselopname, dan werden de cijfers die aan dit verschil konden worden toegekend, gemiddeld. Wanneer bijvoorbeeld de drie kleinste verschillen alle van dezelfde grootte waren, dan werd aan elk verschil de gemiddelde waarde toegekend van (1+2+3)/3 ofwel de waarde 2. Daarna werd aan elke hond het bepaalde teken toegekend en zodoende werd voor 20 die hond het bepaalde '’verschil” verkregen. Wanneer de hond bijvoorbeeld met de laagste verschilwaarde voor de consumptie meer tot zich had genomen van het vergelijkende voedsel dan van het monster, dan werd hieraan toegekend het cijfer 1, zodat de waarde +1 zou zijn, hetgeen correspondeert met het plusteken dat zou worden toegekend aan de voedselopname voor de 25 hond met betrekking tot het verschil. Vervolgens werden totaal onafhankelijk de positieve en negatieve tekens aan de waarden toegekend. De totale waarde die groter is wordt gebruikt samen met het aantal honden dat een voorkeur uitspreekt als het principe vopr het bepalen van de statistische significantie voor een Wilcoxon-kaart. Deze statistische analyse is 30 natuurlijk toegepast voor elk onderzocht monster. Er wordt aangenomen dat deze Wilcoxon text waaruit cijfers kunnen worden afgeleid, de meest betrouwbare statistische resultaten geeft, zodat hieruit een bepaalde voorkeur kan blijken.

Het zal mogelijk zijn om binnen het kader van de gegeven beschrij-35 ving bepaalde wijzigingen aan te brengen in de toegepaste werkwijze, apparatuur en samenstelling, die dan binnen het kader van de beschrijving moeten worden begrepen.

8 1 0 0 1 t 4 -CONCLUSIES-

Claims

1. Werkwijze voor het bereiden van droog voedsel voor dieren, dat minder dan 15 gew.% vocht bevat en vezelachtige stukjes voedsel met een 5 taaie, kneedbare textuur, gecombineerd met een basis-matrix die geëxpandeerde eiwitachtige en zetmeelachtige stoffen bevat met een poreuze structuur en uiterlijke vorm, met het kenmerk, dat a) een eerste mengsel wordt gevormd ter verkrijging van een vezelachtig stuk voedsel, bestaande uit een eiwitachtig materiaal en zetmeel- 10 achtig materiaal en voldoende water om het te verwerken, waarbij het mengsel 35-95 gew.J eiwitachtig materiaal en 0-30 gew.? zetmeelachtig materiaal omvat, b) vezelige voedselbrokken uit het eerste mengsel worden gevormd, c) een tweede mengsel wordt gevormd dat zetmeelachtige en eiwit-15 achtige stoffen bevat en voldoende water om het te verwerken tot een matrix, waarbij het tweede mengsel 50-75 gew.ï zetmeelachtig materiaal en ongeveer 25-50 gew.$ eiwitachtig materiaal bevat, d) het eerste mengsel en het tweede mengsel of matrix worden gecombineerd ter vorming van een massa, 20 e) de massa wordt mechanisch bewerkt bij verhoogde temperatuur en druk gedurende een tijd die voldoende lang is om de massa om te zetten in een stroombare substantie, f) de stroombare substantie wordt geëxtrudeerd door een kleine opening in een atmosfeer van een lagere druk, waardoor een expansie wordt 25 veroorzaakt van het materiaal, zodat een geëxpandeerd droog voedingspro-dukt voor dieren wordt gevormd met een poreuze structuur en vorm, dat vezelaohtige voedselbrokken bevat met een taaie, kneedbare vezelachtige textuur.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste 30 mengsel, voordat het gemengd wordt met het tweede mengsel, mechanisch wordt bewerkt onder omstandigheden van verhoogde temperatuur en druk gedurende een voldoende lange tijd om het mengsel om te zetten tot een stroombare substantie, welke stroombare substantie vervolgens wordt geëxtrudeerd door een kleine opening naar een omgeving waar de druk aanzienlijk lager 35 is dan de verhoogde druk, zodat een verdamping van het vocht wordt bewerkstelligd en de vorming van een vezelachtige structuur.

3- Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste mengsel wordt onderworpen aan een verhoogde temperatuur tussen 100 en 8100 11 4 m ¢- -20- 21560/Vk/jg o 2 154 °C en de druk gehouden wordt op 21-56 kg/cm .

4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste mengsel een bulkdichtheid (bushel gewicht) heeft van 0,2-0,45 kg/1 (16-35 pound).

5. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste mengsel wordt voorzien van een laag vet in een hoeveelheid van ongeveer 1 gew. ?.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kleurstoffen worden toegevoerd aan het eerste mengsel in een hoeveelheid van ΊΟ ongeveer 0,01 tot 1 gew.?.

7· Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede mengsel een bulkdichtheid heeft van 0,33-0,37 kg/1.

8. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bulk- 2 dichtheid van het droge voedsel voor dieren 0,33-0,37 kg/om is.

9. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede mengsel wordt onderworpen aan een verhoogde temperatuur van 100-204 °C en 2 een verhoogde druk van 1-21 kg/cm .

10. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eiwit houdende materiaal voor het eerste mengsel gekozen is uit een groep van 20 plantaardig eiwit houdend materiaal en vlees.

11. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zetmeel houdend materiaal voor het eerste mengsel is gekozen uit een groep bestaande uit graan, tarwe-;· gerst en haver.

12. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eiwit 25 houdende materiaal uit het tweede mengsel is gekozen uit meel van oliezaden, bijprodukten voor meel, vlees en microbiële eiwitten.

13. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zetmeel houdende materiaal voor het tweede mengsel is gekozen uit een groep bestaande uit graan, tarwe, gerst en haver.

14. Werkwijze volgens conclusie 1, met'het kenmerk, dat niet ge kookte rijstdeeltjes worden toegevoegd aan het eerste mengsel voordat dit wordt gemengd met het tweede mengsel.

15. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gedroogde graankorrels worden toegevoegd aan het eerste mengsel voordat het 35 wordt gemengd met het’tweede mengsel, welke graankorrels een deeltjesgrootte hebben kleiner dan 4,75 mm en groter dan 2,82 mm.

16. Werkwijze voor het bereiden van een droog voedselprodukt voor dieren met minder dan 15 gew.? vocht, met het kenmerk, dat 8100 114 -21- 21560/Vk/jg a) een eerste mengsel, bestaande uit gedenatureerd eiwit houdend materiaal, wordt gemengd met een tweede mengsel, bestaande uit niet-gede-natureerd eiwit houdend materiaal en zetmeel houdend materiaal zodat een massa wordt verkregen, 5 b) het mechanisch bewerken van de massa bij verhoogde temperatuur en druk gedurende een voldoende lange tijd om de massa om te zetten tot een stroombare substantie, c) het extruderen van de stroombare substantie door een kleine opening naar een atmosfeer van een lagere druk, waardoor het materiaal 10 wordt geëxpandeerd, zodat een geëxpandeerd, droog voedselprodukt voor dieren wordt verkregen met een poreuze structuur en uiterlijk dat vezelachtige voedselstukken bevat met een taaie, kneedbare vezelachtige textuur.

17. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het eer-15 ste mengsel wordt voorzien van een laag vet in een hoeveelheid van 1 gew.%.

18. Werkwijze volgens conclusie 14, metl het kenmerk, dat het eerste mengsel een bulkdichtheid heeft van 0,2-0,45 kg/1.

19. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de massa wordt onderworpen aan verhoogde temperatuur en druk, te weten 100-204 °C 20 en 1-21 kg/cm2.

20. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het tweede mengsel een bulkdichtheid heeft van 0,33-0,37 kg/1.

21. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de verdere bewerkingen worden toegepast zoals beschreven in conclusie 8, 10 en 25 12-15.

22. Voedselprodukt voor dieren met minder dan 15 gew./5 vocht, met het kenmerk, dat het bestaat uit een basis-matrix met een poreuze structuur, met hierin verdeeld afzonderlijke stukjes vezelachtig voedsel met een taaie, kneedbare textuur.

23. Voedsel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat 100 gew.- delen basis-matrix bevatten: a) 25 tot 50 gew.delen eiwit houdend materiaal, b) 50 tot 75 gew.delen zetmeel houdend materiaal.

24. Voedsel volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het eiwit 35 houdende materiaal gekozen is uit een groep beètaande uit meel van oliezaden, meel van bijprodukten, vleessoorten en microbiële eiwitten.

25. Voedsel volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het zetmeel houdende materiaal gekozen is uit een groep bestaande uit graan, 8100114 -22- 21560/Vk/jg tarwe, haver eh gerst.

26. Voedsel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de bulk-dichtheid ·. van de basis-matrix 0 , 33-0,37 kg/1 is.

27. Voedsel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat op 100 gew, 5 delen vezelachtige voedselstukken aanwezig zijn: a) 35-95 gew.delen eiwit houdend materiaal, en b) 0-30 gew.delen zetmeel houdend materiaal.

28. Voedsel volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het eiwit houdend materiaal gekozen is uit een groep bestaande uit plantaardige ei- 10 witbronnen en vleessoorten.

29. Voedsel volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het zetmeel houdend materiaal gekozen is uit een groep bestaande uit graan, tarwe, gerst, haver.

30. Voedsel volgens conclusie 22, met het kenmerkt, dat' de bulk- 15 dichtheid van de yezelachtige voedselstukken 0,2-0,45 kg/1 is.

31. Voedsel volgens conclusie 27, met het kenmerk» dat de vezelachtige voedselstukken zijn voorzien van een laag van 1 gew.% vet.

32. Voedsel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat hierin niet gekookte rijstdeeltjes aanwezig zijn. 20

33, Voedsel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat gedroogde • graandeeltjes aanwezig zijn,

34. Voedsel volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat de gedroogde graandeeltjes een deeltjesgrootte hebben kleiner dan 4,75 mm en groter dan 2,82 mm.

35. Voedsel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het vocht gehalte gelegen is tussen 9 en 12 gew.%.

36. Voedsel volgens conclusie 22, met het kenmerk,dat de vezelachtige voedselstukken aanwezig zijn in een hoeveelheid van 18 tot 22 gew.%.

37. Voedsel volgens conclusie 22, met het kepmenk, dat de bulk- dichtheid 0,33-0,37 kg/1 is.

38. Werkwijze voor het bereiden van een droog voedselprcdukt voor dieren dat minder dan 15 gev.£ vocht bevat en vezel houdende voedselstukken met een taaie, kneedbare textuur, gecombineerd met een basis-matrix 35 die geëxpandeerde eiwit houdende en zetmeel houdende stoffen bevat met een poreuze structuur en uiterlijk, met het kenmerk, dat a) een eerète mengsel wordt gevormd ter verkrijging van een vezelachtig stuk voedsel, bestaande uit een eiwit houdend materiaal, zetmeel 8100114 -¾.. -23- 21560/Vk/jg houdend materiaal, kleurstoffen en voldoende water om het mengsel te verwerken, waarbij het eiwit houdende materiaal aanwezig is in een hoeveelheid van 35-95 gew.£, het zetmeel houdende materiaal in een hoeveelheid van 0 tot 30 gew.% en de kleurstoffen in een hoeveelheid van 0,01 tot 1 5 gew.%, b) het mechanisch bewerken van het mengsel bij verhoogde temperatuur en druk gedurende een voldoende lange tijd om het mengsel om te zetten in een stroombare substantie, o) het extruderen van de stroombare substantie door een kleine 10 opening naar een omgeving van een druk die aanzienlijkhlager is dan de verhoogde druk, waardoor een verdamping van het vocht wordt bewerkstelligd en de vorming van een vezelachtige structuur. d) de vezelachtige voedselstukken worden gevormd uit het eerste mengsel, 15 e) het mengen van het tweede mengsel, bestaande uit zetmeel hou dende en eiwit houdende stoffen en .voldoende water om een matrix te vormen, waarbij de zetmeelachtige stoffen aanwezig zijn in een hoeveelheid van 50 tot 75 gew. ¢, de eiwitachtige stoffen in een hoeveelheid van 25-50 gew.JS,. 20 f) het mechanisch bewerken van de massa bij omstandigheden van verhoogde temperatuur en druk gedurende voldoende tijd om de massa om te zetten tot een stroombare substantie, g) de stroombare substantie te extruderen door een kleine opening naar een atmosfeer van een lagere druk, waardoor een expansie wordt be- 25 werkstelligd van het materiaal, zodat een geëxpandeerd droog voedselpr©-dukt voor dieren wordt verkregen met een poreuze textuur en uiterlijk, dat vezelachtige voedselbrokken bevat met een taaie, kneedbare vezelachtige textuur. h) het combineren van het eerste mengsel en het tweede mengsel of 30 matrix en het preconditioneren van het gecombineerde mengsel tot een vochtgehalte van 25% door het injecteren van stoom en water, i) het extruderen van het gecombineerde mengsel ter vorming van een droog voedselprodukt voor dieren dat vezelachtige voedselbrokken bevat met een taaie, kneedbare vezelachtige textuur.

39. Werkwijze volgens conclusie 38, met het kenmerk, dat verdere bewerkingstrappen worden uitgevoerd, zoals aangegeven in de conclusies 3 en 9-15. Eindhoven, januari 1981. 8100114