NL8006803A - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vlakke platen. - Google Patents

Description

* 4 3251 Λ ΜΟΒΑΝ B.V.

Uitvinders: Johan 6· AALBERS te Doetinchem

Joannes VAN DEN BERG te Stein (L.)

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN VLAKKE PLATEN

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van vlakke platen uit hardhaar materiaal, door dit materiaal met behulp van een doseerinrichting, bestaande uit twee zijwanden, een achter- en een voorwand en eventueel een bodemplaat, met een doseer-5 opening tussen de bodemplaat en de voorwand of tussen de achter- en de voorwand, in de vorm van een continue laag op een drager aan te brengen, deze laag te verdichten en vervolgens te harden.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het U.S. octrooi-schrift· 2.592.518. De werkwijze wordt toegepast voor het vervaardigen 10 van golfplaten en vlakke platen uit asbestcement.

Voor met hars gebonden anorganische vulstoffen is deze werkwijze niet toepasbaar. De dosering hiervan is zodanig veel moeilijker dat er met deze werkwijze geen continue laag uit dit materiaal gevormd kan worden. Daarbij is het verkregen oppervlak van de plaat niet glad.

15 Doel van de uitvinding is om de genoemde nadelen op te heffen en vlakke platen uit hardhaar materiaal te vervaardigen door zeer gelijkmatig continu een laag van dit materiaal op een drager aan te brengen, waarbij een zeer gladde plaat kan worden verkregen.

Het is van groot belang dat door de doseerinrichting zonder 20 ongewenste onderbrekingen een constante hoeveelheid materiaal zeer gelijkmatig op de drager gedoseerd wordt.

<1

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het vervaardigen van platen die de nadelen van de veel toegepaste gipskartonplaten niet vertonen. Zoals bekend zijn gipskar-25 tonplaten nogal kwetsbaar, dat wil zeggen dat ze een beperkte slag- vastheid en oppervlaktehardheid hebben en bovendien gevoelig zijn voor vocht. Bij toepassing in grote vlakken moeten ze opgebouwd worden uit kleinere eenheden waardoor naden ontstaan.

De uitvinding maakt het nu mogelijk een steenachtig product te ver- 8 0 0 6 8 0 3 » * 2 vaardigen op eenvoudige en continue wijze. Het gebruik van cement-achtige materialen bij deze werkwijze heeft het nadeel dat de uitharding daarvan relatief veel tijd vergt.

Volgens de uitvinding wordt dit verkregen doordat het hard-5 baar materiaal bestaat uit anorganische vulstof gebonden met een hars en dat de voorwand van de doseerinrichting, dit is de wand die zich het dichtst bij de op de drager aangebrachte laag uit dit hardhaar materiaal bevindt, een op en neer gaande beweging uitvoert, waarbij de laag vervolgens door een op en neer bewegende stempel wordt verdicht 10 en geëgaliseerd.

Uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7313830 is het op zichzelf bekend om vormlichamen te vervaardigen uit anorganische grondstof gebonden met een hars· De beschreven vervaardlgingsmethode is niet continu en omslachtig. Verder zijn de afmetingen van de produkten geheel vastge-15 legd door de gebruikte vormen.

Onder continue laag moet verstaan worden een laag waarvan de breedte en de dikte bepaald zijn maar de lengte niet.

Het verdichten van de op de bewegende drager aangebrachte laag van anorganische vulstof en hars is noodzakelijk om een kompakt 20 geheel zonder luchtinsluitsels te verkrijgen. Bij niet verdichten zou de mechanische sterkte van de gerede platen ontoelaatbaar laag zijn. Bovendien zouden er oneffenheden aan de uiteindelijke zichtvlakken van de platen ontstaan. Dit is ongewenst en moet dus vermeden worden.

Gevonden is dat door de op- en neer bewegende voorwand een 25 continue zeer gelijkmatige dosering van het materiaal op de bewegende drager plaatsvindt.

Bij voorkeur is de stempel voor het verdichten van de gevormde laag direct geplaatst en gekoppeld aan de op en neer bewegende voorwand, waardoor het op de drager gedoseerde materiaal onmid-30 dellijk verdicht en geëgaliseerd wordt. Deze uitvoering heeft het voordeel dat een plaat verkregen wordt met bijzonder goede mechanische eigenschappen en die daarbij een egaal glad oppervlak heeft. Een bijkomend voordeel van deze uitvoering is dat men kan volstaan met één aandrijving voor het op en neerbewegen van de voorwand én de stempel. 35 Het stempelvlak is in hoofdzaak loodrecht op wand in de richting van en evenwijdig aan de voortbewegende laag aangebracht. Bij voorkeur vormen de voorwand en de stempel één geheel en hebben in doorsnede in 8 00 6 8 0 3 % * » 3 hoofdzaak een L-vorm, waarbij het lange been de wand vomt en het korte been het stempelvlak.

Door de stempel worden gelijktijdig meerdere functies vervuld, namelijk het verdichten, egaliseren en glad afwerken van de laag. Hiertoe 5 bestaat de stempel uit een horizontaal vlak, dat de egalisatiezöne vormt en een tussen dit horizontale vlak en de voorwand oplopende overgang welke de verdichtingsz6ne vormt. Bij voorkeur verloopt de overgang van het horizontale vlak van de stempel naar de voorwand geleidelijk, waaronder vers taan moet worden, dat deze overgang vlak, 10 gebogen of trapsgewijs kan verlopen.

Wanneer de overgang gevormd wordt door een vlak, dat als ver-* dichtingszBne dienst doet, dan snijdt dit vlak de hoek tussen voorwand en egalisatievlak af. Deze hoek bedraagt bijvoorkeur maximaal 30° en in het bijzonder 3-25°.

15 Het korte been van de L-vorm dat het stempelvlak vormt, loopt aan de van de voorwand afgekeerde langszijde via een ronding naar boven. Dit is gedaan om te voorkomen dat bij het op- en neerbewegen van de stempel scherpe indrukkingen bij de overgang van de ene indrukking naar de andere op de verdichte laag van anorganische vulstof en hars 20 achterblijven, die ook na harden zichtbaar blijven en zelfs tot scheurtjes in de gerede plaat kunnen leiden. De genoemde oplopende ronding zorgt steeds voor een egaal glad oppervlak van de verdichte laag zonder zichtbare indrukkingen bij de overgang van de ene indrukking naar de andere.

25 De slag van de op- en neerbewegende stempel ligt bij voorkeur tussen 1 en 10 mm. Wanneer de voorwand en de stempel êên geheel vormen betekent dit dat de slag van de voorwand gelijk is aan die van de stempel. De toegepaste frequentie is bij voorkeur 40-120 slagen per minuut.

* 30 In de doseerinrlchting kan een schuif geplaatst worden waar mee de doseeropening gedurende een bepaalde tijd afgesloten kan worden. Gedurende deze periode vindt geen dosering plaats. Een bijzonder voordeel van de onderhavige uitvinding is dat het mogelijk is door het aanbrengen van meerdere schuiven, die gedurende een bepaalde 35 tijd het uitstromen van materiaal plaatselijk voorkomen, uitsparingen in de plaat aan te brengen. Dit kan gebeuren door een geprogrammeerde bediening van de schuiven. Het voordeel is dat een nadere bewerking 8006803 4 van de gefabriceerde plaat overbodig is en dat materiaalverlies voorkomen wordt.

Uit een oogpunt van sterkte of uit estetische overwegingen kan het gewenst zijn, dat de gerede plaat aan een zijde plaatselijk 5 voorzien wordt van ópstaande ribben. Om dit te bereiken is het egali-satievlak van de stempel voorzien van groeven, welke in de voort-bewegingsrichting van de laag zijn aangebracht.

Zoals reeds vermeld is, worden met de werkwijze volgens de uitvinding platen vervaardigd uit anorganische vulstof gebonden met 10 hars. Als anorganische vulstof kunnen deeltjesvormige, minerale of keramische materialen toegepast worden, zoals vliegas, gemalen slakken, gemalen kalksteen en gemalen keramisch materiaal, zoals baksteen, etc. Als hars wordt bijvoorkeur een thermohardende hars toegepast. Als thermohardende harsen kunnen onverzadigde polyesters, 15 epoxyharsen, ureumformaldehyde, fenolformaldehyde, melamine, etc. toegepast worden.

Als anorganische vulstof kan bijvoorbeeld kwartszand met een gemiddelde korreldlameter van 250 y gebruikt worden. Dit zand kan worden vermengd met een ongeveer 50 procentige waterige fenolfor-20 maldehydeoplossing tot een hoeveelheid van 4 tot 6 gew.-Z fenolhars berekend op het gewicht van het zand. Voor verdere bijzonderheden omtrent de samenstelling wordt hier verwezen naar de Ned. octrooiaanvrage 7313830.

De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het 25 uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding:

De inrichting bestaat uit: a) een uit twee zijwanden, een achterwand, een voorwand en eventueel een bodemplaat, opgebouwde doseerinrichting, waarbij de voorwand op- en neer beweegt; \ 30 b) een stempel die loodrecht op de voorwand aan de benedenzijde hiervan is aangebracht en welke stempel bestaat uit een egalisatiezone, gevormd door een plat vlak en een verdichtingszSne gevormd door een geleidelijke overgang van egalisatiez8ne naar de voorwand; c) een drager waarop het mengsel van vulmateriaal en hars in de vorm 35 van een laag wordt gedoseerd en door de stempel verdicht en geëgaliseerd, welke drager voorzien is van voortbewegingsorganen om de laag continue te verplaatsen.

8 0 0 6 8 0 3 5 •Τ' *

Een bijzondere uitvoering van de inrichting behelst een aantal schuiven waarmee de dosering plaatselijk tijdelijk onderbroken kan worden.

Aan de hand van een tekening zal de uitvinding nader verduidelijkt 5 worden.

Hierin is:.

Fig. 1 een doorsnede van een inrichting voor het vervaardigen van een continue laag van minerale vulstof en hars op een bewegende drager en 10 Fig. 2 een andere uitvoering van een stempel voor het verdichten van de op de drager aangebrachte laag.

Het 1 is de doseerinrichting aangegeven, welke uit twee zijwanden 2 en 3, een achterwand 4f een voorwand 5 en een bodemplaat 6 bestaat. In de doseerinrichting bevindt zich een mengsel van minerale 15 vulstof en hars, dat via de opening 7 op de bewegende drager 8 wordt gedoseerd.

Wanneer de achterwand 4 tevens als bodemplaat dienst doet dan is de achterwand geplaatst zoals gestippeld met 4a aangegeven. De voorwand 5 is via een stang 9 met een niet weergegeven aandrijving gekoppeld, 20 zodanig dat de voorwand continu op en neer wordt bewogen. Met behulp van deze op- en neergaande wand 5 wordt een zeer gelijkmatige, constante dosering van het mengsel uit de doseerinrichting op de drager 8 verkregen. De drager 8 kan een bewegende drager zijn bijvoorbeeld een band transporteur of een door kettingen aangedreven 25 platentransporteur.

Het in de vorm van een laag op de drager 8 gedoseerde mengsel van vulstof en hars wordt in de richting van de pijl 10 verplaatst.

De voorwand 5 is aan de benedenzijde evenwijdig aan de richting van de laag 11 omgebogen, zodanig dat deze in doorsnede een L-vorm heeft, * 30 waarbij het lange been de voorwand 5 vormt en het korte been een stempel 12. Zoals de tekening laat zien bestaat het stempelvlak uit twee gedeelten, namelijk het horizontale vlak 13 en het oplopende vlak 14, dat de verbinding vormt tussen het vlakke deel 13 en de voorwand 5.

Bij de op- en neergaande beweging van de voorwand 5 wordt het op de 35 drager gedoseerde mengsel van vulstof en hars door het vlak 14 van de stempel direct verdicht en vervolgens door het vlak 13 geëgaliseerd.

Om te voorkomen dat door het vlak 13 scherpe indrukkingen op de ver- 8006803 6 dichte laag 11 achterblijven is het vrije einde van het vlak 13 via een ronding 14 omgebogen. Door deze uitvoering van de stempel verkrijgt men een verdichte laag 11 van minerale vulstof en hars zonder luchtinsluitsels en met een egaal glad bovenoppervlak. Door de 5 drager 8 wordt een egaal glad oppervlak van het andere langsvlak van de laag 11 verkregen. De laag 11 wordt continu gevormd en kan na verdichten en egaliseren in afgepaste stukken van gewenste afmetingen verdeeld woren. Deze stukken worden vervolgens gehard door verhitting of anderzins.

10 Het mengsel van minerale vulstof (zand) en hars veroorzaakt op de duur slijtage aan de stempel. Om te voorkomen dat in dat geval de gehele voorwand 5 vervangen moet worden is, zoals fig. 2 laat zien, de stempel 12 voorzien van een aanzetstuk 16 dat door schroeven aan de stempel 12 is bevestigd. Het gedeelte 16 bestaat uit een getrapt gedeelte 15 17, dat als verdichtingszone fungeert en een vlak gedeelte 18 dat als egalisatiezone dienst doet. Het vlakke gedeelte 18 loopt via een hellend vlak 20 op, waarbij de overgang tussen het vlakke gedeelte 18 en het schuine vlak 20 afgerond is. Dit is gedaan om scherpe indruk-kingen in de laag 11 te voorkomen. In de doseerinrichting kan een 20 schuif (niet weergegeven) zijn aangebracht waarmee de doseeropening 7 gedurende een bepaalde tijd afgesloten kan worden. Gedurende deze periode vindt geen dosering op de drager 8 plaats. Door meerdere schuiven aan te brengen is het mogelijk om selectief openingen in de plaat aan te brengen.

25 Wanneer men platen wenst die aan een zijde voorzien zijn van ribben dan wordt de stempel 16 voorzien van groeven 19, die in de langs-richting van de gevormde laag zijn aangebracht. Deze ribben kunnen gewenst zijn uit sterkte en/of estetische overwegingen.

8006803

Claims (14)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van vlakke platen uit hardhaar materiaal door dit materiaal, met behulp van een doseerinrichting die uit twee zijwanden, een achterwand, een voorwand en eventueel een bodemplaat bestaat, welke een doseerspleet vrijlaten, in de 5 vorm van een continue laag op een drager aan te brengen, deze laag te verdichten en vervolgens te harden, met het kenmerk, dat het hardhaar materiaal bestaat tilt anorganische vulstof gebonden met een hars en dat de zich het dichtst bij de op de drager aangebrachte laag bevindende voorwand van de doseerinrichting een op- 10 en neergaande beweging uitvoert, waarbij de laag op de drager vervolgens door een op en neer bewegende stempel wordt verdicht en geëgaliseerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor het verdichten van de gevormde laag de op en neer bewegende voorwand 15 gekoppeld is aan de stempel met een stempelvlak dat in hoofdzaak loodrecht op deze wand in de richting van en evenwijdig aan de voortbewegende laag aangebracht is.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de wand en het stempelvlak êên geheel vormen en in doorsnede in hoofdzaak en L- 20 vorm hebben, waarbij het lange been de wand vormt en het korte been het stempelvlak.

4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het korte been bestaat uit een horizontaal vlak, dat een egalisatiezone vormt en een tussen dit horizontale vlak en de voorwand oplopende 25 overgang welke een verdichtingszOne vormt.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de overgang, die als verdichtingszöne dienst doet, geleidelijk verloopt.

6. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de overgang gevormd wordt door een vlak, dat als verdichtingszone dienst doet, 30 welk vlak de hoek tussen wand en egalieatievlak afsnijdt.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het overgangs-vlak een hoek met de drager maakt van maximaal 30°.

7 3251 t»

8. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het overgangs-vlak een hoek met de drager maakt van 3-25°. 8006803

9. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het egalisa-tievlak aan de van de wand afgekeerde langszijde naar boven via een ronding verloopt.

10. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de slag van de 5 op en neer bewegende wand en stempel ligt tussen 1 en 10 mm.

11. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het egalisa-tievlak voorzien is van groeven welke in de richting van de voortbeweging van de laag zijn aangebracht.

12. Werkwijze volgens concusies 1 t/m 11, met het kenmerk, dat de 10 doseerspleet door een aantal schuiven plaatselijk afgesloten kan worden.

13. Inrichting voor het vervaardigen van een verdichte laag uit anorganische vulstof en hars bestaande uit: a) een uit twee zijwanden, een achterwand, een voorwand en eventueel 15 een bodemplaat, opgebouwde doseerinrichting, waarbij de voorwand op en neer beweegt; b) een stempel die loodrecht op de voorwand aan de benedenzijde hiervan is aangebracht en welke stempel bestaat uit een egalisatiezOne gevormd door een plat vlak en een verdichtingszone gevormd door een 20 geleidelijke overgang van egalisatiezSne naar de voorwand; c) een drager waarop het mengsel van vulmateriaal en hars in de vorm van een laag wordt gedoseerd en door de stempel verdicht en geëgaliseerd, welke drager voorzien is van voortbewegingsorganen om de laag continu te verplaatsen.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de doseerin- richting mede voorzien is van een aantal schuiven die de dosering plaatselijk kunnen onderbreken. Ί MHP/TS 8 00 6 8 0 3