NL8006099A

NL8006099A - AUXILIARY STEERING.

Info

Publication number: NL8006099A
Application number: NL8006099A
Authority: NL
Original assignee: Zahnradfabrik Friedrichshafen
Priority date: 1968-12-21
Filing date: 1980-11-07
Publication date: 1981-03-31
Also published as: DE1817868A1; DE1817868B2

Description

b 'Jb 'J

HulpstuurinrichtingAuxiliary steering gear

De uitvinding betreft een hulpstuurinrichting, in het bijzonder voor motorvoertuigen, voorzien van een servopomp, een zuiger, die het stuurhuis in twee drukruinten verdeelt en een vertanding bezit, via welke een pitmanas gedraaid wordt, en een 5 in de zuiger draaibaar gelegerde stuurmoer, die door middel van een hierop aangebrachte meenemer een stuurklep bedient, die loodrecht ten opzichte van en buiten het midden van de as van de zuiger is aangebracht, waarvan de klepzuiger aan zijn einden elk een axiale boring bezit voor het opnemen van twee reactiezuigers 10 en waarvan de binnengeiegen zijde via radiale boringen hydrau lisch is verbonden met één van de zuigergroeven van de klepzuiger.The invention relates to an auxiliary steering device, in particular for motor vehicles, provided with a servo pump, a piston, which divides the steering box into two pressure grooves and has a toothing, through which a pitman shaft is rotated, and a steering nut rotatably mounted in the piston, which by means of a driver mounted thereon actuates a control valve, which is arranged perpendicular to and outside the center of the shaft of the piston, the valve piston of which each has an axial bore at its ends for receiving two reaction pistons 10 and of which the the inner side is hydraulically connected via radial bores to one of the piston grooves of the valve piston.

Een bekende hulpstuurinrichting van dit type bezit een in een huisboring aangebrachte meerdelige stuurklep, die axiaal 15 verstelbaar is door een bedieningsarm, die bevestigd is aan de stuurmoer en die in radiale richting gaat door de zuiger. Een dergelijke opstelling van de stuurklep vereist een bijzondere uitvoering van het stuurhuis, waarvan het bouwvolume naar verhouding groot is.A known auxiliary steering device of this type has a multi-part control valve arranged in a housing bore, which is axially adjustable by an operating arm, which is attached to the steering nut and which passes in the radial direction through the piston. Such an arrangement of the control valve requires a special design of the steering box, the build volume of which is relatively large.

20 De uitvinding stelt zich tot doel een hulpstuurinrichting met ruimte besparende buitenafmetingen te verschaffen, die in het bijzonder bij beperkte inbouwmogelijkheden, bijvoorbeeld in een vrachtwagen met een kantelbaar stuurhuis, toepassing kan vinden.The object of the invention is to provide an auxiliary steering device with space-saving outer dimensions, which can be used in particular with limited installation options, for instance in a truck with a tiltable steering box.

Om aan dit doel te kunnen beantwoorden wordt daarom 25 overeenkomstig de uitvinding een hulpstuurinrichting voorgesteld, die hierin wordt gekenmerkt, dat de stuurklep is aangebracht in de zuiger en een klepzuiger met twee zuigergroeven voorzien van 8006099 2 voor de oliestroom doorbroken geleidingsribben en een stuurbus met twee ringvormige groeven bezit en dat de meenemer in axiale richting op afstand staat van de stuurmoer en door middel van een tap ingrijpt in een radiale boring van de klepzuiger, dat de 5 reactiezuigers met hun buiten liggende einden telkens verankerd zijn in een vast met de zuiger verbonden halve schijf, en dat in een dwarsboring van de meenemer een middencentrering voor de stuurklep is aangebracht, die bestaat uit een tussen twee aan-slaghouten ingespannen veer, waarbij de aanslagbouten geleid 10 worden in een groef van de zuiger en spelingsvrij vastgehouden worden tussen twee in de zuiger ingeschroefde en door contra-moeren geborgde stelschroeven voorzien van conische punten.Accordingly, in accordance with the invention, in order to meet this object, an auxiliary steering device is proposed, characterized in that the control valve is arranged in the piston and a valve piston with two piston grooves provided with 8006099 2 guide ribs broken for the oil flow and a control sleeve with two has annular grooves and that the driver is axially spaced from the steering nut and tap-engages a radial bore of the valve piston, that the 5 reaction pistons are each anchored in a fixed connection with the piston half disc, and that a central centering for the control valve is arranged in a transverse bore of the driver, which consists of a spring tensioned between two stop woods, whereby the stop bolts are guided in a groove of the piston and are held free of play between two the plunger screws screwed in and secured by counter nuts with co nical points.

Voorts betreft de onderhavige uitvinding een hulpstuur-inrichting, in het bijzonder voor voertuigen, voorzien van een 15 servopomp, een zuiger, die het stuurhuis verdeelt in twee druk- ruimten en een vertanding draagt, via welke een pitmanas gedraaid wordt, en een in de zuiger draaibaar gelegerde stuurmoer, die door middel van een hierop aangebrachte meenemer een stuurklep bedient, die loodrecht ten opzichte van en buiten het midden van 20 de as van de zuiger is aangebracht, waarbij in axiale boringen aan de einden van de klepzuiger voorgespannen centreerveren zijn aangebracht, die inwerken op een reactiezuiger, waarbij deze hulpstuurinrichting hierdoor wordt gekenmerkt, dat de stuurklep is aangebracht in de zuiger en een klepzuiger met drie zuiger-25 groeven en een in de zuiger aangebrachte klepboring met twee ringvormige groeven bezit, die aangesloten zijn op de drukruimten van de servomotor, en dat de meenemer in axiale richting op afstand staat van de stuurmoer en door middel van een tap in een radiale boring van de klepzuiger ingrijpt, waarbij in de zuiger 30 bevestigde stelschroeven met elk een op de reactiezuigers werkend excentrisch deel voor het instellen van de klepzuiger op het hydraulisch midden aanwezig zijn.The present invention furthermore relates to an auxiliary steering device, in particular for vehicles, provided with a servo pump, a piston, which divides the steering box into two pressure spaces and carries a gear through which a pitman shaft is turned, and one in the piston rotatably alloyed steering nut, which actuates a pilot valve mounted thereon, which is arranged perpendicular to and outside the center of the piston axis, with biased centering springs in axial bores at the ends of the valve piston acting on a reaction piston, the auxiliary steering device being characterized in that the pilot valve is arranged in the piston and has a valve piston with three piston grooves and a valve bore arranged in the piston with two annular grooves connected to the pressure spaces of the servomotor, and that the driver is axially spaced from the steering nut by means of e and tap engages a radial bore of the valve piston, with adjusting screws mounted in the piston 30 each having an eccentric portion acting on the reaction pistons for adjusting the valve piston to the hydraulic center.

Hierbij is de stuurklep in de zuiger zo aangebracht, dat deze geen extra bouwruimte van het stuurhuis veroorzaakt. Dit is 35 alleen mogelijk bij een bijzonder gedrongen bouwwijze van de stuurklep, waarbij het onderbrengen van twee reactiezuigers en 8006099 t * 3 een middencentrering voor de stuurklep een bijzonder probleem vormt. De onderhavige uitvoering verschaft een bijzonder korte bouw van de stuuraandrijving, welke in het bijzonder geschikt is voor het inbouwen in voertuigen voorzien van een kantel-5 baar stuurhuis.The control valve in the piston is arranged in such a way that it does not cause any extra building space in the wheelhouse. This is only possible with a particularly compact construction of the control valve, in which the accommodating of two reaction pistons and 8006099 t * 3 a central centering for the control valve is a special problem. The present embodiment provides a particularly short construction of the steering drive, which is particularly suitable for installation in vehicles fitted with a tiltable steering box.

Twee uitvoeringsvoorbeelden overeenkomstig de uitvinding zullen thans nader worden toegelicht aan de hand van beschrijving en bijgevoegde tekeningen, waarbij: fig. 1 een langsdoorsnede is over een zuiger met een 10 doorgaande zuigerboring in een stuurhuis; fig. 2 een doorsnede is volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 een gedeelte van een langsdoorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1 op grote schaal weergeeft; fig. U een doorsnede is over een stuurklep; 15 fig. Ua een doorsnede is volgens de lijn IVa-IVa in fig. k; fig. 5 op grote schaal een doorsnede is volgens de lijn V-V in fig. 1; fig. 6 een tweede uitvoeringsvcorbeeld van een stuurklep in een zuiger weergeeft.Two exemplary embodiments according to the invention will now be further elucidated with reference to the description and the accompanying drawings, in which: fig. 1 is a longitudinal section through a piston with a continuous piston bore in a steering box; Fig. 2 is a section on the line II-II in Fig. 1; fig. 3 shows a part of a longitudinal section along the line III-III in fig. 1 on a large scale; fig. U is a section through a control valve; Fig. Ua is a sectional view taken on the line IVa-IVa in Fig. K; Fig. 5 is a large-scale section along the line V-V in Fig. 1; Fig. 6 shows a second embodiment of a control valve in a piston.

20 In de fig. 1—5 is in een eerste uitvoeringsvoorbeeld een hulpstuurinrichting weergegeven, waarbij de lengteafmeting van het huis vanaf de pitmanas tot aan de aansluiting van de stuurkolom korter is dan die van de pitmanas tot aan het benedeneinde van het huis. Hierbij is een wormas 2 opgenomen in een 25 stuurhuis 3 en draagt een stuurkolomaansluiting 1 voorzien van een spiegroefvertanding. De wormas 2 is aan zijn aandrijfzijde door middel van een radiaal-axiaal lager ^ gelegerd in een afdek-flens 5 van het stuurhuis 3· Het andere eind van de wormas 2 steunt door middel van een radiaallager 6 af op de bodem van het 30 stuurhuis. Het stuurhuis 3 bezit twee drukruimten 8 en 9» die van elkaar gescheiden zijn door een zuiger 7· Een tandsegment 10 van een pitmanas 11 steekt in de drukruimte 9 en is in ingrijping met een op de zuiger 7 aangebrachte tandstang. In de zuiger 7 is tussen twee axiaallagers 12 en 12a een begrensd draaibare 35 kogelmoer 13 net een in axiale richting hierboven gelegen mee- nemer 1U aangebracht, waarvan het als tap 15 uitgevoerd eind via 8006039 * * ι+ een boring 16 ingrijpt in een loodrecht ten opzichte van en buiten het midden van de zuiger 7 aangebrachte stuurklep 17.In Fig. 1-5, in a first exemplary embodiment, an auxiliary steering device is shown, wherein the length dimension of the housing from the pitman shaft to the connection of the steering column is shorter than that of the pitman shaft to the lower end of the housing. A worm shaft 2 is herein incorporated in a steering box 3 and carries a steering column connection 1 provided with a key groove toothing. The worm shaft 2 is mounted on its drive side by means of a radial-axial bearing in a cover flange 5 of the steering box 3. The other end of the worm shaft 2 rests on the bottom of the steering box by means of a radial bearing 6. . The steering box 3 has two pressure spaces 8 and 9 »which are separated from each other by a piston 7 · A tooth segment 10 of a pitman shaft 11 projects into the pressure space 9 and engages a rack mounted on the piston 7. A limited rotatable ball-nut 13 is arranged in the piston 7 between two axial bearings 12 and 12a, with a driver 1U located in the axial direction above, the end of which, designed as a spigot 15, engages in a perpendicular via 8006039 * * ι + pilot valve 17 arranged relative to and outside the center of piston 7.

De kogelmoer 13 is via een kogelketen 18 aandrijvend verbonden met de wormas 2. Een kogelomlooppijp 19 maakt de continue kogel-cj omloop mogelijk. De axiaallagers 12 en 12a worden door een schroefring 20 met boringen 21 spelingsvrij in de zuiger 7 vastgehouden .The ball nut 13 is connected to the worm shaft 2 via a ball chain 18 in a driving manner. A ball circulator pipe 19 permits continuous ball circulation. The axial bearings 12 and 12a are held free of play in the piston 7 by a screw ring 20 with bores 21.

De stuurklep 17 bestaat uit een klepzuiger 22 met twee zuigergroeven 23 en 2k en een radiale boring 25, waarin de tap 1q 15 van de meenemer 11+ ingrijpt. De zuigergroeven 23 en 2h be zitten geleidingsribben 26 met uitsparingen voor het doorstromen van de olie om een geleiding van de zuiger 22 in een stuurbus 27 te verzekeren. De boring van de stuurklep 17 in de zuiger 7 komt aan beide zijden uit binnen een afdichting 55a respectievelijk 15 56a van twee langsgroeven 55 respectievelijk 56 voor de toevoer van het drukmedium. Voorts zijn in tegenover elkaar gelegen axiale boringen 28 en 29 van de klepzuiger 22 twee reactiezuigers 30 en 31 aangebracht. Deze zijn opgehangen in halve schijven 32 en 33, die op hun beurt met schroeven 3*+ en 35 zijn bevestigd 20 aan de zuiger 7 en afsteunen op een aanslag 36 respectievelijk 37·The control valve 17 consists of a valve piston 22 with two piston grooves 23 and 2k and a radial bore 25, in which the tap 1q 15 of the driver 11+ engages. The piston grooves 23 and 2h have guide ribs 26 with recesses for the oil to flow through to ensure guidance of the piston 22 in a control sleeve 27. The bore of the control valve 17 in the piston 7 opens on both sides within a seal 55a and 56a of two longitudinal grooves 55 and 56 respectively for the supply of the pressure medium. Furthermore, two reaction pistons 30 and 31 are arranged in opposite axial bores 28 and 29 of the valve piston 22. These are suspended in half disks 32 and 33, which in turn are fixed with screws 3 * + and 35 20 to the piston 7 and are supported on a stop 36 and 37 respectively.

In de reactiezuigers 30, respectievelijk 31 is een axiale boring 38, respectievelijk 39 aangebracht, die via radiale boringen 1*0 en 1+1, respectievelijk 1+2 en 1+3 verbonden is met de zuiger-groef 23, respectievelijk 2b. Bovendien is in een van de axiale 25 boringen 38, respectievelijk 39 een veer 1+1+ aangebracht, die de zuiger 22 spelingsvrij doet aanliggen tegen de tap 15·In the reaction pistons 30 and 31, respectively, an axial bore 38 and 39 is provided, which is connected via radial bores 1 * 0 and 1 + 1, 1 + 2 and 1 + 3, respectively, to the piston groove 23, 2b, respectively. In addition, a spring 1 + 1 + is arranged in one of the axial bores 38 and 39, respectively, which makes the piston 22 abut the tap 15 without play.

De hoekstand van de kogelmoer 13 en van de zuiger 22 in de neutrale stand wordt bepaald door een middencentrering 1+5·The angular position of the ball nut 13 and of the piston 22 in the neutral position is determined by a center centering 1 + 5

Voor het opnemen van de middencentrering 1+5 is in de meenemer 11+ 30 een boring 1+6 aangebracht, waarin een voorgespannen veer 1+7 tussen twee aanslagbouten 1+8 en 1+9 wordt vastgehouden, die op hun beurt in een groef 50 van de kogelmoer 13 afsteunen op twee stelschroeven 51 en 52 voorzien van conische punten, die geschroefd zijn in de zuiger 7 en door contramoeren 53 en 5b ge-35 borgd zijn. Door het naar binnen, respectievelijk naar buiten draaien van de stelschroeven 51 en 52 wordt de middenstand van 8 0 0 6 0 S 9 φ -» 5 de kogelmoer 13 en zodoende ook het hydraulisch midden van de stuurklep 17 ingesteld.To accommodate the center centering 1 + 5, a bore 1 + 6 is provided in the driver 11+ 30, in which a prestressed spring 1 + 7 is held between two stop bolts 1 + 8 and 1 + 9, which in turn are held in a groove Support 50 of the ball nut 13 on two set screws 51 and 52 provided with conical tips, which are screwed into the piston 7 and are secured by lock nuts 53 and 5b. By turning the adjusting screws 51 and 52 inward or outward, the center position of the ball nut 13 and thus also the hydraulic center of the control valve 17 is set to 8 0 0 6 0 S 9 φ - »5.

Het toevoeren van het drukmedium naar de stuurklep 17 vindt plaats via de beide in de zuiger 7 aangebrachte langs-5 groeven 55 en 56» die via dwarsboringen 57 en 53 met elkaar verbonden zijn en waarvan de ene langsgroef 55 via een boring 59 in het huis in verbinding staat met een toevoeraansluiting 60.The supply of the pressure medium to the control valve 17 takes place via the two longitudinal grooves 55 and 56 »arranged in the piston 7, which are connected to each other via transverse bores 57 and 53 and of which one longitudinal groove 55 via a bore 59 in the housing. is in communication with a supply connection 60.

Een andere langsgroef 61 voor het terugstromen van het drukmedium is aangebracht tussen de beide langsgroeven 55 en 56· 10 De langsgroeven 55»56 en 61 zijn door de dienovereenkomstige afdichtingen 55a» 56a en een afdichting 61a beveiligd tegen olieverlies. Terwijl de beide langsgroeven 55 en 56 het drukmedium veem Jnaar de kopzijde van de stuurklep 17, vindt het terugvoeren van het drukmedium vanaf de stuurklep 17 naar de 15 langsgroef 6l plaats via twee boringen 63 en 6h, die zijn aangesloten op twee ringvormige groeven 65 en 66 van de stuurbus 27.Another longitudinal groove 61 for backflow of the pressure medium is arranged between the two longitudinal grooves 55 and 56 · The longitudinal grooves 55 »56 and 61 are protected against oil loss by the corresponding seals 55a» 56a and a seal 61a. While the two longitudinal grooves 55 and 56 take the pressure medium to the front side of the control valve 17, the return of the pressure medium from the control valve 17 to the longitudinal groove 61 takes place via two bores 63 and 6h, which are connected to two annular grooves 65 and 66 of the control bus 27.

Tussen de toevoeraansluiting 60 en een terugvoeraansluiting 62 is een zuigventiel 67 aangebracht in het huis 3 om bij het uitvallen van de servopomp, waarbij de stuurkracht alleen met de 20 hand moet worden aangebracht, een ongehinderd uitwisselen van het drukmedium tussen de beide stuurruimten 8 en 9 mogelijk te maken. Het toevoeren, respectievelijk het terugvoeren van het drukmedium tussen de stuurklep 17 en de drukruimte 8 vindt plaats via de zuigergroef 23, een kanaal 68, een om de kogeimoer 13 25 lopende tussenruimte 69 en via de boringen 21 in de schroefring 20, terwijl het terugvoeren respectievelijk het toevoeren van het drukmedium tussen de stuurklep 17 en de drukruimte 9 plaats vindt via de zuigergroef 2b en een kanaal 71 in de zuiger J. De voor deze verbinding aanwezige boringen in de stuurbus 27 zijn 30 met 72 en 73 aangegeven.Between the supply connection 60 and a return connection 62, a suction valve 67 is arranged in the housing 3 in order to ensure an unimpeded exchange of the pressure medium between the two control spaces 8 and 9 in the event of the servo pump failing, whereby the control force must only be applied by hand. possible. The supply or return of the pressure medium between the control valve 17 and the pressure space 8 takes place via the piston groove 23, a channel 68, an intermediate space 69 surrounding the cow nut 13 and via the bores 21 in the screw ring 20, while the return respectively the supply of the pressure medium between the control valve 17 and the pressure space 9 takes place via the piston groove 2b and a channel 71 in the piston J. The bores in the control bush 27 present for this connection are indicated by 72 and 73.

De werking van de onderhavige stuurinrichting is als volgt:The operation of the present steering device is as follows:

In de neutrale stand van de stuurklep 17, wanneer dus geen draaiing aan het stuurwiel plaats vindt, stroomt het drukmedium vanaf een niet weergegeven servopomp in de toevoeraansluiting oO 35 en verder via de boring 59 en de langsgroeven 55 en 56 naar de kopzijde van de stuurklep 17· Omdat vanwege de middencentrering 8fl A R fl 0 3 U v1 v -j h’ -3 6 1+5 van de meenemer 1U de stuurkanten tussen de klepzuiger 22 en de stuurbus 27 geopend zijn, stroomt het drukmedium vanaf de kopzijde in de zuigergroeven 23 en 2b, van hier in de ringvormige groeven 65 en 66 van de stuurbus 27 en verder door de 5 boringen 63 en 6b drukloos in de terugvoergroef 61, vanwaar via de terugvoeraansluiting 62 het terugvoeren van het drukmedium plaats vindt via een drukmediumreservoir naar de ingangszijde van de servopomp.In the neutral position of the control valve 17, so that no turning of the steering wheel takes place, the pressure medium flows from a servo pump (not shown) into the supply connection oO 35 and further through the bore 59 and the longitudinal grooves 55 and 56 to the front side of the control valve. 17 · Because the center edges 8fl AR fl 0 3 U v1 v -j h '-3 6 1 + 5 of the driver 1U open the control edges between the valve piston 22 and the control sleeve 27, the pressure medium flows into the piston grooves from the front 23 and 2b, from here in the annular grooves 65 and 66 of the control bush 27 and further through the 5 bores 63 and 6b pressureless in the return groove 61, from where the pressure medium is returned via the pressure medium reservoir to the input side via the return medium 62 of the servo pump.

Zodra echter door het draaien aan het stuurwiel een stuur-1q beweging wordt ingeleid, draait de wormas 2 bijvoorbeeld naar rechts, die via de kogelketen 18 de kogelmoer 13 en zodoende ook de zuiger 7 naar links verschuift. Omdat de kogelmoer 13 draaibaar is gelegerd, maakt deze een begrensde draaiende beweging naar rechts tegen de kracht van de middencentrering 1+5 totdat 15 bij een maximale uitslag de meenemer aanligt tegen de wand van de boring 16. Zodoende verplaatst de meenemer 1U, respectievelijk het als een tap 15 uitgevoerde uiteinde de klepzuiger 22 van de stuurklep 17 naar rechts. Hierbij wordt de zuigergroef 23 gescheiden van de ene kopzijde en sterker verbonden met de ringvormige 20 groef 65 van de stuurbus 27, terwijl de zuigergroef 2b gescheiden wordt van de ringvormige groef 66 en sterker verbonden wordt met de andere kopzijde. Hierdoor is de langsgroef 55 hydraulisch gescheiden van de stuurklep 17 en stroomt het drukmedium onder het opbouwen van een druk vanaf de andere langsgroef 56 via de 25 zuigergroef 2b door de boring 73 in de stuurbus 27 en het kanaal 71 in de drukruimte 9 en vormt aldus een extra kracht, die de zuiger verplaatst in de richting van de pijl 7^ in fig. 1. Tegelijkertijd wordt het drukmedium verdrongen uit de tegenover gelegen drukruimte 3. Dit drukmedium stroomt door de boringen 21 in 30 de schroefring 20, via de tussenruimte 69, het kanaal 68, de boring 72, de zuigergroef 23, de ringvormige groef 65 en via de boring 63 in de langsgroef 61 terug, die met de terugvoeraansluiting 62 in verbinding staat. Tegelijkertijd worden bij het sturen de beide reactiezuigers 30 en 31 met een verschillende 35 druk van de beide drukruimten 8 en 9 belast. Zo wordt bijvoorbeeld bij het hierboven verklaard sturen de in de zuigergroef 2b 8006033 7 * --ft heersende toevoerdruk via de radiale boringen 1+2 en 1+3 overgebracht op de axiale boring 29- Evenzo wordt de in de zuigergroef 23 heersende terugstroomdruk via de radiale boringen 1+0 en 1+1 overgebracht op de axiale boring 28. Zodoende werkt op de 5 klepzuiger 22 een verschildruk, die tegengesteld is aan de ver-stelbeweging en evenredig is met de stuurkrachten, zodat de bestuurder het idee krijgt van een mechanische besturing met een geringe aanwending van de krachten. Bij het draaien van het stuurwiel in tegengestelde richting vindt het omgekeerde plaats.However, as soon as a steering motion is initiated by turning the steering wheel, the worm shaft 2 turns, for example, to the right, which shifts the ball nut 13 and thus the piston 7 to the left via the ball chain 18. Because the ball nut 13 is pivotally mounted, it makes a limited rotational movement to the right against the force of the center centering 1 + 5 until, at maximum deflection, the driver rests against the wall of the bore 16. Thus, the driver 1U, respectively, moves the the valve piston 22 of the control valve 17 is designed as a tap 15 to the right. Here, the piston groove 23 is separated from one head side and more strongly connected to the annular groove 65 of the control bush 27, while the piston groove 2b is separated from the annular groove 66 and more strongly connected to the other head side. As a result, the longitudinal groove 55 is hydraulically separated from the control valve 17, and the pressure medium flows through the piston groove 2b through the bore 73 in the control sleeve 27 and the channel 71 into the pressure space 9 while building up a pressure from the other longitudinal groove 56. an additional force, which moves the piston in the direction of the arrow 7 ^ in fig. 1. At the same time, the pressure medium is displaced from the opposite pressure space 3. This pressure medium flows through the bores 21 in the screw ring 20, via the intermediate space 69 , the channel 68, the bore 72, the piston groove 23, the annular groove 65 and back through the bore 63 into the longitudinal groove 61, which communicates with the return connection 62. At the same time, the two reaction pistons 30 and 31 are subjected to different pressure from the two pressure spaces 8 and 9 during steering. For example, in the above explanation, the feed pressure prevailing in the piston groove 2b 8006033 7 * --ft is transferred via the radial bores 1 + 2 and 1 + 3 to the axial bore 29. Likewise, the backflow pressure prevailing in the piston groove 23 is transmitted via the radial bores 1 + 0 and 1 + 1 transferred to the axial bore 28. Thus, on the valve piston 22, a differential pressure acts, which is opposite to the adjustment movement and proportional to the steering forces, so that the driver gets the idea of a mechanical control with low application of forces. The reverse occurs when the steering wheel is turned in the opposite direction.

10 Een andere uitvoeringsvoorbeeld van de stuurklep in een zuiger toont fig. 6. In een stuurhuis 120 met een toevoeraan-sluiting 121 en een terugvoeraansluiting 122 voor het drukmedium is een zuiger 123 met een stuurklep 121+ aanwezig, die twee kopruimten 125 en 126 bezit. Het toevoeren van het drukmedium 15 naar de stuurklep 12l+ vindt plaats via een langsgroef 127 en een boring 128 in de zuiger 123» waarin in een klepboring 129 voorzien van twee ringvormige groeven 130 en 131 een klepzuiger 132 met drie zuigergroeven 133, 13^*· en 135 is gelegerd. In het inwendige van de klepzuiger 132 zijn twee reactiezuigers 136 en 20 137, gelijk aan de reactiezuigers 30 en 31 in de klepzuiger 22, aangebracht, evenwel met dit onderscheid dat de beide reactiezuigers 136 en 137 aan hun binnenzijde elk een voorgespannen veer 138, respectievelijk 139 bezitten, die dienen voor het centreren van de klepzuiger 132. Het instellen van het hydraulisch 25 midden van de stuurklep 12l+ vindt plaats via twee stel-schroeven 11+0 en 11+T, waarvan het excentrisch gedeelte ll+2, respectievelijk 1 i+3 steekt in de kopruimte 125, respectievelijk 126. Via een op de kogelmoer 13 zittende tap 1U+, die steekt in een boring in de klepzuiger 132, wordt tezamen hiermee de 30 kogelmoer in een middenstand gehouden. De beide kopruimten 125 en 126, die door afdichtingen 11+5 en 1U6 zijn afgedicht, zijn verbonden met de terugvoeraansluiting 122, terwijl de ringvormige groef 130 met de ene drukruimte en de ringvormige groef 131 met de andere drukruimte is verbonden. De zuigergroef 133 35 is via een uitsparing 1 i+7 aangesloten op de kopruimte 12|j(terwijl de zuigergroef 135 via een uitsparing 1U8 is aangesloten op de 8 0 0 8 " 99 ^ V «C- Tfc' 8 kopruimte 126. Bij een neutrale stand van de stuurklep 12U stroomt het drukmedium vanaf de toevoeraansluiting 121 via de langsgroef 127 en de boring 128 in de zuigergroef 131»· en komt van hier via de ringvormige groef 130, de zuigergroef 133 en 5 de uitsparing iVf terecht in de kopruimte 125 en tevens via de ringvormige groef 131» de zuigergroef 135 en de uitsparing 158 in de kopruimte 126 en vandaar naar de terugvoeraansluiting 122. In de stuurstand, vanneer bijvoorbeeld de klepzuiger 132 door de tap 1UU in de tekening naar boven is verplaatst, vordt 10 de zuigergroef 131» van de ringvormige groef 130 en de ringvormige groef 131 van de zuigergroef 135 gescheiden, zodat het drukloos circuleren van het drukmedium gesperd vordt. Het drukmedium stroomt dan onder het opbouven van een druk vanaf de ringvormige groef 131 via een niet weergegeven boring in de ene • 15 drukruimte, tervijl de drukloze olie verdrongen vordt uit de andere drukruimte en via een niet veergegeven boring stroomt naar de ringvormige groef 130. Van hier komt het drukmedium via de zuigergroef 133, de uitsparing 1U7, de kopruimte 125 en de terugvoeraansluiting 122 terecht bij de zuigzijde van de servo-20 pomp. 3ij het sturen in de andere richting geldt hetzelfde. De ringvormige groef 131 is breder uitgevoerd dan de ringvormige groef 130, zodat bij een vereiste breedte van de tap 1¼¼ de stuurkanten elkaar voldoende snijden.Another exemplary embodiment of the control valve in a piston shows fig. 6. In a steering box 120 with a supply connection 121 and a return connection 122 for the pressure medium, a piston 123 with a control valve 121+ is provided, which has two head spaces 125 and 126 . The supply of the pressure medium 15 to the control valve 121 + takes place via a longitudinal groove 127 and a bore 128 in the piston 123, in which in a valve bore 129 provided with two annular grooves 130 and 131 a valve piston 132 with three piston grooves 133, 13 and 135 is stationed. In the interior of the valve piston 132, two reaction pistons 136 and 20 137, similar to the reaction pistons 30 and 31 in the valve piston 22, are arranged, however with the difference that the two reaction pistons 136 and 137 each have a pretensioned spring 138, respectively 139, which serve to center the valve piston 132. The hydraulic center of the control valve 121 + is adjusted via two adjusting screws 11 + 0 and 11 + T, the eccentric part 11 + 2 and 1, respectively. +3 protrudes into the headspace 125, 126 respectively. Via a pin 1U + sitting on the ball nut 13, which inserts into a bore in the valve piston 132, the ball nut is together held in a central position. The two head spaces 125 and 126, which are sealed by seals 11 + 5 and 1U6, are connected to the return port 122, while the annular groove 130 is connected to one pressure space and the annular groove 131 to the other pressure space. The piston groove 133 35 is connected to the head space 12 | j via a recess 1 i + 7 (while the piston groove 135 is connected to the 8 0 0 8 "99 ^ V« C-Tfc "8 head space 126 via a recess 1U8. a neutral position of the control valve 12U, the pressure medium flows from the supply connection 121 via the longitudinal groove 127 and the bore 128 into the piston groove 131 and from here the recess iVf enters the head space via the annular groove 130, the piston groove 133 and 5. 125 and also via the annular groove 131 »the piston groove 135 and the recess 158 in the head space 126 and from there to the return connection 122. In the steering position, for example, the valve piston 132 has been moved upwards by the spigot 1UU in the drawing. the piston groove 131 »of the annular groove 130 and the annular groove 131 of the piston groove 135 are separated, so that the pressureless circulation of the pressure medium is blocked, the pressure medium then flows while building up a pressure from the annular groove 131 via a bore (not shown) in one pressure space, while the pressureless oil is displaced from the other pressure space and flows through an unsprung bore to the annular groove 130. From here the pressure medium flows through the piston groove 133, the recess 1U7 , the headspace 125 and the return port 122 are directed to the suction side of the servo-20 pump. The same applies to steering in the other direction. The annular groove 131 is wider than the annular groove 130, so that with a required tap width 1¼¼ the handlebar edges cut sufficiently.

8 0 0 6 0 S 98 0 0 6 0 S 9

Claims

1. Auxiliary steering gear, in particular for motor vehicles, provided with a servo pump, a piston, which divides the wheelhouse into two pressure spaces and has a toothing, through which a pitman shaft is turned, and a steering wheel rotatably mounted in the piston 5, which a pilot valve actuated thereon actuates a pilot valve disposed perpendicular to and outside the center of the piston shaft, the valve piston of which have their ends each having an axial bore for accommodating two reaction pistons 10, the inner of which is located side is connected hydraulically to one of the piston grooves of the valve piston via radial bores, characterized in that the control valve (17) is arranged in the piston and a valve piston (22) provided with guide ribs (26) broken for the oil flow and a control bush (27) with two annular grooves (65 and 66) and that the driver (14) is axially spaced qp from the steering nut and by means of a tap (15) engages in a radial bore (25) of the valve piston (22), that the reaction pistons (30 and 31) are each anchored with their outer ends 20 in a half disk (32) fixedly connected to the piston (7), 33), respectively, and that in a cross failure (46) of the driver (14) a center centering (45). in front of the control valve (17), which consists of a spring (47) clamped between two stop bolts (48 and 49), the stop bolts being guided in a groove (50) of the piston (7) and held free of play between two setscrews (51 and 52) secured in the piston (7) with lock nuts (53 and 54).

Auxiliary steering device according to claim 1, characterized in that one of the reaction pistons (30 and 31, respectively) has a spring (44), which is weak relative to the center centering (45) and which acts against the valve piston (22).

3. Auxiliary steering gear, in particular for 8006099 motor vehicles, fitted with a servo-pump, a piston, which divides the steering box into two pressure spaces and has a toothing, through which a pitman shaft is turned, and a steering nut rotatably mounted in the piston, which A pilot valve is actuated perpendicularly to and outside the center of the piston axis by means of a driver mounted thereon, with axial bores on the ends of the valve piston acting in each case on a reaction piston acting on prestressing pistons 10, characterized in that the control valve (124) is arranged in the piston (23) and a valve piston (132) with three piston grooves (133, 134 and 135) and a valve bore (129) arranged in the piston (123) . with two annular grooves (130 and 131), which are connected to the pressure spaces of the servomotor, and that the driver is axially spaced from the steering nut and engages with a tap (144) in a radial bore of the valve piston (132), wherein adjusting screws (140 and 141) mounted in the piston (123), each with an eccentric part (142 and 143, respectively, 143) acting on the reaction pistons (142) valve piston (132) on the hydraulic center. 8006035