NL8003409A - Inrichting voor het regelen van de pneumatische werkdruk in een voertuigremstelsel. - Google Patents

Description

* 803223/Γί

Korte aanduiding:"Inrichting voor het regelen van de pneumatische werkdruk in een voertuigremstelsel".

De uitvinding heeft betrekking op een regelaar voor de 5 pneumatische werkdruk optredend in het remstelsel van een voertuig afhankelijk van de belading daarvan, en meer in het bijzonder op een regelaar met twee zuigers waarvan er één de aandrijfzuiger is die wordt beïnvloed door de druklucht via de pedaalverdeler en de ander een reactie-zuiver is die wordt beïnvloed door de druk van de lucht, aanwezig in een 10 voedingskamer verbonden met de remelementen van het voertuig, terwijl een vereffenaar waarvan een steunpunt verandert als funktie van de belading van het voertuig de kracht overdraagt van de aandrijfplunjer naar de reactieplunjer in ee mate welke afhankelijk is van de belading en de positie van het steunpunt.

13 Het is bekend een dergelijke remregelaar op te nemen in het pneumatische remstelsel van een voertuig teneinde de uitgeoefende rem-kracht in evenredigheid te brengen met de belading van het voertuig zodat bij licht gewicht blokkering van de wielen wordt voorkomen.

Bij de bekende regelaars, zoals bijvoorbeeld beschreven 20 in het Franse octrooischrift 7*120.092 wordt de werkkamer van de aandrijfzuiger direkt gevoed vanuit de verdeler via een normaal open inlaatklep.

Daar de pedaalverdeler zich op afstand van de remregelaar bevindt zijn de werktijden van de remelementen betrekkelijk door de lange baan die de druklucht moet afleggen.

25 Om een voldoend hoge bedieningsdruk op de achterste rem elementen van een getrokken voertuig te bereiken is dikwijls een tijd nodig die veel langer is dan de voorgeschreven minimumtijd zodat een dergelijk systeem niet acceptabel is.

In bepaalde remstelsels wordt stroomafwaarts van de 30 remregelaar een relais opgenomen teneinde de werktijd der remelementen te verkorten. Weliswaar kan dan het gestelde doel bereikt worden doch het geheel wordt dan gecompliceerd en duur.

De uitvinding beoogt een remregelaar van bovengenoemde soort te verschaffen waarmee korte bedieningstijden der remelementen kun-35 nen worden bereikt zonder de noodzaak extra inrichtingen buiten de regelaar te moeten toepassen om een snellere responsie te verkrijgen.

Volgens de uitvinding wordt dit doel daardoor bereikt dat de voedingskamer voor de reactiezuiger in verbinding staat met een 8003409 i -2- * normaal gesloten inlaatklep bestuurd door de reactiezuiger, welke zuiger in de openingsrichting der klep wordt bediend zowel mechanisch door de vereffenaar of kantelhefboom via een drukstang, en pneumatisch door dezelfde druk die inwerkt op de aandrijfzuiger via een drukbegrenzingsin-5 richting welke de voeding toestaat van de regelkamer voor de reactiezuiger begrensd tot een beginremwerking gedurende welke de inlaatklep is geopend en de remschoenen in de richting der trommels worden gedrukt, terwijl de voeding wordt afgesloten zodra de druk in de regelkamer voor de reactiezuiger een waarde bereikt die correspondeert met het begin van de rem-10 werking door de remschoenen.

Een voorkeursuitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt dat de drukbegrenzingsinrichting een zuiger omvat, die aan één kant staat onder invloed van een voorgespannen veer en aan de andere kant onder invloed van druklucht in een kamer die in verbinding staat met zowel de 15 regelkamer voor de reactiezuiger als, via een normaal open begrenzings-klep opgenomen in de zuiger, met de voedingskamer voor de aandrijfzuiger, waarbij de veerbelasting wordt ingesteld in overeenstemming jnet een druk-waarde die het begin van de remwerking der schoenen op de trommels verzekert.

20 De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de teke ning.

Fig. 1 is het schema van een remregelaar volgens de uitvinding, en

Fig. 2 toont in de vorm van een aantal grafieken de 25 responsiedruk (Pr) als funktie van de stuurdruk (Pc).

In Fig. 1 is met het verwijzingscijfer 1 het huis aangegeven van een op zich bekende remregelaar met twee cilindrische boringen 2 en 3, waarin kunnen bewegen een aandrijfzuiger k respektievelijk een reactiezuiger 5» die met elkaar zijn gekoppeld via een kantelhefboom 6 30 waarvan het steunpunt 7 verplaatsbaar is als funktie van de belasting van het voertuigframe. Hiertoe kan een hefboom 8, aangebracht aan de inrichting, draaien rond een vast punt 9, afhankelijk van de belading van het voertuig over het gebogen deel 6a van de vereffenaar of kantelhefboom een rol 7 beweegt die direkt als beweegbaar steunpunt de effectieve lengte 35 van de hefboom varieert en daarmee ook de kracht die van de zuiger b op de zuiger 5 wordt overgedragen. Wanneer het voertuig niet geladen is hebben hefboom 8 en rol 7 de met getrokken lijnen getekende stand; bij volle belasting hebben hefboom en rol de met streeplijnen getekende stand.

300 3 4 09 ^dieningskamer 10 voor de zuiger b wordt bij het t -3- remmen gevoed via de pedaalverdeler 11 via welke ook een druklucht wordt toegevoerd naar de voorwielremelementen 12.

De remelementen 13 der achteras’ worden gevoed door de bedieningskamer 1*t voor de reactiezuiger 5 die weer wordt gevoed via de 5 inlaatklep 15·

Volgens de uitvinding staat de kamer 1*f in verbinding met een reservoir 5 via de inlaatklep 15 die normaal gesloten is en wordt bestuurd door de reactiezuiger 5·

Deze zuiger wordt bediend in de openingsinrichting der 10 klep zowel mechanisch door de vereffenaar of kantelhefboom 6 via een druk-stang 16 die inwerkt op de stang 17 als pneumatisch door de luchtdruk in de kamer 18, welke laatste wordt geleverd door de verdeler 11 en de druk-begrenzer 19·

De inrichting 19 heeft een cilinder 20 waarin de zuiger 15 21 kan verschuiven; deze zuiger staat aan een kant onder invloed van een veer 22 en aan de andere kant onder invloed van druklucht in een kamer 23, die via een kanaal 2k in verbinding staat met de bedieningskamer 18 voor de reactiezuiger 5 en via een normaal open begrenzingsklep 25, gedragen door de stang 26 van de zuiger 21 met een kamer 27, die in verbinding 20 staat met de bedieningskamer 10 voor de zuiger k, De veer 22 oefent een voorafbepaalde kracht uit die met de instelschroef 28 op de bodem 20a van de cilinder 20 en via een kop 29 op de veer inwerkt kan worden ingesteld.

De werking van de inrichting is als volgt:

Wanneer de bestuurder remt en daarmee de verdeler 11 be-25 dient wordt druklucht toegevoerd aan de kamer 18 via een leiding 30, de kamer 27, de open klep 25, kamer 23 en de opening 2h.

Tegelijkertijd wordt de kamer 10 voor de zuiger k gevoed met druklucht en wordt druklucht toegevoerd aan de remelementen 12. Bij het voeden van de kamer 18 zal de reactiezuiger 5 naar beneden worden ge-30 drukt en bestuurt het openen van de klep 15 via de zuigerstang 31 die is verbonden met de uitlaatklep 32.

Het resultaat is dat de druklucht in de kamer 33 stroomt naar de kamer 16 en daarvandaan naar de cilinders der remelementen 13, die de elementen welke worden bestuurd door de remregelaar, zijn.

35 Het voeden van de kamer 18 en daarmee het openen van de klep 15 wordt gehandhaafd totdat de druk in. de kamer 23 een zodanige waarde krijgt dat de werking van de veer 22 wordt overwonnen.

Wanneer dit geschiedt wordt de zuiger 21 naar boven gedrukt waarbij de klep 25 door de zuigerstang 26 wordt gesloten.

8003409 -4-

Zolang de begrenzingsklep 25 de voeding voor de kamer 18 niet geheel onderbreekt wordt druklucht toegevoerd aan de remcilinders waardoor de remelementen tegen de trommels worden gedrukt·

Wanneer de klep 25 geheel sluit, en in overeenstemming 5 daarmee de druk in de kamers 25 en 18 de voorafbepaalde waarden bereiken, staat de klep 15 onder invloed van de kracht uitgeoefend door het ver-effeningsstelsel 4, 6, 16 en 5 en de voortgaande luchttoevoer naar de remelementen 13 veroorzaakt het remmen· Daar echter de kracht afhangt van de stand van het steunpunt 7 op de vereffenaar 6 zal de remwerking steeds 10 worden bepaald door de belading van het voertuig·

Door het variëren van de karakteristieken der remelementen zal ook de druk die moet heersen in de kamers 18 en 23 om de remschoenen naar de trommels te brengen veranderen· Om rekening.te kunnen houden met verschillende omstandigheden is de veer 22 aangebracht waarvan de veer-15 kracht, instelbaar met de schroef 28, de vereiste druk bepaalt·

De aanwezigheid van druklucht in de kamer 33 maakt een snelle voeding van de remcilinders mogelijk met een dienovereenkomstige* verkleining van cfe reactietijd. Deze reactietijden worden nog verder verkleind doordat de leiding 30, die de verdeler 11 met de remregelaar ver-20 bindt, niet dient door het voeden van de remcilinders doch slechts een stuurfunktie verricht, een beperkte diamer kan hebben en een snelle besturing mogelijk maakt·

Door de boven omschreven maatregelen kunnen werktijden korter dan 0,4 seconden voor de achteras worden gerealiseerd.

25 Het verband tussen de stuurdruk Pc in de kamer 10 en de responsiedruk Pr in de kamer 14 is als aangegeven in Fig. 2, waarin het lijnstuk 0-K overeenkomt met de eerste nadering van de remschoenen naar de trommels· Het blijkt dat in dit gedeelte de verhouding Pr/Pc = 1, waardoor de responsiedruk in hoofdzaak gelijk is aan de stuurdruk. Zoals ge-30 zegd kan de plaats van het punt K worden veranderd door de belasting van de veer 22 te veranderen.

De krommen r^, r^, r^ ... r^., uitgaande van het punt K, representeren het drukpatroon voor de funktie Pr = f(Pc) tijdens het feitelijk remmen onder verschillende belastingsomstandigheden. De kromme r^ 35 correspondeert met een volledig belast voertuig, r^ met een leeg voertuig, en r^, etc. met daartussen gelegen belaftingswaarden.

Bij het lossen van de remmen worden de kamers 10 en 20 ontlucht naar de buitenlucht via de verdeler 11, dan opent de klep 25 en worden ook de kamers 23 en 18 naar de buitenlucht ontlucht· 8003409 -5-

De remelementen 13 ontluchten naar de buitenlucht via de uitlaat klep 32, het inwendige van de holle stang 27 en de holle druk-stang 16 en de opening 3^ in deze drukstang. Bij voorkeur is de inrichting 19 aangebracht in de ruimte tussen de holten 2 en 3 zodat de totaalaf-5 metingen van de rerainrichting niet toenemen* 8003409

Claims (5)

1. Regelinrichting voor de afhankelijk van de belasting op de remeleraenten van een voertuig inwerkende pneumatische druk omvattende 5 twee zuigers, waarvan er een de aandrijfzuiger is, bediend door de door de pedaalverdeler geleverde druklucht en de andere een reactiezuiger is, bediend door de druklucht in een voedingskamer die is verbonden met de rem-elementen van het voertuig, en waarbij een vereffenaar of kantelhefboom met een steunpunt waarvan de stand verandert als funktie van de belading 10 van het voertuig afhankelijk van de belading, de krachten overbrengt van de aandrijfzuiger op de reactiezuiger, met het k.enmerk, dat de voedingskamer voor de reactiezuiger in verbinding staat met een druk-luchtreservoir via een normaal gesloten inlaatklep bestuurd door de reactiezuiger, welke zuiger in de openingsrichting der klep wordt bediend zo-15 wel mechanisch door de vereffenaar of kantelhefboom via een drukstang, en pneumatisch door dezelfde druk die inwerkt op de aandrijfzuiger via een drukbegrenzingsinrichting welke de voeding toestaat van de regelkamer voor de reactiezuiger begrensd tot een beginremwerking gedurende„welke de inlaatklep is geopend en de remschoenen in de richting der trommels worden 20 gedrukt, terwijl de voeding wordt afgesloten zodra de druk in de regelkamer voor de reactiezuiger een waarde bereikt die correspondeert met het begin van de remwerking door de remschoenen.

2. Inrichting volgens caelusie 1,met het kenmerk, dat de drukbegrenzingsinrichting een zuiger omvat die aan één 25 kant staat onder invloed van een voorgespannen veer en aan de andere kant onder invloed van druklucht in een kamer die in verbinding staat met zowel de regelkamer voor de reactiezuiger als via een normaal open be-grenzingsklep opgenomen in de zuiger, met de voedingskamer voor de aandrijf zuiger, waarbij de veerbelasting wordt ingesteld in overeenstemming 30 met een drukwaarde die het begin van de remwerking der schoenen op de trommels verzekert.

3· Inrichting volgens conclusie 2,met het ken merk, dat de veerbelasting door middel van een stelschroef instelbaar is. k. Inrichting volgens conclusie 1-3, ra e t het k e n- 35 merk, dat de drukbegrenzingsinrichting is aangebracht in de zone tussen de aandrijfzuiger en de reactiezuiger.

5· Inrichting volgens conclusie 1, m e t het ken merk, dat de inlaatklep is opgenomen in de uitlaatklep en samenwerkt met de holle stang daarvan. 8003409 -7- s 6» Inrichting volgens conclusie 1 en 5i m e t het kenmerk, dat de drukstang die de verbinding vormt tussen de kantel-hefboom en de stang van de reactiezuiger met speling tegen de delen wordt vastgehouden.

7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het ken merk, dat elke drukstang hol is en is voorzien van een naar de omgevingslucht geopende ontluchtingsklep. 10 8003409