NL8001620A - Ritssluitingdraagband. - Google Patents

Ritssluitingdraagband. Download PDF

Info

Publication number
NL8001620A
NL8001620A NL8001620A NL8001620A NL8001620A NL 8001620 A NL8001620 A NL 8001620A NL 8001620 A NL8001620 A NL 8001620A NL 8001620 A NL8001620 A NL 8001620A NL 8001620 A NL8001620 A NL 8001620A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
loop
thread
needle
loops
zipper
Prior art date
Application number
NL8001620A
Other languages
English (en)
Other versions
NL184194C (nl
NL184194B (nl
Original Assignee
Yoshida Kogyo Kk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Yoshida Kogyo Kk filed Critical Yoshida Kogyo Kk
Publication of NL8001620A publication Critical patent/NL8001620A/nl
Publication of NL184194B publication Critical patent/NL184194B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL184194C publication Critical patent/NL184194C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B19/00Slide fasteners
    • A44B19/24Details
    • A44B19/40Connection of separate, or one-piece, interlocking members to stringer tapes; Reinforcing such connections, e.g. by stitching
    • A44B19/406Connection of one-piece interlocking members
    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05BSEWING
    • D05B93/00Stitches; Stitch seams
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/25Zipper or required component thereof
    • Y10T24/2518Zipper or required component thereof having coiled or bent continuous wire interlocking surface
    • Y10T24/2525Zipper or required component thereof having coiled or bent continuous wire interlocking surface with mounting portion having structural formations complementary to stitching

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Slide Fasteners (AREA)
  • Sewing Machines And Sewing (AREA)

Description

r-r * i«
Ritssluitingdraagband
De uitvinding heeft betrekking op een ritssluiting-draagband, omvattende een draagband en een reeks van sluitele-menten die zijn vastgestikt aan de band langs een langsrand daarvan door gebruik te maken van een meervoudige draadkettingsteek of 5 "dubbel vergrendelde steek".
Bij het vaststikken van een reeks van sluitele-menten aan een draagband voor een ritssluiting, is één van de meest toegepaste steektypen de meervoudige draadkettingsteek of "dubbel vergrendelde steek", die wordt gevormd met twee of meer stikdraden, 10 dat wil zeggen naald- en lusdraden.
Het is gebruikelijk om een gesponnen of multi-filamentgaren te gebruiken voor zowel de naalddraad als de lusdraad, omdat dergelijke non-monofilamentgarens flexibel zijn en minder rekbaar en het daardoor mogelijk maken dat de sluitelementen stevig 15 aan de band worden gestikt met een naaimachine die met hoge snelheid werkt zonder dat breuk van een stiknaald optreedt.
Een gemeenschappelijk probleem dat optreedt bij dergelijke bekende ritssluitingdraagbanden is, dat, omdat de materiaal- en stofstructuur van moderne draagbanden gewoonlijk van 20 het type zijn met weinig wrijvingsweerstand, de stikseldraden gemakkelijk loskamen uit de gesneden eindgedeelten die van de draagband van een continue lengte zijn gesneden tot een ritssluiting-lengte. Met deze opstelling kunnen, indien de tegenover elkaar gelegen draagbanden in zijdelingse richting aan het ene einde in 25 tegengestelde richtingen worden weggetrokken gedurende het halen van een paar van de gekoppelde ritssluitingdraagbanden door een schuif, de uiterste één of twee of zelfs meer sluitelementen op elke band gemakkelijk worden verplaatst. Daardoor is het vaak moeilijk of zelfs onmogelijk om de schuif op de gekoppelde ritssluitingdraagbanden aan 30 te brengen.
8 0 0 1 6 2 Ó 2
Het Amerikaanse octrooischrift 3.783.476 beschrijft een ritssluitingdraagband met een reeks van sluitelementen die aan i een draagband zijn bevestigd door middel van een enkelynaaldsdubbel-vergrendelde steek die is gevormd met naald- en lusdraden, waarvan 5 alleen de naalddraad een monofilamentgaren omvat. De naalddraad bevindt zich op de sluitelementzijde van de ritssluitingdraagband en daardoor moet het vaststikken vanaf die zijde worden uitgevoerd. Dit vereist een speciaal ontworpen geleidingsmiddel voor het ondersteunen van de ritssluitingdraagband, zodat het oppervlak van de 10 draagband waarop de sluitelementen moeten worden bevestigd, naar boven ligt gedurende het vaststikken. Met deze opstelling is een voldoende mate van stevigheid van het stiksel moeilijk te bereiken. Verder kan de naalddraad, omdat de sluitelementen door de monofilamentvormige naalddraad tegen de draagband wordt gehouden en zowel 15 de sluitelementen als de naalddraad weinig wrijvingsweerstand hebben, gemakkelijk op de sluitelementen slippen en kan dus niet de sluitelementen stabiel op hun plaats op de band houden. Bovendien steekt de lusdraad uit van het bandoppervlak, zodat aannemelijk is dat een schuif de lusdraad zal doen slijten.
20 Het Amerikaanse octrooischrift 3.768.125 heeft be trekking op een andere soort van ritssluitingdraagband met een reeks van sluitelementen die is bevestigd aan de draagband door middel van een enkelxnaaldse dubbelxvergrendelde steek die is gevormd met naald- en lusdraden die elk een monofilamentgaren bevatten. Een 25 dergelijke ritssluitingdraagband heeft niet voldoende flexibiliteit, hetgeen één van de meest belangrijke factoren voor ritssluitingen is, tendele omdat monofilamentgarens uit zichzelf stijf zijn en tendele omdat de lussen van de monofilamentvormige lusdraad zich uitstrekken over en rond de sluitelementen. Omdat de sluitelementen 30 tegen de draagband worden gehouden door de monofilamentvormige lusdraad en zowel de sluitelementen als de monofilamentvormige lusdraad weinig wrijvingsweerstand hebben, kan de naalddraad gemakkelijk op de sluitelementen slippen en dus is het niet te verwachten dat de sluitelementen stabiel op hun plaats op de band worden ge-35 houden.
800 1 6 20 *·' 1 3
Volgens de uitvinding worden naaisteken die een reeks van sluitelementerjéan een draagband bevestigen, gevormd met tenminste één naalddraad en een lusdraad. De naalddraad bestaat uit een thermoplastisch monofilamentgaren en heeft lussen die elk 5 gaan door de band vanaf de onderzijde daarvan en zich uitstrekken door een ruimte tussen twee aangrenzende sluitelementen. De lusdraad bestaat uit een gesponnen of uit een multifilamentvormig garen en heeft lussen die zich uitstrekken over en rond de sluitelementen aan de bovenzijde van de band. De naalddraad is inéén gestrengeld en 10 verbonden met de lussen van de lusdraad en elk van de naalddraad-lussen heeft een beperkt gedeelte dat samenwerkt met twee aangrenzende lusdraadlussen. Na het vaststikken van de sluitelementen aan de band wordt de thermoplastische monofilamentvormige naalddraad door warmte gefixeerd teneinde wat zijn dimensie betreft stabiel te 15 worden. Dergelijke beperkte gedeelten van de naalddraadlussen dienen ervoor te zorgen dat de lusdraad los geraakt zelfs aan de gesneden eindgedeelten. Dit belet dat de sluitelementen op de band worden verplaatst aan het einde van de elementreeks waarop een schuif wordt geplaatst of gemonteerd.
20 Verder zijn de bovenvlakken van de naalddraadlussen geplaatst boven of in een vlak met de bovenvlakken van de lusdraadlussen, zodat de lusdraad netjes kan worden beschermd tegen slijtage tengevolge van wrijvingssamenwerking met een schuif.
Het is dus een oogmerk van de uitvinding om een 25 ritssluitingdraagband te leveren die een nette plaatsing van een schuif mogelijk maakt.
Een ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een ritssluitingdraagband die een reeks van sluitelementen heeft die stabiel op een plaats op de draagband worden gehouden en 30 dus vrij is van onbedoeld scheiden van een bijbehorende draagband indien de gekoppelde draagbanden in de een of andere richting worden gebogen.
Een ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een ritssluitingdraagband die goedkoop kan worden vervaardigd.
35 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht 80 0 1 6 20 4 aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een aantal uitvoeringsvormen van een draagband volgens de uitvinding is weergegeven. De tekening toont: figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een 5 paar gekoppelde ritssluitingdraagbanden, figuur 2 een eindaanzicht van de ritssluitingdraag-banden van figuur 1, figuur 3 een schematische doorsnede volgens de lijn
IlI-IIIvan figuur 1, 10 figuur 4 een schematische doorsnede volgens de lijn IV - IV van figuur 1, figuur 5 in perspectief een schema van de naai-steken van de figuren 1-4, waarin het vormen van naald- en lus-draden is weergegeven, 15 figuur 6 een zijaanzicht van een lus van de naald- draad, figuur 7 een bovenaanzicht van de naalddraadlus van figuur 6, de figuren 8 en 9 de wijze waarop het paar van ge-20 koppelde ritssluitingdraagbanden van figuur 1 door een schuif wordt gehaald, figuur 10 een dwarsdoorsnede van een ritssluiting-draagband volgens een tweede uitvoeringsvorm, figuur 11 een langsdoorsnede van de draagband 25 van figuur 10, figuur 12 hetzelfde als in figuur 10 doch van een ritssluitingdraagband van een derde uitvoeringsvorm, figuur 13 een gedeeltelijk bovenaanzicht van een ritssluitingdraagband van een vierde uitvoeringsvorm, 30 figuur 14 verschillende voorbeelden voor de dwars doorsnede van de naalddraad, en de figuren 15 en 16 vergelijkbare dwarsdoorsneden van een lusdraad onder veranderende spanning.
De in de figuren 1-4 weergegeven ritssluiting 21 35 omvat een paar ritssluitingdraagbanden 21 en 23 die elk een paar 80 0 1 6 20 l· \ 5 respectieve draagbanden 24 en 25 hebben die elk op en langs een langsrand daarvan een reeks van sluitelementen 25 in de vorm van een continue filamentvormige wikkel van thermoplastische kunsthars ondersteunen- Elke reeks van sluitelementen 26 is aan één van de 5 banden 24, 25 bevestigd door middel van stikselsteken. Het type van de stikselsteken is een meerdradige kettingsteek of "dubbel vergrendelde steek", die is gevormd met een naalddraad 27 en een lusdraad 28. Elk van de sluitelementen 26 heeft een paar van op afstand van elkaar gelegen boven- en onderbenen 29 en 30, en een 10 koppelkop 31 die daartussen ligt. Het onderbeen 30 van elk sluit- element ligt op het bovenvlak 33 (figuur 2 en 3) van de draagband 24, 25 en is met het bovenbeen 29 van een voorgaand of opvolgend sluit-element verbonden door een verbindingsgedeelte 32, waarbij het bovenelement 29 op een afstand ligt van hetzelfde bandoppervlak 15 33. Een kern 34 in de vorm van een textielkoord loopt in lengte richting door de reeks van sluitelementen 26 en wordt vastgehouden door de naalddraad 27 tegen de koppelgedeelten 32 in het inwendige van de sluitelementen 26.
De naalddraad 27 bestaat uit een monofilamentgaren 20 van thermoplastische kunsthars zoals nylon. De lusdraad 28 bestaat uit een non-monofilamentgaren, dat wil zeggen een multifila-ment of gesponnen garen dat is gemaakt van een kunsthars zoals polyester .
Zoals in figuur 3 is weergegeven heeft de naald-25 draad 27 lussen 35 die elk gaan door de band 24, 25 vanaf de onderzijde daarvan en zich uitstrekken door een ruimte tussen twee aangrenzende sluitelementen 26, waarbij elk van de naalddraadlussen 35 een beperkt gedeelte 35a (figuur 5 en 6) heeft. De lussen 35 van de naalddraad 27 zijn inéén gestrengeld en verbonden met de lusdraad 30 28, zodat deze inëénstrengelingen en inéén vlechtingen 37 zich be vinden tussen aangrenzende elementbenen 29. De ene lus 36 van twee aangrenzende lussen 36, 36b van de lusdraad 28 strekt zich uit rond en over het bovenelement 29 aangrenzend daaraan en rond het beperkte gedeelte 35a van de naalddraadlus 35. De andere lusdraadlus 36a is 35 inéén gestrengeld met de naalddraadlus 35 teneinde zich te bevinden 800 1 6 20 ψ * 6 boven de ene lusdraadlus 36. Een einde van de lus 36 is gemengd met een einde van een voorgaande lus 36a via een verbindingsgedeelte 36b, en het andere einde van de lus 36 is vermengd met het andere einde van een opvolgende lus 36a door een verbindingsgedeelte 36b.
^ Het verbindingsgedeelte 36b loopt door de corresponderende naald-draadlus 35 teneinde zich daarin in intiem contact te bevinden met de lusdraadlus 35a. Zoals in de figuren 3 en 4 is weergegeven bevindt de lusdraadlus 36 die zich uitstrekt rond het beperkte gedeelte 35a, zich tussen de lusdraadlus 36a en de kern 34. Het beperkte 10 gedeelte 35a dient dus voor het vasthouden van de lusdraadlus 36.
De lusdraadlus 36a en het verbind-ngsgedeelte 36b strekken zich dicht in de nabijheid van de naalddraadlus 35 uit, zodat het niet waarschijnlijk is dat de lus 36a losraakt. Verder strekken de afzonderlijke naalddraadlussen 35 zich naar boven uit voorbij de boven-15 ste vlakken 36a (figuur 4) van de lusdraad 28 over een bepaalde afstand 1 (figuur 4), zodat een schuif 44 (figuur 2) niet gemakkelijk de lusdraad 28 doet slijten. De afstand 1 is ten hoogste gelijk aan de diameter van de naalddraad 27. En de minimum waarde van de afstand 1 kan nul zijn, dat wil zeggen de bovenste vlakken 20 35b van de naalddraadlussen 35 kunnen in één vak liggen met die van de lusdraad 28.
Deze kenmerken kunnen in de praktijk worden gebracht door het kiezen van een bepaalde mate van spanning F van de lusdraad 28 en een bepaalde mate van spanning f van de naalddraad 27 25 in het stiksel. Zoals algemeen bekend is worden, indien de lusdraad 28 minder sterk onder spanning wordt gebracht (onder de spanning F') terwijl de naalddraad 27 stevig onder spanning wordt gebracht,(onder de spanning f')f zodat de lusdraadgedeelten 28a - c op het boven- elementbeen 29 op de wijze van figuur 15 zijn opgesteld, de inéén 30 strengelmgen en verbindingen 37 teruggetrokken naar de band 24, 25, hetgeen ertoe leidt dat de oppervlakken 35b van de naalddraadlussen 35 naar beneden worden bewogen onder de oppervlakken 36c van de lusdraad 28. Omgekeerd, indien de lusdraad 28 onder een hoge spanning wordt gebracht (onder de spanning f), terwijl de naald-35 draad 27 minder sterk onder spanning wordt gebracht (onder de span- 8001620 * 7 I « ning f')/ zodat de lusdraadgedeelten 28a - c zich nu bevinden op de wijze van figuur 16, worden de inéén strengelingen en verbindingen 37 en dus de oppervlakken 35b van de naalddraadlussen 35 omhoog bewogen boven de oppervlakken 36c van de lusdraad 28. De 5 vereiste spanningen P en f voor de lusdraad 28 en de naalddraad 27 worden bepaald door de volgende ongelijkheden: F" > F \ F' f' - f *f"
Zoals in figuur 7 is weergegeven heeft de afzonder-10 lijke naalddraadlus 35 een verbreed gedeelte 35c.
Na het vaststikken van de sluitelementen 26 aan de draagband 24 en 25 op de bovenbeschreven wijze, wordt de naalddraad 27 die uit een thermoplastisch monofilamentgaren bestaat, door warmte gefixeerd door het toevoeren van een verwarmd medium, bij- 15 voorbeeld gedurende een verfproces. Dientengevolge wordt de naalddraad 27 wat zijn dimensie betreft stabiel, dat wil zeggen dat de gebogen configuraties 35a, 38 en 39 (figuur 3 en 4) van de naalddraad 27 worden gehandhaafd tegen verdere dimensiewisseling, zodat wordt voorkomen dat de naalddraad 27 alsmede de lusdraad 28 los-20 raken aan de gesneden eindgedeelten 40 en 41 van de respectieve ritssluitingdraagbanden 22 en 23.
Meer in het bijzonder zal indien de naalddraad 27 zodanig wordt afgesneden dat zijn afgesneden einde 42 naar boven wijst (figuur 4), de naalddraad 27 niet makkelijk losraken omdat 25 de gebogen configuratie 38 van de naalddraad 27 stabiel is gemaakt.
In het geval dat de naalddraad 17 zodanig wordt afgesneden dat zijn gesneden einde 43 naar beneden wijst (figuur 3), wordt de lusdraad 28 aan zijn gesneden eindgedeelte op zijn plaats gehouden door de uiterste naalddraadlus 35 waarvan de gebogen configuratie 35a, 39 30 niet zal veranderen. De uiterste één of twee sluitelementen 26 kunnen dus netjes op hun plaats worden gehouden en worden beschermd tegen losraken van de band 24, 25 onafhankelijk waar het gesneden einde van de draagband 22, 23 zich bevindt.
De gekoppelde ritssluitingdraagbanden 22 en 23 die 35 op deze wijze zijn vervaardigd, kunnen worden gehaald door de schuif 80 0 1 6 20 8 44 (figuur 8 en 9) vanaf de achteruitmonding 45 met zeer veel gemak.
Bij het doorhalen worden de gekoppelde ritssluitingdraagbanden 22 en 23 in de schuif gestoken vanaf de achteruitmonding 45 daarvan totdat het vooreinde van de samenwerkende reeksen van sluit-5 elementen 26 juist aan de voorzijde van de schuifnek 46 (figuur 8) komt. Op dat moment worden de tegenover elkaar gelegen draagbanden 24 en 25 aan de respectieve vooreinden door de vingers vastgenomen. Vervolgens worden de tegenover elkaar gelegen draagbanden 24 en 25 in de richtingen getrokken die zijn aangeduid door de respectieve 10 pijlen 47 en 48 (figuur 8) voor het ontkoppelen van de bij elkaar behorende tegenover elkaar gelegen reeksen van sluitelementen 16 aan de vooreindgedeelten (figuur 9). Vervolgens worden de tegenover elkaar gelegen draagbanden 24 en 25 voorbij het fronteinde 51 van de schuif 44 getrokken in de richting van de respectieve pijlen 15 49 en 50. Eerder wordt de schuif 44 op de ritssluitingdraagbanden 22 en 23 gemonteerd. Gedurende dit doorhalen worden de uiterste één of twee sluitelementen 26 op elke band 24 en 25 stabiel op hun plaats gehouden zelfs indien relatief grote trekkrachten op de tegenover elkaar gelegen draagbanden 24 en 25 worden uitgeoefend.
20 Volgens de uitvoeringsvorm van de figuren 10 en 11 heeft elk sluitelement 26 een groef 52 die zich uitstrekt over zijn bovenbeen 29, en de lusdraadgedeelten 28a - c zijn opgenomen in de groef 52 en wordt daardoor stabiel. Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 12 heeft het bovenbeen 29 van elk sluitelement 26 25 ribbels 53 voor het ontvangen van de lusdraadgedeelten 28a - c in elke ribbel. Indien een dergelijke groef 52 of ribbel 53 aanwezig is, is het mogelijk om de dikte H (figuur 11) van de ritssluiting-draagband 22, 23 zo klein mogelijk te maken.
Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 13 wordt het 30 vergrendelingsstiksel gevormd met twee naalddraden 54 en 55 en één lusdraad 28. v.
Voor het verkrijgen van een hogere wrijvingsweer-stand kan de naalddraad 27 een niet cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben, zoals een ellips (a) een driehoek (b), een vierkant (c) 35 of een rechthoek (d) (figuur 14).
80 0 1 6 20 9
In elk van de bovenbeschreven uitvoeringsvormen bevindt de naalddraad 27 zich aan de bandzijde van de ritssluiting-draagband 22, 23, terwijl de lusdraad 28 zich aan de sluitelement-zijde bevindt. Met een dergelijke opstelling kan de ritssluiting-5 draagband op een zodanige wijze worden geleid, dat het oppervlak 33 van de draagband 24, 25 waarop de sluitelementen 26 moeten worden bevestigd, gedurende het vaststikken naar beneden is gericht. Dit vereist geen speciaal ontworpen geleidingsmiddelen en dus een minder dure en minder ingewikkelde naaimachine.
10 In het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoeringsvormen dan in de tekening zijn weergegeven.
800 1 6 20

Claims (6)

1. Ritssluitingdraagband, omvattende een draagband en een reeks van sluitelementen die zijn vastgestikt aan de band op een van tegenover elkaar gelegen vlakken daarvan langs 5 zijn ene in lengterichting lopende rand door dubbel vergrendelde stiksels die zijn gevormd met tenminste één naalddraad en een lusdraad, welke naalddraad lussen heeft die elk passeren door de band vanaf het andere oppervlak daarvan en lopen door een ruimte tussen twee aangrenzende sluitelementen, welke lusdraad lussen heeft die 10 zich uitstrekken rond en over de sluitelementen op het ene oppervlak van de band, welke naalddraad inéén is gestrengeld met de lussen van de lusdraad, met het kenmerk, dat de naald- en lusdraden respectievelijk bestaan uit een thermoplastisch monofilamentgaren en een gesponnen of multifilamentgaren, dat elk van de lussen van de naald-15 draad een verkleind gedeelte heeft dat samenwerkt met de lussen van de lusdraad, en dat de naalddraad na het vaststikken van de sluitelementen aan de band door warmte is gefixeerd teneinde wat zijn dimensie betreft stabiel te worden.
2. Ritssluitingdraagband volgens conclusie 1, 20 met het kenmerk, dat elke lus van de naalddraad een bovenoppervlak heeft dat zich bevindt boven de bovenvlakken van de lussen van de lusdraad.
3. Ritssluitingdraagband volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke lus van de naalddraad een bovenvlak heeft 25 dat in één lijn ligt met de bovenvlakken van de lussen van de lusdraad.
4. Ritssluitingdraadband volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de sluitelementen tenminste één groef heeft in zijn bovenoppervlak voor het ontvangen van de lusdraad.
5. Ritssluitingdraagband volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de naalddraad een niet-cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft.
6. Draagband zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 800 1 6 20
NLAANVRAGE8001620,A 1979-03-26 1980-03-19 Ritssluitingdraagband. NL184194C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP3528879 1979-03-26
JP54035288A JPS5933366B2 (ja) 1979-03-26 1979-03-26 スライドフアスナ−

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8001620A true NL8001620A (nl) 1980-09-30
NL184194B NL184194B (nl) 1988-12-16
NL184194C NL184194C (nl) 1989-05-16

Family

ID=12437578

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8001620,A NL184194C (nl) 1979-03-26 1980-03-19 Ritssluitingdraagband.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4306338A (nl)
JP (1) JPS5933366B2 (nl)
AU (1) AU516549B2 (nl)
BE (1) BE882453A (nl)
BR (1) BR8001306A (nl)
CA (1) CA1142331A (nl)
CH (1) CH643992A5 (nl)
DE (1) DE3011277C2 (nl)
ES (1) ES8100868A1 (nl)
FR (1) FR2452263B1 (nl)
GB (1) GB2044841B (nl)
HK (1) HK35187A (nl)
IT (1) IT1128241B (nl)
MY (1) MY8600295A (nl)
NL (1) NL184194C (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS60155311U (ja) * 1984-03-28 1985-10-16 ワイケイケイ株式会社 スライドフアスナ−
EP0476133B1 (en) * 1990-03-01 1996-07-31 Jatecs Yugen Kaisha Fastening and ornament provided with the same
USD747996S1 (en) * 2014-09-06 2016-01-26 Leonard Bridges Rope formed by interlocking stitches for use in jewelry, clothing, accessories, or applied to the surface of articles of manufacture

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB948098A (en) * 1961-04-28 1964-01-29 Tadao Yoshida Method of manufacturing double-loop stitched slide fasteners
FR2148093A1 (nl) * 1971-07-31 1973-03-11 Yoshida Kogyo Kk
NL7207746A (nl) * 1971-10-13 1973-04-17
FR2154793A1 (nl) * 1971-10-02 1973-05-11 Yoshida Kogyo Kk
NL7810017A (nl) * 1977-10-05 1979-04-09 Yoshida Kogyo Kk Ritssluitingdraagband.
NL7909029A (nl) * 1978-12-21 1980-06-24 Yoshida Kogyo Kk Ritssluitingdraagband.

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2151001C3 (de) * 1971-10-13 1975-08-28 Opti-Holding Ag, Glarus (Schweiz) Reißverschluß
JPS5328575Y2 (nl) * 1971-12-30 1978-07-18
US4034444A (en) * 1975-01-09 1977-07-12 Textron, Inc. Slide fastener stringer
JPS5837287Y2 (ja) * 1977-07-06 1983-08-23 ワイケイケイ株式会社 スライドフアスナ−

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB948098A (en) * 1961-04-28 1964-01-29 Tadao Yoshida Method of manufacturing double-loop stitched slide fasteners
FR2148093A1 (nl) * 1971-07-31 1973-03-11 Yoshida Kogyo Kk
FR2154793A1 (nl) * 1971-10-02 1973-05-11 Yoshida Kogyo Kk
NL7207746A (nl) * 1971-10-13 1973-04-17
NL7810017A (nl) * 1977-10-05 1979-04-09 Yoshida Kogyo Kk Ritssluitingdraagband.
NL7909029A (nl) * 1978-12-21 1980-06-24 Yoshida Kogyo Kk Ritssluitingdraagband.

Also Published As

Publication number Publication date
AU516549B2 (en) 1981-06-11
CA1142331A (en) 1983-03-08
NL184194C (nl) 1989-05-16
MY8600295A (en) 1986-12-31
IT1128241B (it) 1986-05-28
FR2452263B1 (fr) 1985-05-31
FR2452263A1 (fr) 1980-10-24
JPS5933366B2 (ja) 1984-08-15
IT8067461A0 (it) 1980-03-25
DE3011277A1 (de) 1980-10-09
BR8001306A (pt) 1980-11-04
CH643992A5 (de) 1984-07-13
ES489864A0 (es) 1980-12-16
HK35187A (en) 1987-05-01
GB2044841A (en) 1980-10-22
BE882453A (fr) 1980-07-16
GB2044841B (en) 1982-12-22
JPS55129006A (en) 1980-10-06
US4306338A (en) 1981-12-22
DE3011277C2 (de) 1984-11-22
ES8100868A1 (es) 1980-12-16
NL184194B (nl) 1988-12-16
AU5550880A (en) 1980-10-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
TWI646917B (zh) 附有拉鏈之製品及鏈齒構件、以及附有拉鏈之製品之製造方法
SU1279536A3 (ru) Способ изготовлени по сной ленты на игольном лентоткацком станке с крючковой иглой и по сна лента
EP3384799B1 (en) Slide fastener tape member and tape member production method
US3783476A (en) Slide fastener stringer with stitched coupling element
NL7909029A (nl) Ritssluitingdraagband.
JP2000303298A (ja) 帯 体
GB1584472A (en) Sliding clasp fastener stringer and method of manufacture
US5472019A (en) Interlacing arrangement in woven slide fastener stringer
US20130139555A1 (en) Knitted velcro sleeve
US3804458A (en) Disposable headrest cover with improved attaching means
TW201212844A (en) Slide fastener stringer provided with knit tape
NL8001620A (nl) Ritssluitingdraagband.
NL7908807A (nl) Ritssluitingdraagband.
CN1142734C (zh) 编织拉链的半边
CA1137738A (en) Stringer tape for slide fasteners
JP2002360315A (ja) 編込みスライドファスナー
US3316870A (en) Method of making coil type zipper fastener stringers
NL7907148A (nl) Losmaakbare ritssluitingketting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
CA1109235A (en) Slide fastener stringer
US4069781A (en) Protective cover, particularly an antimacassar
US3991795A (en) Beadless woven stringer for a spiral slide fastener
TWI834535B (zh) 平底樹脂拉鏈
NL7908175A (nl) Ritssluitingdraagband.
TWI639397B (zh) 拉鏈鏈帶
NL8105844A (nl) Deelbare ritssluiting.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: YKK CORPORATION

V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20000319