NL7905189A - Anti-diefstalinrichting voor voertuigen. - Google Patents

Description

f VO 7979 _ _____

Hiperblock' S.A.,

Gerona, Spanje.

Anti-diefstalinrichting voor voertuigen.

Diefstal van automobielen is zonder enige twijfel een van de meest veelvuldig voorkomende misdrijven waartegen de autoriteiten machteloos staan.

Ofschoon in de meeste gevallen het gestolen voertuig wordt ge-5 bruikt voor joy-riding, komt het ook steeds vaker voor, dat een voer tuig wordt gestolen voorafgaand aan ernstige misdrijven, zeals terroristische acties en berovingen.

Afgezien van de motieven is het een feit, dat het aantal gestolen voertuigen over de gehele wereld dagelijks toeneemt en dat de 10 in deze voertuigen aangebrachte anti-diefstalinrichtingen, of zij nu direct bij de fabricage of lager zijn aangebracht, niet effectief zijn.

Volgens een van de meest gebruikelijke systemen om diefstal van een voertuig te voorkomen wordt de stuurinrichting van het geparkeerde voertuig geblokkeerd. In de praktijk is echter gebleken dat een stevi-15 . ge ruk aan het stuurwiel voldoende is om de blokkering op te heffen, zodat het voertuig gebruiksklaar kan worden gemaakt door een eenvoudige overbrugging van het contactslot.

Andere bekende inrichtingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van kettingen, staven en dergelijke, die het stuurwiel, de versnellings-20 hendel en het rempedaal en/of het koppelingspedaal blokkeren, kunnen op eenvoudigs wijze onklaar worden gemaakt door de ketting door te snijden en bovendien kunnen de toegepaste sloten eenvoudig worden geopend met gebruikmaking van moedersleutels of op een van de vele andere wijzen, die bij autodieven in gebruik zijn.

25 Ook de elektronica wordt toegepast in een groet aantal inrich tingen, die zijn ontworpen om passief automobielen te beveiligen, getuige een groot aantal op de markt gebrachte vernuftige inrichtingen, die, na activering door het openen van de deur of op andere wijze, ge- 790 5 1 89 * 2 ' ¥ ________ .

luidssignalsn en lichtsignalen geven, teneinde voorbijgangers te waarschuwen, waarbij de elektrische installatie van het voertuig wordt geblokkeerd. Al deze inrichtingen Kunnen echter onklaar worden gemaakt en de effectiviteit van dergelijke inrichtingen hangt in hoge mate 5 af van de wijze waarop de uitschakelaar van de inrichting ontoeganke lijk is gemaakt, daar de werking van dergelijke inrichtingen op eenvoudige wijze kan worden-achterhaald door dieven, die zelf een dergelijke inrichting kopen en vervolgens kunnen bestuderen.

In elk geval wordt op deze wijze het voertuig niet onverplaats-10 baar gemaakt en kan het altijd naar een andere plaats worden gebracht waar de inrichting rustig onklaar kan worden gemaakt door de dieven.

De uitvinding beoogt een verbeterde anti-diefstalinrichting voor voertuigen, welke de vier wielen van het voertuig blokkeert, zodat verplaatsing van het voertuig, anders dan door het op te tillen 15 met behulp van een kraan en op een vrachtwagen te plaatsen, wordt voorkomen.

Deze blokkering van de wielen wordt bewerkstelligd door gebruik te maken van het remsysteem van het voertuig, doch heeft geen neveneffecten op de werking van het remsysteem.

20 De blokkeermiddelen worden geactiveerd en uitgeschakeld door gebruik te maken van de elektrische installatie van het voertuig. Daar echter het in stand houden van de geblokkeerde of de niet geblokkeerde toestand nist afhankelijk is van de elektrische installatie, blijven de wielen altijd geblokkeerd of niet geblokkeerd onafhankelijk van 25 het feit of de accu van het voertuig is aangesloten en onafhankelijk van het feit of deze accu ±v. goede toestand verkeert of niet.

De uitschakel- of inschakelmiddelen. kunnen altijd zichtbaar zijn. Niettemin kan het uitschakelen slechts worden gedaan door degene die 'de vaste elektronische code voor elke inrichting kent.

30 Voorts is de inrichting, die de blokkering bewerkstelligt en handhaaft, evenals de besturingsmiddelen daarvoor, geplaatst in een ontoegankelijk, braakvrij samenstel, dat aan de carosseris van het -voertuig is bevestigd, terwijl de bedieningsmiddelen, die de besturingsmiddelen activeren losneembaar in het instrumentenpaneel van het 35 voertuig zijn aangebracht, en hetzelfde zijn voor alle inrichtingen, / 790 5 1 89 ί 3 " f vooropgesteld, dat de elektronische code die de deblokkeringsvolgorde bepaalt, bekend is.

Daar de handhaving van de geblokkeerde of niet geblokkeerde toestand van de inrichting onafhankelijk is van de elektrische ener-5 giebron van het voertuig, is er geen mogelijkheid energie toe te voe ren teneinde de inrichting van de ene stand in de andere te brengen, behalve via de elektronische code, die zo gecompliceerd kan zijn als noodzakelijk is.

Verplaatsing van op deze wijze beveiligde voertuigen is prak-10 tisch onmogelijk, behalve door het voertuig met behulp van een kraan of dergelijke op te tillen, en/of de inrichting te demonteren. Daardoor wordt het remcircuit echter onbruikbaar, hetgeen het verder verplaatsen van het voertuig bemoeilijkt.

De maatregelen volgens de uitvinding omvatten in hoofdzaak de 15 toepassing van een permanent„magnetisch aantrekkend en afstotend ele ment in een in het hydraulische retourcircuit van het remstelsel van de auto aangsbracnt'e klep. Het magnetische element wordt bestuurd door een dubbelwerkende spoel, die slechts kan worden geactiveerd door een elektronisch circuit dat wordt bestuurd door specifieks 3030010--20 gen, dis als een elektronische code werken. De klep, de afdichting, het magnetische element, de spoel en het elektronische circuit bevinden zich in een ontoegankelijke houder.

Het retourcircuit van het hydraulische remsysteem van een automobiel wordt geblokkeerd door een elektrische klep, die een spoel met 25 dubbele werking omvat, welke spoel twee wikkelingen heeft, en in de karn waarvan zich een afdichting bevindt voor het retourcircuit van de remvloeistof.

De wikkelingen hebben een tegengestelde polariteit en kunnen de kern, tezamen met de afdichting, in twee eindstanden brengen. In 30 da ene eindstand blijft het remcircuit vrij, terwijl in de andere eindstand het remcircuit is gesloten en, gesloten blijft, zodat, nadat de rem is bediend, het voertuig geblokkeerd blijft.

De dubbelwerkende spoel is voorzien van een permanent magnetisch huis, dat geleid kan worden, en dat de kern, die de afdichting 35 van het circuit vormt in een van de eindstanden kan vasthouden.

7905189 4 " * ·* EIK van de spoelen is voorzien van onafhankelijks activerings-middelen, die niet gelijktijdig behoeven te werken.

De spoel, die inwerkt op de zich in de afdichting bevindende kern, en deze in de blokkeerstand van het retourcircuit van de rem-5 vloeistof brengt, wordt bediend door twee gelijktijdig werkende druk knoppen, terwijl de spoel die de kern in de andere of niet werkzame stand brengt, waardoor het remcircuit vrij wordt gegeven, wordt bestuurd door een elektronische programmeerinrichting, waarin een aantal al dan niet verschillende spanningen wordt toegepast, hetgeen werkt 10 als een slot voor de elektronische code, die kan worden bestuurd met een toetsenbord. De programmeerinrichting en de resterende elementen van het elektronische slot zijn evenals de elektrische klep aangebracht in een ontoegankelijk samenstel, dat stevig aan de automobiel is bevestigd.

15 Elk van de knoppen van het toetsenbord, die de elektronische code bepalen, wordt ingesteld op een vooraf bepaalde spanningen, die voor dezelfde code altijd constant is, waarbij dit toetsenbord losneembaar is verbonden met een vergelijkketen, die in de actieve positie altijd spanning ontvangt van de elektronische programmeerinrich-20 ting.

De programmeerinrichting omvat twee of meer al dan niet gelijke spanningen, die in een bepaalde volgorde of onafhankelijk worden vergeleken met een gelijk aantal van het toestenbord afkomstige spanningen.

25 Als de van de knoppen afkomstige spanningen overeenkomen met de in de programmeerinrichting vastgelegde grootte en aantallen, wordt de programmeerinrichting door de vergelijkinrichting geactiveerd door pulsen, die telkens optreden wanneer twee spanningen samenvallen. Elke puls bewerkstelligt een verandering in de stand van de programmeer-30 inrichting, en elke verandering bewerkstelligt de aanwezigheid van een nieuwe spanning in de comparator, afkomstig van de programmeerinrichting, totdat de juiste spanning van het toetsenbord wordt toegevoerd.

Als in de comparator een spanning aanwezig is, die niet samenvalt met een van de programmeerinrichting afkomstige spanning, keert 35 de programmeerinrichting terug naar de oorspronkelijke positie, onaf- / 7905189 9 * 5 hankelijk van de op dat moment bereikte positie.

Als. alle positieveranderingen in de programmeerinrichting hebben plaatsgevonden wordt een signaal afgegeven aan een monostabiele schakeling., die een puls met een specifieke duur zendt naar een span-5 ningsketen, die de spoelen van de elektrische klep beïnvloedt, en de afdichting in de onwerkzame stand brengt, waardoor het remcircuit . wordt vrijgegeven.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de spoel uit twee concentrische delen en bestaat de kern van de spoel 10 eveneens uit twee delen, waarvan het ene beweegbaar en het andere sta tionair is.

Het stationaire deel heeft aan het ene uiteinde, dat met het beweegbare deel kan worden gekoppeld, een coaxiaal huis, waarin het beweegbare deel zich bevindt, en het beweegbare deel is weer voorzien 15 van een uitsparing, waarin zich een kogel van magnetisch metaal be vindt.

Het samenstel van de spoel en de kernen wordt omsloten door een ~ permanent magnetisch huis, dat geleidbaar is, en dat is bevestigd aan de vaste kern, door middel waarvan het samenstel stevig is bevestigd 20 aan het kleplichaam, dat is voorzien van een kamer waarnaar twee kana len leiden, een inlaatkanaal en een uitlaatkanaal, waardoor in twee richtingen vloeistof kan stromen, teneinde vloeistofretour mogelijk te maken, als in de niet werkzame stand van de klep de remmen van het voertuig worden bediend.

25 Aan de uitgang van het inlaatkanaal naar de kamer bevindt zich een zitting voor een kogelklep en daartussen en de zitting bevindt zich een aan de beweegbare kern bevestigde lichter, die de klep van de zitting kan lichten als deze zich in de werkzame stand bevindt.

Tussen de lichter gn de beweegbare kern bevindt zich een veer, on die de beweegbare Kern kan losmaken van de vaste kern.

De afstand tussen de kernen bedraagt ongeveer 0,25 mm en de verplaatsing van de afdichting is niet groter dan 2 mm.

Op het kleplichaam zijn de noodzakelijke bevestigingsmiddelen aangebracht cm het samenstel stevig aan het freem van de automobiel w te kunnen bevestigen.

7905189 * " 6 . y

De elektronische inrichting bevindt zich in een ontoegankelijke houder, waarin zich tevens de als elektronisch slot en als besturings-element voor de elektronische inrichting, die de klep bestuurt, dienende inrichting bevindt.

5 De in de houder aangebrachte elektronische inrichting omvat een comparator, die enerzijds is verbonden met een signaalidentifica-tieketen en anderzijds met een programmeerinrichting.

Beide elementen, de programmeerinrichting en de comparator, zijn weer verbonden met een meter, die enerzijds is verbonden met een 10 nulinstelketen, en anderzijds met een monostabiele schakeling, die is verbonden met een vermogenstrap, die weer is verbonden met de dub-belwerkende spoel.

De monostabiele schakeling is voorts verbonden met een soort computer, die weer is verbonden met een hulprelais, terwijl de compu-15 ter voorts is verbonden met. een andere monostabiele schakeling, die via een tussentrap is verbonden met de dubbelwerkende spoel.

Deze elementen zijn via een aantal kabels en een conventionele connector gekoppeld met de elementen, die zich in een losneembaar en verplaatsbaar huis bevinden, en die de elektronische code, die kan 20 worden toegevoerd door het toetsenbord, bepalen. Voor het vormen van de code zijn een contactknop, een blokkeerknop, een lichtgevende diode die een activeringssignaal verschaft, en een aantal knoppen, met behulp waarvan de elektronische code kan worden ingevoerd, aanwezig.

De groep van knoppen is gekoppeld met de comparator van de 25 elektronische code, terwijl de contactknop is verbonden met de beide vermogenstrappen.

De blokkeerknop beinvloedt direct de monostabiele schakeling, die samenwerkt met de vermogenstrap onder besturing van het deel van de dubbelwerkende spoel, dat de blokkering bewerkstelligt.

.30 De lichtgevende diode, die het inschakelsignaal verschaft, is direct verbonden met de computer, zodat men kan waarnemen of de rem-men door da inrichting-geblokkeerd zijn. Dit lichtsignaal kan natuurlijk vergezeld gaan van of vervangen worden door een geluidssignaal.

De comparator bestaat uit twee dioden, diverse weerstanden en 35 twee operationele versterkers, en het doel daarvan is de elektronische 7905189 7 * * code te identificeren, die via het toetsenbord is ingevoerd.

Oe meter bestaat uit een integrerend circuit.

De programmeerinrichting omvat weerstanden, die de code bepalen en die het elektronische slot vormen, en een integrerend circuit, 5 dat de diverse spanningen van de code wijzigt overeenkomstig de uit gangssignalen van de meter en deze toevoert aan de comparator.

De monostabiele schakeling, die is verbonden met de meter, werkt samen met de deblokkeringsspoel en bestuurt de tijd gedurende welke deze spoel door de vermogenstrap wordt geactiveerd. Deze monoid stabiele schakeling omvat twee hulpweerstanden, een condensator, een diode en twee logische poorten, terwijl de vermogenstrap twee hulpweerstanden, een diode en drie transistors omvat.

Voorts is voor samenwerking met de meter, de programmeerinrichting, de comparator, de deblokkerende monostabiele schakeling en het 15 toetsenbord een spanningstabilisator aanwezig, die een stabiliserende transistor, een hulpweerstand voor de transistor, een zenerdiode en een hulpcondensator omvat.

Deze op 9 V ingestelde spanningsstabilisator is toegepast, teneinde de werking van de inrichting te waarborgen onafhankelijk van de 20 mogelijke spanningsverliezen in de accu, die de energiebron van het voertuig vormt.

De computer en de blokkerende monostabiele schakeling zijn voorzien van een stabilisator, die bestaat uit een standaardzenerdio-de, een weerstand en een hulpcondensator, teneinde de spanning te 25 stabiliseren.

Op deze wijze treden twee spanningen A en B op in de inrichting.

De zich tussen de comparator en de meter bevindende signaal-identificatieketen bestaat uit een aantal signaalidentificatieweer-30 standen, vier condensatoren, een diode, vier invertorketens en een operationele versterker. De contactknop werkt samen met vier hulpweerstanden en drie transistors. ---

De lichtgevende diode is voorzien van twee weerstanden en een transistor.

35 De nuiinstalketen omvat twee hulpweerstanden en twee logische 790 5 1 89 4ft " 8 ' , '"Τ' poorten.

Alle onderdelen van de geschetste elementen zijn standaardonderdelen, die op de markt verkrijgbaar zijn. Bij verdere ontwikkeling van de techniek kunnen vanzelfsprekend ook andere onderdelen wör- 5. den gebruikt, zoals geïntegreerde ketens, die de gewenste functies . kunnen verrichten.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.·

Fig.l toont schematisch in verticale doorsnede de elektrische IQ klep met het bijbehorende huis voor de elementen, die de elektronische code. bepalen, ondergebracht in de ontoegankelijke houder,·

Fig.2 toont een blokschema van de elektronische elementen;

Fig.3 toont een schema van het elektronische stelsel;

Fig.4 toont schematisch op welke wijze de inrichting in een 15 automobiel kan worden aangebracht.'

Fig.l toont een kogelklep 1,. een kleplichter la, een beweegbare kern 2, een vaste kern- 2a, een dubbelwerkende spoel 3, een permanent magnetisch en geleidbaar huis 4, een kleplichaam 5, een inlaatkanaal 6, een uitlaatkanaal Sa, een klepzitting 7 voor de kogel 1, een huis 20 8 voor de elektronische elementen, een ontoegankelijke houder 9, en bevestigingsmiddelen 10.

Fig.2 toont een drukknopstelsel 11 met een contactknop 11a, een codeknop 11b, een lichtsignaalgever 11c, een blokkeerknop lid. Voorts laat fig.2 een comparator 12, een meter 13, een nulinstelketen 25 13a, een programmeerinrichting 14, een deblokkerende monostabiele scha keling 15, een deblokkerende vermogenstrap 16, een blokkerende monostabiele schakeling 17, een blokkerende vermogenstrap 18, een computer-keten 19, hulprelais 20 voor de computerketen, en een dubbelwerkende spoel 21.

30 Fig.3 toont knoppen 22a t/m 22i voor het toetsenbord, met be hulp waarvan de elektronische code wordt ingevoerd; een contactknop 23; een blokkeerknop 24; weerstanden 25a - 25j die de diverse spanningen bepalen, die het elektronische slot activeren; een lichtgevende diode 26, die een signaalgever vormt; hulpweerstanden 27a, 27e, 27i 35 en 27j voor de comparator; hulpdioden 27b, 27f en 27g voor de compa- 7905189 9 - s» ratorj operationele versterkers 27d en 27h voor de comparator; een integrerende keten 23, die de meter vormt; bruggen 29a, die de weerstanden, die zijn geselecteerd voor de code, verbinden; weerstanden 29b t/m 29 1, die de diverse referentiespanningen voor de code bepa-5 len; een integrerende keten 29m die de diverse spanningen van de code corresponderend met de meter verandert en deze toevoert aan de comparator; hulpweerstanden 30a en 30b voor de deblokkerende monostabiele schakeling; een hulpcondensator 30c voor de deblokkerende monostabiele schakeling; logische poorten 30f en 30g, die de monostabiele schake-10 ling vormen; hulpweerstanden 31a en 31b voor de deblokkerende vermo- genstrap; een hulpdiode 31c voor de deblokkerende vermogenstrap.

Voorts toont fig.3 transistors 31d, 31e en 31f voor de deblokkerende vermogenstrap; hulpweerstanden 32a t/m 32e voor de blokkerende monostabiele schakeling; hulpcondensatoren 32f en 32g voor de blokkerende 15 monostabiele schakeling; een hulpdiode 32h voor de blokkerende mono stabiele schakeling; logische poorten 32i en 32j; een operationele versterker 32k; hulpweerstanden 33a en 33b; een hulpdiode 33c voor de blokkerende vermogenstrap; transistoren 33d, 33e en 33f voor de blokkerende vermogenstrap; hulpweerstanden 34a en 34b voor de computer; 20 condensatoren 34c en 34d; logische poorten 34e en 34f; een hulptran- sistor 34 voor de lichtgevende diode, hulpweerstanden 34h en 34i; een relaisbesturingstransistor 34j; een hulpweerstand 34k voor de relaisbesturingstransistor; een hulpdiode 34 1; een hulprelais 35; hulpweerstanden 36a t/m 36d; beveiligingstransistors 36e t/m 36g be-25 stuurd door de contactknop 23; een stabilisatietransistor 37a; een hulpweerstand 37b; een zenerdiode 37c; een hulpcondensator 37d voor de spanningsstabilisatie; een zenerdiode 38a; een hulpweerstand 38b; een hulpcondensator 38c; hulpweerstanden 39a t/m 39j voor de signaal-identificatieketen; hulpcondensatoren 39k t/m 39o voor de signaal-30 identificatisketen; een diode 39p; invertorketens 39q t/m 39t; een operationele versterker 39u; een weerstand 40a voor de nulinstelketen; een hulpcondensator 40b; en logische poorten 40c en 4Qd.

Fig.4 toont een elektrische klep 41; een spoel 42 voor de elektrische klep; een elektronische keten 43 die het slot en de activs-35 ringstrappen bestuurt; een drukknoppaneel 44; een hoofdremcilinder 45; 7905189 <a ' 10 · ..

remtrommels 46s en een accu 47.

□e werking van de inrichting is als volgt:

Blokkeren:

Oe blokkering geschiedt slechts dan als het voertuig is gepar-5 keerd en de motor is uitgeschakeld. Voor het blokkeren worden gelijk tijdig twee knoppen 11a en lid (fig.23 of 23 en 24 Cfig.33 bediend.

Blijkens het schema van fig.2 kan middels de knop 11a een spanning worden toegevoerd aan de vermogenstrappen 16 en 18 en aan de samenstellende elementen daarvan en aan de meter, de programmeerin-10 richting, de comparator en de blokkerende monostabiele schakelingen.

Middels de knop lid kan de blokkerende monostabiele schakeling 17 worden geactiveerd, waardoor weer de blokkerende vermogenstrap 18 wordt geactiveerd, die energie toevoert aan de elektrische klep 21 waardoor middels- de dubbelwerkende spoel (3 in fig.l] de beweegbare 15 kern (2 in fig.2,3, die de afdichting Cl in fig.’l3 vormt, in de geslo ten stand brengt.

Als het rempedaal wordt bediend activeert de hoofdremcilinder 45 de zich in de trommel 46 bevindende wielremcilinders, waardoor de wielen worden geblokkeerd. De lichtgevende diode 26 wordt uitgescha-20 keld en het relais 20 bevindt zich in de rusttoestand.

Deblokkeren:

Voordat met het voertuig wordt gereden en nadat het contact-sLot is omgedraaid, wordt de knop 11a bediend, en terwijl deze knop ingedrukt wordt gehouden, de knoppen 22a, 22b, 22d en 22f, die blij-25 kens fig.3 de code bepalen worden beïnvloed.

Het indrukken van de knoppen dient altijd plaats te vinden in de aangegeven volgorde, daar een verandering in de volgorde of een fout de code-inrichting zal doen terugkeren naar de oorspronkelijke positie, waardoor een nieuwe markering wordt geïnitieerd.

30 Door de bediening van de knop 11a ontstaat aan de uitgang van de programmeerinriohting een spanning met een waarde, die wordt bepaald door de ingedrukte code.

Als de knop 22a wordt bediend waarvan de bijbehorende spanning gelijk is aan die aan de uitgang van de programmeerinrichting 14, 35 verschaft de comparator 12 een uitgangssignaal, dat correct wordt be- 7905189 11 ' vonden in de signaalidentificatieketen 12a, waardoor de meter 13 één trap voortstapt, terwijl de programmeerinrichting 14 een andere spanning aanneemt.

Als de knop 22b wordt bediend treedt een soortgelijk effect op, 5 evenals bij de bediening van de knop 22d.

Als de knop 22c wordt geactiveerd zendt de programmeerinrichting echter, die nu alle-trappen heeft doorlopen, een signaal aan de deblokkerende monostabiele schakeling 15, die weer een signaal zendt naar de vermogenstrap IS, die de spoel 21 activeert evenals de licht-10 gevende diode 2S en het relais 20.

Opgemerkt wordt, dat al deze handelingen plaats vinden terwijl de knop 11a ingedrukt blijft.

Als de spoel 21 geactiveerd is wordt de beweegbare kern 2 aangetrokken door de vaste kern 2a en werkt de lichter la in op de klep-15 kogel, waardoor het circuit wordt gedeblokkeerd. Als geen elektrische spanning aanwezig is, is de permanente magneet 4 geactiveerd, waardoor een magnetische kracht wordt uitgeoefend op de beweegbare kern 2 en de klep 1 in de blokkerende stand wordt gebracht.

790 5 1 89

Claims (6)

1. Anti-diefstalinrichting voer voertuigen, gekenmerkt door een in het remcircuit van een automobiel aangebrachta klep, welke is voorzien van een permanent magnetisch, aantrekkend en afstotend element, dat kan worden bestuurd door een dubbelwerkende spoel, die kan worden 5 geactiveerd door een elektronische schakeling, welke wordt bestuurd door speciale spanningen, die als een elektronische code dienst doen, waarbij de klep, de afdichting, het magnetische element, de dubbelwerkende spoel, en de elektronische schakeling zijn ondergebracht in een ontoegankelijke, braakvrije houder. 10 2* Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de klep een elektrische klep is,- die het: retourcircuit van het hydraulische remsysteem van een automobiel kan blokkeren, waarbij de dubbelwerkende spoel twee wikkelingen heeft, in de kern waarvan zich een afdichtorgaan voor het retourcircuit van de remvloeistof bevindt, waarbij de- 15 ze wikkelingen een tegengestelde polariteit hebben en na bekrachtiging de kern met het afdichtorgaan in twee eindstanden kunnen brengen, in de ene waarvan het remcircuit vrij is, terwijl in de andere stand het remcircuit gesloten is, en, voor- bediening van de rem, deze in werking houdt terwijl het voertuig wordt geblokkeerd. 20 3.. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de dubbelwerkende spoel is voorzien van een permanent magnetisch en ge-leidbaar huis, dat de kern met het afdichtorgaan van het hydraulische circuit in elk van de tegengestelde standen kan vasthouden.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het ken- 25 merk, dat elk van de wikkelingen is voorzien van onafhankelijke acti- veringsmiddelen.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wikkeling, die de kern, welke het afdichtorgaan omvat, beïnvloedt door deze in de blokkerende stand ten opzichte van het 30 retourcircuit van de remvloeistof te trekken, wordt bestuurd door twee gelijktijdig werkzame drukknoppen, terwijl de wikkeling, die samenwerkt met de anders kern wordt bestuurd door een elektronische programmeer- 7905189 13 ' 'C inrichting, waarin een aantal al dan niet gelijke spanningen optreedt, die dienen als slot voor een elektronische code welke door een toetsenbord wordt ingevoerd, waarbij de programmeerinrichting en de resterende elementen, die het elektronische slot vormen, tezamen met de elek-5 trische klep zich bevinden in een ontoegankelijk stelsel, dat stevig is bevestigd aan het freem van de automobiel. S. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk van de knoppen van het toetsenbord voor de elektronische code is ingesteld op een vooraf bepaalde spanning, die altijd con-10 stant is voor dezelfde code, waarbij het toetsenbord losneembaar is verbonden met een comparatorketen, die in bedrijf altijd spanning ontvangt van de elektronische programmeerinrichting.

7. Inrichting volgens een der voorgaanderconclusies, met het kenmerk, dat in de programmeerinrichting twee of meer al dan niet gelijke 15 spanningen optreden, die achtereenvolgens of onafhankelijk kunnen wor den vergeleken met een gelijk aantal van het toetsenbord afkomstige spanningen.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat coïncidentie in de comparator van van de drukknoppen afkom- 2Q stige spanningen met in de programmeerinrichting opgeslagen spanningen de programmeerinrichting activeerd middels een puls, die optreedt bij elke spanningscoxncidentie, welke puls een toestandsverandering van de programmeerinrichting bewerkstelligt, waarbij elke verandering een nieuwe spanning doet optreden in de comparator, afkomstig van de pro-25 grammeerinrichting, welke wacht op de correcte spanning van het toet senbord. S. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aanwezigheid van een spanning in de comparator, dis niet samenvalt met een spanning van de programmeerinrichting, bewerkstel-30 ligt, dat de programmeerinrichting terugkeert naar de uitgangstoe- stand onafhankelijk van de huidige toestand.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij het doorlopen van alle toestandsveranderingen van de programmeerinrichting een signaal wordt opgewekt, dat naar een mono-35 stabiele schakeling wordt gezonden, die weer een puls uitzendt met 790 5 1 89 - 14 - y *» een specifieke duur naar een vermogensschakeling, die samenwerkt net de spoelen van de elektrische klep, waardoor het afdichtorgaan in de ruststand wordt gebracht en het remcircuit wordt vrijgegeven. 790 5 1 89