NL2004775C2 - SHEEP ANIMAL CONFIGURATION. - Google Patents

SHEEP ANIMAL CONFIGURATION. Download PDF

Info

Publication number
NL2004775C2
NL2004775C2 NL2004775A NL2004775A NL2004775C2 NL 2004775 C2 NL2004775 C2 NL 2004775C2 NL 2004775 A NL2004775 A NL 2004775A NL 2004775 A NL2004775 A NL 2004775A NL 2004775 C2 NL2004775 C2 NL 2004775C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
antenna
shelf
loops
antenna configuration
sheep
Prior art date
Application number
NL2004775A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Rudi Beijers
Pieter Lieuwe Roosenschoon
Original Assignee
Nedap Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nedap Nv filed Critical Nedap Nv
Priority to NL2004775A priority Critical patent/NL2004775C2/en
Priority to PCT/NL2010/050399 priority patent/WO2010151132A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2004775C2 publication Critical patent/NL2004775C2/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01QANTENNAS, i.e. RADIO AERIALS
    • H01Q1/00Details of, or arrangements associated with, antennas
    • H01Q1/44Details of, or arrangements associated with, antennas using equipment having another main function to serve additionally as an antenna, e.g. means for giving an antenna an aesthetic aspect
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01QANTENNAS, i.e. RADIO AERIALS
    • H01Q1/00Details of, or arrangements associated with, antennas
    • H01Q1/12Supports; Mounting means
    • H01Q1/22Supports; Mounting means by structural association with other equipment or articles
    • H01Q1/2208Supports; Mounting means by structural association with other equipment or articles associated with components used in interrogation type services, i.e. in systems for information exchange between an interrogator/reader and a tag/transponder, e.g. in Radio Frequency Identification [RFID] systems
    • H01Q1/2216Supports; Mounting means by structural association with other equipment or articles associated with components used in interrogation type services, i.e. in systems for information exchange between an interrogator/reader and a tag/transponder, e.g. in Radio Frequency Identification [RFID] systems used in interrogator/reader equipment
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01QANTENNAS, i.e. RADIO AERIALS
    • H01Q21/00Antenna arrays or systems
    • H01Q21/29Combinations of different interacting antenna units for giving a desired directional characteristic
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01QANTENNAS, i.e. RADIO AERIALS
    • H01Q7/00Loop antennas with a substantially uniform current distribution around the loop and having a directional radiation pattern in a plane perpendicular to the plane of the loop

Description

P88495NL10P88495NL10

Titel: SchapantenneconfiguratieTitle: Sheep antenna configuration

De uitvinding heeft betrekking op een schapantenneconfiguratie voor een RFID-systeem voor het herkennen van voorwerpen, die van een RFID-label zijn voorzien en die zich in een schapstelsel met één of meer schappen bevinden, alsmede op een schapstelsel voorzien van tenminste één 5 schapantenneconfiguratie.The invention relates to a shelf antenna configuration for an RFID system for recognizing objects which are provided with an RFID tag and which are located in a shelf system with one or more shelves, and to a shelf system provided with at least one shelf antenna configuration.

RFID (Radio Frequency Identification)-systemen zijn reeds vele jaren bekend voor uiteenlopende toepassingen. Dergelijke systemen omvatten gebruikelijk een zend/ontvanginrichting, die met behulp van een antennestelsel met tenminste één in een in hoofdzaak plat vlak liggende 10 lusantenne in een ondervragingszone of detectiezone een magnetisch ondervragingsveld opwekt.RFID (Radio Frequency Identification) systems have been known for many years for a variety of applications. Such systems usually comprise a transmitting / receiving device which, with the aid of an antenna system with at least one loop antenna lying in a substantially flat plane, generates a magnetic interrogation field in an interrogation zone or detection zone.

Verder omvat een RFID-systeem een aantal detectielabels, ook wel kortweg labels genoemd of detectieplaatjes, transponders, responders of tags. De labels omvatten elk ten minste een in een plat vlak liggende 15 lusantenne om met het ondervragingsveld te kunnen communiceren als een label zich in het ondervragingsveld bevindt.Furthermore, an RFID system comprises a number of detection labels, also known as labels or detection plates, transponders, responders or tags. The tags each include at least one flat antenna loop antenna for communicating with the interrogation field when a tag is in the interrogation field.

Hierbij is een goede koppeling tussen het antennestelsel en de labelantenne van groot belang. De lusantenne van het label dient zoveel mogelijk veldlijnen van het ondervragingsveld te omvatten. In de praktijk 20 betekent dit, dat de labelantenne een minimale afmeting van enkele centimeters dient te hebben en dat de labelantenne zich in een vlak dient te bevinden, dat zich bij voorkeur evenwijdig aan de lusantenne van de zend/ontvanginrichting of onder een niet al te grote hoek daarmee uitstrekt. Naarmate de hoek tussen de labelantenne en de zend/ontvangantenne meer 25 de 90° benadert wordt de koppeling tussen beide antennes slechter. Indien het gewenst is om boeken of soortgelijk gevormde voorwerpen, zoals bijvoorbeeld CD's en DVD's, die zich op een legplank bevinden, te 2 identificeren met behulp van een RFID-systeem, kunnen de boeken o.d. elk voorzien worden van een detectielabel. Dit label kan in de praktijk wegens de minimaal vereiste afmetingen van de labelantenne slechts op of aan het voorplat of het achterplat, of eventueel plat tussen de bladzijden van het 5 boek aangebracht worden. Het label, en derhalve de labelantenne ligt dan in een zich dwars op het vlak van de boekenplank uitstrekkend vlak. Toepassing van een in het vlak van de boekenplank of legplank liggende zend/ontvangantenne is daardoor niet zonder meer mogelijk. In het verleden is dit probleem in bibliotheken in de praktijk opgelost door toepassing van 10 een aantal zich dwars op een boekenplank uitstrekkende boekensteunen, waarin zend/ontvangantennes zijn aangebracht. Dergelijke boekensteunen hebben het bezwaar, dat deze een vrije indeling van de boekenplanken belemmeren. Ook zijn relatief veel boekensteunen met de bijbehorende antennes nodig, hetgeen kostbaar is en ook veel bedrading in een 15 boekenkast vergt.A good link between the antenna system and the labeling antenna is of great importance. The loop antenna of the label should include as many field lines as possible from the interrogation field. In practice, this means that the label antenna must have a minimum dimension of a few centimeters and that the label antenna must be located in a plane that is preferably parallel to the loop antenna of the transmitting / receiving device or under a not too low large angle. As the angle between the labeling antenna and the transmitting / receiving antenna approaches the 90 ° more, the coupling between the two antennas becomes worse. If it is desired to identify books or similarly shaped objects, such as, for example, CDs and DVDs, which are located on a shelf, using an RFID system, the books or the like can be identified. each be provided with a detection label. Due to the minimum dimensions of the label antenna, this label can in practice only be applied to or on the front cover or the back cover, or possibly flat between the pages of the book. The label, and therefore the label antenna, then lies in a plane extending transversely to the plane of the bookshelf. Application of a transmitting / receiving antenna lying in the plane of the bookshelf or shelf is therefore not possible without difficulty. In the past this problem has been solved in practice in libraries by using a number of bookends extending transversely to a bookshelf, in which transmit / receive antennas are arranged. Such bookends have the drawback that they impede the free division of bookshelves. Relatively many bookends with the associated antennas are also required, which is expensive and also requires a lot of wiring in a bookcase.

Uit het Amerikaans octrooischrift US 6,844,859 B2 (Noda et al.) is een legplank voor CD's en video's bekend, welke legplank is voorzien van een uit één of twee antennelussen bestaand antennestelsel. Met behulp van het antennestelsel kan een ondervragingsveld worden opgewekt in de 20 ruimte boven de legplank. De antennelussen volgens deze publicatie hebben een speciale vorm, die ten doel heeft om een zodanig ondervragingsveld te creëren, dat een goede communicatie met RFID-labels, die zich in een zich dwars op het oppervlak van de legplank uitstrekkend vlak bevinden, mogelijk is.U.S. Pat. No. 6,844,859 B2 (Noda et al.) Discloses a shelf for CDs and videos, which shelf is provided with an antenna system consisting of one or two antenna loops. With the aid of the antenna system, an interrogation field can be generated in the space above the shelf. The antenna loops according to this publication have a special shape, the purpose of which is to create an interrogation field such that good communication with RFID tags located in a plane extending transversely to the surface of the shelf is possible.

25 Hiertoe wordt volgens het Amerikaans octrooischrift 6,844,859 een legplank voorzien van één of twee in het vlak van de legplank liggende antennelussen toegepast, die een eerste, zich in de lengte van de legplank uitstrekkende lange rechte heengaande geleider hebben die aansluit op een tweede, de antennelus voltooiende teruggaande geleider, die een 30 zaagtandvorm heeft. Bij toepassing van twee van dergelijke antennelussen, 3 die afwisselend bekrachtigd worden, ontstaat in een ruimtelijk zeer beperkt gebied een draaiveld.For this purpose, according to U.S. Pat. No. 6,844,859, a shelf provided with one or two antenna loops lying in the plane of the shelf is used, which have a first long straight conductor extending along the length of the shelf and connecting to a second, the antenna loop. completed return conductor, which has a saw-tooth shape. When two such antenna loops are used, which are alternately energized, a rotating field is created in a spatially very limited area.

Ofschoon met deze configuratie inderdaad op korte afstand van de zaagtandvormige geleider een ondervragingsveld met een horizontale 5 component kan worden verkregen, blijft de koppeling tussen de zend/ontvangantenne(s) en de labelantenne zwak, en blijven dode gebieden bestaan, waarin geen communicatie tussen het antennestelsel en een labelantenne mogelijk is. Een foutloze identificatie is daardoor niet gewaarborgd.Although with this configuration an interrogation field with a horizontal component can indeed be obtained at a short distance from the saw-toothed conductor, the coupling between the transmitting / receiving antenna (s) and the label antenna remains weak, and dead areas remain, in which no communication between the antenna system and a labeling antenna. A faultless identification is therefore not guaranteed.

10 In WO 2005/081808 (3M Innovative Properties Company) is een RFID-antennestelsel beschreven voor het detecteren en/of identificeren van diverse soorten objecten zoals gefabriceerde artikelen, boeken, dossiers of van dieren of personen die een detectielabel dragen. Dit bekende antennestelsel omvat twee of meer in één vlak binnen elkaar gelegen 15 antennelussen, die eikaars veld versterken, dode gebieden reduceren en de werkzame reikwijdte van het aldus verkregen ondervragingsveld vergroten. Dit antennestelsel lijkt echter niet geschikt voor het detecteren van labels die zich dwars op een langwerpig antennevlak uitstrekken.In WO 2005/081808 (3M Innovative Properties Company) an RFID antenna system is described for detecting and / or identifying various types of objects such as manufactured articles, books, files or of animals or persons wearing a detection label. This known antenna system comprises two or more antenna loops located within one plane within each other, which reinforce each other's field, reduce dead areas and increase the effective range of the thus obtained interrogation field. However, this antenna system does not seem suitable for detecting labels extending transversely to an elongated antenna surface.

Hetzelfde geldt voor een in WO 2006/008705 Al (Philips) 20 beschreven RFID-antenneconfiguratie bestaand uit één of meer door een antennedraad gevormde in één vlak gelegen gesloten lussen en/of door vernauwde secties gescheiden verbrede gebieden. De gesloten lussen en de verbrede gebieden vormen specifieke locaties voor het identificeren van zich in die gebieden bevindende voorwerpen, die van een RFID-label zijn 25 voorzien.The same applies to an RFID antenna configuration described in WO 2006/008705 A1 (Philips) consisting of one or more closed loops formed by an antenna wire and situated in one plane and / or widened areas separated by narrowed sections. The closed loops and the widened areas form specific locations for identifying objects located in those areas that are provided with an RFID tag.

Echter ook deze bekende antenneconfiguraties lijken niet geschikt voor detectie en/of identificatie van zich dwars op het antennevlak uitstrekkende labels die in of aan staande boeken of soortgelijke voorwerpen zijn bevestigd.However, also these known antenna configurations do not seem suitable for detection and / or identification of labels extending transversely to the antenna surface and which are attached in or to standing books or similar objects.

44

Uit de Franse octrooiaanvrage 2836581 is een RFID antenneconfiguratie voor een winkeldiefstaldetectiestelsel bekend, die een afzonderlijke zendantenne, bestaand uit een enkele lus omvat, en twee op elkaar liggende volgens een multiplexmethode werkende ontvangantennes.French Patent Application 2836581 discloses an RFID antenna configuration for a shoplifting detection system, which comprises a separate transmit antenna, consisting of a single loop, and two superimposed receiving antennas operating according to a multiplex method.

5 De ene ontvangantenne omvat twee lussen en de andere ontvangantenne drie. De ontvangantennes hebben kruis-punten, die ten opzichte van elkaar zijn verschoven in de richting waarin een detectielabel de antennes normaliter passeert. Voorts zijn de ontvangantennes gezamenlijk ten opzichte van de zendantenne verschoven. Bij deze bekende 10 antenneconfiguratie zijn situaties mogelijk waarbij geen of onvoldoende koppeling optreedt tussen de zendantenne en een detectielabel, en komen ook dode zones voor.One receiving antenna comprises two loops and the other receiving antenna three. The receiving antennas have intersections that are offset with respect to each other in the direction in which a detection tag normally passes through the antennas. Furthermore, the receiving antennas are shifted together relative to the transmitting antenna. With this known antenna configuration, situations are possible in which no or insufficient coupling occurs between the transmitting antenna and a detection label, and dead zones also occur.

De uitvinding beoogt een schapantenneconfiguratie ter beschikking te stellen, waarmee de bovengenoemde bezwaren ondervangen of althans 15 gereduceerd worden en waarmee zowel labels, die zich dwars op een in het vlak van een schap liggend antennestelsel uitstrekken als labels die zich evenwijdig aan het antennestelsel uitstrekken, dan wel labels met een andere oriëntatie op betrouwbare wijze gedetecteerd of geïdentificeerd kunnen worden.The invention has for its object to provide a sheep antenna configuration with which the above-mentioned drawbacks are obviated or at least reduced and with which both labels extending transversely to an antenna system lying in the plane of a shelf and labels extending parallel to the antenna system then labels with a different orientation can be reliably detected or identified.

20 Hiertoe omvat volgens de uitvinding een schapantenneconfiguratie een eerste en een tweede antennelus, welke antennelussen in hoofdzaak gelijkvormige zend/ontvang-antennes vormen en elk in een in hoofdzaak plat vlak liggen, welke platte vlakken zich evenwijdig aan elkaar op korte afstand van elkaar uitstrekken, waarbij de antennelussen een 25 lengterichting en een breedterichting hebben, en waarbij elke antennelus een heengaande geleider heeft, die een aantal eerste kantelen vormt en een teruggaande geleider, die een aantal tweede kantelen vormt, waarbij de eerste en de tweede kantelen elkaar afwisselen en de flanken van de eerste en de tweede kantelen op zodanige afstand van elkaar liggen, dat tussen 30 deze flanken geen of slechts een geringe koppeling optreedt, terwijl de zich 5 in de lengterichting uitstrekkende takken van de eerste en tweede kantelen van een antennelus in de breedterichting ten opzichte van elkaar verschoven liggen en waarbij de antennelussen elkaar overlappen, doch eveneens in de breedterichting en de lengterichting ten opzichte van elkaar 5 verschoven zijn gepositioneerd, waarbij slechts een geringe koppeling tussen de antennelussen optreedt en waarbij de flanken van de kantelen van de ene antennelus in een middengebied tussen flanken van de andere antennelus liggen en omgekeerd.To this end, according to the invention, a sheep antenna configuration comprises a first and a second antenna loop, which antenna loops form substantially uniform transmit / receive antennas and each lie in a substantially flat plane, which flat planes extend a short distance apart parallel to each other, wherein the antenna loops have a longitudinal direction and a width direction, and wherein each antenna loop has a forward conductor that forms a number of first tilt and a return conductor that forms a number of second tilt, the first and second tilt alternating and the flanks of the first and the second tilt are spaced apart such that no or only slight coupling occurs between these flanks, while the longitudinally extending branches of the first and second tilt of an antenna loop extend in the width direction with respect to are spaced apart and the antenna loops overlap, but are also offset with respect to one another in the width direction and the length direction, wherein only a slight coupling occurs between the antenna loops and wherein the flanks of the tilting of one antenna loop lie in a central region between flanks of the other antenna loop and vice versa.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met 10 verwijzing naar de bijgevoegde tekening.In the following, the invention will be further described with reference to the accompanying drawing.

Fig. 1 toont schematisch in vooraanzicht een voorbeeld van een kast met planken waar voorwerpen op geplaatst of gelegd kunnen worden.FIG. 1 shows diagrammatically in front view an example of a cupboard with shelves on which objects can be placed or placed.

fig. 2 toont schematisch in bovenaanzicht een voorbeeld van een schap voorzien van een uitvoeringsvoorbeeld van een antenneconfiguratie 15 volgens de uitvinding; fig. 3 toont schematisch een achteraanzicht van het schap van fig.Fig. 2 shows diagrammatically in plan view an example of a shelf provided with an exemplary embodiment of an antenna configuration according to the invention; Fig. 3 schematically shows a rear view of the shelf of Figs.

2; fig. 4 toont schematisch een onderaanzicht van het schap van fig. 2; en 20 fig. 5 toont in perspectief een onderaanzicht van een schap volgens de uitvinding.2; Fig. 4 schematically shows a bottom view of the shelf of Fig. 2; and Fig. 5 shows a perspective bottom view of a shelf according to the invention.

Fig. 1 toont schetsmatig in vooraanzicht een voorbeeld van een schapstelsel 1 waarin de uitvinding kan worden toegepast. Opgemerkt wordt, dat in deze beschrijving en in de conclusies met de uitdrukking 25 "schapstelsel" zowel een samenstel van meerdere draagplanken, voorraadplanken, legplanken etc., bevestigd tussen staanders en/of aan een wand wordt verstaan, alsook een enkele plank, die bijvoorbeeld met steunen o.d. aan een wand kan zijn bevestigd.FIG. 1 shows schematically in front view an example of a shelf system 1 in which the invention can be applied. It is noted that in this description and in the claims with the expression "shelf system" is meant both an assembly of a plurality of shelves, storage shelves, shelves, etc., mounted between uprights and / or on a wall, as well as a single shelf, for example with supports od can be attached to a wall.

66

Het in fig.1 als voorbeeld getoonde schapstelsel is ingericht als een boekenkast met twee zijwanden 2, een bovenwand 3, vier boekenplanken 4, waarvan de onderste de bodem van de boekenkast vormt, en poten 5.The shelf system shown as an example in Fig. 1 is arranged as a bookcase with two side walls 2, an upper wall 3, four bookshelves 4, the bottom of which forms the bottom of the bookcase, and legs 5.

De boekenkast kan voorts naar wens al dan niet van een 5 achterwand zijn voorzien.The bookcase may furthermore be provided with or without a rear wall as desired.

In de in fig. 1 getoonde boekenkast 1 zijn op de bovenste plank en op de daaronder gelegen plank enkele boeken 6,7 geplaatst. De boeken zijn voorzien van detectielabels 8, die bij de met 6 aangeduide boeken duidelijkheidshalve enigszins verdikt zijn getekend en in of aan het 10 achterplat van de boeken zijn aangebracht. Bij de bovenste plank 4 is tevens een als boekensteun fungerende separator 9 getoond.In the bookcase 1 shown in Fig. 1, a few books 6,7 are placed on the top shelf and on the shelf below. The books are provided with detection labels 8 which, for the sake of clarity, have been drawn somewhat thicker in the books indicated by 6 and are arranged in or on the back of the books. At the top shelf 4, a separator 9 acting as a bookend is also shown.

Zoals in het voorgaande reeds aangegeven, worden tot nu toe in de praktijk dergelijke boekensteunen 9 wel voorzien van zend/ontvangantennes om een ondervragingsveld te creëren voor de labels 8. De boekensteun 9 ligt 15 immers in een in hoofdzaak aan de voor- en achterplatten van een staand boek evenwijdig vlak. Een antennelus in een dergelijke boekensteun is dus ook in hoofdzaak evenwijdig aan de labels 8, zodat een goede communicatie tussen een antennelus van de boekensteun 9 en de labels 8 mogelijk is.As already indicated in the foregoing, hitherto in practice such bookends 9 are provided with transmitting / receiving antennas in order to create an interrogation field for the labels 8. After all, the bookend 9 lies in a substantially at the front and rear platforms of a standing book parallel plane. An antenna loop in such a bookend is therefore also substantially parallel to the labels 8, so that a good communication between an antenna loop of the bookend 9 and the labels 8 is possible.

Een bezwaar van de toepassing van antennelussen in 20 boekensteunen is, dat dan relatief veel boekensteunen nodig zijn, die veelal schaarse schapruimte in beslag nemen en die een vrije plaatsing van de boeken, en een vrije indeling van de boekenplanken belemmeren.A drawback of the use of antenna loops in bookends is that relatively many bookends are then required, which often take up scarce shelf space and which impede a free placement of the books and a free layout of the bookshelves.

Volgens de uitvinding worden de RFID-labels 8 geïdentificeerd met behulp van in het volgende nader te beschrijven in de boekenplanken 4 25 aangebrachte speciale zend/ontvangantennes. Van zend/ontvangantennes voorziene boekensteunen zijn dan overbodig. Bovendien kunnen met de antenneconfiguratie volgens de uitvinding ook liggende labels, zoals bijvoorbeeld een label 8 van een liggend boek, worden geïdentificeerd. Dit betekent, dat met een antenneconfiguratie volgens de uitvinding niet alleen 30 van RFID-labels voorziene boeken en soortgelijk gevormde voorwerpen, 7 zoals CD's, DVD's, videobanden etc. geïdentificeerd kunnen worden, maar ook andersoortige artikelen, zoals bijvoorbeeld winkelartikelen, bijvoorbeeld op een stapel op een plank liggende spijkerbroeken, of geneesmiddelen in doosjes kunnen worden geïdentificeerd, indien van RFID-labels voorzien.According to the invention, the RFID tags 8 are identified with the aid of special transmit / receive antennas, which will be further described in the bookshelves 4 below. Bookends with transmit / receive antennas are then superfluous. Moreover, with the antenna configuration according to the invention, horizontal labels, such as for example a label 8 of a horizontal book, can be identified. This means that with an antenna configuration according to the invention, not only 30 books and similarly shaped articles, such as CDs, DVDs, video tapes, etc., provided with RFID tags, can be identified, but also other types of articles, such as, for example, store articles, for example on a stack on-board jeans or medicines in boxes can be identified, if provided with RFID tags.

5 Ook andere dan min of meer plat gevormde voorwerpen, die van een RFID-label zijn voorzien kunnen worden geïdentificeerd. Een toepassingsmogelijkheid is bijvoorbeeld te vinden in een kast voor medische of andere instrumenten.Objects other than more or less flat-shaped objects that are provided with an RFID tag can also be identified. An application possibility can be found, for example, in a cupboard for medical or other instruments.

De figuren 2, 3 en 4 tonen schematisch een voorbeeld van een in 10 een schap 4 aangebrachte configuratie van zend/ontvangantennes volgens de uitvinding resp. in bovenaanzicht, achteraanzicht en onderaanzicht.Figures 2, 3 and 4 schematically show an example of a configuration of transmit / receive antennas according to the invention and arranged in a shelf 4, respectively. in top view, rear view and bottom view.

De getoonde antenneconfiguratie omvat twee speciaal gevormde antennelussen 10, 11, die in uitsparingen in een bovenvlak 12, resp. ondervlak 13, van een kernlaag 14 van een legplank 4 zijn aangebracht.The antenna configuration shown comprises two specially shaped antenna loops 10, 11, which are arranged in recesses in an upper surface 12, resp. bottom surface 13 of a core layer 14 of a shelf 4.

15 De beide antennelussen 10,11 vormen elk een zend/ontvang- antenne, dat wil zeggen dat met elke antennelus zowel een ondervragings-veld gegenereerd kan worden als een detectielabel gedetecteerd kan worden. De antennelussen strekken zich gezamenlijk over nagenoeg de gehele lengte en breedte van een schap 4 uit. De beide antennelussen 10,11 zijn voorts in 20 hoofdzaak gelijkvormig en overlappen elkaar grotendeels, doch zijn zowel in de lengterichting van het schap 4 als in de breedterichting daarvan ten opzichte van elkaar verschoven.The two antenna loops 10, 11 each form a transmit / receive antenna, that is to say that with each antenna loop both an interrogation field can be generated and a detection label can be detected. The antenna loops jointly extend over substantially the entire length and width of a shelf 4. The two antenna loops 10, 11 are furthermore substantially identical in shape and largely overlap each other, but are displaced relative to each other both in the longitudinal direction of the shelf 4 and in the width direction thereof.

De kern 14 waarin de antennelussen liggen kan van een geschikt elektrisch isolerend materiaal zijn vervaardigd, zoals een geschikte 25 kunststof, of MDF, of een schuimmateriaal. De kern 14 is afgedekt met een in de figuren 2 en 4 niet getoonde bovenplaat 15 en een onderplaat 16, zie fig. 3 en fig. 5.The core 14 in which the antenna loops lie may be made of a suitable electrically insulating material, such as a suitable plastic, or MDF, or a foam material. The core 14 is covered with an upper plate 15 (not shown in Figures 2 and 4) and a lower plate 16, see Fig. 3 and Fig. 5.

De kern 14 heeft in dit voorbeeld nabij één uiteinde van de plank aan de achterzijde een uitsparing 17, die plaats biedt aan een connector 30 (niet getoond) voor aansluiting van de antenne configuratie aan een 8 schematisch met 18 in fig. 2 aangegeven RFID zend/ontvanginrichting. De uitsparing 17 is in dit voorbeeld ook aangebracht in de onderplaat 16.The core 14 in this example has a recess 17 near one end of the board at the rear, which recess accommodates a connector 30 (not shown) for connecting the antenna configuration to an RFID 8 schematically indicated with 18 in FIG. / receiving device. The recess 17 is in this example also arranged in the bottom plate 16.

De antennelussen 10,11 zijn beide kanteelvormig uitgevoerd, waarbij de kantelen van het ene, bijvoorbeeld het heengaande, traject van 5 een antennelus verschoven zijn gepositioneerd ten opzichte van de kantelen van het andere, bijvoorbeeld het teruggaande, traject van diezelfde antennelus.The antenna loops 10, 11 are both tilt-shaped, with the tilting of the one, for example, the outward trajectory of one antenna loop being positioned offset with respect to the tilting of the other, for example, the return trajectory of that same antenna loop.

In de figuren 2 t/m 4 is het rechter aansluitpunt van de eerste antennelus 10 aangegeven met 19 en het linker aansluitpunt met 20.In figures 2 to 4 the right-hand connection point of the first antenna loop 10 is indicated by 19 and the left-hand connection point by 20.

10 Evenzo is het rechter aansluitpunt van de tweede antennelus 11 aangegeven met 21 en het linker aansluitpunt met 22.Vanaf het rechter aansluitpunt 19 strekt de daarop aansluitende geleider van de antennelus 10 zich met een eerste horizontale (in de figuur) tak of sectie A over een afstand a in de lengterichting van de plank 4 uit op korte afstand van de 15 nabijgelegen langsrand 24 van de uitsparing 17. Vervolgens buigt de geleider in dit voorbeeld onder een rechte hoek af in de richting van de tegenover de uitsparing 17 gelegen voorste langsrand 25 van de plank voor het vormen van een eerste verticale (in de figuur) tak B met een lengte b.Similarly, the right-hand connection point of the second antenna loop 11 is indicated by 21 and the left-hand connection point by 22. From the right-hand connection point 19 the conductor of the antenna loop 10 connecting thereto extends over a first horizontal (in the figure) branch or section A a distance a in the longitudinal direction of the board 4 at a short distance from the adjacent longitudinal edge 24 of the recess 17. Next, in this example, the conductor deflects at a right angle in the direction of the front longitudinal edge 25 opposite the recess 17. of the board for forming a first vertical (in the figure) branch B with a length b.

De lengte b is zodanig gekozen, dat de tak B zich tot ruim over de 20 helft van de breedte van de plank 4 uitstrekt. In het getoonde voorbeeld tot ongeveer aA van de breedte van de plank 4. Daarna strekt de geleider zich met een horizontale tak C weer in de lengterichting van de plank uit over een afstand c, die in dit voorbeeld iets langer is dan de afstand a, om vervolgens weer met een verticale tak D over een afstand b naar een op 25 korte afstand van de langsrand 24 gelegen punt p te voeren. De takken BCD vormen een eerste kanteelvorm waarbij de takken B en D de zich in de breedterichting van de plank uitstrekkende flanken van de kanteelvorm vormen, die de zich in de lengterichting uitstrekkende takken A en C, respectievelijk C en E met elkaar verbinden. De antennelus 10 vormt in het 30 getoonde voorbeeld na het punt p en een nabij de langsrand 24 van de 9 uitsparing en de achterste langsrand 26 van de plank gelegen horizontale tak E met een in dit voorbeeld iets grotere lengte dan de tak A een tweede kanteelvorm FGH gevolgd door een laatste horizontale tak I. De eerste en tweede kanteelvormen zijn in dit voorbeeld in hoofdzaak gelijkvormig. Op de 5 horizontale tak I sluit een eerste teruggaande kanteelvorm JKL aan, waarvan de nabij de voorste langsrand 25 van de plank 4 gelegen horizontale tak K dichter bij de voorste langsrand 25 ligt dan de horizontale takken G en C. Voorts strekt de neergaande (in fig. 2) tak L van de eerste teruggaande kanteelvorm zich in hoofdzaak evenwijdig aan en op afstand 10 rechts van de neergaande tak H van de tweede heengaande kanteelvorm FGH uit. Het traject L sluit op enige afstand voor het traject I aan op een horizontale teruggaande tak M, die weer aansluit op een tweede teruggaande kanteelvorm NOP, die gevolgd wordt door weer een teruggaande horizontale tak Q en een derde kanteelvorm RST. De tak T 15 eindigt bij het tweede aansluitpunt 20 van de eerste antennelus 10. De eerste en tweede teruggaande kanteelvormen JKL en NOP zijn in dit voorbeeld in hoofdzaak gelijkvormig, terwijl de laatste kanteelvorm RST iets breder is.The length b is chosen such that the branch B extends well over half the width of the board 4. In the example shown, up to about aA of the width of the board 4. Thereafter, with a horizontal branch C, the conductor again extends in the longitudinal direction of the board over a distance c, which in this example is slightly longer than the distance a, in order to subsequently, again with a vertical branch D, pass over a distance b to a point p which is a short distance from the longitudinal edge 24. The branches BCD form a first tilting shape, the branches B and D forming the flanks of the tilting shape extending in the widthwise direction of the plank, which connect the longitudinally extending branches A and C, C and E, respectively. In the example shown, the antenna loop 10 forms after the point p and a horizontal branch E situated near the longitudinal edge 24 of the 9 recess and the rear longitudinal edge 26 of the board with a length slightly greater in this example than the branch A FGH followed by a last horizontal branch I. The first and second tilting shapes are substantially similar in this example. Connected to the horizontal branch I is a first reclining tilt form JKL, the horizontal branch K of which is located near the front longitudinal edge 25 of the plank 4 and is closer to the front longitudinal edge 25 than the horizontal branches G and C. Furthermore, the descending (in Fig. 2) branch L of the first returning tilt form extends substantially parallel to and at a distance to the right of the descending branch H of the second forward tilt form FGH. The path L connects at some distance before the path I to a horizontal return branch M, which in turn connects to a second return tilt form NOP, which is followed by a backward horizontal branch Q and a third tilt form RST. The branch T15 ends at the second connection point 20 of the first antenna loop 10. In this example, the first and second returning tilt forms JKL and NOP are substantially similar, while the last tilt form RST is slightly wider.

De verticale takken van de heengaande kanteelvormen voeren in 20 bedrijf steeds in dezelfde richting vloeiende stromen als de nabij gelegen verticale takken van de teruggaande kanteelvormen, doch liggen steeds op een zodanig afstand van de nabijgelegen verticale takken van de teruggaande kanteelvormen, dat tussen de naast elkaar liggende geleiders van de verschillende kanteelvormen geen of slechts een geringe koppeling 25 met een geringe zelfinductie optreedt.In operation, the vertical branches of the upcoming tilt shapes always flow in the same direction as the nearby vertical branches of the return tilt shapes, but are always at such a distance from the nearby vertical branches of the return tilt shapes that between the adjacent horizontal conductors of the different tilting shapes no or only a slight coupling 25 with a small inductance occurs.

De eerste antennelus bestaat derhalve uit een aantal kanteelvormen of in hoofdzaak rechthoekige tandvormen in zowel het heengaande als het teruggaande traject van de antennelus, waarbij de kanteelvormen van het heengaande traject en het teruggaande traject zowel 10 in horizontale richting als in verticale richting ten opzichte van elkaar verschoven zijn.The first antenna loop therefore consists of a number of tilt shapes or substantially rectangular tooth shapes in both the forward and the return trajectory of the antenna loop, the tilt shapes of the forward trajectory and the return trajectory both in the horizontal direction and in the vertical direction relative to each other have shifted.

De kantelen van het ene traject vullen als het ware de tussenruimten tussen de kantelen van het andere traject op. Hierdoor 5 ontstaat een aantal naast elkaar gelegen samengestelde lussen ABST, QDCR, EFOP, MHGN en IJKL met in bedrijf telkens een tegengestelde stroomrichting en bijbehorende tegengestelde magnetische velden. Ter verduidelijking zijn in figuur 4 de tegengestelde stroomrichtingen in de naast elkaar gelegen samengestelde lussen van de antennelus 11 10 schematisch aangegeven met gebogen pijlen 30 t/m 34. De antennelus 11 heeft dezelfde vorm als de hierboven in detail beschreven antennelus 10, doch is ten opzichte van de antennelus 10 over een zodanige afstand naar links (in de figuren) verschoven, dat de verticale takken steeds ter hoogte van het middengebied van de samengestelde lussen van de antennelus 10 15 liggen. Omgekeerd liggen de verticale takken van de antennelus 10 ter hoogte van het middengebied van de samengestelde lussen van de antennelus 11.The tilting of one trajectory fills the gaps between the tilting of the other trajectory. This results in a number of adjacent composite loops ABST, QDCR, EFOP, MHGN and IJKL with in operation in each case an opposite current direction and associated opposite magnetic fields. For clarification, in Figure 4 the opposite flow directions in the adjacent composite loops of the antenna loop 11 are schematically indicated by curved arrows 30 to 34. The antenna loop 11 has the same shape as the antenna loop 10 described in detail above, but is at least relative to the antenna loop 10 shifted to the left (in the figures) by such a distance that the vertical branches always lie at the level of the central region of the assembled loops of the antenna loop 10. Conversely, the vertical branches of the antenna loop 10 lie at the level of the central region of the composite loops of the antenna loop 11.

Voorts is de antennelus 11 ten opzichte van de antennelus 10 in zijn geheel in de richting van de langsrand 25 van de plank 4 verschoven, 20 zodat ook de horizontale takken van de antennelus 10 op afstand liggen van de corresponderende horizontale takken van de antennelus 11. Door de beschreven en bij wijze van voorbeeld getoonde geometrie van de lay-out van de twee antennelussen is de koppeling tussen de antennelussen gering.Furthermore, the antenna loop 11 is displaced relative to the antenna loop 10 in its entirety in the direction of the longitudinal edge 25 of the board 4, so that also the horizontal branches of the antenna loop 10 are spaced apart from the corresponding horizontal branches of the antenna loop 11. Due to the geometry of the layout of the two antenna loops described and shown by way of example, the coupling between the antenna loops is small.

Door de verschuiving van beide antennelussen 10,11 ten opzichte 25 van elkaar worden de dode gebieden (nulpunten) van de ene antennelus gecompenseerd door actieve gebieden van de andere antennelus en omgekeerd, zodat er effectief geen dode zones optreden.By shifting the two antenna loops 10, 11 relative to each other, the dead areas (zero points) of one antenna loop are compensated for by active areas of the other antenna loop and vice versa, so that no dead zones occur effectively.

Voorts worden de antennelussen 10,11 door de inrichting 18 volgens een multiplexmethode bekrachtigd of met een faseverschil van 90°. 30 Dit laatste kan bijvoorbeeld bewerkstelligd worden met een vertragingslijn 11 of een splitter of door een geschikte keuze van de koppeling tussen de antennelussen. Door de in elke antennelus 10,11 gevormde naast elkaar liggende samengestelde antennelussen met tegengestelde stroomrichtingen ontstaat in bedrijf een magnetisch veld met horizontale en verticale 5 componenten, terwijl door de toepassing van twee op de hierboven beschreven wijze ten opzichte van elkaar verschoven en aangestuurde antennelussen lokaal in de tijd afwisselend horizontale en verticale veldcomponenten werkzaam zijn. Hierdoor kunnen zowel verticaal als horizontaal georiënteerde labels geïdentificeerd worden, alsook labels met 10 een tussenliggende oriëntatie.Furthermore, the antenna loops 10, 11 are energized by the device 18 according to a multiplex method or with a phase difference of 90 °. The latter can for instance be effected with a delay line 11 or a splitter or by a suitable choice of the coupling between the antenna loops. The adjacent composite antenna loops with opposite current directions formed in each antenna loop 10, 11 create in operation a magnetic field with horizontal and vertical components, while the use of two antenna loops displaced and controlled locally in the manner described above horizontal and vertical field components alternately operate over time. As a result, both vertically and horizontally oriented labels can be identified, as well as labels with an intermediate orientation.

Fig. 5 toont volledigheidshalve in perspectivisch onderaanzicht nog een schap volgens de uitvinding, waarbij de in de figuren 2 t/m 4 getoonde kern 14 met de antenneconfiguratie is af gedekt door een bovenplaat 15 en een onderplaat 16. De bovenplaat 15 dekt ook de uitsparing 17 af, terwijl de 15 onderplaat 16 deze vrijlaat.FIG. 5 shows, for the sake of completeness, a shelf according to the invention in perspective bottom view, wherein the core 14 shown in figures 2 to 4 with the antenna configuration is covered by a top plate 15 and a bottom plate 16. The top plate 15 also covers the recess 17 while the bottom plate 16 releases it.

Voorts kan het schap 4 omsloten zijn door een metalen afdekrand 36 (fig. 3), die zich langs de voorrand, zijranden en achterrand uitstrekt.Furthermore, the shelf 4 can be enclosed by a metal cover edge 36 (Fig. 3), which extends along the front edge, side edges and rear edge.

Een der gelijke afdekrand beschermt niet alleen de kern 14 maar vormt tevens een het ondervragingsveld beperkende kortsluitgeleider. Eén of twee 20 kortsluitgeleiders kan of kunnen natuurlijk desgewenst ook in de kern zelf worden aangebracht rondom de antennelussen.Such a cover edge not only protects the core 14 but also forms a short-circuit conductor limiting the interrogation field. One or two short-circuit conductors can, or can, of course, if desired, also be provided in the core itself around the antenna loops.

Ook kan desgewenst één zijde van een schap van een afschermlaag voorzien worden indien het ondervragingsveld uitsluitend aan de andere zijde, bijvoorbeeld alleen boven of juist alleen onder het schap, werkzaam 25 dient te zijn.If desired, one side of a shelf can also be provided with a protective layer if the interrogation field is to be active exclusively on the other side, for instance only above or just below the shelf.

Opgemerkt wordt, dat waar in de figuurbeschrijving sprake is van "horizontaal" en "verticaal" en "links" en "rechts" deze termen uitsluitend betrekking hebben op de posities en oriëntaties in de figuren zelf. In een praktische situatie is de oriëntatie en ligging van de diverse elementen van 30 de antennelussen afhankelijk van de specifieke toepassing van het schap.It is noted that where in the description of the figures there is talk of "horizontal" and "vertical" and "left" and "right" these terms refer exclusively to the positions and orientations in the figures themselves. In a practical situation, the orientation and location of the various elements of the antenna loops is dependent on the specific application of the shelf.

1212

Voorts wordt opgemerkt, dat na het voorgaande diverse modificaties van de beschreven uitvoeringsvormen voor de deskundige voor de hand liggen. Zo kan het aantal kantelen groter of kleiner zijn dan in het beschreven voorbeeld. Ook zouden de kantelen een andere vorm kunnen 5 hebben, bijvoorbeeld een trapeziumvorm of een vorm met enigszins gebogen takken, zonder dat van het principe van in twee richtingen ten opzichte van elkaar verschoven kantelen of tanden per antennelus waarbij een voldoende afstand tussen de diverse takken van de heengaande en teruggaande trajecten behouden blijft, en van het principe van in twee richtingen ten 10 opzichte van elkaar verschoven antennelussen wordt afgeweken. In het geval, dat de kantelen een andere vorm hebben behoeven de flanken zich niet uitsluitend in de breedterichting (verticale richting) uit te strekken, doch kunnen de flanken ook een horizontale component hebben. Evenzo zouden de tussen de flanken gelegen delen een verticale component kunnen 15 hebben, al dan niet in combinatie met flanken, die een horizontale component hebben.It is further noted that after the foregoing various modifications of the described embodiments are obvious to the person skilled in the art. For example, the number of tilting may be greater or smaller than in the described example. The tilting could also have a different shape, for example a trapezoidal shape or a shape with slightly curved branches, without the principle of tilting or teeth shifted in two directions relative to each other per antenna loop with a sufficient distance between the various branches of the forward and return paths are maintained, and the principle of antenna loops shifted in two directions relative to each other is deviated from. In the case that the tilting has a different shape, the flanks need not extend exclusively in the width direction (vertical direction), but the flanks can also have a horizontal component. Likewise, the parts located between the flanks could have a vertical component, whether or not in combination with flanks, which have a horizontal component.

Claims (11)

1. Schapantenneconfiguratie voor een RFID-systeem voor het herkennen van voorwerpen, die van een RFID-label zijn voorzien en die zich in een schapstelsel met één of meer schappen bevinden, welke schapantenneconfiguratie een eerste en een tweede antennelus omvat, 5 welke antennelussen in hoofdzaak gelijkvormige zend/ontvang-antennes vormen en elk in een in hoofdzaak plat vlak liggen, welke platte vlakken zich evenwijdig aan elkaar op korte afstand van elkaar uitstrekken, waarbij de antennelussen een lengterichting en een breedterichting hebben, en waarbij elke antennelus een heengaande geleider heeft, die een aantal 10 eerste kantelen vormt en een teruggaande geleider, die een aantal tweede kantelen vormt, waarbij de eerste en de tweede kantelen elkaar afwisselen en de flanken van de eerste en de tweede kantelen op zodanige afstand van elkaar liggen, dat tussen deze flanken geen of slechts een geringe koppeling optreedt, terwijl de zich in de lengterichting uitstrekkende takken van de 15 eerste en tweede kantelen van een antennelus in de breedterichting ten opzichte van elkaar verschoven liggen en waarbij de antennelussen elkaar overlappen, doch eveneens in de breedterichting en de lengterichting ten opzichte van elkaar verschoven zijn gepositioneerd, waarbij slechts een geringe koppeling tussen de antennelussen optreedt en waarbij de flanken 20 van de kantelen van de ene antennelus in een middengebied tussen flanken van de andere antennelus liggen en omgekeerd.1. Sheep antenna configuration for an RFID system for recognizing objects which are provided with an RFID tag and which are located in a shelf system with one or more shelves, which sheep antenna configuration comprises a first and a second antenna loop, which antenna loops are substantially forming uniform transmit / receive antennas and each lying in a substantially flat plane, which flat planes extend parallel to each other a short distance apart, the antenna loops having a longitudinal direction and a width direction, and wherein each antenna loop has an outgoing conductor, which forms a number of first tilts and a return conductor, which forms a number of second tilts, the first and second tilts alternating and the flanks of the first and second tilts being spaced apart such that between these flanks no or only a slight coupling occurs, while the longitudinal branches of d The first and second tilting of an antenna loop are offset relative to each other in the width direction and the antenna loops overlap each other, but are also offset relative to each other in the width direction and the longitudinal direction, whereby only a slight coupling occurs between the antenna loops. and wherein the flanks 20 of the tilting of the one antenna loop lie in a central region between flanks of the other antenna loop and vice versa. 2. Schapantenneconfiguratie volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de kantelen in hoofdzaak rechte flanken hebben, die door in hoofdzaak rechte tussentakken met elkaar zijn verbonden.A sheep antenna configuration as claimed in claim 1, characterized in that the pivots have substantially straight flanks which are connected to each other by substantially straight intermediate branches. 3. Schapantenneconfiguratie volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de tussentakken en de flanken in hoofdzaak rechte hoeken met elkaar insluiten.A sheep antenna configuration according to claim 2, characterized in that the intermediate branches and the flanks enclose substantially right angles with each other. 4. Schapantenneconfiguratie volgens één der conclusies 1 t/m 3 gekenmerkt door een zend/ontvanginrichting die de antennelussen in bedrijf zodanig bestuurt, dat de eerste en tweede antennelussen gemultiplext of met een faseverschil van 90° worden bekrachtigd.A sheep antenna configuration according to any one of claims 1 to 3, characterized by a transmitting / receiving device which controls the antenna loops in operation such that the first and second antenna loops are multiplexed or energized with a phase difference of 90 °. 5. Schapantenneconfiguratie volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de antennelussen aan weerszijden van een kernlaag van een schap zijn aangebracht en door een onderplaat en een bovenplaat zijn afgedekt.Shelf antenna configuration according to one of the preceding claims, characterized in that the antenna loops are arranged on either side of a core layer of a shelf and are covered by a bottom plate and a top plate. 6. Schapantenneconfiguratie volgens één der voorgaande conclusies 10 met het kenmerk, dat rondom de antennelussen een kortsluitgeleiderorgaan is aangebracht.A sheep antenna configuration according to any one of the preceding claims 10, characterized in that a short-circuit conductor member is arranged around the antenna loops. 7. Schapantenneconfiguratie volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de antenneconfiguratie is voorzien van een zich aan één zijde in hoofdzaak evenwijdig aan de platte vlakken uitstrekkende 15 afschermlaag.7. A sheep antenna configuration according to any one of the preceding claims, characterized in that the antenna configuration is provided with a shielding layer extending substantially parallel to the flat surfaces on one side. 8. Schapstelsel omvattend tenminste één schapantenneconfiguratie volgens één der conclusies 1 t/m 7.A shelf system comprising at least one shelf antenna configuration according to any one of claims 1 to 7. 9. Schapstelsel volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de tenminste ene schapantenneconfiguratie is aangebracht in tenminste één 20 plank voor het dragen van van RFID-labels voorziene voorwerpen.9. Shelf system according to claim 8, characterized in that the at least one shelf antenna configuration is arranged in at least one shelf for carrying objects provided with RFID tags. 10. Schapstelsel volgens conclusie 8 met het kenmerk dat de tenminste ene schapantenneconfiguratie is aangebracht in een zich dwars op één of meer planken voor het dragen van van een RFID-label voorziene voorwerpen uitstrekkende achterwand van het schapstelsel.10. Shelf system as claimed in claim 8, characterized in that the at least one shelf antenna configuration is arranged in a rear wall of the shelf system extending transversely to one or more shelves for supporting objects bearing an RFID tag. 11. Schap voor toepassing in een schapstelsel volgens conclusie 8 of 9 en omvattend tenminste één schapantenneconfiguratie volgens één der conclusies 1 t/m 7.A shelf for use in a shelf system according to claim 8 or 9 and comprising at least one shelf antenna configuration according to any one of claims 1 to 7.
NL2004775A 2009-06-25 2010-05-27 SHEEP ANIMAL CONFIGURATION. NL2004775C2 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004775A NL2004775C2 (en) 2009-06-25 2010-05-27 SHEEP ANIMAL CONFIGURATION.
PCT/NL2010/050399 WO2010151132A1 (en) 2009-06-25 2010-06-25 Shelf antenna configuration

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003083 2009-06-25
NL2003083 2009-06-25
NL2004775 2010-05-27
NL2004775A NL2004775C2 (en) 2009-06-25 2010-05-27 SHEEP ANIMAL CONFIGURATION.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004775C2 true NL2004775C2 (en) 2010-12-28

Family

ID=42545457

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004775A NL2004775C2 (en) 2009-06-25 2010-05-27 SHEEP ANIMAL CONFIGURATION.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2004775C2 (en)
WO (1) WO2010151132A1 (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2568804T3 (en) * 2014-02-04 2016-05-04 Sick Ag RFID reading device for shelving occupancy detection
US10567146B1 (en) 2016-06-29 2020-02-18 United States Of America As Represented By The Administrator Of The National Aeronautics And Space Administration Frequency multiplexed radio frequency identification
EP3543895A1 (en) 2018-03-23 2019-09-25 SURGE CLOUD Sp. z o.o. Intelligent shelf system

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2003168914A (en) * 2001-11-30 2003-06-13 Lintec Corp Loop antenna, loop antenna system and radio communication system
FR2836581B1 (en) 2002-02-25 2005-12-09 Sidep METHOD FOR DETECTING RADIO FREQUENCY LABEL WITH CONTINUOUS MODULE SIGNAL, PANEL AND DEVICE FOR IMPLEMENTING THE METHOD
US7417599B2 (en) 2004-02-20 2008-08-26 3M Innovative Properties Company Multi-loop antenna for radio frequency identification (RFID) communication
WO2006008705A1 (en) 2004-07-16 2006-01-26 Koninklijke Philips Electronics N.V. Antenna for communication with a multitude of transponders
NL1028330C2 (en) * 2005-02-18 2006-08-21 Nedap Nv Smart Shelf.

Also Published As

Publication number Publication date
WO2010151132A1 (en) 2010-12-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2004775C2 (en) SHEEP ANIMAL CONFIGURATION.
US11414271B2 (en) Automated storage and retrieval system
US8022809B2 (en) Inventory taking system
US9610960B2 (en) Inventory management system using automated guided vehicle
EP2395488B1 (en) Method of assigning and deducing the location of articles detected by multiple RFID antennae
JP5978403B2 (en) Partition shelf module based automatic storage and retrieval system and method
EP3081511B1 (en) Method for determining a loction of an autonomous vehicle
US8339265B2 (en) Method of assigning and deducing the location of articles detected by multiple RFID antennae
US20090058744A1 (en) Storage cabinet with improved rfid antenna system
US10159360B2 (en) Stacked can merchandiser
NL1028330C2 (en) Smart Shelf.
US20090302725A1 (en) Modular Storage System
US9565952B1 (en) Modular display and dispensing apparatus with plural dispensing tiers and method
US20040165974A1 (en) Automated storage plant
CN111222605A (en) RFID label recognition device
US20140078015A1 (en) Antenna device
NL9100109A (en) INQUIRY STATION FOR OBJECTS TO BE IDENTIFIED.
JP5723115B2 (en) Book storage management system
WO1994016407A1 (en) A method of, and a system for, detecting objects
WO2004114241A2 (en) Apparatus for and method of tracking stored objects
BE1026161B1 (en) METHOD, SYSTEM AND DEVICE FOR MOBILE AUTOMATION DEVICE LOCALIZATION
NL1022559C2 (en) Installation for collecting products in collection containers.
BE1006685A3 (en) A positioning device.
WO2007099723A1 (en) Reader antenna, shelf for placing article provided with antenna, and table for placing article provided with antenna
EP3543895A1 (en) Intelligent shelf system

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230601