NL2001227C2 - Plafond airconditioner en montagestructuur daarvan. - Google Patents

Plafond airconditioner en montagestructuur daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL2001227C2
NL2001227C2 NL2001227A NL2001227A NL2001227C2 NL 2001227 C2 NL2001227 C2 NL 2001227C2 NL 2001227 A NL2001227 A NL 2001227A NL 2001227 A NL2001227 A NL 2001227A NL 2001227 C2 NL2001227 C2 NL 2001227C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
air conditioner
drain element
drain
coupled
Prior art date
Application number
NL2001227A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2001227A1 (nl
Inventor
Lee Byung Hee
Jun Je Hoon
Lim Young Seok
Lee Jong Won
Original Assignee
Samsung Electronics Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Samsung Electronics Co Ltd filed Critical Samsung Electronics Co Ltd
Publication of NL2001227A1 publication Critical patent/NL2001227A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001227C2 publication Critical patent/NL2001227C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/22Means for preventing condensation or evacuating condensate
    • F24F13/222Means for preventing condensation or evacuating condensate for evacuating condensate
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/20Casings or covers

Description

VO
Titel van de uitvinding: plafond airconditioner en montagestructuur daarvan.
Deze aanvrage roept de voorrang in van de Koreaanse octrooiaanvrage No. 2007-0074892, ingediend op 26 juli 2007 bij het Koreaanse Bureau voor Intellectueel Eigendom, waarvan de beschrijving als referentie deel uitmaakt van de onderhavige octrooiaanvrage.
5
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een plafond airconditioner en een montagestructuur daarvan, en, meer in het bijzonder, op een plafond airconditioner met een structuur die in staat is om de lekkage van koude lucht te verhinderen, en een montagestructuur daarvan.
10
Een airconditioner is een inrichting om temperatuur, vochtigheid en dergelijke van lucht aan te passen door gebruik te maken van het warmtetransport gegenereerd door verdamping en condensatie van een koelmedium.
15
De airconditioner kan worden geclassificeerd, gebaseerd op het feit of al dan niet een outdoor-eenheid integraal met een indoor-eenheid is gevormd, in een integrale airconditioner en een aparte airconditioner. Gebaseerd op een installatiepositie van de airconditioner, kan de 20 airconditioner ook worden geclassificeerd in een staande airconditioner, een muur airconditioner, en een plafond airconditioner.
Een voorbeeld van de plafond airconditioner is geopenbaard in het Koreaanse octrooischrift met publicatienummer 2003-0000421.
25
De geopenbaarde plafond airconditioner omvat een kast die het buitenaanzicht van de airconditioner bepaalt, een ventilator geïnstalleerd in het midden van de kast om indoor-lucht aan te zuigen, een warmtewisselaar verschaft in een omgevingsrichting van de ventilator zodanig dat de indoor-5 lucht, aangezogen door de ventilator, wordt gekoeld of verwarmd door het passeren door de warmtewisselaar om daardoor te worden afgevoerd in een ruimte, en een voorpaneel verbonden met een onderoppervlak van de kast en voorzien van een aanzuiggat voor indoor-lucht en afvoergaten voor koude of warme lucht.
10
De hierboven beschreven conventionele plafond airconditioner omvat ook een afvoerkoker geïnstalleerd onder de warmtewisselaar om condenswater op te vangen en af te voeren dat van de warmtewisselaar valt. De afvoerkoker is bij zijn bodem voorzien van een styreen schuim als een 15 soort van een plastic schuim. Het styreen schuim wordt gebruikt voor de warmteisolatie van de lucht in de kast na warmtewisseling en doet tevens dienst om de lekkage van het condenswater te verhinderen. Een houder is verbonden met een onderoppervlak van het styreen schuim dat integraal is verbonden met de afvoerkoker. Eén eind van de houder is met bouten 20 verbonden met het onderoppervlak van de kast, om de afvoerventilator op een gefixeerde lage positie in de kast te houden.
In het geval van de hierboven beschreven conventionele airconditioner daarentegen, kan de lucht na warmtewisseling door een 25 tussenruimte tussen de afvoerkoker en de kast lekken, omdat de afvoerkoker is verbonden met de kast door in de kast geschoven te zijn.
Meer in het bijzonder, tijdens een koeloperatie, lekt koude lucht weg, hetgeen dauwcondensatie veroorzaakt bij de buitenomtrek van de kast.
3
Verder is de afvoerkoker, die in de kast dient te worden geschoven, moeilijk te monteren of te demonteren
In overeenstemming hiermee is het een aspect van de uitvinding 5 om een plafond airconditioner te verschaffen die in staat is om de lekkage van lucht na warmtewisseling te verhinderen door een tussenruimte tussen een afvoerelement, zoals een afvoerkoker, en een kast, en montagestructuur daarvan.
10 Het is een verder aspect van de uitvinding om een plafond airconditioner te verschaffen voor het verzekeren van gemak in het monteren en demonteren van een afvoerelement en een kast, en een montagestructuur daarvan.
15 Bijkomende aspecten en/of voordelen van de uitvinding zullen deels worden uiteengezet in de beschrijving die volgt èn zullen, deels, vanzelfsprekend zijn uit de beschrijving, of kunnen worden geleerd door het in praktijk brengen van de uitvinding.
20 Volgens een aspect van de uitvinding, kunnen de bovengenoemde en/of andere aspecten worden bereikt door het verschaffen van een plafond airconditioner omvattende: een behuizing, die een buitenaanzicht vormt en een opening heeft; een warmtewisselaar gemonteerd in de behuizing; en een afvoerelement om daarin condenswater te ontvangen terwijl de 25 warmtewisselaar wordt ondersteund, waarbij het afvoerelement de rand van de behuizing bedekt, om te verhinderen dat koude lucht door een tussenruimte tussen het afvoerelement en de behuizing lekt.
De rand van de behuizing kan worden geschoven in en gekoppeld 30 met een uiteinde van het afvoerelement.
4
De behuizing kan zijn gemaakt van een hars.
Het afvoerelement en de behuizing kunnen zijn voorzien van 5 flenzen, respectievelijk, voor het koppelen van het afvoerelement en de behuizing.
Tenminste één van het afvoerelement en de behuizing kunnen zijn voorzien van een richel om de lekkage van koude lucht te verhinderen.
10
Het afvoerelement en de behuizing kunnen met elkaar worden gekoppeld door het gebruik van schroeven.
Volgens een ander aspect van de uitvinding, kunnen de 15 bovengenoemde en/of andere aspecten worden bereikt door het verschaffen van een plafond airconditioner omvattende: een behuizing, die een buitenaanzicht vormt en een opening heeft; een warmtewisselaar gemonteerd in de behuizing; een afvoerelement om daarin condenswater te ontvangen terwijl de warmtewisselaar wordt ondersteund; en een 20 plafondpaneel met een aanzuiggat en afvoergaten, waarbij het afvoerelement is gekoppeld om in contact te komen met een uiteinde van de behuizing, en het plafondpaneel is gekoppeld met het afvoerelement zodanig dat het ruimte heeft ten opzichte van de behuizing volgens een vooraf bepaalde afstand.
25
Volgens nog een ander aspect van de uitvinding, kunnen de bovengenoemde en/of andere aspecten worden bereikt door het verschaffen van een montagestructuur van een plafond airconditioner omvattende een behuizing die een buitenaanzicht vormt en die een opening heeft, en een 30 afvoerelement voor het daarin ontvangen van condenswater, waarbij het 5 afvoerelement de rand van de behuizing bedekt rond de opening, om te verhinderen dat koude lucht door een tussenruimte tussen het afvoerelement en de behuizing lekt.
5 Een uiteinde van het afvoerelement kan zijn gekoppeld met een uiteinde van de behuizing rond de opening.
Het afvoerelement kan zodanig zijn gekoppeld dat het in contact komt met tenminste één van de binnen- en buitenoppervlakken van de 10 behuizing.
Het uiteinde van de behuizing en het uiteinde van het afvoerelement kunnen zijn voorzien van flenzen, respectievelijk, zodanig dat de behuizing en het afvoerelement met elkaar zijn gekoppeld wanneer 15 schroeven zijn vastgemaakt door de flenzen.
De airconditioner kan verder een plafondpaneel omvatten met een aanzuiggat en afvoergaten, en het plafondpaneel kan zijn gekoppeld met het afvoerelement zodanig dat het ruimte heeft ten opzichte van de 20 behuizing volgens een vooraf bepaalde afstand.
Deze en/of andere aspecten en voordelen van de voorbeelduitvoeringsvormen van de uitvinding zullen duidelijk en makkelijker gewaardeerd worden vanuit de volgende beschrijving van de 25 uitvoeringsvormen, in combinatie met de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 een aanzicht in perspectief is dat het buitenaanzicht toont van een airconditioner volgens de onderhavige uitvinding, in een situatie waarin het plafondpaneel is gescheiden van de airconditioner; j 6 i | | Figuur 2 een aanzicht in doorsnede is dat de configuratie toont van i | de airconditioner volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 3 een opengewerkt aanzicht in perspectief is van de airconditioner volgens de onderhavige uitvinding;
5 Figuur 4 een uitvergroot aanzicht in doorsnede is van het deel A
van figuur 2; en
Figuur 5 een aanzicht in doorsnede is langs de pijlen B-B van figuur 1, in een situatie waarin het plafondpaneel gekoppeld is.
10 Er zal nu in detail worden gerefereerd naar voorbeelduitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, waarvan voorbeelden zijn geïllustreerd in de bijgaande tekeningen, waarin overal soortgelijke referentiecijfers verwijzen naar soortgelijke elementen. De uitvoeringsvormen worden hieronder beschreven om de onderhavige 15 uitvinding uit te leggen door te verwijzen naar de figuren.
Figuur 1 is een aanzicht in perspectief dat een buitenaanzicht toont van een airconditioner volgens de onderhavige uitvinding, in een situatie waarin het plafondpaneel is gescheiden van de airconditioner. Figuur 2 is 20 een aanzicht in doorsnede van de airconditioner. Figuur 3 is een opengewerkt aanzicht in perspectief van de airconditioner .
De plafond airconditioner volgens de onderhavige uitvinding, zoals getoond in de figuren 1 tot 3, omvat een doosvormige behuizing 10 om te 25 worden verzonken in een plafond 100, waarbij de behuizing 10 een geopende bodem heeft en daarin een blaasinrichting 20 en een warmtewisselaar 30 ontvangt, een afvoerelement 40 om condenswater te verzamelen dat van de warmtewisselaar 30 valt en het condenswater af te voeren naar buiten, waarbij het afvoerelement 40 is gekoppeld met de bodem van de behuizing 7 10, en een plafondpaneel 70 dat is gekoppeld met het afvoerelement 40 om de opening 101 van het plafond 100 te bedekken bij de periferie daarvan.
Een houder 80 is gemonteerd bij elke hoek van de behuizing 10, om 5 de behuizing 10, het afvoerelement 40, en het plafondpaneel 70 met elkaar te koppelen.
De behuizing 10 is ongeveer doosvormige en definieert een holle binnenruimte om de blaasinrichting 20 en de warmtewisselaar 30 daarin te 10 ontvangen. Een warmte-isolerend deel 11 gemaakt van polystyreen schuim is, met gebruik van een kleefstof, aan een binnenoppervlak van de behuizing 10 vastgemaakt.
De blaasinrichting 20 is verschaft in het centrum van de behuizing 15 10, om een bekrachtigbare luchtblaaskraehl te verschaffen. De warmtewisselaar 30 is verschaft in een naar buiten gerichte radiale richting van de blaasinrichting 20, om warmte te wisselen met de lucht die is geïntroduceerd in de behuizing 10 door de blaasinrichting 20.
20 De blaasinrichting 20 omvat een ventilator 21 om lucht aan te zuigen van de bodemzijde en de lucht in een radiale richting af te voeren, en een aandrijfmotor 22 om de ventilator 21 aan te drijven. De aandrijfmotor 22 is bevestigd aan een binnenkant van een bovenoppervlak van de behuizing 10.
25
De warmtewisselaar 30 is verschaft rond de ventilator 21 om de ventilator 21 te omgeven, om zo warmte te wisselen met de lucht die wordt afgevoerd vanaf de ventilator 21.
8
Het afvoerelement 40 omvat een afvoeronderdeel 50 verschaft onder de warmtewisselaar 30 om het condenswater gegenereerd in een j warmtewisselingsoperatie op te vangen en af te voeren, en een scheidingsonderdeel 60 gedefinieerd in het afvoeronderdeel 50 om de 5 binnenruimte van de behuizing 10 te verdelen in een aanzuiggebied en een afvoergebied.
Een warmteisolerend deel 41 gemaakt van polystyreenschuim is vastgemaakt, met gebruik van een kleefmiddel, aan een onderoppervlak van 10 het afvoerelement 40.
Het afvoeronderdeel 50 is een lager gelegen deel om het condenswater op te vangen dat van een buitenoppervlak van de warmtewisselaar 30 valt, terwijl de bodem van de warmtewisselaar 30 15 wordt ondersteund. Het afvoeronderdeel 50 heeft verbindingsgaten 51 ingericht langs de periferie daarvan op posities die corresponderen met de afvoergaten 72 van het plafondpaneel 70, om te communiceren met de respectievelijke afvoergaten 72.
20 Het scheidingsonderdeel 60 is een deel van een vlakke plaat waarin centraal een opening 61 is gevormd. De opening 61 van het scheidingsonderdeel 60 heeft een afmeting groter dan een buitendiameter van de ventilator 21 om de passage van de ventilator 21 mogelijk te maken. Aldus, wanneer het gewenst is om de ventilator 21 af te scheiden voor 25 reparatie van de aandrijfmotor 22 en andere redenen, kan de ventilator 21 makkelijk worden afgescheiden door de opening 61. Dus, de ventilator 21 is afscheidbaar zonder het afscheiden van het scheidingsonderdeel 60.
Het scheidingsonderdeel 60 kan integraal worden gevormd met het 30 afvoeronderdeel 50 zoals beschreven in de voorkeursuitvoeringsvorm van de 9 onderhavige uitvinding, of kan apart van het afvoeronderdeel 50 worden gefabriceerd zodanig dat de rand van het scheidingsonderdeel 60 is gekoppeld met de binnenperiferie van het afvoerelement 40.
5 Een klokvormig mondstuk 62 wordt verschaft onder het scheidingsonderdeel 60. Het klokvormige mondstuk 62 heeft een centrale opening 62a voor de passage van aangezogen lucht, en een luchtgeleidingsoppervlak 62b dat is gekromd naar de opening 62a toe. De periferie van het klokvormige mondstuk 62 is losmakelijk gekoppeld met de 10 opening 61 van het scheidingsonderdeel 60. Het klokvormige mondstuk 62 geleidt de lucht, die binnengevoerd is door een aanzuiggat 71 van het plafondpaneel 70, naar de aanzuigkant van de ventilator 21.
Een controlekast 63 die een veelvoud van elektrische elementen 15 voor het controleren van de werking van de airconditioner omvat, is geïnstalleerd op een positie van een onderoppervlak van het scheidingsonderdeel 60. De controlekast 63 is gekoppeld met het onderoppervlak van het scheidingsonderdeel 60 op een positie dichtbij het afvoeronderdeel 50.
20
Het afvoerelement 40 wordt ondersteund op een onderoppervlak daarvan door een bovenoppervlak van het plafondpaneel 70.
In een situatie waarin het klokvormige mondstuk 62 en de 25 controlekast 63 zijn gekoppeld met het afvoerelement 40, is het plafondpaneel 70 gekoppeld met het afvoerelement 40.
Het plafondpaneel 70 omvat een centraal aanzuiggat 71 voor het aanzuigen van indoor-lucht, en een veelvoud van afvoergaten 72 rond het 30 aanzuiggat 71. Het veelvoud van afvoergaten 72 is verbonden met een f jij ! ! j 10 veelvoud van afvoerpaden 12 die worden gevormd om te corresponderen met de respectievelijke verbindingsgaten 51 van het afvoerelement 40. Een filter | 73 is geïnstalleerd op het aanzuiggat 71 van het plafondpaneel 70, om de lucht te filteren die is binnengevoerd door het aanzuiggat 71.
5
In de airconditioner met de hierboven beschreven configuratie, wordt de lucht na warmtewisseling, na gepasseerd te zijn door de warmtewisselaar 30, afgevoerd in een ruimte door de afvoergaten 72. Als koude lucht gegenereerd door een koeloperatie door een tussenruimte lekt 10 tussen de behuizing 10 en het afvoerelement 40 in plaats van de afvoergaten 72, dan treedt een dauwcondensatie fenomeen op bij het buitenoppervlak van de behuizing 10.
Om het dauwcondensatie fenomeen op te lossen, is in de 15 airconditioner volgens de onderhavige uitvinding het afvoerelement stevig gekoppeld met de behuizing in plaats van in de behuizing te zijn geschoven zoals voorgesteld in de stand der techniek.
Hierna zal een montagestructuur van de behuizing en het 20 afvoerelement in detail worden beschreven.
Figuur 4 is een vergroot aanzicht in doorsnede van het deel A van figuur 2. Figuur 5 is een aanzicht in doorsnede langs de pijlen B-B van figuur 1, in een situatie waarin het plafondpaneel is gekoppeld.
25
In de airconditioner volgens de onderhavige uitvinding, zoals getoond in de figuren 2 en 4, bedekt een uiteinde 42 van het afvoerelement 40 de rand (uiteinde) 13 van de behuizing 10, om de lekkage van koude lucht te verhinderen.
30 j ί i.i \ ij j Hoewel de behuizing 10 kan worden gefabriceerd door persen om j een vereiste sterkte te verkrijgen, is in de onderhavige uitvoeringsvorm de j behuizing 10 gemaakt van een lichtgewicht hars om makkelijk transport en installeren te verzekeren. Om de behuizing 10 te fabriceren wordt bij 5 voorkeur een plastic vel verwarmd om een makkelijk vervormbare toestand i te verkrijgen, en dan wordt het verwarmde plastic vel onderworpen aan vacuumvorming.
Om de laterale sterkte van de behuizing 10 van hars te verbeteren 10 en om een makkelijke koppeling van de behuizing 10 en het afvoerelement 40 te verzekeren, is het uiteinde 13 van de behuizing 10 rond de opening gevormd in een omgevingsrichting met een eerste flens 14. De eerste flens 14 strekt zich naar buiten uit van het uiteinde 13 dwars op het uiteinde 13.
15 Het afvoerelement 40 voor het ontvangen van het condenswater dat van de warmtewisselaar 30 afvalt, is stevig gekoppeld met de behuizing 10 om geen tussenruimte in een koppelgebied tussen de behuizing 10 en het afvoerelement 40 te veroorzaken, om de lekkage van koude lucht te verhinderen door de tussenruimte tussen het afvoerelement 40 en de 20 behuizing 10.
Hiertoe heeft het afvoerelement 40 een afmeting die correspondeert met de afmeting van de behuizing 10, om de rand (uiteinde) 13 van de behuizing 10 te bedekken.
25
Het uiteinde 13 van de behuizing 10 is gevormd met het warmte-isolerend deel 11 zodanig dat het warmte-isolerend deel blootligt. Het uiteinde 42 van het afvoerelement 40 is gekoppeld met het uiteinde 13 van de behuizing 10.
30 12 3 j
Het uiteinde 42 van het afvoerelement 40 is gevormd door spuitgieten om het warmte-isolerende deel 41 te omgeven. Als het uiteinde j 13 van de behuizing 10 is gekoppeld met het uiteinde 42 van het afvoerelement 40 om in nauw contact met het uiteinde 42 te komen, is het 5 mogelijk om te verhinderen dat koude lucht tussen het afvoerelement 40 en de behuizing 10 lekt.
Om het preventieeffect voor lekkage van koude lucht te vergroten, is het uiteinde 42 van het afvoerelement 40 ineen omgevingsrichting 10 daarvan gevormd met een opwaarts uitstekende richel 43.
Het zal worden gewaardeerd dat de richel voor het verhinderen van lekkage van koude lucht kan worden gevormd bij het uiteinde 13 van de behuizing 10.
15
Het uiteinde 42 van het afvoerelement 40 wordt gevormd door middel van een tweede flens 44, om te corresponderen met de eerste flens 14 gevormd bij het uiteinde 13 van de behuizing 10. De tweede flens 44 is langer dan de eerste flens 14 met een vooraf bepaald verschil in omtrek. De 20 tweede flens 44 wordt gevormd bij een buiteneinde daarvan met een opwaarts gebogen deel 45 dwars op de tweede flens 44, en bij een binneneind daarvan met een opwaarts gebogen geleidingsdeel 46 dwars op de tweede flens 44.
25 Met de hierboven beschreven configuratie, wanneer het afvoerelement 40 is gekoppeld met de behuizing 10, is het uiteinde 13 van de behuizing 10 geschoven tussen het opwaarts gebogen deel 45 en het geleidingsdeel 46 gevormd bij het uiteinde 42 van het afvoerelement 40. Dit heeft het faciliteren van het aangrijpen van de behuizing 10 en het 30 afvoerelement 40 tot gevolg, en ook het simplificeren van het positioneren 13 van de schroeven gebruikt om het afvoerelement 40 en de behuizing 10 met elkaar te koppelen. De schroefkoppeling zal hierna worden beschreven.
In het kort, nadat het afvoerelement 40 is gepositioneerd om de 5 opening van de behuizing 10 te bedekken, worden schroeven vastgemaakt om het afvoerelement 40 en de behuizing 10 stevig met elkaar te koppelen.
Zoals getoond in figuur 5, heeft de eerste flens 14 een schroefgat 14a gevormd pp een positie daarvan die correspondeert met elke hoek van 10 de behuizing 10, en de tweede flens 44 heeft een schroefgat 44a gevormd op een positie daarvan die correspondeert met elke hoek van het afvoerelement 40, om te corresponderen met het schroefgat 14a van de eerste flens 14.
Om de behuizing 10 en het afvoerelement 40 stevig met elkaar te 15 koppelen, wordt de houder 80 gemonteerd bij elke schroefbevestigingspositie.
De houder is ingericht om de eerste en de tweede flenzen 14 en 44 onder te brengen, en heeft een extensie 81 voor het bevestigen van het 20 plafondpaneel 70.
Aldus is, voor wat betreft de schroefkoppeling van het afvoerelement 40 en de behuizing 10, ten eerste het uiteinde 42 van het afvoerelement 40 zodanig gekoppeld met het uiteinde 13 van de behuizing 25 10 dat de schroefgaten 14a en 44a van de eerste en de tweede flenzen 14 en 44 met elkaar samenvallen.
Vervolgens is de houder 80 gemonteerd aan de eerste en tweede flenzen 14 en 44, en zijn de schroeven vastgemaakt om het afvoerelement 40 30 en de behuizing 10 volledig met elkaar te koppelen.
14
Hoewel de schroefbevestigingsposities vrij selecteerbaar zijn op de periferie van de behuizing en het afvoerelement, zijn de schroeven bij voorkeur vastgemaakt door de hoeken van de behuizing en het 5 afvoerelement, om een grotere koppelingskracht te bereiken.
Na het voltooien van het koppelen van het afvoerelement 40 en de behuizing 10, wordt het plafondpaneel 70 verschaft bij het onderoppervlak van het afvoerelement 40, en wordt er een schroef vastgemaakt door de 10 extensie 81 van elke houder 80 en een corresponderende positie van het plafondpaneel 70, voor het bevestigen van het plafondpaneel 70.
Wanneer de behuizing 10 en het afvoerelement 40 aan elkaar zijn gemonteerd omdat het uiteinde 42 van het afvoerelement 40 en het uiteinde 15 13 van de behuizing 10 zijn gekoppeld op een zodanige manier dat het afvoerelement 40 de behuizing 10 bedekt, dan is het mogelijk om te verhinderen dat koude lucht door een tussenruimte tussen het afvoerelement 40 en de behuizing 10 lekt.
20 In het bijzonder heeft de behuizing 10 een lagere sterkte dan een conventionele geperste behuizing, omdat de behuizing van de onderhavige uitvinding van een hars is gemaakt. Daarom is, wanneer het afvoerelement in de behuizing 10 van hars is geschoven op dezelfde manier als in de stand der techniek, de periferie van de behuizing licht opgerekt, wat een grotere 25 tussenruimte voor lekkage van koude lucht tussen de behuizing en het afvoerelement veroorzaakt.
Aldus kan de hierboven beschreven montage structuur van het afvoerelement volgens de onderhavige uitvinding een nog opmerkelijker 15 effect tentoonspreiden wanneer het is toegepast op een plafond airconditioner gebruikmakend van de behuizing van hars.
Bovendien verzekert de onderhavige uitvinding gemakkelijke 5 demontage of montage van het afvoerelement, wanneer het gewenst is om het afvoerelement van de behuizing te demonteren of te monteren voor het repareren en management van geassocieerde elementen.
Zoals uit de voorgaande beschrijving blijkt, verschaft de uitvinding 10 een plafond airconditioner en een montage structuur daarvan waarbij de behuizing en een afvoerelement met elkaar zijn gemonteerd omdat een uiteinde van het afvoerelement en een uiteinde van de behuizing zodanig zijn gekoppeld dat het afvoerelement de behuizing bedekt. Aldus is het mogelijk om het lekken van koude lucht door een tussenruimte tussen het 15 afvoerelement 40 en de behuizing 10 te verhinderen. Verder kan, volgens de onderhavige uitvinding, het afvoerelement makkelijk worden gescheiden van de behuizing als dat nodig is voor de reparatie en management daarvan.
Hoewel uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn 20 getoond en beschreven, zal het door de vakman worden gewaardeerd dat wij zigingen in deze uitvoeringsvorm kunnen worden gemaakt zonder af te wijken van de principes en geest van de uitvinding, waarvan de reikwijdte wordt gedefinieerd in de conclusies en de equivalenten daarvan.
25

Claims (12)

1. Een plafond airconditioner omvattende: een behuizing die een buitenaanzicht vormt en een opening heeft; een warmtewisselaar gemonteerd in de behuizing; en een afvocrelement om daarin condenswater te ontvangen en tegelijkertijd de warmtewisselaar te ondersteunen. 5
2. De plafond airconditioner volgens conclusie 1, waarbij de rand van de behuizing is geschoven in en gekoppeld met een uiteinde van het afvoerelement.
3. De plafond airconditioner volgens conclusie 1 of 2, waarbij de behuizing is gemaakt van een hars.
4. De plafond airconditioner volgens een der conclusies 1-3, waarbij het afvoerelement en de behuizing zijn voorzien van flenzen, respectievelijk, 15 voor de koppeling van het afvoerelement en de behuizing.
5. De plafond airconditioner volgens een der conclusies 1-4, waarbij ten minste één van het afvoerelement en de behuizing is voorzien van een richel om de lekkage van koude lucht te verhinderen. 20
6. De plafond airconditioner volgens een der conclusies 1-5, waarbij het afvoerelement en de behuizing met elkaar zijn gekoppeld door gebruikmaking van schroeven.
7. Een plafond airconditioner omvattende: een behuizing die een buitenaanzicht vórmt en een opening heeft; een warmtewisselaar gemonteerd in de behuizing; een afvoerelement om daarin condenswater te ontvangen en tegelijkertijd de warmtewisselaar te ondersteunen; en een plafondpaneel met een aanzuiggat en afvoergaten, waarbij het afvoerelement is gekoppeld om in contact te komen met een uiteinde van de behuizing, en 5 waarbij het plafondpaneel zodanig is gekoppeld met het afvoerelement dat het ruimte heeft ten opzichte van de behuizing volgens een vooraf bepaalde afstand.
8. Een montagestructuur van een plafond airconditioner omvattende 10 een behuizing die een buitenaanzicht vormt en een opening heeft, en een afvoerelement om daarin condenswater te ontvangen, waarbij het afvoerelement de rand van de behuizing bedekt rond de opening, om te verhinderen dan koude lucht door een tussenruimte tussen het afvoerelement en de behuizing lekt. 15
9. De montagestructuur volgens conclusie 8, waarbij een uiteinde van het afvoerelement is gekoppeld met een uiteinde van de behuizing rond de opening.
10. De montagestructuur volgens conclusie 8 of 9, waarbij het afvoerelement zodanig is gekoppeld dat het in contact komt met ten minste één van binnen- en buitenoppervlakken van de behuizing.
11. De montagestructuur volgens conclusie 9 of 10, waarbij het 25 uiteinde van de behuizing en het uiteinde van het afvoerelement zijn voorzien van flenzen, respectievelijk, zodanig dat de behuizing en het afvoerelement met elkaar zijn gekoppeld wanneer de schroeven zijn vastgemaakt, door de flenzen.
12. De montagestructuur volgens een der conclusies 8-11, waarbij de airconditioner verder een plafondpaneel omvat met een aanzuiggat en afvoergaten, en waarbij het plafondpaneel is gekoppeld met het afvoerelement 5 zodanig dat het ruimte heeft ten opzichte van de behuizing volgens een vooraf bepaalde afstand. 10
NL2001227A 2007-07-26 2008-01-29 Plafond airconditioner en montagestructuur daarvan. NL2001227C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
KR1020070074892A KR101195563B1 (ko) 2007-07-26 2007-07-26 천장형 공기조화기 및 그 조립구조
KR20070074892 2007-07-26

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2001227A1 NL2001227A1 (nl) 2009-01-27
NL2001227C2 true NL2001227C2 (nl) 2010-07-20

Family

ID=40290420

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001227A NL2001227C2 (nl) 2007-07-26 2008-01-29 Plafond airconditioner en montagestructuur daarvan.

Country Status (3)

Country Link
KR (1) KR101195563B1 (nl)
IT (1) ITTO20080072A1 (nl)
NL (1) NL2001227C2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106403016B (zh) 2015-07-30 2019-07-26 Lg电子株式会社 空调机的室内机
KR101690885B1 (ko) * 2015-07-31 2016-12-28 엘지전자 주식회사 공기조화기의 실내기
KR102620355B1 (ko) * 2018-10-15 2024-01-05 삼성전자주식회사 공기조화기
KR20230157731A (ko) 2022-05-10 2023-11-17 엘지전자 주식회사 공기조화기

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2314924A (en) * 1996-07-03 1998-01-14 Toshiba Kk Ceiling attachment type air conditioner
JP2000046362A (ja) * 1998-07-27 2000-02-18 Toshiba Ave Kk 天井カセット形空気調和機
JP2001201084A (ja) * 2000-01-18 2001-07-27 Matsushita Refrig Co Ltd 空気調和機
JP2003090556A (ja) * 2001-09-20 2003-03-28 Daikin Ind Ltd 空気調和機
JP2003214645A (ja) * 2002-01-23 2003-07-30 Mitsubishi Electric Corp 空気調和機

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6196242U (nl) 1984-11-30 1986-06-20
JPH0416084Y2 (nl) 1986-06-25 1992-04-10

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2314924A (en) * 1996-07-03 1998-01-14 Toshiba Kk Ceiling attachment type air conditioner
JP2000046362A (ja) * 1998-07-27 2000-02-18 Toshiba Ave Kk 天井カセット形空気調和機
JP2001201084A (ja) * 2000-01-18 2001-07-27 Matsushita Refrig Co Ltd 空気調和機
JP2003090556A (ja) * 2001-09-20 2003-03-28 Daikin Ind Ltd 空気調和機
JP2003214645A (ja) * 2002-01-23 2003-07-30 Mitsubishi Electric Corp 空気調和機

Also Published As

Publication number Publication date
KR20090011379A (ko) 2009-02-02
KR101195563B1 (ko) 2012-10-30
ITTO20080072A1 (it) 2009-01-27
NL2001227A1 (nl) 2009-01-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2279549C (en) Window room air conditioner
US10054320B2 (en) Indoor device of air conditioner
US6450880B1 (en) Ceiling embedded-type air conditioner
US7210305B2 (en) Outdoor unit for air conditioner
US9746231B2 (en) Indoor unit of ceiling type air-conditioner
NL2001227C2 (nl) Plafond airconditioner en montagestructuur daarvan.
US11118809B2 (en) Drain hose and air conditioner including the same
US8074709B2 (en) Center mounting type air conditioner for vehicle
KR20030089690A (ko) 공기조화기용 벽 매입형 실외기
EP3045832B1 (en) Air conditioner
US7305844B2 (en) Combined type air conditioner
US4607500A (en) Grille mounting for a room air conditioner
US6598413B2 (en) Ceiling embedded-type air conditioner
KR20170020146A (ko) 공기조화기의 실내기
WO2000019150A1 (fr) Organe de conditionnement d'air
EP3045834B1 (en) Air conditioner
GB2451305A (en) Ceiling type air conditioner
KR101174030B1 (ko) 공기조화기용 실내기
KR100749061B1 (ko) 공기조화기
JP7160412B2 (ja) 空気調和機の室内ユニット
KR101742878B1 (ko) 공기조화기의 실내기
KR100291777B1 (ko) 분리형공기조화기의실내기
FI118188B (fi) Kasettipatteri
KR101280369B1 (ko) 평판표시유닛이 설치된 공기조화기
JP4806243B2 (ja) 空気調和装置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220201