NL1037418C2

NL1037418C2 - BARRIER DEVICE.

Info

Publication number: NL1037418C2
Application number: NL1037418A
Authority: NL
Inventors: Johannes Wilhelmus Thomas Oosterwaal
Original assignee: Johannes Wilhelmus Thomas Oosterwaal
Priority date: 2009-10-26
Filing date: 2009-10-26
Publication date: 2011-04-27
Also published as: WO2011062479A3; EP2494110A2; WO2011062479A2

Description

Titel: Barrière-inrichtingTitle: Barrier device

De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op barrièrepalen, bedoeld voor het weren van auto's. Dergelijke palen zijn op zich bekend, voor verschillende omstandigheden, en de eisen die aan dergelijke 5 palen worden gesteld, zijn onder meer afhankelijk van de omstandigheden. Palen kunnen bedoeld zijn louter voor het tegenhouden van langzaam rijdende auto's, bijvoorbeeld om te voorkomen dat auto's op een bepaalde plaats parkeren. Voorts kunnen dergelijke palen worden ingedeeld in verschillende 10 categorieën afhankelijk daarvan, of zij permanent in bedrijf zijn dan wel tijdelijk buiten bedrijf kunnen worden genomen. Bijvoorbeeld kunnen anti-parkeerpalen worden weggenomen of omlaag gescharnierd door een eigenaar zodat deze eigenaar wel op deze plaats kan parkeren, terwijl permanente anti-15 parkeerpalen verankerd staan in de grond. Maar palen kunnen ook bedoeld zijn om snel rijdende auto's tegen te houden, bijvoorbeeld om te voorkomen dat met een auto of zelfs een vrachtwagen een aanslag wordt gepleegd op een winkel, of om te voorkomen dat een auto achter een autobus aan een verboden 20 gebied in rijdt: dergelijke palen zijn uit de aard der zaak veel robuuster uitgevoerd.The present invention relates in general to barrier posts intended for blocking cars. Such piles are known per se for different circumstances, and the requirements imposed on such piles depend inter alia on the circumstances. Poles can be intended purely for stopping slow-moving cars, for example to prevent cars from parking in a certain place. Furthermore, such posts can be classified into different categories depending on whether they are permanently in operation or can be taken out of service temporarily. For example, anti-parking poles can be removed or hinged down by an owner so that this owner can park at this location, while permanent anti-parking poles are anchored in the ground. But poles can also be intended to stop fast-moving cars, for example to prevent a car or even a truck from being attacked at a store, or to prevent a car behind a bus at a forbidden area in runs: such posts are by nature much more robust.

In al deze gevallen kan het echter gebeuren, dat een automobilist per ongeluk tegen de paal aan rijdt. Afhankelijk van de uitvoering van de paal en de snelheid van de auto 25 ontstaat er dan meer of minder schade aan de desbetreffende auto, terwijl ook de paal doorgaans beschadigd raakt en het relatief veel moeite, tijd en geld kost om de paal weer in een normale 'stand by' toestand te brengen.In all these cases, however, it may happen that a motorist accidentally hits the pole. Depending on the construction of the pole and the speed of the car 25, more or less damage is then caused to the car in question, while the pole is also usually damaged and it takes relatively much effort, time and money to return the pole to a normal position. 'stand by' state.

Het is een algemeen doel van de onderhavige uitvinding om 30 voor de genoemde problemen een oplossing te bieden. Meer in het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een barrièrepaal te verschaffen die enerzijds in staat is om te fungeren als anti-kraakpaal en dus snel rijdende auto's effectief tegen te houden terwijl anderzijds de aan een auto 1037418 2 veroorzaakte schade beperkt is, terwijl het bovendien relatief gemakkelijk is om de paal na een incident weer in zijn normale 'stand by' toestand te brengen.It is a general object of the present invention to provide a solution to the aforementioned problems. More specifically, it is an object of the present invention to provide a barrier post which is, on the one hand, capable of acting as an anti-squat pole and thus effectively preventing fast-moving cars, while on the other hand the damage caused to a car 1037418 2 is limited, while, moreover, it is easy to return the post to its normal 'stand by' condition after an incident.

Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een 5 barrière-inrichting die een rad omvat, bestaande uit vier onderling loodrecht en in een gemeenschappelijk vlak loodrecht op een gemeenschappelijke rotatieas gemonteerde armen. Het rad is gemonteerd in een frame dat in de bodem is opgesteld, bij voorkeur ingegoten in beton, waarbij de rotatieas vlak onder 10 het bodemoppervlak ligt. In de normale 'stand by' toestand staat één van de armen verticaal: deze arm fungeert dan als barrièrepaal. Indien een auto tegen deze arm rijdt, draait het rad en beweegt deze arm met de auto mee, waarbij één van de horizontale armen wordt opgetild en tegen de onderkant van de 15 auto botst: het rad kan nu niet verder draaien, en de auto wordt tegengehouden door de inmiddels schuin staande verticale arm. Bij kleine snelheden ontstaat er nauwelijks of geen schade. Bij grote snelheden drukt de auto door, maar dan wordt ook de horizontale arm verder opgetild, waardoor de auto 20 letterlijk van de grond wordt opgetild waarbij de auto sterk wordt afgeremd. Uiteindelijk komt de auto tot stilstand op het rad en kan niet meer vooruit of achteruit. Weliswaar kan het nodig zijn om de auto van het rad af te takelen, maar desalniettemin is de hoeveelheid schade aan de auto gering.To this end, the present invention provides a barrier device comprising a wheel consisting of four arms mounted mutually perpendicularly and in a common plane perpendicular to a common axis of rotation. The wheel is mounted in a frame arranged in the bottom, preferably cast in concrete, the axis of rotation lying just below the bottom surface. In the normal 'stand by' state, one of the arms is vertical: this arm then acts as a barrier post. If a car drives against this arm, the wheel rotates and this arm moves with the car, lifting one of the horizontal arms and bumping into the bottom of the car: the wheel cannot turn any further and the car becomes held back by the now tilted vertical arm. At small speeds, there is hardly any damage. At high speeds the car presses on, but then the horizontal arm is also further lifted, as a result of which the car 20 is literally lifted off the ground, the car being strongly braked. Eventually the car comes to a stop on the wheel and can no longer move forward or backward. It may be necessary to lift the car off the wheel, but the amount of damage to the car is nevertheless small.

25 Voorts zal er, in beide gevallen, nauwelijks of geen schade zijn aan het rad, en dit kan doorgaans met de hand weer worden geroteerd naar zijn 'stand-by' stand.Furthermore, in both cases there will be little or no damage to the wheel, and this can usually be rotated again by hand to its 'stand-by' position.

Figuur 1 illustreert schematisch de werking van de door 30 de onderhavige uitvinding voorgestelde barrière-inrichting, die is aangeduid met het verwijzingscijfer 1. De inrichting 1 omvat een frame 2, dat stevig is opgesteld in een bodem 3, alsmede een vierarmig rad 10, dat roteerbaar in het frame 2 is gemonteerd. Meer in het bijzonder kan het frame 2 zijn 35 ingegoten in beton of dergelijke, maar dat is ter wille van de eenvoud niet weergegeven. Het rad 10 omvat vier onderling loodrecht en in een gemeenschappelijk vlak loodrecht op een gemeenschappelijke rotatieas 11 gemonteerde armen 12. De rotatieas 11 is horizontaal, en ligt vlak onder het bodem- 1 1 3 oppervlak 4. Het materiaal van de armen 12 is niet essentieel, maar kan bijvoorbeeld hout of metaal zijn.Figure 1 schematically illustrates the operation of the barrier device represented by the present invention, which is designated by the reference numeral 1. The device 1 comprises a frame 2, which is securely arranged in a bottom 3, as well as a four-armed wheel 10, which is rotatably mounted in the frame 2. More in particular, the frame 2 may be cast in concrete or the like, but for the sake of simplicity that is not shown. The wheel 10 comprises four arms 12 mounted mutually perpendicularly and in a common plane perpendicular to a common axis of rotation 11. The axis of rotation 11 is horizontal, and lies just below the bottom surface 4. The material of the arms 12 is not essential but may be, for example, wood or metal.

De bovenste afbeelding in figuur 1 toont de barrière-inrichting 1 in een normale 'stand by' toestand, waarbij één 5 van de armen verticaal staat: deze arm, aangeduid als 12A, fungeert dan als barrièrepaal. Indien een auto tegen deze arm 12A rijdt, draait het rad 10 en beweegt deze arm 12A met de auto mee, zoals weergegeven in de tweede afbeelding in figuur 1. De tegen de rijrichting in naar de auto gerichte horizon-10 tale arm, aangeduid als 12B, wordt daarbij opgetild en botst tegen de onderkant van de auto: het rad 10 kan nu niet verder draaien, en de auto wordt tegengehouden door de inmiddels schuin staande verticale arm 12A. Bij kleine snelheden ontstaat er nauwelijks of geen schade.The upper image in Figure 1 shows the barrier device 1 in a normal 'stand-by' state, with one of the arms standing vertically: this arm, designated as 12A, then acts as a barrier post. If a car drives against this arm 12A, the wheel 10 rotates and moves this arm 12A along with the car, as shown in the second figure in Figure 1. The horizontal arm facing the direction of travel towards the car, indicated as 12B, is thereby lifted and collides with the underside of the car: the wheel 10 can now no longer rotate, and the car is held back by the now inclined vertical arm 12A. At small speeds, there is hardly any damage.

15 Bij grote snelheden drukt de auto door, maar dan wordt ook de horizontale arm 12B verder opgetild, waardoor de auto letterlijk van de grond wordt opgetild en de auto sterk wordt afgeremd. Uiteindelijk komt de auto tot stilstand op het rad en kan niet meer vooruit of achteruit. Weliswaar kan het nodig 20 zijn om de auto van het rad af te takelen, maar desalniettemin is de hoeveelheid schade aan de auto relatief gering, met name in vergelijking met de bekende starre palen van beton of metaal. Voorts zal er, in beide gevallen, nauwelijks of geen schade zijn aan het rad 10, en dit kan doorgaans met de hand 25 weer worden geroteerd naar zijn 'stand-by' stand.At high speeds the car presses on, but then the horizontal arm 12B is also further lifted, as a result of which the car is literally lifted off the ground and the car is strongly braked. Eventually the car comes to a stop on the wheel and can no longer move forward or backward. Although it may be necessary to lift the car off the wheel, the amount of damage to the car is nevertheless relatively small, in particular in comparison with the known rigid piles of concrete or metal. Furthermore, in both cases there will be little or no damage to the wheel 10, and this can usually be rotated again by hand to its 'stand-by' position.

De derde en vierde afbeeldingen in figuur 1 illustreren nog dat, afhankelijk van de oorspronkelijke snelheid van de desbetreffende auto alsmede de massa daarvan, de auto verder doorrijdt "op" het rad 10 en eventueel op de derde arm 12C of 30 de vierde arm 12D terecht komt.The third and fourth images in Figure 1 further illustrate that, depending on the original speed of the car in question and the mass thereof, the car continues to drive "on" the wheel 10 and possibly on the third arm 12C or the fourth arm 12D coming.

Hoewel in principe niet essentieel, hebben de vier armen 12 bij voorkeur onderling gelijke lengten.Although not in principle essential, the four arms 12 preferably have mutually equal lengths.

Figuur 2A is een perspectiefaanzicht dat schematisch de constructie toont van een uitvoeringsvoorbeeld van de 35 inrichting 1, en figuur 2B is een vergelijkbaar aanzicht in uiteengenomen toestand.Figure 2A is a perspective view that schematically shows the construction of an exemplary embodiment of the device 1, and Figure 2B is a similar view in exploded condition.

In figuur 2B is zichtbaar, dat het rad 10 twee asuitsteeksels 13 tegenover elkaar heeft, loodrecht op het vlak van de armen 12, die roteerbaar zijn opgenomen in 4 lagerbussen 23 van het frame 2. Het frame 2 omvat in essentie een rechthoekig grondframe 21 met twee respectieve driehoeksteunen 22 die de respectieve lagerbussen 23 dragen.Figure 2B shows that the wheel 10 has two axis projections 13 opposite each other, perpendicular to the plane of the arms 12, which are rotatably received in 4 bearing bushes 23 of the frame 2. The frame 2 essentially comprises a rectangular base frame 21 with two respective triangle supports 22 carrying the respective bearing bushes 23.

De precieze constructieve vorm van het frame 2 is niet 5 essentieel; van belang is dat het frame 2 met de lagerbussen 23 stevig genoeg is, en stevig genoeg is verankerd aan de ondergrond, dat het rad 10 in het frame 2 wordt vastgehouden als daar een auto of vrachtwagen tegen aan rijdt.The precise structural shape of the frame 2 is not essential; it is important that the frame 2 with the bearing bushes 23 is sturdy enough, and firmly enough anchored to the substrate, that the wheel 10 is retained in the frame 2 when a car or lorry collides with it.

De inrichting 1 omvat verder nog bij voorkeur een kozijn 10 24, dat door steunen 25 is gefixeerd aan het frame 2, en dat in de bedrijfstoestand zich bevindt op gelijke hoogte als het bodemoppervlak 4. De verticale afstand tussen dat kozijn 24 en de rotatieas 11, in figuur 2B aangeduid met D, is gelijk aan de halve hoogte van de horizontale armen 12B, 12D, zodat in de 15 standby stand het bovenoppervlak van deze horizontale armen 12B, 12D gelijk ligt met dat kozijn 24 en dus met het bodemoppervlak 4. Het kozijn 24 heeft een inwendige lengte die slechts weinig groter is dan de afstand tussen de uiteinden van de horizontale armen 12B, 12D, en een inwendige breedte 20 die slechts weinig groter is dan de horizontale afmeting van de horizontale armen 12B, 12D, zodat het kozijn de armen nauwsluitend omgeeft. In de figuren 2A en 2B zijn de armen 12 getoond met een cirkelronde dwarsdoorsnede, maar bij voorkeur hebben in elk geval de horizontale armen 12B, 12D een vlak 25 bovenoppervlak, bij voorbeeld een rechthoekige of D-vormige dwarsdoorsnede: in dat geval is het vloeroppervlak rondom de verticale paal 12A beloopbaar zonder het gevaar dat iemand in een verdieping stapt en zich blesseert.The device 1 furthermore preferably further comprises a frame 24, which is fixed to the frame 2 by supports 25, and which in the operating condition is at the same height as the bottom surface 4. The vertical distance between said frame 24 and the axis of rotation 11 , indicated by D in Figure 2B, is equal to half the height of the horizontal arms 12B, 12D, so that in the standby position the upper surface of these horizontal arms 12B, 12D is flush with that frame 24 and thus with the bottom surface 4. The frame 24 has an internal length that is only slightly greater than the distance between the ends of the horizontal arms 12B, 12D, and an internal width 20 that is only slightly larger than the horizontal dimension of the horizontal arms 12B, 12D, so that it frame surrounds the arms tightly. In the figures 2A and 2B the arms 12 are shown with a circular cross section, but preferably the horizontal arms 12B, 12D in any case have a flat top surface, for example a rectangular or D-shaped cross section: in that case the floor surface is can be walked around the vertical post 12A without the danger of someone stepping into a floor and injuring themselves.

Figuur 3 is een met figuur 1 vergelijkbaar aanzicht dat 30 een voorkeursuitvoeringsvorm illustreert waarbij de verticaal omhoog gerichte arm 12A axiaal verplaatsbaar is en kan worden neergelaten in de daar tegenover gelegen verticaal omlaag gerichte arm 12C. De door de inrichting 1 geblokkeerde doorgang kan aldus worden vrijgegeven in de zin dat voertuigen 35 de inrichting 1 met de neergelaten barrièrepaal 12A ongehinderd kunnen passeren.Figure 3 is a view similar to Figure 1 illustrating a preferred embodiment wherein the vertically upwardly directed arm 12A is axially displaceable and can be lowered into the opposite vertically downwardly directed arm 12C. The passage blocked by the device 1 can thus be released in the sense that vehicles 35 can pass the device 1 with the lowered barrier post 12A unimpeded.

De figuren 4A - 4C illustreren schematisch een modulaire uitvoeringsvorm van het rad 10, waarbij de twee tegenover 5 elkaar liggende horizontale armen 12B en 12D een horizontale eenheid 41 vormen (figuur 4A) en de twee tegenover elkaar liggende verticale armen 12A en 12C een verticale eenheid 42 vormen (figuur 4B). De onderste arm 12C van de verticale 5 eenheid 42 heeft bij voorkeur een vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnede, en de bovenste arm 12A heeft bij voorkeur een ronde dwarsdoorsnede. In een uitvoeringsvariant is de bovenste arm 12A vastgelast aan de onderste arm 12C, terwijl in een andere uitvoeringsvariant de onderste arm 12C een inwendige 10 ruimte 45 heeft terwijl de bovenste arm 12A axiaal verschuifbaar is en omlaag kan worden bewogen om in de onderste arm 12C te worden opgenomen. Deze verticale axiale verschuifbaarheid kan tot stand worden gebracht door een in de ruimte 45 aangebrachte zuiger/cilinder-combinatie 46, zoals 15 weergegeven, of bijvoorbeeld door een schroefspindel of dergelijke. De twee uitvoeringsvarianten zijn onderling uitwisselbaar.Figures 4A - 4C schematically illustrate a modular embodiment of the wheel 10, wherein the two opposite horizontal arms 12B and 12D form a horizontal unit 41 (Figure 4A) and the two opposite vertical arms 12A and 12C a vertical unit 42 forms (figure 4B). The lower arm 12C of the vertical unit 42 preferably has a square or rectangular cross section, and the upper arm 12A preferably has a round cross section. In one embodiment, the upper arm 12A is welded to the lower arm 12C, while in another embodiment the lower arm 12C has an interior space 45 while the upper arm 12A is axially slidable and can be lowered to engage in the lower arm 12C. be included. This vertical axial displaceability can be achieved by a piston / cylinder combination 46 arranged in the space 45, as shown, or for example by a screw spindle or the like. The two versions are interchangeable.

De horizontale eenheid 41 is gevormd als een rechthoekige of vierkante, holle of massieve metalen buis, met in het 20 midden een rechthoekig of vierkant gat 44 waar de onderste arm 12C van de verticale eenheid 42 in past. Aan zijn onderzijde is de horizontale eenheid 41 voorzien van twee montageflenzen 43 tegen over elkaar (de figuur toont er slechts één) voorzien van sleufgaten 47. De onderste arm 12C van de verticale 25 eenheid 42 is aan twee tegenover elkaar gelegen zijwanden voorzien van twee onderling evenwijdige, horizontale bussen 48, die zijn vastgelast aan de onderste arm 12C. Wanneer de verticale eenheid 42 op juiste wijze is geplaatst in het genoemde gat 44, zijn de horizontale bussen 48 uitgelijnd met 30 de sleufgaten 47. Er kunnen nu bouten door de sleuven 47 en de bussen 48 worden gestoken waarop respectieve moeren worden geschroefd, om de verticale eenheid 42 te fixeren ten opzichte van de horizontale eenheid 41, dit is echter ter wille van de eenvoud niet weergegeven.The horizontal unit 41 is formed as a rectangular or square, hollow or solid metal tube, with a rectangular or square hole 44 in the middle into which the lower arm 12C of the vertical unit 42 fits. On its underside, the horizontal unit 41 is provided with two mounting flanges 43 against each other (the figure shows only one) provided with slotted holes 47. The lower arm 12C of the vertical unit 42 is provided with two mutually opposite side walls parallel, horizontal bushings 48 welded to the lower arm 12C. When the vertical unit 42 is correctly positioned in said hole 44, the horizontal bushings 48 are aligned with the slot holes 47. Bolts can now be inserted through the slots 47 and the bushings 48 on which respective nuts are screwed, in order to fixing the vertical unit 42 relative to the horizontal unit 41, but this is not shown for the sake of simplicity.

35 In plaats van sleuven 47 kunnen er cirkelronde gaten worden toegepast, met een diameter een weinig groter dan de diameter van de genoemde bouten. In dat geval kan de lengteas van de verticale eenheid 42 slechts een enkele stand innemen ten opzichte van de lengteas van de horizontale eenheid 41, 6 namelijk loodrecht daarop. Door toepassing van de genoemde sleuven is het echter mogelijk dat de hoek tussen de lengteas van de verticale eenheid 42 binnen een bepaald bereik wordt gevarieerd ten opzichte van de lengteas van de horizontale 5 eenheid 41. Hierdoor is het mogelijk om die hoek aan te passen aan een hellingshoek van het bodemoppervlak 4, zodat het kozijn 24 en de lengteas van de horizontale eenheid 41 evenwijdig liggen aan het bodemoppervlak 4 terwijl de lengteas van de verticale eenheid 42 toch zuiver verticaal is gericht.Instead of slots 47, circular holes can be used, with a diameter slightly larger than the diameter of the said bolts. In that case, the longitudinal axis of the vertical unit 42 can only assume a single position with respect to the longitudinal axis of the horizontal unit 41, 6, namely perpendicular thereto. By using said slots, however, it is possible that the angle between the longitudinal axis of the vertical unit 42 is varied within a certain range with respect to the longitudinal axis of the horizontal unit 41. This makes it possible to adjust that angle to an angle of inclination of the bottom surface 4, so that the frame 24 and the longitudinal axis of the horizontal unit 41 are parallel to the bottom surface 4, while the longitudinal axis of the vertical unit 42 is nevertheless directed purely vertically.

1010

In figuur 4A zijn ter wille van de overzichtelijkheid niet de asuitsteeksels 13 weergegeven, die loodrecht staan op het zijvlak 14 van de horizontale eenheid 41. Figuur 2B geeft weer, dat deze asuitsteeksels 13 in een uitvoeringsvorm een 15 cirkelronde dwarsdoorsnede kunnen hebben, in cirkelronde lagerbussen 23. Figuur 5 toont schematisch een zijaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van de lageringsconstructie, waarbij de rotatieas 11 loodrecht op het vlak van tekening staat. Aan de framepoten 22 is een zitting 50 bevestigd, bij 20 voorkeur gelast, met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, in dit voorbeeld met een horizontale bodem 51 en verticale zijwanden 52, waarbij de bovenuiteinden van de zijwanden 52 zijn voorzien van flenzen 53. In de zitting 50 is een tussenstuk 60 geplaatst, met een horizontale bodem 61, 25 verticale zijwanden 62, en een horizontale bovenplaat 63 met als flenzen fungerende einddelen 64 die uitsteken voorbij de zijwanden 62. De bodem 61, zijwanden 62 en bovenplaat 63 omgeven een binnenruimte 65. In de bedrijfstoestand zijn de flenzen 53 en 64 aan elkaar vastgeschroefd.For the sake of clarity, Figure 4A does not show the axis projections 13, which are perpendicular to the side surface 14 of the horizontal unit 41. Figure 2B shows that these axis projections 13 may in one embodiment have a circular cross-section, in circular bearing bushes 23. Figure 5 shows diagrammatically a side view of a preferred embodiment of the bearing construction, wherein the axis of rotation 11 is perpendicular to the plane of the drawing. A seat 50 is fixed to the frame legs 22, preferably welded, with a substantially U-shaped cross-section, in this example with a horizontal bottom 51 and vertical side walls 52, the upper ends of the side walls 52 being provided with flanges 53. In the seat 50 an intermediate piece 60 is placed, with a horizontal bottom 61, vertical side walls 62, and a horizontal top plate 63 with flanged end parts 64 which project beyond the side walls 62. The bottom 61, side walls 62 and top plate 63 surround a interior space 65. In the operating condition, the flanges 53 and 64 are screwed together.

30 Figuur 5 toont ook het ronde asuitsteeksel 13, dat zich met speling bevindt in de binnenruimte 65; die speling is ter wille van de duidelijkheid overdreven groot weergegeven.Figure 5 also shows the round shaft protrusion 13, which is with clearance in the inner space 65; for the sake of clarity that tolerance is exaggerated.

De constructie van een zitting 50 die aan zijn bovenzijde open is, en een in de zitting 50 passend tussenstuk dat de as 35 13 omgeeft en aan de zitting kan worden vastgemaakt, heeft als voordeel dat het monteren en demonteren van het rad 10 in het frame 2 relatief eenvoudig kan worden uitgevoerd door de genoemde flenzen 53, 64 aan elkaar te fixeren of los te nemen: het rad 10 kan samen met het tussenstuk 60 door een verticale 7 verplaatsing in de zitting 50 worden geplaatst of uit de zitting 50 worden weggenomen.The construction of a seat 50 which is open at its top, and an intermediate piece fitting into the seat 50 which surrounds the shaft 13 and can be fixed to the seat, has the advantage that the mounting and dismantling of the wheel 10 in the frame 2 can be made relatively simple by fixing or detaching said flanges 53, 64 from each other: the wheel 10 can be placed together with the intermediate piece 60 by a vertical displacement in the seat 50 or removed from the seat 50.

Aan het asuitsteeksel 13 is een positioneringsorgaan 70 bevestigd, dat een huis 71 omvat en een in dat huis 5 verplaatsbaar gemonteerd pen 72. De verplaatsingsrichting van de pen 72 is loodrecht op de rotatieas 11. In het huis 71 is een veer 73 opgenomen, die de pen 72 naar buiten dringt. Wanneer het rad 10 roteert, roteert de as 13 in het tussenstuk 60 waarbij steeds de pen 72 uit het huis 71 naar buiten wordt 10 gedrukt om steeds aan te liggen tegen het binnenoppervlak van de ruimte 65. Zijn uiterste naar buiten gedrukte stand bereikt de pen 72 wanneer deze zich bevindt in een hoek van de binnenruimte 65, zoals getoond in de figuur; deze stand correspondeert met de standby stand van het rad 10, waarbij de 15 eerste arm 12A verticaal is gericht. Om het rad 10 uit deze stand weg te roteren, moet de pen 72 in het huis 71 worden gedrukt, tegen de veerkracht in van de veer 73. Aldus verzet het rad 10 zich tegen rotatie. Geringe zijdelingse krachten op het rad 10 zijn niet voldoende om het rad uit de standby stand 20 te roteren, en omgekeerd is het relatief eenvoudig om een rad dat toch uit zijn standby stand is weggeroteerd, terug te draaien naar zijn standby stand.Attached to the shaft protrusion 13 is a positioning member 70, which comprises a housing 71 and a pin 72 movably mounted in that housing 5. The direction of movement of the pin 72 is perpendicular to the axis of rotation 11. The housing 71 accommodates a spring 73 which the pin 72 urges out. When the wheel 10 rotates, the shaft 13 rotates in the intermediate piece 60, the pin 72 always being pushed out of the housing 71 to always lie against the inner surface of the space 65. Its extreme outwardly pressed position reaches the pin 72 when it is in a corner of the interior 65, as shown in the figure; this position corresponds to the standby position of the wheel 10, the first arm 12A being oriented vertically. In order to rotate the wheel 10 away from this position, the pin 72 must be pressed into the housing 71, against the spring force of the spring 73. Thus, the wheel 10 resists rotation. Slight lateral forces on the wheel 10 are not sufficient to rotate the wheel from the standby position 20, and conversely, it is relatively simple to turn a wheel that has been rotated away from its standby position back to its standby position.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de 25 uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.It will be clear to a person skilled in the art that the invention is not limited to the exemplary embodiments discussed above, but that various variants and modifications are possible within the scope of the invention as defined in the appended claims.

Bij voorbeeld kunnen er andere manieren zijn om te voorzien in 30 fixatie van het rad 10 in zijn standby stand.For example, there may be other ways to provide fixation of the wheel 10 in its standby position.

Kenmerken die alleen zijn beschreven voor een bepaalde uitvoeringsvorm, zijn ook toepasbaar bij andere beschreven uitvoeringsvormen. Kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen kunnen gecombineerd worden om een andere uitvoerings-35 vorm te bereiken. Kenmerken die niet uitdrukkelijk zijn beschreven als zijnde essentieel, mogen ook worden weggelaten. Waar in de tekst wordt vermeld dat twee onderdelen met elkaar gekoppeld zijn, kan er sprake zijn van een directe koppeling 8 maar ook van een indirecte koppeling, dus bij voorbeeld onder tussenkomst van een derde onderdeel of contactloos.Features described only for a particular embodiment are also applicable to other described embodiments. Features of different embodiments can be combined to achieve a different embodiment. Features that are not explicitly described as being essential may also be omitted. Where it is stated in the text that two components are linked to each other, there can be a direct coupling 8 but also an indirect coupling, so for example through the intervention of a third component or contactless.

De in de conclusies gebruikte verwijzingscijfers dienen uitsluitend ter verduidelijking bij het begrijpen van de 5 conclusies in het licht van de beschreven uitvoerings-voorbeelden, en dienen op geen enkele wijze beperkend te worden geïnterpreteerd.The reference numerals used in the claims are for the purpose of clarification only when understanding the claims in the light of the exemplary embodiments described, and should not be interpreted in any way as being restrictive.

10374181037418

Claims

A barrier device (1), comprising: a frame (2), for rigid attachment in a bottom (3); a four-armed wheel (10) rotatably mounted in the frame (2). 5

Barrier device according to claim 1, wherein the wheel (10) comprises four arms (12) mounted mutually perpendicularly and in a common plane perpendicular to a common axis of rotation (11). 10

The barrier device according to claim 2, wherein the axis of rotation (11) is horizontal and lies just below a bottom surface (4).

A barrier device according to any one of the preceding claims, further comprising a frame (24) that encloses the horizontal arms (12B, 12D) tightly.

5. Barrier device according to claim 2, wherein the axis of rotation (11) is horizontal, and lies just below the frame (24), the upper surface of the horizontal arms (12B, 12D) being flush with the frame (24).

6. Barrier device according to any of the preceding claims, wherein the horizontal arms (12B, 12D) have a flat top surface.

7. Barrier device according to any of the preceding claims, wherein the vertically upwardly directed arm (12A) is axially displaceable and can be lowered in the opposite vertically downwardly oriented arm (12C).

Barrier device according to any of the preceding claims, comprising: two seats (50) attached to the frame (2) with a substantially U-shaped cross-section, the upper ends of the seats preferably (3) 50) are provided with flanges (53); wherein in each seat (50) an intermediate piece (60) is placed, with a horizontal bottom (61), vertical side walls (62), and a horizontal top plate (63) with flanged end parts (64) protruding beyond the side walls (62); in each case a rotation protrusion (13) aligned with the axis of rotation (11) of the wheel (10) is received in the inner space (65) of each intermediate piece (60).

9. Barrier device as claimed in claim 8, wherein at least one rotation protrusion (13) is provided with a perpendicular to the rotation axis (11), which is movable relative to said rotation protrusion (13) and is moved by a spring (73) fixer pin printed outside (72). 1037418