NL1035964C

NL1035964C - Transportsamenstel.

Info

Publication number: NL1035964C
Application number: NL1035964A
Authority: NL
Inventors: Klaas Schepers
Original assignee: Klaas Schepers; Schepers Schutrups Grietje Gebbechien
Priority date: 2008-09-22
Filing date: 2008-09-22
Publication date: 2010-03-23
Also published as: EP2340208A1; EP2340208B1; WO2010033029A1

Description

• I

Transportsamenstel

De onderhavige uitvinding betreft een transportsamenstel waarmee producten te transporteren zijn, 5 bijvoorbeeld detailhandelsproducten in de voedingsmiddelenbranche die worden getransporteerd tussen de fabrikant, de distributeur en detailhandelaar, en grondstoffen/onderdelen in de industrie die worden getransporteerd tussen een magazijn en een productielocatie.

10 Bij detailhandelsproducten is het bekend om bij de fabrikant dergelijke producten in dozen of op bladen met krimpfolie omhuld te verpakken en op laadborden te plaatsen, waarna deze met behulp van een vorkheftruck in een vrachtwagen te plaatsen zijn.

15 Bij de distributeur worden de laadborden met bijvoorbeeld een vorkheftruck uit de vrachtwagen genomen voor verdere distributie. Indien de samenstelling van producten op een laadbord overeenkomt met de behoefte van de detailhandelaar, dan wordt het betreffende laadbord in een 20 vrachtwagen geladen voor transport naar de detailhandelaar. In andere gevallen worden de producten op een laadbord vóór transport verdeeld over andere laadborden waarvan dan de samenstelling van producten voldoet aan de behoeften van de detailhandelaar.

25 Bij de detailhandelaar worden de laadborden weer met vorkhefwagens of palletwagens uit de vrachtwagen genomen. De verpakte producten kunnen dan uit de verpakking worden gehaald en bij de detailhandelaar in stellingen worden geplaatst, zodat klanten bij het doen van hun 30 aankopen deze uit de stelling kunnen pakken. In andere gevallen worden de in dozen of op bladen verpakte producten niet in stellingen geplaatst, maar in de verpakte toestand in de winkel gezet, waarna de klanten de voorwerpen uit de 1 03 59 6 4 2 verpakking nemen, of hele verpakkingen tegelijk meenemen. In weer andere gevallen worden laadborden met daarop de in dozen of op bladen verpakte producten in de verpakte toestand in de winkel gezet door middel van bijvoorbeeld een 5 palletwagen.

Ook is bekend om een hoeveelheid in dozen of op bladen verpakte producten bij de fabrikant, de distributeur of de detailhandelaar te plaatsen op dragers die een kleiner laadoppervlak hebben dan een laadbord en die bijvoorbeeld 10 voorzien zijn van wielen. Een hoeveelheid producten is zo eenvoudig met behulp van de betreffende drager te verplaatsen. Dit kan bijvoorbeeld bij de distributeur het verdelen van de producten over de detailhandelaren vereenvoudigen, en bij de detailhandelaar het verplaatsen 15 van een hoeveelheid producten in de winkel.

De uitvinding heeft als doel een eenvoudig transportsamenstel te verschaffen waarmee verschillende wijzen van verplaatsing van producten mogelijk is.

Om dit doel te verwezenlijken omvat het 20 transportsamenstel volgens de uitvinding een aantal dragers, een aantal laadborden daarvoor, en verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van de laadborden en dragers, waarbij elke drager omvat een draagbodem en een aantal daaraan aangebrachte voeten, en waarbij elk laadbord omvat omhoog 25 uitstekende dragersteunen die een steunoppervlak bepalen voor het ondersteunen van de draagbodem van een aantal dragers en omlaag uitstekende laadbordsteunen die een steunoppervlak bepalen voor het ondersteunen van het laadbord op een ondergrond, waarbij in zijdelingse richting 30 tussen de laadbordsteunen een ruimte vrij is voor het insteken van hefvorken,waarbij de ruimte tussen de laadbordsteunen aan de bovenzijde ten minste gedeeltelijk gesloten is door middel van draagelementen, en waarbij de 3 ruimte tussen de laadbordsteunen aan de onderzijde geheel open is. Met dit transportsamenstel is het mogelijk om een aantal dragers met elk een hoeveelheid producten op een laadbord te plaatsen voor gezamenlijk transport door middel 5 van verschillende soorten verplaatsingsmiddelen met hefvorken, waaronder een vorkheftruck, een vorkhefwagen, en een palletwagen, naar een locatie waar de dragers vervolgens afzonderlijk verder worden getransporteerd.

In een gunstige uitvoeringsvorm van het 10 transportsamenstel volgens de uitvinding is in ten minste één zijdelingse richting tussen de laadbordsteunen een doorgang vrij voor het insteken van hefvorken, waarbij de doorgang aan de bovenzijde ten minste gedeeltelijk gesloten is door middel van draagelementen, en waarbij de doorgang 15 aan de onderzijde ten minste gedeeltelijk gesloten is door middel van anti-kiep elementen. Dit maakt het mogelijk om te verhinderen dat een laadbord met daarop een aantal dragers bij transport door middel van een heftruck van de hefvorken afkiept. Dit heeft als voordeel dat de kans op schade aan de 20 producten op de dragers door het van de vorken kiepen van het laadbord kleiner is. In een verdere ontwikkeling daarvan omvat de ruimte de doorgang.

In een verdere ontwikkeling van het transportsamenstel volgens de uitvinding omvatten de 25 dragersteunen en de laadbordsteunen langgerekte elementen. Dit maakt het mogelijk de laadbordsteunen en de dragersteunen bij te laten dragen aan de stijfheid van het laadbord en aldus een eenvoudig te vervaardigen laadbord te verwezenlijken met een hoge stijfheid. Dit heeft als 30 voordeel dat het transportsamenstel lage kosten kan hebben.

In een verdere ontwikkeling van het transportsamenstel volgens de uitvinding waarbij de dragersteunen en de laadbordsteunen langgerekte elementen 4 omvatten, zijn de langgerekte elementen van de dragersteunen dwars ten opzichte van de langgerekte elementen van de laadbordsteunen georiënteerd. Dit maakt het mogelijk om een eenvoudig te vervaardigen laadbord te verwezenlijken met een 5 grote stijfheid in twee dwars ten opzichte van elkaar gelegen richtingen. In een verdere ontwikkeling daarvan omvatten de draagelementen de langgerekte elementen van de dragersteunen. Deze maatregel maakt een verdere vereenvoudiging van het laadbord mogelijk.

10 In een alternatieve uitvoeringsvorm van het transportsamenstel volgens de uitvinding waarbij de langgerekte elementen van de dragersteunen dwars ten opzichte van de langgerekte elementen van de laadbordsteunen zijn georiënteerd, zijn de langgerekte elementen van de 15 dragersteunen parallel aan de langgerekte elementen van de laadbordsteunen georiënteerd.

In een verdere ontwikkeling van het transportsamenstel volgens de uitvinding waarbij in ten minste één zijdelingse richting tussen de laadbordsteunen 20 een doorgang vrij is voor het insteken van hefvorken en waarbij de dragersteunen en de laadbordsteunen langgerekte elementen omvatten, vormen uitsparingen in de langgerekte elementen van de laadbordsteunen ten minste een gedeelte van de doorgang.

25 In een verdere ontwikkeling van het transportsamenstel volgens de uitvinding is in zijdelingse richting tussen de dragersteunen ruimte vrij voor het insteken van hefvorken. Deze maatregel maakt het mogelijk om één of meer dan één drager met behulp van bijvoorbeeld een 30 vorkheftruck op het laadbord te plaatsen of van het laadbord te nemen.

In een verdere ontwikkeling van het transportsamenstel volgens de uitvinding is het laadbord van 5 het type met uitsparingen voor het verticaal doorlaten van delen van de verplaatsingsmiddelen. Deze maatregel maakt het mogelijk om verplaatsingsmiddelen vertikaal door de uitsparing van het laatbord heen aan te laten grijpen op de 5 dragers ten einde deze vrij te tillen van het laadbord en verder af te voeren, bijvoorbeeld naar een transportband of in transportgoten in een vrachtwagen.

In een verdere ontwikkeling daarvan bevinden de uitsparingen zich ten minste ter plaatse van de voeten van 10 de op het laadbord opgestelde dragers. Deze maatregel maakt het mogelijk om de dragers onder de voeten daarvan op te tillen en vervolgens op eigen voeten daarvan van het laadbord te schuiven.

In een verdere ontwikkeling van het 15 transportsamenstel volgens de uitvinding is de grondvorm van het laadbord gelijk aan die van een aantal tegen elkaar geplaatste dragers. Deze maatregel maakt het mogelijk dat dragers het gehele door het laadbord bepaalde oppervlak beslaan. Dit heeft het voordeel dat wanneer een aantal 20 laadborden naast elkaar worden geplaatst een minimale ruimte wordt ingenomen.

In een verdere ontwikkeling van het transportsamenstel volgens de uitvinding zijn de voeten wielen. Deze maatregel maakt het mogelijk om de dragers op 25 eenvoudige wijze weg te rollen.

De uitvinding betreft tevens een laadbord voor het vormen van het hiervoor besproken transportsamenstel.

De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, 30 dat in de bij gevoegde figuren is getoond. Het betreft een niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren toont: - fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een transportsamenstel volgens de 6 uitvinding in gebruik waarbij de verplaatsingsmiddelen zijn vormgegeven als een stempel; - fig. 2 een perspectivisch aanzicht van het transportsamenstel van figuur 1 in gebruik waarbij de 5 verplaatsingsmiddelen zijn vormgegeven als een vorkheftruck; - fig. 3 een perspectivisch aanzicht van het transportsamenstel van figuur 1 in gebruik waarbij de verplaatsingsmiddelen zijn vormgegeven als een palletwagen; - fig. 4 een perspectivisch aanzicht van het 10 laadbord van het transportsamenstel van figuur 1; - fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van het laadbord van figuur 4; - fig. 6 een perspectivisch aanzicht van een 15 tweede alternatieve uitvoeringsvorm van het laadbord van figuur 4; - fig. 7 een perspectivisch aanzicht van een derde alternatieve uitvoeringsvorm van het laadbord van figuur 4;

In figuur 1 is een transportsamenstel 1 getoond.

20 Het getoonde transportsamenstel 1 bestaat uit twee als zogenaamde dollies 2a, 2b vormgegeven dragers (waarvan dolly 2b in doorzicht is getoond), een laadbord 3 daarvoor en als een stempel 4 vormgegeven verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van de dollies 2a,2b. Elke dolly 2a,2b bestaat 25 uit een draagbodem 5 en een aantal daaraan aangebrachte als wielen 6 vormgegeven voeten. Het laadbord 3 is getoond met omhoog uitstekende dragersteunen 7 die een steunoppervlak bepalen voor het ondersteunen van de draagbodem 5 van de dollies 2a, 2b. De grondvorm van het laadbord 3 is gelijk 30 aan die van vier tegen elkaar geplaatste dollies, waarvan er slechts twee, dollies 2a, 2b, zijn getoond.

Tevens is het laadbord 3 getoond met omlaag uitstekende laadbordsteunen 8 die een steunoppervlak bepalen 7 voor het ondersteunen van het laadbord 3 op een ondergrond. In de zijdelingse richting A tussen de laadbordsteunen 8 is een ruimte 9 vrij voor het insteken van hefvorken (niet getoond). De ruimte 9 tussen de laadbordsteunen 8 is aan de 5 bovenzijde gedeeltelijk gesloten door middel van draagelementen die worden gevormd door de laadbordsteunplanken 10 en dragersteunen 7, waaraan de hefvorken kunnen aangrijpen. De ruimte 9 tussen de laadbordsteunen 8 is aan de onderzijde geheel open.

10 In de zijdelingse richting B is tussen de laadbordsteunen 8 zijn doorgangen 11 vrij voor het insteken van hefvorken (niet getoond). De doorgangen 11 zijn aan de bovenzijde gedeeltelijk gesloten door middel van de laadbordsteunplanken 10. De doorgangen 11 zijn aan de 15 onderzijde gedeeltelijk gesloten door middel van als planken 12 vormgegeven anti-kiep elementen. Deze planken 12 voorkomen tevens het kiepen van het laadbord wanneer bijvoorbeeld een aantal beladen laadborden op elkaar is gestapeld, of wanneer een aantal lege laadborden op elkaar 20 is gestapeld. De planken 12 verschaffen dan extra steunoppervlak.

In de zijdelingse richting B zijn tussen de dragersteunen 7 twee ruimtes 13 vrij voor het insteken van hefvorken.

25 Het laadbord 3 is tevens getoond met uitsparingen 14 voor het verticaal doorlaten van delen 4a van de stempel 4. Deze uitsparingen 14 bevinden zich ter plaatse van de wielen 6 van de op het laadbord 3 opgestelde dollies 2a, 2b. De grondvorm van het laadbord 3 is gelijk aan die van vier 30 tegen elkaar geplaatste dollies, waarvan er slechts twee, dollies 2a, 2b, zijn getoond.

In figuur la is getoond dat draagbodems 5 van de dollies 2a, 2b worden ondersteund door de omhoog uitstekende 8 dragersteunen 7 van het laadbord 3. In de getoonde situatie kunnen de dollies 2a, 2b gezamenlijk worden verplaatst. Door vanuit deze situatie het laadbord 3 met daarop de dollies 2a, 2b in verticale richting, dat wil zeggen in de richting 5 van pijl C op de stempel 4 te plaatsen, laten de uitsparingen 14 de omhoog uitstekende delen 4a van de stempel 4 door. Omdat deze uitsparingen 14 zich ter plaatse van de wielen 6 van de op het laadbord 3 opgestelde dollies 2a, 2b bevinden, grijpen de omhoog uitstekende delen 4a van 10 de stempel 4 aan op de wielen 6 van de dollies 2a, 2b en worden de dollies 2a, 2b vrij gemaakt van het laadbord 3. Daarmee ontstaat de situatie zoals getoond in figuur lb. Vanuit deze situatie kunnen de dollies 2a, 2b afzonderlijk in de richting van pijl C rollend worden afgevoerd.

15 Doordat de laadbordsteunen 8 als L-vormige langerekte elementen zijn vormgegeven blijft zoals getoond in figuur lb een gedeelte van de ruimte 9 tussen de laadbordsteunen 8 vrij, zodat wanneer het laatbord 3 op de stempel 4 is geplaatst hefvorken of dergelijke in de ruimte 20 9 te plaatsen zijn terwijl de laadbordsteunplanken 10 samen met de stempeldelen 4a een oppervlak vormen waarover de dollies 2a, 2b te verplaatsen zijn.

In figuur 2 is het transportsamenstel 1 van figuur 1 getoond waarbij de verplaatsingsmiddelen zijn vormgegeven 25 als een vorkheftruck 15 met hefvorken 16. In de situatie getoond in figuur 2a steunt de draagbodem 5 van de dollies 2a, 2b op de hefvorken 16. Door de hefvorken 16 in verticale richting te laten zakken, dat wil zeggen in de richting van pijl D, in de ruimtes 13 tussen de dragersteunen 7, komt de 30 draagbodem 5 van de dollies 2a, 2b in contact met de dragersteunen 7 die een steunoppervlak bepalen voor het ondersteunen van de draagbodem 5 van de dollies 2a, 2b. Door nadat de draagbodem 5 van de dollies 2a, 2b in contact is 9 gekomen met de dragersteunen 7 de hefvorken 16 verder te laten zakken in de richting van pijl D komt de draagbodem 5 van de dollies 2a, 2b vrij van de hefvorken 16 en kunnen de hefvorken 16 in de zijdelingse richting E onder de 5 draagbodem 5 van de dollies 2a en 2b vandaan worden getrokken. Door vervolgens de hefvorken in de richting van pijl F in de doorgangen 11 te steken en de hefvorken 16 in de richting van pijl G omhoog te brengen, komen de hefvorken 16 in contact met de laadbordsteunplanken 10 en wordt het 10 laadbord 3 met daarop de dollies 2a, 2b opgetild. Zo wordt de situatie zoals getoond in figuur 2B verwezenlijkt. De als planken 12 vormgegeven anti-kiep elementen voorkomen dat het laadbord 3 en de daarop geplaatste dollies 2a, 2b van de hefvorken 16 kiepen.

15 In figuur 3 is getoond dat nadat de heftruck vanuit de situatie zoals getoond in figuur 2B het laadbord met daarop de dollies 2a, 2b op een specifieke locatie heeft geplaatst, het laadbord 3 met daarop de dollies 2a, 2b op eenvoudige wijze verder te transporteren is door middel van 20 een palletwagen 17. De hefvorken 18 van de palletwagen 17 zijn in zijdelingse richting H in de ruimte 9 tussen de laadbordsteunen 8 gestoken. Doordat de ruimte 9 tussen de laadbordsteunen aan de bovenzijde gedeeltelijk gesloten zijn door middel van als laadbordsteunplanken 10 en als 25 draagsteunen 7 vormgegeven draagelementen, en deze ruimte 9 tussen de laadbordsteunen 8 aan de onderzijde geheel open is, zijn de hefvorken 18 van de palletwagen 17 die aan de onderzijde zijn voorzien van wielen ongehinderd in de ruimte 9 te steken en is het laadbord 3 met daarop de dollies 2a, 30 2b vervolgens op te tillen en te transporteren. Bij het optillen van het laadbord 3 worden de hefvorken 18 in contact gebracht met de laadbordsteunplanken 10 en/of draagsteunen 7, 10

In figuur 4 is het laadbord van het samenstel 1 van de figuren 1 tot en met 3 getoond. Het laadbord 3 is getoond met omhoog uitstekende dragersteunen 7 en omlaag uitstekende laadbordsteunen 8 die zijn vormgegeven als 5 langgerekte elementen. De langgerekte elementen van de dragersteunen 7 zijn dwars ten opzichte van de langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8 georiënteerd. De langgerekte elementen geven stijfheid aan het laadbord 3. Tevens dienen de langgerekte elementen als dragersteunen en 10 laadbordsteunen, waardoor laadbord 3 zeer eenvoudig is vormgegeven. Bovendien is door de L-vorm van de langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8 en het op afstand van elkaar plaatsen van de langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8, tussen deze langgerekte elementen een 15 ruimte 9 verwezenlijkt die vrij is voor het in de zijdelingse richting A tussen de laadbordsteunen 8 insteken van hefvorken (niet getoond). Tevens zijn door het op afstand van elkaar plaatsen van de langgerekte elementen van de dragersteunen 7 tussen deze langgerekte elementen twee 20 ruimtes 14 verwezenlijkt die vrij zijn voor het in de zijdelingse richting B tussen de dragersteunen 7 insteken van hefvorken (niet getoond). Daarbij zijn bijvoorbeeld de hoogte hl van de langgerekte elementen van de dragersteunen 7 en de hoogte h2 van de langgerekte elementen van de 25 laadbordsteunen 8 niet alleen bepalend voor de stijfheid van het laadbord, maar tevens voor de insteekhoogte voor hefvorken.

Bij het laadbord 3 zoals getoond in figuur 4 is de ruimte 9 tussen de laadbordsteunen 8 aan de bovenzijde 30 gedeeltelijk gesloten door middel van de laadbordsteunplanken 10 van de langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8 en door de langgerekte elementen van de 11 dragersteunen 7. De ruimte 9 tussen de langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8 is aan de onderzijde geheel open.

Bij het laadbord 3 zoals getoond in figuur 4 zijn in de zijdelingse richting B tussen de laadbordsteunen 8 5 doorgangen 11 vrij voor het insteken van hefvorken (niet getoond). De doorgangen 11 zijn aan de bovenzijde gedeeltelijk gesloten door middel van de laadbordsteunplanken 10. De doorgangen 11 zijn aan de onderzijde gedeeltelijk gesloten is door middel van als 10 planken 12 vormgegeven anti-kiep elementen. Openingen 19 in de langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8 vormen een gedeelte van de doorgangen 11.

In figuur 5 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van het laadbord 3 van figuur 4. Ook dit laadbord 3 15 is getoond met omhoog uitstekende dragersteunen 7 en omlaag uitstekende laadbordsteunen 8 die zijn vormgegeven als langgerekte elementen. De langgerekte elementen van de dragersteunen 7 zijn dwars ten opzichte van de langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8 georiënteerd. Dit 20 laadbord 3 is getoond met twee ruimtes 9 die vrij zijn voor het in de zijdelingse richting A tussen de laadbordsteunen 8 insteken van hefvorken (niet getoond) en slechts één ruimte 14 die vrij is voor het in de zijdelingse richting B tussen de dragersteunen 7 insteken van hefvorken. De ruimtes 9 zijn 25 elk gevormd door middel van twee L-vormige langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8. Dit laadbord 3 heeft geen doorgangen 11 zoals het laadbord 3 van figuur 4 dat heeft.

In figuur 6 is tevens een alternatieve 30 uitvoeringsvorm getoond van het laadbord 3 van figuur 4. Ook dit laadbord 3 is getoond met omhoog uitstekende dragersteunen 7 en omlaag uitstekende laadbordsteunen 8 die zijn vormgegeven als langgerekte elementen. De langgerekte 12 elementen van de dragersteunen 7 zijn dwars ten opzichte van de langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8 georiënteerd. Dit laadbord 3 is getoond met één ruimte 9 die vrij is voor het in de zijdelingse richting A tussen de 5 laadbordsteunen 8 insteken van hefvorken (niet getoond) en één ruimte 14 die vrij is voor het in de zijdelingse richting B tussen de dragersteunen 7 insteken van hefvorken. De ruimtes 9 is gevormd door middel van twee L-vormige langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8. Bij dit 10 laadbord 3 is in de zijdelingse richting B tussen de laadbordsteunen 8 één doorgang 11 vrij voor het insteken van hefvorken (niet getoond). De doorgang 11 is aan de bovenzijde gedeeltelijk gesloten door middel van de laadbordsteunplanken 10. De doorgang 11 is aan de onderzijde 15 gedeeltelijk gesloten is door middel van als planken 12 vormgegeven anti-kiep elementen. Openingen 19 in de langgerekte elementen van de laadbordsteunen 8 vormen een gedeelte van de doorgang 11.

In figuur 7 is een alternatieve uitvoeringsvorm 20 getoond van het laadbord 3 van figuur 4. Ook dit laadbord 3 is getoond met omhoog uitstekende dragersteunen 7 en omlaag uitstekende laadbordsteunen 8 die zijn vormgegeven als langgerekte elementen. De langgerekte elementen van de dragersteunen 7 zijn parallel aan de langgerekte elementen 25 van de laadbordsteunen 8 georiënteerd. Dit laadbord 3 is getoond met twee ruimtes 9 die vrij zijn voor het in de zijdelingse richting A tussen de laadbordsteunen 8 insteken van hefvorken (niet getoond) en twee ruimtes 14 die vrij zijn voor het in dezelfde zijdelingse richting A tussen de 30 dragersteunen 7 insteken van hefvorken. Dit laadbord 3 heeft geen doorgangen 11 zoals het laadbord 3 van figuur 4 dat heeft.

13

In de figuren zijn laadborden getoond waarbij insteekrichting van de doorgang 11 dwars ten opzichte van de insteekrichting van de ruimte 9 tussen de laadbordsteunen 8 is georienteerd. Tevens zou de insteekrichting van de 5 doorgang 11 gelijk kunnen zijn aan de insteekrichting van de ruimte 9 tussen de laadbordsteunen 8 als bijvoorbeeld de ruimte 9 tussen de laadbordsteunen 8 de doorgang omvat. Bijvoorbeeld kan de doorgang dan zijn vormgegeven als een neerklapbare beugel die zich in de ruimte 9 tussen de 10 laadbordsteunen 8 bevindt. Tevens zou de ruimte 9 aan de onderzijde gedeeltelijk afgesloten kunnen worden door middel van een anti-kiep element vormende en losmaakbaar vormgegeven plank om tijdelijk de doorgang 11 te vormen.

In de figuren zijn de langgerekte elementen van de 15 laadbordsteunen L-vormig vormgegeven. Tevens kunnen de langgerekte elementen van de laadbordsteunen een andere vorm hebben. Ook zouden de dragersteunen L-vormig kunnen zijn.

In de figuren zijn de dragers getoond als dollies. Ook kunnen de dragers bijvoorbeeld rolcontainers zijn. Ook 20 kan de drager geen wielen hebben, maar bijvoorbeeld poten.

1035964

Claims

1. Transportsamenstel, omvattende: een aantal dragers; 5 een aantal laadborden daarvoor; en verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van ten minste één van de laadborden en dragers; waarbij elke drager omvat: een draagbodem; en 10 een aantal daaraan aangebrachte voeten; en waarbij elk laadbord omvat: omhoog uitstekende dragersteunen die een steunoppervlak bepalen voor het ondersteunen van de draagbodem van een aantal dragers; en 15 omlaag uitstekende laadbordsteunen die een steunoppervlak bepalen voor het ondersteunen van het laadbord op een ondergrond; waarbij in zijdelingse richting tussen de laadbordsteunen een ruimte vrij is voor het insteken van 20 hefvorken; waarbij de ruimte tussen de laadbordsteunen aan de bovenzijde ten minste gedeeltelijk gesloten is door middel van draagelementen; en waarbij de ruimte tussen de laadbordsteunen aan de 25 onderzijde geheel open is.

2. Transportsamenstel volgens conclusie 1, waarbij in ten minste één zijdelingse richting tussen de laadbordsteunen een doorgang vrij is voor het insteken van hefvorken; 30 waarbij de doorgang aan de bovenzijde ten minste gedeeltelijk gesloten is door middel van draagelementen; en 1035964 waarbij de doorgang aan de onderzijde ten minste gedeeltelijk gesloten is door middel van anti-kiep elementen.

3. Transportsamenstel volgens conclusie 2, 5 waarbij de ruimte de doorgang omvat.

4. Transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dragersteunen en de laadbordsteunen langgerekte elementen omvatten.

5. Transportsamenstel volgens conclusie 4, waarbij de langgerekte elementen van de dragersteunen dwars ten opzichte van de langgerekte elementen van de laadbordsteunen zijn georiënteerd.

6. Transportsamenstel volgens conclusie 5, 15 waarbij de draagelementen de langgerekte elementen van de dragersteunen omvatten.

7. Transportsamenstel volgens conclusie 4, waarbij de langgerekte elementen van de dragersteunen parallel aan de langgerekte elementen van de laadbordsteunen 20 zijn georiënteerd.

8. Transportsamenstel volgens ten minste conclusie 2 en conclusie 4, waarbij uitsparingen in de langgerekte elementen van de laadbordsteunen ten minste een gedeelte van de doorgang vormen.

9. Transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in zijdelingse richting tussen de dragersteunen ruimte vrij is voor het insteken van hefvorken.

10. Transportsamenstel volgens één van de 30 voorgaande conclusies, waarbij het laadbord van het type is met uitsparingen voor het verticaal doorlaten van delen van de verplaatsingsmiddelen.

11. Transportsamenstel volgens conclusie 10, waarbij de uitsparingen zich ten minste bevinden ter plaatse van de voeten van de op het laadbord opgestelde dragers.

12. Transportsamenstel volgens één van de 5 voorgaande conclusies, waarbij de grondvorm van het laadbord gelijk is aan die van een aantal tegen elkaar geplaatste dragers.

13. Transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de voeten wielen zijn.

14. Laadbord voor het vormen van een transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies. 1035964