NL1035780C2 - Luchtbehandelingsapparaat en -systeem. - Google Patents

Luchtbehandelingsapparaat en -systeem. Download PDF

Info

Publication number
NL1035780C2
NL1035780C2 NL1035780A NL1035780A NL1035780C2 NL 1035780 C2 NL1035780 C2 NL 1035780C2 NL 1035780 A NL1035780 A NL 1035780A NL 1035780 A NL1035780 A NL 1035780A NL 1035780 C2 NL1035780 C2 NL 1035780C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
fan
blades
axis
adjusting
Prior art date
Application number
NL1035780A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Otto Voogt
Pieter Arie Van Weel
Original Assignee
Hoogendoorn Automatisering B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hoogendoorn Automatisering B V filed Critical Hoogendoorn Automatisering B V
Priority to NL1035780A priority Critical patent/NL1035780C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1035780C2 publication Critical patent/NL1035780C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D29/00Details, component parts, or accessories
    • F04D29/26Rotors specially for elastic fluids
    • F04D29/28Rotors specially for elastic fluids for centrifugal or helico-centrifugal pumps for radial-flow or helico-centrifugal pumps
    • F04D29/287Rotors specially for elastic fluids for centrifugal or helico-centrifugal pumps for radial-flow or helico-centrifugal pumps with adjusting means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/24Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
    • A01G9/246Air-conditioning systems
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D27/00Control, e.g. regulation, of pumps, pumping installations or pumping systems specially adapted for elastic fluids
    • F04D27/002Control, e.g. regulation, of pumps, pumping installations or pumping systems specially adapted for elastic fluids by varying geometry within the pumps, e.g. by adjusting vanes
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Geometry (AREA)
  • Greenhouses (AREA)

Description

VO P84726NL00
Titel· Luchtbehandelingeapparaat en -systeem
De uitvinding heeft betrekking op een luchtbehandelingeapparaat en een luchtbehandelingssysteem. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een luchtbehandelingeeyeteem met een ventilator en een vemevelaar dat bijvoorbeeld in kassen en kweeksystemen kan worden 5 gebruikt.
In de hedendaagse glastuinbouw bestaat er een steeds dringender noodzaak om het groeiklimaat voor de planten te optimaliseren. Hierbij spelen diverse factoren een rol· zoals bijvoorbeeld de luchttemperatuur, de luchtvochtigheid, de mate van luchtbeweging rond de plant, de intensiteit 10 van straling van de zon en/of kunstmatige lichtbronnen en de CO2 concentratie.
Een bekende methode om het groeiklimaat te beïnvloeden is het veroorzaken van luchtbeweging om lokale verschillen in temperatuur en vochtigheid te vereffenen, maar ook om de gasuitwisseling van bijvoorbeeld 15 CO2 (koolstofdioxide), O2 (zuurstof) en waterdamp tussen de planten en de omgeving te stimuleren. Voor het veroorzaken van de luchtbeweging wordt hierbij één of meer ventilatoren gebruikt.
Deze ventilatoren zijn in de stand van de techniek als axiaalventilatoren uitgevoerd waarbij een luchtstroom van de ene zijde van 20 de rotor van de ventilator wordt aangezogen en aan de andere zijde van de rotor van ventilator in hoofdzaak in axiale richting wordt voortbewogen. Hierbij ontstaat een gerichte straal bewegende lucht.
Een dergelijke luchtbeweging heeft echter een aantal nadelen. Een aantal gewassoorten hebben een geringe luchtcirculatie nodig, kunnen 25 echter niet direct tegen een te grote luchtverplaatsing en/of wind. Indien dergelijke planten in de luchtstroom worden geplaatst kan dat leiden tot 1035780 2 verminderde groeien/of een te hoge verdamping van de plant waardoor deze sterk kan af koelen, beschadigd kan raken en af kan sterven.
Een ander nadeel van de gerichte luchtbeweging die door een axiaalventilator wordt veroorzaakt is dat de planten die zich direct in de 5 luchtstroom bevinden een grotere luchtbeweging ondervinden dan de planten die zich niet direct in de luchtstroom bevinden. De planten worden hierdoor ongelijkmatig aan de luchtstroom blootgesteld waardoor er tussen de planten onderling verschillen in groeisnelheid kunnen ontstaan. Dit is van nadeel in bijvoorbeeld geautomatiseerde kweeksystemen, waarin het 10 gelijk houden van de condities van de planten onderling van belang is om een bepaalde constante kwaliteit te kunnen leveren. Een verder nadeel is dat de oorsprong van de verplaatste lucht niet of slecht kan worden ingesteld en geregeld. Het toerental en de richting van de rotor van de ventilator kunnen worden gericht, zoals bijvoorbeeld wordt getoond in het 15 Japanse octrooischrift JP6070647.
In dit octrooischrift wordt een axiaal werkende ventilator in het vlak van de rotor kantelbaar in een raam geplaatst, waarbij het raam om een staande as draaibaar is opgehangen. Door nu in de buurt van de ventilator een venster to openen en door de ventilator met behulp van op stangen 20 gemonteerde werktuigen te bedienen kan de stroom van de ventilator enigszins worden gericht en de oorsprong van de te verplaatsen lucht enigszins worden geregeld.
Doordat de oorsprong van de luchtstroom en met name de verhouding tussen aangezogen lucht van binnen uit de kas en aangezogen lucht van 25 buiten slecht kan worden ingesteld, kan de temperatuur en/of de luchtvochtigheid in de kas met dit systeem slechts gebrekkig worden geregeld.
Bij deze oplossing treedt bovendien opnieuw het probleem van het gericht blazen op bepaalde planten op, en is het instellen van de ventilator 3 met behulp van de op stangen aangebrachte werktuigen bijzonder onpraktisch.
Een andere techniek die wordt toegepast om de kastemperatuur en de luchtvochtigheid te beïnvloeden is het vernevelen van water in de kas.
5 Daartoe wordt er voor de ventilator één of meer sproeikoppen als vernevelaars aangebracht.
Systemen met een combinatie van ventilator en sproeikoppen zijn bijvoorbeeld bekend uit de Amerikaanse octrooiaanvrage US2003/0064 677. In deze aanvrage wordt een ventilator met een set verstuivers uitgerust.
10 Deze verstuivers zijn kleine sproeiopeningen waardoor water onder hoge druk kan uittreden. De hoge druk veroorzaakt een grote uittreedsnelheid waardoor er grote snelheidsverschillen tussen de waterstraal en de omgevingslucht kunnen ontstaan. Hierdoor kan het water aan grote afechuifkrachten worden blootgesteld, waardoor het water in zeer fijne 15 druppels kan opbreken.
Het Amerikaanse octrooi US5 643 082 toont en beschrijft eveneens een ventilator met een set verstuivers.
Een nadeel van dergelijke systemen is dat het verkrijgen van kleine druppels ( met een doorsnede van 5-10 micrometer) een 20 hogedrukinstallatie (ca 100 bar) vergt. Hiervoor moeten de leidingen op deze hoge druk zijn ontworpen, en dient het systeem met één of meer hogedrukpompen te zijn uitgerust. Dergelijke hogedrukpompen hebben een relatief groot vermogen en verbruiken daardoor relatief veel stroom (elektriciteit). Dit maakt dergelijke installaties zowel duur in de aanschaf 25 als ook in het gebruik.
Voorts zijn er voor een dergelijk systeem sproeiopeningen (nozzles) nodig met een zeer kleine doorlaat, waardoor er geregeld verstoppingen kunnen optreden. Een verder nadeel is dat de vloeistof met een zeer hoge snelheid uittreedt waardoor er in de sproeiopeningen voortdurend slijtage 4 op kan treden, wat met zich meebrengt dat de eproeiopeningen regelmatig moeten worden schoongemaakt en/of vervangen.
Een ander nadeel is dat door de eproeiopeningen de nevel slechts in één richting in de ruimte wordt verspreid, waardoor er voor een verspreide 5 verdeling van de nevel veel eproeiopeningen nodig zijn.
Een bijkomend nadeel is dat het regelbereik van de eproeiopeningen d.w.z. het verschil tussen de hoogste en laagste capaciteit en/of het debiet (kg water/sproeiopening/uur) is beperkt.De uitvinding beoogt te voorzien in een luchtbehandelingsapparaat en -systeem dat de bovenvermelde nadelen 10 niet heeft of ten minste ten dele opheft. Voorts beoogt de uitvinding te voorzien in een luchtbehandelingsapparaat en -systeem dat weinig onderhoud vergt, eenvoudig in het gebruik is en eenvoudig en over een groot bereik is in te stellen.
Ten minste één van deze en/of andere doelen wordt bereikt met een 15 luchtbehandelingsapparaat volgens conclusie 1. Hierin wordt een luchtbehandelingsapparaat beschreven dat geschikt is voor het aanpassen en het regelen van de temperatuur, de beweging en/of de vochtigheid van lucht en dat een radiaalventilator omvat, waarbij de radiaalventilator verstelbare schoepen omvat.
20 In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt dit apparaat met een vernevelaar gecombineerd, waarbij de vemevelaar een roteerbare schijf kan omvatten. Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn uitgewerkt in de afhankelijke conclusies.
Door een radiaalventilator in kassen toe te passen kan de lucht 25 gecirculeerd worden zonder dat er op de planten een directe straal lucht gericht wordt. Hierdoor wordt de luchtstroom op veel subtielere en meer gelijkmatige wijze langs de planten geleid. Doordat de hoeken van de schoepen kunnen worden ingesteld, kan de verhouding tussen de aangezogen lucht vanaf een eerste zijde van de rotor en de aangezogen lucht 30 van af een tweede zijde van de rotor worden ingesteld, waardoor een betere 5 temperatuurs- en/of luchtvochtigheidsregeling mogelijk kan worden gemaakt. Door het vernevelen van water kan de temperatuur eventueel aanvullend worden verlaagd en de luchtvochtigheid worden verhoogd.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 5 uitvoeringsvormen die in de tekening zijn weergegeven. In de tekening toont: figuur 1 een schematisch zijaanzicht van een ventilator; figuur 2 een schematisch bovenaanzicht van de ventilator uit figuur X; 10 figuur 3 een schematisch zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 4 een schematisch detailaanzicht van de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding uit figuur 3; figuur 5 een schematisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm 15 van de uitvinding; figuur 6 een schematisch bovenaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 7 is een eerste schematisch zijaanzicht in doorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding; 20 figuur 8 is een tweede schematisch zijaanzicht in doorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 9 is een schematisch zijaanzicht in doorsnede van een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 10 is een schematisch zijaanzicht van een zesde 25 uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In de figuren zijn gelijke of overeenkomstige onderdelen met corresponderende verwijzingscijfers aangegeven.
Opgemerkt wordt dat de tekening slechts een schematische weergave ie van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding. De tekening dient 30 geenszins als beperkend voor de uitvinding te worden opgevat.
6
In het algemeen worden de luchtbehandelingsapparaten en -systemen in een binnenruimte gebruikt, waarbij deze binnenruimte bijvoorbeeld een kas en/of een kwee kruim te voor planten kan zijn.
Onder nabij in de zin van dat de vloeistoftoevoer nabij de roteerbare 5 schijf ie aangebracht dient te worden verstaan dat de vloeistoftoevoer zich zodanig nabij de schijf bevindt dat de vloeistof op of tegen de schijf komt, waardoor deze door de centrifugale kracht op het schijfvlak ten opzichte van de draaiingsas van de roteerbare schijf naar buiten wordt geslingerd.
Hierbij verlaat de vloeistof in hoofdzaak de schijf langs de buitenrand van 10 de schijf.
Onder fijne druppels dient te worden verstaan druppels die dermate fijn zijn dat deze bij voorbeeld in de lucht kunnen blijven zweven. Indien de vloeistof in hoofdzaak uit water bestaat zijn deze druppels van de grootteorde van 10 micrometer en kleiner.
15 In figuur 1 ie een schematisch aanzicht van een ventilator gegeven.
De ventilator 1 heeft een aandrijfas 2, waaraan een set armen 3 is bevestigd waaraan de schoepen 4 van de ventilator 1 zijn bevestigd. De ventilator 1 wordt aangedreven door de aandrijfinrichting 5. Deze inrichting 5 is doorgaans een elektrisch aangedreven motor, maar kan ook een 20 willekeurige andere aandrijving zijn. Zo kan de ventilator 1 eventueel door middel van een schoepenrad door water worden aangedreven.
De ventilator 1 is uitgevoerd als radiaalventilator, waardoor de schoepen 4 de lucht in hoofdzaak in de richting van de straal van het vlak 3a van de rotor 20 van de ventilator 1 duwen. Hierdoor kan de lucht van 25 zowel boven het vlak van de rotor 3a van de ventilator 1, aangegeven door de pijlen 6 als ook van onder het vlak 3a van de rotor van de ventilator 1, weergegeven door de pijlen 7, worden aangezogen. Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de ventilator 1. De ventilator is uitgeruet met acht armen 3 waaraan de schoepen 4 zijn bevestigd. Het spreekt voor zich dat de 30 ventilator 1 ook met meer of met minder schoepen 4 kan zijn uitgerust.
7
Daarbij kan het voordelig zijn in ieder geval de armen 3 en de schoepen 4 dusdanig te verdelen dat het massamiddelpunt van de rotor 20 met de hartlijn 2a van de draaiingsas 2 van de ventilator 1 samenvalt. Hierdoor is de ventilator 1 in balans en worden eventuele vibraties van de ventilator 1 5 tot een minimum beperkt. Voorts kunnen de schoepen 4 worden versteld om de richting en het debiet van de luchtstroom te kunnen instellen. Dit kan bijvoorbeeld door de instelling van de hoeken van de schoepen 4 afzonderlijk in te stellen. Eveneens kunnen de schoepen worden ingesteld.
Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door een uitvoeringsvoorbeeld 10 zoals in figuren 7-10 is weergegeven. Hierbij wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een flexibel of ten minste buigbaar deel 25 van de ventilator 1, dat zich in het bereik van de as 2 bevindt. Dit flexibele of buigbare deel 25 kan bijvoorbeeld door middel van druk worden vervormd. Deze druk kan bijvoorbeeld worden uitgeoefend door een stelplaat 24. Deze stelplaat 24 kan 15 daarbij bij voorkeur een holle vorm of ten minste een in axiale richting uitstaande rand 23 omvatten. Deze stelplaat 24 kan ten opzichte van de ventilatorschoepen 4 in axiale richting 2a langs as 2 worden versteld. De uitstaande rand 22 kan daarbij tegen de schoepen 4 of het flexibele of buigbare deel 25 drukken waarop de schoepen 4 zijn aangebracht, zodanig 20 dat de stand van de schoepen 4 ie te veranderen. Het flexibele deel 25 kan daarbij deel uitmaken van de schoepen 4, of een verbindingselement (niet getoond) zijn waarmee de schoepen 4 aan de as 2 zijn verbonden. De stelplaat 24 kan in axiale richting 2a over de as 2 worden versteld, bijvoorbeeld door middel van een schroefdraad 26 op de as 2. Hierbij kan 25 gebruik worden gemaakt van een stelmoer 27 of andere de vakman bekende stelelementen. Ook de stelplaat 24 zelf kan van schroefdraad zijn voorzien, dat om de schroefdraad 26 van de as 24 aan kan grijpen. Hierdoor kan de stelplaat 24 axiaal worden versteld door eenvoudig deze stelplaat 24 ten opzichte van de as 2 te verdraaien. Hoewel in de figuren de stelplaat 24 ten 30 opzichte van de schoepen 4 van de ventilator 1 zich aan de aandrijfzijde 28 8 van de ae 2 bevindt, kan deze eveneens ten opzichte van de schoepen 4 van de ventilator 1 aan de zijde van het vrije einde 29 van de as 2 zijn . aangebracht. Ook kunnen er twee stelplaten worden gebruikt, die in axiale richting aan weerszijden van de schoepen 4 op de as 2 axiaal verstelbaar 5 zijn aangebracht.
Door nu de één of meer stelplaten 24 in axiale richting 2a ten opzichte van de schoepen 4 te verstellen, kan de hoek α tussen de schoepen 4 en de as 2 worden ingesteld. Hierdoor kan de volumestroom en/of de richting van de volumestroom die de ventilator 1 tijdens het bedrijf verplaatst, eenvoudig 10 worden ingesteld. Hoewel in de tekening de stelplaat 24 handmatig moet worden ingeeteld, kan dit ook door middel van een op afstand aan te sturen actuator worden bewerkstelligd.
Hierbij kan het handmatig verstellen van de schoepstand als een basis uitvoering worden gezien. Het handmatig verstellen kan worden 15 uitgevoerd met een stilstaande motor. Voor een afstelling van de hoeken α van de schoepen 4 tijdens het draaien van de rotor 20 is een verstelling van de hoek α door middel van een actuator een alternatieve mogelijkheid. Hierdoor kan een continue regeling worden bewerkstelligd. Deze actuator kan bijvoorbeeld door middel van een afstandbediening worden 20 aangestuurd. Hierbij kan de actuator ook door een besturingscomputer van een klimaatregelsysteem en/of andere regelkring worden aangestuurd.
Een mogelijke actuator kan een elektrische spoel omvatten die bijvoorbeeld een kern verplaatst die op zijn beurt aan bijvoorbeeld de stelplaat 24kan zijn gekoppeld. Ook kan de actuator een elektromotor zijn 25 die de stelplaat 24 kan bewegen.
Alternatief kan de schoepverstelling aan het toerental van de motor worden gekoppeld. Deze koppeling kan worden verkregen door middel van een centrifugaal mechaniek dat druk uitoefent op de stelplaat. Een voordeel 30 hiervan is dat er geen apart aanstuurbare actuator nodig is.
9
Deze kan bijvoorbeeld door een klimaatbeheersingssysteem of een klimaatbeheersingecomputer worden aangestuurd.
De schoepen 4 kunnen in radiale richting ter hoogte van de uitstaande rand 23 van de stelplaat 24 met speciale nokken zijn uitgevoerd 5 die dusdanig zijn geplaatst dat de instelhoeken α van de schoepen 4 ten opzichte van de as 2 op een ideale wijze tot stand komt. Hierbij kunnen door een tweede stelplaat en een tweede set nokken eveneens de vlucht (of spoed) van de schoepen 4 worden afgesteld. Door zowel de vlucht als de hoek α van de schoepen 4 ten opzichte van de as 2 in te stellen, ie de stroomrichting en 10 het stroomvolume optimaal in te stellen.
Door nu de hoek α van de schoepen te veranderen kan de verhouding tussen de aangezogen lucht 6 vanaf een eerste zijde 28 en de aangezogen lucht 7 vanaf een tweede zijde 29 worden ingesteld. Ook kan er nabij de rotor 20 een luchtkanaal 30 zijn aangebracht dat stromingstechnisch met de 15 buitenlucht is verbonden. De hoeveelheid aangezogen lucht 6a door dit luchtkanaal 30 kan eveneens worden ingesteld door de hoek α in te stellen. Door de verhouding van lucht van de eerste zijde 28 en van de tweede zijde te variëren kan de temperatuur en/of de luchtvochtigheid in de ruimte worden ingesteld. Door de snelheid van de rotor 20 en de hoek α in te stellen 20 kan hierdoor eveneens de verversingssnelheid van het luchtvolume in de binnenruimte worden ingesteld.
Een dergelijk instellingssysteem van de hoeken α van de schoepen 4 is voor de duidelijkheid in de figuren 7 en 8 afzonderlijk getekend, in de figuren 9 en 10 is zowel het vertelmechanisme van de schoepen 4 als het 25 vernevelingesysteem weergegeven.
In figuur 3 wordt een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van het luchtbehandelingssysteem getoond. In figuur 3 loopt door de aandrijfas 2 van de ventilator 1 een tweede holle aandrijfas 8. Aan de onderzijde van de aandrijfas 8 is een schijf 9 aangebracht. De holle 30 aandrijfas 2 is draaibaar met een aandrijfelement 5 verbonden. Het 10 aandrijfelement 5 drijft zowel de aandrijfas 2 als ook de aandrijfas 8 aan. Beide aandrijfassen 2 en 8 kunnen daarbij bijvoorbeeld via een transmissie zijn gekoppeld. De transmissie kan hierbij gebruikelijkerwijze een tandwieloverbrenging, een planeetwieloverbrenging, een ketting·, een riem-, 5 een snaaroverbrenging en/of een andere overbrenging omvatten. Zo kan bijvoorbeeld de aandrijving van de schijf 9 door middel van een turbine of een schoepenrad door het te versproeien water worden aangedreven.
In deze uitvoeringsvorm kan het water via de leiding 12 en de kraan 13 in de binnenzijde van de holle aandrijfas 8 naar de schijf 9 worden 10 getransporteerd. Bij de aanhechting van de schijf 9 aan de aandrijfas 8 zijn één of meer uitsparingen 10 aangebracht, welke in meer detail zijn weergegeven in figuur 4. Het water kan door de één of meer uitsparingen 10 uit de holle aandrijfas 8 uittreden en op de schijf 9 lopen. Door de schijf 9 te roteren ondervindt het water op de schijf 9 een centrifugale kracht. Door 15 deze kracht wordt het water ten opzichte van de aandrijfas 8 buitenwaarts gedwongen. Door deze buitenwaartse snelheid van het water ten opzichte van de zich daaromheen bevindende lucht treedt er aan de rand van de schijf een opbreken van de watermassa plaats. Door het verschil in snelheid tussen water en lucht ontstaan er lokaal op het water afschuifspanningen 20 die dermate veel groter zijn dan de oppervlaktespanning van het water dat een in druppels opbreken daarvan onvermijdelijk is.
Hierbij is de rotatiesnelheid, de diameter van de schijf 9 en het waterdebiet zodanig te variëren dat de druppelgrootte in een breed spectrum van diameters kan worden ingesteld. Door de druppeldiameter in 25 te stellen kan worden bepaald of de druppels vrijwel direct naar beneden vallen, ofwel zodanig klein zijn dat deze als een mist in de lucht blijven zweven. De dusdanig ontstane mist kan vervolgens door de ventilator 1 in hoofdzaak axiaal naar buiten worden getransporteerd en worden verspreid.
Figuur 5 toont een schematisch zijaanzicht van een tweede 30 uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding. In figuur 5 ie de roteerbare schijf 9 11 aan de aandrijfzijde van het vlak 3a van de rotor van de ventilator 1 aangebracht. De roteerbare schijf 9 is door middel van een holle aandrijfas 14 en een transmissie 15 draaibaar met de aandrijfinrichting 5 verbonden. De transmissie 15 en de aandrijfinrichting 5 kunnen opnieuw met elkaar 5 verbonden zijn op de wijzen die hierboven bij de beschrijving van figuur 3 zijn genoemd. In figuur 5 wordt het water door middel van een leiding 17 en een kraan 18 gedoseerd op de schijf 9 gebracht. Hierbij bevindt zich de uitgang 16 nabij de roteerbare schijf 9. Hierbij is de afstand van de uitgang 16 zo gekozen dat het water zich gelijkmatig over de schijf verdeeld en in 10 alle richtingen van het vlak van de rotor van de ventilator zich gelijkmatig verdeelt. Daartoe bevindt zich de uitgang 16 mogelijk dicht bij de draaiingsas 14 van de roteerbare schijf 9.
Een verdere uitvoeringsvorm wordt getoond in figuur 6. In figuur 6 is de roteerbare schijf 9 door middel van een aandrijfas (niet zichtbaar) 15 draaibaar met een aandrijfinrichting verbonden. Deze aandrijfinrichting 19 kan wederom een elektrische motor zijn, maar kan ook als een turbine en/of schoepenrad zijn uitgevoerd en door het stromende water worden aangedreven. Het water wordt nu op de draaibare schijf 9 aangebracht door middel van een leiding 20, een kraan 21 en een uitgang 22. De uitgang 22 20 dient net als de uitgang 16 mogelijk dicht bij de aandrijfas te zijn geplaatst en zich nabij de schijf te bevinden om een gelijkmatige verdeling van het te versproeien water zoveel mogelijk te waarborgen.
In het luchtbehandelingssysteem wordt gebruik gemaakt van een roteerbare schijf (spinning disk). In plaats van de sproeiuitgangen zoals 25 deze uit de stand van de techniek bekend zijn, is er voor de verneveling geen of nauwelijks waterdruk nodig. De afschuifspanningen worden volgens de uitvinding door middel van de rotatie van de schijf opgewekt, in tegenstelling tot de gangbare sproeiuitgangen, waarbij de afochuifepanningen door middel van de druk op het uittredende water 12 worden opgewekt. De gebruikte waterdruk kan hierbij tussen de 0 en 5 bar (0- 5x10s Pa) liggen.
In een variant wordt de roteerbare schijf aangedreven door de waterdruk op het aanvoersysteem, in een tweede variant kan de roteerbare 5 schijf door middel van een elektrische motor worden aangedreven. Ook kan de roteerbare schijf door middel van een koppeling en/of een transmissie met de rotatie van de ventilator verbonden zijn. Nadat de waterdruppels zijn gevormd, kunnen deze worden opgenomen in de aanzuigstroom van een ventilator, die vervolgens de nevel rondom verspreidt. Hierbij kan de 10 richting van de uitstromende nevel worden beïnvloed door de stand van de afzonderlijke schoepen van deze ventilator te wijzigen. Zo kan de nevel in een zuiver horizontaal vlak worden verdeeld, ofwel schuin naar beneden in de richting van de planten, ofwel meer schuin omhoog juist van de planten af gericht. Het verstellen van de schoepen heeft bovendien tot gevolg dat de 15 aanzuiging van lucht kan worden beïnvloed. De lucht kan hierbij van onder of juist van boven de ventilator 1 worden aangezogen. In de ene stand kan meer (warme en droge) lucht 6 van boven uit de kas aangezogen en gemengd worden met de nevel, in de andere stand wordt juist meer (reeds gekoelde en bevochtigde) lucht 7 van tussen de planten worden aangezogen en 20 gemengd met de nevel.
In een uitvoeringsvorm, zoals wordt weergegeven in figuur 8, kunnen er één of meer luchtkanalen 30 tot nabij de ventilator 1 zijn aangebracht die stromingetechniech met de buitenomgeving van de kas in verbinding staan. Deze luchtkanalen 30 kunnen bijvoorbeeld met een open einde 31 tot nabij 25 de ventilator 1 reiken zodat de ventilator 1 gedeeltelijk buitenlucht en gedeeltelijk binnenlucht aanzuigt. De verhouding tussen de hoeveelheid buitenlucht en de hoeveelheid binnenlucht kan worden ingesteld door de stand van de schoepen in te stellen. Eveneens kan deze verhouding worden ingesteld door het met behulp van een regelbare afsluiter aanpassen van de 30 door het luchtkanaal stromende hoeveelheid lucht. Er kan bij de ventilator 13 menging van de buitenlucht en de binnenlucht optreden waardoor de buitenlucht kan opwarmen en het vochtgehalte in de binnenlucht na menging kan afhemen. Door de snelheid van de ventilator in te stellen is eveneens de luchtstroom in te stellen.
5 Een deel van de binnenlucht kan door een interne overdruk uit de kas verdwijnen. Hierdoor kunnen er één of meer in de kas aanwezige isolerende schermen worden gesloten waardoor er minder warmte met de omgeving wordt uitgewisseld. Hierdoor treedt er bij voorbeeld minder warmteverlies op.
10 Het sluiten van één of meer in de kas aanwezige isolatie schermen bij de afwezigheid van het luchtbehandelingssysteem zou leiden tot een sterk verhoogde luchtvochtigheid onder de isolatie schermen. Dit kan, mede door in verticale richting aanwezige temperatuursverschillen condensatie op de gewassen tot gevolg hebben. Deze condensatie is in verband met de 15 mogelijke vorming van schimmels en het uitbreken van eventuele plantenziektes ongewenst. Door de toepassing van het luchtbehandelingesysteem wordt een verbeterde vochtafvoer en verminderde verticale temperatuursverschillen bewerkstelligd. Ook kan er door toepassing van het luchtbehandelingesysteem en door toepassing van 20 isolerende schermen een aanzienlijke energiebesparing worden bereikt.
Het systeem volgens de uitvinding kan voorts een verticale luchtbeweging tussen de planten in de kas en/of kweeksysteem opwekken en de aanzuiging van lucht kan zowel van boven het vlak 3a van de ventilatorschoepen 4 als van onder het vlak 3a van de ventilatorschoepen 4 25 komen, waarbij de verhouding tussen beide stromen regelbaar is door de stand van de schoepen 4 te variëren. Tevens kan met het systeem volgens de uitvinding de richting van de door het systeem gegenereerde luchtstroom en/of de verdeling worden ingesteld door de stand van de schoepen 4 te variëren. Daarbij kan de nevel horizontaal, meer naar beneden gericht of 30 juist meer naar boven gericht worden ingesteld. Het systeem kent voorts het 14 voordeel dat er een meervoudig aantal instelparametere voor banden zijn zoals bijvoorbeeld de regelbare ventilatorenelbeid, de regelbare watertoevoer voor de vernevelcapadteit, de snelheid en de diameter van de roteerbare schijf. Verder heeft het systeem het voordeel dat een lage druk 5 vemevelsysteem een geringere investering benodigt, minder energie verbruikt en minder dure leidingen en pompen benodigt dan gangbare systemen.
Een belangrijke instelgrootheid is de druppelgrootte. Deze druppelgrootte kan apart door middel van de regelbare snelheid van de 10 roteerbare schijf worden ingesteld.
Voorts kan het luchtbehandelingssysteem een intelligente besturing omvatten die zich bijvoorbeeld in het systeem zelf bevindt en die bijvoorbeeld op basis van een relatieve vochtigheidsmeting (RV), een temperatuursmeting en/of andere metingen de vernevelcapaciteit aan de 15 behoefte kan aanpassen door bijvoorbeeld de ventilatorenelbeid en/of de stand van de schoepen van de ventilator aan te passen. Hierbij kunnen de temperatuur van de lucht 7 onder het vlak 3a en de lucht 6 boven het vlak 3a van de ventilator 1 en/of het verschil tussen deze twee temperaturen verdere instelgrootheden vormen.Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet 20 beperkt is tot de hier besproken uitvoeringsvoorbeelden. Zo kan er in plaats van water eveneens een mengsel van water en één of meer aan het water toegevoegde en/of in het water opgeloste stoffen worden verneveld. Een voordeel hierbij is dat bij gangbare sproeikoppen het gebruik van toegevoegde stoffen schier ondenkbaar is daar elke opgeloste stof bij 25 dergelijke sproeikoppen direct aanleiding kan geven tot verstoppingen. Stoffen die met het water mee kunnen worden getransporteerd kunnen bijvoorbeeld plantengroeimiddelen, schimmelwerende middelen, onkruidverdelgende middelen, pathogene stoffen, ongediertebestrijdingsmiddelen en/of andere gewasbeschermende en/of 30 gewasverbeterende middelen zijn. Ook kan er hierbij worden gedacht aan 15 het mede versproeien van wasachtige stoffen die als beschermingslaagje op bijvoorbeeld bepaalde groenten en/of fruitsoorten wenselijk kunnen zijn. Tevens kan er indien er halpphyten worden gekweekt een hoeveelheid zout in het te versproeien water zijn opgelost.
5 Een andere variant zou kunnen zijn de roterende schijf een bepaalde elektrische en/of elektrostatische lading te geven, waardoor de ermee gegenereerde druppels eveneens een lading bezitten. Hierbij kunnen de te kweken gewassen een gelijke lading hebben waardoor de druppels bij voorkeur niet op de gewassen neerslaan. De gewassen kunnen daarentegen 10 ook een tegengestelde lading bezitten waardoor de druppels nu juist met voorkeur hierop neerslaan. Dergelijke en andere varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.
1035780

Claims (18)

1. Luchtbehandelingsapparaat geschikt voor het aanpassen en het regelen van de temperatuur, de beweging en/of de vochtigheid van lucht, omvattend 5 een radiaalventilator, waarbij de radiaalventilator verstelbare schoepen omvat, en een vernevelaar, waarbij de vernevelaar een roteerbare schijf omvat waarbij de ventilator met een eerste as is uitgerust, de roteerbare schijf met een tweede as is uitgerust en waarbij de eerste en de tweede as coaxiaal in elkaar zijn uitgevoerd..
2. Luchtbehandelingsapparaat volgens conclusie 1, waarbij de schoepen met ten minste één stelelement verstelbaar zijn.
3. Luchtbehaldelingsapparaat volgens conclusie 2 waarbij het ten minste ene stelelement een stelplaat, een serie stelarmen, en/of een hefboommechanisme omvat.
4. Luchtbehandelingsapparaat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het systeem nabij de roteerbare schijf een vloeistoftoevoer omvat.
5. Luchtbehandelingsapparaat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en de tweede as onderling door middel van een transmissie of direct draaibaar zijn gekoppeld.
6. Luchtbehandelingsapparaat volgens één der voorgaande conclusies waarbij de ventilator door middel van een eerste aandrijving wordt aangedreven.
7. Luchtbehandelingsapparaat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de roteerbare schijf door middel van een tweede aandrijving wordt 25 aangedreven.
8. Luchtbehandelingsapparaat volgens een der voorgaande conclusies waarbij er een luchtkanaal is voorzien voor het aanvoeren van buitenlucht en waarbij de verhouding van aangezogen lucht vanuit een binnenruimte en vanuit een buitenruimte door het verstellen van de schoepen kan worden 30 ingesteld. 1035780
9. Werkwijze voor het instellen van de temperatuur en/of de luchtvochtigheid van lucht, omvattend de stappen: - het voorzien in een radiaalventilator met verstelbare schoepen; - het transporteren van lucht met deze radiaalventilator; 5. het instellen van de hoek van de schoepen van de radiaalventilator waardoor de verhouding tussen aangezogen lucht van boven het vlak van de rotor en aangezogen lucht van onder het vlak van de rotor kan worden ingesteld, waardoor de temperatuur en/of de luchtvochtigheid van lucht kan worden geregeld.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij door middel van een roteerbare schijf de lucht in fijne druppels worden verneveld en waarbij deze fijne druppels door middel van een ventilator wordt getransporteerd.
11. Werkwijze volgens conclusie 10 waarbij de as van de roteerbare schijf gekoppeld is aan de as van de ventilator.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de as van de roteerbare schijf door middel van een transmissie met de as van de ventilator is gekoppeld.
13. Werkwijze volgens een van de conclusies 9-12, waarbij het behandelen van de lucht in een in hoofdzaak gesloten ruimte plaatsvindt en waarbij in de nabijheid van de ventilator een stromingstechnisch met de 20 buitenomgeving aangesloten luchtkanaal is aangebracht en waarbij de stand van de schoepen zodanig is in te stellen dat de verhouding tussen de aangezogen binnenlucht en de door het luchtkanaal aangezogen buitenlucht kan worden ingesteld.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij één of meer isolerende 25 schermen in de afgesloten ruimte kunnen worden aangebracht om warmte uitwisseling van de in hoofdzaak afgesloten ruimte met de omgeving ten dele te verhinderen.
15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14 waarbij de verhouding tussen de aangezogen binnenlucht en de aangezogen buitenlucht eveneens kan worden ingesteld door een in het luchtkanaal aangebrachte regelbare en/of afsluitbare opening.
16. Luchtbehandelingssysteem omvattend ten minste één luchtbehandelingsapparaat volgens één van de conclusies 1-8.
17. Kas omvattend een luchtbehandelingssysteem volgens conclusie
18. Gebruik van een luchtbehandelingsapparaat volgens één van de conclusies 1-8 of een luchtbehandelingssysteem volgens conclusie 17 voor het conditioneren van lucht in een kas en/of kweeksysteem. 10 1035780
NL1035780A 2008-07-31 2008-07-31 Luchtbehandelingsapparaat en -systeem. NL1035780C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035780A NL1035780C2 (nl) 2008-07-31 2008-07-31 Luchtbehandelingsapparaat en -systeem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035780 2008-07-31
NL1035780A NL1035780C2 (nl) 2008-07-31 2008-07-31 Luchtbehandelingsapparaat en -systeem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1035780C2 true NL1035780C2 (nl) 2010-02-02

Family

ID=40491542

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1035780A NL1035780C2 (nl) 2008-07-31 2008-07-31 Luchtbehandelingsapparaat en -systeem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1035780C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2253406A (en) * 1938-05-31 1941-08-19 Albert W Rockwood Air delivery device
US2473589A (en) * 1944-06-09 1949-06-21 Johnson Eric Goddard Heating and cooling system for horticultural houses and cloches
US4640668A (en) * 1982-08-02 1987-02-03 Yang Tai Her Ceiling fan with adjustable blowing scope thru a speed-servo and with driving speed control means
US4662819A (en) * 1986-04-10 1987-05-05 American Standard Inc. Centrifugal fan with variable blade pitch
US4793144A (en) * 1986-03-05 1988-12-27 Societe Airbi Sa Air conditioning installation with centrifugal sprayers
NL1000001C2 (nl) * 1995-04-01 1996-01-19 Haandrikman F J Vof Stal.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2253406A (en) * 1938-05-31 1941-08-19 Albert W Rockwood Air delivery device
US2473589A (en) * 1944-06-09 1949-06-21 Johnson Eric Goddard Heating and cooling system for horticultural houses and cloches
US4640668A (en) * 1982-08-02 1987-02-03 Yang Tai Her Ceiling fan with adjustable blowing scope thru a speed-servo and with driving speed control means
US4793144A (en) * 1986-03-05 1988-12-27 Societe Airbi Sa Air conditioning installation with centrifugal sprayers
US4662819A (en) * 1986-04-10 1987-05-05 American Standard Inc. Centrifugal fan with variable blade pitch
NL1000001C2 (nl) * 1995-04-01 1996-01-19 Haandrikman F J Vof Stal.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN103477154B (zh) 一种蒸发系统及蒸发方法
JP5585932B2 (ja) 回転式噴霧機構を備えた冷房装置
US7547364B2 (en) Spray device for cooling cattle in sheds and method of using the same
EP1613435B1 (en) Nozzles
US8727235B2 (en) Apparatus for dispersing a substance over a large area
US20090314216A1 (en) Spray device
CN209330979U (zh) 一种智能喷药机
US20180317474A1 (en) Device for controlling pests in plant cultivation room
JP6694985B1 (ja) 温湿度制御可能なエアフローシステム
US20200054000A1 (en) Blower spray device
US6257498B1 (en) Method and apparatus for an agricultural air handler
NL1035780C2 (nl) Luchtbehandelingsapparaat en -systeem.
US3421745A (en) Self-correcting dispensing mixer
JP6857853B2 (ja) ミスト発生システム、農業用ハウス
JP7232468B2 (ja) 空気調和装置
CN107664334A (zh) 一种提高降温效果的喷雾风机
KR102184460B1 (ko) 원심식 무화장치
JPH11127703A (ja) 園芸用ハウス
JP4431789B2 (ja) 温室の冷房装置及びそれを用いた冷房方法
CN207815558U (zh) 一种提高降温效果的喷雾风机
KR102647367B1 (ko) 원예하우스의 습도조절 및 냉방장치
JPH0511901B2 (nl)
CN219877002U (zh) 一种分级雾化的农药喷洒温室大棚
RU2307302C1 (ru) Вентиляторная градирня
JP6872717B2 (ja) ミスト冷却装置、農業用ハウス

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200801