NL1031484C2 - Meetinrichting voor een voertuig. - Google Patents

Description

Meetinrichting voor een voertuig

De uitvinding heeft betrekking op een meetinrichting voor een voertuig voor het meten van een hellingshoek van een ondergrond waarop het voertuig zich bevindt, waarbij de 5 meetinrichting aan het voertuig bevestigbaar is, en waarbij de meetinrichting is voorzien van een meetorgaan voor het meten van een hoek waaronder het meetorgaan ten opzichte van een referentie vlak staat, en van weergavemiddelen voor het weergeven van de gemeten hoek.

10 Uit de praktijk is een waterpas met een schaalverdeling voor toepassing op een fiets bekend. De bekende waterpas wordt recht, dat wil zeggen waterpas, aan een horizontaal staande fiets bevestigd. Bij het fietsen over een helling geeft de plaats van een gasbel van de waterpas langs de schaalverdeling een hoek van de helling aan.

15 Het gebruik van de bekende waterpas heeft als nadeel dat deze met grote nauwkeurigheid recht op de fiets gemonteerd moet worden. Dé vereiste nauwkeurigheid bedraagt hierbij typisch minder dan één graad. Het monteren van de waterpas is daarom een omslachtig karwei. Bovendien mag na montage de stand van de waterpas ten opzichte van de fiets niet meer veranderen. Hierdoor is een stevige fixatie van de 20 waterpas ten opzichte van de fiets vereist, en moet stoten tegen de waterpas worden voorkomen.

Het is een doel van de uitvinding een meetinrichting van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen die op een vereenvoudigde wijze op het voertuig gemonteerd kan worden.

25

Om het beoogde doel te bereiken heeft een meetinrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het meetorgaan is opgenomen in een elektronische schakeling die is voorzien van instelmiddelen om een hoek tussen het meetorgaan en het referentie vlak aan te nemen als een referentiehoek, en dat de 30 meetinrichting in staat en ingericht is om een door het meetorgaan gemeten hoek weer te geven ten opzichte van de referentiehoek. Het meetorgaan hoeft nu niet waterpas op het voertuig te worden gemonteerd, maar mag ook scheef worden gemonteerd. Immers kan men na montage het voertuig op een horizontale ondergrond zetten, en vervolgens de 1031484 -2- hoek die het meetorgaan dan met het horizontale vlak (referentie vlak) maakt, aannemen als de referentiehoek. De referentiehoek komt aldus overeen met een horizontale stand van het voertuig zodat de gemeten hoeken ten opzichte van het horizontale vlak zullen worden weergegeven. De montage van de meetinrichting wordt aldus sterk 5 vereenvoudigd, zodat dit door iedere bestuurder van het voertuig snel kan worden uitgevoerd.

Een uitvoeringsvorm van de meetinrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat bevestigingsmiddelen zijn voorzien voor losmaakbare bevestiging van de meetinrichting 10 aan het voertuig. Meer in het bijzonder omvatten de bevestigingsmiddelen snapmiddelen zodat de meetinrichting bijvoorbeeld op een fietsstuur kan worden vast geklikt en daarvan kan worden losgenomen.

Een alternatieve uitvoeringsvorm van de meetinrichting heeft volgens de uitvinding als 15 kenmerk dat bevestigingsmiddelen zijn voorzien voor duurzame bevestiging van de meetinrichting aan het voertuig. Meer in het bijzonder omvatten de bevestigingsmiddelen een adhesieve laag om de meetinrichting bijvoorbeeld aan een dashboard van een auto vast te kleven.

20 Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de meetinrichting geschikt is voor het meten van een versnelling van het voertuig doordat het meetorgaan in staat is om een eigen versnelling daarvan te meten, waarbij de gemeten versnelling van de weergavemiddelen afleesbaar is. Door montage van een dergelijke meetinrichting in een auto of op een motor wordt de versnelling en de 25 vertraging daarvan meetbaar hetgeen interessant is voor een sportieve rijder, bijvoorbeeld een rally-rijder. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de meetinrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat het meetorgaan in staat is om versnelling daarvan in althans twee verschillende richtingen te meten om een versnelling van het voertuig in een rijrichting en in een richting dwars op de rijrichting te meten. Zo wordt 30 behalve de versnelling in rij-richting ook de versnelling in een richting dwars op de rijrichting, als gevolg van het maken van een bocht, meetbaar.

-3-

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de meetinrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de referentiehoek instelbaar is door het beroeren van een instelknop. Na montage van de meetinrichting volstaat het, voor het verkrijgen van meetwaarden die zijn gerelateerd aan het horizontale vlak, om bij een horizontale stand van het voertuig 5 de instelknop te beroeren. In een andere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de meetinrichting als kenmerk dat de meetinrichting één geheel vormt. Een nog andere voorkeursuitvoeringsvorm van de meetinrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat het voertuig een fiets, een motor, een auto of een vrachtauto is.

10 Een voorkeursuitvoeringsvorm van de meetinrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat een geheugen is voorzien voor het daarin opslaan van meetwaarden. Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft daarbij volgens de uitvinding als kenmerk dat middelen zijn voorzien voor het uitvoeren van een statistische analyse van de opgeslagen meetwaarden zodat bijvoorbeeld een extreme meetwaarde of een 15 gemiddelde meetwaarde bepaald kan worden. Het wordt zo bijvoorbeeld mogelijk om inzicht te krijgen in een extreem en een gemiddeld steigingspercentage van een traject in bergachtig gebied dat men te fiets heeft afgelegd. De bekende waterpas heeft geen geheugen en heeft niet de mogelijkheid om een extreem en een gemiddeld steigingspercentage van een afgelegd traject te bepalen.

20

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de meetinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat het meetorgaan een omsloten en een met een gas gevulde ruimte omvat, en een verwarmingselement voor het op een centrale plaats in de ruimte verwarmen van het gas, waarbij thermokoppels op gelijke afstand om het verwarmingselement zijn 25 aangebracht voor het plaatselijk meten van een temperatuur van het gas. Meting van scheefstand en/of versnelling van het meetorgaan berust daarbij op het principe dat bij scheefstand en/of versnelling het temperatuurprofiel van het gas in de omsloten ruimte asymmetrisch is. De thermokoppels zullen daardoor een verschillende spanning afgeven waarbij het verschil in afgegeven spanning gerelateerd is aan de mate van scheefstand 30 en/of versnelling van het meetorgaan.

-4-

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont:

Figuur IA een bovenaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een meetinrichting volgens de uitvinding.

5 Figuur 1B een zij-aanzicht van de meetinrichting uit figuur IA.

Figuur 2 de meetinrichting uit de figuren IA en 1B in op een fietsstuur gemonteerde toestand.

Figuur 3 een schema van de elektronische schakeling waarin de meetsensor is opgenomen.

10 De figuren zijn schematisch en niet (steeds) op schaal getekend. Met name kunnen ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

15 De in de figuren 1A en 1B getoonde fietscomputer 1 heeft een meetsensor 3 die is opgenomen in een elektronische schakeling met een processor 2 om uit van de meetsensor 3 afkomstige signalen enerzijds een hoek te bepalen waaronder de meetsensor 3 ten opzichte van een horizontaal vlak staat, en anderzijds een versnelling van de meetsensor 3 te bepalen. De versnelling kan daarbij in tenminste twee 20 verschillende richtingen worden gemeten. Een meetsensor 3 van een dergelijk type is uit de praktijk bekend. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt de meetsensor 3 alleen gebruikt voor de hoekmeting.

De processor 2 is verbonden met een beeldscherm 4 voor het weergeven van de gemeten 25 hoek. De processor 2 is verder verbonden met een reset-knop 6 waarmee een hoek die de meetsensor 3 met het horizontale vlak maakt, ingesteld kan worden als een referentiehoek ten opzichte waarvan de gemeten hoeken worden weergegeven.

De fietscomputer 1 heeft voorts een omkasting 5 waarbinnen de processor 2 en de 30 meetsensor 3 zijn ondergebracht. Aan de onderzijde van de omkasting 5 is een snaporgaan 7 bevestigd waarmee de fietscomputer 1 op een fietsstuur 10 kan worden -5- geklikt zoals getoond in figuur 2. Het snaporgaan 7 heeft veerkrachtige benen 9 die aan hun binnenzijden zijn voorzien van een stroeve bekleding 8 om verdraaiing van de fietscomputer 1 ten opzichte van het fietsstuur 10 tegen te gaan.

5 Figuur 3 toont meer in detail de meetsensor 3 en de elektronische schakeling waarin deze is opgenomen. De meetsensor 3 heeft een met een gas gevulde omsloten ruimte 26 en een verwarmingselement 21 voor het op een centrale plaats in de ruimte 26 verwarmen van dat gas. Thermokoppels 22 zijn daarbij op gelijke afstand om het verwarmingselement 21 aangebracht voor het plaatselijk meten van een temperatuur van 10 het gas. Uit door de thermokoppels 22 afgegeven spanningen wordt een temperatuurverdeling van het gas in de omsloten ruimte 26 bepaald om een hoek te bepalen waaronder de meetsensor 3 ten opzichte van een referentie vlak staat. Uitgangssignalen 23,24 van de schakeling worden teruggekoppeld naar een offset-blok 20 waarbij een schakelaar 25 als gevolg van het beroeren van reset-knop 6 wordt 15 gesloten om een hoek die de meetsensor 3 met het referentievlak maakt, in te stellen als de referentiehoek ten opzichte waarvan de gemeten hoeken worden weergegeven.

Om de op het fietsstuur 10 vastgeklikte fietscomputer 1 gebruiksklaar te maken wordt de fiets op een horizontale ondergrond gezet, en wordt vervolgens de reset-knop 6 20 ingedrukt. Daardoor wordt de hoek die de meetsensor 3 dan ten opzichte van het horizontale vlak inneemt ingesteld als het nulpunt voor de hoekmeting. Het nulpunt komt aldus overeen met een horizontale stand van de fiets zodat de gemeten hoeken ten opzichte van het horizontale vlak zullen worden weergegeven.

25 Het vastklikken en gebruiksklaar maken van de fietscomputer 1 is aldus een eenvoudig karwei dat snel door iedere wielrijder kan worden uitgevoerd. Na gebruik van de fietscomputer 1 kan deze snel en gemakkelijk van de fiets worden losgenomen.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter één uitvoeringsvoorbeeld nader 30 werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt.

-6-

Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

Zo kan een meetsensor worden toegepast waarmee de hoek die de meetsensor ten 5 opzichte van het horizontale vlak maakt in twee verschillende richtingen wordt gemeten. Behalve een hellingshoek van een weg kan dan bijvoorbeeld ook een scheefstand van een auto of motor als gevolg van het maken van een scherpe bocht worden gemeten.

1031484'

Claims (13)

1. Meetinrichting voor een voertuig voor het meten van een hellingshoek van een ondergrond waarop het voertuig zich bevindt, waarbij de meetinrichting aan het voertuig 5 bevestigbaar is, en waarbij de meetinrichting is voorzien van een meetorgaan voor het meten van een hoek waaronder het meetorgaan ten opzichte van een referentie vlak staat, en van weergavemiddelen voor het weergeven van de gemeten hoek, met het kenmerk, dat het meetorgaan is opgenomen in een elektronische schakeling die is voorzien van instelmiddelen om een hoek tussen het meetorgaan en het referentie vlak 10 aan te nemen als een referentiehoek, en dat de meetinrichting in staat en ingericht is om een door het meetorgaan gemeten hoek weer te geven ten opzichte van de referentiehoek.

2. Meetinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bevestigingsmiddelen 15 zijn voorzien voor losmaakbare bevestiging van de meetinrichting aan het voertuig.

3. Meetinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen snapmiddelen omvatten.

4. Meetinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bevestigingsmiddelen zijn voorzien voor duurzame bevestiging van de meetinrichting aan het voertuig.

5. Meetinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen een adhesieve laag omvatten. 25

6. Meetinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meetinrichting geschikt is voor het meten van een versnelling van het voertuig doordat het meetorgaan in staat is om een eigen versnelling daarvan te meten, waarbij de gemeten versnelling van de weergavemiddelen afleesbaar is. 30 1031484 -8-

7. Meetinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het meetorgaan in staat is om versnelling daarvan in althans twee verschillende richtingen te meten om een versnelling van het voertuig in een rijrichting en in een richting dwars op de rijrichting te meten. 5

8. Meetinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de referentiehoek instelbaar is door het beroeren van een instelknop.

9. Meetinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat de meetinrichting één geheel vormt.

10. Meetinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voertuig een fiets, een motor, een auto of een vrachtauto is.

11. Meetinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een geheugen is voorzien voor het daarin opslaan van meetwaarden.

12. Meetinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat middelen zijn voorzien voor het uitvoeren van een statistische analyse van de opgeslagen 20 meetwaarden.

13. Meetinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het meetorgaan een omsloten en een met een gas gevulde ruimte omvat, en een verwarmingselement voor het op een centrale plaats in de ruimte verwannen van het 25 gas, waarbij thermokoppels op gelijke afstand om het verwarmingselement zijn aangebracht voor het plaatselijk meten van een temperatuur van het gas. 1031484