NL1030586C2 - Inrichting en werkwijze voor het monteren van rekken. - Google Patents

Description

-1 -

Inrichting en werkwijze voor het monteren van rekken.

De huidige uitvinding betreft een inrichting en een werkwijze voor het monteren of in elkaar zetten van rekken, in het bijzonder rolwagentjes voor het vervoeren van bloemen, planten en dergelijke. De uitvinding betreft verder systemen omvattende een combinatie van meerdere 5 van dergelijke rekken en een inrichting voor het in elkaar zetten van de rekken.

Rekken zijn bekend op verschillende gebieden. In het bijzonder op commercieel gebied kunnen dergelijke rekken voor gebruik samengesteld worden en moeten deze vervolgens weer uit elkaar genomen worden voor transport of opslag. Op bepaalde plekken, zoals bij de groothandel, kan dit proces frequent plaatsvinden en kan dit een aanzienlijke mankracht 10 vragen.

In de tuinbouwindustrie is het bekend om rolwagentjes te gebruiken, soms “Deense karren” genoemd, om bloemen en andere planten te vervoeren. Deze karren zijn uitgevoerd in de vorm van mobiele rekken, omvattende een rechthoekig onderstel van ongeveer 1 m bij 50 cm, voorzien van wielen. Staande gestelelementen worden in houders op de vier hoeken van het 15 onderstel gestoken en een aantal legborden of planken wordt ondersteund door de gestelelementen. De legborden zijn voorzien van haken of pinnen die in overeenkomstige openingen in de gestelelementen passen. Het aantal legborden en hun onderlinge afstand zal verschillen naar gelang de planten die worden vervoerd. Het wordt geschat dat 21 miljoen van dergelijke rolwagentjes wereldwijd in gebruik zijn en gemiddeld zal elk rolwagentje vier 20 keer in een gegeven jaar terugkeren naar een centraal depot.

Wanneer de karren leeg teruggekeerd zijn naar een depot, worden ze bij voorkeur gedemonteerd of uit elkaar genomen om plaats te besparen. De legborden worden één voor één weggenomen van de gestelelementen door de haken uit de openingen te halen. Elk legbord kan dan gestapeld worden, b.v. op een lege kar. Gebroken of beschadigde legborden 25 kunnen terzijde gelegd of afgezonderd worden. Uiteindelijk worden de staanders losgemaakt van het onderstel en de onderstellen en de staanders worden apart opgeslagen. Deze handeling vraagt een aanzienlijke mankracht. Op het moment dat een tuinder gaat oogsten, moet een groot aantal karren weer in elkaar gezet worden om de oogst op te vangen voor transport.

30 Het in elkaar zetten van dergelijke karren is een ingewikkelde handeling. In het bijzonder kan elke kar op verschillende wijzen worden opgebouwd met een verschillend aantal legborden en een verschillende onderlinge afstand tussen de legborden. Bovendien werden verschillende 1030586 -2- vormen van legborden geproduceerd en deze zijn nu verdeeld door de industrie heen. Het gevolg is dat de legborden die aangetroffen worden bij het in elkaar zetten van een enkele kar van elkaar kunnen verschillen, b.v. in de breedte tot 2 cm. Daar komt nog bij dat de legborden vervormd of gebroken kunnen zijn en dat het daardoor moeilijk kan zijn om ze in 5 de staanders van het onderstel te plaatsen.

Er is dus duidelijk een noodzaak om een systeem en een inrichting te verschaffen waarbij ten minste een deel van de ongemakken bij het in elkaar zetten van dergelijke rol wagentjes overwonnen kan worden.

Volgens de huidige uitvinding wordt er een inrichting verschaft voor het in elkaar zetten van 10 een rek die bestaat uit een dragend gestel en meerdere verwijderbare legborden die worden gedragen door het gestel, de inrichting omvattende: een aanvoergedeelte voor het aanvoeren van een legbord; een kerngedeelte voor het keuren van het aangeleverd legbord; een plaatsingsgedeelte voor het grijpen van een goedgekeurd legbord en vervolgens het plaatsen van het legbord in het gestel; en een controle eenheid voor het besturen van de inrichting. 15 Door deze combinatie van elementen kan er in worden voorzien dat alleen goedgekeurde legplanken, die aan bepaalde criteria voldoen, in het dragende gestel worden geplaatst.

Volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding kan het kerngedeelte richtelementen omvatten die het legbord met een dusdanige kracht knijpen om het naar een gewenst patroon te richten. Aangeleverde legborden kunnen dusdanig vervormd zijn dat ze niet meer in het 20 dragende gestel zouden passen. In het bijzonder kunnen zij gedraaid of gebogen zijn. Ook kunnen de draagelementen die op het dragende gestel rusten krom zijn. Zulke afwijkingen van een standaard maat kunnen het monteren van een rek belemmeren of onmogelijk maken. Door het vastknijpen van bepaalde onderdelen van het legbord en kracht uit te oefenen kunnen eventuele ongeregeldheden weer hersteld worden. Om het legbord te kunnen uitrichten zullen 25 de richtelementen bij voorkeur op het geknepen deel een kracht van tenminste 1000 N uitoefenen. Bij voorkeur kan deze kracht zelfs boven 2000 N liggen. In het algemeen zal de door de richtelementen uitgeoefende kracht meer dan lOx de kracht zijn die nodig is om enkel het legbord te grijpen en verplaatsen.

Volgens een verder kenmerk van een voorkeursuitvoering is het legbord voorzien van 30 uitstekende pinnen die in uitsparingen in het gestel passen. Deze pinnen worden door de richtelementen geknepen waardoor krom liggende pinnen weer recht worden gebogen. Het zal 1030586 -3- duidelijk zijn dat legborden en pinnen die niet afwijken van de gewenste maat of patroon, niet of nauwelijks zullen worden gebogen.

Bij voorkeur is het kerngedeelte verder voorzien van één of meer meetelementen. Hierdoor kan in het kerngedeelte een aantal afmetingen van het legbord worden vastgesteld. Onder de 5 mogelijke afmetingen vallen het meten van: breedte, lengte, diepte, holte, ronding, draaiing, aanwezigheid van een rand, positie en aanwezigheid van draagpinnen en zo voort. De controle eenheid kan een aantal standaardafmetingen van een legbord bewaren in een geheugen. Het kerngedeelte kan dan de gemeten afmetingen met de standaardafmetingen vergelijken en een aangeleverd legbord afkeuren die dusdanig van de standaard gegevens afwijkt. In een 10 simpelere voorkeursvariant kunnen de standaardafmetingen door de posities van sensoren mechanisch worden ingesteld.

Legborden die niet voldoen aan vooraf ingestelde eisen zullen door het kerngedeelte worden afgekeurd. Hiervoor omvat de inrichting ook een afvoermogelijkheid waardoor afgekeurde legborden afgevoerd worden. Dit kan b.v. een lege kar zijn die onder het kerngedeelte wordt 15 gezet. Als een legbord wordt afgekeurd laat het kerngedeelte het legbord los waardoor het in de kar valt.

Om een dusdanig nauwkeurige behandeling van een legbord te waarborgen waardoor het in het gestel past, moet in het plaatsingsgedeelte bij voorkeur een geijkt of gekeurd element van het legbord worden vastgegrepen. Bij legborden voorzien van uitstekende pinnen die in 20 uitsparingen in het gestel passen, worden bij voorkeur de uitstekende pinnen vastgegrepen. Hiervoor kan het plaatsingsgedeelte worden voorzien van een aantal grijpelementen die de uitstekende pinnen vastgrijpen. Het is ook mogelijk dat in het plaatsingsgedeelte een legbord op een andere plaats wordt vastgepakt mits de relatieve positie van het gegrepen onderdeel ten opzicht van de pinnen of eventuele andere draagelementen goed vastgesteld is.

25 In een voorkeursuitvoering omvat het plaatsingsgedeelte verder een hefelement om de relatieve hoogtes van een gegrepen legbord en zijn gewenste positie in het gestel af te stemmen. Het hefelement kan de vorm van b.v. een robotarm hebben, die in alle richtingen beweegbaar is om een legbord vanuit het kerngedeelte in het gestel te plaatsen. In een andere variant kan het gestel of zelfs het kerngedeelte op een hefelement worden gemonteerd voor 30 op- en neergaande beweging. Hierdoor kan ervoor gezorgd worden dat een legbord hoofdzakelijk alleen horizontaal wordt verplaatst van het kerngedeelte naar het 1030586 -4- plaatsingsgedeelte. Dit is een uiterst belangrijke factor in het bepalen van de snelheid van de installatie.

Het is ook van belang de hoogtes van afzonderlijke onderdelen van het gestel te kunnen egaliseren voordat een legbord in het gestel wordt geplaatst. Hiervoor kan de inrichting een 5 egaliseersysteem omvatten om de posities van de draagpunten van de afzonderlijke onderdelen van het gestel op dezelfde hoogte te brengen.

Volgens de voorkeursuitvoering levert het aanvoergedeelte legborden aan, één voor één vanuit een stapel. De stapel bevindt zich b.v. op een kar. Het aanvoergedeelte kan een soortgelijke inrichting zijn zoals beschreven in Nederlandse octrooiaanvraag No. 1027987,

10 waarbij een aantal over rollen gemonteerde banden de stapel legborden vastklemt. De banden kunnen opgeblazen worden om de legborden vast te klemmen en kunnen ook aangedreven worden om rond te draaien zodat de vastgeklemde legborden gecontroleerd aan de bovenkant van de banden kunnen worden aangeleverd. Door de legborden op gelijk niveau met het I

kerngedeelte aan te leveren kan de snelheid van de inrichting gemaximaliseerd worden.

15 Om een aangeleverd legbord op zijn plek in het kerngedeelte te plaatsen, kan het ! aanvoergedeelte ook een met zuignappen voorziene arm omvatten. Deze kan met | bovengenoemde aanleverband samenwerken of kan zelf legborden één voor één uit een stapel nemen. In plaats van zuignappen kunnen, afhankelijk van de constructie van de legborden, andere soortgelijke bevestigingselementen worden gebruikt, b.v. magneten.

20 De controle eenheid kan de inrichting volautomatisch besturen. Hiervoor moeten alleen vooraf b.v. de gewenste posities van de legborden in het gestel aangegeven worden en de j afkeur parameters. Ook is het mogelijk om deels automatisch te werken waardoor een bestuurder telkens de gewenste positie van een legbord aangeeft en ook eventueel een afkeursignaal genereert aan de hand van aan hem bekend gemaakte metingen.

25 De huidige uitvinding voorziet ook in een werkwijze voor het in elkaar zetten van een rek, waarbij het rek een dragend gestel en meerdere verwijderbare legborden omvat die worden gedragen door het gestel, de werkwijze omvattende: het aanleveren van een legbord aan een kerngedeelte; het meten van een aantal kenmerken van het legbord en het vergelijken van de metingen met vooraf ingestelde eisen; het goedkeuren van legborden die aan de eisen 30 voldoen; het grijpen van het goedgekeurde legbord; en het plaatsen van het gegrepen legbord in het gestel. Op deze wijze, doordat elke handeling machined kan worden uitgevoerd, kan 1030086 -5- een dergelijk rek met weinig moeite en mankracht nauwkeurig en correct in elkaar worden gezet.

Zoals boven aangegeven, kan de werkwijze ook andere stappen omvatten, zoals het richten van afwijkende legborden en het afkeuren en afvoeren van legborden die aan vooraf gestelde 5 eisen niet voldoen.

Volgens een voorkeursuitvoering van de werkwijze gebeurt het meten, het goedkeuren, het grijpen, het plaatsen en eventueel ook het aanleveren van een legbord hoofdzakelijk op dezelfde hoogte waardoor beweging van het legbord wordt verminderd en een verhoogde processnelheid kan worden gerealiseerd.

10 De uitvinding heeft ook betrekking op een systeem omvattende een combinatie van een rek of rolwagentje, dat bestaat uit een dragend gestel en meerdere verwijderbare legborden die gedragen worden door het gestel, en een inrichting voor het in elkaar zetten van het rek zoals hierboven beschreven.

Een uitvoering van de uitvinding zal nu meer in detail en slechts als voorbeeld beschreven 15 worden, met referentie naar de bij gevoegde figuren in welke:

Fig. 1. in perspectief een kar voor bloemen toont voor gebruik in de uitvinding met inbegrip van een detail van de verbinding tussen het legbord en de staanders;

Fig. 2. een schematisch systeemoverzicht toont van de onderdelen van een inrichting volgens de uitvinding; 20 Fig. 3. het aanvoergedeelte van een voorkeursuitvoering van de uitvinding toont;

Fig. 4. het kerngedeelte van de voorkeursuitvoering van Fig. 3 toont;

Fig. 4a het keurgedeelte zoals in Fig. 4 toont bij het keuren van een legbord;

Fig. 5. het plaatsingsgedeelte van de voorkeursuitvoering van Fig. 3 toont; en

Fig. 6. een bovenaanzicht van het plaatsingsgedeelte van Fig. 5 toont.

25 Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een kar 1 zoals intensief gebruikt wordt in de bloemenindustrie. De kar 1 omvat een dragend gestel 2 en meerdere in hoofdzaak vlakke legborden 4 gemonteerd op het dragend gestel (voor alle duidelijkheid wordt slechts één legbord afgebeeld). In het huidige voorbeeld omvat het dragend gestel een onderstel 6 gemonteerd op wielen 7. Elke hoek van het onderstel werd voorzien van een houder 8 voor 30 het opnemen van een staander 10. Alhoewel de uitvinding verder beschreven zal worden in 1030586 -6- relatie tot een dergelijke kar voor bloemen, zal het onmiddellijk duidelijk zijn voor de vakman dat de uitvinding ook toepasbaar is op andere vormen van rolwagentjes of rekken. In dit verband wordt ervan uit gegaan dat de term legbord niet beperkt is tot eenvoudige vlakke legborden of platen. Onder de term legbord kunnen ook vallen: rekken; planken; manden; 5 kruiselementen en andere dergelijke dragende delen die in een legbordsysteem kunnen worden toegepast.

Zoals in detail wordt getoond in Figuur 1, omvat elke staander 10 een in hoofdzaak U-vormige groef 18 waarbij de draagvlakken 14 van de U-vormige groef naar binnen gericht zijn. De draagvlakken 14 zijn voorzien van langgerekte verticale uitsparingen 12 en 10 legborden 4 zijn voorzien van pinnen 16 die in de uitsparingen 12 steken om de legborden 4 op de gewenste hoogte te houden tussen de staanders 10. Zoals hieronder verder zal worden beschreven, kunnen de staanders 10 verwijderd worden uit de houders 8 voor het stapelen van de kar 1 voor transport of opslag. De staanders 10 kunnen ook in de houders 8 geplaatst worden waarbij de draagvlakken 14 naar buiten wijzen. In deze oriëntatie kunnen de j 15 legborden 4 gestapeld worden op de kar 1 waarbij de pinnen 16 in de open U-vormige groef j | 18 van de staanders 10 glijden. | !

Figuur 2 toont een schematisch overzicht van de onderdelen van een inrichting 20 volgens de uitvinding. De inrichting 20 bestaat uit een aanvoergedeelte 22, een kerngedeelte 24, een plaatsingsgedeelte 26 en een controle eenheid 28. Een volle kar 1 waarop een aantal 20 legborden 4 gestapeld is, bevindt zich in het aanvoergedeelte 22. Het kerngedeelte 24 bestaat uit een richtgedeelte 34 en een meetgedeelte 36. Er bevindt zich verder een afvoerbak 38 onder het kerngedeelte 24. In het plaatsingsgedeelte 26 bevindt zich een robotarm 40. Binnen het bereik van robotarm 40 staat een tweede kar Γ die in dit geval in half gemaakte toestand verkeert. De controle eenheid 28 staat in elektronische verbinding met het aanvoergedeelte 25 22, het kerngedeelte 24 en het plaatsingsgedeelte 26.

Figuur 3 toont in nader detail de aanvoer- 22 en kerngedeeltes 24 van een voorkeursuitvoering van de uitvinding met een volgestapelde kar 1. Zoals in de detaillering is te zien zijn de staanders 10 in de houders 8 geplaatst waarbij de pinnen 16 van de legborden 4 in de open U-vormige groef 18 van de staanders 10 glijden. Voor de duidelijkheid zijn niet alle legborden 4 30 in de kar 1 getekend. Een kar 1 kan b.v. tot zestig legborden dragen.

Het aanvoergedeelte 22 bestaat uit o.a. een robotarm 30 en een aanvoersysteem 42. De robotarm 30 wordt voorzien van zuignappen 32, die een legbord 4 uit het aanvoersysteem 42 1030586 - 7- kan vasthouden en verplaatsen. Het aanvoersysteem 42 omvat een aantal grijpriemen 46, gemonteerd om rond een paar rollen 48,48' te draaien. Elke riem 46 wordt aangedreven door een aandrijving (niet getoond) voorzien op de lager gelegen rol 48. De riem 46 is gemaakt uit een elastisch materiaal. Binnen de ruimte gedefinieerd tussen de riem 46 en de rollen 48, 48' 5 ligt een opblaasbare slang 50. De opblaasbare slang 50 is ondersteund door een plaat 52 aan die zijde die verwijderd is van de legborden 4. De opblaasbare slang 50 kan opgeblazen worden door middelen die niet getoond worden, waardoor de elastische riem 46 opzwelt en buitenwaarts drukt tegen de legborden 4. De opzwelling van de riem 46 is voldoende om evt. verschillen in grootte van de legboren 4 te compenseren. Door het in tegengestelde richtingen 10 aandrijven van de riemen 46 kunnen de legborden 4 omhoog worden bewogen tot op de hoogte van het robotarm 30.

Om een volgestapelde kar 1 in het aanvoergedeelte binnen te rijden, kunnen de riemen 46 geopend worden of uit elkaar worden bewogen. Het is ook mogelijk om de riemen 46 al rollend van boven af over de kar naar beneden te laten zakken.

15 In Figuur 4 wordt het kerngedeelte 24 nader getoond waaruit te zien is dat het richtgedeelte 34 uit een kader 35 en vier richtelementen 54 bestaat. Het kader 35 heeft een uitsparing 53 met vier klapelementen 66 van een dergelijke maat dat een legbord 4 in de uitsparing 53 op de klapelementen 66 kan steunen. Dit is te zien in Figuur 4a. De richtelementen 54 hebben de vorm van tangen 56 die door de kracht van een pneumatische cilinder 58 worden 20 aangedreven. In een eerste stand (Fig. 4) van de tangen 56 bevindt zich een opening om de pinnen 16 van een legbord 4 op te vangen. Een legbord 4 kan door de robotarm 30 van het aanvoergedeelte in de uitsparing 53 op de klapelementen 66 worden geplaatst. Dan volgt een sluiting van de tangen 56 onder een kracht van ongeveer 2000N. Eventuele afwijkingen van de pinnen 16 worden hierdoor gecorrigeerd. Een nauwkeurigheid van +/- 2mm voor de pinnen 25 is gewenst om te zorgen dat ze goed in de uitsparingen 12 in de staanders 10 zullen passen.

In Figuur 4 is ook een aantal meetelementen van het meetgedeelte 36 te zien. Elke tang 56 is voorzien van een pin sensor 60 om de aanwezigheid in de tang 56 van een pin 16 te waarborgen. Dit kan de vorm van een contactelektrode hebben eventueel in een kunststof busje, die.de metalen pin 16 detecteert. Verder zijn er centreerelementen 61 voorzien van 30 sensoren 62, die de aanwezigheid van het metalen hoeklijntje aan de rand van een legbord controleren. Buigingsensoren 64 meten de afwijking van het middenpunt van het legbord waardoor legborden die ongewenst krom zijn kunnen worden afgekeurd. Hoewel hierin niet nader wordt beschreven, kunnen natuurlijk andere sensoren b.v. optische, video, contact, 1030586 -8- piezo, worden toegepast om o.a. maat, gewicht, schoonheid en anders de staat van de legborden te bepalen.

Onder de besturing van de controle eenheid 28 worden de signalen van de verschillende sensoren geregistreerd. Een legbord 4 dat voldoet aan de metingen wordt goedgekeurd en 5 vervolgens aan het plaatsingsgedeelte 26 aangeboden. Een legbord 4 dat aan een of meerdere metingen niet voldoet wordt afgekeurd. Door het wegklappen van klapelementen 66 en opening van de tangen 56 valt het afgekeurde legbord 4 in de wachtende afvoerbak 38. De afvoerbak 38 kan ook een lege kar zijn en het legbord 4 kan dan gecontroleerd tussen de staanders 10 worden ingevoerd.

10 In de afgebeelde uitvoeringsvorm van figuur 4 worden de sensoren mechanisch ingesteld. Dat wil zeggen dat de positie van de sensor zelf de nauwkeurigheid van het resultaat bepaald. Dus door de buigingsensoren 64 hoger af te stellen is de tolerantie voor buiging van een legbord verminderd. In een alternatieve variant kunnen in plaats van sensoren, daadwerkelijke meetelementen worden gebruikt om alle belangrijke maten en eigenschappen van het legbord 15 4 te meten en tegen vooraf ingestelde standaardafmetingen te vergelijken. De standaardafmetingen en de accepteerbare toleranties worden in een geheugen van de controle eenheid opgeslagen als patroon. Het geheugen zou dan verschillende patronen kunnen opslaan voor gebruik met verschillende maten of kwaliteiten van kar. Dit zou eventueel ook automatisch aangegeven kunnen worden b.v. door een label of barcode op de legborden.

20 Figuur 5 geeft een plaatsingsgedeelte 26 volgens de uitvinding in nader detail weer. Het plaatsingsgedeelte 26 omvat robotarm 40 en een hefelement 68. De robotarm 40 is voorzien van een grijpgedeelte 70 dat voor het vastgrijpen van het legbord 4 zorgt. Een kar Γ om op te bouwen wordt op het hefelement 68 gemonteerd. Door gebruik van het hefelement 68, kan de kar 1 ’ op en neer worden bewogen waardoor telkens de uitsparingen 12 voor het volgend te 25 plaatsen legbord 4 op dezelfde hoogte komen te staan. Deze hoogte is dan bij voorkeur overeenkomstig met de hoogte van het kader 35 van het kerngedeelte 24. Om er voor te zorgen dat de uitsparingen 12 in alle vier de staanders 10 gelijk staan, is het hefelement 68 voorzien van eik elementen 74. De eik elementen 74 registreren de hoogte van de onderste uitsparing 12 in elke staander 10 en geven het door aan de controle eenheid 28. Door niet 30 nader beschreven afzetmogelijkheden kunnen de staanders 10 hierdoor gelijk afgesteld worden. Andere manieren om de staanders 10 gelijk te stellen zijn natuurlijk ook te bedenken.

1030596 -9-

In Figuur 6 wordt een bovenaanzicht van het plaatsingsgedeelte 26 getoond. Te zien is dat het grijpgedeelte 70 vier grijpelementen 72 omvat die telkens een pin 16 van het aangeboden legbord 4 vastgrijpen. Omdat het legbord 4 nauwkeurig is gekeurd, staan de posities van deze pinnen 16 vast Om ook tussen de staanders 10 van de kar Γ te passen heeft het grijpgedeelte 5 70 een maat die grotendeels overeenkomt met de maat van een legbord 4.

Met verwijzing naar Figuren 5 en 6, wordt een goedgekeurd legbord 4 door de robotarm 40 uit het kerngedeelte 24 vastgegrepen door eerst een korte beweging C omhoog over het kader 35 heen. Vervolgens of tegelijkertijd wordt het legbord 4 onder een hoek van 20 graden gekanteld D. In deze stand ontstaat genoeg ruimte om het legbord 4 dan recht naar voren E 10 tussen de staanders 10 van het wachtende kar Γ te bewegen. In een eerste zijwaartse beweging F worden de pinnen 16 op de laagste zijkant in de uitsparingen 12 gestoken. Vervolgens, met een terugkanteling G en een tweede zijwaartse beweging H van het legbord 4 worden de andere pinnen 16 in hun uitsparingen 12 gestoken. Door verticale bewegingen van het legbord 4 zoveel mogelijk te vermijden kan het overplaatsen vanuit het kerngedeelte in het 15 gestel in minder dan 7 seconden gebeuren.

De voorbeelden hierboven illustreren voorkeursuitvoeringen van de huidige uitvinden. Hier wordt opgemerkt dat verschillende andere opstellingen en alternatieven ook overwogen kunnen worden die vallen binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding zoals opgesomd in de aangehechte conclusies.

20 25 1 0 3 0 5 8 6

Claims (22)

1. Inrichting voor het in elkaar zetten van een rek dat bestaat uit een dragend gestel en meerdere verwijderbare legborden die worden gedragen door het gestel, de inrichting omvattende: 5 een aanvoergedeelte voor het aanvoeren van een legbord; een kerngedeelte voor het keuren van het aangeleverd legbord; een plaatsingsgedeelte voor het grijpen van een goedgekeurde legbord en het vervolgens plaatsen van het legbord in het gestel; en een controle eenheid voor het besturen van de inrichting.

2. Inrichting volgens conclusie 1, verder omvatend richtelementen die het legbord met een dusdanige kracht knijpen om het naar een gewenst patroon te richten.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de richtelementen het legbord met een kracht van tenminste 1000 N knijpen.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of conclusie 3, waarbij het legbord is voorzien van 15 draagelementen die op draagpunten in het gestel passen en waardoor de richtelementen de draagelementen knijpen.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het kerngedeelte verder een meetelement omvat.

6. Inrichting volgens conclusies 5, waarbij het kerngedeelte een aantal afmetingen van 20 het legbord kan vaststellen gekozen uit de groep afmetingen bestaand uit: breedte, lengte, diepte, holte, ronding, draaiing, aanwezigheid van een rand, positie en aanwezigheid van de draagelementen.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de controle eenheid een aantal standaardafmetingen van een legbord bewaart en het kerngedeelte de afmetingen met 25 de standaardafmetingen vergelijkt en een aangeleverd legbord afkeurt die dusdanig van de standaard gegevens afwijkt.

8. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, waarbij het kerngedeelte een aantal sensoren bevat en de sensoren mechanisch instelbar zijn.

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een afvoer 30 waardoor afgekeurde legborden afgevoerd worden. 1030586 -11 -

10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het legbord is voorzien van draagelementen die op draagpunten in het gestel passen en waarbij het plaatsingsgedeelte grijpelementen omvat die de draagelementen vastgrijpen.

11. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij het gestel uit afzonderlijke onderdelen bestaat 5 die telkens van draagpunten zijn voorzien, de inrichting verder omvattende een egaliseersysteem om de hoogtes van de draagpunten van de afzonderlijke onderdelen van het gestel op gelijke hoogte te brengen. j

12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het plaatsingsgedeelte verder een hefelement omvat om een gegrepen legbord steeds op een hoogte in het 10 gestel te plaatsen die grotendeels overeenkomstig is met de hoogte van het keurgedeelte.

13. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het aanvoergedeelte de legborden één voor één vanuit een stapel aanlevert, bij voorkeur op hoofdzakelijk gelijke hoogte met het keurgedeelte.

14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij het aanvoergedeelte twee over rollen gemonteerde banden omvat waartussen de stapel legborden vastgeklemd kan worden en die aangedreven kunnen worden om rond te draaien zodat de vastgeklemde legborden gecontroleerd kunnen worden aangeleverd.

15. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het aanvoergedeelte 20 zuignappen omvat voor het plaatsen van een legbord in het keurgedeelte.

16. Werkwijze voor het in elkaar zetten van een rek, waarbij het rek een dragend gestel en meerdere verwijderbare legborden omvat die worden gedragen door het gestel, de werkwijze omvattende: het aanleveren van een legbord aan een keurgedeelte; 25 het controleren van een aantal kenmerken van het legbord en het vergelijken van de kenmerken met vooraf ingestelde eisen; het goedkeuren van legborden die aan de eisen voldoen; het grijpen van het goedgekeurde legbord; en het plaatsen van het gegrepen legbord in het gestel.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, verder omvattend het richten van het legbord om het zonodig aan de vooraf ingestelde eisen aan te passen. 1 0 3 0 5 8 6 -12-

18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij het richten van het legbord gebeurt door het vastknijpen van een richtelement met een kracht van meer dan 1000N.

19. Werkwijze volgens één van de conclusies 17 of 18, verder omvattend het afkeuren en afvoeren van legborden die aan de vooraf ingestelde eisen niet voldoen.

20. Werkwijze volgens één van de conclusies 16 tot 19, waardoor het controleren, het goedkeuren, het grijpen, het plaatsen en eventueel ook het aanleveren van een legbord gebeurt hoofdzakelijk op dezelfde hoogte.

21. Systeem omvattende een combinatie van een rek, dat bestaat uit een dragend gestel en meerdere verwijderbare legborden die worden gedragen door het gestel, en een 10 inrichting voor het in elkaar zetten van het rek volgens één van de conclusies 1 tot en met 15.

22. Systeem volgens conclusie 21, waarbij het rek een rolwagentje omvat dat voorzien is van meerdere wielen. 1030586 _ ' '