NL1028809C1 - Houder voor het mengen van een vloeistof met een vaste stof. - Google Patents

Description

! j

Houder voor het mengen van een vloeistof met een vaste stof.

Beschrijving 5 de uitvinding heeft betrekking op een houder voor een vloeistof, bekend als een beker, bestaande uit een bodem, zijwanden en een tussenbodem voorzien van een vloeistofdoorlatend gedeelte, met tussen de bodem en de tussenbodem een ruimte waarin een vaste stof in poedervorm, korrelvorm of kristalvorm geplaatst wordt. De 10 houder heeft een inhoudsmaat die gerelateerd is aan de dosering van de vaste stof in relatie tot de bij te voegen vloeistof.

De houder is bij voorkeur uitgevoerd in een kunststof of papier materiaal. De vorm van de houder is bij voorkeur iets taps, smal toelopend naar de onderzijde toe, zodat de houder stapelbaar is.

15 De vloeistofdichte bodem bevindt zich aan de onderzijde van de houder, en vormt de bodem van de houder.

De tussenbodem bevindt zich boven de vloeistofdichte bodem aan de binnenzijde van de beker. De vloeistofdoorlatende tussenbodem bestaat uit een kunststof of papier cirkelvormige schijf die is 20 bevestigd door bij voorkeur een opstaande rand aan de zijwanden van de houder, deze cirkelvormige schijf is bij voorkeur voorzien van perforaties of is voorzien van een opening met daarin een vloeistofdoorlatend materiaal zoals gaas.

Tussen de vloeistofdichte bodem en de vloeistofdoorlatende 25 tussenbodem bevindt zich een ruimte. In deze ruimte kunnen vaste stoffen in poedervorm, in korrelvorm of in kristalvorm geplaatst worden. De vaste stoffen in poedervorm, korrelvorm of kristalvorm worden tijdens het samenstellen van de houder geplaatst.

30

Door het vullen van de houder door de gebruiker met een vloeistof, zal de vloeistof zich door de vloeistofdoorlatende tussenbodem begeven zodat de vaste stof in poedervorm, korrelvorm of kristalvorm zich mengen met de vloeistof.

1028809 35 2

Hierdoor ontstaat een menging, een oplossing of een verbinding van de reeds aanwezige stoffen in de beker met de door de gebruiker toegevoegde vloeistof.

5 Voordeel van een dergelijke constructie is dat de vaste, poeder-, korrel- of kristal- vormige stoffen niet los toegevoegd dienen te worden aan de vloeistof. Een ander voordeel is dat de aanwezige vaste, poeder-, korrel- of kristal-vormige stoffen vooraf afgepast j kunnen worden in een aangepast formaat van de houder, zodat de 10 later toe te voegen vloeistof eveneens vooraf vastgesteld wordt door de afmeting van de houder en maataanduiding op de houder.

Een ander voordeel van een dergelijke uitvoering van samenvoegen van vaste, poeder-, korrel- of kristal-vormige stoffen aan een vloeistof is een eenvoudige, snelle en exacte dosering van het 15 gebruik en/of toediening van een oplossing of verbinding van een vaste, poeder, korrel- of kristal-vormige stoffen met een vloeistof. Er dienen minder handelingen uitgevoerd te worden dan bij het separaat gebruik van beide stoffen. Hier moet men bv. denken aan medicatie toediening, het gebruik van zoutoplossingen 20 voor mondspoelen.

Uitvoering van de houder volgens de bijgaande tekening waarbij in ! figuur 1 en 3 een aanzicht en in figuur 2 een dwarsdoorsnede is ' weergegeven van de houder. Hier zijn aangegeven de zijwanden 1, | 25 de bodem 2, de tussenbodem 3 en de vaste stof 4. Voor het vullen

met de vloeistof is een maataanduiding 5 weergegeven. I

In de tussenbodem bevinden zich perforaties 6, of zoals in figuur 3 een opening voorzien van een vloeistofdoorlatend materiaal 8. : 30 Deze voorkeur uitvoerings vorm betreft een houder die in de ruimte tussen bodem en tussenbodem is voorzien van zoutkristallen voor het spoelen van de mond. Echter meer toepassingen zijn mogelijk.

1028809 35

Claims (5)

1. Conclusies : 1. een houder voor het mengen van een vaste stof met een vloeistof bestaande uit een houder voorzien van zijwanden, 5 een bodem en een vloeistofdoorlatende tussenbodem met tussen de bodem en de vloeistofdoorlatende tussenbodem een ruimte voor het plaatsen van een vaste stof.
2. 2. een houder volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de tussenbodem vast is verbonden met de zijwanden en/of de bodem 10 van de houder, en de vaste stof tijdens het plaatsen van bodem of tussenbodem wordt ingesloten.
3. 3. een houder volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk dat de afmeting van de houder wordt bepaald door de toe te dienen vaste stof in verhouding tot de daarbij horende toe te voegen 15 vloeistof.
4. 4. een houder volgens conclusie 1 tot en met 3 met het kenmerk dat de vloeistofdoorlatende tussenbodem of een gedeelte van de vloeistofdoorlatende tussenbodem is voorzien van perforaties die in elk geval kleiner zijn dat de 20 korrelgrootte van de in de houder te plaatsen vaste stof, maar die wel zodanig groot zijn dat de vloeistof hierdoor kan doordringen om te mengen met de vaste stof.
5. 5. een houder volgens conclusie 1 tot en met 4 met het kenmerk dat de houder bij voorkeur is vervaardigd in kunststof of 25 papier 6. een houder volgens conclusie 1 tot en met 5 met het kenmerk dat de houder een vorm heeft bij voorkeur taps smal toelopend naar de onderzijde toe, zodat de houders in elkaar gestapeld kunnen worden. 7. een houder volgens conclusie 1 tot en met 6 met het kenmerk dat de vaste stof die tussen bodem en vloeistofdoorlatende ! bodem geplaatst wordt bestaat uit poeder, korrels, of kristallen. 8. een houder volgens conclusie 1 tot en met 7 met het kenmerk 35 dat de afmeting van de houder afhankelijk is van de 1 028809 hoeveelheid vaste stof in relatie tot de toe te voegen vloeistof. 9. een houder volgens conclusie 1 tot en met 8 met het kenmerk dat de houder is voorzien van een maataanduiding voor de toe 5 te voegen vloeistof. 10 15 20 25 30 35 40 45 1 0288 09 50