NL1027106C2 - Apparatus for removing a casing from an article, especially cheese, comprises a device for injecting a fluid between the article and the casing and two retaining devices for retaining the casing between them - Google Patents

Apparatus for removing a casing from an article, especially cheese, comprises a device for injecting a fluid between the article and the casing and two retaining devices for retaining the casing between them Download PDF

Info

Publication number
NL1027106C2
NL1027106C2 NL1027106A NL1027106A NL1027106C2 NL 1027106 C2 NL1027106 C2 NL 1027106C2 NL 1027106 A NL1027106 A NL 1027106A NL 1027106 A NL1027106 A NL 1027106A NL 1027106 C2 NL1027106 C2 NL 1027106C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
retaining means
retaining
enclosure
casing
foregoing
Prior art date
Application number
NL1027106A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Jan Martinus Dekker
Original Assignee
Hendriks Engineering & Machine
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hendriks Engineering & Machine filed Critical Hendriks Engineering & Machine
Priority to NL1027106A priority Critical patent/NL1027106C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1027106C2 publication Critical patent/NL1027106C2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J25/00Cheese-making
    • A01J25/16Devices for treating cheese during ripening
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J27/00After-treatment of cheese; Coating the cheese

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Dairy Products (AREA)

Abstract

Apparatus for removing a casing from an article comprises a device for injecting a fluid between the article and the casing and two retaining devices for retaining the casing between them, whereby force is exerted on the casing by mutual motion of the retaining devices after injecting the fluid. An independent claim is also included for removing a casing from an article by piercing the casing to provide an injection site, injecting a fluid between the article and the casing, and retaining the casing between two retaining devices, whereby force is exerted on the casing by mutual motion of the retaining devices after injecting the fluid.

Description

Inrichting en werkwijze voor het lossen van een omhulling om een voorwerpDevice and method for releasing an enclosure around an object

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het lossen van een omhulling, in het bijzonder een folie, die is gelegen om een voorwerp, in het bijzonder een foliegerijpte kaas.The invention relates to a device for releasing an envelope, in particular a foil, which is arranged around an object, in particular a foil-aged cheese.

5 Bij foliegerijpte kaas wordt de folie doorgaans gevormd door een diepgetrokken dunwandige rechthoekige kunststof bak waarin de kaas wordt ingebracht, bijvoorbeeld door gieten, waarna de bak wordt afgedekt met een vel folie die aan de bovenrand van de bak wordt dichtgeseald. De kaas 10 gaat na verloop van het rijpingsproces stevig aan de folie hechten. Wanneer de folie na rijping van de kaas moet worden verwijderd om bijvoorbeeld tot plakken te worden verwerkt, dient de folie echter eerst van de kaas te worden gelost om meenemen van kaas door de folie en/of 15 achterblijven van gescheurde stukken folie op de kaas te voorkomen.With foil-ripened cheese, the foil is usually formed by a deep-drawn thin-walled rectangular plastic tray into which the cheese is introduced, for example by casting, after which the tray is covered with a sheet of foil which is sealed shut at the top edge of the tray. The cheese 10 adheres firmly to the foil after the maturing process. However, if the foil after ripening of the cheese is to be removed for, for example, being processed into slices, the foil must first be released from the cheese in order to carry the cheese along with the foil and / or to leave torn pieces of foil on the cheese. appearance.

Een geschikte inrichting voor het lossen van de folie om de kaas omvat prikpennen waarmee de folie wordt doorboord om vervolgens lucht tussen de folie en de kaas te 20 blazen. Hierbij komt de folie bol te staan waarbij deze gedeeltelijk los komt van de kaas. De opgeblazen folie kan vervolgens rondom worden stukgesneden en van de kaas worden weggenomen. Een nadeel van een dergelijke inrichting is 1027106 _ __ 2 echter dat de dunwandige folie bij het opblazen geneigd is om langs voornamelijk één gedeelte, zoals een vrij of niet-ondersteund bovenoppervlak van de kaas, overmatig bol te gaan staan, terwijl de folie bij hoekgebieden van de kaas 5 niet of nauwelijks los komt. Bij het vervolgens wegnemen van de folie kunnen stukken kaas door de folie worden meegenomen óf blijven er gescheurde stukken folie achter op de kaas.A suitable device for releasing the foil around the cheese comprises pin pins with which the foil is pierced and subsequently blows air between the foil and the cheese. Hereby the foil becomes convex, whereby it is partially released from the cheese. The inflated foil can then be cut around and removed from the cheese. A drawback of such a device is, however, that the thin-walled film, when inflated, tends to become excessively convex along substantially one portion, such as a free or unsupported upper surface of the cheese, while the film at corner areas of the cheese 5 hardly comes loose. When the foil is subsequently removed, pieces of cheese can be carried along by the foil, or torn pieces of foil will remain on the cheese.

Een doel van de uitvinding is een inrichting voor 10 het lossen van een omhulling, in het bijzonder een folie, die is gelegen om een voorwerp, in het bijzonder een folie-gerijpte kaas, te verschaffen waarbij de omhulling in hoofdzaak rondom het voorwerp, in het bijzonder bij hoekgebieden daarvan, goed van het voorwerp kan worden 15 losgemaakt.An object of the invention is a device for releasing an envelope, in particular a foil, which is arranged to provide an object, in particular a foil-matured cheese, wherein the envelope is substantially around the object. particularly at corner areas thereof, can be properly detached from the object.

Een doel van de uitvinding is een betrouwbaar werkende inrichting voor het lossen van een omhulling, in het bijzonder een folie, die is gelegen om een voorwerp, in het bijzonder een foliegerijpte kaas, te verschaffen.It is an object of the invention to provide a reliably operating device for releasing an envelope, in particular a foil, which is arranged to provide an object, in particular a foil-matured cheese.

20 Een doel van de uitvinding is een eenvoudige inrichting voor het lossen van een omhulling, in het bijzonder een folie, die is gelegen om een voorwerp, in het bijzonder een foliegerijpte kaas, te verschaffen.An object of the invention is a simple device for releasing an envelope, in particular a foil, which is arranged to provide an object, in particular a foil-aged cheese.

Een doel van de uitvinding is een inrichting voor 25 het lossen van een omhulling, in het bijzonder een folie, die is gelegen om een voorwerp, in het bijzonder een foliegerijpte kaas, te verschaffen waarbij beschadigingen van het voorwerp bij het wegnemen van de omhulling kunnen worden voorkomen.It is an object of the invention to provide a device for releasing an envelope, in particular a foil, which is arranged to provide an object, in particular a foil-ripened cheese, whereby damage to the object upon removal of the envelope can occur. will be prevented.

30 De uitvinding verschaft, volgens een eerste aspect, een inrichting voor het lossen van een omhulling, in het bijzonder een folie, die is gelegen om een voorwerp, in het bijzonder een foliegerijpte kaas, waarbij de inrichting inbrengmiddelen omvat voor het vanaf een buitenzijde 35 van het voorwerp met omhulling op een invoerplaats doorsteken van de omhulling en het aldaar inbrengen van een fluïdum tussen het voorwerp en de omhulling, alsmede eerste en 3 tweede tegenhoudmiddelen voor het hiertussen tegenhouden j | van de omhulling, waarbij de inrichting is ingericht voor tegenhoudend aandrukken van de omhulling door onderlinge, ten opzichte van elkaar beweging, van de eerste en tweede 5 tegenhoudmiddelen na inbrengen van het fluïdum.The invention provides, according to a first aspect, a device for releasing an envelope, in particular a foil, which is arranged around an object, in particular a foil-ripened cheese, the device comprising insertion means for removing from an outside of the article with enclosure at an input location, piercing the enclosure and introducing a fluid there between the article and the enclosure, as well as first and third retention means for stopping therebetween of the enclosure, wherein the device is adapted to hold back the enclosure by mutual relative movement of the first and second restraining means after the fluid has been introduced.

Door het tegenhouden van de omhulling door middel van de tegenhoudmiddelen kan ingebracht fluïdum tussen het voorwerp en de omhulling rondom het voorwerp worden herverdeeld, in het bijzonder naar gebieden waar dit nodig is. De 10 omhulling kan door deze herverdeling werkelijk rondom van het voorwerp worden gelost, in het bijzonder ook in hoekgebieden van het voorwerp. De omhulling kan in één aandrukbeweging van het voorwerp worden losgeschrokken.By retaining the envelope by means of the retaining means, introduced fluid can be redistributed between the object and the envelope around the object, in particular to areas where this is necessary. Due to this redistribution, the envelope can actually be released around the object all around, in particular also in corner areas of the object. The enclosure can be pulled off the object in one pressing movement.

Bij voorkeur zijn de eerste en tweede 15 tegenhoudmiddelen onderling beweegbaar vanuit een stand waarin de omhulling tegen de tegenhoudmiddelen aanligt, naar een stand waarin de omhulling tegen het voorwerp aanligt.The first and second retaining means are preferably mutually movable from a position in which the casing abuts against the retaining means, to a position in which the casing abuts against the object.

Bij voorkeur zijn de eerste en tweede 20 tegenhoudmiddelen onderling met kracht naar elkaar beweegbaar. Daarbij zijn de eerste en tweede tegenhoudmiddelen bij voorkeur onderling naar elkaar toe beweegbaar onder uitoefening van een druk op de omhulling die zodanig is afgestemd dat de omhulling buiten de eerste 25 en tweede tegenhoudmiddelen los komt van het voorwerp nog voordat de omhulling is leeggelopen door gaten die door de inbrengmiddelen in de omhulling zijn achtergelaten.The first and second restraining means are preferably mutually movable towards each other. The first and second restraining means are preferably mutually movable towards each other while exerting a pressure on the casing which is adjusted such that the casing is released from the object outside the first and second restraining means before the casing has deflated through holes which are left in the enclosure by the introducing means.

Bij voorkeur zijn de inbrengmiddelen ingericht voor het inbrengen van fluïdum op een zijde van het 30 voorwerp die verschilt van een zijde waarop de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen het voorwerp tegenhouden.The introducing means are preferably adapted to introduce fluid onto a side of the object that differs from a side on which the first and / or second restraining means restrain the object.

Bij voorkeur zijn de eerste tegenhoudmiddelen beweegbaar opgesteld en zijn de tweede tegenhoudmiddelen stationair opgesteld. Bij voorkeur zijn daarbij de eerste 35 tegenhoudmiddelen boven het voorwerp, en de tweede tegenhoudmiddelen onder het voorwerp opgesteld.The first retaining means are preferably arranged movably and the second retaining means are stationary. The first retaining means are preferably arranged above the object, and the second retaining means are arranged below the object.

Bij voorkeur zijn de eerste en/of tweede 4 tegenhoudmiddelen ingericht voor het tegenhouden van de omhulling op een zijde van het voorwerp met het grootste buitenoppervlak.The first and / or second 4 retaining means are preferably adapted to retain the enclosure on a side of the object with the largest outer surface.

Verplaatsing van het voorwerp ten opzichte van de 5 eerste en tweede tegenhoudmiddelen wordt tegengegaan wanneer de eerste en tweede tegenhoudmiddelen tegengesteld werkend zijn.Displacement of the object relative to the first and second retaining means is prevented when the first and second retaining means are opposed.

In een constructief eenvoudige uitvoeringsvorm houden de tegenhoudmiddelen de omhulling tegen op afstand 10 van de invoerplaats.In a constructionally simple embodiment, the retaining means stop the enclosure at a distance from the input location.

Wanneer de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen althans gedeeltelijk voorzien zijn van een met de vorm van het voorwerp overeenkomende vorm, kan plaatselijk overmatig opbollen van de omhulling bij het inbrengen van het fluïdum 15 eenvoudig worden tegengegaan.When the first and / or second restraining means are at least partially provided with a shape corresponding to the shape of the object, excessive bulging of the envelope when introducing the fluid 15 can easily be prevented.

Wanneer de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen een aangrijpgedeelte bezitten waarvan de hoofdafmetingen kleiner zijn dan de hoofdafmetingen van een met het aangrijpgedeelte tegengehouden zijde van het voorwerp, dan 20 kunnen randgebieden van de tegengehouden zijde van het voorwerp vrij blijven waardoor de omhulling aldaar goed kan lossen.When the first and / or second retaining means have an engaging part whose main dimensions are smaller than the main dimensions of a side of the object that is retained with the engaging part, then edge regions of the retained side of the object can remain free so that the enclosure can release well there .

Bij voorkeur bezitten de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen vlakke aandrukvlakken, waarbij indien | 25 beide tegenhoudmiddelen vlakke aandrukvlakken bezitten, deze evenwijdig aan elkaar zijn gelegen, zodat blokvormige voorwerpen goed kunnen worden behandeld, zoals bijvoorbeeld in de praktijk gangbare rechthoekige blokken foliegerijpte kaas waarbij de folie rondom de kaas dient te worden gelost 30 om scheuren van de folie tegen te gaan.The first and / or second retaining means preferably have flat pressure surfaces, wherein if | Both retaining means have flat pressing surfaces, which are parallel to each other, so that block-shaped objects can be treated well, such as, for example, commonly used rectangular blocks of foil-ripened cheese, wherein the foil must be released around the cheese in order to prevent tearing of the foil to go.

Voorwerpen met diverse afmetingen kunnen door de inrichting worden verwerkt wanneer de eerste en tweede tegenhoudmiddelen naar elkaar toe beweegbaar zijn.Objects of various dimensions can be processed by the device when the first and second retaining means are movable towards each other.

Bij voorkeur is de inrichting ingericht voor het 35 inbrengen van het fluïdum na tegenhoudend aangrijpen op de omhulling door de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen, waarbij een druk of kracht die door de tegenhoudmiddelen op 5 de omhulling wordt uitgeoefend afgestemd is op een druk of kracht die door de op fluidumdruk gebrachte omhulling op de tegenhoudmiddelen wordt uitgeoefend, zodanig dat de tegengehouden omhulling van het voorwerp kan worden 5 opgelicht. Een voordeel hiervan is, dat het fluïdum bij het inbrengen ervan wordt gedwongen om eerst niet-aangedrukte delen van de omhulling te lossen, waarna door de afgestemde druk of kracht vervolgens de aangedrukte delen van de omhulling beheerst kunnen worden gelost. Scheuren van de 10 folie wordt daardoor tegengegaan.The device is preferably arranged for introducing the fluid after restrained engagement with the enclosure by the first and / or second restraining means, wherein a pressure or force exerted on the enclosure by the restraining means is adjusted to a pressure or force which is exerted on the retaining means by the casing brought on by fluid pressure, such that the retained casing of the object can be lifted. An advantage of this is that, upon introduction, the fluid is forced to first release non-pressed parts of the casing, whereafter the compressed pressure or force can subsequently release the pressed parts of the casing in a controlled manner. Tearing of the foil is thereby prevented.

De afstemming van de krachten of drukken is eenvoudig wanneer de druk of kracht die door de tegenhoudmiddelen op de omhulling wordt uitgeoefend instelbaar is.The coordination of the forces or pressures is simple when the pressure or force exerted on the enclosure by the retaining means is adjustable.

15 Bij voorkeur is de invoerplaats in een langsrich- ting gelegen op een afstand van een voorzijde van het voorwerp die 10 tot 30 % bedraagt van een lengte van het voorwerp in die langsrichting. Een voordeel van deze asymmetrische ligging van de invoerplaats is dat bij voorwerpen 20 met vlakke buitenzijden het lossen buiten het midden van de vlakke buitenzijden kam starten, waardoor de benodigde druk op het fluïdum beperkt kan blijven en uitbollen van de omhulling in het midden vam de vlakke buitenzijden wordt tegengegaan.Preferably, the input location is in a longitudinal direction located at a distance from a front of the object which is 10 to 30% of a length of the object in that longitudinal direction. An advantage of this asymmetrical location of the input location is that with objects with flat outer sides, the release outside the center of the flat outer sides can start, so that the required pressure on the fluid can remain limited and the envelope can bulge out in the middle of the flat surface. outside is prevented.

25 Bij voorkeur omvat de inrichting draagmiddelen voor het dragen van het voorwerp.The device preferably comprises carrying means for carrying the object.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm verschaffen de draagmiddelen de eerste of tweede tegenhoudmiddelen, waarbij bij voorkeur één van de eerste of tweede 30 tegenhoudmiddelen stationair is en de ander van de eerste of tweede tegenhoudmiddelen ten opzichte van de stationaire tegenhoudmiddelen kan bewegen.In a simple embodiment the supporting means provide the first or second retaining means, wherein preferably one of the first or second retaining means is stationary and the other of the first or second retaining means can move relative to the stationary retaining means.

Wanneer de draagmiddelen een aantal met tussenruimte geplaatste draagdelen omvatten, dan kan de omhulling 35 ondanks het gewicht van het voorwerp vrij tussen de draagdelen bewegen om van het voorwerp te worden gelost.When the supporting means comprise a number of supporting parts placed with a gap, the envelope 35 can move freely between the supporting parts, despite the weight of the object, to be released from the object.

Het lossen kan procesmatig worden uitgevoerd 6 wanneer de draagmiddelen zijn ingericht voor het volgens een transportbaan door de inrichting voeren van het voorwerp .The unloading can be carried out in a process-based manner 6 when the carrying means are adapted to guide the object through the device along a conveyor track.

Daarbij kunnen de inbrengmiddelen en de eerste en 5 tweede tegenhoudmiddelen aan de transportbaan gelegen zijn.The introducing means and the first and second retaining means can herein be located on the conveyor track.

Omhullingen om voorwerpen met diverse afmetingen kunnen van de voorwerpen worden gelost wanneer de inbrengmiddelen beweegbaar zijn van en naar het voorwerp.Enclosures around objects of various dimensions can be released from the objects when the insertion means are movable from and to the object.

Het fluïdum kan eenvoudig tussen het voorwerp en 10 de omhulling worden gebracht wanneer de inbrengmiddelen een holle pen omvatten, waarbij de holle pen nabij een distaai eind een spuitmond omvat. De holle pen steekt gemakkelijk door de omhulling wanneer de holle pen taps toeloopt.The fluid can be easily brought between the article and the enclosure when the insertion means comprise a hollow pin, the hollow pin comprising a nozzle near a distal end. The hollow pin easily protrudes through the enclosure when the hollow pin tapers.

Schade aan het voorwerp bij aandrukken ervan kan 15 worden voorkomen wanneer de inrichting centreermiddelen omvat voor het ten opzichte van de eerste en tweede tegenhoudmiddelen centreren van het voorwerp.Damage to the object upon pressing it can be prevented when the device comprises centering means for centering the object relative to the first and second retaining means.

De positie van het voorwerp ten opzichte van de tegenhoudmiddelen kan worden geborgd wanneer de 20 centreermiddelen eerste en tweede aanslagen omvatten die onderling naar elkaar toe beweegbaar zijn voor het inklemmend centreren van het voorwerp.The position of the object relative to the restraining means can be secured when the centering means comprise first and second stops which are mutually movable towards each other for clamping centering of the object.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm zijn de inbrengmiddelen aan de centreermiddelen verschaft, zodat de 25 centreermiddelen en de inbrengmiddelen gelijktijdig naar het voorwerp kunnen worden gebracht.In a simple embodiment the introducing means are provided on the centering means, so that the centering means and the introducing means can be brought to the object simultaneously.

Wanneer de inrichting verder een pneumatische of hydraulische aandrijfmiddelen omvat voor het aandrijven van de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen, dan zijn de 30 eerste en tweede tegenhoudmiddelen eenvoudig volgens een rechte lijn naar elkaar toe te bewegen.If the device further comprises a pneumatic or hydraulic drive means for driving the first and / or second retaining means, then the first and second retaining means can simply be moved towards each other along a straight line.

De omhulling kan na het lossen ervan van het voorwerp worden verwijderd wanneer de inrichting snijmidde-len omvat voor het gedeeltelijk rondom het voorwerp door-35 snijden van de omhulling.The envelope can be removed from the article after its release if the device comprises cutting means for partially cutting the envelope around the article.

De omhulling kan door de inrichting zelf van het voorwerp worden verwijderd wanneer de inrichting aangrijp- 7 middelen omvat voor het aangrijpen op de ten minste gedeeltelijk doorsneden omhulling en het scheiden van de omhulling en het voorwerp.The enclosure can be removed from the object by the device itself when the device comprises engaging means for engaging the at least partially sectioned enclosure and separating the enclosure and the object.

Verwijderde omhullingen kunnen worden verzameld 5 wanneer de inrichting afvoermiddelen omvat voor het afvoeren van de ten minste gedeeltelijk rondom ingesneden en ten minste gedeeltelijk van het voorwerp gescheiden omhulling.Removed enclosures can be collected when the device comprises discharge means for discharging the enclosure that is at least partially circumcised and at least partially separated from the object.

In een doelmatige uitvoeringsvorm zijn de cen-treermiddelen, en/of de snijmiddelen, en/of de aangrijpmid-10 delen en/of de afvoermiddelen aan de transportbaan gelegen.In an efficient embodiment, the centering means, and / or the cutting means, and / or the engaging means and / or the discharge means are located on the conveyor track.

Bij voorkeur doorsnijden de snijmiddelen de omhulling in transportrichting. Een voordeel hiervan is, dat de omhulling na doorsnijden één geheel blijft en daardoor in zijn geheel van het voorwerp kan worden 15 verwijderd, bijvoorbeeld door omslaan in één doorgaande beweging. Een dergelijke omslaande beweging kan worden bewerkstelligd wanneer de aangrijpmiddelen pennen omvatten die dwars op de transportrichting beweegbaar zijn van een positie in de transportbaan naar een positie buiten de 20 transportbaan, en die met een distaai eind in een richting tegengesteld aan de transportrichting in de omhulling kunnen steken. De pennen kunnen daarbij door transport van het voorwerp door de inrichting in de omhulling steken en daarna de omhulling dwars op de transportrichting van het 25 voorwerp trekken.The cutting means preferably cut through the enclosure in the direction of transport. An advantage hereof is that the envelope remains a whole after being cut and can therefore be removed in its entirety from the object, for example by turning over into one continuous movement. Such a turning movement can be effected when the engaging means comprise pins which are movable transversely to the conveying direction from a position in the conveying path to a position outside the conveying path, and which can be moved with a distal end in a direction opposite to the conveying direction in the enclosure. stabbing. The pins can herein protrude into the casing by transporting the object through the device and then pull the casing transversely of the conveying direction of the object.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm zijn de pennen aan twee armen verschaft die tegenover elkaar aan weerszijden. van de transportbaan gelegen zijn. De gedeeltelijk doorsneden omhulling kan daardoor van twee kanten tegelijk 30 van het voorwerp worden getrokken en bij doorgang van het voorwerp ten opzichte van het voorwerp worden omgeslagen.In a simple embodiment, the pins are provided on two arms opposite each other on either side. from the transport track. The partially sectioned envelope can thereby be pulled from the object simultaneously from two sides and be turned over with respect to the object when the object passes through.

Daarbij kunnen de afvoermiddelen twee tegen elkaar gelegen rollen omvatten die gelegen zijn langs de transportbaan, waarbij de aangrijpmiddelen ingericht zijn 35 voor het tussen de rollen brengen van de omhulling.The discharge means can herein comprise two rollers lying against each other which are situated along the conveyor track, wherein the engaging means are adapted to bring the envelope between the rollers.

De uitvinding verschaft voorts, volgens een verder aspect, een werkwijze voor het lossen van een 8 omhulling, in het bijzonder een folie, die is gelegen om een voorwerp, in het bijzonder foliegerijpte kaas, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: (a) het doorsteken van de omhulling voor het verschaffen 5 van een invoerplaats door de omhulling; (b) het op de invoerplaats inbrengen van een fluïdum tussen het voorwerp en de omhulling; (c) het vanaf een buitenzijde van het voorwerp aan meerdere zijden tegenhouden van de omhulling tussen eerste en tweede 10 tegenhoudmiddelen, waarbij de omhulling vanaf de buitenzijde tegenhoudend wordt aangedrukt door onderlinge, ten opzichte van elkaar beweging van de eerste en tweede tegenhoudmiddelen na op de invoerplaats inbrengen van fluïdum.The invention further provides, according to a further aspect, a method for releasing an envelope, in particular a foil, which is arranged around an object, in particular foil-ripened cheese, the method comprising the following steps: (a) piercing the enclosure to provide an input location through the enclosure; (b) introducing a fluid between the article and the enclosure at the input location; (c) retaining the envelope between first and second retaining means on several sides from an outside of the object, wherein the envelope is restrained from the outside by mutual movement of the first and second retaining means relative to each other after the insertion site of fluid.

15 Door het tegenhouden van de omhulling kan fluïdum rondom het voorwerp worden herverdeeld om lossing van de omhulling rondom het voorwerp te bewerkstelligen, met name bij hoekgebieden van het voorwerp en/of de omhulling. De omhulling kan door het tegenhoudend aandrukken eenvoudig 20 losschrikken.By retaining the envelope, fluid around the object can be redistributed to effect release of the envelope around the object, in particular at corner areas of the object and / or the envelope. The enclosure can easily be released by holding back.

Bij voorkeur worden de eerste en tweede tegenhoudmiddelen vanuit een stand waarin de omhulling tegen de tegenhoudmiddelen aanligt, onderling naar een stand bewogen waarin de omhulling tegen het voorwerp 25 aanligt.The first and second restraining means are preferably moved from a position in which the casing abuts against the restraining means to a position in which the casing abuts against the object.

Bij voorkeur worden de eerste en tweede tegenhoudmiddelen onderling met kracht naar elkaar bewogen.The first and second restraining means are preferably mutually moved towards each other with force.

Bij voorkeur worden de eerste en tweede tegenhoudmiddelen onderling naar elkaar toe bewogen onder 30 uitoefening van een druk op de omhulling die zodanig is afgestemd dat de omhulling buiten de eerste en tweede tegenhoudmiddelen los komt van het voorwerp nog voordat de omhulling is leeggelopen door gaten die door de inbrengmiddelen in de omhulling zijn achtergelaten.Preferably, the first and second retaining means are mutually moved towards each other while applying a pressure to the casing which is adjusted such that the casing is released from the object outside the first and second retaining means even before the casing has been deflated by holes through which the introducing means are left in the enclosure.

35 Bij voorkeur brengen de inbrengmiddelen het fluïdum in op een zijde van het voorwerp die verschilt van een zijde waarop de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen 9 het voorwerp tegenhouden.The introducing means preferably introduce the fluid onto a side of the object that differs from a side on which the first and / or second retaining means 9 retain the object.

Bij voorkeur houden de tegenhoudmiddelen de omhulling tegen op afstand van de invoerplaats.The retaining means preferably retain the enclosure at a distance from the input location.

Bij voorkeur worden de eerste tegenhoudmiddelen 5 bewogen ten opzichte van stationair opgestelde tweede tegenhoudmiddelen. Daarbij worden bij voorkeur de eerste tegenhoudmiddelen bewogen boven het voorwerp en zijn de tweede tegenhoudmiddelen onder het voorwerp opgesteld.The first retaining means 5 are preferably moved relative to stationary second retaining means. The first retaining means are herein preferably moved above the object and the second retaining means are arranged below the object.

Bij voorkeur zijn de eerste en/of tweede 10 tegenhoudmiddelen ingericht voor het tegenhouden van de omhulling op een zijde van het voorwerp met het grootste buitenoppervlak.The first and / or second retaining means are preferably adapted to retain the enclosure on a side of the object with the largest outer surface.

Bij voorkeur zijn de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen althans gedeeltelijk voorzien van een met 15 de vorm van het voorwerp overeenkomende vorm.The first and / or second retaining means are preferably at least partially provided with a shape corresponding to the shape of the object.

Bij voorkeur bezitten de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen een aangrijpgedeelte waarvan de hoofdafmetingen kleiner zijn dan de hoofdafmetingen van een met het aangrijpgedeelte tegengehouden zijde van het 2 0 voorwerp.The first and / or second restraining means preferably have an engaging part whose main dimensions are smaller than the main dimensions of a side of the object that is retained with the engaging part.

Bij voorkeur bezitten de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen vlakke aandrukvlakken, waarbij indien beide vlakke aandrukvlakken bezitten, deze evenwijdig aan elkaar gelegen zijn.The first and / or second retaining means preferably have flat pressing surfaces, wherein if both have flat pressing surfaces they are parallel to each other.

25 Bij voorkeur werken de eerste en tweede tegenhoudmiddelen tegengesteld.The first and second restraining means preferably work in opposite directions.

Bij voorkeur vindt het vanaf de buitenzijde van het voorwerp tegenhouden van de omhulling plaats alvorens op de invoerplaats fluïdum tussen het voorwerp en de 30 omhulling wordt inbracht. Een voordeel hiervan is dat het voorwerp tijdens het doorsteken van de omhulling door het tegenhouden op een vaste positie kan worden gehouden.Preferably, the enclosure is retained from the outside of the article before fluid is introduced between the article and the enclosure at the inlet location. An advantage hereof is that the object can be held in a fixed position during the piercing of the enclosure.

Bij voorkeur vindt het vanaf de buitenzijde van het voorwerp tegenhouden van de omhulling plaats tijdens 35 het op de invoerplaats inbrengen van het fluïdum, waarbij een bij het tegenhouden uitgeoefende kracht of druk overwonnen wordt door een door de op fluïdumdruk gezette ίο omhulling uitgeoefende kracht of druk. Hierdoor kan de omhulling ter plaatse van een aandrukvlak onder tegenwerking ervan geleidelijk van het voorwerp worden gelost, waardoor scheuren van de omhulling wordt 5 tegengegaan.Preferably, the enclosure is retained from the outside of the object during the introduction of the fluid at the infeed location, wherein a force or pressure exerted during retention is overcome by a force or pressure exerted by the enclosure applied to fluid pressure. . As a result, the envelope can gradually be released from the object at the location of a pressing surface under its counteracting action, so that tearing of the envelope is prevented.

Wanneer na inbrengen van het fluidum de tegenhoudkracht of -druk op de omhulling wordt gewijzigd, bij voorkeur vergroot, kan de omhulling ook buiten het tegengehouden gedeelte worden gelost.If, after introduction of the fluid, the retaining force or pressure on the casing is changed, preferably increased, the casing can also be released outside the retained part.

10 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown is:

Figuur 1 een vooraanzicht van een inrichting voor het lossen van folie volgens de uitvinding; 15 Figuur 2 een zijaanzicht van de inrichting vol gens figuur 1; enFigure 1 is a front view of a film-releasing device according to the invention; Figure 2 is a side view of the device according to Figure 1; and

Figuren 3A-D in zijaanzicht en figuur 3E in vooraanzicht achtereenvolgende stappen bij het lossen van een folie om een blok kaas met de inrichting volgens 20 figuren 1 en 2.Figures 3A-D in side view and Figure 3E in front view successive steps in releasing a foil around a block of cheese with the device according to figures 1 and 2.

De in figuur 1 getoonde inrichting 1 is geschikt voor het lossen en vervolgens afnemen van folie die strak om een blok foliegerijpte kaas gelegen is. De folie wordt gevormd door een diepgetrokken dunwandige rechthoekige 25 kunststof bak waarin de kaas wordt ingebracht, bijvoorbeeld door gieten, waarna de bak is afgedekt met een vel folie die aan de bovenrand van de bak is dichtgeseald. De kaas kleeft na verloop van tijd stevig aan de folie. Wanneer de folie van de kaas wordt verwijderd, kan de dunwandige folie 30 scheuren. Bovendien kan er kaas aan de folie achterblijven waardoor de kaas beschadigt, met name bij randgebieden van de kaas.The device 1 shown in Figure 1 is suitable for releasing and subsequently removing foil that is tightly wrapped around a block of foil-matured cheese. The foil is formed by a deep-drawn thin-walled rectangular plastic tray into which the cheese is introduced, for example by casting, after which the tray is covered with a sheet of foil which is sealed shut at the top edge of the tray. The cheese sticks firmly to the foil over time. When the foil is removed from the cheese, the thin-walled foil 30 may crack. Moreover, cheese may remain on the foil, thereby damaging the cheese, in particular at edge areas of the cheese.

De inrichting 1 bezit een gestel 3 waarin in een transportrichting A achtereenvolgens een rollenbaan 5, een 35 eerste bandtransporteur 6 en een tweede bandtransporteur 7 gelegen zijn die door niet-getoonde elektromotoren worden aangedreven. Het loopvlak van de rollenbaan 5 en de 9 11 bandtransporteurs 6, 7 liggen in transportrichting A in eikaars verlengde. Op de rollenbaan 5 en de eerste bandtransporteur 6 zijn blokken in folie verpakte kaas 2 gelegen die zich in transportrichting A in opeenvolgende 5 stadia van het ontfolieproces bevinden.The device 1 has a frame 3 in which, in a conveying direction A, a roller conveyor 5, a first belt conveyor 6 and a second belt conveyor 7 are successively located, which are driven by electric motors (not shown). The running surface of the roller conveyor 5 and the belt conveyors 6, 7 are aligned in the direction of transport A. On the roller conveyor 5 and the first belt conveyor 6, blocks of foil-packed cheese 2 are situated which are located in the conveying direction A in successive stages of the de-foiling process.

De inrichting 1 bezit boven de rollenbaan 5 een vlakke stempel 9 die met een telescopische ophanging 8 verbonden is met het gestel 3. De stempel 9 is met een pneumatische cilinder 10 in verticale richting beweegbaar 10 van en naar de rollenbaan 5, waarbij de stempel 9 zich in figuur 1 zich in zijn onderste positie bevindt. De stempel 9 bezit een rechthoekig aandrukvlak 36 waarvan de buitenmaten kleiner zijn dan de buitenmaten van een bovenvlak van een blok kaas 2.The device 1 has a flat stamp 9 above the roller conveyor 5, which is connected to the frame 3 by means of a telescopic suspension 8. The stamp 9 is movable in a vertical direction from a pneumatic cylinder 10 to and from the roller conveyor 5, the stamp 9 is in its lower position in Figure 1. The punch 9 has a rectangular pressing surface 36 whose outer dimensions are smaller than the outer dimensions of an upper surface of a block of cheese 2.

15 Aan weerszijden van de rollenbaan 5 is een cen- treerrolhouder 29 gelegen die door middel van een tandheu-gelmechanisme symmetrisch ten opzichte van elkaar dwars op de transportrichting 4 verplaatsbaar zijn in richting J. De centreerrolhouders 29 zijn in figuur 2 in zijaanzicht 20 getoond, waarbij van het tandheugelmechanisme slechts schematisch de tandheugels 37 zijn weergegeven waarmee de centreerrolhouders 29 worden verplaatst. Elke centreerrolhouder 29 bezit een prikpen 31 en twee centreerrollen 30 met aan de uiteinden twee loopvlakken. 25 Dit is in zijaanzicht weergegeven in figuur 3A. In de positie van de centreerrolhouders 29 volgens figuur 2 liggen de centreerrollen 30 aan tegen de zijvlakken van het blok kaas 2. De prikpennen steken daarbij door de folie op een afstand ten opzichte van de voorzijde van het blok kaas 30 2 van ongeveer 1/5 deel van de lengte (in transportrichting A) van het blok kaas 2. Aan de uiteinden van de prikpennen 31 is een mond gevormd die met niet-getoonde leidingen verbonden is met een compressor 101. De monden 32 zijn in figuur 3B in detail weergegeven.Located on either side of the roller conveyor 5 is a centering roller holder 29 which is displaceable symmetrically relative to each other transversely to the conveying direction 4 by means of a toothed mechanism mechanism in the direction J. The centering roller holders 29 are shown in side view in Figure 2, wherein the toothed rack mechanism of the gear rack mechanism is only schematically shown, with which the centering roller holders 29 are displaced. Each centering roller holder 29 has a lancing pin 31 and two centering rollers 30 with two treads at the ends. This is shown in side view in figure 3A. In the position of the centering roller holders 29 according to Figure 2, the centering rollers 30 bear against the side faces of the block of cheese 2. The puncture pins thereby protrude through the foil at a distance relative to the front side of the block of cheese 30 2 of approximately 1/5 part of the length (in conveying direction A) of the block of cheese 2. At the ends of the puncture pins 31 a mouth is formed which is connected to a compressor 101 with pipes (not shown). The nozzles 32 are shown in detail in Figure 3B.

35 Zoals weergegeven in figuur 1 bezit de inrichting 1 een dwarssnijder 11 die tussen de rollenbaan 5 en de eerste bandtransporteur 6 is gelegen. De dwarssnijder 11 12 bezit een mes 12 dat in horizontale richting dwars op de transportrichting A beweegbaar is tussen uiterste posities die aan weerszijden buiten de rollenbaan 5 en de bandtransporteur 6 gelegen zijn. De hoogte van het mes 12 5 van de dwarssnijder 11 ten opzichte van het loopvlak van de rollenbaan 5 is zodanig dat het mes 12 de folie aan de voorste zijde van het blok kaas 2 op halve hoogte van het blok kaas 2 kan doorsnijden. De beweging van het mes 12 wordt verzorgd door een niet-getoonde pneumatische 10 cilinder.As shown in figure 1, the device 1 has a cross cutter 11 which is situated between the roller conveyor 5 and the first belt conveyor 6. The cross-cutter 11 has a knife 12 which is movable in the horizontal direction transversely to the transport direction A between extreme positions which are located on either side outside the roller conveyor 5 and the belt conveyor 6. The height of the knife 12 of the cross cutter 11 relative to the running surface of the roller conveyor 5 is such that the knife 12 can cut the foil on the front side of the block of cheese 2 at half the height of the block of cheese 2. The movement of the blade 12 is provided by a pneumatic cylinder (not shown).

Aan weerszijden van de eerste bandtransporteur 6 zijn langssnijders 13 gelegen. De langssnijders 13 zijn elk voorzien van een mes 14 dat op dezelfde hoogte is gelegen als het mes 12 van de dwarssnijder 11, zodat een blok kaas 15 2 bij transport over de eerste bandtransporteur 6 in het verlengde van de snede van de dwarssnijder 11 wordt ingesneden aan de langszijden van het blok kaas 2, waardoor in de voorzijde en in de langszij den een doorlopende snede in de folie wordt gemaakt.Longitudinal cutters 13 are located on either side of the first belt conveyor 6. The longitudinal cutters 13 are each provided with a knife 14 which is located at the same height as the knife 12 of the cross cutter 11, so that a block of cheese 2 is cut in line with the first cross conveyor 11 in line with the cut of the cross cutter 11. on the longitudinal sides of the block of cheese 2, whereby a continuous cut is made in the foil in the front and in the longitudinal sides.

20 Aan de bovenzijde van de eerste bandtransporteur 6 bezit de inrichting 1 een eerste zwenkarm 15 die bevestigd is aan een draaibaar aan het gestel 3 gelagerde as 16. De as 16 is horizontaal en dwars op de transportrichting A gelegen. Aan het vrije uiteinde van de eerste zwenkarm 15 25 is een pneumatische grijper 17 gelegen. De grijper 17 bezit een bovenste en een onderste bek 42, 43. Aan de onderste bek 43 is een reeks pennen 18 bevestigd die in gesloten toestand van de grijper 17 samenvallen met uitsparingen in de bovenste bek 42. De hoek van de grijper 17 ten opzichte 30 van de eerste zwenkarm 15 is instelbaar door de grijper 17 ten opzichte van de zwenkarm 15 om as 19 te verdraaien. De eerste zwenkarm 15 met de grijper 17 is in richting C beweegbaar tussen de bovenste positie waarin de zwenkarm 15 nagenoeg rechtop staat zodat een blok kaas 2 op de eerste 35 bandtransporteur 6 de grijper 17 vrij kan passeren, en een onderste positie waarbij de pennen 18 van de geopende grijper 17 een blok kaas 2 boven de snede van de 13 dwarssnijder 11 de folie kunnen grijpen. De zwenkbeweging van de eerste zwenkarm 15 wordt verzorgd door een niet-getoonde pneumatische cilinder.At the top of the first belt conveyor 6, the device 1 has a first pivot arm 15 which is attached to a shaft 16 pivotally mounted on the frame 3. The shaft 16 is situated horizontally and transversely of the transport direction A. A pneumatic gripper 17 is located at the free end of the first swiveling arm 15. The gripper 17 has an upper and a lower jaw 42, 43. A series of pins 18 are attached to the lower jaw 43 which coincide in the closed condition of the gripper 17 with recesses in the upper jaw 42. The angle of the gripper 17 relative to 30 of the first swiveling arm 15 is adjustable by the gripper 17 relative to the swiveling arm 15 to rotate shaft 19. The first swiveling arm 15 with the gripper 17 is movable in direction C between the upper position in which the swiveling arm 15 is substantially upright so that a block of cheese 2 on the first belt conveyor 6 can freely pass the gripper 17, and a lower position at which the pins 18 of the opened gripper 17 a block of cheese 2 above the cut of the 13 cross cutter 11 can grasp the foil. The pivoting movement of the first pivoting arm 15 is provided by a pneumatic cylinder (not shown).

Aan de onderzijde van de eerste bandtransporteur 5 6 bezit de inrichting 1 een tweede zwenkarm 20 die beves tigd is aan een draaibaar aan het gestel 3 gelagerde as 21. De as 21 is horizontaal en dwars op de transportrichting 4 gelegen. Aan het vrije uiteinde van de tweede zwenkarm 20 is een penhouder 22 gelegen waaraan een reeks pennen 23 10 bevestigd is. De penhouder 22 kan enigszins meegevend om as 24 scharnieren. De tweede zwenkarm 20 met de penhouder 22 is in richting H beweegbaar tussen de bovenste positie zoals getoond in figuur 1, waarin de pennen 23 onder de snede van de dwarssnijder 11 in een blok kaas 2 kunnen 15 steken, en een onderste positie, waarin een blok kaas 2 op de eerste bandtransporteur 6 de pennen 23 vrij kan passeren. De zwenkbeweging van de tweede zwenkarm 15 wordt verzorgd door een niet-getoonde pneumatische cilinder.On the underside of the first belt conveyor 6, the device 1 has a second pivot arm 20 which is mounted on a shaft 21 pivotally mounted on the frame 3. The shaft 21 is situated horizontally and transversely of the conveying direction 4. A pin holder 22 is located at the free end of the second swiveling arm 20, to which a series of pins 23 is attached. The pin holder 22 can pivot somewhat resiliently about shaft 24. The second pivotal arm 20 with the pin holder 22 is movable in direction H between the upper position as shown in figure 1, in which the pins 23 can protrude under the cut of the cross cutter 11 into a block of cheese 2, and a lower position, in which a block of cheese 2 on the first belt conveyor 6 can freely pass the pins 23. The pivoting movement of the second pivoting arm 15 is provided by a pneumatic cylinder (not shown).

Tussen de eerste bandtransporteur 6 en de tweede 20 bandtransporteur 7 bezit de inrichting 1 in transportrichting A gezien achtereenvolgens een eerste en een tweede afvoerrol 25, 26 die dwars op de transportrichting A gelegen zijn. Om de tweede afvoerrol 26 en een spanrol 28 aan de onderzijde van de eerste en tweede bandtransporteurs 6, 25 7 is een afvoerband 27 gelegen. De eerste en tweede afvoerrol 25, 26 hebben een tegenovergestelde draaizin, waarbij de eerste afvoerrol 25 en de afvoerband 27 tegen elkaar aanliggen. De rotatie van de eerste en tweede afvoerrol 25, 26 wordt door een niet-getoonde elektromotor 30 verzorgd.Between the first belt conveyor 6 and the second belt conveyor 7, seen in the transport direction A, the device 1 successively has a first and a second discharge roller 25, 26 which are situated transversely of the transport direction A. A discharge belt 27 is disposed around the second discharge roller 26 and a tensioning roller 28 on the underside of the first and second belt conveyors 6, 7. The first and second discharge rollers 25, 26 have an opposite direction of rotation, the first discharge roller 25 and the discharge belt 27 abutting against each other. The rotation of the first and second discharge rollers 25, 26 is provided by an electric motor 30 (not shown).

De inrichting 1 bezit een de besturingseenheid 100 voor de besturing van de bewegingen van de transportbaan 5, de eerste en tweede bandtransporteur 6, 7, de stempel 9, de centreerrolhouders 29, de eerste en tweede 35 zwenkarm 15, 20, de pneumatische grijper 17, de dwars- en langssnijders 11, 13, de afvoerrollen 25, 26 en de compressor 101.The device 1 comprises a control unit 100 for controlling the movements of the conveyor track 5, the first and second belt conveyors 6, 7, the punch 9, the centering roller holders 29, the first and second swiveling arm 15, 20, the pneumatic gripper 17 , the cross and longitudinal cutters 11, 13, the discharge rollers 25, 26 and the compressor 101.

1414

De werking van de inrichting 1 is als volgt.The operation of the device 1 is as follows.

De inrichting wordt in een startpositie gebracht waarbij het stempel 9 naar zijn bovenste stand wordt bewogen, de centreerrolhouders 29 van elkaar af worden bewogen, 5 en de eerste en tweede zwenkarm 15, 20 naar hun bovenste positie worden gezwenkt.The device is brought into a starting position where the punch 9 is moved to its upper position, the centering roller holders 29 are moved away from each other, and the first and second swiveling arm 15, 20 are pivoted to their upper position.

Vervolgens wordt een met folie omwikkeld blok kaas 2 op de rollenbaan 5 geplaatst en door aandrijven van de rollen 34 in transportrichting A over de rollenbaan 10 gevoerd totdat het blok kaas 2 onder het stempel 9 en tussen de centreerrolhouders 29 is gelegen. Dit is schematisch weergegeven in figuur 3A. In de figuren 3A-3E is de folie met verwijzingscijfer 33 weergeven.A foil-wrapped block of cheese 2 is then placed on the roller conveyor 5 and driven over the roller conveyor 10 in transport direction A until the block of cheese 2 is located under the stamp 9 and between the centering roller holders 29. This is shown schematically in Figure 3A. In the figures 3A-3E the foil is represented with reference numeral 33.

Vervolgens worden, zoals weergegeven in figuur 15 3B, in dit voorbeeld de centreerrolhouders 29 door het tandheugelmechanisme 37 naar elkaar toe bewogen in richting D, waardoor de centreerrollen 30 aangrijpen pp de zijwanden van het met folie 33 omwikkeld blok kaas 2. Het blok kaas 2 wordt hierbij recht onder het stempel 9 geplaatst, waarbij 2 0 de prikpennen 31 de folie 33 op halve hoogte van het blok kaas 2 doorboren. Na het doorboren zijn de monden 31 van de prikpennen 31 binnen de folie 33 gelegen.Subsequently, as shown in Fig. 3B, in this example the centering roller holders 29 are moved towards each other by the gear mechanism 37 in direction D, so that the centering rollers 30 engage the side walls of the block of cheese 2 wrapped with foil 33. The block of cheese 2 is hereby placed directly under the stamp 9, wherein the puncture pins 31 pierce the foil 33 half the height of the block of cheese 2. After piercing, the mouths 31 of the puncture pins 31 are located within the foil 33.

Vervolgens wordt, zoals weergegeven in figuur 3C, het stempel 9 in richting E naar zijn onderste positie 25 gebracht. Het stempel 9 oefent hierbij met het aandrukvlak 36 aan de bovenzijde van het blok kaas 2 druk uit op de folie 33.Then, as shown in figure 3C, the punch 9 is brought in direction E to its lower position. The stamp 9 here exerts pressure on the foil 33 with the pressing surface 36 on the top side of the block of cheese 2.

Vervolgens wordt, zoals weergegeven in figuur 3D, door monden 32 perslucht tussen het blok kaas 2 en de folie 30 33 geblazen. Door de rechthoekige vorm van het blok kaas 2, met aan de bovenzijde en de onderzijde de grootste buitenoppervlakken, bolt de folie 33 met name op aan de bovenzijde van het blok kaas waardoor deze ter plaatse van de opbolling van het blok kaas 2 los komt. Opbolling aan de 35 onderzijde van het blok kaas 2 is hierbij beperkt doordat het blok kaas met de onderzijde op de rollen 34 gelegen is. De druk die het stempel 9 aan de bovenzijde van het blok 15 kaas 2 op de folie uitoefent is zodanig, dat het stempel 9 in richting F in geringe mate kan meegeven met de folie 33. Dit kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door het eigen gewicht van het stempel 9 of door het (gedeeltelijk) 5 vrijgeven van de beweging van het stempel 9 door lucht uit de pneumatische cilinder 10 met een instelbaar ventiel te laten ontsnappen. Het meegeven van het stempel 9 is afgestemd op rekbaarheid of vervormbaarheid van de folie 33, waardoor uitpuilen van de folie aan de randgebieden van 10 het blok kaas 2 wórdt tegengegaan.Subsequently, as shown in figure 3D, compressed air is blown through mouths 32 between the block of cheese 2 and the foil 33. Due to the rectangular shape of the block of cheese 2, with the largest outer surfaces at the top and bottom, the foil 33 bulges in particular at the top of the block of cheese, so that it comes loose at the bulging of the block of cheese 2. Bulging on the underside of the block of cheese 2 is hereby limited in that the block of cheese is situated on the rollers 34 with the underside. The pressure exerted by the stamp 9 on the top of the block 15 of cheese 2 on the foil is such that the stamp 9 can yield to a small extent in the direction F with the foil 33. This can be effected, for example, by the own weight of the stamp 9 or by (partially) releasing the movement of the stamp 9 by allowing air to escape from the pneumatic cylinder 10 with an adjustable valve. The yielding of the stamp 9 is adjusted to the stretchability or deformability of the foil 33, so that bulging of the foil at the edge areas of the block of cheese 2 is prevented.

Vervolgens worden de prikpennen 31 door de cen-treerrolhouders 29 uit de folie 33 getrokken, waarna de stempel 9, zoals weergeven in figuur 3E, volgens pijl G met kracht naar zijn onderste positie wordt teruggedrukt. De 15 hierbij op de folie uitgeoefende druk is zodanig afgestemd dat de folie 33 aan de zijwanden, en langs de randgebieden, en tussen de rollen 34 van de rollenbaan 5 los komt van het blok kaas 2 nog vóórdat de folie 33 is leeggelopen door de gaten die door de prikpennen 31 in de folie 33 zijn achter-20 gelaten.The lancing pins 31 are then pulled out of the foil 33 by the center roller holders 29, whereafter the punch 9, as shown in figure 3E, is forcefully pushed back to its lower position according to arrow G. The pressure exerted here on the film is adjusted in such a way that the film 33 on the side walls, and along the edge areas, and between the rollers 34 of the roller track 5 comes loose from the block of cheese 2 before the film 33 has been emptied through the holes which have been left behind in the foil 33 by the puncture pins 31.

In een vervolgstap wordt de folie 33 aan de voorzijde over de volle breedte van het blok kaas 2 door de dwarssnijder 11 doorgesneden. Na het snijden wordt de stempel 9 naar zijn bovenste positie gebracht en wordt het 25 blok kaas 2 in transport richting A over de rollenbaan 5 en de eerste bandtransporteur 6 gevoerd, waarbij de langssnijders 13 aan de langszijden van het blok kaas 2 de folie 33 in het verlengde van de dwarssnede insnijden zoals weergegeven met stippellijn 35 in figuur 1. Na het snijden 30 van de langszijden wordt het blok kaas 2 tegen de pennen 23 van de tweede zwenkarm 20 gevoerd, waarbij de eerste zwenkarm 15 met geopende grijper 17 naar beneden beweegt. Wanneer de pennen 23 aan de voorzijde van het blok kaas 2 door de folie 33 zijn gestoken, sluit de grijper 17 35 waardoor de bekken 43, 43 de folie 33 stevig vastgrijpen door middel van de pennen 18 aan de onderste bek 43.In a subsequent step, the foil 33 is cut at the front along the full width of the block of cheese 2 by the cross cutter 11. After cutting, the punch 9 is brought to its upper position and the block of cheese 2 is conveyed in transport direction A over the roller conveyor 5 and the first belt conveyor 6, wherein the longitudinal cutters 13 on the longitudinal sides of the block of cheese 2 enter the foil 33 the extension of the cross-cut incision as shown with dotted line 35 in figure 1. After cutting the longitudinal sides, the block of cheese 2 is carried against the pins 23 of the second swiveling arm 20, the first swiveling arm 15 with the gripper 17 open and moving downwards . When the pins 23 at the front of the block of cheese 2 are inserted through the foil 33, the gripper 17 closes, whereby the jaws 43, 43 firmly grip the foil 33 by means of the pins 18 on the lower jaw 43.

Vervolgens worden de eerste en tweede zwenkarm 16 15, 20 naar hun bovenste respectievelijk onderste positie bewogen, waardoor de folie 33 aan de voorzijde van het blok kaas 2 wordt losgetrokken. De folie 33 wordt hierbij door de onderste zwenkarm 20 tussen de afvoerrollen 25, 26 5 gebracht, waardoor de folie 33 aan de onderzijde van het blok kaas 2 wordt losgetrokken terwijl het blok kaas 2 naar de tweede transporteur 7 wordt doorgevoerd. Hierbij wordt tegelijkertijd de folie 33 aan de bovenzijde losgetrokken. Tenslotte wordt, wanneer het blok kaas 2 op de tweede 10 bandtransporteur is gelegen, de folie 33 door de grijper 17 losgelaten en door de rollen 25, 26 verder afgevoerd.Subsequently, the first and second pivotal arm 16, 20, 20 are moved to their upper and lower positions, as a result of which the foil 33 is pulled off at the front of the block of cheese 2. The foil 33 is hereby brought between the discharge rollers 25, 26 by the lower pivotal arm 20, whereby the foil 33 on the underside of the block of cheese 2 is pulled loose while the block of cheese 2 is conveyed to the second conveyor 7. At the same time, the foil 33 is pulled loose at the top. Finally, when the block of cheese 2 is located on the second belt conveyor, the foil 33 is released by the gripper 17 and further discharged by the rollers 25, 26.

10271061027106

Claims (55)

1. Inrichting voor het lossen van een omhulling, in het bijzonder een folie, die is gelegen om een voorwerp, in het bijzonder een foliegerijpte kaas, waarbij de inrichting inbrengmiddelen omvat voor het vanaf een buitenzijde 5 van het voorwerp met omhulling op een invoerplaats doorsteken van de omhulling en het aldaar inbrengen van een fluïdum tussen het voorwerp en de omhulling, alsmede eerste en tweede tegenhoudmiddelen voor het hiertussen tegenhouden van de omhulling, waarbij de inrichting is ingericht voor 10 tegenhoudend aandrukken van de omhulling door onderlinge beweging van de eerste en tweede tegenhoudmiddelen na inbrengen van het fluïdum.Device for releasing an enclosure, in particular a foil, which is arranged around an object, in particular a film-ripened cheese, the device comprising insertion means for piercing from an outside of the object with enclosure at an input location of the casing and introducing a fluid there between the object and the casing, as well as first and second retaining means for retaining the casing between them, the device being adapted to prevent the casing from being pressed together by mutual movement of the first and second restraining means after introduction of the fluid. 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste en tweede tegenhoudmiddelen onderling beweegbaar 15 zijn vanuit een stand waarin de omhulling tegen de tegenhoudmiddelen aanligt, naar een stand waarin de omhulling tegen het voorwerp aanligt.2. Device as claimed in claim 1, wherein the first and second retaining means are mutually movable from a position in which the casing abuts against the retaining means, to a position in which the casing abuts against the object. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste en tweede tegenhoudmiddelen onderling met kracht 20 naar elkaar beweegbaar zijn.3. Device as claimed in claim 1 or 2, wherein the first and second retaining means are mutually movable towards each other with force. 4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de eerste en tweede tegenhoudmiddelen onderling naar elkaar toe beweegbaar zijn onder uitoefening van een druk op de omhulling die zodanig is afgestemd dat de omhulling buiten 25 de eerste en tweede tegenhoudmiddelen los komt van het voorwerp nog voordat de omhulling is leeggelopen door gaten die door de inbrengmiddelen in de omhulling zijn achtergelaten.4. Device as claimed in claim 3, wherein the first and second retaining means are mutually movable towards each other while exerting a pressure on the casing which is adjusted such that the casing outside the first and second retaining means comes loose from the object even before the casing has been deflated by holes left in the enclosure by the insertion means. 5. Inrichting volgens een der voorgaande 30 conclusies, waarbij de inbrengmiddelen zijn ingericht voor het inbrengen van fluïdum op een zijde van het voorwerp die 1027106 verschilt van een zijde waarop de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen het voorwerp tegenhouden.5. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the introducing means are adapted for introducing fluid on a side of the object which differs from 1027106 to a side on which the first and / or second retaining means retain the object. 6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tegenhoudmiddelen de omhulling 5 tegenhouden op afstand van de invoerplaats.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the retaining means retain the enclosure 5 at a distance from the input location. 7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste tegenhoudmiddelen beweegbaar zijn opgesteld en de tweede tegenhoudmiddelen stationair zijn opgesteld.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first retaining means are arranged movably and the second retaining means are stationary. 8. Inrichting volgens conclusiè 7, waarbij de eerste tegenhoudmiddelen boven het voorwerp, en de tweede tegenhoudmiddelen onder het voorwerp zijn opgesteld.Device as claimed in claim 7, wherein the first retaining means are disposed above the object, and the second retaining means are arranged below the object. 9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en/of tweede 15 tegenhoudmiddelen zijn ingericht voor het tegenhouden van de omhulling op een zijde van het voorwerp met het grootste buitenoppervlak.9. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and / or second retaining means are adapted to retain the enclosure on a side of the object with the largest outer surface. 10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede tegenhoudmiddelen 20 tegengesteld werkend zijn.10. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and second retaining means 20 operate in opposite directions. 11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen althans gedeeltelijk voorzien zijn van een met de vorm van het voorwerp overeenkomende vorm.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and / or second retaining means are at least partially provided with a shape corresponding to the shape of the object. 12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen een aangrijpgedeelte bezitten waarvan de hoofdafmetingen kleiner zijn dan de hoofdafmetingen van een met het aangrijpgedeelte tegengehouden zijde van het 30 voorwerp.12. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and / or second retaining means have an engaging part whose main dimensions are smaller than the main dimensions of a side of the object that is retained with the engaging part. 13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen vlakke aandrukvlakken bezitten, waarbij indien beide tegenhoudmiddelen vlakke aandrukvlakken bezitten, deze 35 evenwijdig aan elkaar zijn gelegen.13. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and / or second retaining means have flat pressing surfaces, wherein if both retaining means have flat pressing surfaces, they are situated parallel to each other. 14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting is ingericht voor het inbrengen van het fluïdum na tegenhoudend aangrijpen op de omhulling door de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen, waarbij een druk of kracht die door de tegenhoudmiddelen op de omhulling wordt uitgeoefend afgestemd is op een druk of 5 kracht die door de op fluïdumdruk gebrachte omhulling op de tegenhoudmiddelen wordt uitgeoefend, zodanig dat de tegengehouden omhulling van het voorwerp kan worden opgelicht.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device is adapted for introducing the fluid after reticent engagement with the enclosure by the first and / or second retention means, wherein a pressure or force exerted on the enclosure by the retention means is at a pressure or force exerted on the retaining means by the enclosure brought to fluid pressure, such that the retained enclosure of the object can be lifted. 15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de 10 druk of kracht die door de tegenhoudmiddelen op de omhulling wordt uitgeoefend instelbaar is.15. Device as claimed in claim 14, wherein the pressure or force exerted on the enclosure by the retaining means is adjustable. 16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de invoerplaats in een langsrichting gelegen is op een afstand van een voorzijde van het voorwerp die 10 15 tot 30 % bedraagt van een lengte van het voorwerp in die langsrichting.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the input location is situated in a longitudinal direction at a distance from a front side of the object which is 10 to 30% of a length of the object in that longitudinal direction. 17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattend draagmiddelen voor het dragen van het voorwerp.17. Device as claimed in any of the foregoing claims, comprising carrying means for carrying the object. 18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij de draagmiddelen de eerste of tweede tegenhoudmiddelen verschaffen, waarbij bij voorkeur één van de eerste of tweede tegenhoudmiddelen stationair is en de ander van de eerste of tweede tegenhoudmiddelen ten opzichte van de 25 stationaire tegenhoudmiddelen kan bewegen.18. Device as claimed in claim 17, wherein the carrying means provide the first or second retaining means, wherein preferably one of the first or second retaining means is stationary and the other of the first or second retaining means can move relative to the stationary retaining means. 19. Inrichting volgens conclusie 17 of 18, waarbij de draagmiddelen een aantal met tussenruimte geplaatste draagdelen omvatten.Device as claimed in claim 17 or 18, wherein the support means comprise a number of support parts placed with a gap. 20. Inrichting volgens een der conclusies 17-19, 30 waarbij de draagmiddelen zijn ingericht voor het volgens een transportbaan door de inrichting voeren van het voorwerp.20. Device as claimed in any of the claims 17-19, wherein the carrying means are adapted to guide the object through the device along a conveyor track. 21. Inrichting volgens conclusie 21, waarbij de inbrengmiddelen en de eerste en tweede tegenhoudmiddelen 35 aan de transportbaan gelegen zijn.Device as claimed in claim 21, wherein the introducing means and the first and second retaining means 35 are situated on the conveyor track. 22. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inbrengmiddelen beweegbaar zijn van en naar het voorwerp.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the introducing means are movable from and to the object. 23. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inbrengmiddelen een holle pen omvatten, waarbij de holle pen nabij een distaai eind een spuitmond 5 omvat.23. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the introducing means comprise a hollow pin, wherein the hollow pin comprises a nozzle 5 near a distal end. 24. Inrichting volgens conclusie 24, waarbij de holle pen taps toeloopt.The device of claim 24, wherein the hollow pin is tapered. 25. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattend centreermiddelen voor het ten 1 10 opzichte van de eerste en tweede aandrukmiddelen centreren i van het voorwerp. i25. Device as claimed in any of the foregoing claims, comprising centering means for centering the object relative to the first and second pressing means. i 26. Inrichting volgens conclusie 25, waarbij de centreermiddelen eerste en tweede aanslagen omvatten die onderling naar elkaar toe beweegbaar zijn voor het inklem- 15 mend centreren van het voorwerp.26. Device as claimed in claim 25, wherein the centering means comprise first and second stops which are mutually movable towards each other for clamping centering of the object. 27. Inrichting volgens conclusie 25 of 26, waarbij de inbrengmiddelen aan de centreermiddelen zijn verschaft.Device according to claim 25 or 26, wherein the insertion means are provided on the centering means. 28. Inrichting volgens een der voorgaande 20 conclusies, verder omvattende een pneumatische of hydraulische aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de eerste en/of tweede aandrukmiddelen.28. Device as claimed in any of the foregoing claims, further comprising a pneumatic or hydraulic drive means for driving the first and / or second pressing means. 29. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattend snijmiddelen voor het gedeeltelijk rondom 25 het voorwerp doorsnijden van de omhulling.29. Device as claimed in any of the foregoing claims, comprising cutting means for partially cutting the envelope around the object. 30. Inrichting volgens conclusie 29, omvattend aangrijpmiddelen voor het aangrijpen op de ten minste gedeeltelijk doorsneden omhulling en het scheiden van de omhulling en het voorwerp.Device as claimed in claim 29, comprising engaging means for engaging the at least partially sectioned envelope and separating the envelope and the object. 31. Inrichting volgens conclusie 30, omvattend afvoermiddelen voor het afvoeren van de ten minste gedeeltelijk rondom ingesneden en ten minste gedeeltelijk van het voorwerp gescheiden omhulling.Device as claimed in claim 30, comprising discharge means for discharging the envelope which is cut at least partially around and at least partially separated from the object. 32. Inrichting volgens een der conclusies 25-31, 35 waarbij de centreermiddelen, en/of de snijmiddelen, en/of de aangrijpmiddelen en/of de afvoermiddelen aan de transportbaan gelegen zijn.Device as claimed in any of the claims 25-31, 35, wherein the centering means, and / or the cutting means, and / or the engaging means and / or the discharge means are situated on the conveyor track. 33. Inrichting volgens conclusie 32, waarbij de snijmiddelen de omhulling in transportrichting doorsnijden.Device as claimed in claim 32, wherein the cutting means cut through the envelope in the transport direction. 34. Inrichting volgens conclusie 33, waarbij de aangrijpmiddelen pennen omvatten die dwars op de transport- 5 richting beweegbaar zijn van een positie in de transportbaan naar een positie buiten de transportbaan, en die met een distaai eind in een richting tegengesteld aan de transportrichting in de omhulling kunnen steken.Device as claimed in claim 33, wherein the engaging means comprise pins which are movable transversely of the conveying direction from a position in the conveying path to a position outside the conveying path, and which with a distal end in a direction opposite to the conveying direction in the to be able to stick. 35. Inrichting volgens conclusie 34, waarbij de 10 pennen aan twee armen zijn verschaft die tegenover elkaar aan weerszijden van de transportbaan gelegen zijn.35. Device as claimed in claim 34, wherein the pins are provided on two arms which are situated opposite each other on either side of the conveyor track. 36. Inrichting volgens conclusie 34 of 35, waarbij de afvoermiddelen twee tegen elkaar gelegen rollen omvatten die gelegen zijn langs de transportbaan en waarbij 15 de aangrijpmiddelen ingericht zijn voor het tussen de rollen brengen van de omhulling.36. Device as claimed in claim 34 or 35, wherein the discharge means comprise two rollers lying against each other which are situated along the conveyor track and wherein the engaging means are adapted to bring the envelope between the rollers. 37. Werkwijze voor het lossen van een omhulling, in het bijzonder een folie, die is gelegen om een voorwerp, in het bijzonder foliegerijpte kaas, waarbij de werkwijze 20 de volgende stappen omvat: (a) het doorsteken van de omhulling voor het verschaffen van een invoerplaats door de omhulling; (b) het op de invoerplaats inbrengen van een fluïdum tussen het voorwerp en de omhulling; 25 (c) het vanaf een buitenzijde van het voorwerp aan meerdere zijden tegenhouden van de omhulling tussen eerste en tweede tegenhoudmiddelen, waarbij de omhulling vanaf de buitenzijde tegenhoudend wordt aangedrukt door onderlinge beweging van de eerste en tweede tegenhoudmiddelen na op de 30 invoerplaats inbrengen van fluïdum.37. Method for releasing an envelope, in particular a foil, which is arranged around an object, in particular foil-ripened cheese, the method comprising the following steps: (a) piercing the envelope to provide an input location through the enclosure; (b) introducing a fluid between the article and the enclosure at the input location; (C) retaining the envelope between first and second retaining means from an outside of the object on multiple sides, wherein the envelope is restrained from the outside by mutual movement of the first and second retaining means after introducing fluid at the insertion point . 38. Werkwijze volgens conclusie 37, waarbij de eerste en tweede tegenhoudmiddelen vanuit een stand waarin de omhulling tegen de tegenhoudmiddelen aanligt, onderling naar een stand worden bewogen waarin de omhulling tegen het 35 voorwerp aanligt.38. A method according to claim 37, wherein the first and second retaining means are moved from a position in which the casing abuts against the retaining means, to a position in which the casing abuts against the object. 39. Werkwijze volgens conclusie 37 of 38, waarbij de eerste en tweede tegenhoudmiddelen onderling met kracht naar elkaar worden bewogen.A method according to claim 37 or 38, wherein the first and second retaining means are mutually moved towards each other with force. 40. Werkwijze volgens een der conclusies 37-39, waarbij de eerste en tweede tegenhoudmiddelen onderling naar elkaar worden bewogen onder uitoefening van een druk 5 op de omhulling die zodanig is afgestemd dat de omhulling buiten de eerste en tweede tegenhoudmiddelen los komt van het voorwerp nog voordat de omhulling is leeggelopen door gaten die door de inbrengmiddelen in de omhulling zijn achtergelaten.40. Method as claimed in any of the claims 37-39, wherein the first and second retaining means are mutually moved towards each other while exerting a pressure on the casing which is adjusted such that the casing still comes loose from the object outside the first and second retaining means before the enclosure has been deflated by holes left behind in the enclosure by the insertion means. 41. Werkwijze volgens een der conclusies 37-40, waarbij de inbrengmiddelen het fluïdum inbrengen op een zijde van het voorwerp die verschilt van een zijde waarop de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen het voorwerp tegenhouden.A method according to any one of claims 37-40, wherein the introducing means introduces the fluid onto a side of the object that differs from a side on which the first and / or second retaining means restrain the object. 42. Werkwijze volgens een der conclusies 37-41, waarbij de tegenhoudmiddelen de omhulling tegenhouden op afstand van de invoerplaats.A method according to any one of claims 37-41, wherein the restraining means restrains the enclosure at a distance from the input location. 43. Werkwijze volgens een der conclusies 37-42, waarbij de eerste tegenhoudmiddelen worden bewogen ten 20 opzichte van stationair opgestelde tweede tegenhoudmiddelen.43. A method according to any one of claims 37-42, wherein the first retaining means are moved relative to stationary second retaining means. 44. Werkwijze volgens conclusie 43, waarbij de eerste tegenhoudmiddelen worden bewogen boven het voorwerp en de tweede tegenhoudmiddelen onder het voorwerp zijn 25 opgesteld.44. A method according to claim 43, wherein the first retaining means are moved above the object and the second retaining means are arranged below the object. 45. Werkwijze volgens een der conclusies 37-44, waarbij de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen althans gedeeltelijk voorzien zijn van een met de vorm van het voorwerp overeenkomende vorm.A method according to any one of claims 37-44, wherein the first and / or second retaining means are at least partially provided with a shape corresponding to the shape of the object. 46. Werkwijze volgens een der conclusies 37-45, waarbij de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen een aangrijpgedeelte bezitten waarvan de hoofdafmetingen kleiner zijn dan de hoofdafmetingen van een met het aangrijpgedeelte tegengehouden zijde van het voorwerp. 35A method according to any one of claims 37-45, wherein the first and / or second retaining means have an engaging portion whose main dimensions are smaller than the major dimensions of a side of the object retained by the engaging portion. 35 47- Werkwijze volgens een der conclusies 37-46, waarbij de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen vlakke aandrukvlakken bezitten, waarbij indien beide vlakke aandrukvlakken bezitten, deze evenwijdig aan elkaar gelegen zijn.A method according to any one of claims 37-46, wherein the first and / or second retaining means have flat pressure surfaces, wherein if both have flat pressure surfaces they are parallel to each other. 48. Werkwijze volgens een der conclusies 37-47, waarbij de eerste en/of tweede tegenhoudmiddelen de 5 omhulling tegenhouden op een zijde van het voorwerp met het grootste buitenoppervlak.A method according to any one of claims 37-47, wherein the first and / or second retaining means retain the enclosure on a side of the object with the largest outer surface. 49. Werkwijze volgens een der conclusies 38-48, waarbij de eerste of tweede tegenhoudmiddelen de omhulling tegenhouden op een bovenzijde van het voorwerp.A method according to any of claims 38-48, wherein the first or second retaining means retain the enclosure on an upper side of the article. 50. Werkwijze volgens een der conclusies 37-49, waarbij de eerste en tweede tegenhoudmiddelen tegengesteld werken.A method according to any one of claims 37-49, wherein the first and second restraining means act in opposite directions. 51. Werkwijze volgens een der conclusies 37-50, waarbij het vanaf de buitenzijde van het voorwerp 15 tegenhouden van de omhulling plaats vindt alvorens op de invoerplaats het fluïdum tussen het voorwerp en de omhulling wordt inbracht.A method according to any one of claims 37-50, wherein the enclosure is retained from the outside of the article 15 before the fluid is introduced between the article and the enclosure at the inlet location. 52. Werkwijze volgens conclusie 51, waarbij het vanaf de buitenzijde van het voorwerp tegenhouden van de 20 omhulling plaats vindt tijdens op de invoerplaats inbrengen van het fluïdum, waarbij een bij het tegenhouden uitgeoefende kracht of druk overwonnen wordt door een door de op fluïdumdruk gezette omhulling uitgeoefende kracht of druk.52. A method according to claim 51, wherein retaining the envelope from the outside of the object takes place during introduction of the fluid at the insertion location, wherein a force or pressure exerted during retaining is overcome by an envelope set by the fluid pressure. applied force or pressure. 53. Werkwijze volgens conclusie 52, waarbij na inbrengen van het fluïdum de tegenhoudkracht of -druk op de omhulling wordt gewijzigd, bij voorkeur vergroot.A method according to claim 52, wherein after introduction of the fluid the retaining force or pressure on the casing is changed, preferably increased. 54. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijge- 30 voegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.54. Device provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. 55. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 102710655. A method comprising one or more of the characterizing steps described in the accompanying description and / or shown in the accompanying drawings. -o-o-o-o-o-o-o-1027106
NL1027106A 2004-09-24 2004-09-24 Apparatus for removing a casing from an article, especially cheese, comprises a device for injecting a fluid between the article and the casing and two retaining devices for retaining the casing between them NL1027106C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027106A NL1027106C2 (en) 2004-09-24 2004-09-24 Apparatus for removing a casing from an article, especially cheese, comprises a device for injecting a fluid between the article and the casing and two retaining devices for retaining the casing between them

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027106A NL1027106C2 (en) 2004-09-24 2004-09-24 Apparatus for removing a casing from an article, especially cheese, comprises a device for injecting a fluid between the article and the casing and two retaining devices for retaining the casing between them
NL1027106 2004-09-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027106C2 true NL1027106C2 (en) 2006-04-03

Family

ID=34955648

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027106A NL1027106C2 (en) 2004-09-24 2004-09-24 Apparatus for removing a casing from an article, especially cheese, comprises a device for injecting a fluid between the article and the casing and two retaining devices for retaining the casing between them

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1027106C2 (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2017048137A1 (en) * 2015-09-16 2017-03-23 Haden And Custance Limited Systems, devices, and methods for processing wrapped product
DE102011055141B4 (en) * 2011-11-08 2018-11-08 STARK Engineering Film removal apparatus and method for removing a film of objects

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1097859A (en) * 1965-04-23 1968-01-03 Wiking Lars Improved apparatus for opening a package having a wrapping of heat sensitive foil material
DE3921356A1 (en) * 1989-06-29 1991-01-03 Fahr Bucher Gmbh DEVICE FOR DETACHING THE PACKAGING FILM OF TACKY MEASURES
GB2236517A (en) * 1989-08-31 1991-04-10 Fahr Bucher Gmbh Process for automatically feeding machines with packaged materials
DE20219543U1 (en) * 2002-12-16 2003-03-13 Freiberger Lebensmittel GmbH & Co. Produktions- und Vertriebs KG, 13439 Berlin Assembly to remove the skin from a salami sausage has an ultrasonic bath, where the sausage is initially immersed, before gas is injected under the skin for it to be cut away

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1097859A (en) * 1965-04-23 1968-01-03 Wiking Lars Improved apparatus for opening a package having a wrapping of heat sensitive foil material
DE3921356A1 (en) * 1989-06-29 1991-01-03 Fahr Bucher Gmbh DEVICE FOR DETACHING THE PACKAGING FILM OF TACKY MEASURES
GB2236517A (en) * 1989-08-31 1991-04-10 Fahr Bucher Gmbh Process for automatically feeding machines with packaged materials
DE20219543U1 (en) * 2002-12-16 2003-03-13 Freiberger Lebensmittel GmbH & Co. Produktions- und Vertriebs KG, 13439 Berlin Assembly to remove the skin from a salami sausage has an ultrasonic bath, where the sausage is initially immersed, before gas is injected under the skin for it to be cut away

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102011055141B4 (en) * 2011-11-08 2018-11-08 STARK Engineering Film removal apparatus and method for removing a film of objects
WO2017048137A1 (en) * 2015-09-16 2017-03-23 Haden And Custance Limited Systems, devices, and methods for processing wrapped product

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7296390B2 (en) Vacuum packaging machine having a plurality of vacuum chambers for performing a vacuum sealing operation on product packages
US5463841A (en) Unwrapping apparatus for stretch-wrapped load and shrink-wrapped load
US7464521B2 (en) Vacuum packaging machine for product packages with multiple products
US9272804B2 (en) Bundle unwrapping machine
JP6984896B2 (en) How to remove internal organs of fish and its equipment
EP1544111A1 (en) Packaging machine
WO2008016313A9 (en) A multi layer bag separator
JP3761305B2 (en) Casing removal method and apparatus for food in casing
US6080055A (en) Method and apparatus for stripping casings from sausages
NL1027106C2 (en) Apparatus for removing a casing from an article, especially cheese, comprises a device for injecting a fluid between the article and the casing and two retaining devices for retaining the casing between them
EP1837280B1 (en) Device for detaching an envelope around an object
US9364009B2 (en) Method for the skinning of sausages
EP0947428A1 (en) Unpacking device
US20060059868A1 (en) Loader and packaging apparatus
JP2000072121A (en) Unpacking method and unpacking device for box
US9301534B2 (en) System for food product casing removal
JPS5924926B2 (en) packaging equipment
NL2005564C2 (en) DEVICE AND METHOD FOR REMOVING A FOIL.
JP3467106B2 (en) Onion peeling device
EP1525146B1 (en) Device for packaging continuous webs of materials such as selvedges generated on thermoforming units
NL9201286A (en) Device for unpacking a longitudinal row of disc-like objects which is held in a package
NL1019053C2 (en) Device for packaging a product in foil material.
KR101209060B1 (en) Producting apparatus of pouch
CZ20022950A3 (en) Method for automatic continuous packaging of articles and apparatus for making the same
JPH0447046Y2 (en)

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Effective date: 20130508

TD Modifications of names of proprietors of patents

Effective date: 20130508

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20151001