NL1019494C1

NL1019494C1 - Mounting support frame, e.g. scaffolding, on building wall, by hooking fasteners connected to frame parts into cavities in wall

Info

Publication number: NL1019494C1
Application number: NL1019494A
Authority: NL
Inventors: Harold Ernst Sylvester Haagen; Jan Van Haagen
Original assignee: Hesja Dakrandbeveiliging B V
Priority date: 2000-12-05
Filing date: 2001-12-05
Publication date: 2002-06-06

Abstract

The support frame parts are connected to at least one fastener, which is hooked into one or more cavities provided in the wall (1). An Independent claim is also included for the mounting system used to carry out this method.

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET AAN EEN GEVEL BEVESTIGEN VAN EEN DRAAGGESTELMETHOD AND DEVICE FOR FIXING A SUPPORT BASE TO A FACADE

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aan een gevel bevestigen van een draaggestel, zoals bijvoorbeeld een steiger.The invention relates to a method for attaching a support frame to a facade, such as for example a scaffolding.

Tot nu toe worden steigers in het algemeen 5 vrijstaand langs gevels gebouwd, en daar hoogstens plaatselijk provisorisch aan bevestigd. Voor een dergelijke bevestiging wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van spijkerbaar materiaal, dat tegen de gevel geslagen wordt, en waar de steigerconstructie door middel van band 10 of kabel aan gebonden wordt, of door middel van een strop of bout aan bevestigd wordt. De provisorische bevestiging van steigermateriaal aan gevels brengt het risico met zich mee, dat de steiger instabiel opgesteld wordt, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.Up to now, scaffolding has generally been built free-standing along facades, and at most locally secured provisionally. For such fixing, use is made, for example, of nails that can be nailed to the façade and to which the scaffolding structure is bound by means of tape 10 or cable, or is attached to by means of a sling or bolt. The provisional attachment of scaffolding material to facades entails the risk that the scaffolding will be erected, which could lead to dangerous situations.

15 De uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze te verschaffen voor het bevestigen van een draaggestel aan een gevel, die relatief snel uitgevoerd kan worden en leidt tot een stevige verbinding tussen het draaggestel en de gevel. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, 20 door het op of in de gevel aanbrengen van tenminste één uitsparing, het in de of elke uitsparing haken van tenminste één bevestigingselement, en het met het bevestigingselement verbinden van het draaggestel vormende onderdelen. Door gebruik te maken van een 25 haakverbinding in combinatie met in of op de gevel gevormde uitsparingen, kan het draaggestel met een gering aantal handelingen zeer stevig aan de gevel worden bevestigd.The invention now has for its object to provide a method for attaching a support frame to a facade, which can be carried out relatively quickly and leads to a firm connection between the support frame and the facade. According to the invention this is achieved by arranging at least one recess on or in the facade, hooking at least one fixing element into the or each recess, and connecting parts forming the support frame to the fixing element. By making use of a hook connection in combination with recesses formed in or on the facade, the support frame can be attached very firmly to the facade with a small number of operations.

Bij voorkeur wordt het of elk 30 bevestigingselement na het in de uitsparing haken daarvan vergrendeld. Op deze wijze wordt voorkomen dat het bevestigingselement onbedoeld wordt losgehaakt.The or each fastening element is preferably locked after being hooked into the recess. In this way it is prevented that the fastening element is unintentionally detached.

Wanneer de of elke uitsparing de gedaante heeft van een sleuf, en het of elk bevestigingselement na het 35 daarin haken naar een gewenste positie wordt verschoven, 1 ;·'· · 2 wordt een grote flexibiliteit verkregen in de positionering van het draaggestel, terwijl het bevestigen daarvan aan de gevel bovendien op een goed bereikbare locatie kan plaatshebben.When the or each recess has the shape of a slot, and the or each fastening element is shifted to a desired position after being hooked therein, great flexibility is obtained in the positioning of the support frame while the fixing them to the facade can also take place in an easily accessible location.

5 Teneinde in de gevel niet of nauwelijks speciale voorzieningen te hoeven aanbrengen, is bij voorkeur de of elke uitsparing gevormd in een rail die aan de gevel bevestigd wordt. Deze rail kan' dan na gebruik van het draaggestel weer worden verwijderd.In order to avoid having to provide special or hardly any special provisions in the façade, the or each recess is preferably formed in a rail that is attached to the façade. This rail can then be removed again after use of the support frame.

10 Daarbij wordt een zeer snel te vormen en na verwijdering nagenoeg onzichtbare bevestiging verkregen, wanneer de rail wordt bevestigd aan verankeringspunten die bij het optrekken van de gevel daarin gevormd worden.A fastening which is very quickly formed and virtually invisible after removal is thereby obtained when the rail is fastened to anchoring points which are formed therein when the facade is erected.

De uitvinding betreft ook een systeem voor het 15 aan een gevel bevestigen van een draaggestel, dat geschikt is voor het uitvoeren van de hiervoor beschreven werkwijze. Een dergelijk systeem omvat volgens de uitvinding tenminste één op of in de gevel aangebrachte uitsparing, tenminste één in de of elke uitsparing te 20 haken bevestigingselement, en met het bevestigingselement te verbinden onderdelen die het draaggestel vormen.The invention also relates to a system for attaching a support frame to a facade, which frame is suitable for carrying out the method described above. Such a system comprises according to the invention at least one recess arranged on or in the facade, at least one fixing element to be hooked into the or each recess, and parts to be connected to the fixing element that form the support frame.

Een snel te vormen en betrouwbare verbinding tussen de gevel en het draaggestel wordt daarbij verkregen, wanneer de of elke uitsparing ondersneden is, 25 en het of elk bevestigingselement een kop met tenminste één uitstekend deel vertoont. De kop kan daarbij met voordeel in hoofdzaak T-vormig zijn, waardoor een symmetrische verdeling van de bevestigingskracht wordt bereikt.A quick to form and reliable connection between the facade and the supporting frame is thereby obtained when the or each recess is undercut and the or each fixing element has a head with at least one protruding part. The head can herein advantageously be substantially T-shaped, whereby a symmetrical distribution of the fixing force is achieved.

30 Teneinde het onbedoeld losnemen van de bevestigingselementen te voorkomen, omvat het systeem verder bij voorkeur middelen voor het vergrendelen van het of elk in de uitsparing gehaakte bevestigingselement. In het geval van een bevestigingselement met T-vormige 35 kop, omvatten deze grendelmiddelen met voordeel‘de kop omsluitende uitsteeksels. Een betrouwbare vergrendeling wordt daarbij gewaarborgd, wanneer er middelen aanwezig 3 zijn voor het naar de vergrendelde stand voorspannen van de kop.In order to prevent unintentional detachment of the fastening elements, the system further preferably comprises means for locking the or each fastening element hooked into the recess. In the case of a fastening element with T-shaped head, these locking means advantageously comprise projecting enclosures. A reliable locking is thereby guaranteed if there are means 3 for biasing the head to the locked position.

Teneinde het draaggestel op verschillende plaatsen aan de gevel te kunnen bevestigen heeft bij 5 voorkeur de of elke uitsparing de gedaante van een sleuf, en is dan het of elk bevestigingselement verschuifbaar.In order to be able to attach the supporting frame to the facade at different places, the or each recess preferably has the shape of a slot, and then the or each fixing element is slidable.

Zoals hiervoor opgemerkt is met voordeel de of elke uitsparing gevormd in een rail die ingericht is om aan de gevel bevestigd te worden, waardoor geen blijvende 10 uitsparingen in de gevel gevormd hoeven worden. Daarbij omvat het systeem bij voorkeur met de rail samenwerkende, bij het optrekken van de gevel daarin te vormen verankeringspunten. Een constructief eenvoudige uitvoering die toch een zeer goede verankering waarborgt 15 wordt daarbij verkregen, wanneer het of elk verankeringspunt een verankeringsplaat met tenminste één opname-opening voor een met de rail verbonden verankeringselement omvat.As noted above, the or each recess is advantageously formed in a rail which is adapted to be attached to the facade, so that no permanent recesses need to be formed in the facade. The system herein preferably comprises anchoring points cooperating with the rail and to be formed therein when the facade is raised. A constructionally simple embodiment which nevertheless ensures a very good anchoring is obtained if the or each anchoring point comprises an anchoring plate with at least one receiving opening for an anchoring element connected to the rail.

Bij voorkeur is het systeem verder nog voorzien 20 van middelen voor het met een boven de gevel uitstekende dakrand verbinden van een deel van het draaggestel. Hierdoor wordt het draaggestel verder gestabiliseerd.The system is preferably further provided with means for connecting a part of the support frame to a roof edge protruding above the facade. This further stabilizes the carrying frame.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, waarbij wordt verwezen naar 25 de bijgevoegde tekening, waarin:The invention is now elucidated on the basis of a number of examples, with reference to the accompanying drawing, in which:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht is van een gebouw met een aantal gevels waaraan één of meer draaggestellen bevestigd dienen te worden,FIG. 1 is a schematic perspective view of a building with a number of facades to which one or more supporting frames must be attached,

Fig. 2 een gedeeltelijk weggebroken 30 perspectivisch detail aanzicht is van een uitsparing in de gevel en een daarin gehaakt bevestigingselement,FIG. 2 is a partly broken away perspective detail view of a recess in the facade and a fastening element hooked into it,

Fig 3. een langsdoorsnede is over de lijn III-III in fig. 2 waarin het inbrengen van het bevestigingselement in de uitsparing getoond is, 35 Fig. 4 een met fig. 3 overeenkomend aanzicht is van het bevestigingselement in de vergrendelde en gespannen toestand, 4Fig. 3 is a longitudinal section along the line III-III in Fig. 2, showing the insertion of the fastening element into the recess, 4 is a view corresponding with fig. 3 of the fastening element in the locked and tensioned state, 4

Fig. 5A en B perspectivische aanzichten zijn van het bevestigingselement in de ontgrendelde, respectievelijk de vergrendelde toestand,FIG. 5A and B are perspective views of the fastening element in the unlocked and the locked condition, respectively

Fig. 6 een schematisch perspectivisch aanzicht 5 toont van een deel van een gevel met een daarin opgenomen verankeringspunt,FIG. 6 shows a schematic perspective view 5 of a part of a facade with an anchoring point incorporated therein,

Fig. 7 het verankeringspunt van fig. 6 toont in combinatie met een daaraan te bevestigen rail,FIG. 7 shows the anchoring point of FIG. 6 in combination with a rail to be attached thereto,

Fig. 8 een alternatieve uitvoeringsvorm toont 10 van een verankeringspunt en een daaraan te bevestigen rail,FIG. 8 shows an alternative embodiment of an anchoring point and a rail to be attached thereto,

Fig. 9 weer een andere uitvoeringsvorm toont van een verankeringspunt,FIG. 9 shows yet another embodiment of an anchor point,

Fig. 10 een variant toont van fig. 9, 15 Fig. 11 een verankeringspunt toont dat geschikt is voor gebruik met een snelsluiting,FIG. 10 shows a variant of FIG. 9, FIG. 11 shows an anchor point suitable for use with a quick release,

Fig. 12 een vooraanzicht is van een gebouw met een daaraan bevestigd draaggestel dat tevens als afscheiding langs een dak dienst doet, 20 Fig. 13 een dwarsdoorsnede toont over de lijn XIII-XIII in fig. 12,FIG. 12 is a front view of a building with a supporting frame attached thereto that also serves as a partition along a roof, FIG. 13 is a cross-sectional view taken on the line XIII-XIII in FIG. 12,

Fig. 14 een schematisch perspectivisch aanzicht is van verschillende delen van het draaggestel van fig. 13, 25 Fig. 15 een perspectivisch aanzicht is van een orgaan voor verbinding van het draaggestel met de dakrand,FIG. 14 is a schematic perspective view of various parts of the support frame of FIG. 13, FIG. 15 is a perspective view of a member for connecting the support frame to the roof edge,

Fig. 16 een met fig. 15 overeenkomend aanzicht is van een alternatief verbindingsorgaan, 30 Fig. 17 een perspectivisch detailaanzicht toont van een nok van een dak met een daarmee verbonden deel van het draaggestel, enFIG. 16 is a view similar to FIG. 15 of an alternative connector, FIG. 17 shows a perspective detailed view of a ridge of a roof with a part of the support frame connected thereto, and

Fig. 18 een schematisch perspectivisch aanzicht is van een variant van het in fig. 17 getoonde 35 verbindingsorgaan.FIG. 18 is a schematic perspective view of a variant of the connecting member shown in FIG.

Een systeem voor het aan een gevel 1 van een gebouw 2 bevestigen van een draaggestel 3, bijvoorbeeld een steiger, omvat een aantal in of op de gevel 1 5 aangebrachte uitsparingen 17 en daarin te haken bevestigingselementen 16, waarmee de onderdelen van het draaggestel· 3 verbonden kunnen worden. Elke uitsparing 17 kan daarbij de gedaante hebben van een rail, die in de 5 gevel opgenomen is (fig. 2), dan wel daarop bevestigd is (fig. 13) .A system for attaching a support frame 3, for example a scaffolding, to a facade 1 of a building 2 comprises a number of recesses 17 arranged in or on the facade 1 and fastening elements 16 to be hooked therein, with which the parts of the support frame 3 can be connected. Each recess 17 can in this case take the form of a rail which is included in the facade (Fig. 2) or is fixed thereon (Fig. 13).

Elk bevestigingselement 16 wordt daarbij gevormd door een bout 22 met een kop 23 die uitstekende delen vertoont. In het getoonde voorbeeld is de kop 23 T-10 vormig uitgevoerd, zodat er aan weerszijden van de bout 22 een deel uitsteekt, waardoor een goede verdeling van de bevestigingskrachten wordt verkregen. De bout 22 is aan zijn tegenover de kop 23 gelegen uiteinde voorzien van schroefdraad 20, waarmee deze in een plaat 21 15 geschroefd is, die op zijn beurt vastgelast is Ίη een buis 18 of 19, die onderdeel vormt van het draaggestel 3. Het bevestigingselement 16 kan in de uitsparing 17 gebracht worden door de T-vormige kop 23 daarvan evenwijdig aan de uitsparing te richten en daarin te 20 steken, en deze daarna een kwartslag te draaien. Doordat de uitsparing 17 ondersneden is, dus voorbij zijn opening 64 een breder deel 65 vertoont, wordt de T-vormige kop 23 in de uitsparing 17 vastgehouden.Each fastening element 16 is thereby formed by a bolt 22 with a head 23 which has projecting parts. In the example shown, the head 23 is T-10 shaped, so that a part protrudes on either side of the bolt 22, whereby a good distribution of the fixing forces is obtained. The bolt 22 is provided at its end opposite the head 23 with screw thread 20, with which it is screwed into a plate 21, which in turn is welded onto a tube 18 or 19, which forms part of the supporting frame 3. The fixing element 16 can be introduced into the recess 17 by aligning its T-shaped head 23 parallel to the recess and inserting it, and then turning it a quarter turn. Because the recess 17 is undercut, so has a wider part 65 beyond its opening 64, the T-shaped head 23 is retained in the recess 17.

Teneinde het onbedoeld losschieten van het 25 bevestigingselement 16 uit de uitsparing 17 te voorkomen, zijn er grendelmiddelen 24 aanwezig, die met de kop 23 samenwerken. In het getoonde voorbeeld worden de grendelmiddelen 24 gevormd door een ring 25 met daarop aangebrachte uitsteeksels of vingers 26, die in de 30 vergrendelde toestand de kop 23 omsluiten. De grendelmiddelen 24 worden naar de vergrendelde stand voorgespannen door een drukveer 27, die opgesloten is tussen de ring 25 en de plaat 21 in de buis 18. De breedte van de uitsteeksels of vingers 26 is zo gekozen, 35 dat deze door de opening 64 van de uitsparing 17 passen. De uitsteeksels 26 worden dus met de kop 23 in de ontgrendelde toestand (fig. 3, fig. 5A) in de uitsparing 17 gebracht, waarna het bevestigingselement 16 een ' 4 ' Srfi 6 kwartslag gedraaid wordt, waarbij de vingers 2 6 worden vastgehouden. Door de kracht van de drukveer 27 worden dan de vingers 26 bij het draaien verder de uitsparing 17 ingedrukt aan weerszijden van de T-vormige kop 23, die 5 daardoor dus wordt vergrendeld. Na het vergrendelen wordt de verbinding gespannen door de buis 18 verder op het bevestigingselement 16 te schroeven (fig. 4).In order to prevent unintentional release of the fastening element 16 from the recess 17, locking means 24 are present which cooperate with the head 23. In the example shown, the locking means 24 are formed by a ring 25 with protrusions or fingers 26 arranged thereon, which enclose the head 23 in the locked condition. The locking means 24 are biased to the locked position by a compression spring 27 enclosed between the ring 25 and the plate 21 in the tube 18. The width of the protrusions or fingers 26 is selected such that it passes through the opening 64 of fit the recess 17. The protrusions 26 are thus brought into the recess 17 with the head 23 in the unlocked condition (Fig. 3, Fig. 5A), whereafter the fastening element 16 is rotated a '4' Srfi 6 quarter turn, the fingers 26 being held. As a result of the force of the compression spring 27, the fingers 26 are further pressed into the recess 17 on either side of the T-shaped head 23 during rotation, which is therefore thereby locked. After locking, the connection is tightened by further screwing the tube 18 onto the fastening element 16 (Fig. 4).

De rail 4 met daarin de uitsparing 17 kan zoals gezegd zowel in als op de gevel 1 bevestigd zijn. Bij een 10 bevestiging in de gevel (fig. 2) is de rail aan de achterzijde voorzien van bevestigingsstrips 66, terwijl bij een bevestiging op de gevel 1 gebruik gemaakt kan worden van verankeringspunten 5, 6 die op zichzelf ook op of in de gevel aangebracht kunnen worden. Elk 15 verankeringspunt 5, 6 wordt in het getoonde voorbeeld gevormd door een verankeringsplaat 7, waarin een opening 8 is gevormd voor het opnemen van een door een opening 12 in de rail 4 gestoken verankeringsbout 11 (fig. 7). In de opening 8 kan schroefdraad 9 gevormd zijn, maar het is 20 ook denkbaar dat aan de achterzijde van de plaat 7 een moer 29 gelast is (fig. 9). Het verankeringsorgaan 6 is verder voorzien van uitstekende armen 10, die in een voeg 15 tussen stenen 14 van de gevel 1 kunnen grijpen. Deze armen kunnen door omzetten gevormd zijn uit de plaat 7 25 zelf. Met de opening 8 kan verder tijdelijk een kunststof huls 13 verbonden worden, waardoor in het metselwerk ruimte vrij gelaten wordt voor het opnemen van de verankeringsbout.The rail 4 with the recess 17 therein can, as stated, be fixed both in and on the facade 1. With a mounting in the facade (Fig. 2) the rail is provided on the rear with mounting strips 66, while with a mounting on the facade 1 use can be made of anchoring points 5, 6 which in themselves are also mounted on or in the facade could be. In the example shown, each anchoring point 5, 6 is formed by an anchoring plate 7, in which an opening 8 is formed for receiving an anchoring bolt 11 inserted through an opening 12 in the rail 4 (Fig. 7). Thread 9 may be formed in the opening 8, but it is also conceivable that a nut 29 is welded on the rear side of the plate 7 (Fig. 9). The anchoring member 6 is further provided with protruding arms 10, which can engage in a joint 15 between bricks 14 of the facade 1. These arms can be formed from the plate 7 itself by conversion. Furthermore, a plastic sleeve 13 can be temporarily connected to the opening 8, leaving space in the brickwork for receiving the anchoring bolt.

Wanneer het niet wenselijk is de 30 verankeringsbout 11 door de rail 4 te steken, kan de rail 4 voorzien zijn van flenzen 28, waarin de openingen 12 gevormd zijn. Het verankeringsorgaan 6 vertoont dan twee openingen 8 aan weerszijden van de rail 4 (fig. 8).When it is not desirable to push the anchoring bolt 11 through the rail 4, the rail 4 can be provided with flanges 28, in which the openings 12 are formed. The anchoring member 6 then has two openings 8 on either side of the rail 4 (Fig. 8).

De in de voeg 15 stekende armen 10 kunnen voor 35 beter houvast voorzien zijn van een kartelrand 30 (fig.The arms 10 protruding into the joint 15 can be provided with a knurled edge 30 for better holding purposes (fig.

9) -9) -

In plaats van een schroefverbinding zou voor de verankering ook een snelsluiting gebruikt kunnen wordenInstead of a screw connection, a quick release could also be used for anchoring

Mi 7 (fig. 11). Daarbij heeft de opening 8 een asymmetrische vorm, met uitsparingen 31, waar een overeenkomstig gevormd uiteinde 33 van een verankeringspen 32 ingestoken kan worden. Door het verdraaien van een handgreep 34 van 5 de pen 32 worden dan de uitstekende delen 33 van de pen opgesloten achter de plaat 7. De pen 32 vertoont verder een schroefdraaddeel 35 en een daarop aangebrachte spanmoer 36.Mi 7 (Fig. 11). The opening 8 then has an asymmetrical shape, with recesses 31, into which a correspondingly shaped end 33 of an anchoring pin 32 can be inserted. By turning a handle 34 of the pin 32, the protruding parts 33 of the pin are then locked behind the plate 7. The pin 32 further has a threaded part 35 and a clamping nut 36 arranged thereon.

Het draaggestel 3 wordt in het getoonde 10 voorbeeld gevormd door liggers 18 en schoren 19, die een platform 39 dragen. Daarnaast zullen aan de liggers 18 gewoonlijk nog staande en liggende afscheidingsdelen 40, 41 bevestigd zijn, om veilig op het platform 39 te kunnen werken. Wanneer het draaggestel 3 tevens bedoeld is om 15 als afscheiding langs een rand 37 van een dak 38 te fungeren (fig. 12), kunnen er middelen 43 aanwezig zijn voor het verbinden van het draaggestel 3 met de dakrand 37. Dergelijke verbindingsmiddelen 43 kunnen ook worden toegepast als een deel van de gevel 1 niet geschikt is 20 voor bevestiging van de rails 4, bijvoorbeeld als gevolg van de aanwezigheid van timmerwerk.In the example shown, the support frame 3 is formed by beams 18 and struts 19, which support a platform 39. In addition, vertical and horizontal partition parts 40, 41 will usually be attached to the girders 18 in order to be able to work safely on the platform 39. If the supporting frame 3 is also intended to act as a partition along an edge 37 of a roof 38 (Fig. 12), means 43 may be present for connecting the supporting frame 3 to the roof edge 37. Such connecting means 43 may also be used if a part of the facade 1 is not suitable for fixing the rails 4, for example due to the presence of carpentry.

De verbindingsmiddelen 43 kunnen gevormd worden door twee platen 46 met omgezette rand 47, waarin openingen 48 gevormd zijn voor bevestiging tegen de 25 achterzijde van de dakrand 37 (fig. 15). De platen 46 zijn met elkaar verbonden onder vorming van een buisvormig scharnier 49, zodat het verbindingsorgaan 43 kan worden aangepast aan verschillende nokvormen. Door het scharnier kan een bevestigingsbuis 50 gestoken 30 worden, waaraan een staande buis 45 van het draaggestel 3 kan worden bevestigd (fig. 13).The connecting means 43 can be formed by two plates 46 with flanged edge 47, in which openings 48 are formed for mounting against the rear side of the roof edge 37 (Fig. 15). The plates 46 are connected to each other to form a tubular hinge 49, so that the connector 43 can be adapted to different cam shapes. A mounting tube 50 can be inserted through the hinge, to which a standing tube 45 of the support frame 3 can be attached (Fig. 13).

In plaats van een scharnierend, omgekeerd V-vormig verbindingsorgaan 43, kan ook een plaatvormig orgaan 52 worden toegepast (fig. 16), eveneens met 35 omgezette delen 53 en openingen 54, en met een kokervormig deel 55 voor het opnemen van de bevestigingsbuis 50.Instead of a hinged, inverted V-shaped connecting member 43, it is also possible to use a plate-shaped member 52 (Fig. 16), also with flanged parts 53 and openings 54, and with a tubular part 55 for receiving the fixing tube 50 .

ii 8ii 8

Voor het verbinden van de staande buis 45 met de dakrand 37 kan ook een aan de buitenzijde van de dakrand te.-bevestigen koppelstuk 56 worden gebruikt (fig. 14), voorzien van openingen 58 voor bouten of schroeven 5 en een strop 59 voor het opsluiten van de buis 45. Dit koppelstuk 56 zou ook voorzien kunnen zijn van een omgezette onderrrand waarmee het achter de dakrand 37 grijpt (fig. 17). Tenslotte zou in plaats van de getoonde strop een oog 61 met schroefdraad 62 toegepast kunnen 10 worden, in combinatie met een koppelstuk 56 met hellende openingen 57 voor aanpassing aan verschillende nokvormen (fig. 18) .For connecting the upright tube 45 to the roof edge 37, a coupling piece 56 to be fixed on the outside of the roof edge can also be used (Fig. 14), provided with openings 58 for bolts or screws 5 and a sling 59 for confining the tube 45. This coupling piece 56 could also be provided with a bent bottom edge with which it engages behind the roof edge 37 (Fig. 17). Finally, instead of the sling shown, an eye 61 with screw thread 62 could be used, in combination with a coupling piece 56 with sloping openings 57 for adaptation to different ridge shapes (Fig. 18).

Het systeem volgens de uitvinding maakt het zo mogelijk met een gering aantal handelingen een 15 draaggestel, bijvoorbeeld een steiger, op betrouwbare wijze te bevestigen aan de gevel (en eventueel de dakrand) van een gebouw. Door gebruik te maken van speciaal ontwikkelde bevestigingselementen met vergrendeling wordt het risico van onbedoeld losraken van 20 de bevestiging verkleind, waardoor een bijzonder veilige ophanging wordt bereikt.The system according to the invention thus makes it possible to reliably attach a supporting frame, for example a scaffolding, to the facade (and possibly the roof edge) of a building with a small number of operations. By using specially developed fastening elements with locking, the risk of unintentional loosening of the fastening is reduced, whereby a particularly safe suspension is achieved.

Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt. De uitvinding kan 25 binnen de omvang van de bijgevoegde conclusies op velerlei wijze worden gevarieerd.Although the invention has been explained above on the basis of a number of examples, it will be clear that it is not limited thereto. The invention can be varied in many ways within the scope of the appended claims.

Oj f. .· . ' 1Oj f. . "1

Claims

Method for attaching a support frame to a facade, characterized by arranging at least one recess on or in the facade, hooking at least one fastening element into the or each recess, and connecting the fastening element to the fastening element supporting frame forming parts.

Method according to claim 1, characterized in that the or each fixing element is locked after being hooked into the recess.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that the or each recess has the shape of a slot and the or each fixing element is moved to a desired position after being hooked into it.

4. Method as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the or each recess is formed in a rail that is attached to the facade.

5. Method as claimed in claim 4, characterized in that the rail is attached to anchoring points which are formed therein when the facade 20 is raised.

6. System for attaching a support frame to a facade, characterized by at least one recess arranged on or in the facade, at least one fastening element to be hooked into the or each recess, and parts which form the support frame to be connected to the fastening element .

7. System as claimed in claim 6, characterized in that the or each recess is undercut and the or each fixing element has a head with at least one protruding part.

A system according to claim 7, characterized in that the head is substantially T-shaped.

9. System as claimed in any of the claims 6 to 8, characterized by means for locking the or each fastening element hooked into the recess.

10. System as claimed in claims 8 and 9, characterized in that the locking means comprise protrusions surrounding the head.

11. System as claimed in claim 10, characterized by means for biasing the head to the locked position.

12. A system according to any one of claims 6 to 11, characterized in that the or each recess has the shape of a slot and the or each fastening element is slidable.

A system according to any one of claims 6 to 12, characterized in that the or each recess is formed in a rail that is adapted to be attached to the facade.

14. System as claimed in claim 13, characterized by anchoring points cooperating with the rail and forming therein when the facade is raised.

15. System as claimed in claim 14, characterized in that the or each anchoring point comprises an anchoring plate with at least one receiving opening for an anchoring element connected to the rail.

16. System as claimed in any of the claims 6 to 14, characterized by means for connecting a part of the support frame to a roof edge protruding above the facade. j