NL1016883C2

NL1016883C2 - Werkwijze voor het regelen van een warmtegenerator met een lucht-verbrandingsgas-geleiding.

Info

Publication number: NL1016883C2
Application number: NL1016883A
Authority: NL
Inventors: Pedro Da Silva; Armin Marko
Original assignee: Bosch Gmbh Robert
Priority date: 1999-12-18
Filing date: 2000-12-14
Publication date: 2004-04-20
Also published as: ITMI20002703A1; IT1319538B1; NL1016883A1; DE19961285C1

Description

Titel: Werkwijze voor het regelen van een warmtegenerator met een lucht-verbrandingsgas-geleiding.

BESCHRIJVING

Stand van de techniek

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het regelen van een warmtegenerator met een lucht-5 verbrandingsgas-geleiding, waarbij via de luchtgeleiding verse lucht uit de buitenomgeving aan een regelbare brander toegevoerd en het verbrandingsgas van de brander via de verbrandingsgasgeleiding naar de buitenomgeving afgevoerd wordt.

10 In veel gevallen kan de voor de verbranding nood zakelijke verse lucht niet direct uit de opstelruimte van de warmtegenerator onttrokken worden, maar moet via een individueel uitgevoerd buissysteem uit de buitenomgeving aangezogen worden.

15 Bij bekende warmtegeneratoren worden de voor het verbrandingsgas relevante grootheden, zoals temperatuur van het verbrandingsgas, samenstelling van het brandstof-gas, toerental van de ventilator, van de warmtegenerator voor het slechtste bedrijfsgeval ingesteld, omdat de ken- 20 nis over de uitvoering van de lucht-verbrandingsgas-gelei-ding slechts onnauwkeurig of in het geheel niet aanwezig is. De lengte van de verbrandingsgasweg, de vochtigheids-gevoeligheid en de thermische omgeving van de lucht-verbrandingsgas-geleiding zijn van geval tot geval zeer 25 verschillend en beïnvloeden het optimale bedrijf van de .· t ' H warmtegeneratop met betrekking tot rendement, emissies, H geluidsontwikkeling en verwarmingscomfort.

H Het is doel van de uitvinding, een werkwijze van H het in de inleiding genoemde type zo te verbeteren, dat H 5 bij de regeling van de warmtegenerator de thermisch- H pneumatische eigenschappen rekening gehouden kan worden met de concreet uitgevoerde luchtgeleiding.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding be- reikt, doordat tijdens een identificatie-bedrijf de 10 thermisch-pneumatische eigenschappen van de luchtgelei-· H ding bepaald en in een microcomputer opgeslagen worden, H dat tijdens het bedrijf van de warmtegenerator aan de H uitgang van de luchtgeleiding de heersende waarde van de H druk en de temperatuur van de aan de brander toegevoerde 15 verse lucht gemeten en via de microcomputer berekend wor- den rekening houdend met de opgeslagen thermisch-pneuma- H tische eigenschappen van de luchtgeleiding van de aan de ingang van de luchtgeleiding heersende druk en de aan de H ingang van de luchtgeleiding heersende temperatuur van 20 de verse lucht en dat de berekende druk en de berekende temperatuur bij de afleiding van de regelparameters voor de warmtegenerator mee gebruikt worden.

Met de in de microcomputer bij het identificatie- I bedrijf opgeslagen thermisch-pneumatische eigenschappen 25 van de luchtgeleiding kan tijdens normaal bedrijf gecon- H cludeerd worden over de aan de ingang van de luchtgelei- I ding heersende parameters van de omgevingslucht en de regeling van de warmtegenerator overeenkomstig daaraan I aangepast worden. Daarbij staan als stelgrootheden (regel- I 30 parameters) het ventilatortoerental, het ritme en de louvre-standen van de warmtegenerator ter beschikking, die aan de concreet uitgevoerde luchtgeleiding aange- I past zijn.

- 3 -

Op deze manier wordt de installatie-inspanning voor de monteur verminderd en de bedrijfswijze met betrekking tot het rendement, de emissies, de geluidsont-wikkeling en het verwarmingscomfort verbeterd, omdat 5 rekening gehouden is met de concrete omstandigheden van de luchtgeleiding bij de regeling van de warmtegenerator.

Het afleiden van de thermisch-pneumatische eigenschappen van de luchtgeleiding tijdens het identificatie-bedrijf wordt volgens een uitvoering verkregen, doordat 10 tijdens identificatie-bedrijf de drukken en de temperaturen aan de in- en uitgang van de luchtgeleiding gemeten worden en dat uit het verschil van de drukken en de temperaturen als thermisch-pneumatische eigenschappen de thermische weerstand en de warmtecapaciteit van de lucht-'15 geleiding berekend worden.

Bij een weerbestuurde regelaar, van de warmtegenera-tor wordt de heersende buitentemperatuur als meetgroot-heid tijdens het identificatie-bedrijf bij het afleiden van de thermisch-pneumatische eigenschappen van de lucht-20 geleiding gebruikt.

In plaats van de temperatuur aan de uitgang van de luchtgeleiding tijdens het bedrijf kan voor het berekenen van de thermisch-pneumatische eigenschappen van de luchtgeleiding ook de absolute vochtigheid van de verse 25 lucht gemeten worden. Onder de aanname van een constante relatieve vochtigheid van de omgevingslucht kan daaruit de aan de ingang van de luchtgeleiding heersende temperatuur worden bepaald.

De uitvinding wordt aan de hand van blokschakel-30 diagrammen voor het identificatie-bedrijf en het normale bedrijf van de warmtegenerator nader toegelicht. Hierbij toont:

Fig.l het blokschakeldiagram voor het afleiden van - : · · Jw 3-31 de thermisch-pneumatische eigenschappen van de H luchtgeleiding tijdens identificatie-bedrijf; en

Fig.2 het blokschakeldiagram voor het rekening houden met de concrete luchtgeleiding bij de rege- 5 ling van de warmtegenerator tijdens normaal bedrijf.

Zoals fig.l toont, is de warmtegenerator WE aan de H zijde van de ingang met verse lucht uit een luchtgeleiding H LF gevoed en aan de zijde van de uitgang via een verbran- H dingsgasgeleiding AGF weer met de omgevingslucht verbon- 10 den.

H Tijdens een identificatie-bedrijf worden met over- eenkomstige meetinrichtingen MEa en MEe telkens de druk pa en pe en de temperatuur Ta en Te aan de ingang en aan de uitgang van de luchtgeleiding LF gemeten. De meetwaar- 15 den worden toegevoerd aan een microcomputer pC, die uit het verschil van de drukken de thermische weerstand Rif H en uit het verschil van de temperaturen de warmtecapaci- teit Clf van de luchtgeleiding LF berekent. De berekende waarden worden in de microcomputer pC opgeslagen.

20 Is na de installatie van de warmtegenerator WE en H de lucht-verbrandingsgas-geleiding, die naast de lucht- geleiding LF een verbrandingsgasgeleiding AGF bezit, het identificatie-bedrijf uitgevoerd, kan de warmtegenera- tor WE zijn normale bedrijf uitvoeren. Zoals fig.2 toont, 25 worden daarbij door middel van de meetinrichting MEe de H heersende waarde van druk peist en temperatuur Teist aan de uitgang van de luchtgeleiding LF gemeten, kan de I microcomputer pC uit deze waarden onder gebruikmaking van de opgeslagen thermisch-preumatische waarden - thermische 30 weerstand Rif en warmtecapaciteit Clf - de concreet in de omgevingslucht heersende waarden paist en Taist van de verse lucht berekenen en daarmee rekening houden in de regel parameters rw voor de warmtegenerator WE. Daarmee is - 5 - het bedrijf niet alleen aan de concrete uitvoering van de luchtgeleiding LF, maar ook aan de gegeven omstandigheden van de omgevingslucht aangepast.

Zoals reeds opgemerkt, kan in plaats van de tempe-5 ratuur Teist ook de absolute luchtvochtigheid van de verse lucht aan de uitgang van de luchtgeleiding LF, d.w.z. aan de ingang naar de warmtegenerator WE, gemeten worden.

Onder de aanname van een constante relatieve vochtigheid van de omgevingslucht van b.v. 80% kan de microcomputer 10 pC de heersende buitentemperatuur Taist berekenen en in de regelparameters rw betrekken.

Wordt de werkwijze bij een warmtegenerator WE met weerbestuurde regeling toegepast, kan de aan de regelaar toegevoerde buitentemperatuur tijdens het identifi-15 catie-bedrijf als meetwaarde mee gebruikt worden.

Wanneer luchtgeleiding en verbrandingsgasgeleiding in relevant thermisch contact staan en over het thermische bedrijfsgedrag van de verbrandingsgasgeleiding eveneens kennis bestaat, kan deze wetenschap voor het nauwkeuriger 20 berekenen van het bedrijfsgedrag in de luchtgeleiding meegenomen worden.

Claims

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tijdens identificatie-bedrijf de drukken (pa, pe) en 25 de temperaturen (Ta, Te) aan de in- en uitgang van de I luchtgeleiding (LF) gemeten worden en dat uit het ver- I schil van de drukken (pa, pe) en de temperaturen (Ta, Te) I als thermisch-pneumatische eigenschappen de thermische I weerstand (Rif) en de warmtecapaciteit (Clf) van de lucht- I 30 geleiding (LF) berekend worden. - 7 -
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat bij een weerbestuurde regelaar van de warmte-generator (WE) de heersende buitentemperatuur als tempe-ratuur-meetgrootheid (Ta) tijdens identificatie-bedrijf 5 bij de afleiding van de thermisch-pneumatische eigenschappen van de luchtgeleiding (LF) gebruikt wordt.
4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat in plaats van de temperatuur (Teist) aan de uitgang van de luchtgeleiding (LF) tijdens bedrijf 10 de gemeten absolute vochtigheid van de verse lucht voor het berekenen van de thermisch-pneumatische eigenschappen van de luchtgeleiding (LF) gebruikt wordt.