NL1016493C2 - Samenstel van nestbare en stapelbare bakken. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Samenstel van nestbare en stapelbare bakken.

5 De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van nestbare en stapelbare bakken volgens de aanhef van conclusie 1.

Dergelijke bakken zijn bijvoorbeeld bekend uit EP-B-0 553 932. Bakken van dit type kenmerken zich door een open boven- en voorzijde, taps toelopende of verjongde onderste zijwand- en achterwanddelen, en 10 doordat ze op een geschikte wijze voorzien zijn van uitstekende draagorganen, complementaire ondersteuningselementen en complementaire sparingen. De bakken zijn met name geschikt om in gestapelde stand goederen te vervoeren, welke goederen vervolgens via de open voorzijde toegankelijk dienen te zijn zonder daartoe eerst de bakken van 15 elkaar te hoeven nemen. Nadat de bakken geleegd zijn kunnen zij in geneste toestand worden opgeslagen en teruggebracht naar het beginpunt van de distributielijn. De bakken uit EP-B-0 553 932 zijn onderling nestbaar en in een hoge en lage stapelstand stapelbaar. Hierdoor kunnen goederen van diverse formaten efficiënt vervoerd en uitgestald 20 worden.

Nadelig bij deze bekende bakken is dat de inhoud in de lage stapelstand slecht zichtbaar en toegankelijk is. Hierdoor worden de bakken hoofdzakelijk in de hoge stapelstand gebruikt. Verder is het nadelig dat de bakken van een bij elkaar horende serie slechts in één 25 afmeting zijn uitgevoerd teneinde onderling stapelbaar en nestbaar te zijn. Hierdoor komt het in de praktijk vaak voor dat goederen die per distributiepunt slechts in kleine hoeveelheden gewenst zijn, in te hoge stapelstanden dan wel in te grote bakken vervoerd en uitgestald worden. Dit is voor wat betreft het transport en het benodigde uit-30 stalvolume niet optimaal, en brengt daardoor onnodige kosten met zich mee.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel de bovengenoemde nadelen te ondervangen en in het bijzonder een samenstel van bakken te verschaffen dat geschikt is voor het efficiënt distribueren van zowel 35 grote als kleine hoeveelheden goederen, die ook in de gestapelde 10 ) . .., . .

2 stand van de bakken goed toegankelijk zijn via de open voorzijden daarvan.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een samenstel van bakken volgens conclusie 1. Het samenstel bestaat hierbij 5 uit bakken van een breed en van een smal type, waarbij de bak van het brede type in hoofdzaak tweemaal zo breed is als de bak van het smalle type. Kenmerkend voor de uitvinding is dat de bak van het brede type in het midden van de in hoofdzaak open voorzijde voorzien is van een steunpilaar. Deze steunpilaar is in een bovenste deel uitgerust 10 met twee naast elkaar gelegen hulpsteunelementen, die elk geschikt zijn voor het in een gestapelde stand ondersteunen van één van beide voorste draagorganen van een bak van het smalle type. De steunpilaar is in een verwijd onderste deel voorzien van een naar beneden toe open holling die voldoende groot is voor het daarin in een geneste 15 stand opnemen van het bovenste deel van een steunpilaar van een onder gelegen bak. Kenmerkend is verder dat de achterwand van de bak van het brede type voorzien is van twee paar achterste ondersteuningsele-menten en sparingen. Aldus is met voordeel bereikt dat twee bakken van het smalle type naast elkaar bovenop een bak van het brede type 20 kunnen worden gestapeld, zonder daarbij afbreuk te doen aan de sta-pelbaarheid en nestbaarheid van de bakken van het brede type. De bakken van het smalle type zijn op de gebruikelijke wijze onderling sta-pelbaar en nestbaar, dat wil zeggen voorste en achterste draagorganen rusten op complementaire ondersteuningselementen, dan wel zijn opge-25 nomen in complementaire sparingen van een ondergelegen bak. Bakken van het brede type kunnen op overeenkomstige wijze op elkaar gestapeld worden, waarbij de steunpilaren boven elkaar zweven. In de geneste stand van twee bakken van het brede type zorgt de naar beneden toe open holling in de steunpilaar ervoor dat de steunpilaren over 30 elkaar heen kunnen zakken, zodat deze aan het nesten niet in de weg staan. De toegankelijkheid van de inhoud van de bak van het brede type wordt in de gestapelde stand slechts minimaal beperkt door de aanwezigheid van de steunpilaar, terwijl de stijfheid niet nadelig beïnvloed wordt. Aldus is een zeer flexibel inzetbaar samenstel van 35 bakken van het stapelbare en nestbare type verkregen, welk samenstel eenvoudig naar wens kan worden samengesteld rekening houdend met de hoeveelheden te distribueren goederen.

3

In het bijzonder zijn voorste delen van de steunpilaar voorzien van twee naast elkaar gelegen hulpsparingen en is de achterwand van de bak van het brede type voorzien van twee paar van de genoemde complementaire sparingen. De hulpsparingen zijn hierbij voldoende 5 groot uitgevoerd voor het daarin in een geneste stand opnemen van de voorste steunorganen van een bak van het smalle type. Aldus wordt bereikt dat twee bakken van het smalle type in een geneste stand naast elkaar binnenin een bak van het brede type kunnen worden geplaatst .

10 Doelmatig zijn de bovenranden van de zijwanden van de bak van het smalle type voorzien van uitsnijdingen op posities alwaar zich vanaf de bodem van een bak van het brede type naar beneden toe uitstekende delen bevinden. Door deze uitsnijdingen te voorzien wordt met voordeel bereikt dat niet alleen bakken van het smalle type bo-15 venop bakken van het brede type kunnen worden gestapeld, maar dat tevens een bak van het brede type bovenop twee naast elkaar gelegen bakken van het smalle type kan worden gestapeld.

In een bijzonder uitvoeringsvorm zijn de voorste ondersteu-ningselementen van de bak van het smalle type aangebracht op pilaar-20 vormige zijwanddelen. De pilaarvormige zijwanddelen zijn hierbij zodanig uitgevoerd dat deze nestbaar zijn in de holling van een steunpilaar van een bak van het brede type. Door de overige delen van de zijwanden, dat wil zeggen de delen gelegen tussen de pilaarvormige zijwanddelen en de achterwand voldoende verlaagd uit te voeren, is 25 het nu ook mogelijk om een bak van het brede type te nesten in twee naast elkaar gelegen bakken van het smalle type. Ten opzichte van het niveau van de voorste ondersteuningselementen dient de verlaging van de zijwanddelen groter of gelijk te zijn dan het hoogteverschil tussen de geneste en gestapelde stand.

30 Verdere voorkeursuitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de af hankelijke onderconclusies 5-7.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening, waarin: fig. 1 een aanzicht is in perspectief van een bak van het bre-35 de type en een daarop gestapelde bak van het smalle type; fig. 2 een aanzicht is in perspectief van achteren gezien van de bak van het brede type in fig. 1; t U I r: : '··; ·’* 4 fig. 3 een aanzicht is in perspectief van drie in elkaar geneste bakken van het brede type; fig. 4 een aanzicht is in perspectief van twee op elkaar gestapelde bakken van het brede type; 5 fig. 5 een aanzicht is in perspectief van achteren gezien van de bak van het smalle type in fig. 1; fig. 6 een aanzicht is in perspectief van drie in elkaar geneste bakken van het smalle type; fig. 7 een aanzicht is in perspectief van twee op elkaar ge-10 stapelde bakken van het smalle type; fig. 8 een aanzicht is in perspectief van een eerste uitvoe-ringsvariant van een bak van het smalle type; fig. 9 een aanzicht is in perspectief van onderen gezien van de bak van het smalle type uit fig. 8 en een daar bovenop gestapelde 15 bak van het brede type uit fig. 1-4; en fig. 10 aanzichten in perspectief toont van een tweede uitvoe-ringsvariant van een bak van het smalle type.

Fig. 1-7 toont een samenstel van bakken van een breed type 1 en bakken van een smal type 2. Beide typen omvatten een opengewerkte 20 bodem 3, twee van handgrepen 4 voorziene zijwanden 5 en achterwand 6, en een grotendeels opengewerkte voorzijde die aan de onderkant wordt begrensd door een lage voorrand 7. De wanden 5, 6 hebben een bovenrand 8 en een evenwijdig daaraan lopende rib 9. De onderste delen 10 van de achterwand 6 en zijwanden 5 zijn vanaf de bodem 3 gezien 25 enigszins schuin naar buiten gericht.

De achterwand 6 is voorzien van naar achteren toe uitstekende achterste draagorganen 14, die hier worden gevormd door trapeziumvormige nokken. Verder is de achterwand 6 voorzien van achterste onder-steuningselementen 15, die hier worden gevormd door verdiepingen in 30 de bovenrand 8. De draagorganen 14 en ondersteuningselementen 15 liggen telkens in één lijn, waartussen tevens een achterste sparing 16 is voorzien, die hier wordt gevormd door een doorgaande rechthoekige uitsparing.

Elke zijwand 5 is in zijn voorste deel voorzien van een voors-35 te draagorgaan 20, dat hier wordt gevormd door een zich vanaf het onderste zijwanddeel 10 zijdelings uitstekende driehoekige nok. Ter plaatse van de bovenrand 8 is de zijwand 5 voorzien van een voorste ondersteuningselement 21, dat hier wordt gevormd door een vierkante . 'M.

5 omhoogstekende nok. Het draagorgaan 20 en het ondersteuningselement 21 liggen op één lijn met elkaar, waartussen een sparing 22 is voorzien met een vorm die ten minste groot genoeg is voor het daarin opnemen van het draagorgaan 20 van een boven gelegen bak in een geneste 5 stand.

De bakken van het brede type 1 zijn tweemaal zo breed uitgevoerd als de bakken van het smalle type 2. Zoals duidelijk te zien in fig. 2 en 5, zijn de bakken 1 uitgevoerd met vier achterste draagor-ganen 14, ondersteuningselementen 15 en sparingen 16, terwijl de ach-10 terwand 6 van de bak 2 is uitgevoerd met twee achterste draagorganen 14, ondersteuningselementen 15 en sparingen 16.

Kenmerkend voor het samenstel van bakken volgens de uitvinding is verder dat in het midden van de opengewerkte voorzijde van de bakken van het brede type 1 een steunpilaar 25 is voorzien. De steunpi-15 laar 25 is in zijn onderste deel voorzien van een naar beneden toe open holling, welke holling groot genoeg is voor het daarin nesten van het bovenste deel van een steunpilaar 25 van een onder gelegen bak. De steunpilaar 25 is ter hoogte van de rand 8 voorzien van twee naast elkaar gelegen hulpondersteuningselementen 26 die gelijkvormig 20 zijn uitgevoerd aan de voorste ondersteuningselementen 21 van de zijwanden 5.

De steunpilaar 25 maakt het met voordeel mogelijk dat twee bakken van het smalle type 2 naast elkaar bovenop een bak van het brede type 1 gestapeld kunnen worden. Zoals duidelijk te zien in fig. 25 1 steunt hierbij één van de beide voorste draagorganen 20 van de bak 2 af op één van beide hulpondersteuningselementen 26 van de bak 1.

Het andere voorste draagorgaan 20 van de bak 2 steunt af op één van beide voorste ondersteuningselementen 21 van de zijwand 5 van de bak 1. De beide achterste draagorganen 14 van de bak 2 steunen af in de 30 corresponderende twee achterste ondersteuningselementen 15 van de bak 1.

De bakken van het brede type 1 kunnen in een geneste stand worden gebracht (fig. 3), waarbij de steunpilaren in elkaar genest worden, en waarbij de bakken telkens met hun rib 9 afsteunen op de 35 bovenrand 8 van een onder gelegen bak. De uitstekende draagorganen 14, 20 worden in deze geneste stand opgenomen in de bijbehorende sparingen 15, 22 van een onder gelegen bak. De bakken van het brede type 1 kunnen tevens op elkaar gestapeld worden (fig. 4), waarbij de 6 steunpilaren 25 boven elkaar zweven, en waarbij de voorste en achterste draagorganen 14, 20 afsteunen op de bijbehorende voorste en achterste ondersteuningselementen 15, 21 van een onder gelegen bak. De bakken van het smalle type 2 kunnen op overeenkomstige wijze in el-5 kaar genest (fig. 6) en op elkaar gestapeld (fig. 7) worden, waarbij de steunpilaren natuurlijk ontbreken.

Met voordeel is elke steunpilaar 25 voorzien van twee naast elkaar gelegen hulpsparingen 30 met afmetingen die groter of gelijk zijn dan de voorste draagorganen 20 van een bak van het smalle type 10 2. Aldus wordt met voordeel bereikt dat een bak van het smalle type 2 niet alleen bovenop een bak van het brede type 1 gestapeld kan worden, maar tevens daarin in een geneste stand kan worden opgenomen.

De voorste ondersteuningselementen en sparingen zijn bij voorkeur opgesteld in verticale zaagtandvormen. Het voorste ondersteu-15 ningselement 21 is hierbij voorzien op een bovenste horizontaal zaag-tandvlak, terwijl de voorste sparing 22 een zaagtanduitsnijding vormt met een schuin zaagtandvlak dat uitmondt in een onderste horizontaal zaagtandvlak. Aldus is met voordeel bereikt dat bij het in elkaar nesten van twee bakken de voorste draagorganen 20 via de schuine 20 zaagtandvlakken naar de geneste stand worden geleid.

Met voordeel zijn de draagorganen 20 aan de onderzijde voorzien van een vierkante uitsparing, waarin de vierkante nokken van de voorste ondersteuningselementen 21 vormgesloten aan kunnen grijpen. Aldus wordt gewaarborgd dat de bakken in de gestapelde stand niet ten 25 opzichte van elkaar kunnen verschuiven. Door de onderste horizontale zaagtandvlakken van de sparingen 22 eveneens te voorzien van dergelijke vierkante nokken, wordt bereikt dat de bakken ook in de geneste stand niet ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven.

De hulpondersteuningselementen 26 en hulpsparingen 30 zijn bij 30 de getoonde uitvoeringsvorm gelijkvormig uitgevoerd aan de voorste ondersteuningselementen 21 en sparingen 22 van de zijwanden 5, en in het bijzonder eveneens opgesteld in verticale zaagtandvormen. Met name de onderste zaagtandvlakken van de hulpsparingen 30 hebben hierbij een belangrijke steunende functie in het geval dat een bak van 35 het smalle type 2 genest is in een bak van het brede type 1, aangezien de rib 9 op de binnenste zijwand 5 aldaar niet kan afsteunen op een bovenrand 8 van de onder gelegen bak 1.

7

In fig. 8 is een uitvoeringsvariant van een bak van het smalle type 40 weergegeven, die zich kenmerkt doordat de zijwanden 41 ter plaatse van de bovenrand zijn voorzien van uitsnijdingen 42. De uitsnijdingen 42 strekken zich hierbij uit tussen de achterwand 43 en de 5 voorste ondersteuningselementen 44. Zoals duidelijk te zien in fig. 9 maken de uitsnijdingen 42 het met voordeel mogelijk dat een bak van het brede type 1 bovenop een bak van het smalle type 40 kan worden gestapeld, waarbij een naar beneden toe uitstekend randdeel 48 van de bak 1 wordt opgenomen in de uitsnijding 42 van de bak 40.

10 Fig. 10 toont een uitvoeringsvorm van een bak van het smalle type 50 waarbij de zijwanden nog aanzienlijk verder verlaagd zijn uitgevoerd ten opzichte van de variant uit fig. 8 en 9. De voorste ondersteuningselementen 51 zijn nu aangebracht op pilaarvormige zij-wanddelen 52. De overige zijwanddelen tussen de pilaarvormige zij-15 wanddelen 52 en de achterwand 53 zijn verlaagd uitgevoerd. De hoogte van de verlaging komt overeen met het hoogteverschil tussen een geneste en een gestapelde stand, hier ongeveer de helft van de bakhoog-te. De pilaarvormige zijwanddelen 52 zijn zodanig uitgevoerd dat deze nestbaar zijn in de holling van een steunpilaar 25 van een bak van 20 het brede type 1 zoals weergegeven in fig. 1-4. Aldus is het met voordeel mogelijk dat een bak van het brede type 1 kan worden genest in twee naast elkaar geplaatste bakken van het smalle type 50.

Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn vele varianten mogelijk. Zo kunnen de draagorganen, ondersteuningselementen en sparingen 25 ook met andere vormen en afmetingen worden uitgevoerd. Verder kunnen ondersteuningselementen en sparingen op meer dan één niveau worden voorzien. De bakken worden bij voorkeur vervaardigd uit kunststof en zijn opengewerkt uitgevoerd teneinde een goede ventilatie van daarin opgeslagen goederen, bijvoorbeeld brood mogelijk te maken. De zijwan-30 den van de bakken van het brede type kunnen ook verlaagd worden uitgevoerd, dit maakt het mogelijk om bakken van het brede en smalle type desgewenst in halfsteensverband te nesten. De schuine onderste wanddelen kunnen ook trapsgewijs verjongd zijn teneinde nesten mogelijk te maken. Evenzo kan de steunpilaar ook worden uitgevoerd als 35 schuin weglopende of trapsgewijs verspringende wand die zijdelings van een doorgaande opening in de bodem is opgesteld.

Aldus is volgens de uitvinding een samenstel van bakken van een breed en van een smal type verkregen waarmee goederen efficiënt

' v > ' ' ' O «ï ' w 1 v „·> W

8 en goedkoop gedistribueerd kunnen worden, zonder daarbij afbreuk te doen aan de gewenste onderlinge stapelbaarheid en nestbaarheid.

Claims (7)

1. Samenstel van bakken die in een geneste en gestapelde stand ten opzichte van elkaar stapelbaar zijn, elke bak omvattende: 5. een bodem (3); - twee tegenover elkaar gelegen zijwanden (5); en - een achterwand (6); waarbij ten minste de onderste delen (10) van de achterwand (6) en zijwanden (5) verjongd zijn uitgevoerd dan wel vanaf de bodem (3) 10 onder een hoek naar buiten zijn gericht; waarbij de achterwand (6) voorzien is van uitstekende achterste draagorganen (14), van complementaire achterste ondersteuningselemen-ten (15) voor het in een gestapelde stand ondersteunen van achterste draagorganen (14) van een andere bak, en van complementaire achterste 15 sparingen (16) voor het in een geneste stand opnemen van achterste draagorganen (14) van een andere bak; waarbij voorste delen van de zijwanden (5) voorzien zijn van uitstekende voorste draagorganen (20) , van complementaire voorste ondersteuningselementen (21) voor het in een gestapelde stand onder-20 steunen van voorste draagorganen (20) van een andere bak, en van complementaire voorste sparingen voor het in een geneste stand opnemen van voorste draagorganen (20) van een andere bak; met het kenmerk, dat het samenstel van bakken uit bakken van een breed type (1) 25 en van een smal type (2) bestaat, waarbij een bak van het brede type (1) een in hoofdzaak twee maal zo breed bodemvlak heeft als een bak van het smalle type (2), dat de bak van het brede type (1) in het midden van het voorste deel van zijn bodem (3) voorzien is van een steunpilaar (25) met twee 30 naast elkaar gelegen hulpondersteuningselementen (26) voor het in een gestapelde stand ondersteunen van voorste draagorganen (20) van bakken van het smalle type (2), waarbij een onderste deel van de steunpilaar (25) een naar beneden toe open holling begrenst voor het in een geneste stand opnemen van een bovenste deel van een steunpilaar 35 (25) van een andere bak, en dat de bak van het brede type (1) voorzien is van twee paar achterste ondersteuningselementen (15) voor het in een gestapelde * stand ondersteunen van de achterste draagorganen (14) van twee naast elkaar gelegen bakken van het smalle type (2) .

2. Samenstel van bakken volgens conclusie 1, waarbij voorste delen 5 van de steunpilaar (25) voorzien zijn van twee naast elkaar gelegen hulpsparingen (30) en de achterwand (6) van de bak van het brede type (1) voorzien is van twee paar sparingen (16) voor het in een geneste stand opnemen van voorste respectievelijk achterste draagorganen (20, 14) van bakken van het smalle type (2) .

3. Samenstel van bakken volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zijwanden (41) van de bak van het smalle type (40) voorzien zijn van uitsnijdingen (42) voor het in de gestapelde stand opnemen van naar beneden toe uitstekende delen (48) van een bak van het brede type 15 (1).

4. Samenstel van bakken volgens conclusie 3, waarbij de voorste ondersteuningselementen (51) van de bak van het smalle type (50) zijn aangebracht op pilaarvormige zijwanddelen (52) die nestbaar zijn in 20 de holling van de steunpilaar (25) van de bak van het brede type (1), waarbij de overige zijwanddelen tussen de pilaarvormige zijwanddelen (52) en de achterwand (53) verlaagd zijn uitgevoerd, welke verlaging ten opzichte van het niveau van de voorste ondersteuningselementen (51) groter of gelijk is dan het hoogteverschil tussen de geneste en 25 gestapelde stand.

5. Samenstel van bakken volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke zijwand (5) aan de voorzijde een verticale zaagtandvorm heeft, waarvan het bovenste zaagtandvlak voorzien is van het voorste 30 ondersteuningselement (21), en waarvan de zaagtanduitsnijding de voorste sparing (22) vormt.

6. Samenstel van bakken volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hulpondersteuningselementen (26) en hulpsparingen (30) van 35 de steunpilaar (25) gelijkvormig zijn uitgevoerd aan de voorste ondersteuningselementen (21) en sparingen (22) in de zijwanden (5). * «

7. Samenstel van bakken volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij naast de geneste stand uitsluitend ondersteuningselementen (15, 21) en hulpondersteuningselementen (26) op één niveau zijn voorzien. 5 i - .