NL1012061C2 - Gordijnrailsteun. - Google Patents

Description

Titel: Gordijnrailsteun

De uitvinding heeft betrekking op een gordijnrailsteun voorzien van een lijf dat is voorzien van gordijnrailbevestigingsmiddelen die zijn ingericht voor aangrijping op een gordijnrail, waarbij het lijf is 5 voorzien van een schroefgat voor het daar doorheen steken van een schroef ter bevestiging van de gordijnrailsteun aan de muur of het plafond.

Een dergelijke gordijnrailsteun is uit de praktijk bekend. Het bezwaar van de bekende gordijnrailsteun, die in 10 het algemeen is vervaardigd uit kunststof, is dat de schroefkop van de schroef met behulp waarvan de gordijnrailsteun in de muur of het plafond is bevestigd zichtbaar is. In de praktijk bestaat behoefte aan een gordijnrailsteun zonder dit bezwaar.

15 Volgens de uitvinding wordt de in de aanhef beschreven gordijnrail-steun gekenmerkt doordat aan het lijf een deksel scharnierbaar is verbonden, zodanig dat in een geopende toestand van het deksel het schroefgat vrij ligt en dat in een gesloten stand van het deksel het 20 schroefgat is afgedekt, zodat een kop van de schroef niet zichtbaar is.

Doordat het deksel via een scharnier met het lijf is verbonden, is dit bij montage altijd direct voorhanden. Indien de gordijnrailsteun zou zijn voorzien van een los 25 deksel, is de kans groot dat degene die de gordijnrail monteert en even geen deksel voor het afdekken van de schroef bij de hand heeft het plaatsen van deze deksels achterwege laat. Juist doordat nu volgens de uitvinding het deksel scharnierbaar met het lijf is verbonden, zal de 30 monteur met een minimale inspanning de schroefkop met het deksel kunnen afdekken, zodat een uitstekend afgewerkte bevestiging van de gordijnrail wordt verkregen.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de 1012061 2 hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening verder worden verduidelijkt.

Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een aantal plafondsteunen, waarbij het deksel telkens in een 5 andere stand is weergegeven; en figuur 2 toont een soortgelijk perspectiefaanzicht van een aantal muursteunen, waarbij het deksel telkens in een verschillende stand is weergegeven.

De in figuur 1 weergegeven plafondsteun is voorzien 10 van een lijf 1 dat de vorm heeft van een in hoofdzaak rechthoekig plaatje. Verder is de plafondsteun voorzien van gordijnrailbevestigingsmiddelen 2 die aan een eerste rand la van het rechthoekige plaatje 1 zijn aangebracht. In het lijf 1 is een schroefgat 4 aangebracht voor het daar 15 doorheen steken van een schroef ter bevestiging van de gordijnrailsteun aan het plafond. Aan het lijf 1 is een deksel 6 scharnierbaar verbonden, zodanig dat in een geopende stand van het deksel 6 het schroefgat 4 vrij ligt en dat in een gesloten stand van het deksel 6 het 20 schroefgat 4 is afgedekt, zodat een kop 5 van de schroef niet zichtbaar is. De getoonde plafondsteun is vervaardigd uit kunststof. Het deksel 6 is met behulp van een filmscharnier 7 verbonden met het lijf 1. Op die wijze vormen het lijf en het deksel een integraal onderdeel. Het 25 deksel 6 is voorzien van een sluitclip 8 die is ingericht voor aangrijping in een daarmee corresponderende opening 9 in het lijf 1 voor het in de gesloten stand houden van het deksel 6. Het scharnier 7 met behulp waarvan het deksel met het lijf is verbonden bevindt zich aan een tegenover de 30 eerste rand la gelegen tweede rand lb van het rechthoekige plaatje 1.

Figuur 2 toont een gordijnrailsteun die bestemd is voor montage aan de muur. Het lijf 51 heeft in hoofdzaak de vorm van een L voorzien van een eerste been 60 en een 35 tweede been 61. Aan een vrij uiteinde van het eerste been 60 van het L-vormige lijf 51 zijn gordijnrailbevestigings- 1012061 _y" - 3 middelen 52 aangebracht. In het tweede been 62 is een schroefgat 54 aangebracht. Een deksel 56 met behulp waarvan het schroefgat 54 kan worden afgedekt is met een scharnier 57 verbonden met een vrij uiteinde van het tweede been 61.

5 Ook de muursteun is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld vervaardigd uit kunststof en het scharnier 57 is een zogenaamd filmscharnier. Verder is het deksel 56 voorzien van een sluitclip 58 die is ingericht voor aangrijping in een daarmee corresponderende opening 59 in het lijf 51 voor 10 het in de gesloten stand houden van het deksel 56.

Zowel bij de muursteun als bij de plafondsteun omvatten de gordijnrailbevestigingsmiddelen 2; 52 een aantal lippen 12, 13, 14; 62, 63, 64. Bij de onderhavige uitvoeringsvoorbeelden derhalve drie lippen. Althans één 15 van de lippen, in de onderhavige uitvoeringsvoorbeelden de middelste lippen 13; 63 zijn verend uitgevoerd, zodat een vrij uiteinde daarvan ten opzichte van de vrije uiteinden van de overige lippen 12, 14; 62, 64 verplaatsbaar is. Het vrije uiteinde van de althans ene verende lip 13; 63 is in · 20 een ontspannen toestand versprongen aangebracht ten opzichte van de vrije uiteinden van de overig lippen 12, 14; 62, 64. De lippen 12, 13, 14; 62, 63, 64 zijn in een groef 15; 65 in de gordijnrails 3; 53 brengbaar door de ten minste ene verende lip 13; 63 uit de ontspannen toestand te 25 brengen zodat de verende lip 13; 63 op één lijn met de twee buitenste lippen 12, 14; 62, 64 komt te liggen. Vervolgens kan de gordijnrails 3; 53 verder op de gordijnrailsteun worden gedrukt, waarbij de lippen in de groef 15, 65 worden geschoven en de verende lip 13; 63 achter een groefrand 30 klikt, zodat een vormgesloten verbinding ontstaat. Op die wijze wordt een stevige verbinding tussen de rails 3; 53 en de gordijnrailsteun bewerkstelligd, waarbij montage van de gordijnrail 3; 53 op de gordijnrailsteunen bijzonder eenvoudig is. Immers de gordijnrail 3; 53 kan eenvoudig op 35 de gordijnrailsteunen worden geklikt en/of geschoven.

1 0 1 2 0 6 1 4

In de onderhavige uitvoeringsvoorbeelden zijn de vrije uiteinden van de twee buitenste lippen 12, 14; 62, 64 onderling door een dwarsstaaf 16; 66 verbonden. De middelste lip 13; 63 is via de dwarsstaaf 16; 66 met het 5 lijf 1; 51 verbonden, waarbij het vrije uiteinde van de middelste lip 13; 63 zich bevindt in een in het lijf 1; 51 aangebrachte uitsparing 17; 67. Bij de onderhavige uitvoeringsvoorbeelden doet deze uitsparing 17; 67 tevens dienst als opening 9; 59 waarin de sluitclip 8; 58 van het 10 deksel 6; 56 aangrijpt.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. Zo kan in plaats van het filmscharnier 7; 57 15 ook een ander type scharnier worden toegepast, bijvoorbeeld een scharnier dat is voorzien van een scharnierpen, waarbij het deksel en het lijf aparte, met behulp van de scharnierpen met elkaar verbonden onderdelen zijn. Verder kan de gordijnrailsteun zijn vervaardigd uit een ander 20 materiaal, zoals bij voorbeeld aluminium of een dergelijk metaal. Eventueel kan in plaats van de sluitclip 8, 58 het scharnier zodanig zijn uitgevoerd dat hierin bij het verzwenken van het deksel een voorspanning optreedt, zodanig dat het deksel geneigd is twee stabiele standen aan 25 te nemen, te weten een geopende of een gesloten stand.

f012061

Claims (8)

1. Gordijnrailsteun voorzien van een lijf (1; 51)dat is voorzien van gordijnrailbevestigingsmiddelen (2; 52)die zijn ingericht voor aangrijping op een gordijnrails (3; 53), waarbij het lijf (1; 51) is voorzien van een 5 schroefgat (4; 54) voor het daar doorheen steken van een schroef ter bevestiging van de gordijnrailsteun aan de muur of het plafond, met het kenmerk, dat aan het lijf (1; 51) een deksel (6; 56) scharnierbaar is verbonden, zodanig dat in een geopende stand van het deksel (6; 56) het schroefgat 10 (4; 54) vrij ligt en dat in een gesloten stand van het deksel (6; 56) het schroefgat (4; 54) is afgedekt, zodat een kop (5) van de schroef niet zichtbaar is.

2. Gordijnrailsteun volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze is vervaardigd uit kunststof, waarbij het 15 deksel (6; 56) met behulp van een filmscharnier (7; 57) is verbonden met het lijf (1; 51).

3. Gordijnrailsteun volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het deksel (6; 56) is voorzien van ten minste één sluitclip (8; 58) die is ingericht voor aangrijping in 20 een daarmee corresponderende opening (9; 59) in het lijf (1; 51) voor het in de gesloten stand houden van het deksel (6; 56) .

4. Gordijnrailsteun volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het een plafondsteun betreft, waarbij het 25 lijf (1) de vorm heeft van een in hoofdzaak rechthoekig plaatje (1), waarbij de gordijnrailbevestigingsmiddelen (2) zich aan een eerste rand (la) van het rechthoekige plaatje (1) bevinden, waarbij het scharnier (7) met behulp waarvan het deksel (6) met het lijf (1) is verbonden zich aan een 30 tegenover de eerste rand (la) gelegen tweede rand (lb) van het rechthoekige plaatje (1) bevindt.

5. Gordijnrailsteun volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het een muursteun betreft, waarbij het 5 0 4 r) # a lijf (51) in hoofdzaak de vorm heeft van een L voorzien van een eerste been (60) en een tweede been (61), waarbij de gordijnrailbevestigingsmiddelen (52) zich aan een vrij uiteinde van het eerste been (60) van de L bevinden, 5 waarbij het schroefgat (54) is aangebracht in het tweede been (61), waarbij het scharnier (51) met behulp waarvan het deksel (56) met het lijf (51) is verbonden zich aan een vrij uiteinde van het tweede been (61) bevindt.

6. Gordijnrailsteun volgens één der voorgaande 10 conclusie, met het kenmerk, dat de gordijnrailbevestigingsmiddelen (2/ 52) een aantal lippen (12, 13, 14; 62, 63, 64) omvatten, waarbij althans één van de lippen (13; 63. verend is uitgevoerd, zodat een vrij uiteinde daarvan ten opzichte van de vrije uiteinden van de overige lippen 15 (12, 14; 62; 64) verplaatsbaar is, waarbij het vrije uiteinde van de althans ene verende lip (13; 63) in een ontspannen toestand versprongen is aangebracht ten opzichte van de vrije uiteinden van de overige lippen (12, 14; 62, 64) , waarbij de lippen (12, 13, 14; 62, 63, 64) in een 20 groef (15; 65) in de gordijnrails (3; 53) brengbaar zijn door de ten minste ene verende lip (13; 63) uit de ontspannen toestand te brengen, waarbij in de gemonteerde toestand een vormgesloten verbinding is gevormd.

7. ' Gordijnrailsteun volgens conclusie 6, met het 25 kenmerk, dat de gordijnrailbevestigingsmiddelen (42; 52) zijn voorzien van drie lippen (12, 13, 14; 62, 63, 64), waarbij de middelste lip (13; 63) de verende lip is.

8. Gordijnrailsteun volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de vrije uiteinden van de twee buitenste 30 lippen (12, 14; 62, 64) onderling door een dwarsstaaf (16; 66) zijn verbonden, waarbij de middelste lip (13, 63) via de dwarsstaaf (16; 66) met het lijf (1; 51) is verbonden, waarbij het vrije uiteinde van de middelste lip (13; 63) zich bevindt in een in het lijf (1; 51) aangebrachte 35 uitsparing (17; 67). 1012061