NL1011860C2 - Veiligheidsvoorziening en toepassingen daarvan. - Google Patents

Veiligheidsvoorziening en toepassingen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1011860C2
NL1011860C2 NL1011860A NL1011860A NL1011860C2 NL 1011860 C2 NL1011860 C2 NL 1011860C2 NL 1011860 A NL1011860 A NL 1011860A NL 1011860 A NL1011860 A NL 1011860A NL 1011860 C2 NL1011860 C2 NL 1011860C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
security
conductive
metal
safety device
characters
Prior art date
Application number
NL1011860A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Krul
Wilhelm Bernardus De Hesse
Original Assignee
Vhp Ugchelen Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1011860A priority Critical patent/NL1011860C2/nl
Application filed by Vhp Ugchelen Bv filed Critical Vhp Ugchelen Bv
Priority to EP00921171A priority patent/EP1171848B1/en
Priority to CA002367411A priority patent/CA2367411A1/en
Priority to ES00921171T priority patent/ES2188530T3/es
Priority to US09/926,356 priority patent/US6848618B1/en
Priority to AU41516/00A priority patent/AU4151600A/en
Priority to BR0009918-0A priority patent/BR0009918A/pt
Priority to AT00921171T priority patent/ATE230871T1/de
Priority to PCT/NL2000/000243 priority patent/WO2000065545A1/en
Priority to DE60001163T priority patent/DE60001163T2/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1011860C2 publication Critical patent/NL1011860C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07DHANDLING OF COINS OR VALUABLE PAPERS, e.g. TESTING, SORTING BY DENOMINATIONS, COUNTING, DISPENSING, CHANGING OR DEPOSITING
    • G07D7/00Testing specially adapted to determine the identity or genuineness of valuable papers or for segregating those which are unacceptable, e.g. banknotes that are alien to a currency
    • G07D7/01Testing electronic circuits therein

Description

Korte aanduiding: Veiligheidsvoorziening en toepassingen daarvan.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsvoorziening voor toepassing als beveiliging in substraten, zoals veiligheids- en waardedocumenten, veiligheids-, waarde-en bankbiljettenpapier e.d., welke veiligheidsvoorziening een 5 niet-geleidende kunststofdrager omvat, waarop tenminste twee op afstand van elkaar gelegen geleidende gebieden zijn voorzien.
Een dergelijke veiligheidsvoorziening in de vorm van een veiligheidsdraad is bijvoorbeeld bekend uit WO 95/26884. Bij deze bekende veiligheidsdraad, die een kunststofdraad als 10 drager met daarop een metaallaag omvat, zijn loodrecht op de lengterichting van de draad onderbrekingen in de metaallaag aangebracht, zodat de aldus gevormde geleidende metaaldelen elektrisch van elkaar geïsoleerde gebieden vormen. Deze metaaldelen vormen samen met de onderbrekingen een soort streepcode, 15 die met specifiek daarvoor ontwikkelde detectoren leesbaar is. Daarnaast is deze veiligheidsvoorziening ook machinaal aantoonbaar vanwege de geleidende eigenschappen van de metaalgebieden.
Een soortgelijke veiligheidsdraad is ook reeds uit GB-A-1353244 bekend. Bij deze bekende veiligheidsvoorziening is 20 eveneens de metalen deklaag, die op een of beide zijden van een kunststofdraad aanwezig is, op regelmatige wijze onderbroken. Wanneer een tweezijdige metaallaag is voorzien, kan de positie van de onderbrekingen zodanig worden gekozen, dat een patroon van elkaar gedeeltelijk overlappende metaalgebieden wordt 25 gevormd. Een dergelijk patroon kan op specifieke wijze worden aangetoond.
Naast bovengenoemde machinaal aantoonbare functies, die als verborgen kenmerken kunnen worden beschouwd, fungeert de gemetalliseerde kunststofdraad ook als publiekskenmerk. Derge-30 lijke veiligheidsdraden vertonen namelijk een optisch effect, dat in het vak als "optically variable effect" wordt aangeduid. Dit effect berust op het feit dat een gemetalliseerde draad, wanneer deze in een papiermassa is opgenomen, een reflectie vertoont, die zich weinig onderscheidt van de reflectie van de 35 papiermassa zelf. De aanwezigheid van de draad valt zodoende in gereflecteerd licht nauwelijks op. In transmissie (doorval- 1011860 - 2 - lend)-licht manifesteert de draad zich echter als een duidelijk waarneembare donkere streep. Dit effect is met bestaande kopieertechnieken niet gemakkelijk na te bootsen door vervalsers.
5 De hierboven besproken machinaal detecteerbare eigenschap pen zijn gebaseerd op de normale geleidingseigenschappen van de geleidende delen van de draad. Dit geleidend gedrag is echter vrij eenvoudig te imiteren door een geleidend materiaal op de juiste positie aan te brengen, waarvoor vele materialen in 10 aanmerking komen, zoals bijvoorbeeld op metaal gebaseerde drukinkten en -pasta's. Zelfs de eenvoudigste imitatie van een geheel verborgen gemetalliseerde kunststof veiligheidsdraad, namelijk een (vage) potloodstreep, vertoont geleiding, daar grafiet een goede geleider is. Ook de vensteruitvoeringsvorm 15 van een gemetalliseerde veiligheidsdraad, zoals onder meer bekend uit GB-A-1 552 853, EP-A-0 059 056 en DE-A-19 70 604.9, is te imiteren, bijvoorbeeld door het zogeheten "pragen" van een metaalfolie op een bankbiljet. Deze imitaties kunnen een elektrisch geleidingsgedrag vertonen, dat overeenkomt met dat 20 van de metaalbevattende veiligheidsdraad, afhankelijk van de gebruikte meetmethode. In de praktijk biedt derhalve geleiding, als machinaal aantoonbare eigenschap van de veiligheidsdraad, slechts een eenvoudig beveiligingskenmerk.
Daarnaast is bekend dat meting van de geleiding over 25 langere afstanden problemen oplevert bij een draad met slechts op een zijde daarvan een metaallaag als gevolg van de aanwezigheid van breuken in het metaal. Dergelijke breuken kunnen ontstaan als gevolg van de vervaardigingswijze, bijvoorbeeld de opname van de draad in bijvoorbeeld een papieren substraat, en 30 als gevolg van dagelijks gebruik. De kans op het ontstaan van breuken is nog groter bij een veiligheidsdraad volgens EP-A-0 319 157, waarbij in een continue metaallaag tekens, karakters e.d. zijn voorzien in de vorm van (metaal-vrije) uitsparingen, die door relatief smalle metaaldelen zijn omgeven. Deze smalle 35 metaaldelen zijn extra gevoelig voor breuk.
Verder zijn ook veiligheidsdraden bekend, waarin geleidende kunststoffen worden toegepast. Voorbeelden daarvan zijn in EP-A-0 330 733 en EP-A-0 753 623 beschreven.
De onderhavige uitvinding heeft ten doel een veiligheids-40 voorziening te verschaffen, waarin de beveiligingsmogelijkheden 101 1860 - 3 - zijn uitgebreid.
Bij de veiligheidsvoorziening volgens de onderhavige uitvinding van het hierboven beschreven type zijn de tenminste twee op afstand van elkaar gelegen geleidende gebieden elek-5 trisch met elkaar verbonden door middel van tenminste een diodeverbinding met een vooraf bepaalde doorlaatrichting.
Bij de veiligheidsvoorziening volgens de onderhavige uitvinding, die toegepast kan worden in bijvoorbeeld papieren substraten, zoals veiligheids- en waardedocumenten, veilig-10 heids-, waarde- en bankbiljettenpapier, wordt gebruik gemaakt van halfgeleiderovergangen tussen geleidende "eilanden" op goed gedefinieerde posities van de veiligheidsvoorziening, en bij toepassing op goed gedefinieerde posities in of op het substraat. Dergelijke overgangen kunnen niet worden nagebootst 15 door vervalsers door het simpel aanbrengen van geleidende metaaldelen op het substraat.
In tegenstelling tot de tot nu toe bekende veiligheidsvoorzieningen zoals veiligheidsdraden, waarin bij de echtheids-beoordeling slechts de af- of aanwezigheid van geleidende delen 20 wordt bepaald, wordt bij de echtheidsbeoordeling van de veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding de richting van de geleiding bepaald.
Opgemerkt wordt, dat bij de onderhavige uitvinding in de veiligheidsvoorziening geen volledige geïntegreerde schakeling 25 wordt toegepast, zoals deze in een IC aanwezig is, doch gebruik wordt gemaakt van de specifieke functionaliteit van diodever-bindingen, waaronder de voor dioden specifieke doorlaat-respectievelijk sperrichting en de in de elektronica in het algemeen als hinderlijk ervaren, hogere harmonischen, die 30 gemeten kunnen worden na het aanbieden van een bepaalde fre-guentie aan een diode.
In dit verband wordt opgemerkt dat in de onderhavige beschrijving onder "papier" een product dient te worden verstaan, welk product uit natuurlijke vezels, geheel bestaande 35 uit natuurlijke polymeren, uit natuurlijke vezels vermengd met synthetische vezels, of uit alleen synthetische polymeren is vervaardigd. Synthetische polymeren worden tegenwoordig toegepast voor de vervaardiging van volledig "plastic" veiligheids-papier, bankbiljetten e.d.
40 Verder worden onder de term "substraat" matrices verstaan, 1011860 - 4 - die op de hierboven genoemde materialen zijn gebaseerd, die als basis voor de productie van veiligheidsdocumenten, bankpapier e.d. kunnen worden gebruikt.
De veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding kan elke 5 vorm aannemen, bijvoorbeeld een folie, een veiligheidsdraad, een optisch actieve structuur zoals een "stripe".
De basisuitvoeringsvorm van de veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding omvat twee op afstand van elkaar gelegen geleidende gebieden, aangebracht op een niet-geleidende kunst-10 stofdrager, die door middel van een richtingsspecifieke component met elkaar zijn verbonden. De doorlaatrichting, en dus ook de sperrichting, dient van te voren bekend te zijn, zodat de veiligheidsvoorziening met de juiste oriëntatie op of in het substraat kan worden aangebracht, en bij de echtheidsbeoorde-15 ling de geleidingsrichting(en) worden gemeten.
Voorkeursuitvoeringsvormen van de veiligheidsvoorziening volgens de onderhavige aanvrage zijn in de onderconclusies gedef inieerd.
Als halfgeleidermaterialen voor de bij de uitvinding 20 toegepaste diodeverbindingen komen de anorganische halfgeleidermaterialen in aanmerking, bijvoorbeeld de klassieke (silicium) diode met een p-n overgang. Daarnaast kunnen de organische halfgeleiderpolymeren worden genoemd, bij voorkeur in de vorm van de zogeheten MISFET-diode. De keuze voor een bepaald type 25 halfgeleidermateriaal zal onder meer afhankelijk zijn van het substraat, waarin de veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding wordt opgenomen, alsmede het beoogde gebruik van het substraat.
De klassieke diode uit anorganisch halfgeleidermateriaal 30 dient op een voldoend sterke ondergrond/drager te worden aangebracht, daar de mechanische belastbaarheid gering is als gevolg van de intrinsieke broosheid van het anorganische materiaal. Derhalve is een veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding van een dergelijk type minder geschikt voor toepas-35 singen, waarbij de mechanische belasting door gebruik groot is en/of de dikte gering dient te zijn, zoals in bankbiljetten, waarvan de maximale dikte ongeveer 100 micrometer bedraagt. Voor andere toepassingen, waar mechanische belasting en/of dikte nauwelijks een rol spelen, zoals in een kaft, omslag of 40 substraat, dat van zichzelf voldoende dik is, zodat de veilig- 1011860 - 5 - heidsvoorziening gemakkelijk in de papiermassa kan worden geïntegreerd, kan een anorganische diode bevattende veiligheidsvoorziening wel op doelmatige wijze worden gebruikt.
De hierboven beschreven bezwaren van de dikte en mechani-5 sche belastbaarheid van de anorganische diode treden niet op wanneer de diode uit organische polymere halfgeleidermaterialen wordt vervaardigd. Kreuken en vouwen, zoals bij gebruikte bankbiljetten, tasten de integriteit van een uit organisch polymeer halfgeleidermateriaal niet aan. Bovendien kunnen 10 dergelijke dioden op een niet-geleidende kunststofdrager worden aangebracht, waarbij de totale dikte van de veiligheidsvoorziening in hoofdzaak wordt bepaald door de dikte van de drager. Aldus kan de dikte op eenvoudige wijze worden aangepast aan de dikte van het omringende substraat. Een dergelijke veiligheids-15 voorziening bezit een unieke combinatie van eigenschappen, namelijk een goede mechanische belastbaarheid en geleidbaarheid met een specifieke richtingsafhankelijkheid. Daarnaast liggen de kosten van een dergelijke veiligheidsvoorziening op een acceptabel nivo. In het algemeen zal een uit organische halfge-20 leidende polymeren vervaardigde diode door een chemisch inerte beschermingslaag worden afgeschermd teneinde tijdens gebruik de functionaliteit van de dioden te handhaven.
De veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld een veiligheids-draad, kan een of meer diodeverbindingen bezitten. De voorzie-25 ning of delen daarvan vertonen een richtingsafhankelijke geleiding. De geleidingsrichting kan per draad een aantal malen wisselen, afhankelijk van het betreffende deel van de draad en dus van de sperrichting van de diode in het draadsegment, dat op dat moment gemeten wordt. Wanneer dergelijke overgangen 30 worden aangebracht in een gemetalliseerde draad, lijkt deze op het eerste gezicht op een simpele veiligheidsdraad met daarin een of meer al dan niet duidelijk waarneembare onderbrekingen in de metaallaag. Met voordeel verlopen deze onderbrekingen van de ene lange zijde van een draad naar de ander lange zijde, bij 35 voorkeur loodrecht op de lengterichting van de draad; andere manieren van isoleren van de opeenvolgende geleidende delen zijn echter ook mogelijk.
Begrepen zal worden dat de op afstand van elkaar gelegen geleidende gebieden van de veiligheidsvoorziening volgens de 40 uitvinding, die door middel van richtingsafhankelijke geleiders 1011860 - 6 - met elkaar zijn verbonden, niet alleen uit metaal kunnen zijn vervaardigd, maar tevens uit metaal en geleidende polymeren of alleen uit geleidende polymeren. Indien geleidende gebieden van zowel metaal als polymeer aanwezig zijn, kunnen deze gebieden 5 elkaar (gedeeltelijk) overlappen.
Bij voorkeur zijn per diodeverbinding tussen geleidende gebieden meerdere dioden aanwezig, zodat wanneer een diode onverhoopt uitvalt het richtingsspecifieke geleidingsgedrag van de veiligheidsvoorziening of delen daarvan niet verloren gaat. 10 Bij een uitvoeringsvorm van de veiligheidsvoorziening zijn op de niet-geleidende kunststofdrager een aantal geleidende gebieden aanwezig, die in serie met elkaar zijn verbonden door middel van per overgang tenminste een diodeverbinding met een vooraf bepaalde doorlaatrichting.
15 Een diodeverbinding kan een aantal gelijkgerichte identie ke dioden omvatten. Bij een andere variant omvat de diodeverbinding een ongelijk aantal tegengesteld gerichte, identieke dioden.
De richting van de geleiding bij een gegeven verbinding 20 tussen geleidende gebieden via de diode is een meetbaar echt-heidskenmerk. Aldus is het mogelijk de veiligheidsvoorziening te voorzien van een binaire code, waarbij de geleidingsrichting naar een gegeven kant een nul (0) voorstelt en de tegengestelde geleidingsrichting een één (1) voorstelt. Bij deze wijze van 25 codering is de richting van de geleiding derhalve bepalend. Aanvullend kan ook de lengte van de afzonderlijke geleidende delen tussen de overgangen bij het beoordelingsalgortime worden opgenomen, welk algoritme voor de echtheidsbeoordeling wordt toegepast, door aan de lengte van een in één richting geleidend 30 gebied een bepaalde waarde toe te kennen, waardoor een extra code ontstaat.
Wanneer de veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld in de vorm van een veiligheidsdraad, in bankbiljetten is opgenomen, biedt het vooraf bekende richtingsafhankelijke geleidingsgedrag 35 tevens de mogelijkheid om de oriëntatie van de biljetten te bepalen. Een dergelijke oriëntatiebepaling kan gunstig zijn bij sorteerwerkwijzen en -inrichtingen, waarbij de biljetten met vier oriëntaties kunnen worden aangeboden.
De richting van de geleiding in de veiligheidsvoorziening 40 volgens de onderhavige uitvinding kan worden gemeten via een 1011860 - 7 - directe contactmeting, of op afstand via capacitatieve of inductieve koppeling, zoals de vakman zal begrijpen. Bij een directe meting van de geleidingsrichting zal de veiligheidsvoorziening zijn voorzien van direct bereikbare elektrische 5 uitleescontacten, bij voorkeur in de vorm van goed geleidende metaalconctacten, die zijn vervaardigd uit metalen, die niet gemakkelijk een isolerend metaaloxide vormen. Oxidevorming speelt geen rol bij uitleescontacten, die uit geleidende polymeren zijn vervaardigd. Daarentegen is bij die materialen 10 de kans op mechanische beschadiging als gevolg van het uitlezen groter, hetgeen tot gebrekkig geleidende uitleescontacten aanleiding kan geven.
Contactloze uitlezing heeft derhalve de voorkeur, omdat daarbij de bovengenoemde problemen niet optreden; op deze wijze 15 kunnen de in de veiligheidsvoorziening verborgen richtings-afhankelijke geleidingsovergangen ook goed gemeten worden. Voor veiligheidsvoorzieningen volgens de onderhavige uitvinding, die in of op waarde-, veiligheids- en bankbiljettenpapier worden toegepast, heeft contactloze uitlezing door middel van een 20 capacitatief gekoppeld systeem vanwege de geringe dikte van het substraat de voorkeur. Het voorwerp dient dan van zeer dichtbij te worden onderzocht. Een inductief systeem biedt de mogelijkheid tot koppeling op grotere afstand, hetgeen bij substraten met voldoende dikte kan worden toegepast. Voor substraten met 25 dikten tot aan ongeveer 100 micrometer heeft echter capicatieve meting vooralsnog de voorkeur, daar bij inductieve meting de daarvoor benodigde spoel in het substraat niet in een goede verhouding staat tot de dikte van het substraat en bovendien een esthetisch probleem kan vormen.
30 De veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding kan ook met reeds bestaande beveiligingskenmerken worden gecombineerd. De voorziening kan zijn voorzien van kenmerkende kleur- of fluorescentie-eigenschappen. Deze aanvullende aspecten kunnen in de (transparante) kunststofdrager worden ingebracht of 35 kunnen integraal in de geleidende gebieden, bijvoorbeeld uit organische polymeer, zijn opgenomen zonder dat de geleidbaarheid daarvan wordt aangetast. De gekleurde en/of fluorescente verbindingen kunnen ook op de niet van geleidende gebieden voorziene zijde van de drager, of als afzonderlijke laag onder 40 of boven de geleidende gebieden zijn aangebracht. Combinaties 1011860 - 8 - daarvan zijn eveneens mogelijk.
Indien de geleidende gebieden uit metaal bestaan, kunnen deze met voordeel volledig door metaal omgeven karakters, zoals tekens, letters en cijfers omvatten, welke karakters zelf vrij 5 zijn van metaal, doch desgewenst kunnen bestaan uit onderliggend transparant geleidend polymeer. In het laatste geval is er dan sprake van enige overloop tussen metaal en polymeer. Dergelijke karakters kunnen hetzij met het blote oog, hetzij door vergroting zichtbaar zijn. Met het blote oog waarneembare 10 karakters vormen een publiekskenmerk, terwijl niet met het blote oog zichtbare karakters als machinaal leesbaar kenmerk kunnen dienen.
Bij een alternatieve uitvoeringsvorm vormen de metalen geleidende gebieden zelf een of meer karakters die door middel 15 van dioden met elkaar zijn verbonden.
De geleidende gebieden van organische polymeren kunnen met voordeel met zogeheten "microprint'' bedrukt worden.
De uitvinding heeft tevens betrekking op bankbiljettenpapier en waardedocumenten, die een veiligheidsvoorziening in het 20 bijzonder een veiligheidsdraad volgens de uitvinding omvatten.
De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin:
Fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een substraat voorzien van een veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding 25 in de vorm van een veiligheidsdraad en folie is;
Fig. 2 een bovenaanzicht van een veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding is;
Fig. 3 een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een veiligheidsdraad volgens de uitvinding is; en 30 Fig. 4 een langsdoorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een veiligheidsdraad volgens de uitvinding is.
Fig. 5 een bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van een veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding toont en
Fig. 6 een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm 35 van een veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding toont.
In fig. 1 is een papieren substraat 1 aangeduid met verwijzingscijfer 1. In de papiermassa is in vensters 2 een veiligheidsdraad 3 zichtbaar, die in de breedterichting b van het substraat 1 is opgesteld. Op een van de hoeken van het 40 substraat 1 is verder een bloemvormige veiligheidsvoorziening 1011860 - 9 - 4, bestaande uit een dunne folie die al dan niet voorzien kan zijn van optisch actieve structuren of reflecties, volgens de uitvinding aangebracht. De structuren van de veiligheidsdraad 3 en veiligheidsvoorziening 4 worden hierna aan de hand van de 5 overige figuren nader uitgelegd.
Het gedeelte van een veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding, dat in fig. 2 is weergegeven, omvat een niet-geleidende kunststofdrager 5 met in dit geval twee of afstand van elkaar geleidende (metaal)gebieden 6. Deze gebieden 6 zijn 10 elektrisch met elkaar verbonden door middel van een diode 7. In de weergegeven situatie is de doorlaatrichting van links naar rechts.
Bij de in fig. 3 weergegeven veiligheidsdraad zijn op de niet-geleidende drager 5 een aantal geleidende (metaal)gebieden 15 6 met gelijke lengte voorzien, die door middel van dioden 7 met elkaar zijn verbonden. In de weergegeven situatie wisselt de doorlaatrichting van opeenvolgende diodeverbindingen zich af.
Bij een eerste variant op de in fig. 3 weergegeven veiligheidsdraad bezitten de geleidende gebieden 6 een verschillende 20 lengte, waaraan een bepaalde waarde kan worden toegekend, die in het beoordelingsalgoritme kan worden opgenomen. Bij een tweede variant op de in fig. 3 weergegeven veiligheidsdraad bezitten de geleidende gebieden 6 dezelfde lengte, doch zijn de gebieden op een zich repeterende wijze verbonden door achter-25 eenvolgens twee gelijkgerichte dioden en een tegengesteld gerichte diode, zodat in zijn geheel genomen de gebieden die in een bepaalde richting geleiden groter zijn dan de delen die in tegengestelde richting geleiden.
Fig. 4 toont een doorsnede van een verdere uitvoeringsvorm 30 van een veiligheidsdraad volgens de uitvinding waarbij op de dioden 7 en geleidende gebieden 6 een niet-transparante deklaag 8 is voorzien, zodat zowel in reflecterend als doorvallend licht de draad als een doorgaande ononderbroken lijn zichtbaar is.
35 Bij het in fig. 5 weergegeven deel van een uitvoeringsvorm van een veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding, die de vorm van een veiligheidsdraad, een optisch actief element, zoals een zogeheten "stripe" (een (gemetalliseerde) optisch actieve structuur in de vorm van een relatief brede strook, die 40 op het te beschermen voorwerp is bevestigd) kan bezitten, zijn 1011860 - 10 - daarvan een viertal op afstand van elkaar gelegen geleidende gebieden 6a-6d weergegeven, die door middel van diodeverbindin-gen 7a-d met elkaar zijn verbonden. Het totaal van deze verbindingen geeft een voor deze veiligheidsvoorziening uniek gelei-5 dingspatroon, gebaseerd op het onderliggende ontwerp van geleidingsinrichtingen. Met verwijzingscijfer 7e is een verdere diodeverbinding aangeduid, die gebied 6a met 6d verbindt. Het in fig. 5 weergegeven deel kan in de veiligheidsvoorziening zich herhalen, of zijn afgewisseld met anders gecodeerde 10 schakelingen.
Fig. 6 toont een verdere uitvoeringsvorm van een veiligheidsvoorziening volgens de uitvinding in de vorm van een draadvormige structuur, waarbij de geleidende gebieden 6e-f de vorm van in dit geval letters hebben, welke letters binnen één 15 gebied 6e respectievelijk 6f zijn verbonden door een strook geleidend materiaal 6g. Het geleidend materiaal van enerzijds de letters 6e en 6f kan al dan niet gelijk zijn aan het geleidend materiaal van de strook 6g. Bij voorkeur zijn de letters, (die ook tekens etc. kunnen zijn) uit metaal vervaardigd, zodat 20 ook het optische variabele effect aanwezig is.
Bij de folie 4 uit fig. 1 en een niet-weergegeven stripe kunnen de onderbrekingen en de diodeverbindingen al dan niet zichtbaar zijn met het blote oog.
25 101 I860

Claims (15)

1. Veiligheidsvoorziening voor toepassing als beveiliging in substraten, zoals veiligheids- en waardedocumenten, veiligheids-, waarde- en bankbiljettenpapier e.d., welke veiligheidsvoorziening een niet-geleidende kunststofdrager omvat, waarop 5 tenminste twee op afstand van elkaar gelegen geleidende gebieden zijn voorzien, met het kenmerk dat de tenminste twee op afstand van elkaar gelegen geleidende gebieden (6) elektrisch met elkaar zijn verbonden door middel van tenminste een diode-verbinding met een vooraf bepaalde doorlaatrichting.
2. Veiligheidsvoorziening volgens conclusie 1, met het kenmerk dat op de niet-geleidende kunststofdrager (5) een aantal geleidende gebieden (6) aanwezig zijn, die in serie met elkaar zijn verbonden door middel van tenminste een diodever-binding met een vooraf bepaalde doorlaatrichting.
3. Veiligheidsvoorziening volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat een diodeverbinding een aantal gelijkgerichte identieke dioden (7) omvat.
4. Veiligheidsvoorziening volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat een diodeverbinding een ongelijk aantal tegenge- 20 steld gerichte, identieke dioden (7) omvat.
5. Veiligheidsvoorziening volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een of meer dioden (7) van een diodeverbinding uit organische halfgeleiderpolymeren of anorganische halfgeleidermaterialen is/zijn vervaardigd.
6. Veiligheidsvoorziening volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de niet-geleidende drager (5) een kunststofdraad is.
7. Veiligheidsvoorziening volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de veiligheidsvoorziening is 3. gekozen uit een folie (4) , een veiligheidsdraad (3) of een optisch actieve structuur zoals een stripe.
8. Veiligheidsvoorziening volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de geleidende gebieden (6) uit metaal bestaan, waarbij deze metaalgebieden volledig door 35 metaal omgeven karakters omvatten, welke karakters zelf vrij zijn van metaal.
9. Veiligheidsvoorziening volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het metaal van de metaalgebie- 101 1860 - 12 - den (6) de vorm van karakters heeft.
10. Veiligheidsvoorziening volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat de karakters een repeterend patroon vormen.
11. Veiligheidsvoorziening volgens een van de voorgaande 5 conclusies 1-7, met het kenmerk dat de geleidende gebieden (6) uit organische geleidende polymeren zijn vervaardigd.
12. Veiligheidsvoorziening volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de uit organisch geleidende polymeren bestaande geleidende gebieden (6) zijn bedrukt met kleine karakters uit 10 een drukmedium.
13. Veiligheidsvoorziening volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de geleidende gebieden (6) uit organische polymeren en metaal zijn opgebouwd.
14. Bankbiljettenpapier, omvattende een veiligheidsvoorziening 15 (4) volgens een van de conclusies 1-13.
15. Waardedocument, omvattende een veiligheidsvoorziening (4) volgens een van de voorgaande conclusies 1-13. 1011860
NL1011860A 1999-04-22 1999-04-22 Veiligheidsvoorziening en toepassingen daarvan. NL1011860C2 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011860A NL1011860C2 (nl) 1999-04-22 1999-04-22 Veiligheidsvoorziening en toepassingen daarvan.
CA002367411A CA2367411A1 (en) 1999-04-22 2000-04-14 Security facility and uses thereof
ES00921171T ES2188530T3 (es) 1999-04-22 2000-04-14 Dispositivo de seguridad y usos del mismo.
US09/926,356 US6848618B1 (en) 1999-04-22 2000-04-14 Security facility and uses thereof
EP00921171A EP1171848B1 (en) 1999-04-22 2000-04-14 Security facility and uses thereof
AU41516/00A AU4151600A (en) 1999-04-22 2000-04-14 Security facility and uses thereof
BR0009918-0A BR0009918A (pt) 1999-04-22 2000-04-14 Dispositivo de segurança e utilização do mesmo
AT00921171T ATE230871T1 (de) 1999-04-22 2000-04-14 Sicherheitsanordnung und ihre verwendungen
PCT/NL2000/000243 WO2000065545A1 (en) 1999-04-22 2000-04-14 Security facility and uses thereof
DE60001163T DE60001163T2 (de) 1999-04-22 2000-04-14 Sicherheitsanordnung und ihre verwendungen

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011860A NL1011860C2 (nl) 1999-04-22 1999-04-22 Veiligheidsvoorziening en toepassingen daarvan.
NL1011860 1999-04-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011860C2 true NL1011860C2 (nl) 2000-10-24

Family

ID=19769060

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011860A NL1011860C2 (nl) 1999-04-22 1999-04-22 Veiligheidsvoorziening en toepassingen daarvan.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US6848618B1 (nl)
EP (1) EP1171848B1 (nl)
AT (1) ATE230871T1 (nl)
AU (1) AU4151600A (nl)
BR (1) BR0009918A (nl)
CA (1) CA2367411A1 (nl)
DE (1) DE60001163T2 (nl)
ES (1) ES2188530T3 (nl)
NL (1) NL1011860C2 (nl)
WO (1) WO2000065545A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7216808B2 (en) * 2004-10-28 2007-05-15 Pitney Bowes Inc. Method for a user to answer questions or queries using electrical contacts
DE102006036286A1 (de) * 2006-08-03 2008-02-14 Giesecke & Devrient Gmbh Sicherheitselemente für Antennen
EP1923822A1 (fr) * 2006-11-09 2008-05-21 Gemplus Procédé de réalisation d'un élément de circuit électrique ou électronique sécurisé, élément obtenu et support intégrant ledit élément
DE102015102731A1 (de) 2015-02-25 2016-08-25 Ovd Kinegram Ag Mehrschichtkörper und Sicherheitsdokument

Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1970604U (de) 1967-06-03 1967-10-19 Licentia Gmbh Aufsetzschiene zum abdecken der zahnkoepfe elektrischer maschinen beim einbringen der wicklung.
GB1353244A (en) 1970-02-17 1974-05-15 Sodeco Compteurs De Geneve Security paper
GB1552853A (en) 1976-09-24 1979-09-19 Bank Of England Authentication devices
EP0019191A1 (de) * 1979-05-16 1980-11-26 BROWN, BOVERI & CIE Aktiengesellschaft Mannheim Sicherheitspapier
EP0059056A1 (en) 1981-02-19 1982-09-01 Portals Limited Method for making a fibrous sheet
EP0319157A2 (en) 1987-12-04 1989-06-07 Portals Limited Security paper for bank notes and the like
EP0330733A1 (de) 1988-03-04 1989-09-06 GAO Gesellschaft für Automation und Organisation mbH Sicherheitselement in Form eines Fadens oder Bandes zur Einbettung in Sicherheitsdokumente sowie Verfahren zur Herstellung desselben
US4870260A (en) * 1985-08-21 1989-09-26 Lgz Landis & Gyr Zug Ag Method and apparatus for validating valuable documents
US5255129A (en) * 1989-09-22 1993-10-19 Jones Philip B Magnetic code reader with adjustable thresholds
EP0753623A2 (en) 1995-07-14 1997-01-15 MANTEGAZZA ANTONIO ARTI GRAFICHE S.r.l. Security sheet, particularly of the type that includes an electrically conducting element
EP0905657A1 (en) * 1997-09-23 1999-03-31 STMicroelectronics S.r.l. Currency note comprising an integrated circuit

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB552853A (en) 1941-10-23 1943-04-28 Norman Henry Rosedale Improvements relating to pocket igniters
US4652015A (en) * 1985-12-05 1987-03-24 Crane Company Security paper for currency and banknotes
US5161829A (en) * 1990-04-12 1992-11-10 James River Corporation Of Virginia Security paper and method of manufacturing the same
DE4136877C2 (de) * 1991-11-09 1994-05-05 Rolf Nied Schaltvorrichtung und Verfahren zum Erkennen von eindringenden, elektrisch leitenden Medien in der Eingangsbeschaltung von Schaltverstärkern
US5486022A (en) 1994-04-04 1996-01-23 Crane & Co., Inc. Security threads having at least two security detection features and security papers employing same
CA2175261A1 (en) * 1995-05-24 1996-11-25 Jonathan Burrell Detection of authenticity of security documents
DE19706049A1 (de) 1997-02-07 1998-08-13 Bundesdruckerei Gmbh Verfahren zur Herstellung eines Wertpapieres mit Fenster-Sicherheitsfaden

Patent Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1970604U (de) 1967-06-03 1967-10-19 Licentia Gmbh Aufsetzschiene zum abdecken der zahnkoepfe elektrischer maschinen beim einbringen der wicklung.
GB1353244A (en) 1970-02-17 1974-05-15 Sodeco Compteurs De Geneve Security paper
GB1552853A (en) 1976-09-24 1979-09-19 Bank Of England Authentication devices
EP0019191A1 (de) * 1979-05-16 1980-11-26 BROWN, BOVERI & CIE Aktiengesellschaft Mannheim Sicherheitspapier
EP0059056A1 (en) 1981-02-19 1982-09-01 Portals Limited Method for making a fibrous sheet
US4870260A (en) * 1985-08-21 1989-09-26 Lgz Landis & Gyr Zug Ag Method and apparatus for validating valuable documents
EP0319157A2 (en) 1987-12-04 1989-06-07 Portals Limited Security paper for bank notes and the like
EP0330733A1 (de) 1988-03-04 1989-09-06 GAO Gesellschaft für Automation und Organisation mbH Sicherheitselement in Form eines Fadens oder Bandes zur Einbettung in Sicherheitsdokumente sowie Verfahren zur Herstellung desselben
US5255129A (en) * 1989-09-22 1993-10-19 Jones Philip B Magnetic code reader with adjustable thresholds
EP0753623A2 (en) 1995-07-14 1997-01-15 MANTEGAZZA ANTONIO ARTI GRAFICHE S.r.l. Security sheet, particularly of the type that includes an electrically conducting element
EP0905657A1 (en) * 1997-09-23 1999-03-31 STMicroelectronics S.r.l. Currency note comprising an integrated circuit

Also Published As

Publication number Publication date
CA2367411A1 (en) 2000-11-02
EP1171848B1 (en) 2003-01-08
ES2188530T3 (es) 2003-07-01
ATE230871T1 (de) 2003-01-15
US6848618B1 (en) 2005-02-01
AU4151600A (en) 2000-11-10
BR0009918A (pt) 2002-01-15
EP1171848A1 (en) 2002-01-16
DE60001163D1 (de) 2003-02-13
WO2000065545A1 (en) 2000-11-02
DE60001163T2 (de) 2003-10-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1008929C2 (nl) Uit papier vervaardigd substraat voorzien van een geïntegreerde schakeling.
ES2199846T3 (es) Señal de seguridad variable opticamente.
US5639126A (en) Machine readable and visually verifiable security threads and security papers employing same
KR100191417B1 (ko) 적어도 두개의 안전 감지 모양을 갖는 안전 쓰레드 및 이를 사용하는 안전 종이
CN1104530C (zh) 用于证券纸的安全单元
AU2008248628B2 (en) A security document circuit
US7367592B1 (en) Marking substance and security markings for testing the authenticity of documents
UA79931C2 (en) Metal/magnetic security device (embodiments)
CN1320251A (zh) 防伪纸以及用于检查绘制在其上的证书真实性的方法和装置
US20130056972A1 (en) Security element having light-conducting structures
PL164147B1 (pl) Element zabezpieczajacy z kontrolowanym wizualnie lub maszynowo oznakowaniem, zwlaszcza dla dokumentów wartosciowychoraz sposób sprawdzania dokumentów wartosciowych PL PL PL
EA015048B1 (ru) Защитные устройства для защищенных подложек
NL1011860C2 (nl) Veiligheidsvoorziening en toepassingen daarvan.
CN111095299A (zh) 信息载体、以及编码和读取该信息载体的方法
EP3117371B1 (de) In einen rohling eines wert- oder sicherheitsdokuments integrierbares anzeigemodul, wert- oder sicherheitsdokument mit dem anzeigemodul und verfahren zum verifizieren des wert- oder sicherheitsdokuments
US20050001038A1 (en) Forgery-proof marking for objects and method for identifying such a marking
US20020114931A1 (en) Polymer circuit
AU2005252433A1 (en) Security device with temperature activatable polymeric layer
US20020113430A1 (en) Non-metallic security elements for authentification purposes
CN110163321B (zh) 一种基于电学检测方式的防水隐形条形码及检测方法
AU2013101097A4 (en) RFID security device for providing validation of a security document or token
Wolpert Security threads: effective security devices in the past, present, and future
MXPA00001243A (en) Constituting security elements with optical diffraction effect, and device for controlling such elements
JP2010277308A (ja) 非接触icラベル

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20051101