NL1011130C2 - Inrichting voor het afgeven van inkt. - Google Patents

Inrichting voor het afgeven van inkt. Download PDF

Info

Publication number
NL1011130C2
NL1011130C2 NL1011130A NL1011130A NL1011130C2 NL 1011130 C2 NL1011130 C2 NL 1011130C2 NL 1011130 A NL1011130 A NL 1011130A NL 1011130 A NL1011130 A NL 1011130A NL 1011130 C2 NL1011130 C2 NL 1011130C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ink
face
holes
dispensing
nozzle plate
Prior art date
Application number
NL1011130A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Theodorus Jo Brugman
Original Assignee
Oce Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Tech Bv filed Critical Oce Tech Bv
Priority to NL1011130A priority Critical patent/NL1011130C2/nl
Priority to JP2000006419A priority patent/JP2000263782A/ja
Priority to DE60042532T priority patent/DE60042532D1/de
Priority to EP00200228A priority patent/EP1024006B1/en
Priority to US09/492,360 priority patent/US6312097B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1011130C2 publication Critical patent/NL1011130C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J2/00Typewriters or selective printing mechanisms characterised by the printing or marking process for which they are designed
    • B41J2/005Typewriters or selective printing mechanisms characterised by the printing or marking process for which they are designed characterised by bringing liquid or particles selectively into contact with a printing material
    • B41J2/01Ink jet
    • B41J2/135Nozzles
    • B41J2/14Structure thereof only for on-demand ink jet heads
    • B41J2/14201Structure of print heads with piezoelectric elements

Landscapes

  • Particle Formation And Scattering Control In Inkjet Printers (AREA)

Description

Inrichting voor het afgeven van inkt 5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afgeven van inkt, meer in het bijzonder op een zogenoemde printkop voor een inktjetprinter, die voorzien is van een reeks inktafgeefmonden die selectief bediend kunnen worden bij het printen van een vel papier of iets dergelijks.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inktjetprinter die is voorzien van een 10 dergelijke inrichting.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het maken van een dergelijke inrichting.
Een dergelijke inrichting is onder meer bekend uit US octrooischrift 4.364.067. In één uitvoering omvat de printkop een in doorsnede min of meer driehoekig(e) 15 basislichaam of -plaat, dat/die met de punt naar het te bedrukken papier opgesteld is bovenaan voorzien is van twee aan de boveneinden van de schuine zijden gelegen inktinlaten die in verbinding staan met een inktreservoir en elk uitkomen in een inktverdeelkamer, waarop een aantal in de betreffende schuine zijde aangebrachte kanalen aangesloten zijn. Deze kanalen convergeren met een boog in het vlak van de 20 betreffende schuine zijde naar een aantal schuin gerichte inktafgeefmonden. Aldus is het kopvlak van de basisplaat voorzien van twee versprongen ten opzichte van elkaar gelegen reeksen, schuin gerichte inktafgeefmonden.
De kanalen zijn elk voorzien van een vernauwing en een direct benedenstrooms daarvan gelegen drukkamer. De kanalen zijn afgedekt door een trilplaatje, waarop een 25 elektrode aangebracht is. Ter plaatse van de drukkamers zijn voorts piezo-elektrische elementen, eveneens voorzien van een elektrode, op de eerstgenoemde elektrode aangebracht. Door selectieve bediening van de piezo-elektrische elementen wordt het trilplaatje ter plaatse ingedrukt en hét volume van de drukkamer in het gewenste kanaal verkleind met als gevolg dat een'bëpaaldè hoeveelheid inkt door dat kanaal naar de 30 betreffende inktafgeefmond wordt gestuwd.
De onderling verschoven opstelling van de twee reeksen inktafgeefmonden vergt een hoge nauwkeurigheid in instelling -in het bijzonder de hoogte ten opzichte van het papier- en bediening van de bekende printkop. Voorts is het ontwerpen en maken van de kanalen in de beide zijden lastig, in het bijzonder wanneer de printerkop een grote 35 breedte moet hebben, bijvoorbeèld om paginabreed te kunnen drukken.
U' -3 0- 2
Een doel van de uitvinding is om hierin verbetering te verschaffen. Hiertoe voorziet de uitvinding in een inrichting voor het afgeven van inkt aan een vel papier of iets dergelijks, omvattend een lichaam met zijden en een ten opzichte van de zijden onder een hoek staand kopvlak, met een invoer voor de inkt afkomstig van een 5 reservoir en een of meer inktverdeelkamers, en een aantal aan het kopvlak gelegen inktafgeefmonden, waarbij het lichaam voorzien is van een aantal zich tussen de inktverdeelkamers en de inktafgeefmonden, langs beide zijden uitstrekkende inktdoorgangen, en met aan die zijden, aan de inktdoorgangen geplaatste middelen voor het selectief stuwen van inkt daardoorheen naar de inktafgeefmonden, waarbij de 10 aan elke betreffende zijde gelegen inktdoorgangen zich over het traject van althans de inktstuwmiddelen tot hun afgeefuiteinde bij de inktafgeefmonden evenwijdig aan elkaar uitstrekken en waarbij de hartlijnen van de afgeefuiteinden van de inktdoorgangen van beide zijden het kopvlak telkens schuin snijden ter plaatse van punten die op één lijn met elkaar liggen en waarbij de afgeefuiteinden afgedekt zijn door een mondstukplaat, 15 die voorzien is van een reeks op één lijn liggende en evenwijdig gerichte inktafgeefmonden.
Een printkop op een dergelijke wijze uitgevoerd kan - ook voor grote printbreedten, zoals een A4 - eenvoudig ontworpen worden, kan gemakkelijk en nauwkeurig gecontroleerd worden, waarbij in de -onderling gelijke- inktdoorgangen 20 dezelfde drukomstandigheden gerealiseerd kunnen worden en met één handeling de afgifte van één rechte lijn inkt mogelijk is.
Opgemerkt wordt dat het Amerikaans octrooischrift 4.364.067 ook een alternatieve uitvoering van een printkop toont, waarin de basisplaat aan weerszijden weer voorzien is van de eerdere beschreven convergerende kanalen, maar in een 25 scherpe punt eindigt en waarbij de inktafgiftemonden bepaald worden door de trilplaatjes die aan de beide zijden naar beneden toe verlengd zijn. Het is daarbij de bedoeling om een op één lijn gelegen reeks inktafgiftemonden, waaruit de inkt loodrecht wordt afgegeven, te verkrijgen. De nauwkeurigheid van deze uitvoering laat echter te wensen over.
30 In hetzelfde octrooischrift wordt een uitvoering getoond, waarin de basisplaat evenwijdige zijden bezit en de in die zijden aangebrachte kanalen aansluiten op doorgangen in een op het kopvlak bevestigde mondstukplaat, welke doorgangen zelf een Y-vorm bezitten zodat uiteindelijke één in lijn liggende reeks inktafgeefmonden verkregen is. Een dergelijke mondstukplaat is echter lastig te vervaardigen. Bovendien 35 kunnen op dezelfde Y-vormige doorgang aangesloten inktkanalen elkaar beïnvloeden.
' ' 1 Λ .
, . j - i 3
Opgemerkt wordt voorts dat uit het Amerikaans octrooischrift 3.988.745 een printkop bekend is, met een basisplaat met evenwijdige zijden en daarin aangebrachte, convergerende kanalen, waarbij in één uitvoering de kanalen zo diep zijn uitgevoerd, dat hun bodem voorbij het symmetrievlak van de basisplaat gelegen is. De kanalen 5 eindigen kort voor de kopwand. In die kopwand, danwel eindwand van de kanalen, zijn gaten gemaakt om inktafgeefmonden te bepalen, die op een relatief rechte lijn gelegen zijn. Deze printerkop is echter vanwege de grote hoeveelheid materiaal die verwijderd wordt kwetsbaar. Voorts kan een verstopping van een inktafgeefmond moeilijk verholpen worden.
10 Waar in deze aanvrage gesproken wordt van lichaam danwel basislichaam wordt hier als inbegrepen beschouwd een basislichaam dat voorzien is van een daarop bevestigde plaat waarin de inktkanalen zijn aangebracht, ook wel kanalenplaat genoemd.
Bij het vervaardigen van een printeropzet met een relatief brede basisplaat met -15 al dan niet op een aparte kanalenplaat gemaakte - inktdoorgangen, brede mondstukplaat en brede piezo-elektrische stuwmiddelen kan de nauwkeurigheid van de opstelling en de werking in het geding komen als gevolg van de vergrote gevoeligheid voor afwijkingen in de uitrichting en de maatvoering van de diverse onderdelen. Dit probleem kan nog worden versterkt indien de genoemde onderdelen vervaardigd zijn 20 van materialen met verschillende uitzettingscoëfficiënten.
In een verdere ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding wordt hiervoor in vergaande mate een oplossing verschaft, doordat de inktstuwmiddelen verdeeld zijn in een aantal groepen, die elk aangrijpen op een aantal aan eenzelfde zijde gelegen inktdoorgangen en opeenvolgend aan de ene zijde en aan de andere zijde geplaatst 25 zijn.
Aldus kan de breedte van elke groep stuwmiddelen beperkt gehouden worden en daarmee de gevoeligheid voor maatafwijkingen en uitzettingsverschillen ten opzichte van basisplaat en/of doorgangeripïaat. Bovendien kan door deze om-en-om-opstelling voldoende ruimte aan de eerste en laatste stuwmiddelen verschaft worden, die anders 30 zou ontbreken in een groepsgewijze opstelling aan één zijde van de kanalen- of basisplaat.
Bij voorkeur zijn daarbij de dooreen groep inktstuwmiddelen aangegrepen inktdoorgangen direct naast elkaar gelegen, zodat deze zich ook groepsgewijs om en om aan de ene zijde en aan de andere zijde bevinden, hetgeen voordelig kan zijn uit 35 oogpunt van vervaardigingsgemak.
ί > i .
'· ^ 4
In een verder ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding zijn de inktdoorgangen ter hoogte van de inktstuwmiddelen gevormd als kanalen en reiken ze benedenstrooms daarvan in de vorm van tunneltjes door het lichaam heen naar hun afgeefuiteinden aan het kopvlak. Bij voorkeur lopen de tunneltjes daarbij recht en staan 5 zij schuin op het kopvlak, bij voorkeur onder een hoek van ongeveer 45 graden ten opzichte van het kopvlak, voor optimale stromingsomstandigheden en vervaardigingsvoorwaarden.
Voor het voorkomen van de voomoemde problemen als gevolg van materiaalverschillen en grote lengte voorziet de uitvinding voorts in de maatregel, dat de 10 mondstukplaat voorzien is van dilatatiemiddelen. Hierdoor wordt een lange mondstukplaat verdeeld in kleinere stukken, waardoor de uitzetlengte beperkt gehouden wordt en de doorgangen in de mondstukplaat vóór de afgeefuiteinden blijven liggen.
Bij voorkeur zijn de dilatatiemiddelen gevormd door onderbrekingen in de mondstukplaat, die verkregen zijn door verwijdering van materiaal daaruit na plaatsing 15 van de mondstukplaat op het kopvlak. Aldus wordt bereikt dat de mondstukplaat als een geheel vervaardigd en geplaatst kan worden, maar dat na plaatsing toch de gewenste dilatatie-eigenschappen verkregen kunnen worden.
Alternatief dan wel in een verdere ontwikkeling vormt de mondstukplaat voor plaatsing een reeks langgerekte plaatjes, die met elkaar verbonden zijn door - bij 20 voorkeur verwijderbare dan wel bezwijkbare - bruggedeelten, welke zich bij voorkeur direct na plaatsing tot buiten het kopvlak uitstrekken, zodat ze makkelijk bereikbaar zijn voor eventuele verwijdering, al dan niet geheel.
Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding een aantal manieren voor het maken van de schuin staande tunneltjes in het (basis)lichaam.
25 In een eerste ontwikkeling wordt voorzien in een werkwijze voor het maken van inktafgeefgaten in het kopvlak van een lichaam van een printkop, waarbij de inktafgeefgaten onder een bepaalde hoek schuin staan ten opzichte van het kopvlak en zich uitstrekken tot in het vlak van een zijde van het lichaam, omvattend het onder de bepaalde hoek op het kopvlak plaatsen van een boor met stompe punt en hoge stijfheid 30 en het daarmee voorboren van het betreffende inktafgeefgat, en het daarna doorgaand en volledig uitboren van het betreffende inktafgeefgat tot aan de betreffende zijde. Door de stijfheid van de boor blijft deze tijdens het schuin boren in de gewenste lijn, zodat de gaten op de juiste plaats terecht komen.
Bij voorkeur vindt het eigenlijke uitboren plaats met een andere boor, zodat de 35 voorboor niet dezelfde doorsnede behoeft te hebben als het gat en een optimale i 5 puntvorm kan hebben met het oog op het initieel boren.
Alternatief wordt voorzien in een werkwijze voor het maken van inktafgeefgaten in het kopvlak van een lichaam van een printkop, waarbij de inktafgeefgaten onder een bepaalde hoek schuin staan ten opzichte van het kopvlak en zich uitstrekken tot in het 5 vlak van een zijde van het lichaam, waarbij uitgegaan wordt van een lichaam dat ter plaatse van de Inktafgeefgaten voorzien is ten opzichte van het uiteindelijke kopvlak uitstekende bewerkingsgedeelten, die voorzien zijn van vlakken die loodrecht staan op de hartlijn van de gaten, waarbij de gaten geboord worden met behulp van een telkens loodrecht op de vlakken geplaatste boor en na het boren de bewerkingsgedeelten 1 o verwijderd worden tot aan het kopvlak.
In dit geval behoeft het tegengaan van het wegslippen van de boor tijdens het initieel boren minder aandacht en is geen voorboor nodig.
Bij voorkeur wordt uitgegaan van een lichaam met een centraal gelegen, zich in langsrichting van de reeks te maken inktafgeefgaten uitstrekkend verhoogd 15 bewerkingsgedeelte. Hiermee wordt het boren van een reeks gaten, die afwisselend naar de ene zijde en naar de andere zijde van de basisplaat gericht zijn en met hun uiteinden op één lijn gelegen zijn, vergemakkelijkt. De bewerkingsgedeelten kunnen dan doorgaand en recht worden uitgevoerd, terwijl voorts de hoeveelheid materiaal die dan na het boren verwijderd moet worden beperkt blijft.
20 Bij voorkeur omvat het verhoogd bewerkingsgedeelte twee naar weerszijden gerichte schuine vlakken, waarbij de gaten in die vlakken geboord worden volgens hartlijnen die elkaar kruisen in het uiteindelijke kopvlak, beschouwd in een vlak van projectie loodrecht op de langsrichting van de reeks gaten.
Het bewerkingsgedeelte kan beperkt in omvang gehouden worden indien de 25 bepaalde hoek 45 graden bedraagt.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen.
Getoond wordt in:
Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht op een printkopopzet volgens 30 de uitvinding;
Figuur 2 een dwarsdoorsnede door de printkopopzet van figuur 1;
Figuur 3 een andere uitvoeringsvorm van de printkopopzet volgens de uitvinding, in schematisch perspectivisch aanzicht;
Figuren 4A, 4B en 4C een schematische weergave van drie opeenvolgende stadia 35 in het maken van een inktdoorgang in een printkopopzet volgens de uitvinding; 1011130- 6
Figuur 5 een schematische weergave van een alternatieve methode van het maken van inktdoorgangen;
Figuren 6A en 6B weer een andere methode voor het maken van een inktdoorgang respectievelijk een aanzicht volgens pijl VIB; 5 Figuur 7 een montagesamenstel met een mondstukplaat volgens de uitvinding.
De printkopopzet 1 in figuur 1 omvat een plaat 2, welke bijvoorbeeld van keramisch materiaal vervaardigd is, en die ook wel basisplaat genoemd wordt. De basisplaat 2 bezit een taps toelopend kopeind 4 en is onder meer begrensd door twee -hier geknikte- zijvlakken 3a, 3b en een kopvlak 5. In de zijvlakken 3a, 3b zijn reeksen 10 evenwijdige inktkanalen 7a, b uitgespaard, zodat hier sprake is van één geïntegreerd geheel van basisplaat en kanalenplaten. De kanalen 7a, b staan aan hun bovenstroomse eind in verbinding met een verdeelkamer 14a, 14b, die zelf via doorgangen 15a, b in verbinding staan met inwendig gelegen inktinvoer 16, die in de inktjetprinter aangesloten wordt op een inktbron. Aan hun andere eind staan de kanalen 15 7a, 7b in verbinding met tunneltjes 12a, 12b, die in het basislichaamgedeelte 4 gemaakt zijn en met openingen 6 uitkomen in het kopvlak 5. Zoals schematisch weergegeven is in figuur 1 is op het kopvlak 5 een (relatief dikke, bijvoorbeeld 100-200 *m) mondstukplaat 11 bevestigd, bijvoorbeeld middels hechting, welke voorzien is van inktafgeefmonden 13, die met elkaar in lijn liggen.
20 Voorts is te zien dat de kanalen 7a, 7b naar buiten toe afgedekt zijn door een dunne (bijvoorbeeld 0,02 mm dikke) inktdichte en flexibele folie 8a, 8b, waarop piezo-electrische actuators 9a, 9b geplaatst zijn, die voorzien zijn van een selectief te bewegen pootjes 10a, 10b waarmee de folie 8a, 8b bovenop de kanalen 7a, 7b op gecontroleerde wijze pulsgewijs ingedrukt kan worden, zodat inkt vanuit de kanalen 7a, 25 7b, door de tunneltjes 12a, 12b en door de inktafgeefmonden 13 afgegeven wordt aan een vóór het kopvlak 5 opgesteld vel papier.
Door de zich schuin op het kopvlak 5 uitstrekkende tunneltjes 12a, 12b kan een om en om opstelling van de inkttoegangen van de ene zijde andere zijde van de basisplaat 2,4 gerealiseerd worden, waarbij de gaten 6 relatief dicht ten opzichte van 30 elkaar gelegen kunnen zijn in een opstelling in één lijn.
Bij printopzetstukken met een grote breedte, bijvoorbeeld de breedte van een A4-vel is de opstelling weergegeven in figuur 3 voordelig, waarbij de om en om opstelling van de inktdoorgangen aan weerszijden van de basisplaat 102,104 groepsgewijs is gerealiseerd. De actuators 109a, 110a zijn over zich de daaronder bevindende kanalen, 35 vergelijkbaar met de kanalen 7a geplaatst, waarbij de folie 108a eenvoudigheidshalve f - 7 doorlopend is. De actuators 109b zijn versprongen geplaatst aan de andere zijde van de basisplaat 102,104. Aldaar bevinden zich reeksen naast elkaar gelegen kanalen, die vergelijkbaar zijn met de kanalen aan de andere zijde van de basisplaat, bevinden. De actuator 109a bedient aldus een reeks Ra inktafgeefgaten 106 en de actuator 109b een 5 even lange reeks Rb inktafgeefgaten 106. De gaten 106 zijn op dezelfde wijze als in de figuren 1 en 2 is weergegeven met elkaar in lijn gelegen en staan via tunneltjes in verbinding met de aan de zijden 103a respectievelijk 103b gelegen kanalen 107.
Op het kopvlak 105 kan de mondstukplaat 511 weergegeven in figuur 7 geplakt worden. De daarin weergegeven mondstukplaat 511 is voorzien van een reeks gaten 10 513, die op onderling gelijke afstanden t van elkaar gelegen zijn en de intkafgiftemonden vormen. De mondstukplaat 511 is op regelmatige afstanden onderbroken, welke afstanden gelijk kunnen zijn aan de breedte van de actuator weergegeven in figuur 3. De onderbreking is echter niet volledig, omdat de plaatgedeelten 511 telkens met elkaar verbonden zijn middels zich naar opzij toe 15 uitstrekkende boogvormige bruggetjes 518. De plaatgedeelten 511 en bruggetjes 518 zijn bevestigd op een montagedrager519, en daarmee aanvullend verbonden via lijfjes 517.
Bij montage wordt het geheel met de op de tekening gezien bovenzijde op het kopvlak 105 geplakt, waarbij de gaten 513 in register liggen met de gaten 106 (figuur 3). 20 Vervolgens wordt de montagestrook 519 met lijfjes 517 verwijderd. De bruggetjes 518 verschaffen ruimte aan de opeenvolgende plaatgedeelten 511 om uit te zetten danwel te krimpen, zonder dat de plaatgedeelten 511 elkaar daarin onderling te zeer beïnvloeden.
In figuur 4A is schematisch een gedeelte weergegeven van de basisplaat 202, 25 waarbij het kopeind voorzien is van bewerkingsgedeelten 220, waarin een verdieping 221 aangebracht is, waarvan de vlakken onder 45° staan ten opzichte van de verticaal (op de tekening gezien). De tunneltjes 212a kunnen volgens de hartlijn A geboord worden, waarna volgens vlak T de bewerkingsgedeelten 220 verwijderd worden om het kopvlak 205 vrij te maken. Vervolgens wordt daarop de mondstukplaat 211 geplakt, 30 zodat de inktafgeefmonden 213 inTijn liggen met de gaten 206.
In figuur 5 is de basisplaat 302 aan het kopeind voorzien van een verhevenheid 320, die gevormd is als een in doorsnede driehoekige ribbe, waarvan de vlakken loodrecht op elkaar staan en een hoek van 45° maken ten opzichte van het kopvlak 305. De basisplaat bezit een symmetrievlak S. Precies in de hartlijnen van de te maken 35 doorgangen 312a, 312b worden op de vlakken van de ribbe 320 boren geplaatst, 8 waarmee vervolgens in de richtingen Aa en Ab de gewenste tunneltjes geboord worden. Bij wijze van voorbeeld: de hoogte h van het kopvlak 305 kan 1,4 mm bedragen, en de doorsnede d van de tunneltjes 312a, 312b 250 pm, met een onderlinge afstand van 340 pm.
5 Een alternatieve bewerking is weergegeven in figuren 6A, waarin het kopvlak 305 niet voorzien is van een verhevenheid of een verdieping, en met behulp van relatief stijve, van een scherpe punt voorziene centreerboor 430 een begingat wordt geboord en vervolgens met normale boor 431 de doorgang 412a en op vergelijkbare wijze 412b uitgeboord wordt. Een alternatief is om met behulp van een speciaal gevomrde boor 10 (figuur 6C) het gat in één bewerking te boren. Deze boor bezit een opzetstuk met een veel kleinere diameter en is voorzien van een scherpe punt.
De tophoek van dit opzetstuk is kleiner dan 90°.
In figuur 6B is nog schematischer weergegeven dat de tunnels 412a, 412b zich afwisselend naar boven en naar beneden kunnen uitstrekken om over te gaan in 15 respectievelijk kanalen 407a en 407b, zodat een hoge dichtheid bereikbaar is, zonder ontoelaatbaar sterkteverlies.
1 0 i 11 3 0-3

Claims (17)

1. Inrichting voor het afgeven van inkt aan een vel papier of iets dergelijks, omvattend een lichaam met zijden en een ten opzichte van de zijden onder een hoek 5 staand kopvlak, met een invoer voor de inkt afkomstig van een reservoir en een of meer inktverdeelkamers, en een aantal aan.het kopvlak gelegen inktafgeefmonden, waarbij het lichaam voorzien is van een aantal zich tussen de inktverdeelkamers en de inktafgeefmonden, langs beide zijden uitstrekkende inktdoorgangen, en met aan die zijden, aan de Inktdoorgangen geplaatste middelen voor het selectief stuwen van inkt 10 daardoorheen naar de inktafgeefmonden, waarbij de aan elke betreffende zijde gelegen inktdoorgangen zich over het traject van althans de Inktstuwmiddelen tot hun afgeefuiteinde bij de inktafgeefmonden evenwijdig aan elkaar uitstrekken en waarbij de hartlijnen van de afgeefuiteinden van de inktdoorgangen van beide zijden het kopvlak telkens schuin snijden ter plaatse van punten die op één lijn met elkaar liggen en 15 waarbij de afgeefuiteinden afgedekt zijn door een mondstukplaat, die voorzien is van een reeks op één lijn liggende en evenwijdig gerichte inktafgeefmonden.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de inktstuwmiddelen verdeeld zijn in een aantal groepen, die elk aangrijpen op een aantal aan eenzelfde zijde gelegen inktdoorgangen en opeenvolgend aan de ene zijde en aan de andere zijde geplaatst 20 zijn.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de door een groep inktstuwmiddelen aangegrepen inktdoorgangen naast elkaar gelegen zijn.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de inktdoorgangen ter hoogte van de inktstuwmiddelen gevormd zijn als kanalen en benedenstrooms daarvan in de vorm van 25 tunneltjes door het lichaam heen reiken naar hun afgeefuiteinden aan het kopvlak.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de tunneltjes recht lopen en schuin staan op het kopvlak.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de tunneltjes onder een hoek van ongeveer 45 graden staan ten opzichte van het kopvlak.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het kopvlak en de mondstukplaat een lengte bezitten van in de orde van grootte van een paginabreedte en waarbij de mondstukplaat voorzien is van dilatatiemiddelen.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de dilatatiemiddelen gevormd zijn door onderbrekingen in de mondstukplaat.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de mondstukplaat voor plaatsing een ; ü ; i t ... reeks langgerekte plaatsjes vormt, die met elkaar verbonden zijn door verwijderbare dan wel bezwijkbare verbindingsgedeelten.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de mondstukplaat gevormd is door een reeks langgerekte plaatjes, die met elkaar verbonden zijn door bruggedeelten, die 5 zich bij voorkeur direct na plaatsing tot buiten het kopvlak uitstrekken.
11. Werkwijze voor het maken van inktafgeefgaten in het kopvlak van een lichaam van een printkop, waarbij de inktafgeefgaten onder een bepaalde hoek schuin staan ten opzichte van het kopvlak en zich uitstrekken tot in het vlak van een zijde van het lichaam, omvattend het onder de bepaalde hoek op het kopvlak plaatsen van een boor 10 met stompe punt en hoge stijfheid en het daarmee voorboren van het betreffende inktafgeefgat, en het daarna doorgaand en volledig uitboren van het betreffende inktafgeefgat tot aan de betreffende zijde.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het uitboren plaats vindt met een andere boor.
13. Werkwijze voor het maken van inktafgeefgaten in het kopvlak van een lichaam van een printkop, waarbij de inktafgeefgaten onder een bepaalde hoek schuin staan ten opzichte van het kopvlak en zich uitstrekken tot in het vlak van een zijde van het lichaam, waarbij uitgegaan wordt van een lichaam dat ter plaatse van de inktafgeefgaten voorzien is ten opzichte van het uiteindelijke kopvlak uitstekende 20 bewerkingsgedeelten, die voorzien zijn van vlakken die loodrecht staan op de hartlijn van de gaten, waarbij de gaten geboord worden met behulp van een telkens loodrecht op de vlakken geplaatste boor en na het boren de bewerkingsgedeelten verwijderd worden tot aan het kopvlak.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij uitgegaan wordt van een lichaam met een centraal gelegen, zich in langsrichting van de reeks te 25 maken inktafgeefgaten uitstrekkend verhoogd bewerkingsgedeelte.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het verhoogd bewerkingsgedeelte twee naar weerszijden gerichte schuine vlakken omvat, waarbij de gaten in die vlakken geboord worden volgens hartlijnen die elkaar kruisen in het uiteindelijke kopvlak, beschouwd in een vlak van projectie loodrecht op de langsrichting van de reeks gaten.
16. Werkwijze volgens een der conclusies 11-15, waarbij de bepaalde hoek 45 graden bedraagt.
17. Inktjetprinter voorzien van een inrichting volgens een der conclusies 1-10. i
NL1011130A 1999-01-26 1999-01-26 Inrichting voor het afgeven van inkt. NL1011130C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011130A NL1011130C2 (nl) 1999-01-26 1999-01-26 Inrichting voor het afgeven van inkt.
JP2000006419A JP2000263782A (ja) 1999-01-26 2000-01-14 インクジェットアレイ
DE60042532T DE60042532D1 (de) 1999-01-26 2000-01-20 Tintenstrahlreihe
EP00200228A EP1024006B1 (en) 1999-01-26 2000-01-20 An ink jet array
US09/492,360 US6312097B1 (en) 1999-01-26 2000-01-27 Ink jet array

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011130 1999-01-26
NL1011130A NL1011130C2 (nl) 1999-01-26 1999-01-26 Inrichting voor het afgeven van inkt.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011130C2 true NL1011130C2 (nl) 2000-07-27

Family

ID=19768539

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011130A NL1011130C2 (nl) 1999-01-26 1999-01-26 Inrichting voor het afgeven van inkt.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US6312097B1 (nl)
EP (1) EP1024006B1 (nl)
JP (1) JP2000263782A (nl)
DE (1) DE60042532D1 (nl)
NL (1) NL1011130C2 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU2004202888B2 (en) * 2000-12-21 2005-04-28 Zamtec Limited Nozzle Containment Formation For Ink Jet Printhead
AU2002214848B2 (en) * 2000-12-21 2004-04-01 Zamtec Limited Nozzle flood isolation for ink jet printhead
AUPR224000A0 (en) * 2000-12-21 2001-01-25 Silverbrook Research Pty. Ltd. An apparatus (mj28)
US7207650B2 (en) * 2001-06-20 2007-04-24 Sony Corporation Apparatus and method for discharging liquid
US7312095B1 (en) 2002-03-15 2007-12-25 Nanomix, Inc. Modification of selectivity for sensing for nanostructure sensing device arrays
WO2003078652A2 (en) * 2002-03-15 2003-09-25 Nanomix, Inc. Modification of selectivity for sensing for nanostructure device arrays
ATE548193T1 (de) * 2006-04-07 2012-03-15 Oce Tech Bv Tintenstrahldruckkopf
EP3061612B1 (en) 2015-02-26 2018-11-28 Piotr Jeute A drop on demand printing head and printing method
JP2019523159A (ja) 2016-08-04 2019-08-22 ジュート、ピョートル ドロップオンデマンドプリントヘッドおよびプリント方法
US10259219B2 (en) 2017-01-13 2019-04-16 Fuji Xerox Co., Ltd. Liquid droplet ejection head and liquid droplet ejection apparatus

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2340855A1 (de) * 1973-08-13 1975-02-27 Olympia Werke Ag Duesendrucker fuer ein tintenspritzschreibwerk
US4364067A (en) 1979-10-29 1982-12-14 Kabushiki Kaisha Suwa Seikosha Highly integrated ink jet head
WO1996009170A1 (en) * 1994-09-23 1996-03-28 Dataproducts Corporation Apparatus for printing with ink jet chambers utilizing a plurality of orifices

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2349555C2 (de) 1973-04-25 1983-04-07 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Druckkopf für Farbflüssigkeits-Spritzdrucker und dergleichen
US4449867A (en) * 1979-12-05 1984-05-22 Dergo Stephen J Dowel drill fixture
DE2949616C2 (de) * 1979-12-10 1982-12-16 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Schreibkopf für Tintenmosaikschreibeeinrichtungen
US6065909A (en) * 1998-10-30 2000-05-23 Cook; John E. Drill bit assembly with an adjustable hole saw

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2340855A1 (de) * 1973-08-13 1975-02-27 Olympia Werke Ag Duesendrucker fuer ein tintenspritzschreibwerk
US4364067A (en) 1979-10-29 1982-12-14 Kabushiki Kaisha Suwa Seikosha Highly integrated ink jet head
WO1996009170A1 (en) * 1994-09-23 1996-03-28 Dataproducts Corporation Apparatus for printing with ink jet chambers utilizing a plurality of orifices

Also Published As

Publication number Publication date
EP1024006B1 (en) 2009-07-15
EP1024006A1 (en) 2000-08-02
DE60042532D1 (de) 2009-08-27
US6312097B1 (en) 2001-11-06
JP2000263782A (ja) 2000-09-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1011130C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van inkt.
JP4192458B2 (ja) インクジェット記録ヘッド及びインクジェット記録装置
JP2019507037A (ja) 液滴堆積ヘッド及びそのためのマニホールド構成要素
DE60103013D1 (de) Tröpfchenaufzeichnungsgerät
MXPA06009045A (es) Cabeza de impresion de chorro de tinta de alta resolucion.
JP5296831B2 (ja) 接着剤塗布ヘッド
JP2005103984A (ja) ノズルプレートの製造方法及びそのノズルプレート
US7891750B2 (en) Ink-droplet ejecting apparatus
EP1866163B1 (en) Ink jet print head which prevents bubbles from collecting
US20180215152A1 (en) Fluid manifold
CN101316867A (zh) 脱挥发组分装置的喷嘴
JP2003226005A (ja) インクジェットプリンタヘッド
KR102084934B1 (ko) 라인 헤드 및 잉크젯 장치
JP2005193679A (ja) ドロップ発生装置
JP2020078891A (ja) 液体吐出ヘッド及び液体吐出装置
NL1011126C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van inkt.
JP2003063007A (ja) インクジェット記録ヘッド及びインクジェット記録装置
JP2008068500A (ja) 液体吐出ヘッドおよびその製造方法
JP2005297557A (ja) インクジェットヘッド
JP2007069435A (ja) 液滴吐出装置
JP2001293414A (ja) ダイヘッド
JP3512055B2 (ja) インクジェット式記録ヘッド
JP7397846B2 (ja) 液滴吐出ヘッドおよびそのためのマニホールド構成要素
JP4013625B2 (ja) インクジェットヘッド
JP2008201022A (ja) ヘッドジェットヘッド、それを用いたインクジェットプリンタ、およびインクジェットヘッドの製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100801