NL1009986C2 - Anti-diefstalbeveiliging voor een aan een oplegger van een voertuigcombinatie bevestigde koningspin. - Google Patents

Description

ANTI-DIEFSTALBEVEILIGING VOOR EEN AAN EEN OPLEGGER VAN EEN VOERTUIGCOMBINATIE BEVESTIGDE KONINGSPIN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een anti-5 diefstalbeveiliging voor een van een eerste koppelorgaan voorziene koningspin aan een oplegger van een voertuigcombina-tie, welke anti-diefstalbeveiliging een holte heeft, waarin de koningspin losneembaar aanbrengbaar is.

Een dergelijke anti-diefstalbeveiliging voor het losneem-10 baar aanbrengen ervan om een koningspin die op een oplegger van een voertuigcombinatie is aangebracht, is bekend uit DE-C-4425513. De bekende anti-diefstalbeveiliging is voorzien van een vergrendelingsmechanisme, dat een slot en een door het slot bediend vergrendelingsorgaan met een beweegbare grendel-15 cilinder omvat. De grendelcilinder beweegt bij het verdraaien van een sleutel in het slot in een als ringvormige inkeping op de koningspin aangebracht eerste koppelorgaan, waardoor axiale vergrendeling van de koningspin op de anti-diefstalbeveiliging wordt bereikt. Hiermede wordt bereikt dat de koningspin is 20 afgedekt en kan een vrijstaande oplegger niet zonder meer door onbevoegden met behulp van een trekkend voertuig van de voertuigcombinatie worden meegenomen. Nadeel van de bekende -anti-diefstalbeveiliging is, dat het beweegbare delen bevattende vergrendelingsmechanisme mechanisch relatief 25 kwetsbaar is voor sabotage.

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een anti-diefstalbeveiliging die minder sabotage-gevoelige delen bevat.

Daartoe heeft de anti-diefstalbeveiliging overeenkomstig de uitvinding het kenmerk dat de anti-diefstalbeveiliging van 30 een tweede in de holte aangebracht en met het eerste koppelorgaan in aangrijping te brengen star koppelorgaan is voorzien.

Het voordeel van de anti-diefstalbeveiliging overeenkomstig de uitvinding is, dat het starre tweede koppelorgaan in de holte van de anti-diefstalbeveiliging direct wordt gekop-35 peld met het eerste koppelorgaan op de koningspin, zodat axiale verschuiving wordt tegengegaan zonder dat daar beweegbare delen aan te pas komen. De relatieve mechanische kwetsbaarheid en de sabotage-gevoeligheid van de borging zijn daardoor ook verminderd, met als gevolg dat de vandaalbesten- 1009986 -2- digheid van de anti-diefstalbeveiliging overeenkomstig de uitvinding, bij vermindering van het aantal onderdelen, gunstig is beïnvloed.

Een uitvoeringsvorm van de anti-diefstalbeveiliging 5 overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat de eerste en tweede koppelorganen complementair aan elkaar zijn, hetgeen ertoe leidt dat de betreffende anti-diefstalbeveiliging eenvoudig te vervaardigen is, door middel van algemeen bekende bewerkingswijzen, zoals draaien, zagen, boren, frasen, gieten 10 etc.

Een verdere uitvoeringsvorm van de anti-diefstalbeveiliging overeenkomstig de uitvinding, welke leidt tot een universeel toepasbare en een grote verscheidenheid aan praktische uitvoeringsvormen bezittende de anti-diefstalbevei-15 liging overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat de eerste en tweede koppelorganen zijn uitgevoerd als een of meer ” ring- of sectorvormige inkepingen en/of nokken.

In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de anti-diefstalbeveiliging overeenkomstig de uitvinding een van een sleutel 20 te voorzien slot voor het vergrendelen van de koningspin en de anti-diefstalbeveiliging, waarbij zeer in het bijzonder de anti-diefstalbeveiliging en het slot zodanig zijn uitgevoerd dat deze van elkaar te scheiden zijn.

Het voordeel van deze bijzondere uitvoeringsvorm is dat 25 de kans op verstopping van het slot en de anti-diefstalbeveiliging met vuil, smeer, zand en dergelijke zeer gering is, daar het van vervuiling en verontreinigingen ontdoen van het uitneembare slot, de anti-diefstalbeveiliging en de holte(s) van de anti-diefstalbeveiliging zijn vereenvoudigd. Nog een 30 verdere uitvoeringsvorm van de anti-diefstalbeveiliging overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat de anti-diefstalbeveiliging zodanig is uitgevoerd, dat bij een in de anti-diefstalbeveiliging aangebracht slot de met elkaar in aangrijping blijvende eerste en tweede koppelorganen de anti-35 diefstalbeveiliging en de koningspin tegen axiale verschuiving : . borgen.

: j Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is een minimaal 10093 8 6 -3- aantal noodzakelijke onderdelen in de solide anti-diefstalbe-veiliging, waarbij het slot, dat gangbaar doch zeer solide zal zijn, door zijn aan- of afwezigheid in de anti-diefstalbevei-liging respectievelijk al of niet de functie van de genoemde 5 borging vervuld.

Een uniforme en eenvoudige vervaardigingswijze wordt gewaarborgd door een uitvoeringsvorm van de anti-diefstalbe-veiliging, welke het kenmerkt heeft dat deze met inbegrip van het tweede koppelorgaan uit hetzelfde metaal bevattende 10 materiaal is vervaardigd, door middel van bijvoorbeeld gieten.

Thans zal de onderhavige uitvinding, tezamen met de verdere daarmee samenhangende voordelen, nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarbij in de Figuren van de tekening weergegeven en met elkaar corresponde-15 rende onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien. Daarbij toont:

Figuur 1 een op zich bekende koningspin voor toepassing met de anti-diefstalbeveiliging overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 2 een dwarsdoorsnede van een mogelijke uitvoe-20 ringsvorm van de anti-diefstalbeveiliging overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 3 een onderaanzicht van de anti-diefstalbeveiliging van Figuur 2;

Figuur 4 een rechter aanzicht van de anti-diefstalbevei-25 liging van Figuur 3;

Figuren 5A-5D enkele mogelijke uitvoeringsvormen van koppelorganen voor toepassing in de anti-diefstalbeveiliging overeenkomstig de uitvinding; en

Figuur 6 een gedeeltelijke doorsnede van de anti-dief-30 stalbeveiliging van figuur 2 met een geborgde koningspin.

Figuur 1 toont een koningspin die veelal aan een niet weergegeven oplegger van een voertuig- of vrachtwagencombinatie is gemonteerd, welke koningspin 1 kan worden gekoppeld met 35 een schotel die op een trekkend voertuig van de voertuigcombi-natie is aangebracht. Wanneer de oplegger vrij staat wordt de koningspin 1 beschermd door middel van een in Figuur 2 weerge- 1009986 -4- geven anti-diefstalbeveiliging 2.

De in Figuur 2 weergegeven anti-diefstalbeveiliging 2 is voorzien van een holte 3 waarin de koningspin 1 kan worden gestoken. De koningspin l is voorzien van een eerste koppelor-5 gaan 4, dat in de uitvoeringsvorm van Figuur 1 is uitgevoerd als een ringvormige inkeping 4.1 die naar het uiteinde van de koningspin 1 toe uitloopt in een zich verbredende nok of schouder 4.2. De holte 3 in de anti-diefstalbeveiliging 2 is voorzien van een in de holte 3 uitstekend vast of star . 10 opgesteld tweede koppelorgaan 5. Wanneer de anti-diefstalbe veiliging 2 om de koningspin 1 wordt gelegd zal de anti-diefstalbeveiliging 2 zijdelings, in Figuur 2 naar rechts, worden verplaatst, en dan achter de nok 4.2 terug naar links „ kunnen worden verplaatst, teneinde de eerste en tweede 15 koppelorganen 4 en 5 met elkaar in aangrijping te brengen. In a de praktijk zullen de beide koppelorganen 4 en 5 althans 1 tenminste gedeeltelijk aan elkaar complementair zijn, teneinde goed aan te grijpen en axiale verplaatsing van de anti-diefstalbeveiliging 2 en de koningspin 1 ten opzichte van 5 20 elkaar te beletten. De anti-diefstalbeveiliging 2 is voorzien van een met de holte 3 in verbinding staande slotholte 6, waarin een slot S aanwezig zal zijn, dat veelal door middel van een sleutel SL bedienbaar is. Als het slot S vast in de anti-diefstalbeveiliging 2 is opgesteld is het verdraaien van 25 sleutel SL en slot S nodig om bij het in de holte 3 brengen van de koningspin 1 ruimte vrij te maken voor het zijdelings verplaatsen van de anti-diefstalbeveiliging 2 ten opzichte van de koningspin 1 met het oog op het in aangrijping brengen van de koppelorganen 4 en 5. Na verdraaiing van de sleutel zal het 30 slot dan de zijdelingse verplaatsing beletten en voor het borgen van de anti-diefstalbeveiliging 2 op de koningspin 1 zorgdragen. Als daarentegen in een alternatieve uitvoeringsvorm het slot S uit de slotholte 6 losneembaar is, hetgeen tot het voor de praktijk van belang zijnde voordeel leidt, dat 3 5 vervuiling of verontreiniging van de holten 3, 6 of het slot minder gauw optreedt of vuil eenvoudig te verwijderen is, dan is de ampele aanwezigheid van een dergelijk losneembaar slot 1003986 -5- reeds voldoende om zijdelingse verplaatsing van de anti-diefstalbeveiliging 2 ten opzichte van de koningspin 1 te beletten en daardoor een juiste borging te bewerkstelligen. In dat geval fungeert het in de slotholte 6 gestoken slot als een 5 vulling voor die holte als gevolg waarvan de anti-diefstalbe-veiliging stevig op de koningspin 1 is geborgd. In dat geval hoeft het slot S slechts zodanig eenvoudig met een lip te zijn uitgevoerd, dat bij het verdraaien van de sleutel SL in het slot S, het slot niet meer uit de slotholte 6 kan worden 10 getrokken, hetgeen eenvoudig op mechanisch solide wijze kan worden bereikt. Dit komt de soliditeit van de anti-diefstalbe-veiliging 2 als geheel ten goede en beperkt het aantal noodzakelijke c.g. beweegbare onderdelen tot een minimum. Een voorbeeld van een geschikt losneembaar slot is te vinden in 15 EP-A-0 617 184. Vanzelfsprekend zijn ook alternatieve sloten, bijvoorbeeld numerieke sloten of sloten zonder mechanische sleutel, maar met een electrische/code sleutel toepasbaar. Ook zijn radiografisch bedienbare sloten mogeljk.

De specifieke vormgeving van de beide koppelorganen 4 en 2 0 5 kan naar wens gevarieerd worden. Veelal zal het starre tweede koppelorgaan 5 een zodanige vorm hebben, dat dit ook op gangbare, reeds bekende koningspinnen 1 past, Schematisch zijn in de Figuren 5A, 5B, 5C en 5D enkele mogelijke uitvoeringsvormen van de koppelorganen 4 en 5 weergegeven. Het zijn 25 telkens ring- of sectorvormige inkepingen en/of nokken.

Het aanzicht van Figuur 3 van de anti-diefstalbeveiliging 2 en figuur 6 verduidelijken met name de wijze waarop het tweede koppelorgaan 5 als sectorvormige nok is uitgevoerd, welke in aangrijping is te brengen met de nok 4.2 van Figuur 30 1. Aan de buitenzijde van de anti-diefstalbeveiliging 2 is een verdikking 7 aangebracht die desgewenst kan worden meegevormd met het materiaal waaruit de anti-diefstalbeveiliging 2 is samengesteld, welke verdikking 7 onder een elastische, veelal rubberachtige substantie 8 verdwijnt, en welke een extra 35 veiligheidsmaatregel vormt tegen het boren van een gat naar de slotholte 6 toe. Een boortje zal daar namelijk op wegglijden bij het boren. De anti-diefstalbeveiliging 1 is, bij voorkeur 100998Θ -6- integraal, uit een gietstaal vervaardigd, waarin boren niet gemakkelijk is en dat een hoge afschuifbestendigheid heeft.

Een voorbeeld van een geschikte gietstaal is nodulair gietstaal, zoals nodulair gietstaal GGG40, overeenkomstig norm DIN 5 1693 voldoet De rubberachtige substantie is een harde, taaie, ! poriënvrije, vet- en oliebestendige rubber, zoals bijvoorbeeld 93% Shore-rubber of NPR, ongeveer 75% SH nitrielrubber. De rubberachtige substantie 8 is met name bedoeld om beschadigingen aan de schotel en een koningspin-vangmechanisme op het : 10 trekkende voertuig te voorkomen, als dat voertuig tracht te - koppelen met de koningspin 1 als daar de anti-diefstalbeveili- = ging nog omheen zit. De substantie 8 kan rondom van een afkanting 9 zijn voorzien om speelruimte aan de anti-diefstal-beveiliging 2 te geven, wanneer deze om de koningspin 1 heen 15 wordt bewogen. Tevens schermt de substantie 8 onderliggende bouten af, waarmee de koningspin 1 vast zit aan de oplegger.

In het bijzonder toont Figuur 4 dat de slotholte 6 van, in dit geval twee afgeplatte wanddelen 10 is voorzien, tenein-= de er voor te zorgen dat bij het omdraaien van de sleutel het 20 slot niet meedraait in de slotholte 6. Aan Figuur 4 is voor deze uitvoeringsvorm tevens te ontnemen, dat de eerdergenoemde lip van het slot achter rand 11 van wanddeel 10 kan vallen opdat het uitnemen van het slot zonder sleutel wordt belet.

r j

T

1009SÖ6

Claims (11)

1. Anti-diefstalbeveiliging voor een van een eerste koppelorgaan voorziene koningspin aan een oplegger van een 5 voertuigcombinatie, welke anti-diefstalbeveiliging een holte heeft, waarin de koningspin losneembaar aanbrengbaar is, met het kenmerk dat de anti-diefstalbeveiliging van een tweede in de holte aangebracht en met het eerste koppelorgaan in aangrijping te brengen star koppelorgaan is voorzien. 10

2. Anti-diefstalbeveiliging volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eerste en tweede koppelorganen complementair aan elkaar zijn.

3. Anti-diefstalbeveiliging volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de eerste en tweede koppelorganen zijn uitgevoerd als een of meer ring- of sectorvormige inkepingen en/of nokken.

4. Anti-diefstalbeveiliging volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat de anti-diefstalbeveiliging een van een sleutel te voorzien slot heeft voor het vergrendelen van de koningspin en de anti-diefstalbeveiliging.

5. Anti-diefstalbeveiliging volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de anti-diefstalbeveiliging en het slot zodanig zijn uitgevoerd dat deze van elkaar te scheiden zijn.

6. Anti-diefstalbeveiliging volgens een van de conclusies 30 1-5, met het kenmerk dat de anti-diefstalbeveiliging zodanig is uitgevoerd dat, alleen bij een in de anti-diefstalbeveiliging aangebracht slot de met elkaar in aangrijping zijnde eerste en tweede koppelorganen van de koningspin en de anti-diefstalbeveiliging tegen axiale verschuiving worden geborgd. 35

7. Anti-diefstalbevei'liging volgens een van de conclusies 1 - 6, met het kenmerk dat de anti-diefstalbeveiliging, met 1009SÖ6 -8- inbegrip van het tweede koppelorgaan, bij voorkeur integraal, uit eenzelfde metaal bevattend materiaal is vervaardigd. |

8. Anti-diefstalbeveiliging volgens conclusie 7, met het 5 kenmerk dat het materiaal gietstaal is.

9. Anti-diefstalbeveiliging volgens een van de conclusies 7 en 8, met het kenmerk dat de anti-dief stalbeveiliging een eventueel meegegoten uitwendig verdikt sectordeel heeft. I 10

10. Anti-diefstalbeveiliging volgens een van de conclu- - sies 1-9, met het kenmerk dat de anti-diefstalbeveiliging tenminste gedeeltelijk is omgeven door een elastische, veelal rubberachtige, substantie. 15

11. Anti-diefstalbeveiliging volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de anti-diefstalbeveiliging aan de naar de opening van de holte 3 toegekeerde zijde van een in de substantie aangebrachte afkanting is voorzien. 10099 S 8