NL1005039C1 - Samenstel omvattende een laadbak en flexibele houder. - Google Patents

Description

, Samenstel omvattende een laadbak en flexibele houder

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een laadbak voor het vervoeren van goederen, zoals stukgoed, stortgoed en/of fluïda, 5 welke laadbak deel kan uitmaken van een vrachtwagen of container, omvattende begrenzingswanden, zoals een bodem en een kopse wand. Met dergelijke laadbakken worden de meest uiteenlopende goederen vervoerd. Voor het vervoeren van stortgoed en/of fluïda worden houders toegepast. Dit kunnen bijvoorbeeld tanks zijn, waarbij sprake is van 10 tankwagens die niet gebruikt kunnen worden voor transport van stukgoederen. Een andere mogelijkheid is dergelijke stoffen in vaten te vervoeren. Daarbij bestaat het probleem dat na het ledigen van de vaten dergelijke vaten weer afgevoerd moeten worden. Een andere mogelijkheid is het transporteren in zogenaamde 'intermediate bulk 15 containers', maar ook daar blijft de retouremballage een probleem vormen. De meest doelmatige tot nu toe in de stand der techniek bekende oplossing is het transport in zakken, maar het volume dat per zak getransporteerd kan worden, is mede onder druk van overheden, beperkt. Bovendien vereist het laden van zakken een zekere 20 zorgvuldigheid omdat de lading niet uit de zakken mag verdwijnen tijdens het transport en niet mag schuiven. Tot slot kan slechts een beperkt aantal producten in dergelijke te stapelen zakken vervoerd worden.

Daardoor is het thans niet ongebruikelijk dat een aanzienlijk 25 deel van laadruimte van transporteurinrichtingen van zowel stortgoederen en/of fluïda als stukgoederen niet nuttig gebruikt wordt of met retouremballage gevuld is.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding dit nadeel te vermijden en in een vervoersconcept te voorzien waarmee het op een-30 voudige wijze mogelijk is al naar gelang het soort beschikbaar te transporteren goed een laadruimte in te richten zonder later geconfronteerd te worden met extreem omvangrijke retouremballage.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven laadbak verwezenlijkt doordat ten minste een van die begrenzingswanden voorzien is 35 van ten minste een doorgaande opening, waarbij de rand van die opening voorzien is van bevestigingsmiddelen voor het daaraan bevestigen van een zich in de laadbak uitstrekkende flexibele houder, welke opening met een deksel afsluitbaar is.

1 0 0 5 0 3 9 2

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag verhoudingsgewijs grote flexibele houders te gebruiken met een volume liggend tussen enkele honderden liters en enkele tientallen kubieke meters voor het transport van fluïda en/of stortgoederen. Dergelijke ver-5 houdingsgewijs grote houders worden op een plaats vast met de be-grenzingswand van de laadbak verbonden, welke plaats de opening omvat waardoor het betreffende stortgoed respectievelijk fluïdum ingebracht wordt respectievelijk afgevoerd wordt. Dat wil zeggen dat in gevulde toestand de betreffende flexibele houders niet ten op-10 zichte van de laadbak verplaatst worden. Zijn de flexibele houders niet noodzakelijk, dan is het mogelijk deze op ruimte-besparende wijze op te bergen. Dit kan gebeuren zowel in de laadruimte zelf, bijvoorbeeld door het op balgachtige wijze bewegen naar de vulopening, of buiten de laadruimte, bijvoorbeeld in de onder veel vracht-15 wagens aangebrachte palletopslagruimte.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de flexibele houder zodanig uitgevoerd dat deze bij het vullen met het betreffende materiaal niet zoveel mogelijk een ronde vorm aanneemt maar ten minste een deel daarvan een parallellepipedumachtige 20 gedaante inneemt. Daardoor kan de ruimte binnen de laadbak optimaal benut worden. De overgang van het parallellepipedumachtige deel naar de vulopening zal 9 (aan de bovenzijde) in het algemeen kegelachtig verlopen.

De flexibele houder kan uit een enkel houderdeel bestaan, maar 25 is bij voorkeur opgebouwd uit twee houderdelen. Het buitenste houderdeel geeft daarbij de vorm aan de te vullen houder alsmede ondersteuning van het ingebrachte fluïdum. Het binnenste houderdeel, dat wegwerpbaar kan zijn, zorgt voor de afdichting van het ingebrachte fluïdum respectievelijk stortgoed ten opzichte van de omgeving. Het 30 is mogelijk beide houders in hoofdzaak gasdicht uit te voeren. Door de min of meer vaste vorm die het buitenhouderdeel verkrijgt bij het vullen is het mogelijk door het opbrengen van druk tussen de beide houderdelen het binnenhouderdeel onder druk te plaatsen. Een dergelijke door gas of vloeistof opgewekte druk kan van belang zijn voor 35 het transport, maar kan eveneens van belang zijn voor het lossen van de lading uit de binnenhouder. Bovendien is het mogelijk dat een dergelijk gas of vloeistof in combinatie met het product gevuld in de binnenhouder gebruikt wordt. Daarbij kan gedacht worden aan het 1005039 3 transport van bier en koolzuur. De hierboven beschreven houderdelen kunnen elk in de stand der techniek bekend materiaal omvatten. Het buitenhouderdeel kan een dunwandig thermoplstisch materiaal omvatten, maar bestaat bij voorkeur uit een vezelversterkt materiaal 5 waarbij in het bijzonder een vezelversterkt elastomeer materiaal gebruikt wordt. Dergelijke vezelversterkte rubbers hebben bijzonder gunstige eigenschappen. Het rubber omgeeft, localiseert en beschermt het netwerk van vezelmateriaal. Op deze wijze is een vormstabiel buitenhouderdeel te vervaardigen. Bij het binnenhouderdeel zal in 10 het algemeen ee ïfluïdumdicht materiaal toegepast worden dat een verhoudingsgewijs geringe dikte kan hebben vanwege de afsteuning tegen het buitenhouderdeel. Een dergelijk materiaal dient vanzelfsprekend weerstand te bieden aan het te transporteren fluïdum en zal in bepaalde gevallen dicht moeten zijn voor gassen. Als voorbeelden 15 worden genoemd (combinaties van) PE, EVOA, PVA, PA of een metaalfolie.

Indien beoogd wordt met de laadbak volgens de onderhavige uitvinding stukgoederen te vervoeren dan zullen in ieder geval de bui-tenhouderdelen opgeslagen worden op enigerlei plaats in de laadbak. 20 Is het transport van fluïda en/of stortgoederen van belang dan kan een of meer houders volgens de uitvinding "uitgevouwen" worden.

Het is met deze constructie mogelijk in de houders elk voorstelbaar materiaal te transporteren. Dit kan ook levend materiaal zoals planten en/of vis omvatten.

25 De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 in perspectivisch aanzicht gedeeltelijk opengewerkt een uitvoering van een laadbak volgens de uitvinding voorzien van 30 flexibele houders; en

Fig. 2 in dwarsdoorsnede een flexibele houder volgens de uitvinding bevestigd aan de laadbak volgens de uitvinding.

In fig. 1 is een laadbak volgens de uitvinding in het geheel met 1 aangegeven. Deze is gekoppeld met een schematisch afgebeelde 35 truck 2. De hier getoonde laadbak is uitgevoerd als oplegger. Begrepen zal echter worden dat de laadbak containers en andere laadruimten kan omvatten. Van belang is slechts dat de laadbak voorzien is van een aantal begrenzingswanden. In fig. 1 is een bodem 3 getoond, 1005039 4 een dak 4, een kopse voorwand 5, zijwanden 11 en een neerlaatbare (niet in detail afgebeeld) laadklep 6. Het dak 4 is van openingen 8 voorzien en flexibele houders 11 zijn bij het uiteinde aan de rand van de openingen 8 bevestigd. In fig. 1 is de toestand getoond waar-5 in twee van dergelijke flexibele houders 11 uitgevouwen en mogelijkerwijs gevuld zijn terwijl de zich meer aan het achtereinde van de laadbak bevindende flexibele houders naar boven gebracht zijn. Daardoor ontstaat laadruimte voor stukgoederen 10. De neergelaten flexibele houders 11 hebben nabij de onderzijde een rechthoekige vorm. 10 Deze wordt niet alleen bepaald door de begrenzingswanden van de laadbak maar ook door de uitvoering van dergelijke houders zelf. Dat wil zeggen door passende keuze van versterkingen of passende keuze van materiaal en uitvoering van de plano's waaruit dergelijke houders vervaardigd worden kan de getoonde vorm verkregen worden. Door 15 de vorm en het tegen elkaar aanliggen van de houders 11 wordt een bijzonder goede en stabiele benutting van de laadruimte bereikt terwijl tevens verplaatsen van de lading die zich bevindt in de houders 11 zoveel mogelijk voorkomen wordt. Het is mogelijk tussen de houders 11 op de vloer van de laadruimte hoekstukken of dergelij-20 ke aan te brengen om de opsluiting van de hoeken van de houders 11 te waarborgen zowel tijdens transport als bij calamiteiten.

Begrepen zal worden dat afhankelijk van de lading die getransporteerd moet worden alle houders 11 naar boven gebracht kunnen worden of een of meer van deze houders naar beneden gebracht kunnen 2 5 worden.

Het is niet absoluut noodzakelijk de ingevouwen houders op te slaan binnen de laadbak, zoals tegen het dak daarvan, of het neerlaten op de vloer daarvan, maar het is ook mogelijk de daarvoor aanwezige palletopslagruimte 7 te benutten.

30 Hoewel in de thans afgebeelde uitvoering de opening 8 zich aan de bovenzijde van de houder bevindt, moet begrepen worden dat deze aan de zijkant of aan de onder- respectievelijk kopse zijde aangebracht kan worden. Deze openingen 8 zijn afgesloten door een deksel 17. Door deze opening 8 wordt het betreffende stortmateriaal en/of 35 fluïdum ingebracht.

In fig. 2 zijn details van de houder en de opening in het dak van de laadbak getoond. Benadrukt moet worden dat dit slechts een uitvoeringsvorm van de uitvinding is en dat vele varianten mogelijk 1005039 5 zijn. Dit geldt met name voor de bevestiging tussen houder 11 en dak 4. In de getoonde uitvoering bestaat houder 11 uit een buitenhouder-deel 14 dat verbonden is met een palletachtige constructie 13 en een binnenhouderdeel 15. Gezien de mogelijkheid dat het gewicht van 5 houder 11 groter dan 25 kg is, is bij een constructie met palletachtige constructie 13 transport met een vorkheftruck op eenvoudige wijze mogelijk. Buitenhouderdeel 14 is nabij de rand 16 van opening 8 naar buiten omgeslagen en wordt vastgeklemd door ring 18. Binnenhouderdeel 15 is opgenomen tussen deze ring 18 en deksel 17. Daar-10 tussen bestaat een klemmende werking. Een door deksel 17 afsluitbare opening 19 is aanwezig waardoor, zoals met een pijl 20 aangegeven, gas ingebracht of uitgebracht kan worden. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk een ander fluïdum in of uit te brengen. Door het rusten van palletachtig deel 13 op de bodem van de laadbak en het gewicht van 15 de daarop rustende lading in combinatie met de hierboven beschreven hoekstukken zal palletdeel 13 niet of nauwelijks de neiging hebben zich te verplaatsen. Een en ander wordt bovendien voorkomen doordat het palletdeel 13 een vorm heeft die de gedaante van het laadvlak benadert. Het is vanzelfsprekend mogelijk het palletdeel weg te 20 laten en in andere versterkingen bij het bodemdeel van buitenhouder 14 te voorzien. Buitenhouder 14 is ontworpen om de gedaante aan de houder 11 te geven zoals getoond is in fig. 1. Daartoe is dit opgebouwd uit een vezelversterkt materiaal. Als voorbeeld wordt een elastomeer vezelmateriaal genoemd dat enerzijds de mechanische ei-25 genschappen van de houder waarborgt en anderzijds flexibiliteit van de houder mogelijk maakt. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering is een dergelijk buitenhouderdeel permanent verbonden met het dak van de laadbak. In een dergelijk geval is het niet noodzakelijk de in fig. 2 getoonde afdichting toe te passen. Deze is slechts noodza-30 kelijk voor het binnenhouderdeel 15 dat bij voorkeur als eenmalig te gebruiken deel uitgevoerd is. Dit voorziet in afdichting van het fluïdum respectievelijk stortgoed ten opzichte van de omgeving. Na het ledigen van binnenhouder 15, hetgeen uitgevoerd kan worden door het inbrengen van een afzuigmond door opening 8 in houder 11 , kan 35 deze binnenhouder 15 verwijderd worden. Op deze wijze is het mogelijk allerlei soorten stoffen achtereenvolgens te transporteren. Het binnenhouderdeel zal afhankelijk van de stof die daarin getransporteerd wordt uitgevoerd zijn. Details van de constructie voor het 1 0 0 5 0 3 9 6 naar boven brengen en in die positie houden van het palletachtige deel 13 zijn in de tekening niet getoond en liggen voor degenen bekwaam in de stand der techniek voor de hand. Op niet nader af geheelde wijze is het mogelijk tussen het binnenhouderdeel en het 5 buitenhouderdeel druk op te brengen. Daardoor is het mogelijk het binnenhouderdeel bij stabiele vorm van het buitenhouderdeel te ledigen. De toegepaste druk ligt bij voorkeur onder 10 atmosfeer.

Begrepen zal worden dat hierboven slechts een voorkeursuitvoering van de uitvinding weergegeven is. Talrijke varianten zijn na 10 het bovenstaande voor degenen bekwaam in de stand der techniek voor de hand liggend en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

1005039

Claims (8)

1. Laadbak (1) voor het vervoeren van goederen, zoals stukgoed (10), stortgoed en/of fluïda, welke laadbak deel kan uitmaken van een vrachtwagen of container, omvattende begrenzingswanden, zoals 5 een bodem (3), en een kopse wand (5), met het kenmerk, dat ten minste een van die begrenzingswanden (4) voorzien is van ten minste een doorgaande opening (8), waarbij de rand (16) van die opening voorzien is van bevestigingsmiddelen voor het daaraan bevestigen van een zich in de laadbak uitstrekkende flexibele houder (11), welke ope-10 ning met een deksel (17) afsluitbaar is.

2. Laadbak volgens conclusie 1, waarbij in het inwendige van die laadbak opslagmiddelen (9) voor flexibele houders aanwezig zijn.

3. Laadbak volgens conclusie 1 en 2, waarbij die opslagmiddelen zich nabij die opening bevinden.

4. Laadbak/flexibele houder-samenstel met een laadbak volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die flexibele houder zodanig is uitgevoerd, dat bij het vullen ten minste een deel daarvan een parallellepipedumachtige vorm aanneemt.

5. Laadbak/flexibele houder-samenstel volgens conclusie 4, 20 waarbij die flexibele houder ten minste twee in elkaar geplaatste houderdelen (14, 15) omvat, waarbij het buitenste de vorm aan de houder geeft.

6. Laadbak/flexibele houder-samenstel volgens conclusie 4 of 5, waarbij de houder of een houderdeel vezelversterkt materiaal omvat.

7. Laadbak/flexibele houder-samenstel volgens conclusie 6, waarbij die houder of dat houderdeel een vezelversterkt elastomeer materiaal omvat.

8. Laadbak/flexibele houder-samenstel volgens een van de conclusies 4-7, waarbij de houder of het houderdeel combinaties van PE, 30 EVOA, PVA, PA of metaalmateriaal omvat. ************ 1005039